Jaarverslag ROC 2009 lowres

roc Aventus 2009

registration aventus 2009/destination 2012

Jaarverslag

***** registration aventus 2009/destination 2012 ****hoofdstuk 1 ***** registration aventus 2009/destination 2012 ****

***** registration aventus 2009/destination 2012 ********* registration aventus 2009/destination 2012 **** 3

registration aventus 2009 / destination 2012

***** registration aventus 2009/destination 2012 ********* registration aventus 2009/destination 2012 ****

inhoud

1 Onze organisatie 6

2 Onze klanten: studenten en cursisten 18

3 Onze partners: bedrijven en instellingen 38

4 Onze medewerkers 56

5 Onze financiën en bedrijfsvoering 70

6 Vooruitblik 2010 en verder 86

7 Indicatoren ROC Aventus 2009 90

Bijlage 1 > Examenjaarverslag 2009 98

Bijlage 2 > IBO, innovatieprojecten en innovatiebudget 100


Voorwoord

Van talent naar vakmanschap, zo luidt het motto van ROC Aventus. Elke dag zien wij onze medewerkers een grote inspanning leveren om de talenten van studenten en cursisten te helpen ontdekken en ontwikke-len. Met uiteindelijk als doel om hun een mooie toekomst te bieden op de arbeidsmarkt of in het vervolgonderwijs. Goed opgeleide en gekwa-lificeerde vakmannen en –vrouwen, klaar om een belangrijke bijdrage te leveren aan onze maatschappij.

Het mbo is veruit de grootste onderwijssector in ons land en vormt het fundament van de arbeidsmarkt. ROC Aventus vervult een zeer belangrijke maatschappelijke opdracht in de regio Stedendriehoek. Wij ervaren het als een voorrecht om een bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappelijke toekomst van onze studenten en cursisten, die zich veelal in een belangrijke ontwikkelingsfase bevinden.

Gezien het grote maatschappelijke en economische belang van onze sector is het niet verwonderlijk dat het mbo midden in de belangstelling staat. Wat ons raakt is dat deze aandacht veelal negatief en, naar onze mening, ongenuanceerd is. Een dergelijke negatieve waardering verdient het mbo niet; verdienen die duizenden onderwijsgevende en onder-steunende medewerkers niet; en vooral: verdienen die aankomende vakmensen niet!

Natuurlijk kampt het mbo met een aantal wezenlijke problemen, die vooral te maken hebben met de kwaliteit van de dienstverlening. Het is een illusie om te denken dat bij Aventus wél alles in orde is. Ook binnen onze organisatie wordt geworsteld met het rondkrijgen van roosters, lesuitval, voortijdig schoolverlaten etc.

Tegelijkertijd zien wij elke dag honderden Aventus-collega’s hun best doen om hun taken zo goed mogelijk uit te voeren. Met betrokkenheid en enthousiasme. En dat beeld staat ver af van het sombere beeld dat in sommige media van het mbo wordt geschetst. Met dit jaarverslag brengen wij 2009 voor u in beeld. Natuurlijk doen wij verslag van het afgelopen jaar. Daarnaast laten wij diverse belanghebbenden - studen-ten, cursisten, relaties uit het bedrijfsleven, gemeenten, voortgezet en hoger onderwijs etc. - aan het woord om hun beelden over Aventus met ons te delen.

Heimen van Andel & Anky VeldmanCollege van bestuur ROC Aventus

5

hoofdstuk 1 ***** onze organisatie

Dennis Licht:

“Samen kun je meer bereiken”

7

***** onze organisatie

ROC Aventus is hét regionale opleidingencentrum in de Stedendrie-hoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. ROC Aventus biedt middelbaar beroepsonderwijs (mbo), educatie voor volwassenen en bedrijfsopleidin-gen. Met ruim tweehonderd mbo-opleidingen en 1.200 medewerkers is ROC Aventus de grootste onderwijsaanbieder in de Stedendriehoek.

Midden in de samenlevingROC Aventus is veruit het grootste en het belangrijkste leerloopbaan-centrum van de Stedendriehoek en speelt een belangrijke rol in de regionale welvaart en economie:• als leverancier van arbeidskrachten• als brug naar het vervolgonderwijs• als partner voor ‘een leven lang leren’• als een van de grootste werkgevers

ROC Aventus staat midden in de samenleving en voelt zich mede verantwoordelijk voor de economische en sociale ontwikkelingen in de regio. Het merendeel van onze studenten gaat immers in de Stedendrie-hoek aan het werk en blijft hier leren. ROC Aventus hecht daarom zeer veel waarde aan intensieve samenwerking met bedrijven, instellingen en het voortgezet onderwijs en het hbo in de regio. ROC Aventus investeert daar ook in.

ROC Aventus is een leerloopbaancentrum. Het ontwikkelen van de talenten van studenten, onze primaire klanten, staat centraal. Zij komen bij ROC Aventus om een gekwalificeerd beroepsbeoefenaar te worden

of om door te stromen naar een vervolgstudie. Daarvoor dienen zij te be-schikken over bepaalde competenties. Onze werkprocessen zijn volledig ingericht en georganiseerd om de student of cursist in staat te stellen de juiste competenties te ontwikkelen.

Het gaat daarbij niet alleen om het bijbrengen van kennis en deskundig-heid op zich, maar ook om studenten en cursisten zich zo goed mogelijk te laten ontplooien, hen te helpen hun talenten optimaal te ontwikkelen. Om goede beroepsbeoefenaars op te kunnen leiden is het leren ván en ín de praktijk van essentieel belang. Dat gebeurt vanzelfsprekend binnen de gebouwen van ROC Aventus, maar steeds vaker ook bij bedrijven en instellingen zelf. Zo wordt gezamenlijk vorm en inhoud gegeven aan het onderwijs.

Leren houdt niet op na het behalen van een diploma of certificaat. De maatschappij verandert razendsnel en daarmee ook de eisen die nu - én in de toekomst - aan medewerkers worden gesteld. Om daaraan te kunnen blijven voldoen, moet men gedurende de gehele loopbaan blijven leren. Kortom: een ‘leven lang leren’. Als leerloopbaancentrum geeft ROC Aventus daar invulling aan door een breed aanbod aan volwassenenonderwijs te bieden.

Missie ROC Aventus“Samen ontwikkelen wij, enthousiast en betrokken, de talenten van studenten en cursisten. Zo bieden wij hun een mooie toekomst op de arbeidsmarkt of in het vervolgonderwijs.”

Profiel ROC Aventus

hoofdstuk 1

Bestuur en organisatie Onze organisatie kent vier organisatielagen:• het college van bestuur (strategisch bestuur)• sectordirecties en stafmanagers (tactisch management)• teammanagers en overige operationele managers• docenten, coaches, leertrajectbegeleiders, onderwijsondersteuners,

staf- en operationele medewerkers

Studenten volgen een opleiding bij een van onze sectoren:Economie, Ondernemen, Gezondheid, Welzijn, Horeca, Toerisme & Recreatie (HTR), Mobiel, Techniek en Training & Educatie. Docenten vormen samen met andere operationele medewerkers resultaatverant-woordelijke teams.

Teammanagers maken afspraken met hun sectordirecteuren over de resultaten die zij willen halen. Op hun beurt leggen sectordirecties verantwoording af over de uitvoering van het strategisch beleid aan het college van bestuur. Het college van bestuur formuleert dit beleid en stuurt op hoofdlijnen. Sectoren zijn dus in grote mate zelfstandig, binnen de strategische kaders.

Het college van bestuur is verantwoordelijk voor de jaarlijkse begroting en jaarrekening, het activiteitenplan om het strategisch beleid uit te voe-ren en voor de bewaking van de identiteit. Verder vertegenwoordigt het onze organisatie bij het ministerie van OCW, de MBO Raad, gemeenten en koepelorganisaties.

Het college van bestuur wordt geadviseerd en getoetst door de raad van toezicht. De RvT keurt de begroting, de jaarrekening en het strategisch beleid goed. Verder benoemt de raad de accountant en is de RvT ver-antwoordelijk voor benoeming en ontslag van het college van bestuur.

Zes stafdiensten adviseren en ondersteunen het college van bestuur en de sectordirecties: Communicatie & Marketing, Facilitair Beheer, Financiën & Control, Informatisering & Automatisering, Onderwijs en Personeel & Organisatie.

ROC Aventus is een stichting waaraan in 2009 twee bv’s zijn gelieerd: Aventus Carrière & Employability Centre bv (AC&EC) en Aventus Deta-chering bv. De eerste is verantwoordelijk voor de contractactiviteiten van ROC Aventus, de tweede verzorgt de flexibele inzet van personeel voor de Stichting ROC Aventus. Het college van bestuur van ROC Aventus vormt ook de statutaire directie van beide bv’s, ROC Aventus is enig aandeelhouder. ROC Aventus is vertegenwoordigd in de besturen van Stichting Wielersport Aventus en Stichting Atletiekschool Aventus. Beide stichtingen verantwoorden hun eigen beleid.

In het voorjaar van 2007 is de Stichting Exploitatie Parkeerfaciliteiten ROC Aventus (SEPRA) opgericht. Het bestuur van deze stichting wordt gevormd door de twee leden van het college van bestuur van ROC Aventus. In deze stichting is de exploitatie van de parkeerfaciliteiten van ROC Aventus (tot en met 2009 nog beperkt tot die in het gebouw aan de Laan van de Mensenrechten in Apeldoorn) ondergebracht, mede om zo de verhuur aan derden mogelijk te maken.

Dennis Licht en Aventus: samen op weg naar 2012In de missie van ROC Aventus staat de ontwikkeling van talenten van studenten en cursisten centraal. Dat is bijzonder zichtbaar in een actief stimuleringsbeleid voor sport en bewegen, waarbij ook extra aandacht wordt besteed aan studenten en cursisten met een bovengemiddeld sporttalent. Zo biedt Aventus al sinds 2001 de unieke mogelijkheid voor sport-studie combinaties via de Aventus Wieler- en Atletiekschool. Via Randstad Topsport College krijgen individuele sporters extra faciliteiten om hun sportieve talenten optimaal te ontplooien.


De optimale ondersteuning van sporttalenten sluit naadloos aan op de ambities die ROC Aventus heeft geformuleerd in zijn strategisch beleidsplan voor 2008-2012: het optimaal ontwikkelen en benutten van talenten door goed en uitdagend onderwijs aan te bieden. Deze ambitie heeft ROC Aventus eind 2009 extra kracht bijgezet door een samenwerking aan te gaan met Dennis Licht. Dennis is oud-student van ROC Aventus en werkt sinds oktober 2008 parttime als medewerker communicatie bij de sector Horeca, Toerisme & Recreatie. Daarnaast beoefent Dennis topsport; de 1.500 en 3.000 meter steeple-chase zijn z’n specialiteit. Deelname aan de Olympische Spelen van 2012 in Londen is zijn ultieme missie.

ROC Aventus steunt Dennis in het realiseren van zijn sportieve ambitie, onder meer door de gelegenheid te bieden om zijn trainingsschema te kunnen volgen. Dennis op zijn beurt treedt op als ambassadeur van Aventus. Zowel voor de studenten en cursisten als voor zijn collega’s is hij een inspirerend ‘rol model’. Dennis zelf zegt: “Ik ben ontzettend blij dat ROC Aventus zich bij mijn route naar de Olympische Spelen van 2012 aansluit. Samen kun je gewoon ook meer bereiken! Deze samenwerking zie ik als een katalysator om binnen Aventus (top)sport nog beter op de kaart te zetten en zichtbaar te maken. Ik hoop een inspiratiebron te zijn voor studenten en medewerkers om meer te bewegen. En ik wil stu-denten en medewerkers laten zien dat je bij Aventus de ruimte en de tijd krijgt om je passie en talenten te ontwikkelen.”

CV Dennis Licht• Leeftijd: 25 jaar• (Afgetraind) gewicht: 66,5 kg (7% lichaamsvet)• Lengte: 1.83 meter• Sportdisciplines: 1.500 meter en 3.000 meter steeple-chase

Opleiding en werk:• 2000-2004: mbo-opleiding elektrotechniek niveau 4, ROC Aventus. Sinds 2001 verbonden aan de Aventus Atletiekschool. Eerst als student en later als medewerker in training.• 2004-2008: hbo-opleiding commerciële sport economie, Johan Cruijff University.• 2008-heden: werkzaam als medewerker communicatie bij ROC Aventus, sector

Horeca, Toerisme & Recreatie.

Sportieve prestaties 1998 - 2009:• 6 x Nederlands Kampioen en diverse ereplaatsen• 9 x deelgenomen aan Europese Kampioenschappen

Beste prestaties 2008-2009 [senior]:• Europees ranglijstaanvoerder 15 km (44.08 min)• 5e allertijden op eeuwige ranglijst van Nederland (3.41.40 min op de 1.500 meter)• 10e plaats op de 1.500 meter tijdens het EK Indoor van 2009• Nederlands Indoor Kampioen 3.000 meter in 2009

Persoonlijke missie en ambitie:“Ik ben bereid om het optimale uit mijzelf als sporter te halen, doordat ik bepaalde keuzes maak voor een leven als topsporter ben ik bereid risico’s te nemen en mijn fouten tot leermomenten te maken.Ik wil de Europese top bestormen op de 1.500 en 3.000 meter steeple-chase en het vizier is gericht op deelname aan de Olympische Spelen van 2012.”

***** onze organisatie 9


ROC Aventus heeft zijn meerjarenbeleid geformuleerd in het ‘Strategisch beleidsplan 2008-2012’. In dit beleidsplan staan achtereenvolgens beschreven: onze strategische ambities, onze visie en missie, onze strategische doelen en kritieke prestatie-indicatoren (kpi’s) en onze maatschappelijke opdracht.

Met onze vijf strategische doelen geven wij aan wat we bereikt willen hebben in 2012. De voortgang meten we af aan de hand van een elftal kritieke prestatie-indicatoren. In het volgende overzicht is per strategisch doel en kpi aangegeven wat de realisatie was in 2009 ten opzichte van onze ambitie.

Ambitie en realisatie

11***** onze organisatie

kpi’s ‘Klantfocus’ ambitie realisatie1. Studiesucces:

Toelichting realisatie kpi 3:Dit is een nieuwe kpi en het percentage is niet eerder gemeten. Er ontbreekt dan ook een streefcijfer. Uit de eerste meting is gebleken dat maar een zeer klein deel van de afgestuurde mbo-studenten terugkeert voor een andere mbo-opleiding. In 2010 zal een nieuwe meting worden uit-gevoerd waarbij ook andere types van opleidingen worden meegenomen, zoals bedrijfsopleidingen en cursussen van Aventus Volksuniversiteit. Op basis daarvan zal een streefcijfer worden bepaald.

Het studiesucces van onze studenten t.o.v. andere roc’s

ROC Aventus blijft behoren tot de groep van 10 best presterende roc’s op elk kerngetal voor succes, zoals gedefinieerd in en gerapporteerd in de benchmark MBO Raad

Diplomaresultaat 2008/2009:Aventus: 66,6%Gem. roc: 64,7%

Jaarresultaat 2008/2009:Aventus: 66,2%Gem. roc: 64,8%

Toelichting realisatie kpi 1:Zowel het diplomaresultaat (van 65,9 naar 66,6%) als het jaarresultaat (van 64,9 naar 66,2%) zijn gestegen. Met het diplomaresultaat en het jaarresultaat behoren we tot de beste 15. ROC Aventus behoort daarmee dus nog niet tot de 10 best presterende, maar zit daar wel dicht tegenaan.

Klanttevredenheid:Het gemiddelde rapportcijfer dat studenten en cursisten geven over hun opleiding/cursus

2008: 6,902010: 6,952012: 7,00

2009: 6,80

Toelichting realisatie kpi 2:De tevredenheid van onze studenten is nog steeds bevredigend, maar helaas wel iets teruggelopen. Het gemiddelde van alle roc’s is een 6,9.

Terugkerende klanten:Het percentage van de cursisten dat eerder een opleiding of cursus heeft gevolgd bij ROC Aventus

2009: 0,13%

2.

3.

1. Strategisch doel ‘Klantfocus’: Wij zijn een klantgerichte, professionele organisatie. Onze klanten zijn tevreden over onze dienstverlening, doorlopen hun opleiding/cursus met

goed gevolg en weten met succes een plek te verwerven en te behouden in de maatschappij (arbeidsmarkt, vervolgstudie, een leven lang leren)


2. Strategisch doel ‘Samenwerking met bedrijven en instellingen’: ROC Aventus werkt intensief samen met bedrijven en instellingen bij het vorm en inhoud geven van onderwijs, volwasseneneducatie en bedrijfsopleidingen. Wij staan bij onze marktpartijen bekend als een klantgerichte, professionele partner.

kpi’s ‘Bedrijven en instellingen’ ambitie realisatie4. Tevredenheid arbeidsmarkt en opdrachtgevers:

Het gemiddelde cijfer dat bpv-bedrijven (mbo) en opdrachtgevers (volwasseneneducatie, bedrijfsop-leidingen) ROC Aventus geven

Zie de toelichting hieronder en nadere uitwerking in hoofdstuk 3

2008: x2010: (x+7,0)/22012: 7,0

Toelichting realisatie kpi 4:In 2009 is een meting uitgevoerd met een 5-puntsschaal. Hierbij hebben we een 3,5 gescoord. Op zich is dat een goede score, maar niet vergelijkbaar met een cijfer op een 10-puntsschaal zoals in de ambitie is opgenomen. In 2010 zal de tevredenheid worden gemeten op een 10-puntsschaal, zodat de uitkomst ook vergelijkbaar is met de ambitie.


3. Strategisch doel ‘Kennis & talent’: ROC Aventus deelt en ontwikkelt kennis en talent en levert zo een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van kennis en talent in de regio Stedendriehoek.

kpi’s ‘Kennis’ ambitie realisatie

Toelichting realisatie kpi 7:Aventus neemt deel aan het alumnionderzoek ‘MBO-kaart’, waarin oud-studenten wordt gevraagd naar hun oordeel over hun mbo-oplei-ding. In dit onderzoek wordt onder andere onderzocht welk percentage oud-studenten verklaart ‘veel aan de opleiding te hebben gehad’. Dit percentage houden wij aan als indicator voor alumnitevredenheid. Aventus scoort hierbij exact gelijk aan het gemiddelde van alle roc’s die deelnemen aan dit onderzoek.

5. Succesvolle doorstroom vmbo > mbo: Het percentage vmbo-leerlingen in de Stedendrie-

hoek dat zich inschrijft voor een mbo-opleiding (en die ook daadwerkelijk gaat volgen) bij ROC Aventus

2010: 62,5%2012: 62,5%

Toelichting realisatie kpi 5:In 2009 is – op basis van de realisatie van 2009 - de ambitie voor 2010 en 2012 gesteld op 62,5%.

6. Succesvolle doorstroom mbo > hbo: Het percentage van de mbo-studenten op niveau 4 dat

zich aanmeldt voor een vervolgopleiding op hbo-niveau

2009: 47%

Toelichting realisatie kpi 6:Omdat nog geen betrouwbare gegevens bekend waren, is nog geen ambitie gesteld. Gemiddeld voor alle roc’s bedraagt het percentage 44,5%. Aventus scoort hierop dus bovengemiddeld.

7. Alumnitevredenheid: Het gemiddelde cijfer o.b.v. het alumnitevredenheidsonderzoek

Resultaat 2007/2008:Aventus: 75%Gem. roc: 75%

2010: 75%2012: 75%

2009: 59,1%


4. Strategisch doel ‘Professioneel’: Wij zijn een slagvaardige organisatie met competente medewerkers.

kpi’s ‘Professioneel’ ambitie realisatie

Toelichting realisatie kpi 8:De meting naar de medewerkerstevredenheid is conform planning niet uitgevoerd in 2009. In april 2010 vindt de eerstvolgende meting plaats.

8. Medewerkerstevredenheid: Het gemiddelde cijfer o.b.v. het medewerkers-

tevredenheidonderzoek

2008: 6,42010: 6,62012: 6,8

2008: 6,4

Toelichting realisatie kpi 9:De performancecyclus is nog niet bij alle medewerkers doorlopen, zodat nog niet van alle medewerkers de competentieniveaus bekend zijn. De basis voor de gerealiseerde resultaten vormen de competentiescores van ongeveer 80% van de medewerkers.

9. Competentieniveau medewerkers: De competentiescore van medewerkers behorende

bij hun functieprofiel

2012: 95% voldoende Van de 10 competenties scoren er 9 ‘95% of meer’. Eén competentie (leidinggeven) scoort 94,1%.


5. Strategisch doel ‘Financieel’: Wij zijn een financieel gezonde organisatie, teneinde continuïteit te waarborgen.

Toelichting realisatie kpi 11:De totale baten zijn in 2009 hoger dan die in 2008; deze kpi is dus voor 2009 gerealiseerd.

kpi’s ‘Financieel’ ambitie realisatie

10. Exploitatiesaldo ROC Aventus heeft jaarlijks een positief exploitatiesaldo van tenminste 1%

2009: 0,6%

Toelichting realisatie kpi 10:Het streven van een exploitatiesaldo van 1% is in 2009 niet bereikt. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de negatieve exploitatie van AC&EC bv. Begin 2010 is het definitieve besluit genomen om de activiteiten van deze bv te beëindigen.

11. Volume van de baten De totale baten van ROC Aventus blijven jaarlijks tenminste gelijk

2008: € 87,6 mln. (excl. incidentele baten)2009: € 89,5 mln.

hoofdstuk 1

De raad van toezicht bestaat uit vijf leden en heeft dankzij zijn brede samenstelling alle deskundigheid in huis om zijn toezichthoudende taak adequaat te vervullen. Bovendien is de raad zo samengesteld dat het (regionale) bedrijfsleven goed is vertegenwoordigd. De leden van de raad van toezicht opereren onafhankelijk. Via onder meer rapportages van het college van bestuur over bedrijfsvoering, actuele onderwerpen en resultaten informeert de raad zich uitgebreid, om het college van bestuur goed te volgen en resultaten te toetsen.

De raad werkt volgens de governanceprincipes, zoals deze zijn vast-gelegd in de branchecode ‘Goed bestuur in de BVE-sector’. Hiermee onderschrijft de raad de principes en de wenselijkheid van transparantie in bestuur, toezicht en het afleggen van verantwoordelijkheid daarover aan belanghebbenden. Daarom ook, evalueert de raad van toezicht ook jaarlijks het eigen functioneren. De evaluatie in 2009 wees uit dat de raad naar behoren functioneert.

Samenstelling raad van toezicht• mevrouw M.C.A. Vonk-van Kalker, voorzitter RvT tot 16 juni 2009• de heer J. Schepers, voorzitter RvT vanaf 16 juni 2009• de heer O.P. Middelkoop, secretaris RvT en voorzitter Auditcommissie• de heer A.W.M. Elders, lid RvT en lid SBR-commissie• de heer S.P. van den Eijnden, vice-voorzitter RvT en lid Auditcommissie• mevrouw Th.A.J. Burmanje, lid RvT en voorzitter SBR-commissie

vanaf 16 juni 2009

Naast hun lidmaatschap van de raad van toezicht van ROC Aventus bekleden de leden de volgende hoofd- en nevenfuncties:

M.C.A. Vonk-van Kalker • directeur bureau voor interimmanagement en bestuurs- en organisatieadvies

• schaduwmanager voor (beginnende) interim-managers bij de overheid

• lid toelatingscommissie van het Interim Managers Register

J. Schepers • directeur Van Reekum Participatiefonds • voorzitter raad van commissarissen Salland Verzekeringen • commissaris Sallcon • commissaris Regizorg • commissaris OOST NVO.P. Middelkoop • voorzitter raad van toezicht Stichting

InteraktContour te Nunspeet • lid bestuur Stichting Vrienden van InteraktContour • vice-voorzitter raad van commissarissen

Accon-AVM Groep bv in Arnhem – accountants en adviseurs tevens lid remuneratie- en beoordelings

commissie van de raad van toezichtA.W.M. Elders • raadsheer gerechtshof te Arnhem • lid raad van toezicht Justitiële Jeugdinrichting Rentray • lid raad van toezicht Stichting tot Steun Rentray • voorzitter Zutphens Juridisch GenootschapS.P. van den Eijnden • algemeen directeur/bestuurder van de Nuffic,

Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs


Verantwoording raad van toezicht

17

Th.A.J. Burmanje • voorzitter raad van bestuur Kadaster • voorzitter raad van toezicht Canisius-

Wilhelmina Ziekenhuis • lid raad van commissarissen Sligro • lid raad van commissarissen ARN • lid raad van toezicht Deltares

Vergaderingen raad van toezicht in 2009De raad van toezicht vergaderde in 2009 vier keer en sprak onder meer over de volgende onderwerpen:• de regeling voor klokkenluiders• de aanpassing van het bestuursreglement• het treasurystatuut• Koersvast: organisatieontwikkeling en cultuurverandering ROC Aventus• de jaarrekening 2008• het jaarverslag 2008• het rooster van aftreden leden raad van toezicht• de instellingsbegroting 2010• de onderwijsbarometer KPMGElke vergadering krijgt de raad een uitgebreide (schriftelijke) rapportage van het college van bestuur over de voortgang van het strategisch beleid en overige beleidsterreinen.

Overige punten 2009De raad van toezicht kreeg verder in twee ronden toelichting op Koers-vast en de belangrijkste innovatie- en verbeterprojecten.

Commissies raad van toezicht in 2009Als uitvloeisel van het eerdere genoemde ‘Goed bestuur’ kent de raad van toezicht twee commissies: de auditcommissie (AC) en de selectie-, benoemings- en remuneratiecommissie (SBR). Beide commissies tellen twee leden.De AC vergaderde vijf keer. Deze vergaderfrequentie had onder meer te maken met de wervings- en selectieprocedure voor een instellings-

accountant (Europese aanbesteding). Op de agenda stonden:• de procedure werving en selectie instellingsaccountant• de jaarrekening 2008 (inclusief het gesprek met de accountants van

KPMG)• het verschil tussen prognose en resultaat 2008 en exploitatieresultaat

2008• de rapportage over financiële kanten inzake de verkoop oude panden• ROC Aventus ‘in control’: het belang van het goed inrichten van de

functies control, compliance, risicomanagement en audits• kwartaalrapportages 2009• de instellingsbegroting 2010• de onderwijsbarometer KPMG

De SBR-commissie kwam vier keer bijeen en behandelde de volgende onderwerpen:• functionerings- en beoordelingsgesprekken met de twee leden van

het college van bestuur• de werving en selectie van een nieuw lid raad van toezicht (wat leidde

tot de benoeming van mevrouw Burmanje)• de vergoedingen van de leden van de raad van toezicht

Blik op 2010De raad van toezicht verwacht dat naast de vaste onderwerpen in 2010 onder meer aan de orde komen:• de voortgang van Koersvast• advies geven aan en meedenken met het college van bestuur over de

inrichting van een eenheid control, compliance, risicomanagement en audits

• de meerjarenbegroting met daarbij verschillende uitgangspuntensce-nario’s

• de werving van een opvolgende voorzitter van het college van bestuur in verband met pensionering huidige voorzitter college van bestuur.

Jans Schepersvoorzitter raad van toezicht ROC Aventus


hoofdstuk 2

Shirley Tonneijk:

“Ik zit nu helemaal op mijn plek”

***** onze klanten

Maak kennis met Shirley Tonneijk (19), eerstejaars student soci-

aal cultureel werk, Daniëlle Koorevaar (18), tweedejaars student

marketing & communicatie en Murat Dilibüyük (18), eerstejaars

student autotechniek. Zij leggen Aventus langs de meetlat,

ontdekken dat er veel verschillen bestaan tussen opleidingen

en geven hun opleidingen prima rapportcijfers. Al zijn er ook de

nodige tips…

Shirley startte na haar vmbo bij Aventus in een horecamanagement-opleiding. Dat was geen succes. Terwijl ‘horeca’ gek genoeg haar droom was sinds de brugklas. “Ik heb toen een dag meegelopen in een hotel en ik vond het super. Nooit meer aan iets anders gedacht.” Helaas pakte de studiekeuze toch niet goed uit.“De stage in de brasserie liep niet lekker, ik vond de opleiding niet super. Die was net in competentiegerichte vorm gestart, misschien lag het daaraan. Je werkte veel individueel achter de computer, soms uren ach-ter elkaar. Ik miste het klassikale en voelde me nogal verloren. Ik heb nog wel contact met oud-klasgenoten en die zeggen dat het nu verbeterd is. Dat zal ook wel, maar het paste gewoon niet bij mij.”

Opnieuw naar schoolShirley stopte met haar studie, werkte een jaar fulltime in een cafetaria en startte toen een nieuwe opleiding in een andere branche: sociaal cultureel werk. “Super”, vat ze enthousiast samen. “Ik zit nu helemaal op

mijn plek. Het is een heel andere opleiding, je doet veel met je klas en ik heb het idee dat de docenten mij echt kennen. Ze zijn er altijd voor je. Ik heb ontdekt dat ik graag met jongeren werk, dus die kant ga ik op.”Kreeg ze voldoende begeleiding toen de eerste studiekeuze niet juist bleek te zijn? “Ze vonden het jammer, omdat het op zich wel goed ging. Maar toen ik aangaf eerst maar eens te gaan werken, hoorde ik niets meer.” Uiteindelijk zocht Shirley zelf contact met het Jongerenloket in het Activerium in Apeldoorn en kwam weer bij Aventus terecht. Zij startte een leerloopbaanproject bij Aventus Servicecentrum, deed allerlei tests en voerde gesprekken over haar studiekeuze. “Ik ben daar heel goed begeleid, maar achteraf gezien wel raar dat ik niet direct ben gewezen op de mogelijkheden van het Servicecentrum”, constateert ze.

Toekomstdoel helderDaniëlle deed vier jaar havo. Eén vak leverde problemen op en ze was bang dat de verveling zou toeslaan. Ze zou graag journalistiek gaan doen in het hbo, dus leek haar de opleiding marketing & communicatie in het mbo een goede vooropleiding. Een goede keus, vindt ze achteraf. Al heeft ze best wat kritische noten te kraken over haar studie. De stage bij de stafdienst Communicatie & Marketing van Aventus was geweldig. Daniëlle draaide daar volop mee, was betrokken bij de redactie van het blad voor studenten en medewerkers AveNu en het relatiemagazine Aventus & U en schreef ook zelf artikelen.“Ik heb tijdens mijn stage zoveel gedaan. Dan zie je wat de praktijk biedt.” De stage-ervaring bevestigde haar toekomstbeeld: ze wil naar de School voor Journalistiek. “Ik ga ook op zoek naar een bijbaan in de journalistiek, om alvast meer ervaring op te doen.”

Opleiding leuk? Dan is school oké

Onderwijs goed, organisatie merkbaar beter

***** onze klanten 19

Op naar een diplomaOok Murat werkt al in de branche van zijn keuze. Zijn oom heeft een garagebedrijf in Deventer en daar ontdekte Murat wat hij graag wil doen: sleutelen. En op termijn misschien wel auto’s verkopen ook.“Ik heb in het vmbo wat problemen gehad”, zegt hij eerlijk. “Door gebrek aan discipline heb ik mijn diploma daar niet gehaald. Toen ben ik aan de slag gegaan bij mijn oom en via hem ben ik hier terecht gekomen.” Na de niveau 1 opleiding hoopt hij snel niveau 2 te doen, want Murat’s ambitie is om uiteindelijk de opleiding automanagement af te ronden.“Ik wil graag verkoper worden in een garage. Een eigen bedrijf hoeft niet persé. Deze opleiding op niveau 1 is nu nog onder mijn niveau, ook gezien mijn werkervaring. Maar dat is mijn eigen schuld…”

hoofdstuk 2 ***** onze klanten

Murat vindt het leuk op school. “Ik voel me hier welkom. Je legt gemak-kelijk contact en de docenten zijn er voor me.” Hij gaat met zelfvertrou-wen op stage. “Wel mooi om ook buiten het bedrijf van mijn oom te gaan werken en te leren”, zegt hij enthousiast.

Zouden jullie Aventus aanraden aan vrienden?Daniëlle: “Ik wel. Er gaat veel goed. Maar ik zou er wel bij zeggen dat je niet helemaal moet afgaan op het plaatje dat je tijdens de open dag krijgt voorgeschoteld. Er zijn ook dingen die echt beter kunnen op school.”Shirley: “Twee jaar geleden zou ik hebben gezegd: het is een rotschool! Nu ik hier weer rondloop zie ik veel verandering. Veel gaat veel beter. Ik denk ook dat je beeld van de school heel erg afhangt van de opleiding die je doet. Dat zie je aan mij. Mijn eerste studie vond ik niets, nu vind ik het hartstikke leuk.”Murat: “Ik zou Aventus wel aanraden. Je krijgt goede begeleiding. Maar je moet wel goed kiezen denk ik. Als je je opleiding leuk vindt, dan vind je de school automatisch ook wel oké.”

Jullie geven aan dat niet alles goed gaat op school. Geef eens een voorbeeld. Shirley: “Er is meer contact tussen docenten en studenten, maar ook met ouders. Ik vind ook dat school dingen zoals lesuitval of roosters beter oplost.”Murat: “Klopt. Je krijgt uitgebreider informatie over je rooster. Ik heb bijvoorbeeld de 06 van mijn leertrajectbegeleider. Ik kan hem altijd bel-len. En als er eens een les uitvalt, dan belt hij mij persoonlijk om dat te vertellen.”

Daniëlle Koorevaar:

“Het helpt om een Doel te hebben”

21

Voelen jullie je thuis bij Aventus?Murat: “Ik wel. Als je hier voor het eerst komt, is het even wennen aan zo’n groot gebouw. Maar je hebt toch les in je eigen sector. Ik heb er nooit problemen mee gehad hoor, ik voel me hier welkom.”Daniëlle: “Ik vind het wel goed dat hier ook andere sectoren zijn. Dat maakt het wel leuk, je ziet veel verschillende mensen. Al ben je in de praktijk vooral in je eigen sector.”Shirley: “Het is een mooi gebouw, het leeft wel. Maar persoonlijk heb ik liever een kleinschalige omgeving.”

***** onze klanten

Daniëlle: “Bij ons gaat dat minder soepel. De helft van de klas krijgt in zo’n geval een mailtje en de andere helft moet het via via horen. Maar dat zijn organisatiedingen. Het onderwijs is goed.”Shirley: “Vind ik ook, maar de begeleiding is ook belangrijk. Ik vind dat er veel aandacht is.”

Hoe kan het beter, hebben jullie tips?Daniëlle: “Wij snappen best dat competentiegericht onderwijs ook voor docenten best wennen is. Maar soms voelen we ons een beetje proefkonijn. Het gaat er af en toe rommelig aan toe. Dat zou wel anders kunnen denk ik.”Shirley: “Ik denk ook dat wij als studenten best veel begrip hebben. Wij snappen ook wel dat je soms tot half zes naar school moet als dat niet anders kan met een rooster en lesruimten. Maar vertel het dan op tijd en speel open kaart.”Murat: “Dat soort dingen is bij ons goed geregeld. Voor ik op stage ging

besprak onze leertrajectbegeleider alles uitgebreid met ons en we kre-gen ook een stageboekje mee. Ik vind dat goed gaan allemaal.”Shirley: “Zorg ervoor dat je zelf goed weet hoe het zit voor je het studen-ten laat doen. Met dat portfolio bijvoorbeeld denk ik: geef eerst docen-ten maar eens een cursus en laat dan studenten er pas mee werken.”Daniëlle: “Onze docenten hebben over dat portfolio juist gezegd: wij gaan het eerst zelf goed uitzoeken.”Murat: “Dat herken ik wel. Ik heb ook wel eens een docent iets moeten uitleggen over de computer. Docenten hebben ook steeds met iets nieuws te maken natuurlijk.”

Murat DilibÜyük:

“Ik voel me hier

Welkom”

hoofdstuk 2

Daniëlle: “Het is helemaal niet zo’n thema bij studenten volgens mij. Mis-schien nog meer bij ouders die hier komen met open dagen.”

Merken jullie genoeg van praktijkleren op school?Shirley: “Docenten hebben allemaal gewerkt in de praktijk. Ze weten echt waar ze het over hebben hoor. En juist van die praktijkverhalen leer je veel.”Daniëlle: “Ook onze docenten komen uit de praktijk. Met die praktijk-kennis zit het wel goed.”Murat: “Ook mijn leertrajectbegeleider is iemand uit de praktijk. Hij blijft ook bij. Dat moet ook wel, want in de autobranche wordt steeds ver-nieuwd. Docenten weten heel goed hoe het eraan toegaat.”Shirley: “In mijn eerste jaar is het nog veel theorie. Pas als we op stage gaan krijgen we met praktijk te maken. Maar dat vind ik ook wel logisch: je moet toch eerst een basis hebben.”Daniëlle: “Je gaat in onze opleiding al in het eerste jaar op stage. Wij werken sowieso heel veel met praktijkcases. De theorie is dan onder-steunend. Wij hebben als klas wel aangegeven dat wij vonden dat de werkdruk te laag was. Daar is ook iets aan gedaan, dat is verbeterd.”Murat: “Hier leer je bij techniek precies zoals het eraan toegaat in een echte garage. Echt: het is net zo als bij mijn oom in de garage.”

In het competentiegericht onderwijs ben je zelf verantwoordelijk voor je leerloopbaan. Zijn studenten zich daarvan bewust?Daniëlle: “Het helpt om een doel te hebben. Tijdens je studie krijg je ook wel hulp hoor, om je weg te vinden. Met de leertrajectbegeleider

bespreek je hoe het gaat in de klas, of het allemaal lukt met je studie.”Shirley: “Je kunt met alles naar je leertrajectbegeleider stappen. Je houdt dezelfde begeleider tijdens je studie, dat is ook fijn. Je kent elkaar en je hoeft jezelf niet steeds opnieuw voor te stellen.”Murat: “Ik heb wel verschillende begeleiders gehad. Dan moet je jouw verhaal dus steeds opnieuw vertellen en dat is inderdaad niet fijn.”Daniëlle: “Ik vind wel dat de school veel strenger mag zijn. Ze zijn bij ons veel te aardig. Met alleen ‘foei’ ben je er niet als studenten er de kantjes van af lopen.”Shirley: “Drie klasgenoten die bijna nooit kwamen, hebben nu een contract ondertekend met hun leertrajectbegeleider. Komen ze niet, dan moeten ze stoppen en iets anders gaan doen. Dat helpt: sinds dat contract zijn ze steeds op school.”Murat: “Bij ons zien ze echt het beste in je. Maar gedraag je je niet goed, dan krijg je een gele kaart. Bijvoorbeeld als je onterecht afwezig bent. Gebeurt dat nog een keer, dan krijg je een oranje kaart en daarna een rode kaart. Er gaat bij elke kaart ook een brief naar huis. Heb je er drie in de bus dan kun je een andere opleiding gaan doen.”Daniëlle: “Studenten krijgen bij ons zoveel kansen. Je moet wel conse-quenties verbinden aan afspraken. Ze zijn te lief voor ons.”

Als je Aventus een rapportcijfer moet geven, wat wordt dat dan?Shirley: “Nu een 8.”Daniëlle: “Mijn opleiding een 7, mijn stage een 8. Gemiddeld dus een 7.5.”Murat: “Een 7.”

***** onze klanten

23

De diversiteit van onze mbo-studenten‘Mbo, fundament onder de arbeidsmarkt’, zo luidt de titel van de gemeenschappelijke agenda 2008-2011 die is opgesteld door de MBO Raad, AOC Raad, Colo en de ministeries van OCW en LNV. Vakmensen zijn het hart van de concurrentiekracht en de economische groei van Neder-land en leveren een belangrijke bijdrage aan de innovatiekracht van ons land. Een groot deel van de gediplomeerde mbo’ers stroomt door naar een hogere mbo-opleiding of naar het hoger onderwijs en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de kenniseconomie.

Net als de andere mbo-instellingen bereidt ROC Aventus zijn studenten theoretisch en praktisch voor op de uitoefening van een beroep, of door-stroom naar het hoger onderwijs. Dat doen wij in nauwe samenspraak met onze omgeving: het bedrijfsleven en de gemeenten in de regio.

Het mbo kent beroepsopleidingen op 4 niveaus. ROC Aventus kent een drempelloze instroom. Dit houdt in dat leerlingen in principe ook worden toegelaten als zij hun vooropleiding niet met een diploma hebben afgerond. Dit geldt voor opleidingen op niveau 1 en soms ook bij opleidingen op niveau 2, namelijk wanneer er geen verwante opleiding op niveau 1 bestaat of aangeboden wordt.ROC Aventus biedt ruim 200 verschillende opleidingen aan, voltijd en/of deeltijd. Zo’n 12.000 studenten volgen een mbo-opleiding bij ROC Aventus. Er is dus sprake van een enorme diversiteit aan opleidingen, aan opleidingsniveaus en natuurlijk ook aan studenten. Zij zijn onze primaire klanten.

StudenttevredenheidZoals in hoofdstuk 1 in de paragraaf ‘Ambitie en realisatie’ al is aangegeven, is het ons nog niet helemaal gelukt onze ambitie waar te maken voor wat betreft beoordeling door onze studenten. In 2008 gaven studenten ROC Aventus de volgende rapportcijfers: een 6,4 voor de school en een 6,9 voor de opleiding (bron: tweejaarlijks studenttevredenheidsonderzoek JOB-Odin). In 2009 is dit onderzoek niet gehouden. In 2010 wordt de studenttevredenheid opnieuw gemeten.

***** onze klanten

hoofdstuk 2

Ontwikkeling studentenaantallen beroepsonderwijs• het aantal studenten dat op 1 oktober 2009 stond ingeschreven voor

een mbo-opleiding bij ROC Aventus is enigszins gedaald ten opzichte van 2008;

• de sinds 2006 zichtbare trend van verschuiving van voltijd naar deel-tijd is onder invloed van de economische crisis in 2009 doorbroken;

• het percentage studenten dat extra begeleiding nodig heeft om de opleiding te kunnen volgen, de zogenaamde VOA-studenten, is in 2009 nagenoeg gelijk gebleven (27,1% t.o.v. 27,0% in 2008).

***** onze klanten

* Deze aantallen betreffen uitsluitend de studenten van de sector Training & Educatie die een beroepsopleiding volgen. Studenten die een van de andere opleidingen volgen (bijv. vavo, NT2, inburgering, laaggeletterdheid, Volksuniversiteit), zijn hierin niet meegenomen.

Sector Voltijd Deeltijd TotaalEconomie 1.635 230 1.865Gezondheid 1.118 714 1.832Horeca, Toerisme & Recreatie 876 267 1.143Mobiel 870 513 1.383Ondernemen 1.275 637 1.912Techniek 775 1.369 2.144Training & Educatie 41* 7* 48*Welzijn 1.294 176 1.470Totaal 2009 7.861 3.883 11.744Totaal 2008 7.838 4.045 11.883Totaal 2007 8.049 3.952 12.001Totaal 2006 8.301 3.547 11.848Totaal 2005 8.359 3.532 11.891

25

CLOP

***** onze klanten

Met de invoering van het competentiegericht onderwijs ondergaat het mbo de grootste onderwijsvernieuwing van de afgelopen decennia. Deze onderwijsvernieuwing is ook bij ROC Aventus zeer bepalend voor de activiteiten die worden ontwikkeld en uitgevoerd in ons primaire proces. Daarnaast is er, al dan niet als gevolg van de invoering van com-petentiegericht onderwijs, in 2009 volop geïnnoveerd in het onderwijs. Allemaal met als uiteindelijke doel om onze studenten en cursisten kwali-tatief hoogwaardig en aantrekkelijk onderwijs te bieden om hun zo goed

mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt of een vervolgstudie.Binnen ROC Aventus hebben drie sectordirecteuren de opdracht gekregen als procesmanagers de voortgang van de invoering van competentiegericht onderwijs te bewaken. De stafdienst Onderwijs heeft de zogenaamde ‘CLOP-monitor’ ontwikkeld, waarmee wij twee keer per jaar de voortgang per onderwijsteam meten. In 2009 vonden twee metingen plaats. Hieruit blijkt dat er verschil is in tempo van invoering, maar dat we op de goede weg zijn.

Overzicht van de opleidingen die vallen onder de nieuwe wetgevingDe Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven hebben voor de onderwijsinstellingen kwalificatiedossiers opgesteld. Een kwalificatiedossier beschrijft voor een beroep of beroepsgroep:• De inhoud van het beroep• De benodigde competenties voor een beginnend beroepsbeoefenaar• De benodigde kennis en vaardigheden voor een beginnend beroepsbeoefenaar

De kwalificatiedossiers zijn gebaseerd op competenties. Het is de bedoeling dat de mbo-instellingen alle mbo-opleidingen competentiegericht aan gaan bieden, dat wil zeggen in lijn met de kwalificatiedossiers. Gedurende de invoeringsfase van dit competentiegericht onderwijs is sprake van een ‘experimenteerfase’. Wilt u weten welke opleidingen van ROC Aventus momenteel in de experimenteerfase zitten? Op onze website vindt u een compleet overzicht: www.aventus.nl/experimenteerfase.

hoofdstuk 2

foto jeroen jazet 5406 + 5427

***** onze klantenTijang Jammeh:

“Ik wil

vooruit”

Liselot van Bussel:

“Als ik ergens aan begin,

ga ik ervoor”

27

“Ik heb het alfabet hier geleerd”, vertelt Tijang Jammeh (33).

Tijang haalde zijn telefoontoets in Senegal, kwam vervolgens

naar Nederland en woont met vrouw en twee kinderen in Olst.

Bij Aventus doet hij de cursus Nederlands als tweede taal (NT2).

Met succes, want Tijang maakt zich al goed verstaanbaar in het

Nederlands.

Het was de liefde die Tijang naar Nederland bracht. Hij werd geboren in Senegal en vluchtte als tiener met familie vanwege de oorlog naar Gambia. Daar ontmoette hij later zijn huidige vrouw, met wie hij een half jaar in Gambia woonde. Toen zij in verwachting raakte, wilde zij graag terug naar Nederland. Tijang volgde, eerst twee keer voor vakanties, en uiteindelijk permanent.“Ik ben nu twee jaar in Nederland”, zegt hij. “Hier ligt mijn toekomst.” Voor het zover was, deed Tijang in de Nederlandse ambassade in zijn geboorteland Senegal de vereiste telefoontoets. “Met een boek en cd van Aventus heb ik in Afrika mijn eerste Nederlands geleerd”, vertelt hij. “Hopelijk krijg ik na vijf jaar Nederland mijn permanente verblijfsvergun-ning.”

Hoe fijn het ook is om met zijn gezin samen te zijn, inburgeren valt niet mee. “In Afrika heb je het beeld dat je in Europa gemakkelijk werk vindt, maar dat is niet zo. Zeker in deze tijd is het moeilijk voor mij.” Ook de andere cultuur is wennen. “Iedereen is zo op zichzelf”, lacht Tijang. “Ik mis vrienden, familie, het gewone leven.” In Gambia werkte Tijang in een garage en daarom zou hij graag een technische opleiding gaan doen bij Aventus als zijn Nederlands voldoende goed is. Wie weet is een geïnte-greerd traject iets voor hem: Nederlands en een vak leren.Wat naast school helpt, zijn de kinderen. “Mijn zoon van drie spreekt Ne-derlands en verbetert mij geregeld”, lacht Tijang. “Daar heb ik veel aan. Ik lees kinderboeken, kijk Nederlandse televisie. En ik ben blij met de les-sen bij Aventus. Ook omdat ik hier iets doe voor mijzelf. Ik wil vooruit.”Zijn hoop voor de toekomst is een baan. Werken betekent veel, legt Tijang uit. Zelfstandigheid, ritme, structuur. “Als ik een baan heb, zal het beter gaan in Nederland”, besluit hij optimistisch, “en mijn gezin is mijn geluk voor mij.”

***** onze klanten

Inburgeren valt niet mee

hoofdstuk 2

Liselot van Bussel (48) heeft een talenknobbel. Altijd al gehad. In

het dagelijks leven is zij werkzaam bij Aventus in een administra-

tieve functie. In de avonduren bezoekt zij Aventus ook, maar dan

als cursist. Afgelopen jaar begon ze met de cursus Spaans van

de Volksuniversiteit. Met veel plezier.

Duits, Frans, Engels: allemaal geen probleem voor Liselot. Ze spreekt die talen vloeiend. Maar met een vakantie in een Spaanstalig land in het vooruitzicht, leek het haar leuk om zich ook in het Spaans te kunnen uitdrukken.“De vakantiecursus Spaans leek me wel wat”, vertelt ze. “Van april tot juli ging ik dus wekelijks richting Apeldoorn.” Liselot bezocht de lessen trouw, maakte haar huiswerk en oefende veel. “Als ik ergens aan begin, dan ga ik er ook voor”, lacht ze. Met die spreekvaardigheid kwam het wel goed, want zowel de docente als de cursisten spraken alleen Spaans tijdens de lessen, of deden een poging daartoe.“Ik heb er tijdens onze vakantie in juli vorig jaar veel aan gehad, ik kon mijzelf prima redden in het Spaans. De weg vragen, bestellen in een res-taurant, een praatje aanknopen met mensen. Mijn dochters zeiden wel eens: daar staat mama weer te kletsen!” Wat helpt bij het leren van een vreemde taal is: niet bang zijn. “Ook met drie woorden Spaans in een zin kun je al iets duidelijk maken.”Liselot’s ervaring met de Volksuniversiteit was prima. “Alles goed geregeld en leuk om weer eens in een klas te zitten. Ik heb nog steeds contact met onze docente. We corresponderen. In het Spaans natuur-lijk! En als ik echt iets niet weet, dan schrijf ik in het Nederlands tussen haakjes: dit wist ik even niet…”Liselot gaat door met Spaans, nu voor gevorderden. “De basis heb ik nu, nu wil ik meer de diepte in.”

***** onze klanten

Weer de schoolbanken in om Spaans te leren

Aventus Volksuniversiteit – leren in een ongedwongen sfeerOnderdeel van de sector Training & Educatie is Aventus Volksuni-versiteit. Aventus Volksuniversiteit is er voor iedereen, ongeacht leeftijd, vooropleiding of achtergrond. Zij biedt een breed scala aan cursussen en workshops, die niet gericht zijn op het halen van een diploma. Er worden veel taalcursussen aangeboden, maar ook diverse programma’s die te maken hebben met hobby’s, kunst & cultuur, geschiedenis, belangstelling voor de samenleving en specifieke vaardigheden zoals computercursus-sen. Via de Aventus Volkuniversiteit kan jong en oud op een leuke, ongedwongen en toegankelijke manier leren!

Kortingsregelingen voor mensen met een kleine beursMeedoen, zelf actief zijn met sport of cultuur is belangrijk, maar kost ook geld. De gemeenten Apeldoorn en Deventer hebben regelingen voor mensen met een laag inkomen. Aventus Volks-universiteit doet ook mee met deze regelingen. Inwoners van Deventer met een laag inkomen krijgen een korting tot wel € 200,- via de regeling ‘Rechtop!’ in Deventer. In Apeldoorn kan gebruik worden gemaakt van een strippenkaart in het kader van de regeling ‘Regelrecht Apeldoorn’ waarmee korting verkregen kan worden op onder andere cursussen en workshops van Aventus Volksuniversiteit.

29

Aventus investeert in taal en rekenenAventus investeert de komende jaren fors in taal- en rekenonderwijs. Be-gin 2009 werden de hoofdlijnen voor het taal- en rekenbeleid vastgelegd.Die investering is nodig omdat de taal- en rekenvaardigheid van mbo-studenten niet altijd voldoende is om goed te functioneren tijdens hun studie en in hun toekomstige beroep of vervolgstudie. Terwijl voldoende beheersing van taal en rekenen vanzelfsprekend belangrijke basisvaar-digheden zijn voor iedereen. Voor wie zijn lesboek niet goed begrijpt, is het immers lastig studeren.

ExpertisecentraROC Aventus heeft twee expertisecentra ingericht: Aventus Expertise-centrum Talen en Aventus Expertisecentrum Rekenen. Deze expertise-centra zorgen ervoor dat de onderwijsteams hun taal- en rekenonderwijs optimaal kunnen geven. Zo bieden de centra hulpmiddelen aan, ontwik-kelen leerlijnen en stimuleren kennisdeling in onze organisatie. In 2009 zag bijvoorbeeld de Taalmonitor het licht. Dit is een instrument waarmee onderwijsteams hun taalbeleid kunnen monitoren en ontwikkelen.

Taal en rekenaanspreekpuntenElke sector van ROC Aventus kreeg in 2009 een aanspreekpunt voor taal en rekenen. Deze medewerkers zijn de schakel tussen hun sector en de expertisecentra. Docenten kunnen bij deze aanspreekpunten te-recht voor advies. De aanspreekpunten hebben op hun beurt regelmatig overleg met de expertisecentra om kennis en ideeën uit te wisselen.

Uitvoeringsplan en implementatieplanHet ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in juli 2009 het Uitvoeringsplan taal en rekenen MBO opgesteld. Het ministerie verwacht van mbo-instellingen dat zij een taal- en rekenbeleid ontwikkelen, vastgelegd in het zogenaamde implementatieplan Neder-

landse taal en rekenen. Zo’n plan is nodig voor de financiële vergoeding van de extra inzet voor taal en rekenen. Ook wij hebben in 2009 zo’n plan gemaakt. Hieronder staan de belangrijkste uitgangspunten.

1 Vertalen van het beleid in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingenROC Aventus wil het leren van taal en rekenen zoveel mogelijk integreren in competentiegerichte leeropdrachten. De beroepspraktijk staat hierbij centraal. Een goede beheersing van deze basisvaardigheden helpt onze studenten bij het ontwikkelen van beroepsvaardigheden en vakkennis. In het onderwijstraject van studenten wordt in drie leerlijnen aan taal- en rekenontwikkeling gewerkt:• Integrale leerlijn (volledig geïntegreerd in het vak/beroep)• Ondersteunende leerlijn ((functioneel taal- en rekenonderwijs, zoals

lessen Nederlands, Engels en wiskunde) • Remediërende leerlijn (individuele, gerichte training)

2 Diagnostische toetsing van studentenAventus wil maatwerk leveren. Goede diagnostische toetsing maakt het niveau van de student duidelijk en is de basis voor het persoonlijke taal- en rekenleerplan.

3 Extra leertijdWij willen studenten extra leertijd bieden als blijkt dat dit nodig is. Som-mige studenten zijn immers niet in staat om binnen de gestelde leertijd hun onderwijstraject te volgen.

4 Nieuwe of aangepaste faciliteitenOnze onderwijssectoren zijn primair verantwoordelijk voor de uitvoering van het taal- en rekenbeleid binnen hun sector. Onze twee expertisecen-tra ondersteunen de sectoren daarbij.

***** onze klanten

Taal en rekenen

hoofdstuk 2

5 Professionalisering van personeel op het gebied van taal en rekenen.Voortdurende professionalisering van onze medewerkers is uitgangs-punt van ons beleid. Gaat het om taal en rekenen, dan willen wij graag dat het beheersings niveau van de Nederlandse taal en van rekenen van ons onderwijzend personeel hoger is dan het kwalifica-tiedossier vraagt van de studenten. Daarnaast verwachten wij dat medewerkers kennis hebben over de taal- en rekenniveaus in het

referentiekader Taal en rekenen, taal- en rekendidactiek, toetsing en examinering.

6 Andere activiteiten gericht op intensivering taal- en rekenonderwijsWij hechten belang aan doorlopende leerlijnen voor taal en rekenen en participeren daarom in ontwikkelgroepen die werken aan een betere doorstroom van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo.

***** onze klanten

hebben ongeveer 400 mensen een cursus Nederlands gevolgd bij Training & Educatie.De gemeente Deventer heeft Aventus Training & Educatie gevraagd om de professionals van de stad inzicht te geven in de problematiek van laaggeletterdheid en handvatten te bieden voor het in gesprek gaan met een laaggeletterde. ROC Aventus heeft hiervoor de signa-leerderstraining ‘Wie dit leest, …’ ontwikkeld. In 2009 zijn ongeveer 330 professionals geïnformeerd of getraind.

Ambassadeurs zijn voormalig laaggeletterden die door Aventus Training & Educatie zijn getraind om informatie te geven over laaggeletterdheid. ROC Aventus heeft in de Stedendriehoek 15 ambassadeurs opgeleid die regelmatig worden uitgenodigd om hun persoonlijke verhaal te vertellen.

Training & Educatie heeft in 2009 in samenwerking met de gemeen-ten, de bibliotheken en ook de provincies Overijssel en Gelderland aandacht gevraagd voor laaggeletterdheid. In de week van de alfabe-tisering (1e week van september) zijn in de Stedendriehoek in samen-werking met de bibliotheken en gemeenten verschillende activiteiten uitgevoerd, zoals de ondertekening van het provinciaal aanvalsplan Overijssel en de lancering Helpdesk lees en schrijf (Aventus Training & Educatie bemenst drie dagen per week deze helpdesk).

LaaggeletterdheidUit landelijk onderzoek is gebleken dat ongeveer 30% van studenten in een mbo-1 of mbo-2 opleiding moeite heeft met lezen en schrijven. Om laaggeletterden te ondersteunen heeft het ministerie van OCW in 2006 het aanvalsplan laaggeletterdheid gelanceerd, waarbij ook ROC Aventus betrokken is in de uitvoering.

Acties in de StedendriehoekHet aantal laaggeletterden in de Stedendriehoek komt overeen met het landelijke percentage van 10%. In Apeldoorn wonen naar schatting 14.800 laaggeletterden tussen de 16 en 74 jaar. In Deventer gaat het om ongeveer 9.000 laaggeletterden en in Zutphen zijn het 4.500 men-sen die moeite hebben met lezen en schrijven. In de Stedendriehoek hebben de gemeenten Deventer en Apeldoorn een lokaal aanvalsplan laaggeletterdheid opgesteld, dat aansluit bij de landelijke ambities: bespreekbaar maken van laaggeletterdheid/bewust-wording, toegankelijkheid van informatie vergroten, leesbevordering, aanpak taalachterstanden, aanpak laaggeletterdheid van inwoners zonder werk en aanpak laaggeletterdheid van werkenden.

Activiteiten van ROC AventusDe sector Training & Educatie is nauw betrokken bij de gemeentelijke aanvalsplannen en biedt laaggeletterde volwassenen al jaren cursussen Nederlands om hun lees- en schrijfvaardigheid te verbeteren. In 2009

31

De ideeën blijven borrelen. Het ondernemersbloed zit er gewoon

in, beaamt Justin Borsboom. Hij studeert nu in het hbo en werd

in 2009 Uitblinker van Aventus. “In het mbo heb ik alle ruimte

gekregen om mijzelf te ontplooien”, zegt Justin terugkijkend. Met

zijn praktijkervaring gaat het in het hbo prima en heeft hij het

zelfs gemakkelijker dan menig oud-havist, merkt Justin.

De titel Uitblinker is met recht een compliment, vindt Justin Borsboom. En optreden als vertegenwoordiger van Aventus heeft ook zo z’n charme. Zo was Justin aanwezig bij de viering van het hoogste punt van de nieuwbouw in Zutphen, hield hij een ‘peptalk’ voor wat minder gemo-tiveerde studenten en was hij paraat tijdens open dagen.Of hij persoonlijk veel had aan de titel? “Het is leuk”, reageert Justin be-scheiden. Zo’n erkenning is goed voor je zelfvertrouwen en een opsteker voor je inzet op school. Maar waar Justin nu echt van profiteert is de leerervaring die hij opdeed tijdens zijn mbo-studie.

PraktijkervaringSamen met klasgenoten richtte Justin tijdens zijn mbo een eigen bedrijf op dat nog steeds bestaat: Bottle Kings. Duizenden Bottlebob’s - een handiger alternatief voor de traditionele flessenopener, omdat je er een flesje of blikje veilig mee afsluit terwijl je er met een rietje uit kunt drinken - gingen inmiddels al over de (virtuele) toonbank. Justin staat met zijn product op beurzen, zoekt de publiciteit en wist horecagroothandels Sligro en Hanos over te halen de Bottlebob’s in de schappen te leggen.Als directeur van het studentenbedrijf was Justin verantwoordelijk voor het succes van de onderneming. Dat leverde een schat aan ervaring op, waar hij in het hbo van profiteert. “Ik merk dat collega-studenten die van

de havo komen praktijkopdrachten soms lastiger vinden”, constateert Justin, “terwijl ik daar al meer ervaring mee heb.”

Ondernemerschap wachtOok in het hbo runt Justin weer een bedrijf met collega-studenten. “We zetten nu een alternatief in de markt voor het traditionele lunchbakje.” Los van zijn studie bruisen de productideeën volop in Justin’s brein. “Ik onderzoek nu de ver-koopkansen voor een funartikel”, licht hij toe. Na zijn opleiding Small Business bij Saxion staat één ding voor Justin wel vast: hij wordt – of liever gezegd blijft – ondernemer.

***** onze klanten

Uitblinker is ondernemer in de dop


Het is al jaren alle hens aan dek, om voortijdig schoolverlaten te

voorkomen. Het lijkt voorzichtig de goede kant op te gaan, meldt

Nanke Kraehe van Aventus. “Partners komen steeds meer op één

lijn”, beamen Susanne Nijland van het Regionaal Meld- en Coör-

dinatiepunt dat onder meer voortijdig schoolverlaten begeleidt en

leerplichtambtenaar Sebastiaan Witteveen.

Samen met Leerplicht maakte Aventus afspraken voor het melden van verzuim bij DUO (voorheen IB-groep). Om dit te regelen, kwam er een verzuimprotocol en werden door het onderwijs afspraken gemaakt over de overdracht van ‘zorgleerlingen’: ook hiervoor zijn spelregels opge-steld in een protocol. Eén van de instrumenten is het zorgformulier, dat met de student meekomt en wordt geregistreerd door Aventus Service-centrum.“Die protocollen waren er al wel”, vertelt Nanke Kraehe, “maar het was allemaal vrij ambtelijk. Afgelopen jaar hebben we concrete werkafspra-ken gemaakt voor de uitvoering ervan. Voor het gehele onderwijsveld in de Stedendriehoek gelden nu dezelfde spelregels.” Ook werd het digitaal verzuimloket in gebruik genomen door het voortgezet onderwijs en het mbo.

Loket: pure winst“Het digitaal verzuimloket is pure winst”, merkt Sebastiaan Witteveen. “De melding komt namelijk meteen terecht bij de juiste leerplichtambte-naar of het juiste RMC.”Beter nog, onderstreept hij, is uiteraard het voorkomen van verzuim, of er tenminste sneller op reageren dan de zestien uur per vier weken die

Met eenduidige aanpak verzuim (en schooluitval) te lijf

Even voorstellenSebastiaan Witteveen is leerplichtambtenaar bij de gemeente Apel-doorn. Hij is aan zet als studenten van Aventus onterecht verzuimen. Dat is strafbaar. Maar liever dan een procesverbaal uitdelen, probeert hij ervoor te zorgen dat de student, zijn ouders, school en andere betrok-kenen ervoor zorgen dat ‘zorgen’ verdwijnen. Meestal zijn die namelijk in het spel als een student spijbelt. Is een student in vier weken tijd zestien uur ongeoorloofd afwezig, dan krijgt Leerplicht een melding.

Susanne Nijland werkt bij het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) voortijdig schoolverlaten in Apeldoorn. Het RMC heeft als wet-telijke taak alle jongeren tussen 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie te begeleiden naar een opleiding of werk of een combinatie hiervan. Ook registreert het RMC voortijdig schoolverlaters. Het RMC in Apeldoorn is verantwoordelijk voor alle voortijdig schoolverlaters uit de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe en Voorst.

Nanke Kraehe is projectleider bij Aventus. Zij stimuleert een eenduidige aanpak van verzuim door alle sectoren en constateert dat de zorgstruc-tuur binnen Aventus ‘staat’. Door uniforme werkafspraken – tussen alle onderwijsorganisaties in de Stedendriehoek – en het digitaal verzuimloket is een slag gemaakt. Nu is het zaak de afspraken na te komen en de kwaliteit van de verzuimaanpak te verbeteren. Ongeoorloofd verzuim is namelijk de eerste stap naar schooluitval.

33***** onze klanten

gemeld móet worden bij de leerplichtambtenaar. “Juist daarom ontwik-kelen we nu centraal beleid”, reageert Nanke Kraehe, “om verzuim zoveel mogelijk te voorkomen.”“Dat is overigens een hele kluif, want elke sector is anders, heeft een ei-gen cultuur en een bepaald type studenten. Toch zijn centrale richtlijnen nodig, willen we betrouwbaar zicht krijgen op uitvalcijfers.” De bewust-wording van de noodzaak is er zeker, merkt Kraehe. Steeds meer do-centen en leertrajectbegeleiders weten dat hoe sneller je erbij bent, hoe groter de kans is dat je uitval voorkomt. Ook wordt anders gekeken naar het melden van verzuim. Dat is niet ‘zielig’ voor studenten, maar kan juist zorgen voor de duw in de juiste richting. “Hoe eerder er bijvoorbeeld ook contact is met ouders, ook over leerplicht, hoe beter dat voor zo’n jongere is”, vindt leerplichtambtenaar Sebastiaan Witteveen.

Voorlichting is een mustSusanne Nijland denkt dat nog meer voorlichting de leertrajectbegelei-ders verder kan helpen. “Ik merk dat er bijvoorbeeld verwarring is over het begrip startkwalificatie in relatie tot kwalificatieplicht. Iemand van negentien kunnen wij vanuit het RMC niet dwingen een startkwalificatie te halen. We stimuleren het dus wel, maar zo iemand is niet verplicht mee te werken als een leerwerkaanbod wordt gedaan.”Om de drempel voor jongeren zo laag mogelijk te houden, houdt het RMC sinds het schooljaar 2009-2010 wekelijks spreekuur bij Aventus. Dit spreekuur is bedoeld voor studenten en medewerkers van Aventus die vragen hebben over leerplicht, voortijdig schoolverlaten, schuldhulp-verlening of werk en inkomen.Ook Sebastiaan Witteveen denkt dat voorlichting een goede zaak is. Hij vraagt zich af of de verlofregels bijvoorbeeld wel bij alle leertrajectbe-geleiders bekend zijn. “Ik ga bij teams op bezoek”, stelt Nanke Kraehe hem gerust, “en geef voorlichting over het verzuimprotocol. De centrale oproep: meld verzuim, dan volgt actie, in het belang van de student.”

Jongerenloket

Naast het RMC is er ook het Jongerenloket. Dat biedt hulp en advies aan alle jongeren tussen de 16 en 27 jaar bij het vinden van een opleiding, een baan of een werkleeraanbod in het kader van de Wet Investeren in Jongeren. Doelstelling van deze wet is om jongeren te laten werken of leren, of een combinatie van beide. Per 1 oktober 2010 hebben jongeren tot 27 jaar geen recht meer op algemene bijstand. De RMC werkt nauw samen met het Jongeren-loket.


Kwalificatieplicht: hoe zit dat?De kwalificatieplicht regelt dat jongeren zonder startkwalificatie tot hun achttiende verjaardag verplicht onderwijs moeten volgen. Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een diploma op mbo niveau 2 (of hoger).De kwalificatieplicht volgt op de volledige leerplicht, die geldt voor kinderen vanaf vijf jaar tot en met het schooljaar waarin een leerling zestien wordt. Het is een van de maatregelen om schooluitval van jongeren tegen te gaan en om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Op basis van Europese afspraken (Lissabon akkoord) moet het aantal schooluitvallers landelijk terug naar maximaal 35.000 in 2012. Daar werken scholen, gemeenten, regionale melden coör-dinatiepunten, zorginstellingen, werkgevers, Centra voor Werk en Inkomen, politie, ouders en studenten aan mee.

De maatregelen:• extra aandacht voor de overgang van vmbo naar mbo• betere loopbaanoriëntatie, studiekeuze en begeleiding• meer en betere zorg op school• aantrekkelijker onderwijs• meer ruimte voor vmbo-scholieren die het beste leren met hun

handen• meer maatwerk• inzet van 20.000 EVC-trajecten voor schooluitvallers van 18 – 23 jaar

35

Rendement

Performance in relatie tot onze maatschappelijke taakROC Aventus heeft de strategische keus gemaakt om een plek te bie-den aan alle potentiële studenten en cursisten. Wij beschouwen het als onze maatschappelijke taak om iedereen die daar behoefte aan heeft, onderwijs te bieden en zo aan kennisvermeerdering en competentieont-wikkeling te werken. Wij selecteren niet aan de poort. Een consequentie hiervan is dat wij een groep studenten en cursisten inschrijven waarbij een relatief hoog risico bestaat dat die zonder startkwalificatie de orga-nisatie verlaat. Het is echter onze overtuiging dat wij iedereen de beste kans moeten bieden om tenminste een startkwalificatie te behalen. En diegenen die onze organisatie verlaten zónder startkwalificatie hebben in elk geval in de tijd dat zij bij ons onderwijs volgen, gewerkt aan het ontwikkelen van hun competenties.

Performance in vergelijking tot andere roc’sHoewel wij onze ambities in 2008 niet volledig hebben gerealiseerd, zijn de prestaties van ROC Aventus op het gebied van uitstroom ten op-zichte van andere roc’s beter. De derde benchmark van de MBO Raad toont de volgende cijfers:

Diplomaresultaat ROC Aventus t.o.v. gemiddelde roc’s:

Diplomaresultaat ROC Aventus per niveau:

2005/06 2006/07 2007/08 2008/09niveau 1 39,8% 32,0% 39,0% 45,3%niveau 2 48,5% 51,5% 45,7% 48,0%niveau 3 67,4% 78,9% 74,3% 73,8%niveau 4 77,6% 73,8% 74,7% 74,7%

Jaarresultaat ROC Aventus t.o.v. gemiddelde roc’s:

Jaarresultaat ROC Aventus per niveau:


Conclusies t.a.v. rendement:• Op het gebied van rendement (diplomaresultaat en jaarresultaat)

presteert ROC Aventus over het algemeen beter dan het gemiddelde van de roc’s. Verhoudingsgewijs is de verbetering bij ROC Aventus iets lager dan roc’s gemiddeld.

• De prestaties van ROC Aventus zijn nog niet op het niveau van de door zichzelf gestelde ambities (bij de top 10 van best presterende roc’s) maar zit daar wel dicht tegenaan (top 15).

***** onze klanten

Studiesucces + voortijdig schoolverlaten

2005/06 2006/07 2007/08 2008/09Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc66,9% 58,5% 66,9% 61,2% 65,9% 62,5% 66,6% 64,7%



Voortijdig schoolverlaten (vsv)Op 16 juni 2008 tekenden de bestuurders van de onderwijsinstellingen uit de regio met staatssecretaris Marja van Bijsterveldt in Zutphen het vsv-convenant. Met dit convenant werd afgesproken dat het ‘onderwijs’ in de periode 2008 t/m 2011 inzet op het drastisch terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters. In het convenant werd, om dat te be-reiken, afgesproken dat vier maatregelen worden uitgevoerd. Hieronder een opsomming van de maatregelen: 1. Kwalificatiewinst: minder voortijdig schoolverlaten door een verbeter-

de afstemming van het onderwijs en de invoering van evc-procedures en -trajecten;

2. Flexibilisering van de opleidingsduur in de beroepskolom: het onderwijsprogramma zo flexibiliseren dat de leerling/student optimale ontwikkelen opleidingskansen geboden wordt;

3. OverStap vmbo-mbo: minder voortijdig schoolverlaters door een doorlopende zorglijn bij overstap van vmbo naar mbo;

4. Verzuimbeleid mbo: minder voortijdig schoolverlaters door beter verzuimbeleid.

In de periode daarna werd door het gezamenlijke vo en mbo uit de regio Stedendriehoek een subsidieaanvraag voor het uitvoeren van aanvul-lende vsv-maatregelen ingediend. Deze aanvraag, voor de 1e tranche (periode 2008-2009), werd in de tweede helft van december 2008 goedgekeurd. De vsv-maatregelen voor 2008-2009 die hiermee gesub-sidieerd werden, zijn:• Optimalisering verzuimbeleid in de Stedendriehoek;• Mentoring en coaching vo en mbo;• Ontwikkelen van een doorgaande LOB-lijn in de regio;• Optimaliseren stageaanbod vmbo en mbo.

Uitstroom zonder startkwalificatieHet terugdringen van het aantal studenten dat zónder startkwalificatie uitstroomt, is een prioriteit die continue aandacht en inspanning vraagt. Daarom volgen wij de uitstroom zonder startkwalificatie op de voet. Wij hanteren hierbij de volgende definitie voor startkwalificatie: studenten die de organisatie verlaten met een diploma voor een opleiding op tenmin-ste niveau 2. Onderstaande tabel geeft het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters weer in de regio Stedendriehoek.

Percentage nieuwe vsv-ers ROC Aventus t.o.v. gemiddelde roc’s:

Percentage nieuwe vsv-ers ROC Aventus per niveau:


Conclusies t.a.v. vsv:• Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters van ROC Aventus is

lager dan het gemiddelde van de roc’s. Daar waar het gemiddelde van de roc’s licht daalt, neemt het percentage van ROC Aventus echter toe.

• De stijging van het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters doet zich voor op niveau 1, 2 en 3. Alleen bij niveau 4 hebben wij een da-ling weten te realiseren.

• Ondanks alle inspanningen en maatregelen om voortijdig schoolverla-ten terug te dringen is het in 2009 niet gelukt om de gewenste daling te realiseren.


37

Aventus Servicecentrum

***** onze klanten

In 2009 vonden steeds meer medewerkers van ROC Aventus de weg naar Aventus Servicecentrum. Het servicecentrum heeft zich inmid-dels ontwikkeld tot een loopbaanexpertisecentrum waar studenten en medewerkers terecht kunnen voor advies en deskundigheidsbevorde-ring. Ook is Aventus Servicecentrum nauw betrokken bij organisatie-brede ontwikkelingen op zorggebied.

Aventus Servicecentrum biedt basisdienstverlening voor studenten zoals loopbaanoriëntatie, capaciteiten- en interessetesten, psychosociale begeleiding en ondersteuning door het Steunpunt Studie & Handicap. Met succes, want uit tevredenheidsonderzoek onder ‘verwijzers’ bleek in 2009 dat het servicecentrum een ruime voldoende scoort.Samen met de beleidsmedewerker zorg van de stafdienst Onderwijs was het servicecentrum ook nauw betrokken bij zorgvuldige over-dracht van studenten die extra (onderwijs-)zorg nodig hebben en bij de

invoering van de zorgadviesteams (ZAT’s) in de regio Stedendriehoek en schoolmaatschappelijk werk.Organisatiebreed is ook hard gewerkt aan de verdere invoering van het mentoringprogramma, waarbij externe professionals onze studenten coachen.Om ook duidelijk te maken wat ROC Aventus doet voor studenten op zorggebied, gaf Aventus Servicecentrum in 2009 voorlichting tijdens informatiemarkten op bijvoorbeeld middelbare scholen en tijdens onze eigen open dagen.Sowieso is Aventus Servicecentrum ook extern gericht. Zo wordt het servicecentrum steeds vaker betrokken bij gemeentelijke activiteiten, die inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt dichter bij (vrij-willigers)werk moeten brengen. Dat gebeurt onder meer in de Rivieren-wijk in Deventer. Zo is Aventus Servicecentrum dus ook betrokken bij activering en re-integratie.

hoofdstuk 3 ***** onze partners

Rob Bom: “Wij willen jongeren

laten leren in ons bedrijf”

39***** onze partners

Het liefst haalt Rob Bom nog veel meer onderwijs naar Omni-

sport Apeldoorn en het omliggende terrein De Voorwaarts.

Zover is het nog niet. Wel werden in 2009 flinke stappen gezet in

verdergaande samenwerking met Aventus. En dat geldt ook voor

vaste gebruikers en relaties van Omnisport Apeldoorn.

Elk uur zijn een kleine honderd studenten van Aventus in de topsporthal van Omnisport Apeldoorn te vinden om daar te sporten. Toptalenten die bij Aventus studie en sport combineren, trainen in de wieler- en atletiek-hal en studenten volgen hun sportopleiding in het gebouw en loggen in het sportcafé in op het schoolnetwerk.Niet alleen sport verbindt Omnisport Apeldoorn en Aventus, vertelt Rob Bom. Ook biedt het complex permanent stageplekken voor studenten van facilitaire opleidingen. “We schakelen ook groepen studenten in om als gastvrouw/gastheer op te treden tijdens grote bijeenkomsten of evenementen.”

Serieuze begeleidingVolleybalclub Dynamo en de lokale atletiek- en wielerclubs zijn vaste gebruikers van Omnisport Apeldoorn. Ook zij zetten graag studenten in. Die sleutelen aan fietsen en maakten al eens een magazijnplan.Buro van Oranje – dat geregeld zakenbijeenkomsten met interessante sprekers uit bedrijfsleven en de sportwereld organiseert in Omnisport Apeldoorn – schakelt ook studenten van Aventus in tijdens bijeenkom-sten. Directeur Maurits Ouweneel: “We geven uitgebreid feedback en

koppelen aandachtspunten die ons in de praktijk opvallen terug naar de student en naar Aventus.”Wat Ouweneel betreft kan de begeleiding nog constructiever. Bijvoor-beeld als zijn evenementenorganisatiebureau te maken zou hebben met een vaste groep studenten, die ervaring opdoen als gastvrouw/gastheer en niet steeds met ‘nieuwe gezichten’. “Als je een groep studenten langere tijd kunt begeleiden, werkt dat volgens mij motiverend en kun je ze nog beter op weg helpen.”

PraktijkPlazaDe tip van Ouweneel neemt Frits Bartels van Aventus graag ter harte. Hij is één van de grondleggers van PraktijkPlaza: een digitaal portaal waar studenten en bedrijfsleven elkaar kunnen vinden als het gaat om prak-tijkopdrachten, stages of projecten. De man van het praktijkleren dus. En dat praktijkleren kan bij Omnisport Apeldoorn volop, want bij het runnen van zo’n enorm complex komen heel wat facilitaire, administra-tieve en organisatorische processen kijken. Anders gezegd: er valt veel te leren in de keuken, op de administratie, tijdens evenementen, noem maar op. Aankomend koks, gastheren/gastvrouwen, beveiligers, admi-nistratief medewerkers, secretaresses, sportmedewerkers: voor allemaal zijn prima leerwerkplekken te bedenken.Frits Bartels: “Binnen ons competentiegerichte onderwijs is de praktijk leidend. Wat is er dan mooier dan in de echte praktijk leren?”Naast de stage (bij Aventus beroepspraktijkvorming genoemd) doen studenten steeds vaker praktijkleeropdrachten voor bedrijven en instel-lingen. Denk aan het verzorgen van sportclinics, catering, helpen bij evenementen, ondersteuning bij systeembeheer, promotiemateriaal maken, noem maar op.

Plannen voor ‘praktijkonderwijs 2.0’

Omnisport Apeldoorn en Aventus werken intensief samen


het grootste deel van hun studie doen, zij veel sneller dan nu de taal van de praktijk spreken. Dan krijg je écht competentiegericht onderwijs. Je praat niet langer in onderwijstermen, maar in bedrijfstermen.”De samenwerking met Aventus is op natuurlijke wijze gegroeid, vertelt Bom. Doordat je elkaar kent, ontdek je elkaars mogelijkheden steeds beter. “Wij willen jongeren laten leren in ons bedrijf. Zo investeren we in toekomstig personeel, brengen wij onze accommodatie op een andere wijze onder de aandacht en vergroten wij de betrokkenheid bij Omni-sport Apeldoorn in de regio.”

De taal van de praktijkOmnisportdirecteur Rob Bom gaat graag nog een stap verder. “Ik wil het onderwijs graag naar Omnisport Apeldoorn halen. Eerst theorieles in één van onze ruimtes en dan koken of serveren in het sportcafé of de businesslounge: dat bereidt studenten goed voor op de arbeidsmarkt. Maar wat mij betreft maken we van De Voorwaarts één groot leerwerk-terrein. Ook in de Americahal en bij Intratuin is veel praktijkervaring op te doen.” De plannen staan nog in de steigers, maar Bom ziet het al voor zich. “Praktijkonderwijs 2.0”, schetst hij. “Ik denk dat, als studenten hier

Sinds 2009 is er voor de juiste match tussen bedrijfsleven en stu-dent PraktijkPlaza: een centraal loket waar bedrijven en instellingen terecht kunnen voor vragen en opdrachten rond stage en praktijk-opdrachten.


Samenwerking Pluryn

Zorginstelling mede dankzij samenwerking beste leerbedrijf 2009

ROC Aventus en Pluryn bestrijden samen tekort aan medewerkersPluryn mocht zich in 2009 het beste Calibris Leerbedrijf in de zorg-sector noemen. Dit mede dankzij een succesvolle samenwerking tussen de zorginstelling en ROC Aventus. Samen gaan wij het tekort aan medewerkers in de gehandicaptenzorg te lijf en werken we aan verbetering van de aansluiting tussen beroepsopleiding en praktijk.Pluryn ondersteunt mensen met een beperking bij wonen, wer-ken, leren en vrije tijd. Op twee locaties is afgelopen periode een leerafdeling opgezet, waar studenten van ROC Aventus werkend leren, onder begeleiding van vaste medewerkers van Pluryn. Ook ontwikkelde Pluryn een instrument voor stagebegeleiding, waarbij de beroepshouding centraal staat. Voordeel voor onze studenten: zij kunnen in een vroegtijdig stadium van hun studie kennismaken met de gehandicaptensector, zodat zij weloverwogen een uiteindelijke beroepskeuze kunnen maken.


In de Stedendriehoek vervult ROC Aventus een belangrijke maatschap-pelijke opdracht. Aventus wil midden in de regio staan. Dat is een nood-zakelijke voorwaarde om er voor te zorgen dat ons onderwijs aansluit bij de wensen van ‘de arbeidsmarkt’ en om het werkveld te betrekken bij ons onderwijs. In de notitie ‘Aventus in de regio’ (2006) staat verwoord op welke wijze wij bedrijven en instellingen betrekken bij ons onderwijs.

Het college van bestuur spreekt geregeld met partners als MKB Steden-driehoek, VNO-NCW, gemeenten, provinciën, vakbonden en zorgen welzijnsinstellingen. Directies voeren overleg met de diverse beroeps-branches en kenniscentra en ook docenten praten bij met ‘de werk-vloer’. We zoeken het bedrijfsleven ook actief op in allerlei netwerken of organisaties; zo is een van onze sectordirecteuren in 2007 bestuurslid geworden van het MKB in Deventer.Per branche zijn bedrijven- of werkveldcommissies benoemd die met onderwijs teams ideeën uitwisselen. Daarnaast zijn vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven steeds vaker gastdocent en volgen onze docenten op hun beurt stages bij bedrijven en instellingen om hun gevoel met de praktijk aan te scherpen. Hierover hebben we in 2007 concrete afspra-ken gemaakt: docenten gaan minimaal eens per vijf jaar op stage.

Op diverse niveaus zorgen we ervoor dat het bedrijfsleven invloed kan uitoefenen op de inhoud van kwalificatiedossiers (wat moeten studenten kunnen in een bepaald beroep?), op de kwaliteit van examens en op de inhoud van het onderwijs. Ook in 2009 waren diverse vertegenwoordi-gers van bedrijven en instellingen aanwezig om praktijkexamenonder-delen (mee) te beoordelen.

Aventus in de regio

Governance

Per 1 januari 2006 is de ‘Governance Code BVE’ in werking getreden. Deze code is een uitingsvorm van het belang dat onze branche hecht aan ‘good governance’. Tot 1 januari 2008 had-den de instellingen de tijd om deze code te implementeren. ROC Aventus heeft de Governance Code BVE in 2007 volledig geïmple-menteerd. De raad van toezicht heeft dankzij zijn brede samen-stelling alle deskundigheid in huis om zijn toezichthoudende taak adequaat te vervullen. De samenstelling van de raad garandeert een goede verbinding met het (regionale) bedrijfsleven.


Onderzoek tevredenheid bpv-bedrijvenGezien het grote belang dat Aventus hecht aan zijn relaties met bedrijven en instellingen houden wij jaarlijks een onderzoek naar de tevredenheid van de bedrijven waarbij wij stageplaatsen hebben ingevuld in het kader van de beroepspraktijkvorming (bpv) van onze studenten. In het onder-zoek van april 2009 geven de bpv-verlenende bedrijven en instellingen ROC Aventus gemiddeld een 3,5 gemeten op een 5-puntsschaal. Zoals uit de resultatentabel blijkt, zijn er wel wat verschillen geconstateerd per onderzocht aspect. 2007 2008 2009Mijn beoordeling wordt meegewogen 3,8 3,8 4,0Tevredenheid over de bpv-overeenkomst 3,7 3,7 3,6De opdrachten zijn voldoende uitvoerbaar 3,5 3,7 3,6Aventus komt afspraken na 3,8 3,6 3,6De opdrachten zijn praktijkrelevant 3,6 3,5 3,6Aventus is goed bereikbaar 3,7 3,4 3,5Beoordelingscriteria zijn duidelijk 3,6 3,5 3,5Beoordelingscriteria zijn relevant 3,6 3,5 3,7Ik beschik over goede bpv-opdrachten 3,4 3,5 3,6De bpv is qua startkennis goed getimed 3,6 3,5 3,5Aventus bezoekt ons voldoende 3,2 3,4 3,4De informatie over de bpv is goed 3,3 3,3 3,4De school sluit goed aan op onze praktijk 3,2 3,2 3,4Aventus begeleidt goed 3,2 3,4 3,3De bpv’er weet voldoende van mijn organisatie 3,0 3,2 3,2Betrokken bij onderwijsontwikkeling? 3,0 3,2 3,3U informeerde mij goed over bpv’ers 2,8 3,3 3,0Gemiddelde 3,5 3,5 3,5


Ingrid Kramer:

“Goed onderwijs blijven bieden”

Jan Stuart: “Het is

balanceren”

***** registration aventus 2009/destination 2012 ********* registration aventus 2009/destination 2012 **** 45

Aventus Training & Educatie: merkbaar meer resultaatgericht

Aventus Training & Educatie timmert in de Stedendriehoek aan

de weg en zocht in 2009 intensievere samenwerking met ge-

meenten, leerwerkcentra, wijkorganisaties, UWV WERKbedrijf.

De uitdaging: marktgericht(er) opereren. Lukt dat? In gesprek

met twee samenwerkingspartners.

De gemeentelijke budgetten voor arbeidsmarkttoeleiding, inburgering en educatie werden in 2009 samengevoegd om het bevorderen van ‘meedoen’ in de samenleving beter mogelijk te maken. Samen vormen deze budgetten nu het participatiebudget. De nieuwe regeling geldt voor mensen die verplicht of vrijwillig inburgeren, maar bijvoorbeeld ook voor laaggeletterden. De gemeenten Apeldoorn en Deventer besteden een deel van dit participatiebudget aan scholing die Aventus Training & Educatie verzorgt.In de naaste toekomst betekent dat in Apeldoorn vooral scholing ‘in de wijk’, vertelt senior beleidsmedewerker Jan Stuart van de gemeente. “Aventus is goed in het aanbieden van laagdrempelig onderwijs.” En als het even kan wordt dat onderwijs ‘in het buurthuis op de hoek’.Naast basiseducatie investeerde de gemeente Apeldoorn in 2009 samen met Aventus volop in alfabetisering. Met inzet van ambassa-deurs die zelf ooit laaggeletterd waren, werd lezen en schrijven onder de aandacht gebracht. “We hebben vooral ingezet op signaleringscursus-sen voor beroepskrachten”, vertelt Stuart, “zodat zij laaggeletterdheid herkennen en mensen kunnen helpen.”

Hoge standaardOok Deventer zette vorig jaar in op laaggeletterdheid. Sterker nog, het lokale aanvalsplan gooide landelijk hoge ogen in de race voor de natio-nale alfabetiseringsprijs. Zo’n tachtig inwoners van Deventer gingen ‘op cursus’ en daarnaast volgden nog eens een kleine tweehonderd profes-sionals een signaleringscursus. Daarnaast verzorgt Aventus Training & Educatie ook andere onderdelen van volwasseneneducatie, zoals het voortgezet onderwijs voor volwassenen. Projectleider Ingrid Kramer vindt net als haar Apeldoornse collega Stuart dat Aventus “goed onderwijs” biedt. “Gewoon een hoge standaard, de kwaliteit is prima.”Zowel Stuart als Kramer merken dat Aventus Training & Educatie een andere koers vaart. Meer marktgericht en resultaatgericht. Tegelijkertijd signaleren zij ook dat de sector in lastig vaarwater zit. Commerciële con-currenten die niet met handen en voeten gebonden zijn aan de onder-wijs CAO of beperkende regels, kunnen simpelweg scherper offreren en zijn soms flexibeler. Het is balanceren, met aandacht voor flexibiliteit en de verhouding tussen prijs en kwaliteit, denken Stuart en Kramer.

Naast deze voorbeelden van goede samenwerking in Apeldoorn en Deventer werkt Aventus samen met de andere gemeenten in de regio Stedendriehoek - Zutphen, Eerbeek, Lochem, Epe, Brummen en Voorst – bij de inzet van middelen voor scholing. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld activeringstrajecten voor vol-wassenen of voor jongeren (‘Klaar voor de Klus’), alfabetisering, inburgering, taalverhoging NT2, VAVO-trajecten.


KansenEr zijn zeker kansen voor de komende jaren, denken zij. Zo ligt de focus bijvoorbeeld meer op inwoners die graag willen inburgeren (en niet alleen op verplichte inburgering). Stuart: “En juist dat kan en kent Aventus: doelgroepgericht onderwijs in de wijk.”Samen wordt ook nagedacht over innovatie. Tijdens uitwisselings-bezoeken met collega’s in Noorwegen onderzoeken (onder meer) de gemeente Apeldoorn en Aventus of en hoe zij groepen inwoners via de computer kunnen bereiken, zodat die zich in hun eigen tempo via ‘long distance learning’ kunnen ontwikkelen.Dat is toekomstmuziek. Voor de komende periode geldt: door op de ingeslagen koers om zoveel mogelijk mensen te laten participeren in de Stedendriehoek. “Focus op de ‘corebusiness’”, tipt Kramer. “Goed onderwijs blijven bieden.”

Aventus Training & Educatie biedt opleidingen en cursussen voor (jong)volwassenen uit alle lagen van de bevolking die kennis en vaardigheden verder willen ontwikkelen. Denk aan het halen van een kwalificatie (bijvoorbeeld een diploma van vmbo, havo of vwo) of aan cursussen voor mensen die de basisschool niet af-maakten of Nederlands als tweede taal, leren lezen en schrijven. Veel cursussen worden gegeven met subsidie van de gemeenten Apeldoorn, Deventer, Lochem, Voorst en Zutphen. Daardoor is de cursusprijs laag.

47

De mbo-scholen en de vmbo-scholen in de regio Stedendriehoek werken sinds geruime tijd zeer nauw samen; in het Gelderse deel van de regio in de ASB (Apeldoorns Samenwerkingsverband), in het Overijs-selse deel in de SBMIJ (Samenwerkingsverband Midden-IJssel). ASB en SBMIJ zijn partners in het project Beroepskolom Stedendriehoek, gericht op het creëren van een optimale doorstroom van vmbo naar mbo, met een looptijd van 2008 tot en met 2012. De Beroepskolom is gebaseerd op vijf programmalijnen:

1. Regionaal Onderwijs Arrangement: een inhoudelijke actualisering van het vmbo-onderwijsaanbod om een goede aansluiting op het mbo- en hbo-aanbod te bewerkstellingen, zonodig vergezeld van een afbouw van opleidingen die op grond van de marktvraag geen bestaansrecht hebben of op teveel plaatsen worden aangeboden.

2. Onderwijs:- Kwalificatiewinst door een verbeterde afstemming van het onder-

wijs en de invoering van evc-procedures en -trajecten;- Flexibilisering van de opleidingsduur in de beroepskolom, o.a.

door het doorvoeren van meerdere uitstroommomenten (vmbo) en instroommomenten (mbo); actief benutten van evc etc.;

- Uitbreiding van flexibele instroom mogelijkheden in het mbo.3. Bestrijding voortijdig schoolverlaten (vsv): ontwikkelen van een visie

op de begeleiding van uitstroom van vmbo-leerlingen en instroom naar mbo.

4. Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB): een doorlopende lijn loop-baanoriëntatie en begeleiding van vmbo naar mbo.

5. Bevorderen van doorstroom van mbo naar hbo.

***** onze partners

Voorbeelden van producten die de Beroepskolom heeft opgeleverd:• Nieuwe portfolio’s voor schooljaar 2009-2010;• Start ontwikkelgroepen taal, rekenen en sport & bewegen;• Aanstellen ontwikkelgroep ‘mentoring’ t.b.v. vo-scholen;• Diverse brochures: ‘Handleiding mbo-intake 2009’; ‘Intake-

procedures vmbo-mbo in Oost Nederland’; ‘Docentenuitwisseling 2008-2009’; ‘Zorgformulier 2008-2009’;

• Diverse uitwisselingsactiviteiten voor docenten;• Enquête tevredenheid aansluiting vmbo-mbo bij eerstejaars mbo-

studenten ROC Aventus (zie verderop);• Doorontwikkeling digitaal systeem ‘de OverStap’;• Afspraken met leerplicht;• Procedure zorgoverdracht vmbo-mbo, incl. digitaal zorgformulier;• Organisatie en logistiek van het evenement ‘OpZicht’.

NB: een uitgebreide projectverantwoording van de Beroepskolom vindt u op www.beroepskolom-stedendriehoek.nl onder ‘publicaties’.

Aansluiting vmbo - mboNet als vorig jaar onderzochten we in het kader van de Beroepskolom hoe eerstejaars studenten, die in 2009 met hun opleiding bij ROC Aven-tus zijn gestart, de aansluiting tussen vmbo en mbo vonden. De onder-staande tabel bevat de uitkomsten van het onderzoek. Deze uitkomsten van schooljaar 2009/2010 zijn nagenoeg gelijk aan de resultaten van 2008/2009 en 2007/2008.

Beroepskolom en voortijdig schoolverlaten


Doorstroom mbo - hboIn het kader van het creëren van goede doorlopende leerlijnen richt ROC Aventus zich niet alleen op de doorstroom vanuit het vmbo naar het mbo, maar ook op de doorstroom van mbo naar hbo. Met diverse hbo-instellingen wordt intensief samenwerkt om deze doorstroom zo soepel mogelijk te laten verlopen. Een concreet voorbeeld hiervan is het samenwerkingsproject dat ROC Aventus is gestart samen met ROC van Twente en Saxion Hogescholen. Onder leiding van een programmamanager wor-den diverse activiteiten ondernomen om de overgang tussen mbo en hbo te verbeteren. Het programma hiervoor is in 2007 gemaakt. Daarnaast participeert ROC Aventus in het samen-werkingsverband LinX, dat zich richt op de instroom naar het hoger onderwijs. Partners in dit samenwerkingsverband zijn de Universiteit van Twente, de hogescholen Saxion en Edith Stein en het voortgezet onderwijs in Twente en de Stedendriehoek.

Vraag Uitkomst Uitkomst schooljaar schooljaar 2009/2010 2008/2009

Als ik een cijfer zou mogen geven voor hoe ik mij thuis voelde op mijn vorige school gaf ik een… 7,4 7,0Als ik een cijfer mocht geven voor hoe ik me thuis voel op ROC Aventus gaf ik een… 6,5 6,5Als ik een cijfer mocht geven voor het intakegesprek op ROC Aventus gaf ik een… 6,5 6,5Als ik een cijfer mocht geven voor de begeleiding op ROC Aventus gaf ik een… 5,9 5,9Als ik een cijfer mocht geven voor het onderwijs op ROC Aventus gaf ik een… 5,9 5,9Als ik een cijfer mocht geven voor de aansluiting van de leerstof van ROC Aventus op die van mijn vorige school gaf ik een… 5,6 5,6Op mijn vorige school heb ik zelfstandig leren werken ja: 84% ja: 84% nee: 16% nee: 16% Ik ben in staat om de afspraken die ik op school maak na te komen ja: 94% ja: 94% nee: 6% nee: 6%Op mijn vorige school heb ik leren plannen ja: 69% ja: 71% nee: 31% nee: 29%

49

Het moet nog beter met de doorstroom van mbo naar hbo.

Daarom werken ROC van Twente, ROC Aventus en Saxion

sinds eind 2006 samen om de aansluiting te verbeteren, vertelt

programmamanager Mees Wijnen. In gesprek over geboekte

resultaten en toekomstplannen.

Het uitvalpercentage in het eerste jaar hbo ligt voor mbo’ers rond de 34 procent (cijfers 2008). Van het aantal havisten valt 39 procent uit. Wel is het zo dat havisten vaak kiezen voor een andere hbo-studie, terwijl mbo’ers die stoppen veelal aan het werk gaan.Geen cijfers waar je blij van wordt. “Nederland gaat voor een kennis-economie”, vat projectleider Wijnen samen, “en dat doen wij in Overijssel dus ook.” Het totale programma bestaat uit drie projecten: studieloop-baanbegeleiding, transparante leerwegen en doorstroomorganisatie. Het programma loopt tot en met 2010 en dan moet de samenwerking zover zijn ingebed in de organisaties, dat de aanjagende ‘programmastatus’ niet meer nodig is.

Hbo competentiesHoe gaat het met die drie deelprojecten? Mees Wijnen: “De roc’s beste-den meer aandacht aan studieloopbaanbegeleiding, zodat studenten goed geïnformeerd kiezen. In de leertrajectbegeleiding moet in het mbo meer aandacht worden besteed aan ‘hbo-competenties’ zoals analyseren, probleemoplossend vermogen, communiceren, samenwerken en jezelf en anderen sturen. “Een aantal hbo-opleidingen biedt mbo’ers sinds 2009 in hun laatste mbo-jaar al contactonderwijs, zodat de overgang gemakkelijker gaat. “We hopen dat veel andere opleidingen volgen in 2010 en 2011.”

Ook is het zaak om kritisch te kijken naar de verschillen in werkwijze. “Als een (oud)mbo’er ineens voorzitter moet zijn van een werkgroep in het hbo, dan schrikt hij nogal eens”, illustreert Wijnen. “Het is ook vaak wennen aan de zelfstandigheid die in het hbo wordt verwacht.”

Niveau op ordeIn het project transparante leerwegen wisselen de mbo’s en het hbo vooral kennis en ook verwachtingen uit. “Neem technische opleidingen in het hbo”, schetst Wijnen. “De praktijk leert dat mbo’ers vaak wiskundige kennis missen voor een succesvolle start in het hbo.” Zo zijn er meer voorbeelden.In 2013/2014 moeten alle nieuwe referentieniveaus voor taal en rekenen verankerd zijn in het mbo. Mbo’s zijn daar druk mee bezig. Zo zijn al expertisecentra rekenen en taal ontstaan, ook bij Aventus. Een ander thema: competenties. Mbo’ers weten en kunnen al veel als zij in het hbo komen. Om dat inzichtelijk te krijgen, moet je dezelfde ‘taal’ spreken als instellingen, terwijl beroepseisen voor kennis, houding en gedrag bij instellingen veelal verschillend zijn geformuleerd. “We gaan expliciet op zoek naar de overlap”, licht de programmamanager toe.Het hbo ontdekt meer en meer dat het maatwerk moet bieden, merkt Wijnen. “Je kunt een mbo’er niet met een havist vergelijken. De eerste heeft verreweg meer praktijkervaring, terwijl de tweede meer gewend is om te studeren. Daar moet je op inspelen.”

Digitaal portfolio meeHet derde project, doorstroomorganisatie, gaat vooral over organisatori-sche zaken. Denk aan het ontwikkelen van een uniform digitaal portfolio dat studenten mee kunnen nemen naar het hbo. “Nu hebben de drie instellingen allemaal een eigen versie. We starten in het voorjaar van 2010 een proef met een standaard portfolio.”

***** onze partners

Doorstroom van mbo naar hbo

Focus op succes, niet perse op korte studietijd


Daarnaast gaat het onder meer om het registreren van de studievoort-gang van de studenten in een hbo-studiegroep.Gaandeweg het programma is bij de drie samenwerkingspartners steeds meer het besef ontstaan dat het bij de overgang van mbo naar hbo niet primair moet gaan om verkorting van studietijd – waar lang op werd ingezet – maar meer om een succesvolle leerloopbaan in het hbo. “Laat de mbo’er in principe de tijd nemen die ervoor staat, als hij zijn hbo maar succesvol afrondt”, vat Wijnen samen.


Samenwerking vmbo, mbo en hbo leverde innovatieprijs 2009 op

Samen met het Edison College (vmbo), Saxion (hbo) en Stayokay

Apeldoorn voerde ROC Aventus in 2009 het project Dynamisch

Toerisme uit. Doel was ervaring opdoen met competentiegericht

leren en de samenwerking tussen vmbo, mbo en hbo en tussen

onderwijs en bedrijfsleven verder te verbeteren. Het resultaat: een

nieuwe ‘menukaart’ en de innovatieprijs 2009, uitgereikt door het

Platform Beroepsonderwijs.

Omdat het vmbo werkt met eindtermen, het mbo met kerntaken en het hbo met competenties lag er ook een wirwar aan beoordelingsinstrumenten op tafel. Nadat Stayokay opperde dat het leuk zou zijn om vmbo-leerlingen en studenten uit mbo en hbo samen één evenement - een kerstmarkt - te laten organiseren, ontstond het idee om één beoordelingsinstrument te maken voor vmbo, mbo en hbo: de menukaart.De menukaart is een eenvoudig instrument om de praktische vaardig-heden van een student te beoordelen. Alle kerntaken, werkprocessen en enkelvoudige opdrachten, die kwamen kijken bij de organisatie van

de kerstmarkt, werden in kaart gebracht. Zo ontstonden eenvoudige schema’s waarop de beoordelaars precies konden aantekenen of en op welk niveau een leerling/student een bepaalde vaardigheid bleek te beheersen.De menukaart laat zien wat een student al kan en wat hij/zij nog moet leren. Handig voor hem/haarzelf, maar ook voor het bedrijfsleven. Zo kun je namelijk een perfecte match maken voor een stage. Een stagebedrijf weet wat een student al kan en wat hij/zij nog moet leren en de student weet precies wat hij/zij nog moet doen en kan daar een goed stagebedrijf bij zoeken.”Dit is ook landelijk opgepakt: momenteel is een database in de maak waarin onder meer precies staat welke stagebedrijven welke kerntaken en werkprocessen aanbieden.Het bedrijfsleven is ronduit blij met de menukaart, omdat die is opge-steld in de taal van het beroep. Geen ingewikkelde onderwijstermen dus, of dikke pakken papier, maar een helder overzicht. Ook het vmbo heeft grote interesse om verder te gaan.

Stafadviseur onderwijs en innovatie Jan Gerritsen bedacht het beoor-

delingssysteem en sleepte daarmee de Nationale Innovatieprijs 2009 en

10.000 euro voor Aventus in de wacht.


Inge van Dam: “Je moet je

thuis voelen op school”

Gijsbert Jansen:

“De arbeidsmarkt verandert snel”


Doorgaande (leer)lijnen. Dat klinkt natuurlijk prachtig: ‘soepel’

over van het vmbo of de havo naar het mbo. Veel gaat op dit ge-

bied goed, dankzij de jarenlange en succesvolle samenwerking in

de Stedendriehoek. Dat vinden decaan Inge van Dam van Veluws

College, directeur Gijsbert Jansen van Sprengeloo (Apeldoorn)

en rector Kees Freriks van het Stedelijk Daltoncollege (Zutphen).

Wat zeker nog beter kan: een helder beroepsbeeld schetsen bij

leerlingen en studenten. Ook kan het onderwijs nog beter worden

afgestemd.

Al jaren wordt intensief samengewerkt door vmbo’s en Aventus. Met resultaat, bijvoorbeeld als het gaat om het bestrijden van voortijdig schoolverlaten.Samen zorgen de onderwijsinstellingen ervoor dat leerlingen niet tussen wal en schip vallen bij de overstap van voortgezet onderwijs naar mbo. Docenten wisselen kennis en ervaringen uit. En ook gaat veel aandacht naar een ‘warme overdracht’. Leerlingen komen nog tijdens het vmbo een dag meelopen bij Aventus, er is een goed overdrachtsformulier en het portfolio met daarin gegevens over opgedane kennis en leerervarin-gen, gaat mee van het vmbo naar het mbo.

Blijven werken aan soepele overgang vmbo - mbo

Kees Freriks: “Leerlingen kiezen op

sfeer”

hoofdstuk 3

Grote overgangToch, constateren ook decaan Inge van Dam en directeur Kees Freriks met Jansen dat de aansluiting tussen vmbo en mbo nog beter kan.“Onze leerlingen ervaren de eerste tijd in het mbo toch wel als overwel-digend”, constateert decaan Van Dam. “Zeker de leerlingen van onze kleinschalige locatie in Twello. Dan is het wel een overgang naar het grote Aventus.”Om juist eerstejaars wat uitgebreider te begeleiden, loopt sinds kort een proefproject waarbij mbo-ambassadeurs derde en vierde klassen in het vmbo bezoeken, vertelt Jansen. Ook is de persoonlijke begelei-ding van leertrajectbegeleiders een goede zaak: studenten hebben een aanspreekpunt nodig. “De grootste zorg van ouders is dat hun kind anoniem is in het mbo”, weet Kees Freriks.

Helder beroepsbeeld is een mustVoor een succesvolle leerloopbaan bij Aventus is een goede opleidings-keuze natuurlijk cruciaal. Daar wordt dan ook flink op ingezet, maar het blijft lastig. Ook omdat Aventus als één organisatie niet bestaat, is de ervaring van het voortgezet onderwijs. “Sectoren zijn zó verschillend, het zijn in onze beleving eigenlijk aparte scholen.”“Leerlingen zijn echt nog jong als zij kiezen”, onderstreept decaan Van Dam. “Hun keuzeoverwegingen zijn vaak niet zo rationeel.” Mede daarom kiezen sommige vmbo-scholen ervoor om het onderwijs zo lang mogelijk breed te houden, zodat de beroepskeuze wordt uitgesteld. “Je kunt bij ons kiezen voor een brede uitstroom in zorg & welzijn”, illustreert Jansen van Sprengeloo, “maar je kunt je ook al richten op uiterlijke ver-zorging als je al wel weet dat je dat later wilt gaan doen.”Er is in het vmbo best veel aandacht voor beroepskeuze en ook Aventus geeft prima voorlichting, vindt Van Dam, maar er zijn ontzettend veel opleidingen. Als je het dan als vmbo’er helemaal niet weet… Ga er maar

aan staan. “Leerlingen kiezen dan maar een brede opleiding waar zij veel kanten mee op kunnen”, merkt Van Dam.“De arbeidsmarkt verandert ook erg snel”, vult Jansen aan. “Ik denk dat het voor docenten in het vmbo en het mbo lastig is bij te houden welke functies er in de verschillende branches nu eigenlijk zijn en hoe die ba-nen er precies uitzien.” “Volgens mij kiezen leerlingen vooral op ‘sfeer’”, denkt de rector van het Stedelijk Daltoncollege. “Is ook heel belangrijk”, reageert Van Dam. “Ik adviseer leerlingen altijd om vooral te gaan kijken bij scholen, om sfeer te proeven, je moet je toch ook thuis voelen op een school.”

***** onze partners

55

Knip eruit Is eenmaal een (goede) opleidingskeuze gemaakt, dan is vervolgens het onderwijs in het mbo anders dan in het vmbo. In het competentiegerichte onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfverantwoorde- lijkheid. Om de aansluiting op opleidingsniveau te verbeteren, ontstaan voorzichtig nieuwe samenwerkingsprojecten, zodat het onderwijs qua inhoud en aanpak voor leerlingen/studenten meer in elkaar vloeit. Ook wordt gebruik gemaakt van elkaars faciliteiten: het lokaal voor uiterlijke verzorging wordt ook door het mbo gebruikt. “Het ideale plaatje is natuurlijk dat zo’n vmbo’er nauwelijks verschil merkt als hij naar het mbo gaat”, vindt Jansen. “Die knip moet er zoveel mogelijk uit”, vindt ook Kees Freriks. “Je ziet dat daar in het gehele onderwijs ook mee geëxperimenteerd wordt. En waarom ook niet: die scheiding is tenslotte gewoon ‘bedacht’. Waarom zou je in het vmbo niet alvast vakken op mbo-niveau kunnen doen?”

***** onze partners

hoofdstuk 4 ***** onze medewerkers

Jan van Amersfoort:“We moeten

keuzes maken”

Piet Terpstra:“onze aanpak moet

professioneler”

57***** onze medewerkers

Verbetertraject ‘Koersvast’Aventus wil een klantgerichte, professionele organisatie zijn. Aventus heeft in zijn strategisch beleid ambitieuze doelen geformuleerd. Om deze ambitie waar te kunnen maken, is onder de noemer ‘Koersvast’ een verbetertraject gestart. ‘Koersvast’ omvat een verandertraject van zowel de structuur als de cultuur van onze organisatie. Daarnaast omvat het een aantal specifieke verbeterprojecten om de kwaliteit van onze dienstverle-ning te verbeteren.

Voor wat betreft de structuurverandering is een nieuwe sectorindeling ge-maakt. De sectoren Economie & Ondernemen in Apeldoorn en Deventer/Zutphen en de sectoren Gezondheidszorg, Dienstverlening & Welzijn in Apeldoorn en Deventer/Zutphen zijn gewijzigd in de afzonderlijke sectoren Economie, Ondernemen, Gezondheid en Welzijn. Elk van deze sectoren heeft de gehele Stedendriehoek als verzorgingsgebied. Daarnaast is de keuze gemaakt voor aansturing van de sectoren door één sectordirecteur. De functie plaatsvervangend sectordirecteur is per 1 juni 2009 komen te vervallen. De nieuwe sectordirecteuren zijn benoemd en per 1 juni aan de slag gegaan. Als gevolg van de nieuwe sectorindeling zijn de betrok-ken medewerkers herplaatst en werd het personeelsinformatiesysteem opnieuw ingericht, waarbij tevens is gekozen voor een nieuw rapportage-niveau (teamniveau in plaats van sectorniveau).

Op 1 juni zijn ook twee projectdirecteuren gestart met een aantal verbeter-projecten. Piet Terpstra met ‘WAVI’ (werving, acquisitie, voorlichting & intake) en ‘Examinering’; Jan van Amersfoort met ‘Bedrijfsvoering’. Na het opleve-ren van hun projectenplannen en het inrichten van een projectorganisatie hebben zij, in nauwe samenwerking met diverse Aventusmedewerkers, flinke stappen voorwaarts gezet met het opstellen van plannen en activitei-ten ter verbetering van deze zo belangrijke klantprocessen. (Op pagina 58 in dit jaarverslag vindt u een interview met beide projectdirecteuren.)

In 2010 ligt het accent op cultuurverandering. Het project ‘Topteams’ vervult daarbij een zeer belangrijke functie. Centraal staat de verdere vormgeving van de resultaatverantwoordelijkheid van de onderwijsteams, het maken van jaarplannen door deze teams en de organisatie en verde-ling van het werk binnen de teams. Daarnaast zal in 2010 een start wor-den gemaakt met een structuurwijziging van de centrale diensten. Doel is om deze zodanig te (her)organiseren dat zij een optimale dienstverlening bieden aan de organisatie en in het bijzonder aan het primaire proces.

Convenant LeerkrachtHet (landelijke) Convenant Leerkracht moet het beroep van leerkracht aantrekkelijker maken, om het toenemende tekort aan leerkrachten te pakken. Het convenant geldt ook voor het mbo-veld. Zo kregen onze medewerkers onder meer eenmalig een extra uitkering. In 2010 zal op landelijk niveau een aantal onderwerpen nog verder uitgewerkt worden. Denk aan een koppeling tussen toekenning van periodieken en bindings-toelagen aan beoordeling en aan het optimaliseren van de inzetbaarheid en arbeidsduur van medewerkers.

Verlengde CAO BVETer ondersteuning van de maatregelen uit het eerdergenoemde Con-venant Leerkracht is de CAO BVE 2007-2009 in juni 2009 tussentijds aangepast. De aanpassingen gingen vooral over financiën. Belangrijke aspecten: verkorting van salarisschalen voor onderwijsgevend personeel, toekenning en uitbetaling van een bindingstoelage aan het onderwijs-gevend personeel, het vervallen van bestaande eindejaarsuitkeringen voor het ondersteunend personeel en (als compensatie) verhoging van de verschillende salarisschalen. De verlengde CAO had een looptijd van 1 februari 2009 tot en met 31 december 2009. Inmiddels is voor 2010 wederom verlenging van de CAO afgesproken.


Verbeterprojecten in 2009 van start

Nog beter voor de klant

Tevreden(er) studenten. Dat is het doel van de verbeterprojecten

die Aventus uitvoert. Werving, aanmelding, voorlichting en intake

(WAVI), examinering en bedrijfsvoering zijn drie voorbeelden.

Projectdirecteuren en projectmedewerkers geven een stand van

zaken en een vooruitblik naar 2010.

Klantgericht en professioneel. Dat wil Aventus graag zijn. Daarom startte in 2009 een aantal projecten om de bedrijfsvoering, exami-nering en werving en intake van studenten verder te verbeteren.Bij het eerste project gaat het onder meer over roostering, infor-matievoorziening naar studenten en administratieve systemen. Bij examinering over competentiegericht toetsen. En het laatste project draait om alles wat met beroepskeuze en de start van de studie heeft te maken (werving, aanmelding, voorlichting en intake).

Projectdirecteur Jan van Amersfoort richt zich op betere bedrijfsvoering. Eén van de onderdelen is roosteren en plannen en daar weet Janneke van Buuren als ‘roosteraar’ alles van. Piet Terpstra leidt als projectdirec-teur WAVI en examinering en in dat laatste project brengt Henk Rikken zijn kennis en praktijkervaring in.Met welk thema zij ook bezig zijn, één vraag staat centraal: wie is de klant en wat wil hij/zij? Een andere overeenkomst: een eenduidiger aan-pak is nodig, zonder dat alle sectoren gelijk worden.Nieuwe gezamenlijke plannen voor een andere, meer uniforme aanpak van werving en voorlichting en intake zijn al klaar. Dat moet ervoor zor-

gen dat studenten meteen goed kiezen. Projectdirecteur WAVI en exa-minering Piet Terpstra: “Onze aanpak moet professioneler. We zoeken naar centrale regie en een methodiek die in grote lijnen hetzelfde is. Gaat het om werving, dan willen we nog duidelijker over het voetlicht brengen

59

waar we als Aventus voor staan. En het is zaak dat we alle doelgroepen bedienen en het voorlichtingsproces systematisch verbeteren. In onze presentatie naar buiten willen we meer herkenbaar één Aventus zijn en meer denken vanuit onze klanten.”

Henk Rikken vindt ook dat examinering een gezamenlijke visie nodig heeft. “Ook hier gaat het erom dat we bedenken wat onze klant nodig heeft. Doen we wat we beloven, voldoen we aan alle examenvoorschrif-ten en hoe vertalen we dat in taken en bevoegdheden in de teams? We zoeken naar een transparante structuur, zodat klanten weten waar zij aan toe zijn en dat ook overzicht biedt voor bijvoorbeeld de inspectie.” Een gezamenlijk Handboek Examinering is in de maak. Al valt het in de praktijk niet altijd mee om centraal afspraken te maken, omdat snel van-uit de eigen sector wordt gedacht. “De kunst is een centraal raamwerk te maken dat wel ruimte biedt aan de eigenheid van de opleidingen”, meent Rikken.

KlantenpanelRoostering is een ‘hot item’ binnen Aventus. Logisch, vindt ook rooster-maker Janneke van Buuren. Gaat er op dat gebied iets mis, dan hebben studenten en docenten daar meteen last van. Goed dus, dat dit thema onderdeel is van het verbeterproject Bedrijfsvoering. Ook hier geldt dat organisatiebrede afstemming noodzakelijk is, zodat je optimaal gebruik-maakt van alle ruimten en lokalen.“Dit onderwerp heeft ook te maken met verwachtingen”, denkt Janneke van Buuren. “Alle studenten en docenten hebben het liefst les tussen tien en twee. Dat noemen wij de dure uren. Maar ons gebouw is van acht tot zes open…”“We hebben onze klanten tijdens een klantenpanel ook gevraagd naar hun roosterwensen”, vult projectdirecteur Jan van Amersfoort aan. “Stu-denten hebben best begrip als zij les hebben aan het eind van de dag, als er maar continuïteit in het rooster zit en als wij er maar duidelijk over zijn. Dus niet de ene dinsdag tot drie uur en de dinsdag erop tot zes uur naar school. Dat is lastig plannen met bijbanen, rijlessen en sport.”

***** onze medewerkers


Om die continuïteit en bijbehorende communicatie goed voor elkaar te krijgen, is centrale regie noodzakelijk, beaamt Van Amersfoort.

Afspraken nakomenEenduidige regie, centrale aanpak. Maar wie afspraken maakt, moet ze ook nakomen. Ook dat is een belangrijk punt. “Overal in de organisatie zie je terug dat medewerkers of teams ermee wegkomen als zij hun afspraken niet nakomen”, zegt Rikken. “Klopt”, vindt ook Van Amers-foort. “In onze cultuur spreken we elkaar onvoldoende aan. Dat verdient absoluut aandacht.”Een andere succesfactor om de dienstverlening naar studenten te verbeteren is wat de projectdirecteuren betreft ook: prioriteiten stellen. Van Amersfoort: “We moeten keuzes maken en niet alles willen doen.” “En afmaken waar we aan beginnen en niet halverwege ophouden”, vult Terpstra aan.De verbeterprojecten zijn vorig jaar gestart: in 2010 moet geoogst worden. Eerste stappen zijn gezet. Zoals een gezamenlijk roosterpro-gramma, de reorganisatie van het sectormanagement, meer resultaat-gerichte afspraken en vooral meer bewustwording van de noodzaak om klantgericht te werken.De plannen zijn gemaakt, nu is het tijd voor actie. “We moeten het nu gewoon dóen”, vindt Jan van Amersfoort. Piet Terpstra: “Op naar het rapportcijfer 8!”

Plannen voor 2010 (een greep): één serviceloket voor studen-ten waar zij terecht kunnen met hun vragen of problemen, meer aandacht voor reële beroepsbeelden in voorlichting, professionali-sering en scholing van intakers, publicatie Handboek Examinering, mbo-ambassadeurs bezoeken vmbo’ers om voorlichting te geven, werken in een kwaliteitscyclus, betere roostering en heldere com-municatie daarover, betere registratie van presentie van studenten.

61

BoventalligheidEind 2008 werden we geconfronteerd met forse tekorten op de begro-ting 2009. Dalende inkomsten, minder instroom van nieuwe studenten en toenemende uitgaven waren hier debet aan. Wat betreft toenemende uitgaven ging het vooral om toenemende personeelslasten door groei van het aantal medewerkers en hogere loonkosten. Het was nodig om de personeelskosten te beperken. We hebben een breed pakket aan maatregelen genomen. Zo zijn tijdelijke dienstverbanden beëindigd, kwam er een personeelsstop en werden boventallige medewerkers in de mobiliteitspool geplaatst. Via bemiddeling door het mobiliteitsbureau zijn/worden deze medewerkers elders binnen ROC Aventus geplaatst op daar beschikbare vacatures.Begin februari 2009 bestond de mobiliteitspool uit ruim 30 fte. Aan het eind van 2009 was een groot deel van de medewerkers herplaatst, bin-nen of buiten onze organisatie. Toen bestond de pool nog uit 5,2 fte.In november 2009 bleek dat een tweede bezuinigingsronde noodzakelijk was om de begroting voor 2010 sluitend te krijgen. Begin 2010 is daar-om opnieuw een aantal medewerkers in de mobiliteitspool geplaatst.

Veiligheid, gezondheid en welzijnOm de veiligheid en gezondheid van onze studenten, cursisten en me-dewerkers te waarborgen, doen we geregeld een risico-inventarisatie. De plannen van aanpak die daaruit volgden, zijn in 2009 grotendeels uitgevoerd. Jaarlijks evalueren we die plannen van aanpak.

In november 2009 rondden wij het Europese aanbestedingstraject voor een nieuwe Arbodienst af. ROC Aventus koos voor Ardyn.

Het gemiddelde verzuimcijfer voor Stichting ROC Aventus was in 2009 6.3. Dat is iets lager dan 2008. Tellen we zwangerschapsverloven niet mee, dan zou dit cijfer 6.13 zijn. Voor Aventus Detachering bv (de cijfers worden apart bijgehouden) was het verzuimcijfer gemiddeld 6.26. Daarmee is ons verzuimcijfer 0,46% hoger dan het gemiddelde binnen de mbo-sector. Zonder zwangerschapsverloven mee te tellen zou dit 4.17 zijn.


PerformancemanagementDe workshops performancemanagement (onze functionerings- en beoordelingssystematiek) zijn nagenoeg afgerond. Het aanbod blijft bestaan, zodat nieuwe medewerkers de workshop ook kunnen volgen. Van onze huidige medewerkers heeft inmiddels 97 procent zo’n work-shop al gevolgd. Een score van 100 procent halen we niet. Dat komt omdat (avond)docenten met een zeer kleine aanstelling (minder dan 0,2 fte) de workshop niet volgen. Alle sectoren en stafdiensten zijn begon-nen met de uitvoering van de HR-cyclus. Een tiende van onze medewer-kers rondde de complete cyclus af.Eind 2009 is gestart met een eerste evaluatie van ons performance-management. Met de resultaten gaan we in 2010 aan de slag.

Vakantie- en verlofregelingOnze bedrijfseigen vakantie- en verlofregeling paste niet meer bij bepa-lingen uit de verlengde CAO BVE. Daarom werd de regeling per 1 januari 2009 met instemming van de vakbonden ingetrokken. Nu is de regeling uit de CAO van toepassing. Omdat deze verandering op enkele punten een versobering betekende, gold voor 2009 een overgangsregeling.

Regeling reiskostenVoor een beperkte groep medewerkers bleek de nieuwe reiskostenrege-ling uit de verlengde CAO BVE gunstiger uit te pakken dan onze eigen regeling. Met instemming van de vakbonden hebben we de Aventus-regeling zodanig aangepast dat dit negatieve effect is weggenomen.

Sociaal StatuutHet Sociaal Statuut van Aventus dateert uit 2003 en is toe aan herzie-ning. Daarom gingen we in 2009 in gesprek met de vakbonden over een nieuw statuut. Dat moet beter aansluiten bij gewijzigde weten regel-geving en bij ons huidige personeelsbeleid. Deze besprekingen hebben nog niet tot overeenstemming geleid en worden in 2010 dus voortgezet.


Jessica Sauren: “Door medewerkers tijdelijk elders in te zetten, hopen wij ze te

behouden voor onze organisatie”

63***** onze medewerkers

Als je achttien jaar werkt als docent informatica bij Mobiel dan

valt het bericht dat jij vanwege bezuinigingen in de mobiliteits-

pool wordt geplaatst, rauw op je dak. Het overkwam Douwe

Elderhuis. Ook docent en leertrajectbegeleider Helene Donkers

kreeg die boodschap. Inmiddels zijn beide een tijd verder.

In totaal 47 medewerkers moesten vorig jaar vanwege noodzakelijke bezuinigingen in de mobiliteitspool worden geplaatst. Daarvan vond het merendeel inmiddels gelukkig alweer een andere functie binnen Aventus. Of zijn via tijdelijke opdrachten aan het werk. Zoals Douwe en Helene.Jessica Sauren, coördinator mobiliteit bij Aventus: “De mobiliteitspool is bedoeld om instroom en doorstroom goed te regelen. Toen vorig jaar vanwege bezuinigingen de personeelslasten beperkt moesten worden, zijn wij aan de slag gegaan om binnen of buiten onze organisatie een nieuwe baan te vinden voor de medewerkers in de pool. Ook detache-ring is een optie.”Wie in de mobiliteitspool komt, voert na een startbijeenkomst een indi-vidueel intakegesprek om loopbaanwensen te bespreken en volgt een loopbaantraject van een aantal workshops. Voortgangsbesprekingen met lotgenoten horen er ook bij.

Andere blik“De illusie van onmisbaarheid wordt doorgeprikt”, kijkt Douwe Elderhuis terug op het moment dat hij hoorde dat hij zijn baan kwijt was. “Dat is toch behoorlijk ingrijpend.” Juist daarom waardeert hij het dat er in de mobiliteitspool aandacht is voor verwerking, vóór je start met een

loopbaantraject. Ook het feit dat je geregeld bijeenkomt met een groep ‘poolers’ is prettig. “Je kunt je verhaal kwijt en dat is toch belangrijk, heb ik gemerkt.”Want natuurlijk is er verdriet en soms ook woede. Waarom jij? “Boven-tallige medewerkers zijn aangewezen op basis van anciënniteit”, vertelt Douwe, “maar in de praktijk werd dat niet zo door iedereen ervaren, omdat bepaalde mensen gezien hun kennis of kwaliteiten niet gemist kunnen worden en niet in de pool kwamen en anderen wel. Dat leverde hier en daar wel frictie op.”Al vrij snel nadat Douwe in de mobiliteitspool kwam, kreeg hij een eerste opdracht: het schrijven van een leerplan voor een nieuwe opleiding voor glazenwassers. “Leuk om te doen, zeker vanwege de interne en externe contacten.” Inmiddels doet hij een langdurig project – onderzoek naar instroomgegevens van studenten – voor de stafdienst Communicatie & Marketing. “Ik voel me hier goed bij. Je maakt breder kennis met de organisatie, een andere manier van werken, van managen.”

Nieuw projectHelene Donkers werkt drie jaar bij Aventus, als stagiair, docent en leer-trajectbegeleider. Met politicologie als achtergrond, wilde zij graag haar lesbevoegdheid gaan halen. “Zover kwam het helaas niet”, vertelt ze. “Toen bezuinigd moest worden kon ik met mijn jaarcontract één en één wel optellen. Maar: ook al weet je dat het gaat gebeuren, toch blijft het een naar moment als je dan echt te horen krijgt dat je baan stopt.”Aan de andere kant: dat zij met haar tijdelijke contract toch in de mobiliteitspool terecht kwam, was een pluspunt. “De tweede week na mijn intakegesprek had ik al een project. Ik begeleid studenten in het voortgezet volwassenenonderwijs. Ook werk ik als studiebegeleider mee

Door bezuinigingen in de mobiliteitspool

Illusie van onmisbaarheid doorgeprikt


aan een project in de Rivierenwijk in Deventer om voortijdige schooluit-val te bestrijden. We helpen jongeren zonder startkwalificatie weer naar school.”

Zelf de regie“Door medewerkers tijdelijk elders in te zetten hopen wij ze te behouden voor onze organisatie”, zegt Jessica Sauren. “Doordat de natuurlijke uitstroom van medewerkers jaarlijks fors is, kunnen toch veel jongere mensen elders aan de slag bij Aventus.”Op zich fijn, beamen Douwe en Helene. Maar zij delen wel de zorg om ‘hun’ student. “Studenten hebben docenten en begeleiders nodig. Onderwijsteams en teammanagers moeten nu met minder mensen kwaliteit zien te bieden”, verwoordt Helene. Douwe: “Sterker nog, mijn oude sector Mobiel moet het met zoveel personeel minder doen dat ik dat als een kaalslag ervaar.”Na een roerige tijd merkt Helene dat zij anders naar werk is gaan kijken. Je baan verliezen is enorm confronterend, maar doet je ook naar jezelf kijken: wat kan ik, wat wil ik. Helene: “Ik ben me nog sterker bewust geworden van het feit dat je zelf baas bent van je eigen loopbaan.”

65

In deze paragraaf geven we enkele kengetallen met betrekking tot de personeelssamenstelling en benoemen daarbij de belangrijkste ontwik-kelingen. In de genoemde cijfers zijn zowel de medewerkers van ROC Aventus als van Aventus Detachering bv meegeteld, want deze vennoot-schap zet het volledige personeelsbestand in voor ROC Aventus.

Opbouw formatieDe personeelsformatie is verminderd, van 979 in 2008 tot 933 fte in 2009.

Opbouw personeelskostenDe vierde Benchmark van de MBO Raad vergelijkt de opbouw van onze personeelskosten met het landelijk gemiddelde van alle roc’s. ROC Aventus scoort wat betreft de inzet van onderwijzend personeel hoger dan het landelijke gemiddelde. Niettemin nam de inzet vergeleken met 2008 met 1,6 procent af.


Personeelsontwikkeling in cijfers

Medewerkerscategorie ROC Aventus roc’s landelijk gemiddeldeOnderwijzend personeel 70,40% 66,50%Direct onderwijsondersteunend personeel 14,20% 13,40%Indirect onderwijsondersteunend personeel 11,20% 14,70%Directie en management 4,20% 5,40%


Verdeling m/v per personeelscategorie

Leeftijdsopbouw

Buitenste ring is OPBinnenste ring is OBP

Leidinggevenden totaal M V %M %Vlid CvB 2 1 1 50,00% 50,00%manager stafdienst 6 5 1 83,33% 16,67%sectordirecteur 13 10 3 76,92% 23,08%teammanager 32 20 12 62,50% 37,50%hoofd administratie/stafdienst 13 12 1 92,31% 7,69%

De verdeling man/vrouw is stabiel. Zowel binnen het onderwijzend per-soneel (OP), het onderwijsondersteunend- en beheerspersoneel (OBP) als binnen de categorie leidinggevenden is de verhouding tussen het aantal werkzame mannen en vrouwen niet significant gewijzigd.

Zowel binnen de categorie OP als OBP is het aandeel van de mede-werkers van 55 jaar en ouder in 2009 met 5 procent toegenomen. Dat is twee keer zo veel als in voorgaande jaren en houdt verband met de beëindiging van veel tijdelijke arbeidsovereenkomsten van (overwegend) jongere medewerkers. Het percentage medewerkers van 55 jaar en ouder is in de laatste vier kalenderjaren met 10 procent toegenomen. De opbouw van de overige leeftijdscategorieën is min of meer stabiel.

Leeftijdsopbouw OP

Leeftijdsopbouw OBP

V46% V

61%

38 %

8 %

10 %

0 %

0 %

29 %

15 %

25 %

36 %

39 %M

52%

M39%

ManVrouw

-24 25-34 35-44 45-5455 - e.o.

-24 25-34 35-44 45-5455 - e.o.

Verdeling m/v per categorie

67

Voltijd/deeltijd

De verhouding tussen het aantal fulltimers en het aantal parttimers is evenals in voorgaande jaren niet gewijzigd.

Tijdelijk/vast dienstverband

Vanwege boventalligheid zijn veel tijdelijke arbeidsovereenkomsten beëindigd. Het percentage medewerkers in tijdelijke dienst bedraagt 8,99 procent op de peildatum 31 december 2009 (12,4 procent in 2008). Opbouw in salarisschalen

2009schalen 1 t/m 6 19,20%schalen 7 t/m 9 14,76%schalen 10 t/m 12 6,14%schalen 13 t/m 16 1,79%schaal LB 29,95%schaal LC 25,77%overig (LD, ML, ID) 2,39% 100,00%

De vertegenwoordiging van de medewerkers in de te onderscheiden salarisschalen is vergeleken met 2008 minimaal gewijzigd. Wat wel op-valt, is de toename van het aantal docenten in salarisschaal LC (een groei van 2,7%).


Een jaar met, wederom, een fors personeelsverloop. Ook in deze tabel wordt het effect van de beëindiging van tijdelijke dienstverbanden zicht-baar.

Verloop

reden % omvangFPU / pensionering 24,29% 18,6559eigen verzoek 33,60% 25,8085afloop tijdelijk contract 36,12% 27,7410overig 5,99% 4,5966totaal 100,00% 76,8020

55%45% deeltijd

voltijd

200819,30%15,24%

7,25%1,63%

30,10%23,00%

3,48%100%


Zeer bewogen. Zo kunnen we het jaar 2009 wel noemen. Het jaar begon met begrotingsperikelen die leidden tot plaatsing van personeel in de mobiliteitspool. Helaas eindigden we 2009 met een begroting voor 2010 die duidelijk maakte dat de mobiliteitspool opnieuw ingezet moest worden. Tel daar de organisatorische veranderingen (Koersvast) bij op en het is duidelijk: de medezeggenschapsraad was volop in actie in 2009.

Meer over de medezeggenschapsraadDe medezeggenschapsraad bestaat uit negen leden. Dit zijn vertegen-woordigers van de sectorraden en de personeelsraad:• Mirande Bonenkamp, voorzitter• Marcel Bart, plaatsvervangend voorzitter • Han Kip, secretaris• Joke Gramser, penningmeester• Joke Leenarts• Wim Reestman• Jacoline Grünbauer• Walter Hoogterp• Gretha Liefers

Notulist: Evelien Schoonewelle

Overleg met het college van bestuurDe medezeggenschapsraad vergadert maandelijks met het college van bestuur (CvB). De agenda voor deze vergadering wordt door de voorzit-ter van de medezeggenschapsraad voorbereid, samen met het CvB. Net als vorig jaar ging de medezeggenschapsraad in 2009 samen met het CvB op cursus met als thema: cultuurverandering.

De medezeggenschapsraad vindt gezamenlijke scholing bijzonder nuttig, omdat het bijdraagt aan verdere professionalisering van mede-zeggenschap. Bovendien zijn, mede dankzij de cursusdagen, de verhoudingen tussen de medezeggenschapsraad en het CvB goed. Al hebben beide natuurlijk eigen verantwoordelijkheden en zijn er zeker ook meningsverschillen. Gezamenlijke scholing krijgt in 2010 een vervolg, dan ook samen met de sectorraden en sectordirecteuren.

Overleg met andere geledingenDe medezeggenschapsraad maakt steeds meer gebruik van de deskun-digheid van andere professionals van ROC Aventus. Zo ging de raad in 2009 twee keer in gesprek met transformatiemanager van Koersvast, Hans Dekkers. Met stafmanagers Rieks Kral (Financiën & Control) en Piet de Noord (Onderwijs) vond respectievelijk twee en één keer overleg plaats.Voor de beoordeling van de begroting 2009 organiseerde de medezeg-genschapsraad, samen met de sectorraden, een themadag onder lei-ding van externe accountant Roy Berentsen van Accon AVM adviseurs en accountants.Helaas heeft de medezeggenschap in 2009 geen overleg gehad met de raad van toezicht, zoals in 2008 voor het eerst gebeurde. In 2010 komt dit opnieuw op de agenda. Overigens ontvangt de medezeggenschaps-raad onder geheimhouding wel de stukken die het CvB overlegt aan de raad van toezicht.

Overleg met de vakbondenJaarlijks onderhandelen de vakbonden een aantal keren per jaar met de werkgever over de arbeidsvoorwaarden van ROC Aventus, in het zogenoemde ‘instellingsgeorganiseerd overleg’ (IGO). De medezeg-

Medezeggenschapsraad in 2009

69

genschapsraad neemt niet deel aan dit overleg, maar kan de openbare vergadering wel bijwonen. Voorafgaand aan het IGO stemt een delegatie van de medezeggenschapsraad bovendien zaken af met de vertegen-woordigers van de vakbonden. Dat vooroverleg verliep in 2009 in zijn algemeenheid goed.

CommunicatieVanzelfsprekend houdt de medezeggenschapsraad medewerkers (de achterban) goed op de hoogte van activiteiten. Zoals gebruikelijk werden in 2009 notulen en agenda’s op de portal geplaatst. Daarnaast publi-ceerde de medezeggenschapsraad op de portal ook haar standpunt over de formatiereductie (mobiliteitspool 2008/2009) en de formatie-planning (2008/2009).

Instemming en adviesDe medezeggenschapsraad heeft in 2009 ingestemd met voorstellen over:• contactpersonen sociale veiligheid• praktijkovereenkomst• bestuursreglement• doelbijdrage• studentenvakanties 2009/2010

Met voorstellen over de bindingstoelage stemde de medezeggen-schapsraad niet in. Het voorstel taakbelastingsbeleid is na overleg met de raad door de bestuurder - voor nadere uitwerking - opgeschort.

De medezeggenschapsraad gaf in 2009 verder een positief advies over de instellingsbegroting 2009.


***** bedrijfsvoering en financiën

Michael de Kort“Aventus krijgt een

duidelijker gezicht in Zutphen”

hoofdstuk 5

71***** bedrijfsvoering en financiën

De stafdienst Facilitair Beheer ondersteunt de organisatie op het gebied van facilitaire zaken.

Voor de inkoop van goederen en diensten verzorgde de dienst verschil-lende Europese aanbestedingen. ROC Aventus sloot contracten af voor afvalverwerking, accountantsdiensten, arbodienst, WAN-verbindingen en mobiele telefonie. Ook het onderhoud van onze technische installa-ties is (onderhands) aanbesteed, begeleid door een externe deskundige. Een activiteit die achter de schermen plaatsvindt, maar cruciaal is voor de continuïteit van onze organisatie.In 2009 hebben we ons inkoopproces verder geprofessionaliseerd (Koersvast).

Facilitair Beheer monitort het ruimtegebruik van onze organisatie. Dat levert inzicht op in gebruiksgedrag en draagt bij aan nog efficiënter gebruik van onze gebouwen. Zo bleek in 2009 bijvoorbeeld, dat onze gebouwen in Deventer relatief niet veel bezet zijn. In 2010 bekijken we hoe we dit kunnen veranderen en welke conclusies we gaan trekken.

Wat betreft gebouwen(beheer) stond 2009 in het teken van de nieuw-bouw in Zutphen. Facilitair Beheer zorgde voor de juiste technische informatie en een wensenlijst voor voorzieningen waarmee een inrich-tings- en verhuisplan is gemaakt. Eind 2009 ging de aannemer aan de slag met het ontwerp voor het buitenterrein, dat onder regie van de stafdienst tot stand kwam.

Aanpassen van onze bestaande gebouwen hoort ook tot de taken van Facilitair Beheer. In 2009 kreeg hbo-instelling Kenloo een eigen ruimte in één van onze gebouwen en vonden diverse interne verbouwingen plaats. Bijvoorbeeld om onze nieuwe opleiding welness een goede onderwijsplek te geven. Zo ondersteunt gebouwenbeheer het primaire (onderwijs)proces.

In 2009 is gewerkt aan verdere professionalisering van Facilitair Beheer. Via interviews zijn wensen van interne klanten in kaart gebracht en zijn de facilitaire diensten geactualiseerd.

Facilitaire zaken in 2009

“Straks in de nieuwbouw…” Die zin hebben receptioniste

Angeline Kasteleijn, docent Ron van den Acker en senior intern

medewerker Sander Brouwer, in 2009 héél vaak gehoord. Aan

de vooravond van de verhuizing naar de nieuwe locatie bij het

station in Zutphen, vertellen zij over de voorbereidingen en de

verwachtingen van hun nieuwe werkomgeving.

In de gangen van Aventus aan het Vispoortplein in Zutphen staan de verhuisdozen hoog opgestapeld. Nog even en dan melden studenten, docenten en andere medewerkers zich in hun nieuwe leer- en werkom-geving bij het station. Niet dat het huidige pand niet sfeervol is, integen-deel, maar een oud gebouw vraagt veel onderhoud. Bovendien past de onderwijsomgeving niet meer bij het onderwijs dat anno nu gegeven wordt.

WensenlijstjeDe voorbereidingen voor de nieuwe school startten jaren geleden. Docenten en andere medewerkers werden daarbij betrokken en konden hun ‘wensenlijstjes’ indienen. Het resultaat mag er zeker zijn.Angeline Kasteleijn is enthousiast over haar nieuwe werkplek. “Het is een soort glazen receptie in een open ruimte. “In vergelijking met mijn vorige werkplek, die klein en afgesloten was, voel ik mij nu niet meer zo opgesloten.” Sander Brouwer kijkt uit naar de lift… “In dit gebouw zit geen lift en dat betekent dus heel wat sjouwwerk, de trappen op”, legt hij uit. Een ander praktisch pluspunt: geen dikke sleutelbossen meer op zak maar een pasjessysteem.

Docent Ron van den Acker werkt in het nieuwe gebouw met studenten in een groot atelier. “Dat vraagt om een andere manier van werken en was best zoeken de eerste tijd. Voorheen hadden we nog vier aparte praktijkruimtes voor onze modeopleidingen.”

Efficiënt ingedeeldDe nieuwe school is qua vierkante meters net zo groot, maar is efficiën-ter ingedeeld. Het resultaat: een gebouw dat helemaal leeromgeving is, met een aantal specialistische brancheruimtes en leerruimtes die de verschillende sectoren delen. Denk aan het restaurant, docentenruimtes, ruimtes voor ondersteunende functies en lokalen. “Het gebouw staat centraal en niet de sectoren”, vat Ron van den Acker samen. “Ik hoop dat we ook meer één school worden door het gebouw”, vult Sander Brouwer aan.Terugkijkend kon de communicatie over de nieuwbouw bij tijd en wijle beter, constateert Ron van den Acker. Hij was namens zijn team woord-voerder over de nieuwbouw en was niet altijd te spreken over wat met opmerkingen werd gedaan. Nu was het ook wel een puzzel denkt hij, om de ruimtes allemaal in te delen, maar toch. “En dat etentje voor alle extra inzet rondom de nieuwbouw hebben we ook nog te goed”, lacht hij.

Open schoolOpvallend aan de nieuwe school is de transparantie waar receptioniste Angeline Kasteleijn het al over had. Het is ook vanaf buiten duidelijk wat je kunt doen bij Aventus: branches staan in de etalage. Je kijkt van binnen volop naar buiten richting stad, station en IJssel, maar ook andersom is de school ‘open’. Letterlijk zelfs, bijvoorbeeld in het multi-functionele theater dat voor dans, mode en culturele en creatieve vakken wordt gebruikt.

hoofdstuk 5

Duidelijker zichtbaar in Zutphen


73

“We zijn duidelijker zichtbaar”, zegt Angeline. “Ik denk dat we door dit gebouw zeker verder kunnen groeien”, denkt Van den Acker. “En het is voor medewerkers fijn dat zij kunnen werken in een gebouw waar zij trots op zijn.”


Sinds begin 2010 is Aventus in Zutphen te vinden aan het Stationsplein 20. Inmiddels wordt dus volop geleerd en gewerkt in de nieuwe school.

Balans 2009 2008 EUR EUR EUR EURVaste activa Materiële vaste activa 118.992.395 112.238.408 Financiële vaste activa 1 1 118.992.396 112.238.409 Vlottende activa Voorraden 170.215 278.578 Vorderingen 9.549.417 9.391.011 Liquide middelen 3.428.605 9.405.912 13.148.237 19.075.501 132.140.633 131.313.910 Eigen Vermogen Eigen vermogen 40.443.282 39.906.073 40.443.282 39.906.073 Voorzieningen 19.146.552 20.440.613 Langlopende schulden 41.985.403 44.278.849 Kortlopende schulden 30.565.396 26.688.375 132.140.633 131.313.910

hoofdstuk 5 ***** bedrijfsvoering en financiën

Financiën


Geconsolideerde staat van baten en lasten 2009 Begroting 2009 2008 EUR EUR EUR EUR EUR EUR Baten Rijksbijdragen 75.566.645 70.149.000 73.280.755 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.996.897 3.797.000 4.208.756 Baten werk in opdracht van derden 1.119.919 2.635.000 2.007.252 Overige baten 8.855.088 8.550.000 13.447.742 Totaal baten 89.538.549 85.131.000 92.944.505 Lasten Personeelslasten 63.090.778 62.690.000 64.775.253 Afschrijvingen 4.885.685 5.053.000 4.881.992 Huisvestingslasten 6.671.808 5.581.000 6.217.633 Overige lasten 12.012.777 8.843.000 12.941.872 Totaal lasten 86.661.048 82.167.000 88.816.750 Saldo baten en lasten 2.877.501 2.964.000 4.127.755 Financiële baten en lasten -2.340.292 -2.186.000 -1.362.058 Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 537.209 778.000 2.765.697 Belastingen 0 0 0 Nettoresultaat 537.209 778.000 2.765.697


Stelselwijziging jaarverslaggeving onderwijsMet ingang van boekjaar 2008 is de jaarrekening opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarver-slaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepas-sing zijn met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen.

Voor de jaarrekening 2008 had nog geen segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek en/of een privaat deel. De rede-nen daarvoor zijn in de jaarrekening 2008 weergegeven. In de jaarreke-ning over 2009 heeft deze verplichte segmentatie wel plaatsgevonden. Bij deze segmentatie is uitgegaan van drie categorieën activiteiten die worden uitgevoerd:A. Publieke activiteiten (publieke taak, gericht op publieke doelen zoals

in de WEB omschreven);B. Private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (bijvoorbeeld

inburgering, re-integratie en contractactiviteiten in het verlengde van de publieke taak);

C. Overige private activiteiten (bijvoorbeeld contractactiviteiten niet in het verlengde van de publieke taak).

Het publieke vermogen wordt aangewend voor en gevormd uit publieke activiteiten (categorie A) en private activiteiten in het verlengde van de publieke taak (categorie B). Het private vermogen wordt aangewend voor en gevormd uit private activiteiten (categorie C).

Het private vermogen, is opgebouwd uit vermogens van eerder met ROC Aventus of diens rechtvoorgangers gefuseerde organisaties en uit de financiële resultaten van AC&EC bv en SEPRA.

Financiële positie op balansdatumDe overgang naar RJ 660 in 2008, had een substantiële invloed op de vermogenspositie van ROC Aventus. Bedroeg de solvabiliteit (exclusief voorzieningen) ultimo 2007 op basis van de toen geldende verslagge-vingregels nog 0,37, op basis van RJ 660 bedroeg deze 0,28. In 2008

was de solvabiliteit weer gestegen naar het intern gehanteerde minimum van 0,30. De solvabiliteit op 31 december 2009 bedraagt 0,31. Daarmee blijft ROC Aventus ook voor de lange termijn een financieel gezonde organisatie.

In januari 2005 is een omvangrijk nieuwbouwproject in Apeldoorn van start gegaan. Deze is in 2007 afgerond. Eind 2008 is begonnen met een nieuwbouwproject in Zutphen. Deze is op 1 februari 2010 in gebruik genomen. Naast het effect op de solvabiliteit resulteren deze bouwacti-viteiten ook in het teruglopen van het saldo liquide middelen van € 12,8 miljoen ultimo 2005 naar € 3,4 miljoen ultimo 2009. Daarmee is de cur-rent ratio (als indicator voor de liquiditeit) teruggelopen van 1,88 ultimo 2003 en 0,71 ultimo 2008 naar 0,42 ultimo 2009. Dit op balansdatum geringe liquiditeitssaldo is voornamelijk veroorzaakt doordat de over-dracht van één van onze verkochte panden tegen de planning in niet heeft plaatsgevonden in 2009, maar in januari 2010. Bovendien is begin februari nog een ander pand overgedragen, zodat begin 2010 ruim € 10 miljoen aan liquiditeiten is ontvangen uit verkoop van gebouwen. Deze lage current ratio op balansdatum is daarom ook geen bedreiging voor het vermogen van ROC Aventus om te kunnen voldoen aan de korte termijn verplichtingen. Bovendien is met de bank een financieringsarran-gement afgesloten dat ruim voldoende zekerheid biedt om aan beta-lingsverplichtingen te kunnen voldoen.

Op 31 december 2009 heeft ROC Aventus dus een gezonde balans-positie. De solvabiliteit en liquiditeit zijn zodanig dat de continuïteit van de organisatie gewaarborgd is en de toekomstige ontwikkelingen niet op financiële bezwaren stuiten.

Financiële gang van zaken gedurende het verslag-jaar 2009Het jaar 2009 heeft zich wereldwijd gekenmerkt door een economische crisis zoals die in lange tijd niet is voorgekomen. Uiteraard is dit ook aan het onderwijs niet voorbij gegaan. Vooral de technische en horeca-opleidingen hebben een lagere instroom laten zien, maar ook die voor


welzijn. Daarentegen vertonen de economische en gezondheidszorg-opleidingen een stijging. Helaas heeft een deel van de potentiële stu-denten uit de economisch moeilijke sectoren niet voor een alternatieve opleiding binnen ROC Aventus gekozen, zodat het totaal aantal studen-ten van Aventus in 2009 is gedaald ten opzichte van die van 2008.

De geconsolideerde staat van baten en lasten over het jaar 2009 vertoont een positief netto resultaat van € 537.209. Het jaar 2008 ver-toonde een positief netto resultaat van € 2.765.697. Hiertoe hebben de geconsolideerde organisaties als volgt bijgedragen:

2009 2008Stichting ROC Aventus 865.793 3.444.694Aventus Carrière & Employability Centre bv -/- 341.234 -/- 789.142Aventus Detachering bv -/- 20.593 15.760SEPRA 33.243 94.385

Het verschil in de nettoresultaten tussen 2008 en 2009 van de stich-ting ROC Aventus wordt voornamelijk veroorzaakt door het feit dat er in 2008 boekwinsten op overgedragen panden waren. Zonder deze boekwinsten zou de stichting ROC Aventus over 2008 een negatieve ex-ploitatie hebben gerealiseerd van € 1,5 miljoen. Zoals in de jaarrekening 2008 al is aangegeven was dit mede de aanleiding om in 2009 aanzien-lijke bezuinigingen door te voeren. Mede door deze bezuinigingen is de stichting dus in staat geweest om, zonder boekwinsten op gebouwen, over 2009 een positieve exploitatie te realiseren. Dit is voornamelijk gebaseerd op een reductie van de personeelslasten.

Het resultaat van Aventus Carrière & Employability Centre bv lijkt ten op-zicht van 2008 sterk te zijn verbeterd. Echter, in 2008 was er sprake van een aanzienlijke incidentele kostenpost als gevolg van een doorgevoerde reorganisatie. Zonder deze incidentele kostenpost zou het resultaat over 2008 negatief € 240.000 hebben bedragen. In dat licht bezien was het resultaat over 2009 dus slechter dan over 2008. In de jaarrekening 2008

was al aangekondigd dat er maatregelen zouden worden genomen. Over de jaren 2008 en 2009 is de personele bezetting teruggebracht van 13 fte naar 7 fte. Door enerzijds de economische crisis en ander -zijds het afstoten van bepaalde activiteiten vanwege de reorganisatie, is ook de omzet sterk gedaald van € 1,9 miljoen in 2008 naar ruim € 0,9 miljoen in 2009. Dat heeft ook in 2009 onvoldoende marge opge-leverd voor een positieve exploitatie. Sinds zijn bestaan heeft AC&EC bv geen enkel jaar afgesloten met een positieve exploitatie. Omdat ook op langere termijn geen uitzicht is op een substantieel stijgende omzet heeft de directie van AC&EC bv met goedkeuring van de raad van commis-sarissen begin 2010 het besluit genomen de activiteiten in de loop van 2010 te beëindigen.

Doordat er vanuit de stichting ROC Aventus en AC&EC bv minder vraag was naar tijdelijk personeel heeft Aventus Detachering bv in 2009 voor het eerst in zijn bestaan een negatieve bijdrage geleverd aan het netto-resultaat van ROC Aventus. Naar verwachting zal dit in 2010 weer een positieve bijdrage worden.

Stichting Exploitatie Parkeervoorzieningen ROC Aventus (SEPRA) heeft een positief netto resultaat gehaald van € 33.243. In de komende jaren verwachten we een vergelijkbaar resultaat als in 2009.

Bestemming van het exploitatiesaldoDe nettoresultaten van de verschillende organisatieonderdelen worden toegevoegd dan wel ten laste gebracht van de algemene reserve van het betreffende organisatieonderdeel. De activiteiten van de stichting ROC Aventus en Aventus Detachering bv worden beschouwd als publieke activiteiten, dan wel activiteiten die in het verlengde van de publieke taak liggen. De algemene reserves van deze onderdelen vormen onderdeel van het publieke vermogen. De activiteiten van AC&EC bv en SEPRA worden beschouwd als private activiteiten. De algemene reserves van deze onderdelen vormen onderdeel van het private vermogen.

Treasury managementZoals al aangegeven is de liquiditeitsratio van ROC Aventus momenteel relatief laag, maar zijn er zodanige afspraken met de bank die de nieuw-bouw financiert dat we, desgewenst, eenvoudig gebruik kunnen maken van kortlopende kredietfaciliteiten. Bovendien zijn begin 2010 nog een aantal verkochte panden opgeleverd, waardoor de liquide middelen aanzienlijk zijn toegenomen.

Voor beslissingen op het gebied van treasury activiteiten is een treasury statuut opgesteld. In dit statuut zijn de hoofdlijnen van het treasury beleid vastgelegd, zijn de bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van de uitvoering van dat beleid geschilderd en is de informatie-voorziening aan de diverse partijen uiteen gezet.

De ‘Regeling Beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek’ is als vertrekpunt gebruikt voor het opstellen van dit treasury statuut. Het treasury statuut wordt elke drie jaar op actualiteitswaarde getoetst en zo nodig aangepast. In 2009 heeft een actualisatie plaatsge-vonden.

De doelstellingen van het treasury beleid van ROC Aventus zijn:1. Het garanderen van voldoende financiële middelen voor de school-

activiteiten op korte en lange termijn.2. Het beheersen van rente- en rendementsrisico’s die samenhangen

met financiering, belegging en cashmanagement.3. Het realiseren van een zo hoog mogelijk rendement op het eigen

vermogen door een zo optimaal mogelijk rendement op liquide en belegde middelen.

ROC Aventus vindt het gebruik van rente-instrumenten uitsluitend toe-laatbaar om renterisico’s te reduceren. Er dient steeds een verband te bestaan tussen de opbouw van de leningenportefeuille, beleggingen en/of nieuw aan te trekken middelen en de inzet van rente-instrumenten. Deze instrumenten dienen een fixerend c.q. afschermend karakter te hebben.

Het tegenpartijrisico wordt beperkt door uitsluitend onderhandse con-tracten af te sluiten met partijen die minimaal in het bezit zijn van een AA-rating.

Ten behoeve van het verantwoord omgaan met beleggingen is onder-meer opgenomen dat het beheer van een evt. beleggingsportefeuille wordt opgedragen aan een professionele vermogensbeheerder.

In 2009 is niet belegd in aandelen en/of andere waardepapieren. Voor het afdekken van renterisico ten aanzien van de hypothecaire leningen wordt gebruik gemaakt van derivaten zodanig dat risico’s worden gemi-nimaliseerd.

Verwachtingen voor de toekomst• Ontwikkeling studentenaantallen: De verwachting is dat we, vooral als gevolg van de huidige eco-

nomische crisis, het cursusjaar 2010/2011 met 230 (2%) minder studenten zullen starten dan het cursusjaar 2009/2010. Vooral onze sectoren Techniek en Mobiel houden rekening met een aanzienlijke terugloop van studenten, respectievelijk -6% en -7,5%. Op de wat langere termijn zal deze terugloop naar verwachting weer worden ingelopen tot we in het cursusjaar 2013/2014 weer terug zijn op het huidige niveau.

• Ontwikkeling OCW-bekostiging: Het is de verwachting dat de bijdragen van de overheid de komende

jaren sterk teruglopen. Het bedrag per student dat roc’s ontvangen, zal waarschijnlijk dalen van € 7.174 in 2009 naar € 6.472 in 2014; een terugloop van 10%. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid van extra overheidsbezuinigingen in het kader van het terugdringen van het overheidstekort in de komende jaren.

Daarnaast zijn de komende jaren aanzienlijke overheidsbezuinigingen nodig om het huidige begrotingstekort op een gezond niveau terug te brengen. Wij houden er rekening mee dat ook de mbo-sector met



extra bezuinigingen wordt geconfronteerd. Naast de teruglopende OCW-financiering, zoals eerder is genoemd, loopt hierdoor het be-drag dat wij voor een student ontvangen mogelijk nog verder terug.

• Inburgering en volwasseneneducatie: OCW heeft vanaf 2010 € 50 miljoen overgeheveld van het educatie

budget naar andere budgetten. Voor ROC Aventus betekent dit dat er bijna € 1,1 miljoen minder beschikbaar komt voor de gemeenten in de stedendriehoek. De verwachting is dat dit met name ten koste zal gaan van de basiseducatie.

In 2010 zullen in de stedendriehoek diverse aanbestedingen door de gemeenten worden uitgezet voor inburgering. ROC Aventus streeft er naar bij de uitvoering betrokken te worden. De verwachtingen hieromtrent zijn positief.

• Ontwikkeling huisvestingsexploitatie: Op 1 februari 2010 is ons nieuwe gebouw in Zutphen geopend,

zodat ook in dit deel van de Stedendriehoek het onderwijs in een moderne vorm en omgeving gestalte kan worden gegeven. ROC Aventus beschikt nu voor een groot deel over moderne, aantrekke-lijke onderwijslocaties. De investering in deze moderne locaties heeft wel tot gevolg dat de huisvestingskosten aanzienlijk zijn gestegen vanwege de toenemende afschrijvings- en rentelasten. De van OCW

te ontvangen huisvestingsvergoeding zal de eerstkomende jaren on-voldoende zijn om deze gestegen lasten te dekken. Hoewel hiermee op voorhand rekening is gehouden, heeft dit wel gevolgen voor de exploitatie van de komende jaren. Streven blijft echter om dit tekort op de huisvesting geen invloed te laten hebben op de middelen die worden besteed aan de personele en materiële exploitatie. Uiteraard zal worden gezocht naar mogelijkheden om de huisvestingslasten zoveel mogelijk te beperken.

• Ingezette maatregelen: Bovenstaande ontwikkelingen scheppen een somber beeld van de

inkomsten voor de komende jaren. Daarom is een aantal bezuini-gingsmaatregelen in gang gezet die hun invloed zullen hebben in 2010 en 2011. Daarnaast wordt onderzocht welke bezuinigings- en besparingsmogelijkheden er zijn óf mogelijkheden om onze inkom-sten te vergroten. Hiervoor is eind 2009 een zogenaamde ‘taskforce’ ingesteld, die begin 2010 zijn voorstellen heeft gepresenteerd. Op basis van deze voorstellen worden verdere acties ondernomen. Het primair proces kan hierbij niet worden ontzien. Daarbij geldt de am-bitie om met minder mensen tenminste dezelfde kwaliteit te kunnen leveren. Oftewel: hoe kunnen we zaken (nog) slimmer en efficiënter organiseren.

hoofdstuk 5

Begroting 2010De begrotingscijfers voor het jaar 2010 zijn als volgt vastgesteld door het college van bestuur en goedgekeurd door de raad van toezicht:

Begroting 2010 EUR EUR Baten Rijksbijdragen 75.238.000 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.151.000 Baten werk in opdracht van derden 1.366.000 Overige baten 8.088.000 Totaal baten 87.843.000 Lasten Personeelslasten 63.885.000 Afschrijvingen 5.086.000 Huisvestingslasten 7.181.000 Overige lasten 9.663.000 Totaal lasten 85.815.000 Saldo baten en lasten 2.028.000 Financiële baten en lasten -2.239.000 -2.239.000 Resultaat -211.000

Deze begroting vertoont een negatief saldo van € 211.000. Hierbij gaan wij ervan uit dat we in staat zijn in 2010 een bezuiniging van € 2,5 miljoen door te voeren. Door de teruglopende financiering van het ministerie van OCW en het teruglopen van het aantal studenten moeten ook de uitgaven worden aangepast. Dit zal voornamelijk plaatsvinden door vermindering van het aantal personeelsleden. In deze begroting is geen rekening gehouden met te realiseren boekwinsten op over te dragen panden. Naast een zeer substantieel effect dat dit zal hebben op de exploitatie, zal dit ook een positieve invloed hebben op de liquiditeitspositie.



Ruimte voor ontwikkelingROC Aventus bouwt aan de toekomst. Met de grootschalige verhuizings-operatie in Apeldoorn (2007) nog vers in het geheugen is in Deventer in 2008 de bestaande locatie aan de Middelweg uitgebreid. In 2009 is een gloednieuwe onderwijslocatie gebouwd aan het Stationsplein in Zutphen. Op 1 februari 2010 is deze nieuwbouwlocatie in gebruik genomen. Een gebouw dat weer precies past bij het onderwijs waar ROC Aventus voor staat: gemakkelijk toegankelijk, transparant en veelzijdig, met voldoende ruimte voor ontwikkeling. Voor vandaag en voor de toekomst.

Verbetertraject ‘Koersvast’In hoofdstuk 4 heeft u kunnen lezen over het verbetertraject ‘Koersvast’. Dit verbetertraject – dat uit zowel een aantal structuur- en organisatiewijzi-gingen bestond, als een aantal concrete verbeterprojecten – had in 2009 een grote impact op onze organisatie, en dus ook op de bedrijfsvoering.

De acht benoemde directeuren maakten voor ‘hun’ sector een zoge-naamd inrichtingsplan. Deze plannen waren in juni 2009 gereed voor besluitvorming door het college van bestuur. Het inrichtingsplan geeft enerzijds een blik op de toekomst, doordat het onder andere globaal beschrijft hoe de sector georganiseerd en aangestuurd wordt, hoe interne en externe relaties worden onderhouden en welke sectordoelstellingen gelden (afgeleid van het strategisch beleidsplan 2008-2012). Anderzijds zijn in de inrichtingsplannen ook een aantal belangrijke sectorspecifieke zaken vastgelegd, om continuïteit te waarborgen en het risico van kennis-verlies door het vertrek van directeuren zoveel mogelijk te beperken. Denk hierbij aan een beschrijving van de leidende pedagogische en didactische keuzes en van processen en IT-systemen.

Vervolgens werd het schooljaar 2009/2010 gestart met een nieuwe indeling van de organisatie. Rond de zomervakantie – normaliter toch al een hecti-

sche periode – dienden de klantprocessen (onderwijs, diplomering, intake etc.) uiteraard gewoon doorgang te vinden. Tegelijk werd het schooljaar 2008/2009 afgerond terwijl ook de voorbereidingen voor een goede start van het nieuwe schooljaar moesten worden getroffen. Menige Aventusme-dewerker heeft in deze periode alle zeilen bijgezet om in augustus het nieuwe schooljaar succesvol te kunnen starten.Het aanpassen van een aantal belangrijke systemen zoals de systemen voor personeelsinformatie en financiën vroeg om zorgvuldigheid. Die aan-passingen vonden plaats in de tweede helft van 2009, zodat deze per 31 december 2009 waren ingericht op basis van de nieuwe sector structuur.

RisicomanagementROC Aventus onderkent het belang van risicomanagement. Risico’s kun-nen een bedreiging vormen voor de continuïteit en de voortgang van be-drijfsprocessen. Met proactief risicomanagement wordt er naar gestreefd om de impact van risico’s op de bedrijfsvoering te minimaliseren door risico’s expliciet inzichtelijk en vervolgens beheersbaar te maken. Op die manier kan verantwoording worden afgelegd over risico’s aan belangheb-benden en kunnen risico’s worden meegenomen in de besluitvorming bij het nemen van beleids- of investeringsbeslissingen.

Het risicomanagement van ROC Aventus is gericht op:• het opstellen van een risicoprofiel volgens de gekozen methode;• het nemen van maatregelen, binnen de vastgestelde verantwoordelijk-

heden, bevoegdheden en taken, om risico’s te verminderen;• het opbouwen van voldoende weerstandsvermogen.

Doelstellingen van risicomanagement zijn:• Het verkrijgen van integraal inzicht in de risico’s die ROC Aventus loopt.• Het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening door het

nemen van beheersmaatregelen voor de risico’s.

Bedrijfsvoering

• Het objectiveren en bepalen van het weerstandsvermogen. • Het bevorderen van vertrouwen in de organisatie:

- Intern (bij zowel het eigen management en personeel, als bij de raad van toezicht en het college van bestuur)

- Extern (o.a. ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, onderwijsinspectie, studenten)

De risico’s worden periodiek en systematisch in kaart gebracht met be-hulp van een risicomatrix van risicogebieden en risicocategorieën. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) en de Universiteit van Twente ontwikkelde methodiek. Het achtereenvolgens identificeren, analyseren en beoorde-len van risico’s resulteert in het risicoprofiel. Dit is een overzicht van de risico-eigenschappen van de organisatie, met bijbehorende kansen en (financiële) gevolgen.

Op basis van het risicoprofiel wordt berekend hoeveel geld benodigd is om de risico’s financieel af te dekken (benodigde weerstandscapaciteit). Dit bedrag kan worden afgezet tegen het totaal aan financiële middelen dat kan worden ingezet ter financiering van de risico’s (beschikbare weerstandsca-paciteit, zijnde de som van de algemene reserve, de huisvestingsreserve en de herwaarderingsreserve). De verhouding benodigde weerstandscapaciteit t.o.v. beschikbare weerstandscapaciteit levert het weerstandsvermogen op.

ROC Aventus streeft na om zo weinig mogelijk risico te lopen en, mits financieel verantwoord, zoveel mogelijk risico’s af te dekken. ROC Aventus streeft een weerstandsvermogen na dat tenminste voldoende is, oftewel een ‘ratio weerstandsvermogen’ van minimaal 1,0. Op basis van de laatste uitgevoerde inventarisatie ultimo 2008 is de ratio bepaald op 1,9. Dit geeft aan dat het weerstandsvermogen ruim voldoende is.


Risicomanagement valt onder de integrale verantwoordelijkheid van het lijnmanagement. Het college van bestuur is uiteindelijk verantwoordelijk voor alle risico’s en de acties die worden ondernomen om deze te beheersen. Daarnaast zijn sectordirecteuren, managers van stafdiensten en teamma-nagers medeverantwoordelijk voor die risico’s die worden gelopen binnen de organisatieonderdelen waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen. De be-voegdheid om risico’s af te handelen en om maatregelen te implementeren is voorbehouden aan het college van bestuur, sectordirecteuren, managers van stafdiensten en teammanagers.

De raad van toezicht keurt het risicomanagementbeleid goed. Het geheel van werkzaamheden inzake de risicobeheersing (inclusief de genomen maatregelen) wordt besproken met de audit commissie en, indien daar volgens de commissie aanleiding toe bestaat, met de voltallige raad van toezicht.

Samen met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) is in 2006 een eerste risico-identificatie, risicoanalyse en risicobeoordeling uitgevoerd. Daarbij zijn de risico’s in beeld gebracht, is het risicoprofiel vast-gesteld en is het vereiste weerstandsvermogen bepaald. Van de geïdenti-ficeerde risico’s is een top 10 van risico’s opgesteld waarop de organisatie zich als eerste heeft gericht met te nemen maatregelen. Inmiddels zijn dusdanige maatregelen genomen dat voor zes van deze top 10 risico’s de risico’s tot een aanvaardbaar niveau zijn teruggebracht en dat beheersing daarvan in de staande organisatie is opgenomen.

In 2008 is volgens de afgesproken cyclus een nieuwe risico-inventarisatie uitgevoerd. Op basis daarvan is in combinatie met de nog openstaande risico’s uit de eerder opgestelde top 10, een nieuwe Aventus-brede top 10 opgesteld. Risicomanagement is een vast onderdeel van de periodieke kwartaalrapportages dat binnen het Aventus Management Team (AMT) wordt besproken.


In 2009 zijn onder andere de volgende maatregelen genomen om de kans dat een risico optreedt te verkleinen en om de gevolgen bij een evt. optre-den te verminderen:• Afspraken met andere onderwijsinstellingen in Apeldoorn en Zutphen om

bij calamiteiten van elkaars faciliteiten gebruik te kunnen maken;• De beheersing van de afgesproken onderwijstijd is verbeterd door intro-

ductie van een meer eenduidige systematiek van registratie en bijsturing;• Het proces om van kwaliteitszorg te komen tot kwaliteitsmanagement is

in gang gezet;• Vergroting van de rol van leertrajectbegeleiders bij het terugdringen van

voortijdig schoolverlaten;• Frequenter inschakelen van ons eigen servicebureau bij dreigend school-

uitval;• Verbetering van de intake om studenten beter naar een geschikte oplei-

ding te leiden;• Verdere professionalisering van de inkoop;• Om de financiële beheersing te verbeteren wordt meer aandacht

besteed aan tussentijdse rapportages en worden een verplichtingen-administratie en contractenregister opgezet;

• Control, audit, risicomanagement en compliance zullen nadrukkelijker in de organisatie worden belegd.

KwaliteitszorgAventus is in 2004-2007 de Nederlandse trekker geweest van een Eu-ropees project ‘Peer review’. In 2008 is het systeem van externe audits verlaten en zijn we overgestapt op de methodiek van zogenaamde ‘peer reviews’, die breed in de sectoren is ingevoerd. Een peer review is een audit door ‘peers’, oftewel externe ‘gelijken’, collega’s uit vergelijkbare organisa-ties. De peers worden uitgenodigd een oordeel te geven over díe aspecten, die de organisatie zélf aandraagt. De teams bestonden uit een onafhankelijk voorzitter, twee of drie leden afkomstig uit collega-instellingen en, in de meeste gevallen, één lid uit het regionale bedrijfsleven.

In april 2009 werd het jaarlijkse kwaliteitsonderzoek van de onderwijsinspectie vervolgd, dat plaatsvond in december 2007. Bij dit jaarlijkse bezoek werd bij vier opleidingen (opleidingsteams) in twee sectoren (Economie & Onderne-men en Gezondheidszorg, Dienstverlening & Welzijn (GDW) Apeldoorn) nog tekortkomingen geconstateerd. Het kwaliteitsonderzoek was erop gericht om na te gaan of de noodzakelijke verbeteringen tot stand waren gekomen. De opleidingen van Economie & Ondernemen bleken nu aan de kwaliteitseisen te voldoen, die van GDW nog niet. Bij een nieuwe controle begin 2009 heeft de inspectie ook over deze opleidingen een positief oordeel afgeven.

Interne regelingen en gedragscodesHet bestuur van ROC Aventus vindt het belangrijk dat medewerkers en stu-denten op een adequate en veilige wijze eventuele klachten kunnen melden, hun bezwaren tegen (voorgenomen) besluiten kenbaar kunnen maken en vermoedens van misstanden kunnen melden. Voor de afhandeling daarvan kent ROC Aventus diverse regelingen, codes en (klachten-)commissies. De belangrijkste bespreken wij hieronder:

• Klachtencommissie sociale veiligheid: deze heeft betrekking op alle stu-denten, cursisten en medewerkers. Deze commissie heeft in 2009 geen klachten ontvangen.

• Klachtenbehandeling onderwijs: de hiervoor aangestelde commissie heeft in 2009 geen klachten ontvangen.

• Commissie van beroep examens: ook geschillen met betrekking tot examinering deden zich in 2009 niet voor.

• Commissie Klokkenluider: deze regeling (van december 2007) voorziet in de mogelijkheid om vermeende misstanden bij een hogere dan de direct leidinggevende aanhangig te maken. Deze commissie heeft in 2009 geen meldingen ontvangen.

• Interne geschillencommissie: de interne geschillencommissie heeft in 2009 één geschil behandeld. Het betrof een interpretatiegeschil over de wijze waarop de bindingstoelage al dan niet moest worden uitbetaald. Nadat de MBO Raad de nodige duidelijkheid had verschaft hebben alle bezwaarden (125 personen) hun bezwaar ingetrokken.


Nieuwe websiteEen website is het visitekaartje van de organisatie. Dit geldt zeker ook voor een organisatie als ROC Aventus. Onderzoek onder (toekomstige) studenten, ouders en decanen (2008) wijst uit dat internet het belangrijkste informatiemedium is in de oriëntatiefase en de informatiefase van onze potentiële studenten. De recente ontwikkelingen in onze organisatie (nieuw strategisch beleid, marketingplan, aangescherpte merkstrategie, digitale producten-catalogus) maakten het noodzakelijk dat wij onze website onder de loep namen. Na maanden van voorbereiding en intensieve samenwerking tussen de stafdiensten Communicatie & Marketing en Informatisering & Automatisering, en met medewerking van veel collega’s binnen de sectoren, is op 1 september 2009 de nieuwe website gelanceerd.

Uitgangspunten• ‘Look&feel’: De nieuwe website sluit qua vormgeving en

uitstraling volledig aan bij de merkstrategie van Aventus. • Klantfocus: De vormgeving en structuur hebben een sterke klant/

relatie-focus. Vanuit de homepage kunnen onze belangrijkste doelgroepen snel terechtkomen bij de informatie die zij nodig hebben.

• Keuzeproces ondersteunen: De website is het belangrijk-ste informatiemedium voor potentiële studenten. Dit wordt optimaal ondersteund door de ‘studiekiezer’. Deze applicatie wordt volledig gevoed met gegevens uit de digitale produc-tencatalogus. Dit is een nieuw systeem, waarin alle opleidin-geninformatie wordt vastgelegd en beheerd en van waaruit het voorlichtingsmateriaal wordt gevoed.

Het resultaat kunt u zelf bekijken op www.aventus.nl.

85

Salarissen college van bestuurSinds 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens van kracht. De inkomens van het college van bestuur hebben zich als volgt ontwikkeld: 2007 2008 2009Voorzitter college van bestuur: Belastbaar jaarloon 134.278 141.267 144.262Waarvan pensioenbijdrage 16.651 19.404 18.998Waarvan gebruik leaseauto 8.553 8.177 7.593 Lid college van bestuur: Belastbaar jaarloon 123.750 135.546 139.535Waarvan pensioenbijdrage 15.969 17.921 17.964Waarvan gebruik leaseauto 8.544 8.544

De Governance Code BVE inzake bandbreedte van beloningen leden college van bestuur geldt als uitgangspunt voor ROC Aventus.

Beloning raad van toezichtDe beloning voor de raad van toezicht is vastgesteld, zoals binnen de sector gebruikelijk, conform de richtlijnen die zijn vastgelegd in de regeling ‘Honorering leden van Raad van Toezicht van mbo-instellingen’. De vijf leden van de raad van toezicht hebben over 2009 een bezoldiging ontvangen van in totaal € 29.600.

In 2009 is een ontbindingsovereenkomst met een medewerker afge-sloten waarbij een eenmalige uitkering van € 134.000 is uitbetaald. Samen met het reguliere salaris over een deel van 2009, komt het totaal uitbetaalde bedrag over 2009 daarmee op € 190.630.


hoofdstuk 6 ***** Vooruitblik 2010 en verder

Heimen van Andel: “Nog veel zaaien en een beetje

Oogsten”

87***** Vooruitblik 2010 en verder

Niet voor niets werd de meerjarenstrategie van ROC Aventus aan

studenten, hun ouders, externe relaties en medewerkers als ‘reis’

gepresenteerd. Om in 2012 het reisdoel te halen - een klant-

gerichte en professionele organisatie te zijn met tevreden(er)

klanten en enthousiaste medewerkers - is immers een behoor-

lijke weg af te leggen. Terugkijkend op 2009 zijn zeker een aantal

tussenhaltes bereikt, vinden Heimen van Andel en Anky Veldman,

college van bestuur. Met heldere prioriteiten, duidelijke focus en

noodzakelijke soberheid vervolgt Aventus in 2010 zijn weg.

Samen, sober, slim en succesvol. Die vier woorden stonden centraal in de nieuwjaarsspeech, die de voorzitter van het college van bestuur van Aventus begin januari hield voor medewerkers. Zorgvuldig gekozen uiteraard en passend in de koers voor 2010.

Samen: topteams“Afgelopen jaren hebben onze onderwijsteams voor het eerst echt ervaren wat het betekent om resultaatverantwoordelijk te werken”, con-stateert Anky Veldman. “We zien wel veel verschillen tussen teams: het ene team is veel verder dan het andere. Ook de aanpak verschilt sterk. In 2010 draait daarom het project Topteams. Onderwijsteams houden alle vrijheid om het onderwijs en de begeleiding van studenten zelf vorm te geven, maar we maken duidelijker wat de spelregels zijn en wat de speelruimte is waarbinnen zij dat kunnen doen. Het professioneel sta-tuut, dat eind 2010 landelijk wordt ingevoerd in het middelbaar beroeps-

onderwijs, helpt ons ook als het gaat om meer duidelijkheid.”Zo moet die resultaatverantwoordelijkheid meer zichtbaar worden en moet de professionaliteit van de teams organisatiebreed voor studenten merkbaar verder verbeteren.Van Andel: ”Teams moeten als permanent basisuitgangspunt hebben: hoe leveren wij toegevoegde waarde aan de talentontwikkeling van iedere student, als was het hun eigen kind.”Meer duidelijkheid leidt hopelijk ook tot meer werkplezier, hopen Veldman en Van Andel. In 2009 zijn de ‘kaders’ voor die duidelijkheid in elk geval neergezet. Door de vorming van het managementteam met daarin per sector één directeur en het college van bestuur kan daad-krachtiger worden geopereerd.

Soberder en slimmerSamen de schouders eronder, dus. Dat is ook nodig gezien de noodza-kelijke bezuinigingen. Met minder mensen moet meer worden gedaan. “Gelukkig hoefden in 2009 geen medewerkers met gedwongen ont-slag”, zegt Veldman, “en hebben we veel medewerkers intern of extern kunnen herplaatsen.” Niettemin hakt een bezuinigingsoperatie met personele gevolgen er flink in. En Aventus is er nog niet. Meer bezuini-gingen dreigen.Efficiënt werken, prioriteiten stellen, minder regels en procedures: slimmer werken. “Sectoren moeten zich maximaal focussen op goed onderwijs en goede begeleiding”, licht Van Andel toe. “Er wordt een groot beroep gedaan op de professionaliteit en flexibiliteit van onze medewerkers.”

Meer kwaliteit, meer succesOm de onderwijsteams van de sectoren zo goed mogelijk te ondersteu-nen bij die ‘focus’, startte in 2009 een aantal organisatiebrede verbeter-

Nog veel zaaien en een beetje oogsten

2010: samen, sober, slim en succesvol

projecten, die moeten zorgen voor een succesvollere organisatie. Of het nu gaat om voorlichting en intake, examinering of bedrijfsprocessen, in alles moet de focus klantgerichtheid zijn.“Het kan niet zo zijn dat twee broers in het mbo bij ons ieder een totaal andere intakeprocedure, voorlichting of begeleiding krijgen. We gaan niet toe naar allemaal uniforme opleidingen, maar in bedrijfsprocessen komt wel meer eenduidigheid in de gehele Stedendriehoek”, legt Veldman uit.

Vaak in de top tienVóór de indruk ontstaat dat álles beter moet: het is natuurlijk mooi dat de jaarlijkse vergelijking van alle mbo-instellingen in Nederland laat zien dat Aventus goed scoort en op diverse organisatieonderdelen bij de beste tien organisaties zit. Ook kreeg Aventus complimenten uitgedeeld van VNO-NCW over de samenspraak met het regionale bedrijfsleven.“PraktijkPlaza is een mooi voorbeeld”, vindt Van Andel. “Studenten, docenten en bedrijfsleven vinden elkaar hier digitaal en kunnen dé match maken voor een praktijkopdracht of stage.”Ook op onderwijsgebied gaat veel goed. Al mag landelijk de invoering van het competentiegericht onderwijs een jaar later zijn afgerond omdat veel roc’s niet klaar zijn, bij Aventus draaien vrijwel alle opleidingen competentiegericht. “We hebben er nu vooral nog last van dat niet alle kwalificatiedossiers klaar zijn”, meldt Veldman.Het praktijkgehalte in het onderwijs nam de afgelopen tijd binnen en buiten de school een enorme vlucht, vult Van Andel aan.

Innovatiekracht kan groterEén van de verbeterprojecten die in 2010 moet zorgen voor een frisse wind, is ‘innovatie’. “Om ook in de toekomst kwaliteit te kunnen blijven bieden, moet onze innovatiekracht sterker worden”, legt Veldman uit. Diverse instrumenten zagen in 2009 al het licht: managers binnen Aventus wisselen kennis over onder meer de nieuwste management-theorieën en bedrijfsvoering uit en medewerkers vertellen in het Innovatie café over hun vernieuwingen in het onderwijs.Een belangrijk punt van aandacht voor 2010: verdere bestrijding van

voortijdig schoolverlaten. “Ondanks alle inspanningen zien we dat nog teveel jongeren onze school zonder diploma verlaten. Dat komt ook om-dat we nu scherper kijken naar de overgang van vmbo naar mbo. Door-dat we iedereen in beeld hebben, komt nu een grotere groep studenten binnen die anders na het vmbo zou zijn uitgevallen. Juist deze studenten vragen om extra begeleiding. Sowieso kijken we nog scherper of we de goede dingen doen en werpt de start van de zorgadviesteams in 2009 in 2010 vruchten af”, hoopt Veldman.

Wens: hoger rapportcijferVeel gaat goed en er blijft nog veel te doen, op weg naar 2012, is de gezamenlijke conclusie. Wat wordt 2010 voor jaar? “Nog veel meer zaaien en een klein beetje oogsten”, denkt Van Andel. “Eind 2010 hoop ik vooral op een hogere waardering van onze studenten voor met name organisatorische onderwijszaken”, besluit Veldman.

hoofdstuk 6 ***** Vooruitblik 2010 en verder

89***** Vooruitblik 2010 en verder

Heimen van Andel en Anky Veldman:

“Veel gaat goed en er blijft nog veel

te doen,

op weg naar 2012”

hoofdstuk 7 ***** indicatoren 2009

1. Verklaring bevoegd gezag (niveau: instelling) Het bevoegd gezag van ROC Aventus, zijnde het college van bestuur, heeft bepaald en onder meer in het strategisch beleidsplan vastgelegd dat ROC Aventus weten regelgeving naleeft. Dit beleidsuitgangspunt is onderdeel van de wijze waarop het college van bestuur de organisatie aanstuurt en bestuurt en is geborgd in onder andere de planning & control cyclus. Daar waar (intern dan wel extern) onderzoek aantoont dat dit onverhoopt niet vol-ledig het geval is, wordt via de planning & control cyclus geborgd dat actie wordt ondernomen om deze omissies zo snel als mogelijk te verhelpen. 2. Opbrengsten (niveau: instelling en organieke eenheid)

2a diplomaresultaat 2005/06 2006/07 2007/08 2008/09 Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc 66,9% 58,5% 66,9% 61,2% 65,9% 62,5% 66,6% 64,7%

per niveau niveau 1 39,8% 32,0% 39,0% 45,3% niveau 2 48,5% 51,5% 45,7% 48,0% niveau 3 67,4% 78,9% 74,3% 73,8% niveau 4 77,6% 73,8% 74,7% 74,7% per leeftijdscategorie jonger dan 23 67,0% 67,9% 65,0% 65,1% 23 en ouder 66,6% 63,5% 68,7% 71,8% per sector Economie 69,1% 70,9% 64,6% 64,4% Ondernemen 71,1% 70,9% 68,5% 58,6% Gezondheid 78,6% 76,3% 70,2% 69,0% Welzijn 71,7% 71,0% 72,8% 70,0% HTR 64,1% 65,2% 56,9% 58,3% Mobiel 76,0% 71,7% 73,4% 70,9% Techniek 68,9% 68,3% 64,6% 64,4%

91***** indicatoren 2009

2b jaarresultaat 2005/06 2006/07 2007/08 2008/09 Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc 68,6% 61,6% 67,7% 62,6% 64,9% 62,5% 66,2% 64,8%

per niveau niveau 1 67,0% 54,4% 57,1% 66,9% niveau 2 64,6% 66,9% 60,7% 61,0% niveau 3 63,9% 69,2% 63,2% 65,5% niveau 4 74,4% 70,1% 70,3% 70,7% per leeftijdscategorie jonger dan 23 69,3% 69,2% 65,1% 65,9% 23 en ouder 65,5% 62,0% 64,4% 67,2% per sector Economie 68,4% 70,7% 63,3% 66,2% Ondernemen 72,0% 70,5% 69,1% 63,5% Gezondheid 77,4% 78,6% 70,2% 71,9% Welzijn 70,6% 71,2% 72,8% 69,9% HTR 64,1% 65,4% 60,1% 62,3% Mobiel 76,3% 74,3% 75,3% 74,5% Techniek 73,4% 70,9% 69,1% 71,6%

2c percentage nieuwe vsv-ers 2005/06 2006/07 2007/08 2008/09 Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc

8,0% 10,5% 7,6% 10,2% 8,1% 9,6% 8,5% 9,3%

per niveau niveau 1 32,3% 37,3% 30,7% 34,2% niveau 2 14,2% 13,2% 14,7% 15,4% niveau 3 5,8% 3,2% 4,3% 5,5% niveau 4 4,6% 5,0% 5,2% 4,7%


3. Examinering (niveau: instelling en organieke eenheid)Zie bijlage 1 Examenjaarverslag 4. VOA 4a Omvang

2006/07 2007/08 2008/09 Percentage VOA-geïndiceerden 26,5% 27,0% 27,1%

4b Diplomaresultaat

2006/07 2007/08 2008/09

Diplomaresultaat VOA-geïndiceerden 45,9% 44,6% nnb

5. Tevredenheid deelnemers (niveau: instelling en organieke eenheden) Beoordeling ROC Aventus gem. roc’s school 6,3 6,3 opleiding 6,8 6,9 lesprogramma 3,1 3,2 docenten 3,7 3,5 studiebegeleiding 3,4 3,3 stage 3,7 3,6 werkplek (BBL) 3,7 3,7 informatie 3,5 3,5 organisatie 3,1 3,1 inspraak 3,0 3,0 veiligheid 3,6 3,7 onderwijsfaciliteiten 3,1 3,1

Per sector: Beoordeling school Beoordeling opleiding 2007 2008 2007 2008

E&O A 6,20 6,70 6,20 6,70 E&O D 6,40 7,20 6,40 7,20 GDW A 6,50 6,80 6,50 6,80 GDW D 6,60 6,90 6,60 6,90 HTR 6,10 6,30 6,10 6,30 Mobiel 6,40 7,20 6,40 72,00 Techniek 6,30 6,40 6,30 6,40

Bron: JOB ODIN


6. Personeel (niveau: instelling) Over de hier te presenteren cijfers zijn nog geen afspraken gemaakt tussen OCW en de MBO Raad.

7. Financiële positie (niveau: instelling)

7a Solvabiliteit 2005 2006 2007 2008 2009 Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc 0,46 0,48 0,39 0,46 0,37 0,42 0,30 0,33 0,31 nnb

7b Liquiditeit 2005 2006 2007 2008 2009 Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc 1,27 1,19 0,74 0,98 0,63 0,86 0,71 0,68 0,42 nnb

7c Rentabiliteit 2005 2006 2007 2008 2009 Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc Aventus gem. roc 2,80 2,00 2,20 0,39 0,50 0,60 3,10 -0,80 0,60 nnb

Voor een toelichting verwijzen wij u naar hoofdstuk 5, pagina 76.


8. Regelingen (niveau: niet van toepassing) 8a Innovatiearrangement Toegekende subsiedie project ‘Professie à la carte’: € 435.680. Toegekende subsidie project ‘Excellent Leren, Excellent Organiseren’: € 512.000. 8b Innovatiebox

FES-middelen Beschikbaar gesteld Toegekend Toegevoegd/ cofinanciering Totaal Beschikbaar

Jaar 2006 € 2.067.309 € 537.503 € 2.604.812 Jaar 2007 € 1.813.353 € 2.236.304 € 4.049.657 Jaar 2008 € 1.795.981 € 1.253.049 € 3.049.029 Totaal € 5.676.643 € 4.026.856 € 9.703.498 Bestedingen in jaar 2009 Totaal bestedingen

Jaar 2008 besteed in 2009 € 1.795.981 € 1.253.049 € 3.049.029 Totaal bestedingen in 2009 € 3.049.029 Aantal Bronnen van cofinanciering samenwerkingspartijen Derden: bedrijven, organisaties, gemeenten, etc. € - - Overig: reguliere basisfinanciering, subsidieregelingen mbo-instellingen € 1.253.049 nvt Totaal Specificatie totaal bestedingen in het jaar 2009 € 3.049.029 Waarvan ontvangen als innovatiebox (FES-deel) € 1.795.981 Waarvan gefinancieerd uit overige bronnen € 1.253.049


Doelstellingen personeel overig aantal docenten aantal studenten1.1 Ontwikkelen lesmateriaal voor competentiegericht beroepsonderwijs € 1.637.859 € 90.509 274 x1.2 Docentenstages € 233.448 € 1.243 60 x1.3 Instroom zwakke doelgroepen in praktijkopleidingen € 338.077 € 8.104 44 12071.4 Ontwikkelen examenmateriaal voor competentiegericht beroepsonderwijs € 739.789 € - 91 x

Totaal bestedingen in het jaar 2009 € 2.949.173 € 99.856 469 1207

Overige Innovatiegelden

Aanvullende vergoeding, niet zijnde FES-middelen Beschikbaar gesteld Besteed Nog te besteden tot en met voorgaand jaar € 3.131.335 € 2.856.824 € 274.512

verslagjaar 2009 (vanuit 2008) € 274.512 € - verslagjaar 2009 € 1.086.080 € 863.488 € 222.592 Totaal € 1.086.080 € 1.138.000 € 222.592

vóór 1 janauri 2011 nog te besteden € 222.592

Totaal Specificatie totaal bestedingen in het jaar 2009 € 2.240.749 Waarvan ontvangen als innovatiebox € 1.138.000 Waarvan gefinancieerd uit overige bronnen € 1.102.749

Doelstellingen personeel overig docenten studenten partijen J/N2.1 Versterken praktijkgerichtheid in het leertraject € 186.847 € 2.282 24 1210 J2.2 Optimaliseren van de schoolorganisatie € 352.238 € - 59 x N2.3 Verbeteren begeleiding studenten binnenschools € 516.418 € - 61 5020 N2.4 Verbeteren begeleiding studenten buitenschools € 67.116 € - 7 490 J3 Verbetering aansluiting beroepskolom € 500.626 € - 73 1080 J4 Vernieuwing beroepsonderwijs met bedrijfsleven € 477.538 € 17.816 75 918 J5 Bevorderen ondernemerschap € 100.386 € 19.482 9 95 NTotaal bestedingen in het jaar 2009 € 2.201.169 € 39.580 308 8813

aantal aantal met andere samenwerking


8c Stagebox Toegekend Besteed Te besteden Beschikbaar gestelde middelen tot en met voorgaand jaar € 1.784.474 € 1.157.857 € 626.617

verslagjaar 2009 (vanuit 2008) € - € 626.617 € - verslagjaar 2009 € 602.878 € - € 602.878

vóór 1 januari 2012 nog te besteden. € 602.878

Totaal Specificatie totaal bestedingen in het jaar 2009 € 1.005.914 Waarvan ontvangen als stagebox € 626.617 Waarvan gefinancieerd uit overige bronnen € 379.297

Doelstellingen personeel overig allochtoon opleidingen plaatsen plaatsen 1.a Zorg dragen voor passende stage-/simulatieplaatsen € 332.287 € - x x x x J1.b Intensieve begeleiding naar stage-/simulatieplaatsen € 236.365 € - 28% 100% x x J2.a Aanbieden van passende stageplaatsen € 116.060 € - 25% 83% 1766 x J2.b Creëren van simulatieplaatsen € 216.624 € - 40% 83% x 315 J2.c Adequate opleiding van studentenbegeleiders € 104.578 € - x x x x JTotaal bestedingen in het jaar 2009 € 1.005.914 € -

% aandeel beroeps- stage- simulatie- andere

gerichte aantal aantal werking met

competentie- samen- % aandeel

partijen J/N

Voor een meer inhoudelijke beschrijving van de uitgevoerde activiteiten verwijzen wij naar bijlage 2.


8d Duale trajecten In het kader van de tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken voor werkende jongeren zonder startkwalificatie, werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden zijn geen aanvragen ingediend. 8e EVC In het kader van de tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken voor werkende jongeren zonder startkwalificatie, werkzoekenden en met werkloosheid bedreigden zijn geen aanvragen ingediend. 8f Laaggeletterdheid De inhoudelijke verantwoording voor deze ontvangen middelen is opgenomen in hoofdstuk 2. 8g LGF Jaar Bedrag van Saldo 2008 Ontvangen in Lasten 2009 Saldo 2009 toewijzing 2009 2008 € 234.174 € 148.885 € 269 € 137.500 € 11.654 2009 € 343.527 - € 343.527 € 137.411 € 206.116

partijen J/N

Bijlage 1 – Examenjaarverslag

Examenjaarverslag ROC Aventus 2009Het examenjaarverslag ROC Aventus is gebaseerd op de verslagen van de examencommissies van de verschillende sectoren. Vanwege de organisatiewijzigingen die medio 2009 zijn doorgevoerd is een aantal examencommissies gewijzigd van samenstelling.

In 2009 is het toezicht op de examens uitgevoerd door de Onder-wijsinspectie. De aandachtspunten zijn ongewijzigd gebleven t.o.v. voorgaande jaren:1. Heeft het beroepenveld vertrouwen in de kwaliteit van de examine-

ring?2. Zijn de deelnemers tevreden over de kwaliteit van de examinering?3. Zijn de betrokken bij de examinering deskundig?4. Voldoet het exameninstrumentarium inhoudelijk aan de uitstroomeisen?5. Voldoet het exameninstrumentarium aan toetstechnische kwali-

teitscriteria?6. Zijn de examineringsprocessen transparant?7. Zijn de examineringsprocessen geborgd?8. Voldoet de instelling aan de wettelijke vereisten rondom examinering?

Het jaarlijkse onderzoek naar de kwaliteit van de examens vond plaats op 29 en 30 oktober en 6 november 2009. In totaal zijn 11 opleidingen in de steekproef opgenomen, 5 in de sector Techniek, 2 in de sector Mobiel, 2 in de sector Ondernemen, 1 in de sector Economie en 1 in de sector Welzijn.

De inspectie oordeelt dat de kwaliteit van de examinering van zes van de onderzochte opleidingen voldoende is; de kwaliteit van de examinering van vijf opleidingen is onvoldoende beoordeeld.

Het betreft hier één opleiding van de sector Mobiel:“Bij de opleiding Landbouwtechniek is de examinering van onvoldoende kwaliteit omdat niet wordt voldaan aan de inhoudelijke uitstroomeisen. Een te groot deel van de eindtermen is niet te traceren in de examens en sommige eindtermen met een vaardigheidscomponent worden met een verkeerde toetsvorm geëxamineerd. Het exameninstrumentarium voldoet wel aan de toetstechnische eisen.” (Bron: Onderwijsinspectie)

En vier opleidingen van de sector Techniek:“Het exameninstrumentarium dat wordt ingekocht voor Machinaal verspaner, Draaier, Plaatwerker en Assistent verwarmingsmonteur is op grond van eerdere beoordeling bij de leverancier Kenteq van onvoldoen-de kwaliteit. Het gaat hierbij om toetsinhoudelijke, of om toetstechnische tekorten, ofwel beide. Dit betekent dat de beoordelingen van Kenteq worden overgenomen voor ROC Aventus en dat deze het eindoordeel van de opleiding negatief beïnvloeden.” (Bron: Onderwijsinspectie)

Ten aanzien van de examenkwaliteit van de vier opleidingen van de sec-tor Techniek geldt dat het exameninstrumentarium bij een externe partij, Kenteq, is ingekocht. Indien de examenproducten van deze leverancier in 2009 al zijn onderzocht en onveranderd bij de onderwijsinstelling wor-den ingezet, heeft de inspectie verder niet meer naar het exameninstru-mentarium gekeken. Het oordeel dat uit het onderzoek bij de leverancier voortkwam is overgenomen in dit onderzoek.

Vanwege deze onvoldoende beoordeling zal de inspectie de examinering van deze opleidingen volgend jaar opnieuw onderzoeken. De betreffen-de onderwijsteams hebben, onder verantwoordelijkheid van de sectordi-rectie, verbeteracties voorbereid om ervoor te zorgen dat de beoordeling van de Onderwijsinspectie bij een volgend bezoek wel voldoende is. Bij

Bijlagen

99

de sector Mobiel is inmiddels een start gemaakt om de afgekeurde exa-menproducten (toetsen, toetsmatrijzen, beoordelaarmodellen) zodanig te construeren dat deze voldoen aan de standaarden m.b.t. examinering. Daarnaast wordt opnieuw bekeken of alle eindtermen een plaats hebben in de OER en wordt er een aanpassing doorgevoerd naar het op de juiste wijze toetsen van eindtermen (eindterm met een vaardigheidscom-ponent kan niet schriftelijk getoetst worden). Deze activiteiten moeten 1 juni 2010 zijn afgerond.Binnen de sector Techniek heeft de teammanager verantwoordelijk voor de opleidingen electro- en installatietechniek zitting in de stuurgroep consortium MEI (Metaal-, electro- en installatietechniek). Deze heeft regelmatig overleg met de directie en management van Kenteq over de voortgang van de vereiste verbeteracties. Op basis van de afgespro-ken verbeteracties heeft het management van de sector Techniek het vertrouwen dat Kenteq komend cursusjaar de vereiste en toegezegde verbeteringen heeft aangebracht in de door de sector ingekochte exa-menproducten.

Daarnaast heeft de Onderwijsinspectie een onderzoek kwaliteitsverbete-ring verricht naar de examenkwaliteit van de opleiding Mediavormgever van de sector Ondernemen, nadat dit examen in 2008 een onvoldoende beoordeling had gekregen. De Onderwijsinspectie heeft de examenkwa-liteit van deze opleiding nu als voldoende beoordeeld.

De kwaliteit van onze examinering – en het verbeteren daarvan - blijft onze continue aandacht vragen. Het volgen van de afgesproken procedures in het ‘Handboek Toetsing en Examinering’ is daarbij van groot belang. Onderdeel van het organisatieverbetertraject ‘Koersvast’ is het ‘verbeterplan examinering & kwalificering’, waarvoor in 2009 een projectdirecteur is aangesteld. Dit project zal in 2010 dienen te leiden tot het op peil houden en verder verbeteren van de kwaliteit van de exa-mens én de beoordeling ervan door inspectie, studenten en toekomstig beroepenveld.

1. Inzet IBO- en ZAT-middelen 2009

In aansluiting op de nota ‘IBO BVE’ heeft het kabinet besloten structu-reel gericht middelen te verstrekken om met name het voortijdig school-verlaten van ‘zorgleerlingen’ te verminderen. Daarnaast kunnen deze middelen in 2009 gebruikt worden om experimenten te realiseren of good practices breder in de organisatie uit te rollen. Deze zogenaamde IBO-middelen hebben als doelstelling om de volgende zaken mogelijk te maken:

• Verbeteren van de doorlopende leerloopbaan vmbo-mbo;• Vergroten van de arbeidsmarktkansen voor zorgleerlingen;• Inrichten van een systematische zorgstructuur om leerlingen,

afkomstig uit het vmbo die daar geïndiceerd zijn voor leerweg-ondersteunend onderwijs;

• Inrichten van Zorg Advies Teams.

ROC Aventus heeft in 2009 ca. € 2.200.000 aan IBO- en ZAT-middelen ontvangen.

Hoofddoel van de inzet van IBO- en ZAT-middelen is het reduceren van het aantal voortijdig schoolverlaters. Om dit te bereiken voert ROC Aventus diverse activiteiten uit. Een aantal van deze activiteiten wordt op alle sectoren op dezelfde wijze uitgevoerd. Daarnaast kiest iedere sector eigen activiteiten en passende maatregelen, die voor de eigen sector het meest effectief zijn. Hierna volgt een aantal voorbeelden van deze activiteiten en maatregelen.

• Verbeteren van de doorlopende leerloopbaan vmbo-mbo ROC Aventus werkt, vanuit het project ‘Beroepskolom Steden-

driehoek’, structureel samen met andere mbo-scholen en met

toeleverende v(mb)o, vso en PrO-scholen in de regio. Dit samenwer-kingsverband is vanwege de rivier de IJssel, als natuurlijke regionale scheiding, opgesplitst in de ASB (Apeldoorns Samenwerkings-verband) en de SBMIJ (Samenwerkingsverband Midden IJssel). Financiering van deze samenwerkingsverbanden komt deels vanuit de innovatiebox en deels vanuit de IBO-middelen. Voorbeelden van ondernomen activiteiten zijn:- Portfolio. Diverse activiteiten ter vernieuwing van het bestaande

portfolio. Het gaat hierbij specifiek om het creëren van ruimte voor informatie over het taal- en rekenniveau en over ontwikkelingen aangaande sport en bewegen van de vmbo-leerlingen. Dit kan lei-den tot extra ondersteuning in het vmbo en mbo. Daarnaast biedt deze informatie de mbo-intaker handvaten over het kennis- en vaardigheidsniveau van de leerling. De kans op een verantwoorde plaatsing van een leerling op een vervolgopleiding wordt hierdoor vergroot.

- Intake. Bij de intakeprocedure neemt het portfolio een belangrijke plaats in. Intakers van het mbo weten welke scholen met het portfolio werken. Op alle sectoren krijgen leerlingen een indivi-dueel intakegesprek. Indien dit nodig is, kan een vervolggesprek plaatsvinden, een zogenaamde verlengde intake. Hierbij kan de sector ook ondersteuning krijgen van medewerkers van Aventus Servicecentrum. Het wordt hierdoor beter mogelijk op voorhand een inschatting te maken van de kansen en beperkingen voor de betreffende leerling. Welke begeleiding heeft de leerling nodig en is dit binnen Aventus te realiseren? Dit vergroot een passende opleidingskeuze. Indien gewenst wordt een studie- en beroeps-keuze onderzoek uitgevoerd. Studenten kunnen deelnemen aan een voortraject waarbij een beter beeld van opleiding en beroep kan worden gekregen en waarin eventuele achterstanden zoveel mogelijk kunnen worden weggewerkt. Via ondersteuningslessen

bijlagen

Bijlage 2 – IBO, innovatieprojecten en innovatiebudget

101

en oriënterende stages worden deze studenten begeleid.- Programma ‘Opzicht’. Derdejaars vmbo-tl-leerlingen van alle

vmbo-scholen uit de Stedendriehoek bezoeken op één dag de mbo-opleiding van hun keus. De opleidingsteams maken hiervoor een speciaal programma. Het aanbod is in 2009 uitgebreid waardoor leerlingen zeker een opleiding konden kiezen waar hun interesse naar uit gaat. Door het aangeboden programma krijgen leerlingen een beter beeld van het beroep en van de opleiding die ze waarschijnlijk volgend schooljaar gaan kiezen.

- Docentenuitwisseling. Het organiseren van docentenuitwisselingen tussen vmbo en mbo. Dit jaar is er onder andere een uitwisseling geweest van docenten die betrokken zijn bij het taalonderwijs. Hierdoor kan de ontwikkeling, om te komen tot afstemming tus-sen vmbo en mbo rondom de in te voeren referentieniveaus, in gang gezet worden.

- Workshop ‘Studeren op het mbo’. In 2009 is er op een groot aan-tal scholen van de beroepskolom deze workshop gegeven. Het is de bedoeling dat leerlingen van het vmbo door deze workshop beter en gerichter voorbereid worden op de overstap naar het mbo. Ze worden geïnformeerd over de wijze van toelating op het mbo, het intakegesprek met gebruikmaking van het portfolio, en op welke wijze ze in het mbo begeleid gaan worden.

• Vergrotenvandearbeidsmarktkansenvanzorgleerlingen- Met verschillende organisaties in de techniek zijn en worden

stagemogelijkheden gecreëerd (schilderen, stukadoren, Bouw-basic, Bouwstarters, ROI, infra, elektrotechniek, installatietechniek, procestechniek, werktuigbouw).

- Samen worden begeleidingssystemen ontwikkeld. Ook wordt onderzocht of BOL-leerwerkroutes in de techniek haalbaar zijn.

- Met het vmbo wordt samengewerkt om de afstemming en doorstroming te bevorderen. Ook is gestart met een onderzoek of re-integratietrajecten ontwikkeld kunnen worden.

- Om de arbeidskansen van zorgleerlingen te bevorderen, wordt extra aandacht besteed aan het verstrekken van informatie over

vervolgopleidingen en begeleidingstrajecten naar werk (bijvoor-beeld training solliciteren). Ook wordt jaarlijks een enquête gehou-den onder alumni (de MBO kaart).

- Er wordt specifiek lesmateriaal ontwikkeld en aangeboden. Studenten kunnen gebruik maken van extra lessen Nederlands, herhalingslessen, toetstrainingen en huiswerkbegeleiding.

- Voor studenten die nog onvoldoende in staat zijn een volwaar-dige stage uit te voeren of waarvoor moeilijk stageplaatsen zijn te vinden zijn specifieke voorzieningen ingericht, zoals opleidings-leerbedrijven. Op deze wijze wordt het mogelijk om vanuit een praktijkgerichte invalshoek aan de competentieontwikkeling van studenten te werken. Dit sluit met name aan op de dominante leerstijl in de lagere niveaus. In een aantal gevallen wordt daarbij samengewerkt met bedrijven (Vedior, Avenance, Rabobank,

Mol beveiliging).- Daar waar mogelijk worden meer (en kortere) bpv-periodes

ingevoerd en worden studenten van de lagere niveaus ingezet bij samenwerkingsverbanden en leerwerkplekken van hogere niveaus. Er wordt veel aandacht besteed aan het onderhouden van netwerken ten behoeve van praktijkleren en simulatieopdrachten.

• Inrichtenvaneensystematischezorgstructuur In 2008 heeft de stafdienst Onderwijs een start gemaakt met het in

kaart brengen van de zorgstructuur. Deze structuur maakt duidelijk welke taken en verantwoordelijkheden op iedere sector aanwezig zijn op het gebied van de speciale begeleiding/zorg. In 2009 is verder ge-werkt aan het optimaliseren van deze structuur, zowel in- als extern.- Zorgcoördinator. Iedere sector heeft een eigen zorgcoördinator.

Er wordt afstemming gezocht tussen de taken van de zorgcoördi-nator en van de overige medewerkers die zich bezighouden met speciale begeleiding/zorg. De Aventus-brede voorziening Aventus Servicecentrum wordt hierbij nauw betrokken. Daarnaast wordt gewerkt aan een structureel netwerk met de externe partners van zorgen hulverlenende instellingen, gemeentelijke instellingen en toeleverende scholen. Daarbij is samenwerking gezocht met alle

zorgcoördinatoren van toeleverende scholen in de regio. - Zorgformulier. Het zorgformulier is het instrument dat ingezet

wordt wanneer er bij een toeleverende school zorg is voor een leerling die de overstap naar ROC Aventus maakt. De zorg-coördinator van betreffende school is hierbij de contactpersoon. In 2009 is het zorgformulier van de beroepskolom op inhoud en vorm herzien. Alle toeleverende scholen, inclusief vso en PrO-scholen, kunnen de zorg die zij hebben over hun leerlingen op een gestandaardiseerd formulier aangeven. Op basis hiervan wordt een inschatting gemaakt over welke speciale begeleiding/zorg noodzakelijk of wenselijk is. Aventus Servicecentrum biedt alle sectoren ondersteuning bij dit traject.

- Schoolmaatschappelijk werk. Ter versterking van de interne zorgstructuur is in oktober 2009 in Apeldoorn en Deventer een start gemaakt met het inkopen van maatschappelijk werk1 vanuit externe organisaties. Hierdoor kan de focus meer gericht worden op preventie. In 2010 start het schoolmaatschappelijk werk in Zutphen. Medewerkers van Aventus Servicecentrum dragen zorg voor de juiste afstemming tussen de diverse medewerkers op alle sectoren en de maatschappelijk werkers.

- Verzuimmelding. In 2009 is gestart met de digitale verzuimmel-ding. Op iedere sector is hiervoor een contactpersoon geautori-seerd. Op basis van de binnengekomen meldingen zijn er inten-sieve contacten vanuit ROC Aventus, op verschillende niveaus, met medewerkers van LPA/RMC. Het aantal meldingen is in de loop van 2009 sterk toegenomen evenals de deskundigheid van leertrajectbegeleiders om te signaleren.

- Op de portal van Aventus kunnen ouders, op basis van een per-soonlijke toegangscode en een wachtwoord, inzicht krijgen in het verzuim van hun zoon/dochter.

• Overige Aventus-brede initiatieven- We hebben een aantal jaren deelgenomen in een deels provinciaal

ondersteund mentoringproject waarbij risicoleerlingen een externe mentor kregen aangeboden. 20 tot 30 studenten hebben hier (vaak met succes) aan deelgenomen. In juli 2008 heeft de provin-cie haar deelname gestaakt. Gezien het succes van de aanpak is dit desondanks wel doorgezet waardoor ook in 2009 risicostu-denten hebben geparticipeerd in het project. Daarnaast is, vanuit de beroepskolom, een start gemaakt om deze methodiek als pilot in te zetten bij de vmbo-scholen.

- Naast reguliere ouderavonden worden zgn. rondetafelbijeenkom-sten met ouders georganiseerd waarin gelegenheid wordt geboden te spreken over zaken als: veiligheid op school, competentiegericht leren, verloop van contacten met school, bpv-problemen, etc. Naar aanleiding van rondetafelgesprekken wordt communicatie met de thuissituatie geïntensiveerd: eerder uitleg van afwijkingen van ge-plande voortgang van de opleidingen (bijv. bij langdurige ziekte van docent) en nieuwsbrief per opleiding per semester.

- ROC Aventus heeft, ten behoeve van een juiste afstemming in de begeleiding aan studenten, contacten met onder andere:

> Rec’s > Vmbo’s en andere toeleverende scholen > Coachproject > Mentoringproject > Zorg- en hulpverlenende instanties (ZAT) > Penitentiaire inrichtingen > CWI > Ouders/verzorgers

• Voorbeelden van ondersteuning die binnen Aventus is georganiseerd- Voor studenten: > Begeleiding van studieloopbaan > Onderzoek specifieke leer- en gedragsproblemen > Assessment

bijlagen

1 Door een geoormerkt subsidiebedrag van OCW wordt het mogelijk ge-

maakt externe deskundigheid vanuit deze beroepsgroep aan te trekken.

103

> Remediale hulp > Faalangstreductie > Sociale- en leervaardigheid > Solliciteren > Specifieke vormen van begeleiding (bijvoorbeeld LGF) > Informatie verstrekken over studiefinanciering > Verwijzing naar externe instanties > Specifieke begeleidingsvragen bij doorstroom > (loopbaanadvisering en sociaal-emotioneel)- Voor onderwijsteams en leertrajectbegeleiders (ltb’ers): > Coördinatie intakeprocedure > Ondersteuning ltb’ers > Informatie verstrekken over doorstroommogelijkheden / alter-

natieve studiemogelijkheden > Formats aanleveren (o.a. startdocument, ltb-formulier) > Aanbieden van scholingsmogelijkheden ltb’ers

• InrichtenZorgAdviesTeams Medio 2009 is in Apeldoorn en Deventer een Zorg Advies Team ge-

start, naar het voorbeeld van het in 2008 gestarte Zorg Advies Team te Zutphen. Elk team is multidisciplinair en bestaat uit medewerkers van ROC Aventus en vertegenwoordigers van externe organisaties. Voor een aantal externe partners worden gemaakte kosten vergoed omdat voor hen een eigen financieringsbasis ontbreekt.

Het team komt zes tot acht keer per jaar bij elkaar voor het be-spreken van actuele cases. Voor het ter bespreking inbrengen van zorgleerlingen is een digitaal formulier beschikbaar op de website die speciaal is ontwikkeld ter ondersteuning van de Zorg Advies Teams. Op deze site is een beveiligd gedeelte gecreëerd waar men alleen met een persoonlijke inlogcode toegang toe heeft. Daarnaast bevat de site veel informatie over werkwijzen en methodieken, signalerings-lijsten, etc. om de leertrajectbegeleiders beter te informeren over bijvoorbeeld risicogedrag.

Bij iedere bespreking is ook de leertrajectbegeleider van de student aanwezig waardoor zijn handelingsbekwaamheid vergroot wordt. Door duidelijke afspraken te maken met elkaar over de te onder-nemen acties kan de begeleiding/zorg efficiënt ingezet worden. De zorgcoördinator van de betreffende sector is de verbindende schakel tussen de leertrajectbegeleider en de externe partner.

De leden van elk Zorg Advies Team vormen daarnaast een structureel netwerk op het gebied van zorg/begeleiding. Hierdoor kan snel en adequaat hulp gezocht worden voor een zorgleerling als dit nodig is.

In alledrie de steden is nu een ZAT ingericht. Het ZAT Zutphen is in 2009 geëvalueerd. Deze evaluatie geeft aan dat de samenstelling van het ZAT efficiënt is en dat de expertise van de externe partners pas-sende handelingsadviezen heeft opgeleverd. Het aantal ingebrachte studenten in 2009 is beperkt, wat mede veroorzaakt lijkt te worden door de relatieve onbekendheid van deze voorziening. In 2010 wor-den de ZAT’s verder onder de aandacht gebracht bij de betreffende medewerkers zodat deze voorziening optimaal benut kan worden.

2. Overzicht innovatieprojecten 2009• APLforjuvenileyoungsters: Transfer of Innovation LLL/EU. Looptijd project: tot 1 april 2011. Doel

van het project is ervaringen, training, best practice en methoden uit te wisselen over het gebruik van portfolio en evc voor beroepsonder-wijs in de jeugdgevangenissen. Partners in Nederland, Italië, Portugal.

• AnkerprojectvanKennisnet:dedocentenwinkel: De docentenwinkel is een laagdrempelig initiatief binnen ROC Aven-

tus om onderwijzend personeel te helpen met het ontwikkelen van innovatieve leermiddelen (vaak gerelateerd aan een ICT-component, bijvoorbeeld Grassrootsprojecten) en het delen van kennis. De docentenwinkel is per 1oktober 2009 geopend. In de docentenwin-kel worden naast de activiteiten die hierboven zijn vermeld ook de volgende zaken aangeboden:

- Demonstraties (nieuwe) state of the art apparaten (promo’s);- Hulp bij produceren van kleine multimediaproducten;- Uitlenen van ICT-middelen t.b.v. onderwijsdoeleinden (camcorders etc.);- 2 uur-trainingen rond ICT-toepassingen (aanbod-/vraaggericht).

• Front office - Euro Disney project EVD – ministerie van EZ. Looptijd project: tot mei 2009. PIB-project (Program-

ma Internationalisering Beroepsonderwijs). Studenten van de sector HTR krijgen speciale opleiding waarbij hun bpv wordt uitgevoerd bij Euro Disney Parijs.

• Grassrootsprojecten: In 2009 voerden we 18 projecten uit.

• Leonardo Transmitter (Mobiliteit studenten): Looptijd project: tot 1 juni 2009. Doel: internationale bpv voor 200 van

onze studenten.

• Leonardo Magic (Mobiliteit studenten): Looptijd project: vanaf 1 juli 2009. Doel: internationale bpv voor 200 van

onze studenten.

• Leonardo Transfer: Looptijd project: tot 1 juni 2009. Doel: internationale mobiliteit voor 60

van onze docenten.

• Leonardo ICE: Looptijd project: vanaf 1 juli 2009. Doel: internationale mobiliteit voor 60

van onze docenten.

• Radix USA project (Uitwisseling met de Verenigde Staten): In 2009 hebben vijf docenten deelgenomen aan uitwisseling met col-

lega’s, voor 2010 is er één aanmelding.

• Implementing an APL centre in a Vet/Edu school: Transfer of Innovation LLL/EU project. Looptijd project: tot 1 april 2009.

Het project ‘het implementeren van een evc-centrum’ heeft tot doel om een evc-centrum op te zetten om werknemers uit het bedrijfsle-ven van evc-diensten te voorzien. Het consortium bestaat uit ROC Aventus, Cinop, Bureau Zuidema, Kadiz in Ljubljana (Slovenie), Hel-lenic Regional Development Centre in Patras (Griekenland), Wisamar in Leipzig (Duitsland), Industrie und Commerz-Kammer in Leipzig (Duitsland), Networking Education Centre in Padova (Italie).

• Santa project - Samenwerkende Alliantie Nijmegen–Twente-Aventus: Deze drie roc’s werken samen om projecten op het gebied van maat-

schappelijke ontwikkelingen en innovatie te ontwikkelen en capaci-teitsproblemen bij het uitvoeren van projecten op te lossen.

• Ler(n)ende Euregio project. Mogelijkheden voor samenwerking met Duitse projectpartners in

het grensgebied op het gebied van korte bezoeken, curriculum/ programmaontwikkeling, stages, uitwisseling van studenten.

• Innovatiearrangement: ‘Professie à la carte en ‘Excellent Leren Excellent Organiseren’:

De subsidieregeling Innovatiearrangement die het Platform Beroeps-onderwijs uitvoert betreft bijzondere innovaties, die tot doel hebben het stimuleren en realiseren van een betere samenwerking met het bedrijfsleven en/of in de beroepskolom. ROC Aventus heeft in dit kader twee gesubsidieerde projecten lopen:

- ‘Professie a la carte’: Toegekende subsidie: € 435.680. Looptijd project: Looptijd vanaf 1 oktober 2009 tot 1 oktober 2012. Toegekende subsidie: € 435.680. Doelen:

• Professionaliseren van medewerkers (o.a. door Hoge School Arnhem-Nijmegen)

• Professionaliseren van praktijkbegeleiders• Toepassen van de menukaartsystematiek bij evc-procedures• Menukaartsystematiek toepassen als HRM- en professionalise-

ringsinstrument.

bijlagen

105

Partners uit het bedrijfsleven, vmbo, hbo en Kernwerk.- ‘Excellent Leren Excellent Organiseren’ (ELEO): Toegekende subsidie: € 512.000. Looptijd project: tot 31 januari

2011. De aanleiding voor dit project is dat in een kennismaatschappij de leerloopbaan van de individuele deelnemer meer centraal moet staan, met als uitgangspunt dat competentieontwikkeling wordt afgestemd op diens ambities, talenten en eerder verworven compe-tenties. Dat wil zeggen dat maatwerkonderwijs aangeboden moet worden aan individuele werknemers. Dit vergt een omslag van een aanbodgerichte naar een dienstverlenende onderwijsorganisatie waar de mogelijkheden van de individuele deelnemer centraal staan. Het roosteren van leerstof in jaarklassen wordt uiteindelijk vervangen door het plannen van individuele leerroutes op basis van competentieont-wikkeling.

Het project richt zich op de vraag hoe maatwerk in het onderwijs is te organiseren en welke verbeteringen in de onderwijslogistiek daar voor nodig zijn. Partners: regionaal bedrijfsleven en vmbo.

• BeroepsonderwijsKermisexploitantenproject: Looptijd project: vanaf 1 oktober 2009. Doel: het project richt zich

op bewustwording van de mogelijkheden van het beroepsonderwijs op niveau 1 en 2 voor kermisexploitanten. Daarbij gaat het zowel om leertrajecten die op roc’s gevolgd kunnen worden op deze niveaus, als om de mogelijkheden die evc biedt. Het doel van het project is kermisexploitanten te informeren over de mogelijkheden om gebruik te maken van regulier beroepsonderwijs. Partners: Stichting Rijdende school, NKB, Bovak, ROC West Brabant, Alfa College, Bureau Zui-dema.

• Massproject:LeonardoTOIproject: Looptijd project: vanaf 1 oktober 2009 tot 1 april 2011. Doel van

het project is ervaringen die het Engels beroepsonderwijs heeft met speciale programma’s voor jongeren die op een of andere wijze afstand hebben gekregen tot onderwijs of arbeidsmarkt vertalen naar de situatie in de andere landen. Hoe kun je in het beroepsonderwijs

deze jongeren voorzien van startkwalificaties, of hiernaar toewerken? Partners: Schotland, Zweden, Griekenland, Roemenië.

• LeonardoenGrundtvigpartnershipsprojecten: Vier projecten met looptijd vanaf 1 oktober 2009 tot 1 april 2011.

Doel van het project is een netwerk op te bouwen met de betrokken partners uit diverse landen die trainingen/scholing verzorgen op het gebied van duurzaamheid, entrepreneurship, job transitions en evc-methodiek. Het opdoen van ervaringen en veranderingen de nieuwe inzichten is een belangrijk item.

• LeonardoPeerReviewImpact: Looptijd: van 1 november 2009 tot 1 november 2011. Project on-

derzoekt welke voorwaarden leiden tot implementatie van evaluatie-resultaten. Partners: Oostenrijk, Italië, Finland en Hongarije.

3. Innovatiebudgetten

Vanaf 2006 krijgt het mbo financiële ruimte voor vernieuwing, via de zogenoemde innovatiebox en stagebox. Hierin bundelt de overheid ver-schillende innovatieregelingen waarmee roc’s, samen met regiopartners, doelen kunnen realiseren die aansluiten op de thema’s van de landelijke innovatieagenda en in staat zijn om de broodnodige stageplaatsen te realiseren.

Deze middelen worden deels voor een langere termijn toegekend (tot en met 2010). Dit betreft de innovatiebox en stagebox. Een ander deel wordt jaarlijks al of niet opnieuw toegekend vanuit het economisch structuurfonds, de zogenaamde FES-middelen. Of deze middelen worden toegekend wordt jaarlijks bepaald bij het voorjaarsoverleg en worden pas definitief na de rijksbegroting in september. Dat betekent daarom dat hierover pas halverwege een al lopend jaar duidelijkheid komt. Deze late bekendmaking brengt uiteraard grote financiële risico’s met zich mee. Daarom heeft ROC Aventus besloten deze middelen pas in te zetten in het jaar volgend op het jaar van toekenning (dus FES-

middelen 2006 inzetten in 2007, die uit 2007 in 2008 en die uit 2008 in 2009). Voor 2009 zijn geen FES-middelen meer toegekend.

FES-middelenIn hoofdstuk 7 (‘Indicatoren ROC Aventus 2009’) vindt u een financieel overzicht van de toegekende FES-middelen en de besteding ervan. Voor de FES-middelen 2008 (ingezet in 2009) geldt een verplichte cofinan-ciering van 35%. Uit het overzicht blijkt dat ROC Aventus in 2009 aan deze eis heeft voldaan. De co-financiering vindt met name plaats vanuit de reguliere OCW-middelen. Onze co-financiers zijn vmbo-instellingen, gemeentes, CWI’s, bedrijven, kenniscentra, RMC’s, MKB-organisaties en VNO-NCW.

Overige InnovatiegeldenIn hoofdstuk 7 (‘Indicatoren ROC Aventus 2009’) vindt u ook een finan-cieel overzicht van het bedrag dat ROC Aventus, naast FES, in het kader van de innovatiebox heeft ontvangen en de besteding er van. Uit dit overzicht blijkt dat ROC Aventus aanmerkelijk meer inspanning heeft ver-richt aan deze activiteiten dan waar het door het ministerie voor wordt bekostigd. In 2009 is € 863.488 van het ministerie ontvangen bedrag van € 1.138.000 besteed en € 222.592 doorgeschoven naar 2010.

Naast het van het ministerie ontvangen bedrag heeft ROC Aventus nog € 1.102.749 uit andere bronnen ingezet. Ook bij deze innovatieactivi-teiten zijn diverse externe partijen betrokken, zoals vmbo-instellingen, andere mbo-instellingen, hbo-instellingen, gemeentes, CWI’s,bedrijven, kenniscentra, RMC’s, KvK, MKB-organisaties, VNO-NCW organisaties en het Regionaal Platform Arbeidsmarkt.

StageboxHet kabinet en de sociale partners hebben eind 2005 in de Stichting van de Arbeid afspraken gemaakt over het realiseren van 20.000 extra stage- en simulatieplaatsen voor moeilijk plaatsbare studenten en over het realiseren van intensieve (stage)begeleiding van deze studenten.

Met de subsidieregeling stagebox beroepsonderwijs 2006 tot en met 2010 is invulling gegeven aan deze afspraken.

Uit financieel overzicht in hoofdstuk 7 (‘Indicatoren ROC Aventus 2009’) blijkt dat ROC Aventus ook op dit gebied meer inspanning heeft verricht aan deze activiteiten dan waar het door het ministerie voor wordt bekos-tigd. In 2009 is naast het in 2008 van het ministerie ontvangen bedrag van € 626.617 nog eens € 379.297 uit andere bronnen ingezet. Het in 2009 ontvangen bedrag ad € 602.878 is volledig doorgeschoven naar 2010. Evenals bij de innovatie-activiteiten in het kader van de innovatie-box, zijn ook bij de ontwikkelingen binnen de stagebox diverse externe partijen betrokken.

Eigen financiële middelen voor innovatie Naast de specifiek van de overheid ontvangen innovatiemiddelen heeft ROC Aventus ook zelf middelen uit de reguliere bekostiging ingezet voor specifieke innovatieactiviteiten. Hierbij gaat het om een bedrag van € 1.900.000. Deels is dit besteed aan de doelstellingen van de innova-tie- en stagebox, deels aan door ROC Aventus zelf bepaalde innovatie-activiteiten.

Naast de Aventus-breed aangestuurde innovatieactiviteiten, vinden er op alle sectoren nog onderwijsververnieuwingsactiviteiten plaats zonder dat daar op centraal niveau middelen voor beschikbaar worden gesteld.

Al met al heeft ROC Aventus dus voor meer dan € 8 miljoen aan innova-tie besteed.

bijlagen

107

COLOFONROC Aventus, juni 2010Samenstelling:Stafdienst Communicatie & Marketing, ROC AventusEindredactie: Paul Adels, Rieks KralInterviews: Anne-Marie Veldkamp, BathmenFotografie: Jeroen Jazet, UtrechtVormgeving: de PLOEG communicatieDruk: Thieme Deventer

Met veel dank aan alle studenten, cursisten, relaties en medewerkers van ROC Aventus die meewerkten aan dit jaarverslag.

ROC AventusLaan van de Mensenrechten 500, 7331 VZ ApeldoornPostbus 387, 7300 AJ ApeldoornT 088-2836000E [email protected] www.aventus.nl

Jaarverslag ROC 2009 lowres

Documents

Transcript of Jaarverslag ROC 2009 lowres