Chapter 2 2kgt what's up

13
What’s up Chapter 2 2kgt

Transcript of Chapter 2 2kgt what's up

Page 1: Chapter 2 2kgt what's up

What’s up

Chapter 2 2kgt

Page 2: Chapter 2 2kgt what's up

Vragen maken in de past simple

Vragen met to be: altijd were of was vooraan in de zin.

Were you at the station?Was he/she/it in the room an hour ago?Were they nice people?Was John here yesterday?

Page 3: Chapter 2 2kgt what's up

Geen vorm van to be in de zin:gebruik did + hele werkwoord

Did you like the show?Did he understand that man?Did Alice know the answer?Did they find the bank robber?

Page 4: Chapter 2 2kgt what's up

tel de werkwoordenen

volg het juiste lijntje

er staan 2 of meer werkwoorden in de zin

draai onderwerp en pv om

er staat maar één ww in de zin

het is een vorm vanto be

draai onderwerp en pv om

het is geen vorm van to be

staat er een s achter het ww?

zet does voor de zin het ww wordt het hele ww

staat het ww inde verleden tijd?

zet did voor de zinhet ww wordt het hele ww

overige gevallen

zet do voor de zin

VRAGEN MAKEN

Page 5: Chapter 2 2kgt what's up
Page 6: Chapter 2 2kgt what's up

Ontkenningen in de Past simple

Ontkenningen met to be:

Je gebruikt was not en were not

I was not on time.

You were not at home.

He/she/it was not very nice.

They/we were not at the cinema

Let op! In gesprekken gebruik je meestal de korte vormen wasn’ten weren’t

Page 7: Chapter 2 2kgt what's up

tel de werkwoordenen

volg het juiste lijntje

er staan 2 of meer werkwoorden in de zin

Zet not na de pv

er staat maar één ww in de zin

het is een vorm vanto be

Zet not na de pv

het is geen vorm van to be

staat er een sachter het ww?

Zet doesn’t na het onderwerphet ww wordt het hele ww

staat het ww inde verleden tijd?

zet didn’t na het onderwerphet ww wordt het hele ww

overige gevallen

zet don’t na het onderwerp

Ontkennendmaken

Page 8: Chapter 2 2kgt what's up

Ontkenningen met andere werkwoorden

Je gebruikt didn’t + hele werkwoord:

I didn’t call him again.You didn’t ask my name.The horse didn’t want to gallop anymore.She didn’t drive here all alone.They didn’t hear her come in.

Page 9: Chapter 2 2kgt what's up
Page 10: Chapter 2 2kgt what's up

Must en Should

must + hele ww moet(en)

Je vindt ZELF dat iemand iets moet doen (verplicht)

should + hele ww zou(den) moeten

Je vindt dat iets eigenlijk zou moeten (advies)

vb. Mother: “You must clean your room”

“You should see a doctor”

Page 11: Chapter 2 2kgt what's up

must not + hele ww moet niet/mag niet

should not + hele ww zou niet moeten

vb. You mustn’t park here

Je MAG hier niet parkeren

You shouldn’t park here

Je zou hier niet moeten parkeren

Page 12: Chapter 2 2kgt what's up

Now show what you know!(vul in: must / mustn’t of should / shoudn’t)

1. I be on time or the train will be gone.2. You worry about your exams. You’ll be

fine!3. Frank sleep more. He looks terrible.4. Everybody pay taxes.5. Anne eat that. It’s bad for her!6. They go to Brazil. It’s so beautiful there!7. You have a ticket to get in.8. Lily go there. It’s forbidden.

Page 13: Chapter 2 2kgt what's up