Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

92
JAARVERSLAG

description

Jaarverslag van de CHE van 2012.

Transcript of Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Page 1: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

JAARVERSLAG

Page 2: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

ONTWERP

Ella van Pijkeren

FOTOGRAFIE

Art van GrondelleSuzanne van der Knijff, SuegraphyShutterstock

CONTACT

Marketing & Communicatie BezoekadresMarijke Toorman - du Crocq Oude Kerkweg 100Telefoon: 0318-696300 6717 JS Ede Telefoon: 0318-696300Postadres: Fax: 0318-696396Postbus 80 E-mail: [email protected] 6710 BB Ede Website: www.che.nl

Jaarverslag 2012 | Colofon

Page 3: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Het College van Bestuur blikt terug op een succesvol maar enerverend 2012. Een jaar waarin een aantal in- en externe ontwikkelingen de koers van onze hogeschool voor de komende jaren zal beïnvloeden. Zo stelde de CHE dit voorjaar een nieuw instellingsplan vast: Voorrang aan Verbinding. In dit plan geven we aan waar het in onze hogeschool om draait: de christelijke (beroeps)vorming van studenten die we door kwalitatief hoogwaardig onderwijs in goede verbinding met het werkveld en onderzoek opleiden tot professionals. Wij willen dat zij verantwoordelijkheid nemen in deze pluriforme en multireligieuze samenleving. Deze doelstelling is wat medewerkers op de CHE drijft.

De CHE kreeg in 2012 weer hoge waarderingen voor haar opleidingen. We zijn blij met de tweede plek in de Keuzegids Hoger Onderwijs. Zo ook met de positief doorlopen accreditaties bij de academies van Gezondheidszorg en Mens & Organisatie. Als één van de eerste hogescholen in Nederland doorliep de CHE ook zelf een accreditatie, de zogenaamde instellingstoets van de NVAO. We wachten op dit moment nog op de definitieve uitslag van deze positief verlopen accreditatie.

Met circa 4000 studenten in 2012 vlakte de groei van de afgelopen jaren af. De oorzaak was het hoge aantal afstudeerders. Hierbij ondervond de CHE de invloed van het voornemen van de overheid een langstudeerdersboete in te voeren. Een tweede externe ontwikkeling waar de CHE mee te maken kreeg, was de invoering van prestatieafspraken. Onze ambitie is een A-merk te willen blijven binnen het hbo. Dit heeft de CHE verwoord in de afspraken met de toenmalige staatssecretaris. Bovendien profileren wij ons door vakmanschap en identiteit met elkaar te verbinden.

Een markante ontwikkeling is het vertrek van Kees Boele als voorzitter van het College van Bestuur afgelopen najaar. We vierden zijn afscheid en zijn blij en dankbaar dat hij de CHE in de afgelopen jaren met verve heeft geleid als voorzitter van het College van Bestuur. Hij heeft zich met hart en ziel ingezet voor de groei van onze hogeschool, zowel in omvang als in kwaliteit en verdieping. We wensen hem alle goeds toe als voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen.

Financieel gezien sluit de CHE dit jaar met een kleine plus af. We merken als hogeschool dat de economie onder druk staat. Daarom zijn we des te meer verheugd dat we financieel gezond zijn. We hebben voldoende armslag om de uitdagingen van de komende jaren aan tekunnen gaan. De plannen voor verdere invoering van prestatiebekostiging, deeltijdstudies, een sociaal leenstelsel en de wijzigingen rond de ov-jaarkaart hebben ongetwijfeld invloed op zowel het aantal studenten dat een hbo-opleiding volgt als op de financiering van de hogeschool. De CHE zal vaker andere middelen en bronnen aanboren om kansen voor onze hogeschool te benutten. Een van die kansen komt voort uit de landelijke behoefte aan bij- en nascholing van werknemers. Zo willen wij goed aangesloten blijven bij het sterk veranderende werkveld waarin zij opereren.

In het voorjaar viel het besluit om de eerdere planvorming voor herhuis-vesting van de CHE te versoberen. De CHE adequaat huisvesten bleef ons doel. Daarom hebben we gekozen voor een onmiddellijke doorstart. In het tweede halfjaar schreef de CHE, met behoud van die doelstelling maar met een beperkter budget, een nieuw programma van eisen. Daar-mee willen we in de komende jaren qua huisvesting aansluiten bij wat het onderwijs vandaag de dag nodig heeft.

De CHE wil in deze enerverende tijd een passend, kwalitatief hoogstaand en inhoudelijk diepgaand antwoord hebben op de onderwijsvragen en -behoeften van studenten en werknemers. Op deze manier willen we het voortouw nemen in de vorming van christelijke beroepsbeoefenaars die van betekenis zijn in onze maatschappij.

Ton BestebreurCollege van Bestuur

WOORD VOORAF

Page 4: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

6HOOFDSTUK 1 - STRATEGIE & BELEID

1.1 Organisatieprofiel 1.1.1 Missie en visie 1.1.2 Onderscheiding binnen hbo 1.1.3 Juridische structuur 1.1.4 Organisatiestructuur1.2 Strategische Instellingsdoelen1.3 Toekomstverwachtingen en continuïteitsrisico’s 1.3.1 Trends en ontwikkelingen 1.3.2 Strategie 1.3.3 Instellingsaccreditatie 1.3.4 Groei1.4 Governance 1.4.1 Jaarverslag van de Raad van Toezicht 1.4.2 Medezeggenschap en studenten- participatie 1.4.3 Klachtenafhandeling 1.5 Samenwerkingsverbanden op CHE-niveau 1.5.1 Strategische alliantie 1.5.2 Lokale samenwerking met oog op kenniscampus 1.5.3 Nationale samenwerking 1.5.4 Internationale samenwerking 1.5.5 Samenwerking op academieniveau

2.1 Ontwikkelingen op academieniveau 2.1.1 Journalistiek & Communicatie 2.1.2 Gezondheidszorg 2.1.3 Theologie 2.1.4 Mens & Organisatie (M&O) 2.1.5 Sociale Studies 2.1.6 Educatie2.2 Uitbesteding onderwijsprogramma’s 2.2.1 Stages 2.2.2 Outsourcing en maatwerktrajecten 2.3 Onderwijskwaliteit 2.3.1 Externe onderzoeken 2.3.2 Interne onderzoeken 2.3.3 Kwaliteitszorg extern

20HOOFDSTUK 2 - ONDERWIJS

3.1 Werving en selectie 3.1.1 Studentenaantallen 3.1.2 Studentenaantallen per opleiding 3.1.3 Marktaandelen 3.1.4 Kerkelijke achtergrond3.2 Studierendementen3.3 Begeleiding van studenten 3.3.1 Vertrouwenspersoon 3.3.2 Decanaat 3.3.3 Pastoraat 3.3.4 Specifieke groepen 3.3.5 Profileringsfonds3.4 Aansluiting vooropleiding op het hbo

26HOOFDSTUK 3 - STUDENTEN

7 7 8 88912

121315151515

17

1717

17 17

18 1818

2121212122222223232323232525

27272829303032323232333333

Woord vooraf Inhoudsopgave

34

4.1 Ontwikkelingen personeelsbeleid 4.1.1 Resultaat & Ontwikkelgesprekcyclus (R&O) 4.1.2 Convenant leerkracht 4.1.3 Medewerkertevredenheidsonderzoek en werkdruk 4.1.4 Decentrale arbeidsvoorwaarden- middelen 4.2 Formatieontwikkeling 4.2.1 Totale formatie 4.2.2 Flexibele formatie 4.2.3 Leeftijd 4.2.4 Werving en selectie4.3 ARBO en ziekteverzuim 4.3.1 Arbeidsomstandigheden 4.3.2 Verzuim4.4 Professionalisering4.5 Kerkelijke achtergrond

36HOOFDSTUK 4 - PERSONEEL

37 37 37 37 38 38 3838393940 40 404041

Page 5: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

5

5.1 Algemeen 5.2 Docent en Talent5.3 Jeugd en Gezin5.4 Verpleegkundige Beroeps ethiek5.5 Religie in Media en Publieke Ruimte5.6 Geestelijk Leiderschap5.7 Sociale Innovatie

42HOOFDSTUK 5 - LECTORATEN

43434444444444

6.1 Algemeen 6.2 Transferactiviteiten per academie 6.2.1 Educatie 6.2.2 Sociale Studies 6.2.3 Gezondheidszorg 6.2.4 Journalistiek & Communicatie 6.2.5 Mens & Organisatie 6.2.6 Theologie 6.3 Kosten en baten totaal 6.4 Publieke middelen en private middelen

46HOOFDSTUK 6 - TRANSFER

47 4747484848 48 48 49 49

7.1 Beleid en ontwikkelingen7.2 Internationale onderwijsprogramma’s

50HOOFDSTUK 7 - INTERNATIONALISERING

5151

8.1 Algemeen8.2 Huisvesting & Beheer8.3 Duurzaamheid8.4 ICT

52HOOFDSTUK 8 - MATERIËLE VOORZIENINGEN

53535354

9.1 Financieel resultaat 20129.2 Treasury-management9.3 Meerjarenperspectief en risico-management9.4 Governance en intern toezicht

56HOOFDSTUK 9 - FINANCIËN

575757

58

Bijlage 1: Samenstelling en bezoldiging CvB en RvT

Bijlage 2: Overzicht bachelor- en masteropleidingen

Bijlage 3: Lijst met afkortingen

Bijlage 4: JaarrekeningA InleidingB Jaarrekening B1 Grondslagen B2 Balans per 31 december 2012 (Na resultaatbestemming) B3 Exploitatierekening 2012 B4 Kasstroomoverzicht B5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans B6 Niet uit de balans blijkende ver- plichtingen B7 Toelichting op de exploitatierekeningC Overige gegevens C1 Controleverklaring C2 Gebeurtenissen na balansdatum C3 Voorstel bestemming exploitatie- saldo D Bijlagen D1 Gegevens van de rechtspersoon D2 Financiële Specificatie Rijkssubsidies D3 Declaraties en Onkostenvergoedingen College van BestuurE DiversenE1 Overzicht resultaat units CHE-Transfer

60BIJLAGEN

60

64

66

69

69707072

737475

80

8085858787

88888889

9090

Page 6: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 1

Strategie & Beleid

Page 7: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

2012 was een bewogen jaar voor het hbo. De uitwerking van het hoofdlijnenakkoord van begin 2012, het opstellen van de prestatieafspraken, de invoering en afstel van de lang-studeerdersmaatregel én de val van het kabinet vroegen veel aandacht. Het nieuwe regeerakkoord in het najaar van 2012 kenmerkt zich door onderwijsbezuinigingen op op-leidingen en overhead. Tegelijkertijd komen de kracht van de docent en de kwaliteit van onderwijs en onderzoek nadrukkelijker voor het voetlicht. Bovendien leiden de plannen voor de invoering van een sociaal leenstelsel en de afschaffing van de ov-jaarkaart tot de nodige onrust.

7

Bovenstaande ontwikkelingen gingen niet aan onze hogeschool voorbij. Ook de CHE heeft prestatieafspraken gemaakt met het ministerie. Onze ambities zijn als goed beoordeeld. Toch verloor de school een deel van het selectief budget. Wij zijn geconfronteerd met de paradox van een school die het landelijk gezien goed doet – in 2012 opnieuw op 1 in het onderwijsnummer van Elsevier en op nummer 2 in de Keuzegids Hoger Onderwijs – maar tegelijkertijd moeten we onze ambities nog scherper voor het voetlicht brengen. Dit is noodzakelijk om ons landelijk goed te profileren. Niet alleen als school die haar kwaliteit wil behouden, maar die ook inzet op verbetering. De CHE is een goede hogeschool met een hoge ranking. Dat is echter geen voldoende garantie voor behoud van kwaliteit. Daarom willen wij blijven investeren in kwaliteitsverbetering.

Een goed uitgangspunt voor dit streven is de instellingsaccreditatie die de CHE najaar 2012 doorliep. Voorjaar 2013 hoorde de CHE dat de accreditatie behaald is. Het rapport biedt genoeg aanknopingspunten om verder te werken aan een kwalitatief hoogwaardige school. Daarbinnen zijn onderwijs, onderzoek en werkveld goed met elkaar verbonden met het oog op de persoonlijke en professionele vorming van de student.

Die verbinding staat ook centraal in het Instellingsplan 2013-2016 dat de CHE in het voorjaar van 2012 heeft vastgesteld. In dit plan, getiteld Voorrang aan Verbinding, verwoordt de CHE waar zij zich de komende jaren met hart en ziel voor wil inzetten: 1. de vorming van studenten; 2. de ontwikkeling van het onderwijs binnen de driehoek onderwijs, onderzoek en werkveld; 3. en het uitbreiden en verstevigen van externe relaties.

Deze drie sporen ondersteunen we enerzijds met een investering in de ontwikkeling van docenten en ondersteunend personeel. Anderzijds met ambitieuze doelstellingen voor faciliteiten als aansprekende en

passende huisvesting, en een adequate inrichting van het informatiemanagement. Met het oog op de herhuisvesting besloot de CHE begin 2012 om eerdere planvorming bij te stellen. We behouden onze doelstellingen. Maar met een aangepast budget hebben we in de tweede helft van het jaar een nieuw programma van eisen geschreven. Daarmee willen we als CHE een aantrekkelijke leeromgeving bieden, toegesneden op de behoeften van studenten, docenten en het werkveld.

1.1 OrganisatieprofielDe CHE is een christelijke hogeschool. Wij weten ons geroepen om studenten en cursisten zodanig op te leiden dat zij hun beroep met overtuiging, deskundigheid en verantwoordelijkheidsbesef kunnen uitoefenen. Wij leiden onze studenten op voor een beroep (waarin ook zij hun roeping vinden), méér dan voor een carrière (waarin het vooral gaat om het persoonlijk succes). Onze opleidingen kenmerken zich door de kernwaarden relatie, inhoud en verantwoordelijkheid. Daarom geven we hen inhoudelijk het best mogelijke vakonderwijs en een persoonlijke, christelijke levens- en beroepsvorming. Beide zijn bij ons ingebed in een actieve, pedagogische relatie tussen docent en student. Wij streven ernaar dat onze afgestudeerden zich positief onderscheiden door kwaliteit, betrokkenheid en verantwoordelijkheid in de uitoefening van hun beroep. De CHE positioneert zich daarmee als A-merk, aan de bovenkant van het hbo. Wij willen “meer dan het gewone” bieden.

1.1.1 Missie en visie

De CHE is een hoger onderwijs- en kenniscentrum. Medewerkers en studenten vormen een leer- en werkgemeenschap die zich richt op: - het ontwikkelen en verzorgen van hoogwaardig hoger beroepsonderwijs, waardoor studenten en cursisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot (startende) professionals;

Page 8: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Strategie & Beleid

- het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis, die zij ter beschikking stellen aan de samenleving, die levensbeschouwelijk pluriform is; - activiteiten onder het gezag van de Bijbel, die zij erkent als het betrouwbare en geïnspireerde Woord van God, zoals verwoord in het gereformeerd belijden.

Waar gaat de CHE voor?

Om onze ambities in de huidige context te realiseren, hebben we in Instellingsplan Voorrang aan Verbinding de missie vertaald in drie strategische doelen. Elk doel correspondeert met één van onze drie kernwaarden:

1. We maken hernieuwd werk van de inspiratie die uitgaat van onze bronnen. We willen dit waarmaken voor zowel onze medewerkers als onze studenten. Daartoe herijken we onze visie op christelijke (beroeps)vorming, die we uitwerken in een kader. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde inhoud.

2. Het beroepenveld krijgt een meer “initiërende” rol in ons onderwijs en onderzoek, ondersteund door de lectoraten en dienstverlening. Wij streven naar vormen van leren en ontwikkelen, waarin beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek in een driehoeksrelatie samen optrekken en elkaar activeren. Zodoende willen wij bouwen aan “communities of practice and learning”. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde relatie.

3. Onze hogeschool sluit de komende jaren nadrukkelijker aan bij externe partners. Zo leveren we vanuit onze specifieke expertise een bijdrage aan de ontwikkeling van bedrijven en instellingen, die wederkerig bijdragen aan de ontwikkeling van onze hogeschool. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde verantwoordelijkheid.

De concrete uitwerking van deze drie doelstellingen is omschreven in paragraaf 1.3.2. Strategie

1.1.2 Onderscheiding binnen hbo

De CHE onderscheidt zich binnen het hbo door identiteit en kwaliteit. Dat toont de CHE door: - een duidelijk christelijke identiteit die doorwerkt in beleid, strategie, onderwijs en studenten- begeleiding; - een hoog kwaliteitsniveau, dat onder meer blijkt uit een hoge ranking bij Elsevier (1) en in de Keuzegids Hoger Onderwijs (2); - kleinschaligheid en laagdrempeligheid dat zich uit in een passende contactintensiteit, een goede mix van contacttijd (groepsgewijs en/of individueel), werken aan opdrachten en zelfstudie, gekoppeld aan beschikbaarheid en bereikbaarheid van docenten en ondersteuners;

- het op eigen wijze implementeren van onderwijskundige visies zoals competentieleren, waarbij we kiezen voor langzaam toenemende keuzevrijheid voor de student naarmate het studietraject vordert; - een efficiënt kwaliteitszorgsysteem waarin de nadruk ligt op de mate van tevredenheid van stakeholders; - nadrukkelijk te streven naar samenwerking en partnerships met het werkveld. Zo willen we onderwijs en praktijktheoretisch onderzoek afstemmen op de beroepswerkelijkheid in het veld en daar een eigen bijdrage aan leveren; - het kiezen voor opleidingstrajecten waarin de vraag vanuit het beroepenveld een belangrijke rol speelt. Het beroep is leidend en kaderstellend voor keuzes die studenten kunnen maken; - relatief sobere faciliteiten, met als doel zoveel mogelijk middelen in het onderwijs te investeren.

1.1.3 Juridische structuur

De CHE is een instelling die in stand gehouden wordt door de Stichting voor Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag. De Christelijke Hogeschool Ede kent een structuur van meerdere lagen met een College van Bestuur (CvB) en daaronder directeuren van de verschillende academies en diensten. In 2012 had de CHE een tweehoofdig CvB, dr. C.P. Boele (voorzitter tot 1 december) en mr. drs. A. Bestebreur MPA (lid), ondersteund door een bestuurssecretaris en een controller.

Het College van Bestuur treedt conform de statuten op als bestuur van de Stichting en als bestuur van de hogeschool. De Raad van Toezicht (RvT) ziet toe op een adequate besturing van de CHE en controleert het CvB. Per kwartaal vond rapportage plaats aan het CvB en de RvT over de voortgang van de realisatie op het terrein van financiën en beleid. Met ingang van 2013 gebeurt dit eens in de vier maanden

1.1.4 Organisatiestructuur

De primaire processen (onderwijs, onderzoek en Transfer) worden verzorgd vanuit zes organisatorische eenheden (academies): Educatie, Gezondheidszorg, Journalistiek & Communicatie, Mens & Organisatie, Sociale Studies en Theologie. De CHE biedt in totaal tien hbo-bachelor opleidingen en drie hbo-mastersopleidingen aan en heeft zes lectoraten. Daarnaast verzorgt de CHE onder de naam CHE-Transfer activiteiten zoals (post-hbo) cursussen, trainingen, advies en onderzoek. Drie diensten verzorgen de ondersteuning van het CvB en de academies. In 2012 hadden we een kleine 4.000 hbo-studenten en ruim 500 medewerkers.

Page 9: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

9

1.2 Strategische Instellingsdoelen2012 was het laatste jaar van het Strategisch Instellingsplan CHE 2008-2012 (IP 2012). Daarin zijn vijf strategische doelen geformuleerd. Aan de hand van deze doelen rapporteren wij over de resultaten in 2012.

1. De CHE continueert haar positie als een kwalitatief hoogwaardige instelling waarin wij onderwijs bieden vanuit een christelijke visie op de beroeps-praktijk.

Tevredenheid studentenOok in 2012 zijn wij door studenten en deskundigen

goed beoordeeld. De Nationale Studenten Enquête 2012 (NSE) liet weer positieve scores zien voor onze onderwijsinstelling. Vooral op ‘voorbereiding beroepsloopbaan’, ‘docenten’ en ‘sfeer’ doen we het goed. Aandacht blijft nodig voor ‘toetsing en beoordeling’, ‘studielast’ en ‘beschikbaarheid van werkplekken’. De scores leidden tot een eerste plaats in de ranking van de onderwijsbijlage van Elsevier en een tweede plaats met 81 punten in de Keuzegids Hoger Onderwijs.

Tevredenheid medewerkersIn het voorjaar van 2012 heeft de CHE een medewerkertevredenheidsonderzoek laten uitvoeren door

Medezeggenschapsraad

Controller

Bestuurssecretariaat

Academies

Academie GezondheidszorgOpleiding VerpleegkundeTransfer Gezondheidszorg

Lectoraat Verpleegkundige Beroepsethiek

Academie EducatieOpleiding Leraar Basisonderwijs

Transfer EducatieLectoraat Docent en Talent

Academie TheologieOpleiding Godsdienst Pastoraal Werk

Opleiding Leraar Godsdienst/LevensbeschouwingTransfer Theologie

Lectoraat Geestelijk Leiderschap

Academie Mens & OrganisatieOpleiding Management Economie & Recht(per 1 september 2012 Bedrijfskunde MER)

Opleiding Personeel & Arbeid(per 1 september 2012 Human Resource Management)

Transfer Mens & OrganisatieLectoraat Mens & Organisatie

Academie Journalistiek & CommunicatieOpleiding Journalistiek

Opleiding CommunicatieTransfer Journalistiek & Communicatie

Lectoraat Religie in Media en Publieke Ruimte

Academie Sociale StudiesOpleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Opleiding Maatschappelijk Werk & DienstverleningTransfer Sociale Studies

Lectoraat Jeugd en Gezin

Dienst OnderwijsOnderwijs

KwaliteitszorgInformatiemanagementLectoraten & Onderzoek

Pastoraat

Dienst BedrijfsvoeringFinanciën

Marketing & CommunicatieStudentzaken

Personeel & OrganisatieDecanaat

International O�ce

Dienst FacilitairIct- beheer

InkoopHuisvesting & Beheer

MediatheekOnderwijswerkplaats

ReceptieRepro

RoosterbureauToetsbureau

Ondersteunende Diensten

College van Bestuur (CvB)

Raad van Toezicht (RvT)

Page 10: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Strategie & Beleid

bureau Integron. De respons was met 74% hoog. Uit het onderzoek bleek dat 81% tevreden of zeer tevreden was over het werk. Op alle punten scoorden wij beter dan de benchmark. Alleen op het punt van werkdruk lag onze score lager. Meer dan de helft van de medewerkers ervoer te weinig tijd om zijn of haar werk uit te voeren. Vooral e-mailverkeer, versnippering van taken en de hoeveelheid werk zijn als werkdrukveroorzakers genoemd. De CHE is met de resultaten aan de slag gegaan, bijvoorbeeld door het aanbieden van een cursus omgaan met e-mail en het opstellen van richtlijnen voor het gebruik ervan.

OpleidingaccreditatiesZowel de Academie Gezondheidszorg als Mens & Organisatie is vorig jaar gevisiteerd. Beide academies ontvingen een positief accreditatierapport. Op de drie standaarden scoorde Verpleegkunde twee keer een voldoende en één keer een goed. Management Economie en Recht behaalde twee keer een goed en één keer een voldoende. De rapporten bevatten ook de nodige aanbevelingen waarmee de opleidingen hun voordeel kunnen doen.

InstellingsaccreditatieOnze hogeschool doorliep in het najaar van 2012 als één van de eerste hogescholen de instellingsbrede accreditatie. Het NVAO panel heeft de CHE op vijf standaarden de maat genomen op basis van een uitgebreide documentenstudie naast gesprekken met medewerkers en studenten. Voorjaar 2013 hoorde de CHE dat deze accreditatie behaald is.

PrestatieafsprakenDe CHE diende in het voorjaar prestatieafspraken in bij de staatssecretaris. Daarin hebben we als ambitie verwoord een A-merk te willen blijven binnen het hbo. Bovendien willen wij ons profileren door de verbinding tussen vakmanschap en identiteit. Dit doen wij aan de hand van de thema’s ‘normativiteit en professionaliteit’, ‘vitale en duurzame instituties’ en ‘moderne samenleving en christelijke traditie’. Deze thema’s zijn de komende jaren richtinggevend voor onze onderwijs- en onderzoeksagenda evenals voor de externe participatie. Vanuit ons profiel leveren wij een bijdrage aan de topsectoren Agrofood en Life Sciences & Health. Concreet moeten de prestatieafspraken leiden tot uitdagende vwo-routes, een verdubbeling van inzet op de onderzoeksportefeuille, betere rendementen en hogere tevredenheid onder studenten, alumni en werkveldpartners. Bovendien zetten wij ons in voor een betere onderwijskwaliteit. Het percentage docenten met een masters- en doctorstitel willen we verhogen. De contacttijd willen wij op peil houden als concrete uitwerking van de intensieve begeleiding van studenten. Hiervoor krijgt de CHE veel waardering. De afspraken zijn door de Review Commissie Hoger Onderwijs beoordeeld als ‘goed’. In november kende het ministerie voor 2013 in totaal € 1.252.981 toe. Daarvan is € 1.089.597 gekoppeld aan de voorwaardelijke financiering (onderwijskwaliteit

en studiesucces) en € 163.384 aan het selectieve budget (profilering en zwaartepuntvorming).

2. In 2012 is de CHE, in samenwerking met deberoepspraktijk, systematisch actief in kennis-ontwikkeling als belangrijke stap op weg naar de CHE als kenniscentrum.

In 2012 hebben we verder gewerkt aan de samenhang van ‘werkveld, onderwijs en onderzoek’, binnen de CHE academieontwikkeling genoemd. Inspiratiebron hierbij was onder meer het adviesrapport ‘Differentiëren in drievoud; omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs’ van de Commissie Veerman. Onderwijs en onderzoek zijn binnen onze hogeschool georganiseerd in de academies. Daarbij hebben de academies tot taak beide aan te laten sluiten op ontwikkelingen in het werkveld. De vraag van het werkveld, al dan niet actief gearticuleerd, dient leidend te zijn. Met het oog hierop streven we naar samenwerkingsverbanden met het werkveld. Zowel bij de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs als bij de ontwikkeling en uitvoering van onderzoekstrajecten. Bovendien dient het onderzoek aan te sluiten op de onderwijspraktijk. Transferactiviteiten (aanbod voor professionals) nemen we hier nadrukkelijk in mee.

De implementatie van bovenstaande ontwikkeling heeft niet alleen gevolgen voor de inrichting van ons onderwijs, maar ook voor het praktijkonderzoek. Het vraagt van onderwijsdocenten om goede verbindingen te maken tussen hun inhoudelijke vakkennis, de opbrengsten van het praktijkgericht onderzoek en de vraag van het werkveld. De academies van de CHE groeien in het concreet toepassen van academieontwikkeling. De academies werken op diverse terreinen steeds intensiever samen met de beroepspraktijk aan de systematische kennisontwikkeling in praktijkonderzoek.

Ook de komende jaren blijft dit trialogisch leren, de samenwerking binnen de driehoek onderwijs, onderzoek en werkveld, speerpunt van ons beleid. De academies verschillen nog in tempo en reikwijdte. Het speerpunt is daarom in het nieuwe instellingsplan expliciet benoemd als één van de sporen waar wij ons in de komende vier jaar voor gaan inzetten.

3. In 2012 is de organisatiestructuur van de CHE zodanig ingericht dat een adequate en verantwoorde beheersing van het instellingsbeleid is gewaarborgd.

De structuur die met de afronding van de reorganisatie van de academies in 2011 een feit werd, heeft zich in 2012 verder ontwikkeld. Met de academies als het hart van de CHE is het primaire proces leidend. Zowel in de besturingsfilosofie als in de organisatiestructuur. De academies functioneerden in 2012 als zelfstandige eenheden met eigen beleids- en budgetverantwoordelijkheid waarbij de diensten

Page 11: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

11

ondersteunden en niet stuurden. Zo hebben academies en diensten ieder vanuit een afzonderlijke rol, de één als actor, de ander als ondersteuner een plek in de vorming van het strategisch beleid.

De ervaringen met het besturingsmodel zijn positief. In 2012 was er aandacht voor het groeien in de samenwerking op hogeschoolbrede beleidsvragen. Zo ook voor de verbetering van de inrichting van de cycli van planning en control van academies en diensten richting bestuur. Op deze terreinen is opnieuw aanzienlijke vooruitgang geboekt. Dat blijkt ook uit de Managementletter van Deloitte. Financieel, managementmatig en beleidsinhoudelijk is de CHE beter in control. Dit is te danken aan de invoering van meer integrale en systematische managementrapportages volgens jaarplannen opgesteld in de A3-systematiek.

De aandacht voor een betere administratieve organisatie raakte niet alleen aan het beleidsproces. Ook in het primaire proces besteedden we meer zorg aan de PDCA-cyclus (Plan Do Check Act), bijvoorbeeld in de ontwikkeling en handhaving van de Onderwijs- en Examenregeling.

In 2012 is ook gestart met decentrale medezeggenschap als gevolg van de instelling van academieraden. In het nieuwe medezeggenschapsmodel zijn de diensten vertegenwoordigd in de Hogeschoolraad, samen met docenten en studenten. In 2014 evalueren we dit model.

4. In 2012 is de onderwijsvisie van de CHE verankerd in het functioneren van medewerkers. De CHE daagt medewerkers daarnaast uit om de gekregen talenten optimaal te ontwikkelen. Daartoe biedt onze onderwijs-instelling tal van mogelijkheden.

Onze onderwijsvisie drukken we onder meer uit in de waarden inhoud, relatie en verantwoordelijkheid. Deze waarden zijn goed verankerd in het werk van onze medewerkers. Dit blijkt uit in- en externe evaluaties. Daarbij is het onderwijs goed afgestemd op het werkveld waarvoor wij opleiden. Ook dat blijkt uit evaluaties en accreditaties.

Het blijft echter niet bij deze ontwikkeling van medewerkers. In de visie op academieontwikkeling draait het om een nog nauwere afstemming tussen werkveld, onderzoek en onderwijs. Daaruit volgen nieuwe initiatieven die van invloed zijn op de onderwijsvisie. Het feit dat bijvoorbeeld onderzoek nadrukkelijker een plek dient te krijgen in het onderwijs heeft gevolgen. Zo vindt beïnvloeding van curricula plaats. Maar ook verwachten we andere competenties van docenten, meer verbinding tussen afstudeeronderzoeken van studenten en onderzoeksthema’s van lectoraten, et cetera. Hetzelfde geldt voor onderwijsparticipatie van het werkveld in de hoofdfase. Dit vraagt om meer dan alleen maar opleiden voor het werkveld, maar juist opleiden mét het

werkveld. Dat heeft gevolgen voor curricula, studenten en medewerkers .

We hechten daarom veel waarde aan de ontwikkeling van personeel. Professionalisering en persoonlijke ontwikkeling zijn relevante gespreksonderwerpen in de resultaat- en ontwikkelgesprekken met medewerkers. Deze vinden twee maal per jaar plaats. In 2012 heeft de CHE het Personeelsontwikkelplan opgesteld en uitvoerig besproken met de Hogeschoolraad. In dit plan hebben we onder meer vastgelegd hoe wij tijd, ruimte en middelen willen bieden voor persoonlijke ontwikkeling. Eind 2012 is er een cao-akkoord gesloten met ruim aandacht voor de professionele ontwikkeling van hbo-medewerkers. We verwerken de gevolgen van de cao-afspraken voor het Personeelsontwikkelplan en stellen vervolgens het Personeelsontwikkelplan definitief vast in overleg met de medezeggenschap.

Ook in 2012 was er in het kader van professionalisering ruimte voor gezamenlijke bezinning. Dat gebeurde tijdens de Vocatiodag, een dag waarop alle medewerkers van de hogeschool zich bezinnen op hun roeping, hun opdracht en hun wortels. Daarnaast was er ook tijdens vergaderingen en vieringen plek voor bezinning binnen academies en diensten.

5. Om het primaire proces van de CHE goed te kunnen faciliteren is in 2012 de CHE prettig en adequaat gehuisvest. Bovendien zijn onze ICT-voorzieningen state-of-the-art.

HuisvestingWij hebben in 2012 nog geen vernieuwde huisvesting gerealiseerd. In het voorjaar besloten we de voorbereidingen voor herhuisvesting ‘on hold’ te zetten. Hoewel het concept en definitief ontwerp inhoudelijk in lijn lagen met wat de CHE voor ogen stond, bleek versobering van het project wenselijk. Dit met het oog op een verantwoorde toekomstige exploitatie.

Na deze heroverweging hebben we een doorstart gemaakt. Op basis van een herijkt budget beoordeelden

Huisvesting

Page 12: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Strategie & Beleid

we opnieuw het volume en de fasering van herhuisvesting. De doelstelling bleef onveranderd: vervanging en modernisering van onze schoolgebouwen. Maar wel op een wijze dat we voldoen aan de wensen en eisen voor een eigentijdse en inspirerende leer- en werkomgeving. Dit alles passend binnen onder meer de ontwikkeling van de Edese Kenniscampus. De doorstart leidde medio 2012 tot een herzien initiatiefdocument. In het najaar vond de definitiefase plaats. Dankzij een uitgebreid multi-momentopname-onderzoek brachten we de gebouwbezetting in kaart. Dit leidde tot een aangepast Programma van Eisen dat we in december 2012 konden opstellen.

IMDe strategische Informatie Management projecten (IM-ICT) hebben we ook in 2012 voortgezet. We hadden acht projecten in uitvoering. Het CRM-project is afgerond. Dit nieuwe relatiemanagementsysteem zorgde ervoor dat de gehele afhandeling voor praktijk, transfer, werving en alumni geautomatiseerd is. Bovendien is het voor alle academies gelijk. Het CRM-systeem biedt kansen voor een actieve inzet van het relatiemanagement.

De intranetomgeving Entree (SharePoint) is uitgebreid met een Digitaal Portfolio (DPF). Dit betekent dat een Studieloopbaanbegeleider (SLB’er) minder administratieve handelingen nodig heeft. Bovendien kan deze vanaf elke locatie de beroepsproducten van studenten inzien. Vier academies zijn inmiddels gestart met het DPF. De andere starten naar verwachting in 2013. Het project is daarmee afgesloten.

Het nieuwe studentvolgsysteem IRIS is opgestart ter vervanging van het gedateerde Studie Volg System (SVS). Het onderwijs flexibiliseert en het aantal studieroutes neemt toe. De student wordt zo steeds meer actor van zijn eigen studieloopbaan. Het nieuwe systeem ondersteunt deze ontwikkeling. De conversie van het oude naar het nieuwe systeem en de introductie van het (basis) systeem vonden plaats in het eerste kwartaal van 2012. Docenten en studenten namen het systeem in gebruik voor cijferinvoer en -raadpleging. IRIS ondersteunt nu ook de inschrijvingen door studenten op minoren. In 2013 geven we de functionaliteit stapsgewijs verder vrij aan de CHE-organisatie. Daarbij gaan we ook werk-processen optimaliseren.Omdat de IT-omgeving flink is gemoderniseerd, was er veel aandacht voor verbetering van digitale vaardigheden.

Een (na)scholingsaanbod en een competentiebeschrijving ‘digitaal vaardig’ kwamen beschikbaar. Voor het aanleren van praktische vaardigheden hebben medewerkers tablets en laptops ontvangen. Daarmee kunnen ze meer plaatsonafhankelijk werken. Een mooi neveneffect van digitalisering is dat het papiergebruik binnen de hogeschool aantoonbaar afneemt.

In de tweede helft van 2012 startten we met het versterken van de interne governance naast de ontwikkeling van een nieuw meerjarenplan op het terrein van Informatiemanagement (IM). Dit lag in lijn met het nieuwe Instellingsplan Voorrang aan Verbinding. Daarvoor hebben we een nulmeting binnen academies uitgevoerd. We hebben gekeken naar het feitelijk gebruik van de ontwikkelde applicaties binnen het huidige meerjarenplan.

1.3 Toekomstverwachtingen en continuïteitsrisico’s

1.3.1 Trends en ontwikkelingen

De CHE heeft te maken met de volgende trends en ontwikkelingen:

1. De accreditaties, studentenonderzoek en het medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) laten zien dat onze hogeschool er in de basis goed voorstaat. Toch zijn er ook verbeterpunten. De tweede plaats in de Studiegids, na 8 jaar de eerste plaats, is een signaal dat we ons moeten blijven vernieuwen om de positie aan de top vast te houden. Met het nieuwe instellingsplan voorziet de CHE in nieuwe plannen om enerzijds het onderwijs- en onderzoekaanbod te verbreden. Anderzijds willen we onze studenteninstroom verhogen en de kwaliteit blijven borgen of verbeteren, mede dankzij een meer aantrekkelijke huisvesting.

2. Financieel is de CHE gezond en is er geen continuïteitsrisico. Toch hebben we ons financiële beleid moeten afstemmen op de gevolgen van de economische crisis. Dit heeft onder meer gevolgen voor de ontwikkeling van Transfer. Concreet betekent dit voor ons minder manoeuvreerruimte als gevolg van bezuinigingen. Als kleine hogeschool zijn wij extra gevoelig voor verlaging van rijksbijdragen en fluctuerende studenteninstroom. Wij verwachten in de toekomst dat: • de rijksbijdragen per student dalen, de BTW stijgt en minder ontvangst selectief budget; • we de Transferbaten noodgedwongen lager moeten inschatten op basis van de realisaties in 2012; • enkele academies te maken krijgen met dalende baten als gevolg van de dalende instroom van twee jaar geleden (overheidsbekostiging vindt plaats op basis van een t-2 systematiek) .

Page 13: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

13

In het begrotingsbeleid hebben daarom gekozen voor een voorzichtige koers. Dit betekent dat we enerzijds de uitgaven in 2013 bij diensten en academies moeten versoberen. Anderzijds schatten we ramingen van baten voorzichtig in om tegenvallers te beperken.

3. Het effect van de plannen voor een sociaal leen-stelsel is nog ongewis. Zo ook het invoeren van een alternatief voor de ov-jaarkaart. De ingebruikname is voorzien in het studiejaar 2014/2015. Mogelijk leidt dit tot een stijging van de studenteninstroom in 2013/2014. Een aantal studenten kiest wellicht niet meer voor een tussenjaar. Op de langere termijn leiden de plannen juist tot een daling van studentenaantallen. Om de groei-ambitie vast te houden bezinnen wij ons op het beter promoten van ons aanbod en onze kwaliteiten onder toekomstige studenten en cursisten.

4. Het beleid van prestatiebekostiging heeft ertoe geleid dat de CHE een deel van de afgeroomde inkomsten niet meer terugkrijgt. Een ander deel ontvangen we alleen als we voldoen aan de overeengekomen prestatieniveaus. Dit systeem is voor een kwalitatief goede en kleine hoge-school per definitie ongunstig. Dit leidt ertoe dat we moeten investeren in verantwoordingssystemen om het behalen van prestatieafspraken aan te tonen. Zo blijven er minder middelen over om te investeren in het primaire proces (onderwijs).

5. De overheid heeft een tiental sectoren aan-gewezen waarin onder meer extra wordt geïnvesteerd op het terrein van onderwijs en onderzoek. Het onderwijs- en onderzoekaanbod aan de CHE valt daar niet direct onder. Tegelijkertijd is er vanuit de arbeidsmarkt wel behoefte aan afgestudeerden van de CHE. Wij gaan waar mogelijk zoeken naar verbinding met de topsectoren, zoals de sector Agro Food en Life Science & Health. Zo dragen we bij aan de vernieuwing die Nederland in deze sectoren nodig heeft. Wij blijven echter scherp op de benodigde investeringen en vernieuwingen van de opleidingen die weliswaar buiten de topsectoren vallen, maar tegelijkertijd voorzien in de behoefte aan goede arbeidskrachten in bijvoorbeeld onderwijs en dienstverlening.

6. De tijd dat studenten vanzelfsprekend kozen voor de hogeschool vanwege haar christelijke wortels, is voorbij. Studenten en ouders vragen tegenwoordig naar de meerwaarde van de CHE. Wij leveren duidelijk meerwaarde. Niet alleen bieden wij een hoogwaardige opleiding tot professional, maar wij zorgen ook voor het toerusten en vormen van studenten om als christenprofessional in het werkveld te kunnen functioneren en staande te houden. Uit verschillende onderzoeken (NSE, MTO, alumni-onderzoek) blijkt de hoge waardering die we krijgen. Deze waardering is echter geen reden om op onze lauweren te rusten. Met een nieuw instellingsplan zetten we dan ook in op de

professionele en persoonlijke vorming in het licht van de christelijke identiteit van de school.

7. De herstart van de herhuisvesting heeft geleid tot een programma van eisen dat voorziet in het zoveel mogelijk realiseren van onze ambities binnen het herijkte budget. Wij hebben er alle vertrouwen in dat we hierin slagen, maar blijven scherp op de ontwikkelingen in de volatiele bouwsector. Waar nodig sturen we bij en waar mogelijk benutten we kansen.

1.3.2 Strategie

De CHE heeft in 2012 het nieuwe Instellingsplan Voorrang aan Verbinding opgesteld voor de periode 2013-2016.

Waar gaat de CHE voor (IP2016)?Om onze ambities in de huidige context te realiseren, hebben we voor de periode 2013-2016 de volgende drie strategische doelen gesteld. Elk doel correspondeert met één van onze drie kernwaarden:

1. We gaan hernieuwd werk maken van de inspiratie die uitgaat van onze bronnen. We willen dat waarmaken in de richting van zowel onze medewerkers als onze studenten. Daartoe herijken we onze visie op christelijke (beroeps)vorming, die we uitwerken in een kader. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde inhoud.

We starten richting onze medewerkers. Het gaat daarbij om het verder ontwikkelen van de verbinding tussen de christelijke identiteit, vakmanschap van de beroepen waarvoor we opleiden en de samenleving waarin we staan. Met betrekking tot de studenten realiseren de academies binnen het te ontwikkelen kader een door de opleiding heen herkenbare serie beroepsgerichte leeractiviteiten die bijdragen aan deze vorming.

De vorming krijgt gestalte langs drie lijnen: a. Persoonlijke vorming: jezelf verstaan (identiteit) in relatie tot je beroep, de samenleving en de wortels van onze cultuur (traditie), en de dilemma’s in de beroepspraktijk (ethiek). b. Maatschappelijke vorming: zicht krijgen op de samenleving, waarin men functioneert vanuit de persoonlijke roeping en verantwoordelijkheid (identiteit), in relatie tot de medeburger (gerechtigheid) en de schepping (duurzaamheid). c. Godsdienstig-culturele vorming: handelen vanuit de christelijke traditie, in verbinding met christenmigranten (multi-culturaliteit) in een seculariserende en multireligieuze samenleving (multi-religieusiteit).

Page 14: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Strategie & Beleid

2. Het beroepenveld krijgt een meer “initiërende” rol in ons onderwijs en onderzoek, ondersteund door de lectoraten en dienstverlening. Wij streven naar vormen van leren en ontwikkelen, waarin beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek in een driehoeksrelatie samen optrekken en elkaar activeren. Zodoende willen wij bouwen aan “communities of practice and learning”. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde relatie.

Met het oog hierop streven wij naar:

Beroepspraktijk a. Samenwerkingsverbanden met beroepspraktijkpartners in de vorm van bondgenootschappen. Daarbij is de beroepspraktijk initiërend richting het onderwijs en het onderzoek faciliteert deze relatie. b. Groei van het aantal opleidings-, onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten, samen met het beroepenveld. We bezien de mogelijkheid van programma’s voor (bijna) afgestudeerden, gericht op een goede entree op de arbeidsmarkt. c. Versterking van het contact met alumni met het oog op verdere ontwikkeling van het onderwijs en onderzoek, en met het oog op een leven-lang-leren.

Onderwijs a. Ontwikkeling van onderwijsvormen waarin de vraag van de beroepspraktijk leidend is en nadrukkelijk betrokken wordt bij de ontwikkeling en uitvoering van dit onderwijs, ondersteund door het onderzoek van lectoraten. b. Flexibele onderwijsarrangementen die aansluiten op de vraag van werkgevers en studenten naar vormen van een leven-lang-leren, zoals duaal leren en afstandsleren. c. Een beperkte en gerichte uitbreiding van ons onderwijsaanbod, aansluitend op behoeften in ons beroepenveld en regio. d. Een verhoging van het inhoudelijke kennisniveau binnen de curricula. e. Extra uitdagende programma’s voor vwo‘ers en getalenteerde havisten.

Onderzoek a. Wij gaan ons profileren op een drietal instellingsbrede onderzoeksthema’s. De bedoeling hiervan is meervoudig: een scherpere profilering van de CHE, een betere aansluiting op de topsectoren en convergentie in onderzoeksactiviteiten. b. Een verdubbeling van de inzet in fte’s op het gebied van onderzoek in ruime zin, waar onder lectoraten, kenniskringen, onderzoeksactiviteiten en promoties. c. Praktijkgericht onderzoek dat kwalitatief voldoet aan professionele standaarden.

3. Onze hogeschool sluit de komende jaren nadrukkelijker aan bij externe partners. Zo leveren wij vanuit onze specifieke expertise een bijdrage aan de ontwikkeling van bedrijven en instellingen, die op hun beurt bijdragen aan de ontwikkeling van de CHE. Deze doelstelling is de actuele vertaling van onze kernwaarde verantwoordelijkheid.

Met het oog hierop streven wij naar:

Regionaal a. Participatie in activiteiten van regionale bedrijven en initiatieven. b. Actieve betrokkenheid bij de strategische agenda van Food Valley, de (human capital agenda’s van de) topsectoren Agrofood en Life Sciences & Health, werkgeversorganisaties en andere samenwerkingsverbanden. Onze academische partner hierin is de Wageningen UR. c. Actieve participatie in de Kenniscampus Ede.

Nationaal a. Samenwerking met al die instellingen en bedrijven, die zich willen ontwikkelen in het thema “vakmanschap met identiteit”. b. Meer publicaties en congressen waarin wij ons profileren als relevante deskundigen. c. Intensievere relaties met onze belangrijke toeleveranciers in het vo en mbo. d. Meer instroom van allochtonen, met name christenmigranten. e. Herstel van vertrouwen in het hoger onderwijs, voorkomen van proceduralisering van de onderwijskwaliteit en inzetten op het behoud van “klein” en “bijzonder” hoger onderwijs.

Internationaal Uitbreiding van onze internationale contacten met internationale kenniscentra ter versterking van elkaars primaire proces (onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk). Daarbij zoeken we in eerste instantie samenwerking met verwante instituten op het gebied van identiteit en kwaliteit. In tweede instantie richten we ons ook op samenwerking met kwetsbare instellingen.

JubileumEen inspirerend jubileum in 2014 ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de CHE en haar rechtsvoorgangers.

Om deze drie strategische doelen te kunnen realiseren, hanteren we de komende jaren de volgende speerpunten voor de interne organisatie:

PersoneelsbeleidOnze focus ligt op een zodanige ontwikkeling van ons personeel dat wij beschikken over mensen die op hoog niveau de verbinding kunnen realiseren tussen

Page 15: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

15

identiteit, vakmanschap en samenleving. Op deze wijze kunnen wij onze ambities op de “H”, de “B” en de “O” waarmaken. Dit binnen de context van onze aspiraties op het gebied van onderwijs en onderzoek, en voldoende ondersteuningscompetentie binnen de diensten onderwijs, bedrijfsvoering en facilitaire zaken. Met het oog op onze tweede en derde strategische doelstelling is ook de ontwikkeling van de externe gerichtheid, en de daarvoor benodigde competenties, van onze medewerkers een speerpunt. We investeren in management development voor lijnmanagers en in de bevordering van een professionele cultuur binnen onze gehele organisatie.

Marketing en communicatie We willen blijven investeren in onze marketing en communicatie. Zo willen we onze aansluiting op de externe omgeving (studenten, toeleveranciers, alumni, beroepenveld, internationale partners, onderzoeksinstellingen, et cetera) up-to-date houden. Daarbij gaat het tevens om moderne vormen van kennismanagement. In het najaar van 2012 hebben we een onderzoek gehouden naar de kansen die de CHE heeft om de verbindingen naar de externe omgeving te versterken. De resultaten van dit onderzoek volgen in 2013.

Control en kwaliteitOp basis van een periodiek rapportagemodel willen wij vroegtijdig de te realiseren ambities van de CHE en de academies signaleren. Ook willen we kijken waar ambities in gevaar komen. We richten interne projecten in met duidelijke (tussen)doelstellingen en beslismomenten op mijlpaalmomenten. Tevens kiezen we voor transparante budgetten en aanspreekbare verantwoordelijken. In onze periodieke managementrapportages krijgt ook de kwaliteit van het onderwijs in ruime zin een structurele plaats.

HerhuisvestingIn 2016 is onze hogeschool adequaat geherhuisvest. Het primaire proces heeft hiervan geen ernstige hinder ondervonden. We streven naar te realiseren nieuwbouw in verbinding met ons hoofdgebouw. De inrichting van ons huidige hoofdgebouw moet beter aansluiten op onze inhoudelijke (onderwijs)doelstellingen.

InformatiemanagementMede met het oog op het maatwerk-leren en de ambitie om het werkveld actief te betrekken in het onderwijs, willen we de basis van onze ICT-architectuur op orde houden. Tevens beogen we de benutting van de inmiddels vernieuwde ICT-omgeving te vergroten en verdere innovaties door te voeren. Deze innovaties zijn gericht op het faciliteren van kennismanagement en onderwijsvernieuwing op het vlak van (digitale) didactiek, het gebruik van smartphones & tablets en de inzet van sociale media. Investeringsbeslissingen vinden plaats op basis van business cases.

FinancieelDe CHE voert een solide en voorzichtig financieel beleid. Wij hanteren een solvabiliteitseis van 25% en een rendementsdoel van 3% in de jaarbegroting. Onze opzet is zodanig dat we structureel ruimte hebben voor vernieuwing en een buffer voor eventuele magere jaren. 1.3.3 Instellingsaccreditatie

De CHE verwacht begin 2013 het eindrapport van de instellingsaccreditatie. 1.3.4 Groei

In 2012 daalde het aantal studenten licht. Al met al is het management van de CHE zich ervan bewust dat het aantrekkelijk maken en houden van de CHE van essentieel belang is om de studentenaantallen te laten toenemen. In het najaar startte een externe marketeer een onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe markten, producten, diensten en communicatieactiviteiten. Het opleidingsaanbod blijft in 2013 gelijk aan dat van 2012. Echter, we hebben verkennend onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van nieuwe afstudeervarianten en/of opleidingen. Voor de toekomst rekenen we met een conservatieve inschatting van de groei in studentenaantallen. De reden hiervan is de mogelijke invoering van het sociaal leenstelsel. Voor onze hogeschool vormen het sociaal leenstelsel en de afschaffing van de ov-jaarkaart een belangrijk risico. Onze studenten komen namelijk uit het hele land.

1.4 Governance

1.4.1 Jaarverslag van de Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht (RvT) heeft aan de hand van een jaarplan, onder meer afgeleid van het reglement, zijn toezichthoudende taken uitgeoefend. De Raad van Toezicht is een onafhankelijk orgaan. De RvT vergaderde acht keer in 2012. Met name onderstaande onderwerpen kwamen aan de orde.

Promotiemateriaal Christelijke Hogeschool Ede

Page 16: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Strategie & Beleid

ManagementletterIn opdracht van het College van Bestuur (CvB) heeft een accountant van Deloitte een managementletter opgesteld. Daarin staan aanbevelingen aan de CHE om de control verder te versterken. De RvT heeft het CvB verzocht hier een actieplan voor te schrijven. Dit onderwerp is ook besproken in de Auditcommissie. De RvT constateerde dat op dit terrein goede vorderingen zijn geboekt. Na de vooruitgang in 2011 maakte de control onderdeel uit van het reguliere toezicht. In 2012 is gewerkt aan de verrijking van de integrale managementrapportages. Met ingang van 2013 zal de RvT regulier toezien op de CHE met behulp van trimesterrapportages.

Jaarverslag, jaarrekening 2011 en accountantsverklaringDe RvT keurde het jaarverslag van de CHE over 2011 goed. De accountant (Deloitte) heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. De financiële situatie van de CHE is gezond bevonden. De RvT heeft de risico’s met het CvB besproken. Dit staat in verband met de onzekere elementen in de rijksbijdrage, prestatiebekostiging en de personeelsontwikkeling. CvB en RvT blijven kiezen voor een voorzichtig financieel beleid. Het CvB is door de Raad decharge verleend voor het in 2011 gevoerde beleid.

Rapportages, kaderbrief en begroting 2013, meerjarenperspectiefTijdens het jaar is de RvT aan de hand van kwartaalrapportages geïnformeerd over de financiële resultaten. Deze rapportage is in 2012 verder verfijnd. Dit is te danken aan het toevoegen van een rapportage over de resultaten en voortgang van de beleidsdoelstellingen en kwaliteitszorg, en van een financiële prognose. In het voor- en najaar is een financieel meerjarenperspectief voorgelegd aan de RvT. Daaruit blijkt dat de investeringsagenda van de CHE haalbaar is. De RvT is met het CvB van mening dat het meerjarenperspectief positief moet zijn. In het voorjaar is het financieel kader voor 2013 vastgesteld, in samenhang met de Kaderbrief 2013. In december is de begroting 2013 goedgekeurd. De RvT heeft zijn vertrouwen uitgesproken in het meerjarenperspectief. De Raad beoogt met het CvB meer aandacht te schenken aan zowel identiteit, inhoudelijke vraagstukken als de kwaliteit van het onderwijs.

HuisvestingDe RvT heeft het CvB-besluit om de huisvestingsplannen te herzien ondersteund. Bij de herstart heeft de RvT de doelstellingen van de herhuisvesting nauwlettend gevolgd. De CHE moest de herhuisvesting binnen het hernieuwde budget realiseren. De Raad heeft aangedrongen op voortgang in het proces en vroeg om aandacht voor draagvlak binnen de organisatie. In december nam de RvT met waardering kennis van het nieuwe Programma van Eisen.

RaadsaangelegenhedenDe vacature van mevrouw dr. I. Voorham, die ontstaan is vanwege het aflopen van de zittingstermijn, is

ingevuld. Haar zetel is per 1 januari 2013 ingenomen door mevrouw M. van den Berg-Molenaar. De heer R.C. Robbertsen was aftredend per 31 december 2012 en herbenoembaar. De Raad heeft de heer Robbertsen herbenoemd per 1 januari 2013. Dit heeft de heer Robbertsen aanvaard. De zelfevaluatie van de RvT is uitgevoerd in april 2012. De doelen van toezicht zijn vastgesteld bij de vaststelling van het jaarplan 2013.

Medezeggenschapsraad en de Raad van ToezichtDe RvT heeft een keer overleg gevoerd met de Medezeggenschapsraad over de voortgang van het beleid. Concreet is gesproken over huisvesting, het financiële beleid, planning en control, academievorming en de samenwerking met het CvB. De Medezeggenschapsraad heeft uitgesproken voortgang te zien op het terrein van planning en control, en spreekt van een goede en open communicatie met het CvB.

Overige aandachtspuntenDe RvT heeft zich tijdens de vergaderingen ook gebogen over de gevolgen van de prestatiebekostiging en de invulling daarvan in de prestatieafspraken. De Raad heeft het nieuwe instellingsplan besproken en een aandeel geleverd aan de instellingsaccreditatie eind 2012. In november 2012 bracht de voltallige Raad een werkbezoek aan de Academie Mens & Organisatie. Zij woonden een presentatie en bespreking bij over de ontwikkelingen op het gebied van trialogisch leren.

College van Bestuur-aangelegenhedenDe heer dr. C.P. Boele maakte in september 2012 zijn vertrek bekend. Per 1 december is hij werkzaam als voorzitter van het CvB van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. De heer Boele heeft zijn portefeuilles en dossiers overgedragen. In november is de RvT gestart met de werving en selectie van een nieuwe voorzitter voor het CvB van de CHE.

CommissiesEr functioneren twee commissies binnen de RvT, te weten de Auditcommissie en Remuneratiecommissie. De Remuneratiecommissie vergaderde twee keer. De Auditcommissie vijf keer.

In de Auditcommissie is onder meer gesproken over de managementletter, de begroting 2013, het meerjarenperspectief 2013, de huisvestingsplannen en de jaarrekening 2011. Bovendien is gesproken over het versterken van de planning- en controlcyclus, het Treasurystatuut en de managementrapportages.

In de Remuneratiecommissie kwam de samenstelling van de RvT aan bod in verband met de vacature op het terrein van onderwijs. Ook zijn er voorstellen van advies voorzien. Dit met het oog op de evaluatie van de RvT en het functioneringsgesprek met het CvB. Tevens zijn de wervingsprocedures voor CvB-voorzitter en RvT-lid voorbereid.

Page 17: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

17

Beide commissies zijn adviescommissies van de RvT. De RvT komt tot een eigen oordeel na adviezen, dan wel de bevindingen van beide commissies.

R.C. Robbertsen, voorzitter Raad van Toezicht

1.4.2 Medezeggenschap en studentenparticipatie

Gedurende het verslagjaar is er intensief en constructief overleg geweest tussen het College van Bestuur (CvB) en de Hogeschoolraad (HR). Er speelden dan ook grote thema’s als huisvesting, financiën, Onderwijs- en examenregeling (OER), Instellingsplan 2012-2016 (IP), voordracht nieuw lid Raad van Toezicht (RvT) en de werving van een nieuwe CvB-voorzitter. Inmiddels is de nieuwe regeling Medezeggenschap al weer een jaar in gebruik. De academieraden (AR’en) vormen een constructief-kritische gesprekspartner van het academiemanagement bij financiën, jaarplan en OER. Halfjaarlijks vindt er formeel overleg plaats van de HR en AR’en. Daarnaast hebben HR en AR’en tussentijds frequent informeel overleg. Afgelopen jaar heeft de HR onder meer ingestemd met het Studentenstatuut, de schaal 13-functie voor docenten, het IP en de regeling Conflictbeheersing.Het CvB bestempelt het overleg met de HR als constructief, inhoudelijk en kritisch. Naast het overleg met het CvB heeft de HR ook twee maal per jaar overleg met de RvT. De Studentgeleding van de HR (SHR) bestaat uit zeven studenten en is daarmee voltallig. De SHR denkt proactief mee in het bestuurlijke proces en wordt hierin ook actief betrokken. Op landelijk niveau denkt de SHR inhoudelijk mee over de politieke ontwikkelingen in Den Haag met betrekking tot studenten. De SHR heeft het afgelopen verslagjaar diverse studentgebonden thema’s op de agenda gezet. Denk daarbij aan het digitaliseren van lessen en andere praktische onderwerpen.

1.4.3 Klachtenafhandeling

De CHE heeft een centraal klachtenloket bij Bureau Studentzaken. Hier kunnen klachten van allerlei aard worden ingediend. Bij de klachtenbalie zijn in 2012 tien klachten binnengekomen. Deze zijn naar tevredenheid afgehandeld.

Daarnaast hebben we een vertrouwenspersoon en een klachtencommissie voor meldingen over ongewenst gedrag. Zie voor meer informatie hoofdstuk 3.3.1 over de activiteiten van de vertrouwenspersoon. Bij de

Klachtencommissie Ongewenst Gedrag is in 2012 geen klacht ingediend.

Studenten kunnen op grond van art. 7:61 WHW bij het College van Beroep voor de Examens in beroep gaan tegen onder meer beslissingen van examencommissies en examinatoren. Het College van Beroep voor de Examens heeft in 2012 vijf beroepschriften ontvangen. In drie gevallen is het beroep ingetrokken na het treffen van een minnelijke schikking. In twee gevallen was er sprake van een hoorzitting. Deze hebben geleid tot een uitspraak van het College.

1.5 Samenwerkingsverbanden op CHE-niveau

1.5.1 Strategische alliantie

De CHE streeft naar intensieve samenwerking in de Strategische Alliantie tussen GH-Zwolle, Driestar Educatief en de CHE (ZEG, Zwolle-Ede-Gouda). In dit samenwerkingsverband hebben de hogescholen verkend op welke wijze samenwerking bij kan dragen aan een versterking van hun onderzoeksbeleid. De drie scholen hebben samengewerkt aan een onderzoek onder alumni over de meerwaarde van vorming als christelijk ideaal. De uitkomsten van dit onderzoek gelden als basis voor een docentensymposium begin 2013, waar onder meer het belang en de mogelijke invulling van het thema vorming aan bod komen. Dit thema versterkt op prachtige wijze het eerste spoor uit het nieuwe instellingsplan.

1.5.2 Lokale samenwerking met oog op de Kenniscampus

Samen met andere onderwijsaanbieders in Ede onderzoekt de CHE of samenwerking in de nieuwbouwplannen voordeel kan opleveren. Op zowel kostenbesparing als kwaliteitsverbetering bij het ontwikkelen en aanbieden van faciliteiten. Het gunstige is dat de onderwijsaanbieders hun locaties dicht bij elkaar

Ondertekening samenwerkingscontract CHE & Het Streek

Page 18: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Strategie & Beleid

hebben en dat het te bebouwen terrein in de nabijheid ligt.

1.5.3 Nationale samenwerking

De CHE is actief lid van de volgende organisaties: - Besturenraad PCO - HBO-raad - Stichting Christelijk-Sociaal Congres - VNO-NCW - Refo500 - Stichting Christen in de Gezondheidszorg - Platform Onderwijs Arbeidsmarkt - HBO-sectorraad Economie (dagelijks bestuur)

De CHE werkt samen met de volgende (onderwijs)instellingen: - Driestar Educatief - Eleos - Evangelische Alliantie - Evangelische Hogeschool - Gereformeerde Hogeschool Zwolle - GidsNetwerk - Guido de Brès scholengemeenschap in Amersfoort - HDS, christelijke organisatie voor Zorg en Welzijn - Hendrik Pierson Leerstoel (VU) - Hoornbeeck College - Leger des Heils - De Leliezorggroep - Stichting Centrum voor Bijbelonderzoek - Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte - Stichting De Hoop - Theologische Universiteit Apeldoorn - VU Amsterdam - Wageningen University - De Wittenberg - Woord en Daad - YouthforChrist Nederland

Op regionaal niveau werkt de CHE samen met: - Ichthus College Veenendaal - Kenniscentrum Wetenschap en Techniek - COG (ROC A12) - Het Groenhorst College - Stichting Food Valley - Stichting Technodiscovery - Technocentrum De Vallei - Ziekenhuis de Gelderse Vallei - Het Streek - Opella - Food4You - EBC, Edese Bedrijven Contact - Welstede - Woonstede - Solidez - Gezinshuis.com - JOOZT LSG - Gemeente Ede - Business Club Gelderse Vallei

1.5.4 Internationale samenwerking

Wij zijn actief lid van de International Association for the Promotion of Christian Higher Education (IAPCHE) en de Council for Christian Colleges and Universities (CCCU). Wij werken op instellingsniveau met diverse partners samen. Een overzicht van deze partners is terug te vinden op: www.che.nl. Medio 2012 hebben we een rapportage ontvangen inzake een ‘reformed idenity audit’. Daarin geeft een internationaal panel, na een bezoek aan de CHE en tal van gehouden gesprekken, een reflectie op de wijze waarop de CHE inhoud geeft aan christelijke vorming.

1.5.5 Samenwerking op academieniveau

Ook op opleidingsniveau werkte de CHE in 2012 met veel partijen samen. Ons doel is om zowel te participeren in onderwijs en beroepsnetwerken als samen te werken met identitair verwante organisaties. De samenwerkingsrelaties die we aangaan zijn steeds gericht op het versterken van deskundigheid en kwaliteit. De eigen identiteit moet daarbij behouden blijven. In het kader van stages en projecten werken al onze opleidingen intensief samen met bedrijven en instellingen binnen de werkvelden waarvoor we opleiden. Ook zijn onze opleidingen vertegenwoordigd in de landelijke opleidingsoverleggen.

Page 19: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

19

Page 20: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 2

Onderwijs

Page 21: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

2.1 Ontwikkelingen op academieniveau

Het kalenderjaar 2012 was voor de academie de periode van curriculumvernieuwing. Het accreditatierapport gaf voor beide opleidingen mooie maar ook urgente punten voor curriculumverbetering. Voor de zomervakantie is met veel mensen uit het beroepenveld gesproken over de ontwikkelingen in zowel journalistiek als communicatie en is de benodigde (onderzoeks)literatuur opgezocht. Van september tot december is een nieuw frame van beide opleidingen neergezet met veel aandacht voormet name de nieuwe uitstroomprofielen, een SLB-/vormingslint en een onderzoekslijn.

In september 2012 startten we met 72 nieuwe journalistiekstudenten en 90 communicatiestudenten, waarvan 22 in de vwo-route. Dat was minder dan verwacht. De economische recessie weerhoudt studenten om te kiezen voor een vak in communicatie of journalistiek. In 2012 kregen 127 studenten hun bachelordiploma, waarvan 33 studenten langstudeerders (vijf jaar of langer).

De goede contacten met het werkveld zijn vorig jaar verder verstevigd. Daar vloeiden mooie activiteiten uit voort. Zo was de academie betrokken bij de citymarketing van Ede en leverde ze de voorzitter van de werkgroep Communicatie voor de Kenniscampus. De Evangelische Omroep is een traineeship begonnen om alumni een kans op een baan te geven. Er zijn intensieve gesprekken gevoerd met de werkveldadviesraden en belangengroepen (o.m. NVJ, Logeion en het Genootschap van Hoofdredacteuren). In 2012 heeft het MT verder de notitie Internationalisering vastgesteld. De academie wil duurzame en wederkerige relaties aangaan met universiteiten in het buitenland. De contacten met Hannam University in Zuid-Korea zijn bijvoorbeeld verstevigd. Doel is om een internationaal semester op te zetten, in lijn met het hogeschoolbeleid.

De Academie Gezondheidszorg is in 2012 gevisiteerd en hernieuwd geaccrediteerd. Dit arbeidsintensieve proces was helpend bij het versterken van de transparantie van de opleiding. De visitatie oordeelde positief over het eindniveau van de opleiding, maar vroeg aandacht voor het versterken van het kennisniveau. Dit thema kwam ook aan bod bij de CHE-instellingsaccreditatie tijdens de trail, een dieptepeiling. Het thema speelt verder een rol in de gesprekken rond de OER tussen het MT en de AR. Begin november heeft de zittende academiedirecteur haar functie neergelegd. De directeuren van de Academies Sociale Studies en Theologie zijn op interim-basis aangetreden. Zij werkten aan het versterken van de samenhang binnen de academie. Zowel rond de inhoudelijke als de bedrijfsmatige situatie.

Inmiddels is het nieuwe beroepsprofiel V&V gepresenteerd. De academie beraadt zich op de manier waarop zij dit binnen de opleiding gaat uitwerken. Het nieuwe beroepsprofiel biedt een goede basis om het totale curriculum door te lichten en aan te passen aan de eisen van deze tijd. Dit valt mooi samen met de vaststelling van het nieuwe CHE-Instellingsplan. Zowel de ambities van de CHE als die van het beroepsdomein willen we uitwerken in een nieuw academieplan 2013 – 2016 waarbij de verbindingen met het werkveld speerpunt zijn.

De Academie Theologie werkte in 2012 verder aan het basiscurriculum voor september 2013. Dit geldt zowel voor Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing als voor Godsdienst Pastoraal Werker. Hierdoor wordt na een proces van gedegen voorbereiding de implementatie steeds verder in gang gezet.

Het project Flexibele Leerarrangementen zorgde

2.1.1 Journalistiek & Communicatie 2.1.2 Gezondheidszorg

2.1.3 Theologie

21

Page 22: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

In 2012 is de samenwerking met het werkveld verder ontwikkeld en geïntensiveerd. Docenten kregen de mogelijkheid om in het bestaande curriculum extra tijd te besteden aan projecten met het werkveld. De projecten kenmerkten zich door een samenwerking tussen het werkveld, studenten en docenten. Alle partijen werken er vanuit een lerende houding, oftewel volgens het begrip “trialogisch leren”. Dit trialogisch leren is gethematiseerd tijdens drie studiedagen. Daarbij is het werkveld expliciet uitgenodigd, waarvan tussen de tien en dertig partners aanwezig waren. Het afscheid van een collega is gebruikt om alumni uit te nodigen voor een inhoudelijk programma in maart. Ook is een glossy magazine “Adriaan” uitgegeven ter ere van zijn afscheid.

In september zijn meer dan tien docenten gestart met een masterstudie. Hiermee willen we de kwaliteit

2.1.5 Sociale Studies

2012 was in onderwijskundig opzicht een intensief jaar. In september vond de visitatie MER plaats. Dit is succesvol afgerond. Naast de visitatie hebben we inhoudelijk verder gewerkt aan het voorbereiden van de curriculumvernieuwing van beide M&O-opleidingen. Bij deze opleidingen was sprake van een naamswijziging. De opleiding P&A heet sinds 1 september 2012 HRM. De opleiding MER heet vanaf die datum Bedrijfskunde MER.

De vernieuwing van het curriculum van beide opleidingen staat in het teken van de IP-strategie van de CHE: intensieve verbinding met de beroepspraktijk. Dit is ontstaan vanuit de overtuiging dat het beroep niet uit een boekje te leren valt. Binnen M&O betekent dit perspectief de keuze voor een aantal profielen van 1,5 jaar in de eindfase van de opleidingen. In deze eindfase werken studenten, docenten en beroepspraktijk intensief samen.De instroom in 2012 steeg licht bij beide opleidingen. De waardering voor de opleidingen in de Keuzegids Hbo was hoog.

2.1.4 Mens & Organisatie M&O

In 2012 veranderde ons onderwijsaanbod niet, maar hebben we vooral kwalitatieve verbeteringen aangebracht in het bestaande onderwijs. Zowel initieel als post-initieel.

In het najaar hebben in het MT de nieuwe academiedirecteur en de nieuwe manager Transfer zitting genomen. Daarmee is het MT compleet voor het adequaat managen in een steeds complexere onderwijswereld.

Het aantal ingeschreven voltijdstudenten is in 2012 gestabiliseerd, in tegenstelling tot de landelijke cijfers die vooral een daling lieten zien in de instroom. De extra impuls vanuit Marketing & Communicatie heeft daar een aanzienlijke bijdrage aan geleverd. Helaas daalde het aantal studenten van de deeltijd- en duale opleiding.

Het initiatief om samen met twaalf schoolbesturen een professionele en kwalitatief hoogwaardige samenwerking op te zetten voor het opleiden van leraren is uitgebouwd. Opleiden in het werkveld krijgt hierdoor een stabiele en duurzame basis. Ook zijn we gestart met twee academische basisscholen.

In het kader van VTB-pro (Verbreding Techniek Basisonderwijs) zijn 61 leraren en 17 directieleden in het basisonderwijs geprofessionaliseerd op het domein van Wetenschap & Techniek. De trajecten zijn gesubsidieerd door VTB-professional. Het Kenniscentrum Wetenschap & Techniek (KWTG) is verder ontwikkeld. Zo levert dit een goede bijdrage aan het toepassen van wetenschap en techniek in de basisschool. Dit vindt plaats in samenwerking met diverse partners in de regio.

Om een goede doorstoom te realiseren van mbo naar hbo is een samenwerkingstraject gestart met de Driestar (hbo) en het Hoornbeek (mbo). Het doel is om toekomstige studenten vanuit enkele vakgebieden voor te bereiden op het hbo-niveau.

2.1.6 Educatie

Jaarverslag 2012 | Onderwijs

voor meer (digitale) studiemogelijkheden voor zij-instromers en andere deeltijdstudenten. Nieuwe studiemogelijkheden leiden tot gewijzigde routes. Zo is onder andere de intakeprocedure aangepast. Het systeem It’s learning wordt benut voor digitale communicatie tussen docent en student. Het project Identiteit en Kwaliteit is afgerond. Dit betrof een meerjarenproject rondom de vraag hoe je als christendocent je identiteit vertaalt naar de inhoud van het vak waarin je lesgeeft. De CHE nam daaraan deel samen met zeven scholen in het voortgezet onderwijs. Na het geslaagde slotcongres is besloten nadere samenwerking te verkennen. Op dit moment is in dit kader de cursus Worldview al op de CHE te volgen.

van het onderwijs verbeteren. Daarnaast zijn drie docenten gestart met een promotietraject binnen de onderzoekslijnen van het lectoraat.

Ter ondersteuning van de R&O-cyclus zijn twee ondersteuningsinstrumenten voor feedback van collega’s en studenten ontwikkeld.

Het aantal ingeschreven voltijd-, deeltijd- en duale studenten bleef in 2012 stabiel.

Page 23: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

2.2 Uitbesteding onderwijsprogramma’s

2.2.1 Stages

Ongeveer een kwart van de totale opleidingsduur van alle opleidingen besteden we uit aan stageverlenende instellingen. Bij alle opleidingen komt de student vanaf het eerste studiejaar in contact met het werkveld. De student bekwaamt zich op deze wijze in de beroepspraktijk.

Per opleiding is de ordening van stages en stagedoelen beschreven in een stage- of praktijknota. Deze stagedoelen zijn een uitwerking van de kwalificaties, beschreven in het competentieprofiel van de opleiding. Vanuit de opleiding vindt stagebegeleiding plaats door een stagedocent. In het werkveld begeleidt een praktijkbegeleider de competentieontwikkeling van de student. Uit evaluaties blijkt dat praktijkbegeleiders tevreden zijn over de bekwaamheid van onze studenten. Sommige praktijkbegeleiders binnen de academies hebben meer behoefte aan direct contact en samenwerking met de CHE. Bij de sociaal-agogische opleidingen vindt tevens begeleiding plaats door een supervisor. Uit evaluaties blijkt dat de praktijk van supervisie hoge waarderingen scoort.

2.2.2 Outsourcing en maatwerktrajecten

Naast de reguliere VTO, DTO en sommige duale opleidingen biedt de CHE maatwerktrajecten aan. De vraag naar dergelijke trajecten neemt toe. Het gaat bij deze trajecten om individueel maatwerk op basis van een instroomassessment. Uit evaluaties blijkt dat de stap van een EVC-rapportage naar een individueel leerplan (maatwerk) nog onderwijskundige aandacht behoeft. Verder verzorgen we via onze commerciële activiteiten enkele maatwerktrajecten voor externen, zoals trainingen, cursussen, advies- en onderzoeksactiviteiten. In 2012 hebben we geen publieke middelen aangewend voor de organisatie van maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties.

In 2012 was geen sprake van het (gedeeltelijk) uitbesteden van bekostigd onderwijs aan private organisaties. Studenten liepen wel stages. Ook voerden derde- en vierdejaars studenten opdrachten uit voor externe opdrachtgevers. Het betreft hier de opleidingen Human Resource Management, Bedrijfskunde MER en Communicatie (mini-ondernemingen).

2.3 Onderwijskwaliteit

2.3.1 Externe onderzoeken

Keuzegids Hoger OnderwijsIn de Keuzegids Hoger Onderwijs 2013 is de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) beoordeeld als de op één na beste

(middelgrote) hogeschool van Nederland. De eerste plek op deze lijst gaat, nadat de CHE daar acht jaar heeft gestaan, naar de Gereformeerde Hogeschool in Zwolle. De ranking van de Keuzegids is niet alleen gebaseerd op studentenoordelen via de Nationale Studenten Enquête (NSE), maar ook op instroomcijfers, collegegelden, bindend Studie Advies en VBI-rapporten (accreditatie).

De Keuzegids Hbo Voltijd 2013 is zeer positief te spreken over de onze hogeschool. De CHE heeft ”degelijk onderwijs in de aanbieding, van LBA (leraar basisonderwijs) tot sociaal werk en van verpleegkunde tot journalistiek”. Volgens de Keuzegids verdient, met een totaalscore van 81 en een ++ oordeel, de CHE (aan de hand van veertien beoordeelde opleidingen) een tweede plaats op de lijst met beste middelgrote hogescholen. In de volgende tabel staat een overzicht van de scores in de Keuzegids Hbo Voltijd. HRM, SPH en Bedrijfskunde MER scoren het hoogst binnen de CHE. De beste score CHE-breed is de waardering voor Informatie en Contact.

Tabel: Keuzegids Hbo Voltijd 2013

ElsevierOok volgens het onderzoek van ResearchNed in opdracht van Elsevier scoort de CHE voor veel opleidingen signi-ficant hoger dan vergelijkbare opleidingen op andere hogescholen.

Nationale Studenten Enquête (NSE)In het voorjaar van 2012 heeft de CHE voor de derde keer aan de Nationale Studentenenquête (NSE) meegedaan. Alle CHE-opleidingen namen eraan deel, maar niet alle varianten of opleidingen zijn meegenomen in de uitein-delijke rapportage. Dit heeft te maken met een te geringe

Opleiding/oordelen

COM

vt

JRN vt

GPW

vt

GL vt

LBA vt

BM

ER vt

MW

D vt

HRM

vt

SPH vt

VP vt

Program-ma

0 + + 0 + + ++ ++ +++ 0

Toetsing 0 + ++ 0 + ++ + ++ ++ 0

Docenten + 0 ++ + + + ++ ++ ++ 0

Vaardig-heden

0 0 + + + ++ + ++ +++ +

Voorbe-reiding loopbaan

0 + ++ ++ ++ ++ + +++ ++ +

Informatie & contact

+ + ++ + ++ +++ ++ +++ +++ ++

Faciliteiten 0 0 0 ++ + 0 + 0 ++ +

Expertoor-deel

0 0 0 0 0 0 + ++ + +

Totaalscore 64 70 72 74 78 84 80 96 94 78

Oordeel 0 + ++ + ++ ++ ++ +++ +++ ++

23

Page 24: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Onderwijs

respons. In 2012 lag de respons duidelijker lager dan in 2011, met uitzondering van de varianten van GPW en de voldtijdvariant van GL. Dit betekent dat de resultaten van de Masters Contextuele Hulpverlening en Leraar Gods-dienst, de deeltijdvarianten van GL en VP en de duale varianten niet zijn meegenomen in de rapportage. Voor deze opleidingsvarianten was de respons dus te laag.

Opnieuw hebben we goed gescoord in de NSE. De scores zijn grotendeels vergelijkbaar met die van 2011. Hoge scores waren er voor de voorbereiding op de beroepsloop-baan, de verworven algemene vaardigheden, de docenten, de inhoud en de sfeer van de opleiding. De opleidingen van de Academie Sociale Studies en Mens & Organisatie

scoorden erg goed op bijna alle thema’s. De opleidingen Bedrijfskunde MER en GPW dt kregen op verschillende thema’s betere waarderingen dan in 2011.

Aandacht blijft nodig voor de deeltijdopleiding van Leraar Basisonderwijs. Zo ook bij vrijwel alle opleidingen voor de thema’s ‘toetsing en beoordeling’ en ‘studielast’. De deeltijdopleiding van SPH en de voltijdopleiding van Jour-nalistiek zijn op een aantal items minder gewaardeerd dan in 2010. Ook dit is een punt van aandacht ondanks de blijvend hoge waardering.

Hieronder volgt een totaaloverzicht van de themascore Algemeen.

Opleiding/oordelen

CO

M vt

JRN vt

GPW

vt

GL vt

LBA vt

BMER vt

MW

D vt

HRM

vt

SPH vt

VP vt

Rang 2 1 2 1 7 1 1 1 2 3

Faciliteiten 58 54 61 64 76+ 58 65+ 60 65+ 61

Onderwijs 65+ 64 66 58 64+ 76+ 71+ 79+ 73+ 71+

Inrichting van de opleiding 58 67 72 74 75+ 77+ 71+ 82+ 77+ 67+

Docenten 60+ 65+ 70 68 68+ 74+ 73+ 77+ 68+ 65+

Toetsing 58 62 81 50 61 78+ 66+ 73+ 75+ 50

Organisatie en communicatie 51+ 51 60 44 60+ 71+ 68+ 75+ 68+ 65+

Totaal 2012 58+ 61+ 68 60 67+ 72+ 69+ 74+ 71+ 63+Tabel: De Beste studies 2012 Elsevier (Bron: Elsevier) * een + betekent significant beter dan deze opleiding op andere hogescholen.

Opleiding/oordelen

CO

M vt

GL vt

GPW

dt

GPW

vt

JRN vt

LBA dt

LBA vt

BMER vt

MW

D dt

MW

D vt

HRM

vt

SPH dt

SPH vt

VP vt

A1. Je studie in het algemeen 4,0 3,6 4,1 4,0 3,8 3,5 3,9 4,1 4,2 4,3 4,4 4,1 4,2 3,9

A2. De inhoud van de opleiding 3,8 3,7 4,3 3,9 3,9 3,3 3,8 3,9 4,3 4,2 4,2 3,8 4,2 3,8

A3. De verworven algemene vaardig-heden binnen je opleiding

3,8 3,6 4,1 4,0 3,9 3,3 4,0 4,1 4,2 4,1 4,3 3,8 4,2 3,8

A4. De verworven algemene vaardighe-den/ praktijkgericht onderzoek binnen je opleiding

3,9 3,6 3,8 3,7 3,7 3,3 4,1 4,2 3,8 3,9 4,2 3,7 4,0 3,7

A5. De voorbereiding op de beroeps-loopbaan

3,6 3,9 4,0 3,8 3,7 3,5 4,2 4,0 4,1 4,1 4,0 3,9 4,1 3,8

A6. De docenten van de opleiding 3,8 4,5 4,4 4,4 3,7 3,5 4,0 4,0 4,5 4,3 4,0 4,0 4,2 4,1

A7. De informatie vanuit je opleiding 3,6 2,9 3,3 3,5 3,5 2,7 3,6 3,9 3,9 4,0 3,9 3,7 3,9 3,7

A8. De studiefaciliteiten van je op-leiding

3,5 3,7 4,1 3,8 3,8 3,7 3,9 3,7 4,0 3,8 3,7 3,4 3,8 3,8

A9. Toetsing en beoordeling 3,4 3,4 3,8 3,7 3,2 3,2 3,4 3,7 3,6 3,6 3,8 3,6 3,7 3,4

A10. De studieroosters 3,6 3,3 3,7 3,6 3,5 3,7 3,7 3,9 4,0 3,8 3,7 3,7 3,6 3,8

A11. De studielast 3,5 3,4 3,4 3,5 3,3 3,3 3,1 3,8 3,2 3,7 3,8 3,4 3,6 3,7

A12. De studiebegeleiding 4,0 3,2 3,7 4,0 3,7 3,2 3,9 4,3 4,0 4,1 4,3 3,8 3,9 4,1

A13. De overige faciliteiten en de studie-omgeving

3,7 3,8 3,9 3,9 3,6 3,8 3,9 3,7 3,9 3,8 3,8 3,7 3,8 3,8

A14. De algemene sfeer op je opleiding 4,4 4,5 4,6 4,8 4,4 4,2 4,6 4,6 4,6 4,6 4,5 4,4 4,6 4,5

A15. De mate waarin je betrokken wordt bij de verbetering van je opleiding

3,9 3,8 3,8 4,0 3,7 3,5 4,1 4,2 4,0 4,1 4,5 4,0 4,0 3,9

Tabel: Totaaloverzicht van de themascore Algemeen

Page 25: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

2.3.2 Interne onderzoeken

AGO (Afgestudeerdenonderzoek)Begin 2012 voerden de CHE-opleidingen gezamenlijk een onderzoek uit onder afgestudeerde studenten in het studiejaar 2010-2011. We namen daarom we niet deelnamen aan de landelijke HBO-Monitor. Dit bood ons de mogelijkheid om eigen vragen toe te voegen. Het aantal alumni was groot, 829 vergeleken met 780 in 2011. De respons (28%) lag in 2012 nagenoeg gelijk aan die van het jaar ervoor. In 2010 was de respons echter aanzienlijk hoger, namelijk 34%.

Ook lag de respons lager dan bij het landelijke onderzoek van de HBO-Monitor 2011 (40%). Het is van groot belang om het alumnibeleid te intensiveren en de respons te verhogen door het ontwikkelen van (digitale) alumninetwerken.

Als gevolg van te lage respons konden we geen totaalbeeld schetsen van de arbeidsmarktpositie van onze afgestudeerden van de lichting 2010-2011. Volgend jaar doen we mee aan de landelijke HBO-Monitor. Naast een hogere respons beschikken we dan over vergelijkbare gegevens in het kader van de prestatieafspraken. Uitzondering hierop vormt de Academie voor Theologie, die een landelijk afgestudeerdenonderzoek voor de eigen branche coördineert.

De respons van de helft van de opleidingen voldoet aan de richtlijnen ten aanzien van de representativiteit: GPW, Bedrijfskunde MER, HRM, LBA en MWD. Onderstaande bevindingen gelden dan ook alleen voor deze opleidingen.De afgestudeerden zijn over het algemeen tevreden over de basis die de opleiding biedt om te starten op de arbeidsmarkt. Wat lager scoorden de alumni van GPW. Deze behaalden een 3,2 op een vijfpuntsschaal. Het merendeel heeft een betaalde baan op hbo-niveau gevonden. Afgestudeerden van LBA en HRM vonden snel een baan in het verlengde van hun studie, afgestudeerden van MWD en GPW hadden hier meer moeite mee. De afgestudeerden waren over het algemeen tevreden over de aansluiting van de gevolgde opleiding op de huidige functie.

De afgestudeerden waren zeer tevreden over de basis van de opleiding voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden. Zij gaven aan dat de Dublin Descriptoren door hun opleiding gerealiseerd zijn. Het laagst, maar nog steeds voldoende, was de waardering van afgestudeerden voor de hoeveelheid actuele kennis en inhoud op het vakgebied van de opleiding Bedrijfskunde MER (3,3 op een 5-puntsschaal).De verbeterpunten gelden voor diepgang, moeilijkheidsgraad en keuzemogelijkheden. Afgestudeerden beoordeelden onze hogeschool als een inspirerende leergemeenschap. Met name MWD en HRM behaalden hierop hoge scores.

Platform kwaliteitszorgAls vervolgstap in de verdere ontwikkeling van het kwaliteitszorgstelsel en ter voorbereiding op de Instellingstoets Kwaliteitszorg hebben we gewerkt aan de halfjaarrapportages Kwaliteitszorg. Daarin geven we een periodeanalyse van alle evaluatiegegevens in samenhang. Bovendien volgen relevante conclusies en aanbevelingen. In het platform Kwaliteitszorg zijn de ervaringen uitgewisseld. Daarnaast is het platform betrokken geweest bij het opstellen van prestatieafspraken met het ministerie van OCW.

2.3.3 Kwaliteitszorg extern

In december 2011 vroeg het CvB bij de NVAO accreditatie aan voor de opleidingen Verpleegkunde en Bedrijfskunde MER. Deze opleidingen zijn in september 2012 gevisiteerd door een visitatiepanel van Certiked. Dit leverde een visitatierapport op met een positieve eindbeoordeling ten aanzien van de drie standaarden binnen het nieuwe Beperkte Beoordelingskader.De commissie beoordeelde de standaard eindkwalificaties van de opleiding Verpleegkunde als goed. De standaarden onderwijsleeromgeving en toetsing kregen bij deze opleiding een voldoende.De standaarden eindkwalificaties van de opleiding en onderwijsleeromgeving van Bedrijfskunde MER beoordeelde de commissie als goed. De standaard toetsing als voldoende.

Bij beide visitaties was de commissie onder de indruk van de inzet en bevlogenheid van docenten. Zo ook de manier waarop ze identiteit zichtbaar maakten in de opleidingen. Het visitatiepanel was van mening dat de borging van het afstudeerniveau bij beide opleidingen te verbeteren is.

Daarnaast heeft de NVAO in het najaar van 2012 bij de CHE de Instellingstoets Kwaliteitszorg uitgevoerd. De vraag die daarbij centraal stond is of het College van Bestuur vanuit haar visie op de kwaliteit van het onderwijs een doeltreffend systeem van kwaliteitszorg hanteert. Een systeem dat de kwaliteit van de aangeboden opleidingen kan garanderen. De definitieve uitslag van de instellingstoets verwachten we in februari 2013.

25

Page 26: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 3

Studenten

Page 27: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

27

3.1 Werving en selectie

In 2012 daalde onze studenteninstroom met 1,5% ten opzichte van 2011. Deze daling is geheel toe te schrijven aan het aantal studenten dat een duale opleidingsvariant startte. Voor de voltijd- en deeltijdopleidingen geldt dat de instroom licht steeg. Het totaal aantal ingeschreven studenten daalde met 1,9%.

Het marktaandeel van de hogeschool is met 0,1% gestegen naar 4,0%. Het gaat hier om het marktaandeel binnen de opleidingen die wij aanbieden. Kijken we naar de totale hbo-markt, dan heeft de CHE een aandeel van iets minder dan 1%.

We concluderen dat we ondanks een teruglopende markt goede resultaten hebben behaald. In 2012 hebben we extra geïnvesteerd in de studentenwerving van de LBA (Pabo). Jongens vormden een speciale communicatiedoelgroep. Deze investering leidde niet tot een toename van de instroomaantallen. Wel steeg het marktaandeel van de LBA met 0,1%. Bovendien is het aantal mannelijke studenten toegenomen van 17,7% naar 22,3% van het totaal aantal LBA-studenten.

In 2012 werkte de afdeling Marketing & Communicatie aan een nieuwe advertentiecampagne met als thema ‘de CHE is dichtbij’. In 2012 hebben we samen met een externe marketeer ook onderzoek gedaan naar onze kansen en mogelijkheden in de toekomst.

Het wervingsbeleid van onze hogeschool is vooral gericht op de christelijke achterban. Aspirant-studenten krijgen via Studielink enkele vragen over hun identiteit voorgelegd. Niet-christenen zijn welkom op onze

hogeschool mits zij een verklaring van respect voor onze grondslag ondertekenen. Wanneer een potentiële student geen christen is, nodigen we de betreffende student uit. We bespreken dan de voor- en nadelen van een keuze voor onze hogeschool. Ook voeren we gesprekken met aspirant-studenten met een functiebeperking, of wanneer bijvoorbeeld een verkorte studieroute tot de mogelijkheden behoort.

Bij de in-, door- en uitstroom van studenten speelt Bureau Studentzaken een cruciale rol. In 2012 is het nieuwe Student Volg Systeem (SVS) IRIS binnen onze hele hogeschool geïmplementeerd en verfijnd. Dit jaar stond ook in het teken van de implementatie van de langstudeerdersmaatregel, die op de valreep niet werd ingevoerd.

3.1.1 Studentenaantallen

In 2012 schreven zich zo´n 75 studenten minder in bij de CHE dan in 2011.

Tabel 3.1 Studentenaantallen per jaar met groei percentages (bron: HBO-raad)

Datum Aantal studenten Groei t.o.v. vorig jaar

1-10-2007 4097 3,9

1-10-2008 3982 -2,8

1-10-2009 4045 1,6

1-10-2010 4137 2,3

1-10-2011 4047 -2,2

1-10-2012 3969 -1,9

Tabel 3.2 Studenteninstroom per jaar in aantallen en percentages naar voltijd (vt), deeltijd (dt) en duaal (bron: HBO-raad)

Instroom in jaar Aantal studenten waarvan % vt %dt %duaal

2007 1.326 78,6 18,6 2,9

2008 1.124 80,2 16,9 5,1

2009 1.181 76,8 19,6 3,6

2010 1.291 80,3 15,4 4,3

2011 1.229 82,3 13,7 4,0

2012 1.210 84,8 14,1 1,1

Page 28: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Studenten

3.1.2 Studentenaantallen per opleiding

Tabel 3.3 Studentenaantallen per opleiding voltijd, deeltijd en duaal (bron: HBO-raad)

Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

Gezondheidszorg

VP vt 405 425 429 473 480

VP dt 60 49 56 52 62

VP duaal 15 34 29 35

Educatie

LBA vt 582 591 615 553 548

LBA dt 127 134 123 95 70

LBA duaal 66 68 51 59 37

Theologie

GPW vt 253 229 211 193 180

GPW dt 293 278 228 212 210

GL vt 59 57 47 47 54

GL dt 56 60 42 35 26

GL master - - - 5 11

Mens & Organisatie

MER/BKM vt 220 229 245 252 267

MER/BKM duaal 8 6 3

P&A/HRM vt 112 126 140 144 167

Journalistiek & Communicatie

JRN vt 290 283 268 262 236

COM vt 297 320 331 341 310

Sociale Studies

SPH vt 451 431 520 503 532

SPH dt 111 106 123 114 101

SPH duaal 26 30 43 50 37

MWD vt 402 436 466 482 481

MWD dt 172 178 157 140 122

TOTAAL CHE 3.982 4.045 4.137 4.047 3.969

Tabel 3.4 Verhouding man-vrouw (bron: HBO-raad)

Jaar 2008 2009 2010 2011 2012

Geslacht

VP man 8,4% 9,4% 9,1% 9,7% 10,1%

vrouw 91,6% 90,6% 90,9% 90,3% 89,9%

LBA man 16,0% 16,1% 16,5% 17,7% 22,3%

vrouw

GPW man 57,9% 57,2% 62,4% 62,2% 60,5%

vrouw 42,1% 42,8% 37,6% 37,8% 37,5%

GL 2e graad man 51,3% 53,0% 49,4% 48,8% 48,7%

Page 29: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

29

vrouw 42,1% 42,8% 37,6% 37,8% 37,5%

GL 1e graad man - - - 40,0% 54,6%

vrouw - - - 60,6% 45,4%

MER/BKM man 67,7% 65,9% 65,6% 70,9% 71,5%

vrouw 32,3% 34,1% 34,4% 29,1% 28,5%

P&A/HRM man 37,5% 38,1% 41,4% 36,1% 38,3%

vrouw 62,5% 61,9% 58,6% 63,9% 61,7%

JRN man 49,7% 46,6% 50,0% 50,8% 47,9%

vrouw 50,3% 53,4% 50,0% 49,2% 52,1%

COM man 42,8% 40,6% 40,5% 40,5% 37,7%

vrouw 57,2% 59,4% 59,5% 59,5% 62,3%

SPH man 17,2% 18,0% 19,5% 19,9% 17,9%

vrouw 82,8% 82,0% 80,5% 80,1% 81,1%

MWD man 19,5% 21,2% 20,9% 22,8% 22,7%

vrouw 80,5% 78,8% 79,1% 77,2% 77,3%

TOTAAL CHE man 30,5% 30,1% 30,2% 31,0% 31,0%

vrouw 69,5% 69,9% 69,8% 69,0% 69,0%

De verhouding mannelijke en vrouwelijke studenten is stabiel.

3.1.3 Marktaandelen

Tabel 3.5 Marktaandeel instroom in % van de verschillende opleidingen (bron: HBO-raad)

Opleiding 2008 2009 2010 2011 2012

VP 3,8 4,4 4,5 4,4 4,1

LBA 2,6 2,6 2,7 2,6 2,7

GPW 44,8 52,4 36,2 53,8 51,5

GL 2e graad 46,3 47,7 21,1 35,2 30,9

GL 1e graad 29,4 29,2

MER-BKM 1,7 1,8 2,8 3,1 3,0

P&A-HRM 2,0 1,6 2,0 1,9 2,2

JRN 5,9 5,6 5,9 6,1 7,5

COM 2,5 2,8 2,3 2,9 2,6

SPH 3,8 3,7 5,3 4,9 4,6

MWD 5,4 4,8 4,4 4,3 4,4

TOTAAL CHE 3,6 3,6 3,9 3,9 4,0

Het marktaandeel van de instroom van de opleidingen waarvoor de CHE opleidt, is in 2012 met 0,1 gestegen naar 4,0%. Ons marktaandeel van alle instromers in het hbo is gelijk gebleven op 0,97%.

Page 30: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Studenten

3.1.4 Kerkelijke achtergrond

Het percentage van het aantal studenten met een orthodox reformatorische achtergrond (gereformeerde bond, Hersteld Hervormde Kerk, gereformeerde gemeente en gereformeerde gemeente in Nederland) is opnieuw toegenomen van 28% naar 29% (in 2010: 27%). Onder de categorie ‘overig’ verstaan we studenten die opgeven geen kerkelijke achtergrond te hebben, rooms-katholieken, Oud Gereformeerden, Leden van het Leger des Heils, Zevende-dags Adventisten, moslims, et cetera.

Tabel 3.6 Kerkelijke achtergrond instroom studenten in %

Kerkelijke achtergrond 2008 2009 2010 2011 2012

PKN 20 5 7 7 7

PKN Hervormde signatuur 16 16 17 16 15

PKN (Gereformeerde Bond) 11 10 12 11

PKN Geformeerde signatuur 2 1 2 1 1

Gereformeerd (vrijgemaakt) 9 9 8 8 7

Nederlands Gereformeerd 3 4 4 3 3

Christelijk Gereformeerd 7 7 7 7 7

Hersteld Hervormde Kerk 3 5 4 5 5

Gereformeerde Gemeenten 8 9 10 9 11

Gereformeerde Gemeenten in NL 2 2 3 2 2

Baptistengemeenten 5 5 4 3 5

Evangelische gemeenten 14 15 14 13 12

Vergadering van Gelovigen 1 1 1 1 1

Pinkstergemeenten 2 1 2 1 2

Overige 8 9 7 12 11

3.2 Studierendementen

De HBO-raad publiceert de diplomarendementen. Zij geven het percentage van het aantal ingestroomde studenten dat een diploma heeft behaald na vijf jaar studie. In 2011 had 58,2% van de studenten die in 2006 instroomde een diploma behaald. Van de overige studenten viel een groot deel uit zonder diploma. Een ander deel moest de studie nog afronden. De HBO-raad heeft bij het ter perse gaan van dit jaarverslag nog geen cijfers over 2012 gepubliceerd.

Tabel 3.7 Diplomarendement in % na 5 jaar studie (bron: HBO-raad)

Opleiding / gestart in september 2002 2003 2004 2005 2006

VP 76,1 66,7 67,9 73,6 60,4

LBA 71,0 72,2 64,7 74,1 59,5

GPW 48,5 52,0 61,9 44,4 48,9

GL - - - - 60,8

MER 57,7 62,5 75,7 64,8 68,5

P&A 77,8 55,2 66,7 70,8 78,3

JRN 41,9 54,5 64,5 65,0 58,2

COM 56,0 63,4 55,9 50,0 43,0

SPH 63,2 63,2 64,6 71,6 62,8

MWD 73,2 71,4 74,7 67,4 58,4

TOTAAL CHE 65,0 64,9 65,7 64,8 58,2

Page 31: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

31

Het propedeusejaar moet selecterend zijn. Studenten hebben binnen de CHE doorgaans twee jaar de tijd om hun pro-pedeuse te halen. Uit onderstaande tabel blijkt dat propedeuserendementen sterk kunnen fluctueren. Per jaar maar ook per opleiding of per opleidingsvorm. De rode draad is dat de rendementen van voltijdopleidingen beter waren dan die van deeltijdopleidingen. In deeltijd is een studie zwaarder, omdat er naast de studie nog andere prioriteiten zijn.

Opleiding / aanvang propedeus 2006 2007 2008 2009 2010

VT dt 34,1 43,5 33,3 35,7 67,7

VT vt 59,6 72,5 69,9 73,6 78,9

LBA dt 43,1 35,8 51,9 38,3 25,5

LBA vt 55,5 66,8 56,0 46,6 40,0

GL dt 20,0 27,6 26,3 13,6 41,7

GL vt 18,8 61,9 39,3 34,6 15,4

GPW dt 23,4 32,1 22,0 21,9 28,6

GPW vt 43,7 47,2 48,7 38,7 50,7

MER vt 67,1 66,3 69,7 50,0 54,4

P&A vt 66,7 60,5 54,7 60,9 50,9

JRN vt 54,3 57,1 54,2 38,7 75,0

COM vt 57,0 66,3 56,8 50,0 49,0

MWD dt 35,1 44,8 48,6 45,9 46,7

MWD vt 64,2 49,7 56,0 55,3 54,9

SPH dt 32,5 33,3 30,5 45,0 45,6

SPH vt 66,8 54,3 62,6 62,2 55,2

Het selecteren in de propedeuse is mogelijk middels het geven van een bindend studieadvies. We doen dit conform artikel 7.9 derde lid van de WHW. Studenten die na het eerste semester van het eerste jaar nog onvoldoende studiepunten heb-ben, geven we een zogenaamde “waarschuwings BAS”. Daaraan koppelen we een studieloopbaanadvies. Op deze wijze proberen we een Bindend Afwijzend Studieadvies te voorkomen. We helpen deze studenten met het oplossen van even-tuele deficiënties of we bekijken samen hoe de studieloopbaan op een andere wijze is te vervolgen. Het aantal uitgereikte BAS-sen is in 2011-2012 toegenomen.

Tabel 3.9 Uitgereikte Bindende Afwijzende Studieadviezen (bron: CHE)

Opleidingen / cursusjaar 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012

VP 7 1 1 3 7

LBA 37 18 30 24 13

GL 3 7 0 1 6

GPW 9 7 4 6 7

MER 5 5 2 11 15

P&A 1 1 0 8 6

JRN 1 2 8 7 12

COM 7 3 11 13 27

MWD 3 5 14 6 9

Page 32: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Studenten

SPH 6 7 5 15 16

TOTAAL CHE 79 56 75 94 118

3.3 Begeleiding van studenten

Onze hogeschool kent een intensieve begeleidingsstruc-tuur voor studenten. De mentoren/tutoren ofwel coaches vormen de basis in alle studiejaren. Het accent ligt op het eerste jaar. Verwijzingen naar de decaan, de hogeschool-pastor en de vertrouwenspersoon zijn mogelijk.

3.3.1 Vertrouwenspersoon

Zowel de interne als de externe vertrouwenspersonen van de CHE is aangesteld in het kader van de Klachtenregeling Ongewenst Gedrag en het Reglement Vertrouwens-personen. In 2012 is de regeling conflictbeheersing tot stand gekomen. Medewerkers kunnen in het kader van deze regeling ook een beroep doen op de vertrouwens-persoon. De voorlichting over de hogeschoolbrede begeleiding aan studenten geven we in het cursusjaar 2012-2013 via informatie in Adrem (CHE studentenmagazine) en door middel van de digitale studenteninfo. De medewerkers ontvangen informatie over de functie van de vertrouwenspersoon via de digitale personeels-info. De interne vertrouwenspersoon voerde in 2012 met een aantal medewerkers en studenten gesprekken over ongewenst gedrag c.q. ervaren intimidatie en pestgedrag. De externe vertrouwenspersonen hebben in 2012 enkele e-mails ontvangen. Tevens heeft één van hen een gesprek gevoerd met een student.

3.3.2 Decanaat

In 2012 zijn de taken van ons decanaat door één studentendecaan uitgevoerd.

Veel gesprekken met studenten stonden in het teken van financiën. Vragen over studiefinanciering namen een belangrijke plaats in. Daarbij gaven we informatie over de aanvullende beurs, de uitwonendenbeurs, de studie-schuld, et cetera. In meer dan zestig gevallen bemiddel-den we bij het aanvragen van verlenging van studiefinan-ciering vanwege langdurige ziekte of een functiebeper-king. Tevens boden we hulp bij verzoeken om omzetting (kwijtschelding) van de beurs, verlenging van de diploma-termijn en vergoeding van extra reiskosten.

Tot in de tweede helft van 2012 bestond er veel onrust over de langstudeerdersmaatregel. Meer dan veertig stu-denten kwamen informatie inwinnen over deze maat-regel. In oktober ging de maatregel toch niet door. Diverse keren spraken we met studenten over de kosten van een andere studie of een vervolgstudie. “Wanneer betaal je het zogenaamde hoge instellingscollegegeld?”, was daar-bij de cruciale vraag. In zes acute financiële noodgevallen

bleek een beroep op het Noodfonds noodzakelijk. Verder verschaften we meermaals informatie over het aanvragen van steun uit het Afstudeerfonds.

We voerden gesprekken over een andere studiekeuze met eerstejaars studenten die ontdekten dat ze niet de juiste studie hadden gekozen. Meerderen gaven aan zich breed te willen oriënteren. Een aantal had behoefte aan een uitgebreide beroepskeuzetest. Sommige studenten kozen voor het EH-Traject van de Evangelische Hogeschool. Een kleine groep gaf de voorkeur aan een studie op mbo-niveau. Tientallen ouderejaars studenten wonnen advies in over mogelijke vervolgstudies.

Ook in 2012 besteedden we veel tijd en aandacht aan studenten die belemmeringen in hun studie ondervon-den. Op het gebied van studievaardigheden en motivatie stelden ze hulpvragen. Een aanzienlijk aantal studenten had te kampen met ziekte, psychische problematiek, zorgen over de thuissituatie, ernstige vermoeidheid, et cetera. Veel leidde dit tot onderbreking van de studie en studievertraging.Een andere categorie studenten ondervond hinder door een handicap of functiebeperking, zoals AD(H)D en dyslexie. Om studenten ondersteuning te bieden troffen we maatregelen op het gebied van digitale hulpmiddelen, verlengde toetstijd en extra begeleiding door de studie-loopbaanbegeleider.

3.3.3 Pastoraat

Het pastoraat binnen onze hogeschool is gericht op studenten met problemen van persoonlijke aard. Studie-begeleiders verwijzen deze studenten door naar het pastoraat, dat een laagdrempelige voorziening wil bieden. Ook komen er studenten op eigen initiatief. Het pastoraat vervult niet alleen een integrerende en verbindende functie tussen student en opleiding, persoonlijk leven, studie, ouderlijk huis en verdere leefomgeving, maar ook tussen ervaren moeite en geestelijk leven.

In 2012 zijn er 195 hulpvragen van studenten geregi-streerd, 12 meer dan in het jaar ervoor. Met de aange-melde studenten zijn 677 gesprekken gevoerd. Dat zijn 156 gesprekken meer dan in 2011. Studenten bleken de weg naar het pastoraat goed te kunnen vinden. Toch streven we naar meer bekendheid van het studenten-pastoraat onder studieloopbaanbegeleiders, docenten en studenten.

De hulpvragen hadden onder andere betrekking op identiteitsproblematiek, psychosociale problematiek, problemen op het gebied van seksualiteit, geloofsvragen en gezinsproblematiek. Studenten met minder complexe

Page 33: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

33

problemen gaven de voorkeur aan persoonlijke bege-leiding binnen de CHE. Studenten met meer complexe problematiek hebben we doorverwezen naar gespecia-liseerde hulpverlening. Het aanstellen van een manne-lijke en een vrouwelijke pastor biedt duidelijk voordelen. Studenten kiezen bewust voor de één of de ander, vooral als het om seksegerelateerde onderwerpen gaat.

Naast deze individuele benadering functioneerde de cursus Persoonlijke effectiviteit en de cursus Uitstelre-ductie, beide voortgekomen uit het pastoraat, als vangnet voor studenten. Voor deze cursussen bestond ook in 2012 grote belangstelling.

3.3.4 Specifieke groepen

In 2012 kreeg de werving van christenmigranten een vervolg. Onder de titel CHE en Multiculturaliteit (CMC) versterken we op diverse manieren de contacten met een aantal keyplayers in de christen migrantenwereld. Binnen het CMC lopen verschillende projecten. Variërend van het organiseren van goede stageplaatsen in de migranten-wereld tot het ontwikkelen van goede studieloopbaanbe-geleiding voor christenmigranten die aan de CHE komen studeren.

In 2012 hebben de inspanningen van het CMC geen vruchten afgeworpen. Het percentage niet-westerse allochtone studenten is afgenomen. Niet alleen relatief, maar ook in absolute aantallen.

Allochtonen die aan onze school studeren krijgen bege-leiding van hun tutor en/of mentor. Daarbij ontvangen zij gerichte aandacht voor mogelijk specifieke problemen. Zij kunnen ook terugvallen op de ondersteuning van de decaan.

Het beleid ten aanzien van studenten met een func-tiebeperking is in 2012, evenals in voorgaande jaren, met succes uitgevoerd. We spreken hier over de intake, studieplanning en de begeleiding van studenten met een functiestoornis. Ons uitgangspunt is dat we voor deze

Tabel 3.10 Etniciteit ingeschreven studenten in aantallen en percentages(bron: HBO-raad)

2008 2009 2010 2011 2012

Autochtoon 3.797 95,4% 3.850 95,3% 3942 95,4% 3855 95,2% 3783 95,3%

Niet-westers 79 2,0% 91 2,3% 95 2,3% 104 2,6% 94 2,4%

Westers 106 2,7% 97 2,4% 94 2,3% 88 2,2% 92 2,3%

Tabel 3.11 Uitkeringen uit profileringsfonds in 2012

Aantal EER-studentenSubtotaal verstrekte

vergoedingenAantal niet-EER-

studenten SubtotaalTotaal verstrekte

vergoedingen

18 € 27.789,15 0 € 0,00 €27.789,15

groep een zodanige dienstverlening en studiebegeleiding creëren, dat belemmeringen worden weggenomen. Zo krijgen zij een eerlijke kans om de studie met succes te doorlopen. Ook in 2012 was er opnieuw een toename van het aantal studenten dat dit traject doorliep.

3.3.5 Profileringsfonds

Conform artikel 7.51 van de WHW heeft de CHE een profileringsfonds. Bij studievertraging kunnen studenten onder voorwaarden hierop een beroep doen. Het gaat hier bijvoorbeeld om gevallen van ziekte, functiestoornis-sen en bepaalde familieomstandigheden. Zo ook bij een lidmaatschap van een bestuur van een studentenvereni-ging of medezeggenschapsorgaan. In 2012 is € 27.789,15 uit het profileringsfonds aan 18 studenten uitgekeerd. In 2011 ontvingen 19 studenten bij elkaar € 28.360,00 uit het profileringsfonds.

3.4 Aansluiting vooropleiding met hbo

De instroom van onze hogeschool bestaat voor het grootste deel uit studenten met als hoogste vooroplei-ding havo of mbo. Ten opzichte van de landelijke cijfers is onze havo-instroom relatief hoog. Dat geldt ook voor de vwo-instroom. We zien echter dat deze laatste instroom bij ons langzaam daalt. Het aantal mbo’ers bij de CHE is relatief iets lager dan landelijk.

We hebben beleid ontwikkeld voor de aansluiting van het voorgezet onderwijs (vo) en het mbo op het hbo. Dit is erop gericht om: - leerlingen te informeren over het hbo; - concrete samenwerkingsovereenkomsten te realiseren met scholen voor vo; - nieuwe opleidingsvarianten op te zetten, gericht op studenten met een mbo-opleiding.

Page 34: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Studenten

In de algemene voorlichting besteden we systematisch aandacht aan de in- en doorstroom vanuit de verschillen-de vooropleidingen.

Voorbeelden van activiteiten die wij in 2012 hebben on-dernomen om de aansluiting op het voortgezet onderwijs te verbeteren:

- Voor Nederlands en Engels maakten al onze eerstejaars een entreetoets. Op basis van de resul- taten bieden wij studenten eventueel extra bege- leiding om het gewenste niveau te realiseren. Zo werken we bijvoorbeeld bij de Academie Com- municatie op basis van de resultaten voor Engels met niveaugroepen. Tempo, intensiteit van bege- leiding en het programma worden zo beter afge- stemd op het instroomniveau.

- Binnen de Academie Educatie werken we met specifieke studieroutes voor mbo’ers en vwo’ers. Mbo’ers met een kwalificatie als onderwijsassistent kunnen een route volgen waarin ze minder stage lopen. In plaats daarvan krijgen ze extra lessen en

theorie aangeboden. Voor vwo’ers bieden wij de academische route.

- Voor bovenbouwleerlingen havo en vwo organi- seerden we Experience-dagen. Vier keer per jaar organiseerden we een dergelijke dag voor geïnter- esseerden. Daarnaast kwamen zeven voortgezet onderwijsscholen langs om hun leerlingen kennis te laten maken met beroep, hoger onderwijs en de CHE. Op deze wijze willen we een bijdrage leveren aan niet alleen een juiste studiekeuze, maar ook aan een goede beeldvorming over wat studeren in het hbo betekent.

- We organiseerden ook een Experience-dag, specifiek gericht op de doelgroep mbo-leerlingen.

- SPH en MWD bieden een instroomtraject. Mbo’ers volgen in het voorjaar kosteloos enkele onderwijs- activiteiten aan onze hogeschool. Vervolgens kunnen ze zich in september inschrijven voor een verkorte studieroute.

Tabel 3.12 Instroom naar vooropleiding(bron: HBO-raad)

vooropleiding 2007 2008 2009 2010 2011 2012

CHE havo 49,7 47,6 47,9 49,3 50,2 54,9

mbo 25,1 25,4 27,7 25,0 22,5 22,0

ho 3,8 3,9 4,4 6,9 8,7 9,9

onbekend 2,7 4,9 3,9 3,6 0,3 0,4

overig 5,2 2,7 2,2 3,3 6,1 1,9

vwo 13,4 15,4 13,9 11,8 12,1 10,9

landelijk havo 39,1 40,0 39,2 40,1 41,4 44,1

mbo 29,9 28,8 29,4 28,3 27,1 28,6

ho 6,5 6,6 6,5 11,0 10,3 9,4

onbekend 4,3 5,7 5,6 3,8 3,9 5,4

overig 11,1 10,0 10,0 8,3 9,3 4,4

vwo 9,0 9,0 9,3 8,5 8,0 8,1

Page 35: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

35

Page 36: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 4

Personeel

Page 37: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

37

4.1 Ontwikkelingen personeelsbeleid

4.1.1 Resultaat & Ontwikkelgesprekcyclus (R&O)

In 2010 heeft de CHE een nieuwe gesprekscyclus geïntroduceerd. Een belangrijke reden hiervoor was dat de eerdere cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken niet toereikend bleek. De nieuwe Resultaat & Ontwikkelgesprekscyclus (R&O) is in 2011 hogeschoolbreed geïmplementeerd.

We constateren dat in 2012 met 71% van de in aanmerking komende medewerkers een R&O-gesprek is gevoerd. Dit percentage is berekend op basis van het aantal medewerkers met een aanstelling van 0,2 of meer en exclusief collega’s die langdurig afwezig waren. In beginsel willen we R&O-gesprekken voor alle medewerkers die hiervoor in aanmerking komen. Het percentage van 71% is gebaseerd op de retour ontvangen formulieren. Bij de afdeling P&O is bekend dat er in werkelijkheid meer gesprekken zijn gevoerd, maar dat (nog) niet alle formulieren zijn ingeleverd. Eind 2012 en begin 2013 is de nieuwe cyclus geëvalueerd. Deze evaluatie leidt waarschijnlijk tot wijzigingen in de uitvoering van de cyclus. Doel is niet alleen het aantal gesprekken te verhogen, maar ook om de kwaliteit ervan te verbeteren.

De gesprekken zijn in 2012 gevoerd overeenkomstig de R&O-gesprekscyclus. Via het professionaliseringsaanbod bieden we een workshop aan zodat medewerkers en leidinggevenden zich kunnen voorbereiden op de gesprekken. De workshop behandelt onder andere de wijze waarop zij met beschikbare instrumenten aan de slag kunnen gaan.

4.1.2 Convenant Leerkracht

In het Convenant Leerkracht is afgesproken dat ter versterking van het beroep van leraar diverse acties nodig zijn. Dit moeten de positie en beloning van de leraar versterken. Ook richt het plan zich op de inzetbaarheid van de docent binnen het onderwijsproces.

Om de beloning van de docent aantrekkelijker te maken heeft het ministerie van OCW het Convenant Leerkracht gesloten met de hogescholen. Een onderdeel daarvan is dat hogescholen met de lokale vakbonden een te bereiken functiemix zijn overeengekomen. Zo komen meer docenten in aanmerking komen voor een hogere functie. De uitvoering van de functiemix op de CHE vindt plaats onder auspiciën van de zes academiedirecteuren. Dit maakt onderdeel uit van de personeelsplanning en –zorg van elke academie.

In onderstaande tabel is het voorlopige hogeschoolbrede resultaat te zien van het beleid dat van 2009 tot en met 2012 is uitgevoerd inzake de functiemix1. De afspraak die de CHE heeft gemaakt voor de functiemix is te vinden in de laatste kolom van de tabel.

FUNCTIEMIX 2008 2012 2012convenant

Schaalnummer % % %

10 6,3 8,1 7,8

11 50,5 44,6 42,6

12 38,8 40,2 42,1

13 4,4 7,1 7,6

De functiemix had een looptijd tot en met 2012. We zien dat het gevoerde beleid geresulteerd heeft in een gezonde verdeling, zoals overeengekomen met de vakbonden.

4.1.3 Medewerkertevredenheidsonderzoek en werkdruk

In 2012 heeft opnieuw een Medewerkertevredenheids-onderzoek (MTO) plaatsgevonden, dit maal met behulp van bureau Integron. De conclusie uit het MTO is dat 81% van de medewerkers tevreden was over het werken bij de CHE en over zijn of haar functie. Dit is onveranderd ten opzichte van het vorige uitgevoerde onderzoek in 2009. De CHE scoorde op alle punten beter dan de Benchmark Hogescholen, behalve op het vlak van werkdruk.

1 De cijfers hebben een voorlopig karakter, omdat op het moment van schrijven nog enkele wijzigingen over 20120 in de personeels- en salarisadminis-tratie moesten worden doorgevoerd.

Page 38: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Personeel

De beleving van het klimaat bij de CHE scoorde fors hoger. Maar we kunnen nog verbeteringen doorvoeren. Onze medewerkers zijn in het algemeen trots op hun werk en loyaal aan hun werkgever. Uit het onderzoek bleek de CHE-medewerker bovengemiddeld student- en kwaliteitsgericht. Zo bleek ook tevredenheid over de invulling van de christelijke identiteit binnen de school. Ze waardeerden het meest de thema’s middelen en veiligheid, gevolgd door de direct leidinggevende en de inhoud van het werk. Naast voldoende plezier bleek voldoende afwisseling en vrijheid in het werk. Een andere bron van energie is de interactie met de collega’s. Het MTO signaleerde veel onderling respect op onze opleidingen.

Veel medewerkers waren niet tevreden over de beschikbare tijd om het werk uit te voeren. Bovendien gaven medewerkers het onvoldoende kunnen scheiden van werk en privé aan. Vaak hadden onze medewerkers bij thuiskomst te weinig energie over. Grootste werkdrukveroorzakers waren de hoeveelheid e-mails, de hoeveelheid werk en de versnippering van taken.

Er zijn per afdeling deelrapportages gemaakt. Per afdeling waren soms verschillen als het gaat om tevredenheid over aansturing, communicatie binnen de afdeling en over beleving van werkdruk. Afdelingen zijn aan de slag gegaan om de resultaten te bespreken. Ook hebben ze brainstormsessies belegd over hoe verbeteringen tot stand te brengen. Deze verbeteracties zijn opgenomen in de jaarplannen voor 2013.

4.1.4 Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen

Jaarlijks besteedt de CHE 1,15% van de loonsom aan decentraal overleg over arbeidsvoorwaarden, zoals beschreven in onze cao. Decentraal duidt op overleg door iedere hogeschool afzonderlijk, dus niet op besprekingen op landelijk niveau.

Met de vakbonden is een voorstel overeengekomen dat opgesteld is aan de hand van drie hoofdonderdelen, te weten: a) levensfasebewust personeelsbeleid, b) loopbaanoriëntatie- en begeleiding, en c) duurzaam en maatschappelijk beleid. We hebben ervoor gekozen om een aantal regelingen voort te zetten. Denk aan afspraken op het gebied van ouderenbeleid, reiskosten en kinderopvang.

De inzet van de decentrale middelen is vorig jaar goed verlopen. Veel medewerkers maakten gebruik van loopbaanbegeleiding, zoals een korte loopbaancheck, een meer uitgebreidere vorm van loopbaancoaching of een scholingstraject. In de maand november brachten we de loopbaancheck extra onder de aandacht in het kader van de themamaand P&O. Dit resulteerde in een forse toename van het aantal loopbaanchecks. Totaal 32 in 2012 tegenover 10 in 2011.

In het kader van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen willen we mensen een werkplek bieden waarmee zij ervaring kunnen opdoen. Zo versterken ze hun weg naar de arbeidsmarkt. We zoeken daarbij de samenwerking met het UWV of andere partijen. Onze doelstelling was het bieden van twee werkervaringsplaatsen per jaar. Dit doel hebben we behaald. In 2012 heeft de CHE twee personeelsleden met een Wajong-achtergrond aangenomen.

4.2 Formatieontwikkeling

4.2.1 Totale formatie

In 2012 is de totale formatieomvang afgenomen van 340 naar 324 fulltime equivalenten (fte). Het aantal medewerkers bleef gelijk. De gemiddelde fte-omvang daalde naar 0,63 fte (2011: 0,66 fte). De CHE streeft naar een balans tussen onderwijsgevend personeel (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP) waarmee het primaire proces het beste is gediend. De CHE heeft dit streven vastgelegd in een prestatieafspraak met het ministerie: ratio van 1:1,56. In 2012 nam het aantal fte voor OOP nog wel toe door een verandering in de registratie . Bijvoorbeeld academiedirecteuren registreren we nu onder AOP. Bovendien zijn de docenten ontlast door verschuiving van taken naar de centrale diensten en ondersteunende academiebureaus. Ook ons groeiende studentenaantal in de afgelopen jaren zorgde voor een toenemende behoefte aan professionalisering vanuit de centrale diensten, onder meer met nieuwe afdelingen, zoals Informatiemanagement en het International Office.

4.2.2 Flexibele formatie

Onder de flexibele formatie verstaan wij medewerkers met een tijdelijk dienstverband bij de CHE, ongeacht het aantal uren. Uitzendkrachten, zzp’ers of mensen met een andere payroll-constructie vallen hier buiten. We concluderen dat de flexibele formatie met 23 fte is gedaald, namelijk van 64,5 fte in 2011 naar 41,4 fte in 2012. Deze forse daling is onder meer te verklaren door de afloop van tijdelijke dienstverbanden die medewerkers met verlof vervingen, het meer beleggen van werkzaamheden bij medewerkers met een vast dienstverband of uitbesteding van taken aan zzp’ers. Een flexibele formatie tussen de 10 – 15% vinden we gezond. Dit geeft ons de mogelijkheid het werkveld middels kleine flexibele contracten aan ons te verbinden.

Meer dan voorheen sturen we op het beginsel om bij aflopende contracten en bij ontbinding van contracten begeleiding te bieden om van werk naar werk door te stromen. Instrumenten als loopbaantrajecten en outplacement zetten we hiervoor in evenals gerichte begeleiding 2e spoor. Daarbij zoeken we naar een passende functie bij een nieuwe werkgever.

Page 39: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

39

Tabel 4.1 Overzicht van de personeelsformatie in fte

OP-formatie AOP Totaal

Aantal fte per 31-12-3011 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2012

man fte 128 115 51 49 179 164

vrouw fte 80 69 82 91 161 160

Totaal fte 208 184 132 140 340 324

Tabel 4.2 Aantal personen in dienst van de CHE 2008 – 2012

Aantal personeelsleden per 31-12-2008 31-12-2009 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012

OP 310 312 317 323 309

AOP 166 177 186 193 207

Totaal 476 489 503 516 516

Tabel 4.3 Aantal leidinggevenden per 31-12

Totaal Man Vrouw

College van Bestuur 1 1 0

Directeuren2 8 7 1

Teamleiders en afdelingshoofden 38 18 20

Totaal 47 26 21

Tabel 4.4 Verhouding mannen en vrouwen in dienst van de CHE per 31-12-2012 in fte

Totaal Mannen Vrouwen

Vast Flex Vast Flex Vast Flex

OP 163,25 21,12 106,03 9,98 57,22 11,14

AOP 120,04 20,25 43,90 5,65 76,14 14,60

Totaal 283,29 41,37 149,93 15,63 133,36 25,74

Tabel 4.5 Gemiddelde leeftijd OP-AOP en man-vrouw

2010 2011 2012

Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen

OP 49 43 49 43 49 43

AOP 41 42 43 39 45 42

4.2.3. Leeftijd

De gemiddelde leeftijd van de CHE-medewerkers was in 2012 44,8 jaar. In 2011 was dit nog 44 jaar. Het gaat hier om een gewogen gemiddelde waarbij we onder andere rekening houden met een toename van het aantal medewerkers.

4.2.4 Werving en selectie

In het verslagjaar zijn 35 vacatures uitgezet. Ongeveer 70% van de vacatures had betrekking op het vervangen van collega’s die een functie elders hadden aanvaard of wegens ziekte- en zwangerschapsverlof. De overige vacatures zijn ontstaan door uitbreiding van werkzaamheden en formatie. Van alle vacatures ontstond

65% binnen de academies en 35% had betrekking op de ondersteunende diensten. Van de vacatures die ontstonden binnen de academies betrof driekwart een onderwijsgevende functie. Het aantal vacatures is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. Van het totaal aantal vacatures zijn er vijf door interne kandidaten opgevuld.

Gezien de ontwikkelingen binnen het hbo en de CHE neemt het belang van de interne mobiliteit toe. Ondersteund door de ontwikkeling van beleid op dit thema, willen we afdelingen stimuleren gebruik te maken van elkaars kwaliteiten.

2 Directeuren en teamleiders vervullen een deel van hun aanstelling ook onderwijstaken.

Page 40: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Personeel

Om de vergelijking met hbo-cijfers mogelijk te maken, hanteren we in tabel 4.5 dezelfde rekengrondslag als de HBO-raad en laten het verzuim van langer dan twee jaar buiten beschouwing.

Het verzuimpercentage van onze hogeschool vertoont al jaren een dalende trend. Ook in 2012 is het verzuim weer gedaald ten opzichte van het vorige jaar. Het verzuimpercentage in het hbo is in 2011 gestabiliseerd op een percentage van 4,2%. Hiermee komt het ziekteverzuim in het hbo overeen met het gemiddelde ziekteverzuim van alle Nederlandse werknemers in 2011.

4.4 Professionalisering

De CHE is een leer- en werkomgeving voor studenten en medewerkers. Formeel en informeel leren en werken we aan het optimaal inzetten van talenten van medewerkers ten behoeve van het realiseren van onze organisatiedoelen. In 2012 is gewerkt aan een hogeschoolbreed ontwikkelplan. Dit is niet afgerond in verband met de komst van de nieuwe cao. In deze cao is een nieuwe professionaliseringsparagraaf opgenomen. Dit heeft gevolgen voor het opgestelde ontwikkelplan. Hierin is de visie op ontwikkeling verwoord, waarvan een groot deel tevens dagelijkse realiteit is. Het verhogen van het aantal masteropgeleiden was vorig jaar een belangrijk speerpunt. In de prestatieafspraken is afgesproken dat 75% van de docenten over minimaal een mastertitel moet beschikken. Eind 2012 heeft 66% van de docenten die behoren tot de vaste formatie, een masteropleiding genoten (als hoogste opleiding). Dit was in 2011 nog 60%. Zeventien medewerkers volgden op dat moment een masteropleiding via de lerarenbeurs.

In 2012 is er in totaal € 362.068 uitgegeven aan professionalisering. Van dit bedrag is € 96.673

geregistreerd als scholing en ontwikkeling in het kader van het Persoonlijk Ontwikkelingsbudget.Hogeschoolbreed bieden we een keur aan trainingen en cursussen aan via het professionaliseringsaanbod. In het verslagjaar zijn 330 opleidingsactiviteiten uitgevoerd. Een overzicht van de deelname per activiteit is hieronder weergegeven.

Tabel 4.8 Deelnemers hogeschoolbrede professionaliseringsaanbod

Training of cursus Aantal

Outlook 38

Digitaal schoolbord 2

Excel basis 22

Excel draaitabellen gebruiken 13

Excel draaitabellen maken 12

Excel gebruik formules 6

Excel gevorderd 12

Opleiding startende docenten 8

Toetsenbordvaardigheid 2

Werken aan schrijven 7

Word basis 2

Engels 4

Balans werk en privé 13

ICT maatwerktraining 6

Basisvaardigheden Office 2

Word gevorderd 1

Introductie voor nieuwe medewerkers 4

Tooltraining Photoshop 2

Tooltraining Prezi 3

Workshop CRM 6

Mailbox op orde 82

Follow-up mailbox op orde 34

Loopbaancheck 29

4.3 ARBO en ziekteverzuim

4.3.1 Arbeidsomstandigheden

De veiligheid in en om de school wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facilitaire medewerkers en preventiemedewerkers. Bij oefeningen en calamiteiten komen de bedrijfshulpverleners in actie. Jaarlijks worden deze medewerkers getraind om kennis en vaardigheden op peil te houden. De preventiemedewerkers hebben in 2012 25 werkplekonderzoeken uitgevoerd.

4.3.2 Verzuim

Tabel 4.7 Verzuim CHE en landelijke cijfers in % (exclusief verzuim langer dan twee jaar)

Verzuim CHE Landelijk (hbo)

2010 2011 2012 2009 2010 20113

OP & AOP 4,5 3,8 3,2 4,3 4,2 4,2

23 De landelijke verzuimcijfers over 2012 zijn op het moment van schrijven nog niet bekend.

Page 41: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

41

Vanuit de decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen heeft onze hogeschool in 2012 twee medewerkers financieel ondersteund voor het volgen van een opleiding in het kader van doorstroming. 29 collega’s hebben een loopbaancheck gevolgd en drie collega’s een uitgebreider loopbaantraject.

4.5 Kerkelijke achtergrond

De CHE ontwikkelt en verzorgt hoogwaardig hoger beroepsonderwijs, waardoor studenten en cursisten als persoon en als christen worden gevormd, toegerust en opgeleid tot startende professionals. Van collega’s verwachten wij dat zij instemmen met de grondslagen

van de CHE. Criteria voor benoeming zijn het meelevend lidmaatschap van een protestants christelijke kerk of gemeente en het aanvaarden van de Bijbel als het woord van God. Het College van Bestuur voert met potentiële nieuwe medewerkers (zowel OP als OOP) een gesprek waarbij ook gesproken wordt over het thema geloofsidentiteit. Bij indiensttreding stemt een nieuwe collega in met onze grondslag en vragen wij naar de kerkelijke achtergrond. Daarmee krijgen we inzicht in de kerkelijke achtergrond van onze medewerkers (zie tabel 4.9). In de afgelopen jaren waren er geen noemenswaardige ontwikkelingen.

Tabel 4.9 Kerkelijke achtergrond medewerkers in %

2009 2010 2011 2012

PKN 45 43 43 45

Gereformeerd (vrijgemaakt) 9 9 9 10

Nederlands Gereformeerd 12 11 10 11

Christelijk Gereformeerd 6 6 7 7

Hersteld Hervormde Kerk 1 1 1 1

Gereformeerde gemeenten 3 4 4 3

Overig gereformeerd 0 0 0 0

Baptistengemeenten 6 6 7 7

Evangelische gemeenten 12 12 10 12

Vergadering van Gelovigen 1 1 1 1

Overige 5 7 8 3

Page 42: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 5

Lectoraten

Page 43: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

43

5.1 Algemeen

In het instellingsplan van onze hogeschool is de ontwikkeling van kenniscentra één van de strategische doelen. Lectoraten hebben een belangrijke functie bij het realiseren van deze doelstelling. In 2012 waren zes lectoraten actief binnen onze organisatie: - Gemeenteopbouw/Geestelijk Leiderschap binnen de Academie Theologie; - Sociale Innovatie binnen de Academie Mens & Organisatie; - Religie in Media en Publieke Ruimte binnen Academie Journalistiek & Communicatie; - Verpleegkundige beroepsethiek binnen de Academie Gezondheidszorg; - Jeugd & Gezin binnen de Academie Sociale Studies; - Docent & Talent binnen de Academie Educatie.

Tabel 5.1: In 2012 gerealiseerde inkomsten voor onderzoek

Gerealiseerde inkomsten in K€

Rijksbijdrage 1.285

RAAK 4

Internationaal 0

Overig 13

Lectoren richten zich op onderzoek met het oog op verbetering van het onderwijs en vernieuwing van de beroepspraktijk. In 2011 is een hogeschoollector aangesteld. Hij ondersteunt de lectoren op hogeschoolniveau en ontwikkelt samen met hen een hogeschoolbrede visie op onderzoek. Zijn eigen onderzoek richt zich op de ontwikkeling van de visie van de CHE op christelijke algemene vorming. In 2012 is een onderzoek onder alumni afgerond naar de waardering van de algemene vorming in het verleden.

De onderstaande tabellen bevatten kengetallen over de onderzoeksinzet in termen van mensen en financiën.

5.2 Docent en TalentLector Jacquelien Bulterman-Bos

Het lectoraat Docent en Talent onderzoekt het omgaan met verschillende talenten van leerlingen en ontwikkelt kennis samen met talentvolle leraren en studenten. Bovendien draagt het lectoraat bij aan praktijkwetenschappelijke reflectie. Zo stelt het lectoraat relevante inzichten uit de onderwijswetenschappen in de academie aan de orde. Bovendien evalueert deze in het licht van onze identiteit. Ten slotte draagt het lectoraat bij aan de verbetering van de onderzoeksleerlijn in het curriculum.

Enkele opbrengsten van 2012 uitgelicht • In het jaar 2012 zijn de onderzoeken binnen de Pedagogische Proefpraktijken (PPP) in Putten en

Barneveld gecontinueerd. • Daarnaast ontving het lectoraat een subsidie om samen met twee basisscholen een Academische Opleidingsschool (AOS) te vormen. • Een onderzoek naar het omgaan met verschillende talenten van leerlingen bij Rekenen-Wiskunde resulteerde in een publicatie in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek en een uitnodiging om te spreken op een conferentie van vakdidactici Rekenen- Wiskunde. • Over de relatie tussen wetenschap en vakmanschap heeft de lector een artikel geschreven voor het wetenschappelijke tijdschrift Pedagogische Studiën.

Page 44: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Lectoraten

5.3 Jeugd en GezinLector Martine Noordegraaf

De aandachtsgebieden van het lectoraat Jeugd en Gezin zijn waarden en zingeving, methodiekontwikkeling en hulpverlening in de laat moderne samenleving.

Enkele opbrengsten van 2012 uitgelicht • In 2012 liepen de projecten met onderzoek naar Oorzaken van uitval onder jonge professionals en Hulpverlening aan jeugd en gezin. • Met een investering uit de Stichting Steunfonds werd het project Voorbeeldfiguren in zorg en welzijn uitgevoerd. • Een subsidie van RAAK Publiek maakte het project Professioneel Ouderschap mogelijk. • In 2012 werd het lectoraat zichtbaar middels publicaties, interviews en lezingen. Ook participeerde een groep studenten in onderzoeken van het lectoraat. Een overzicht van de vakwetenschappelijke publicaties, lezingen en mediaoptredens is te vinden op de website van de CHE. • Na een pre-promotietraject waarin acht docenten zijn begeleid in het opstellen van een plan van aanpak voor een promotieonderzoek, zijn per september 2012 drie docenten gestart met een promotietraject rondom verbindend werken met gezinnen.

5.4 Verpleegkundige BeroepsethiekLector Bart Cusveller

Het lectoraat Verpleegkundige beroepsethiek wil zorgprofessionals van kennis voorzien. Zowel in opleiding als in de praktijk. Daarmee beogen we dat ze goede zorg kunnen verlenen en over goede zorg kunnen nadenken. Zo loopt er een promotieonderzoek naar het meewegen van patiëntenvoorkeuren in het verlenen van goede zorg.

Enkele opbrengsten van 2012 uitgelicht • In 2012 zijn met vragen uit het werkveld zogenaamde kennisintegratieprojecten uitgevoerd. Dit vond plaats door derdejaars en vierdejaars studenten voor organisaties als Ziekenhuis Gelderse Vallei, Buurtzorg Nederland, en Opella. • In samenwerking met CNV Publieke Zaak is op de CHE in de zorg een symposium gehouden over ethische beslissingen rond reanimatie. • In samenwerking met collega-lector R.R. van Leeuwen van de Gereformeerde Hogeschool is een onderzoek verricht naar kenmerken en uitdagingen van christenprofessionals in de zorg. De presentatie ervan vond plaats op het landelijke congres ‘Geloof in zorg’. • Verschillende publicaties over goede zorg en praktijkonderzoek vallen te vermelden in Nederlandse vaktijdschriften en het internationale wetenschappelijke blad Nursing Ethics.

5.5 Religie in Media en Publieke Ruimte Lector Jan van der Stoep

Het lectoraat Religie in Media en Publieke Ruimte verricht onderzoek naar de betekenis van religie en zingeving binnen de vakgebieden van journalistiek en communicatie. We spelen in op relevante vragen. Welke rol spelen geloofsovertuigingen bij de selectie en weergave van het nieuws? Hoe kun je relevantie en missie van je organisatie met elkaar verbinden?

Enkele opbrengsten van 2012 uitgelicht • In 2012 is één boek verschenen en zijn twee wetenschappelijke artikelen, acht artikelen in vaktijdschriften en negen opiniërende artikelen gepubliceerd. • Het lectoraat is nauw betrokken bij de curriculumontwikkeling binnen de academie. Het onderzoek wordt afgestemd op de nieuwe uitstroomprofielen. • Het lectoraat werkt voor zijn onderzoeken nauw samen met diverse christelijke organisaties: Evangelische Omroep, Bond tegen Vloeken, Riederborgh.

5.6 Geestelijk LeiderschapLector René Erwich

Het lectoraat Geestelijk Leiderschap van de Academie Theologie heeft in de afgelopen periode een ontwikkeling doorgemaakt. De verschillende onderzoekslijnen rondom de kernthematiek van het lectoraat zijn verder uitgewerkt. Bovendien zijn de eerste onderzoeksresultaten gepubliceerd.

Enkele opbrengsten van 2012 uitgelicht • Met name het onderzoek naar werkbeleving van christelijke werkers in een seculiere context kreeg veel aandacht. • Het werkbelevingsonderzoek is afgerond en leverde bruikbare inzichten op voor de ontwikkeling van culturele sensitiviteit van hbo-theologie studenten. • De verbindingen met het onderwijs hebben we geïntensiveerd, zowel rondom Rondom zowel de minoren als rondom de studieloopbaanbegeleiding (SLO). • Naast een groot aantal lezingen door kenniskringleden in de beroepspraktijk zette het lectoraat zich in voor verbreding van het draagvlak voor het thema leiderschap. • Tevens intensiveerde de samenwerking met andere kennisinstellingen (Universiteit Stellenbosch, Zuid- Afrika; Windesheim, Zwolle; VU, Amsterdam).

Page 45: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

45

5.7 Sociale Innovatie Beoogd Lector Henk Kieviet

Het lectoraat richt zich op de volgende drie thema’s, het eerste thema is ‘Maatschappelijk ondernemerschap’ en daarbinnen werd de dissertatiestudie ‘Social Venturing Entrepreneurship’ van dr. ir. Henk Kievit gepubliceerd. Het ‘Begeleiden van leren en ontwikkelen in organisaties’ is het tweede thema binnen het lectoraat. Het derde thema ‘De spirit van Sociale Innovatie’ richt zich op het ontwikkelen van een begeleidingsmethodiek waarmee spiritualiteit in vernieuwende organisaties als een productieve kracht methodisch kan worden gekanaliseerd.

Enkele opbrengsten van 2012 uitgelicht • In 2012 behaalde het lectoraat Mens & Organisatie resultaten met het verder verankeren in de Regio FoodValley. Zo werd een onderzoek voor een economische database voor Regio FoodValley ontwikkeld. • De beoogd lector, Henk Kievit heeft in 2012 een vijftal publicaties verzorgd. Een overzicht hiervan is te vinden op de website van de CHE. • Vanaf september 2012 is een start gemaakt met de voorbereiding op de ontwikkeling van een nieuw lectoraatonderzoeksplan. • Michiel de Ronde heeft samen met Jan Gronouwe een groep adviseurs verzameld om gezamenlijk te reflecteren op ‘Stilte in het handelingsrepertoire van de adviseur’. • In 2012 is in een aantal organisaties, die actief zijn op het gebied van duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en/of democratisering, geëxperimenteerd met de eerste versies van een begeleidingsmethodiek die gebaseerd is op de bevrijdingstheologie van de Duitse theoloog Sölle.

Page 46: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 6

Transfer

Page 47: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

47

6.1 Algemeen

CHE-Transfer verzorgt masteropleidingen, post-hbo opleidingen, cursussen, (in-company)trainingen, advies-werk en (praktijk)onderzoek. We hebben zes verschillende Transferunits die onderdeel vormen van de zes academies. Deze verankering in de academies zorgt ervoor dat de Transferactiviteiten het product zijn van de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en werkveld. CHE-Transfer is Cedeo-erkend voor zowel open inschrijving als maatwerk.

6.2 Transferactiviteiten per academie

In deze paragraaf gaan we wat dieper in op de Transfer-ontwikkelingen bij vier academies.

6.2.1 Educatie

Transfer Educatie maakt onderdeel uit van de Academie Educatie en is als opleidingspartner actief binnen met name het basis- en voortgezet onderwijs. Transfer verzorgt: • post-hbo opleidingen/masters voor leerkrachten/ docenten/aanstaande leidinggevenden; • biedt implementatietrajecten aan; • is partner in kennisontwikkeling. De opleidingen en het geleverde maatwerk van Transfer Educatie zijn op kwaliteit getoetst door kwaliteits- en tevredenheidscertificeringsinstituut Cedeo.

Post-hbo opleidingen/mastersWij bieden verschillende opleidingen voor leidinggevenden (Middenmanagement, Opleiding Schoolleider, Directeur Primair Onderwijs en de Master Educational Leadership). Deze opleidingen bieden we aan in samenwerking met de Marnix Academie, Hogeschool In Holland, Driestar-Educatief en de Gereformeerde Hogeschool (Penta Nova). Daarnaast bieden wij de Master Leren en Innoveren aan in samenwerking met de Driestar Hogeschool en de Gereformeerde Hogeschool Zwolle. Deze opleiding trekt cursisten aan uit alle geledingen van het onderwijs, van primair tot hoger onderwijs. Ook het post-hbo traject ‘Zorg in de klas’ kent veel belangstelling. De leergang Vakbekwaam

Bewegingsonderwijs via LBA levert tevreden en competente leerkrachten af.

Naast scholingstrajecten verzorgt Transfer maatwerktrajecten die aansluiten bij de schoolontwikkeling. Hier komen onderwerpen aan de orde als ‘Engels leren, is Engels doen’ (Vroeg Engels/TalenT), Onderzoekend leren (Wetenschap en Techniek), en Handelingsgericht-, kwaliteitsgericht- en opbrengstgericht werken. Scholen benaderen Transfer Educatie ook om (onderdelen van) ‘Scholen aan Zet’ uit te voeren.

Transfer Educatie werkt regelmatig samen met het werkveld en de opleiding tot leerkracht in het basisonderwijs. LBA-studenten, basisscholen en CHE-medewerkers (LBA, Transfer en Lectoraat) werken gezamenlijk aan onderwijsontwikkeling, doen onderzoek en delen de opgedane kennis. Het Lectoraat Docent en Talent ondersteunt en volgt de projecten.

Opleiden In De School (OIDS) is vorig jaar met twaalf basisschoolbesturen voortgezet. Transfer Educatie voert de zogenaamde mentorentrainingen uit. Op deze scholen wordt eerst een nulmeting uitgevoerd en aansluitend de visitatie voor Erkend Leerbedrijf (SELECT). Veel ‘partnerscholen’ hebben inmiddels het SELECT-schild aan de schoolgevel hangen.

In 2012 heeft in het kader van de subsidie voor Wetenschap en Techniek een aantal netwerkbijeenkomsten plaatsgevonden. 54 leerkrachten zijn geprofessionaliseerd en 12 scholen hebben een visietraject uitgevoerd.

In het najaar van 2012 stond de netwerkbijeenkomst ‘De kleuter gekend’ in het teken van zowel het opbrengstgericht werken als het jonge kind. De aanmeldingen overtroffen onze verwachtingen met deelnemers uit het hele land. Daarom hebben we in plaats van één bijeenkomst drie bijeenkomsten georganiseerd.

Page 48: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Transfer

6.2.2. Sociale Studies

Binnen Transfer Sociale Studies zijn in september 2012 acht post-hbo opleidingen gestart met 91 eerstejaars- en 89 tweedejaarscursisten, samen 180 cursisten. De Master Contextuele Hulpverlening startte vorig jaar met zeventien cursisten en zestien tweedejaars. Vanuit het ICB boden we diverse cursussen aan. Vier hiervan hebben tot nu toe gedraaid met in totaal achttien cursisten. Negen cursussen hebben we nog op de planning staan. Tot nu toe hebben we daarvoor veertien aanmeldingen binnengekregen.

Naast deze opleidingen met een open inschrijving, geeft Transfer Sociale Studies ook veel incompany trainingen. Tactus Verslavingszorg nam wederom een reeks Ontwikkelingsgericht Coachen af. Ook Opella volgde in verband met haar nieuwe besturingsfilosofie coaching en teamcoaching. Op de locatie van het Leger des Heils te Amsterdam verzorgden we een cursus Verslavingszorg. Eleos bood een tweedaagse terugkoppeling op het thema ‘Coördinerend Begeleider’. Spectrum en CHE hebben samen Welstede getraind in Welzijnswerk Nieuwe Stijl. Partijen zien de CHE als expertisecentrum voor wat betreft de privacy en geheimhouding. De CHE verzorgde meerdere masterclasses en incompanytrainingen. De intervisietrajecten bij het Leger des Heils Gelderland zetten we voort. WSNS Reformatorisch Werkverband ontvangt een training Spelbegeleiding.

In 2012 is naast het Instituut Contextuele Benadering het Instituut Professioneel Begeleiden gelanceerd. We zijn gestart met de voorbereidingen om het Instituut Innovatieve Projecten te vestigen. De eerste focus betrof hierbij de transities op het gebied van zorg en welzijn. We werkten nauw samen met het lectoraat. In 2012 begon Transfer Sociale Studies met het ontwikkelen van een zestal nieuwe opleidingen, te starten in 2013.

Een belangrijke klant voor EVC-trajecten was Europsyche. Vanwege een faillissement van EuroPsyche moesten we onze trajecten afbreken. We hebben geen vooruitgang geboekt met nieuw gestarte EVC-projecten vanaf 1 september 2012. We willen een externe projectleider aantrekken die zich onder andere gaat bezighouden met het accreditatiewaardig maken van EVC.

Vanuit Transfer ontwikkelden we zowel een DVD Meldcode Huiselijk Geweld als een DVD Transactionele Analyse. Deze DVD’s gebruikten we als lesmateriaal binnen de minoren en de post-hbo’s.

6.2.3 Gezondheidszorg

We hebben in 2012 opleidingen voor Praktijkondersteuners in de huisartsenpraktijken en de GGZ aangeboden. Tevens hebben we voor diverse partners vaardigheidsonderwijs verzorgd. Verder is er in de eerste helft van 2012 geïnvesteerd in strategische

relaties met zorginstellingen. In het najaar is samen met de Academies Theologie en Sociale Studies gezocht naar versterking van de interne infrastructuur van Transfer t.b.v. het aanbod in 2013.

6.2.4. Mens & Organisatie

Ondanks een wisseling in de aansturing van M&O-Transfer groeide de omzet in 2012 ten opzichte van 2011. Voor de komende jaren wil M&O zich vooral richten op het trainen van het middenmanagement in zowel profit als nonprofit organisaties. Daarnaast wil M&O een aantal relevante verdiepingsprogramma’s voor bachelorstudenten ook inzetten als Transfer-leergangen. Deze ontwikkeling past goed in de CHE-strategie om nadrukkelijker de verbinding met de beroepspraktijk te zoeken.

6.2.5 Theologie

Om een eind te maken aan de tekorten van de afgelopen jaren is er voor gekozen Theologie Transfer verder in te krimpen. Halverwege het jaar 2012 is die inkrimping doorgevoerd. Voor de activiteiten betekent dit dat we enkel nog Transferwerkzaamheden uitvoeren als het werkveld daar om vraagt en wanneer die vragende partij de kosten daarvan op kan brengen.

Activiteiten die we in 2012 hebben ontplooid zijn o.a. het in samenwerking met een werkveldpartner organiseren van studiedagen, het verzorgen van cursussen en trainingen en materiaalverkoop. Verder zijn we betrokken bij de ontwikkeling van de Permanente Educatie en Primaire Nascholing voor predikanten en kerkelijk werkers binnen de PKN.

Vooralsnog lijkt het er op dat we 2012 kostendekkend afsluiten.

6.2.6 Journalistiek & Communicatie

De Academie voor Journalistiek en Communicatie van de Christelijke Hogeschool Ede is een plek waar onderwijs, onderzoek en werkveld elkaar voortdurend willen ont-

Post-HBO groep Mens & Organisatie

Page 49: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

49

moeten. Middels post-HBO cursussen zoals Creatief Crossmediaal Communiceren, de publiekscolleges van de lector Dr. ir. Jan van der Stoep en diverse symposia wordt expertise uit onderwijs en onderzoek gedeeld met het werkveld. Via samenwerking en partnerships met organisaties wordt nieuwe kennis ontwikkeld en de opleiding binnengebracht. Zo wil de Academie voor Journalistiek en Communicatie aan de frontlinie staan van de ontwikkeling van nieuwe, voor het werkveld relevante kennis.

6.3 Kosten en baten totaal

De baten ‘werk in opdracht van derden’ (CHE-Transfer) vielen 11% lager uit ten opzichte van de begroting van 2012. Deze baten bleven daarmee op hetzelfde niveau als in 2011. Het resultaat op de private activiteiten in 2012 was circa € 270.293 negatief. Daardoor nam het private deel van het eigen vermogen af tot € 880.718. De reden is tweeledig. Enerzijds hebben we geïnvesteerd in de productontwikkeling van Sociale Studies. Dit resulteerde in een verlies van € 109.471. Anderzijds was het buitengewoon lastig voor een aantal academies om de producten en diensten tegen een goede prijs in de markt te zetten. Bij de uitwerking van ons Instellingsplan voor de komende periode is een apart spoor gewijd aan de Transferproblematiek.

6.4 Publieke middelen en private middelen

Bij het ontwikkelen en verzorgen van het aanbod van CHE-Transfer (private activiteiten)maken we doorgaans gebruik van de deskundigheid van onze eigen medewerkers, afkomstiguit het initieel onderwijs. Wij huren ze intern in van het publiek bekostigde onderwijs. Verrekening vindt plaats tegen de integrale kostprijs, rekening houdend met een risico-opslag. Als de expertise van het eigen personeel tekort schiet, maken we gebruik van externe deskundigen. Bovendien heeft CHE-Transfer ook medewerkers die uitsluitend binnen Transfer werkzaam zijn. Zij hebben geen binding met het initieel onderwijs.

Voor dekking van de overhead – diensten, gebouwen, ICT en dergelijke – vindt een toeslag plaats over de begrote baten ten laste van de private activiteiten. Zo bieden we de zekerheid dat we het resultaat juist weergeven. Voor zowel het publiek als het privaat bekostigde deel.

De inhoud van het aanbod van CHE-Transfer ontwikkelen we nagenoeg volledig in eigenbeheer. Dit impliceert dat we slechts in zeer beperkte mate gebruikmaken van de inhoud van de curricula van het initieel onderwijs. Een en ander heeft alles te maken met de specifieke wensen van afnemers van de Transferproducten. Dit vertaalt zich in een relatief groot aandeel van het aanbod in-company- en andere

maatwerkproducten. De CHE heeft in 2012 geen publieke middelen aangewend voor private activiteiten. Evenmin was sprake van het gedeeltelijk uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een niet door de overheid bekostigde private organisatie.

Page 50: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 7

Internationalisering

Page 51: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

51

7.1 Beleid en ontwikkelingen

Internationalisering is ingebed in het curriculum van de academies op onze hogeschool. Het opleiden van studenten voor een samenleving waarin globalisering en digitalisering aan de orde van de dag zijn, vraagt om internationale competenties. Deze competenties worden op verschillende manieren ontwikkeld. Zo kunnen studenten voor een stage of een studieblok naar het buitenland. Ook verzorgen academies internationale excursies voor studenten. Studenten die niet naar het buitenland gaan, kunnen voor ‘Internationalisering at home’ kiezen. Zij komen dan in contact met buitenlandse studenten die een paar maanden bij ons komen studeren.

Daarnaast profileert de CHE zich internationaal ook steeds meer als kenniscentrum. 2012 kende de volgende ontwikkelingen: - Zeven internationale studenten zetten hun toe- gewezen NFP-beurs in om een course aan onze hogeschool te volgen. - De Academie Educatie ontwikkelde een inter- nationale course, genaamd Language Learning. Deze is gestart in februari 2012. - Onze hogeschool kreeg één beurs vanuit het VSB- fonds toegewezen. Deze is uitgegeven aan een student van de Academie Mens & Organisatie. - De CHE kreeg acht beurzen vanuit het nationale programma BIOS toegewezen. Deze zijn uitgegeven aan drie studenten van de Academie Educatie. - Drie Koreaanse studenten van de Handong University en een student uit Taiwan namen deel aan een internationale course bij de Academie Mens & Organisatie. Ook verwelkomde de Academie Mens & Organisatie een Amerikaanse student van de Cornerstone University en vier Franse studenten van de Groupe ESC Troyes voor dezelfde course. - De Academie Sociale Studies mocht twee studenten vanuit het NFP-programma ontvangen, te weten een student uit Bhutan en een student uit Nigeria.

- In 2012 zijn verdere plannen uitgewerkt voor het opzetten van een internationaal semester. Deze start in september 2013.

7.2 Internationale onderwijsprogramma’s

In 2012 boden we de volgende internationale onderwijsprogramma´s aan: - International Business Communication; - International Communication, journalism specialization; - International Business from a value based perspective; - Language Learning in Primary Education (First and Second Language Acquisition); - Developing new ways to care in social work; - Nursing, orientation in research methods; - Academie J&C presenteerde samen met M&O een Engelstalige verbredingsminor ´Go Europe´.

Internationale studenten 2012

Page 52: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 8

Materiële voorzieningen

Page 53: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

53

8.1 Algemeen

In 2012 heeft onze hogeschool deelgenomen aan de Facilitaire Benchmark, die is uitgevoerd door Fier.fm onder acht hbo-instellingen. Dankzij de Facilitaire Benchmark is een goed beeld ontstaan van de facilitaire dienstverlening van onze hogeschool ten opzichte van deze andere organisaties. Objectieve gegevens over de sterke en minder sterke kanten van onze facilitaire diensten vergroten ons inzicht. Deze verdiepende managementinformatie gebruiken we als stuurinformatie voor de dienst. Een jaarlijkse deelname aan deze Facilitaire Benchmark biedt voordelen. Behalve trends krijgen we meer inzicht in de effecten van verbeterslagen.

Op het terrein van inkoop hebben we in 2012 een begin gemaakt met de online archivering van de contracten. Hierdoor ontstaat een goed beeld van de financiële verplichtingen die onze hogeschool is aangegaan. Ook bewaken we in een contractendatabase de expiratiedata van contracten. Dit leidt mogelijk tot een betere sturing.

We hebben belangrijke eerste stappen gezet in het reduceren van het aantal leveranciers bij verschillende productgroepen. Zo hebben we ook het aantal facturen verminderd door vaker over te stappen op maandfacturen. Dit levert interne besparingen op.

8.2 Huisvesting & Beheer

Onze hogeschool is gehuisvest aan de Oude Kerkweg 100 te Ede. Naast de hoofdlocatie gebruiken we ook het noodgebouw d’Overkant voor les- en PGO-lokalen (gelegen tegenover de hoofdingang op het zogenaamde Sonoco-terrein). Daarnaast maken we gebruik van Paviljoen Zuid voor lessen en andere bijeenkomsten.

Ook in 2012 hebben de medewerkers van Huisvesting & Beheer (H&B) zich ingezet voor een zo goed mogelijke dienstverlening aan medewerkers en studenten van de CHE. Naast de reguliere taken als het faciliteren van ruimten, het onderhoud aan het gebouw en de installatie, en de dienstverlening op het gebied van catering, schoonmaak en repro waren er ook bijzondere aandachtsgebieden.

HuisvestingH&B heeft geparticipeerd in het lopende huisvestingstraject, voornamelijk vanuit het perspectief van de gebruiker. Onze focus lag op het monitoren van de plannen op het gebied van klimaat en benodigde voorzieningen voor infrastructuur. Naast praktische haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de plannen zijn wij bij het ontwerp van het huisvestingstraject ook alert op de kosten. Denk daarbij aan kosten voor onderhoud en exploitatie tijdens het meerjarig gebruik van ons gebouw.

InrichtingH&B heeft het initiatief genomen tot een andere inrichting van een klein aantal ruimtes. Met name de garderobe en de twee gesprekskamers zijn opvallend ‘gepimpt’. Ook zijn in een aantal ruimtes meer of andere audiovisuele faciliteiten gerealiseerd. De ervaringen met de inrichting van deze ruimtes wordt gebruikt voor de inrichting van collegezalen en een aantal lokalen.

Klimaat Het binnenklimaat van de CHE vraagt voortdurend onze aandacht. Zo ook in 2012. In het lopende huisvestingstraject is verbetering van het klimaat één van onze speerpunten.

8.3 Duurzaamheid

Duurzaamheid neemt een steeds belangrijkere plaats in binnen onze bedrijfsvoering. Zowel bij een nieuwe uitvraag aan leveranciers als bij het opvragen van offertes. Binnen H&B zoeken we continu naar goede mogelijkheden of alternatieven. In 2012 hebben we enkele concrete resultaten behaald. Het gasverbruik is met 7% gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. En het aantal prints is gereduceerd met 15%. De daling van het gasverbruik is voor een groot deel het gevolg van de zaterdagsluiting van de CHE. Ook in de voorbereiding van de nieuwbouw van de CHE heeft het aspect duurzaamheid een prominente plaats. Hierbij moet concreet gedacht worden aan duurzaamheidsingrepen in het ontwerp zoals een verbeterde, energie-efficiënte klimaatinstallatie, zodat de luchtkwaliteit binnen het

Page 54: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Materiële voorzieningen

gebouw goed is; renovatie/hergebruik materialen; toepassen van LED-verlichting; verbeteren van faciliteiten voor fietsers t.o.v. faciliteiten automobilisten; stimuleren van beweging door veel trappen in het gebouw te voorzien en bij materiaalgebruik te letten op milieubelasting.

8.4 ICT

De afdeling ICT-beheer heeft in 2012 opnieuw intensief samengewerkt met de afdeling Informatiemanagement in (strategische) ICT-projecten, zoals CRM, Entree, E-HRM,

middleware, IRIS en Digitaal Vaardig.

Om een goede gesprekspartner in CHE-brede projecten te kunnen zijn en blijven is er ook in 2012 geïnvesteerd in de kennis van ICT-medewerkers. Denk daarbij aan alle facetten van onze infrastructuur, zoals netwerk, servers, applicaties, et cetera. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in zowel het creëren van een professionele cultuur als in de persoonlijke ontwikkeling van de ICT-medewerkers.

Rond de voorjaarsvakantie is een migratie uitgevoerd van Windows XP naar Windows 7. Tegelijkertijd hebben we een grote vervangingsactie van 350 computers verwezenlijkt. Enerzijds vanwege afschrijving en anderzijds vanwege een optimalisatieslag die ervoor zorgt dat computers zo snel en efficiënt mogelijk werken.

In het kader van het project Digitaal Vaardig heeft ICT-beheer de uitgifte, registratie, reparatie en budgetcontrole uitgevoerd van digitale middelen, zoals laptops, tablets en smartphones. In 2012 zijn bijna 300 digitale middelen aan CHE-medewerkers uitgereikt. Daarvan vindt de ondersteuning door ICT-beheer plaats. We rapporteren regelmatig over het budget en de uitgifte van digitale middelen per academie en dienst.

Materiële voorzieningen

Page 55: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

55

Page 56: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

HOOFDSTUK 9

Financiën

Page 57: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

57

9.1 Financieel resultaat 2012

De exploitatierekening is in 2012 afgesloten met een positief resultaat van € 346.741 (resultaat in 2011: € 359.847). Het begrote resultaat bedroeg in 2012 € 360.936. De solvabiliteit kwam uit op 44,0% (2011: 38,2%), de liquiditeit (current ratio) op 1,4 (2011: 1,6).

Voor de toelichting op dit resultaat verwijzen we naar de jaarrekening.

9.2 Treasury-management

Als gevolg van het bestuurlijk akkoord om het Waarborgfonds HBO op te heffen per ultimo 2012 heeft de CHE zich beraden op haar financieringspositie. Door de opheffing van het fonds vervalt namelijk ook de borging van de leningen. Financiers hebben dan andere zekerheden nodig. Gezien de hoeveelheid liquide middelen heeft onze hogeschool besloten om twee leningen vervroegd af te lossen. De vervroegde aflossing heeft geleid tot extra kosten in verband met het agio van de leningen. Maar dankzij het rendement op termijn hebben we tot aflossing besloten.

In het verslagjaar is het Treasurystatuut vastgesteld. Daarbij is nadrukkelijk getoetst aan de Regeling Beleggen en Belenen. Het is goed om in dit verband te melden dat de CHE in het geheel geen gebruik maakt van derivaten. De uitzettingen vinden plaats bij Nederlandse banken, geheel conform de Regeling Beleggen en Belenen ofwel met inachtneming van de rating van de desbetreffende bank. Om onze risico´s te spreiden hebben we een deel uitgezet bij de Rabobank, naast huisbankier ING. Opvallend is de al jaren dalende rentestand over tegoeden. Dit heeft zijn weerslag op ons saldo financiële baten en lasten.

Eind 2012 heeft de CHE alleen leningen uitstaan bij de ING. Voor bedragen en termijnen van zowel uitzettingen als leningen verwijzen we naar de jaarrekening.

9.3 Meerjarenperspectief en risicomanagement

De CHE stelt in het voorjaar de kaderbrief op en bereidt in het najaar de begroting voor. Daarbij herijkt onze hogeschool het meerjarenperspectief aan de hand van de instroom- en bekostigingsgegevens. Zowel de parameters als de output van het gebruikte model worden besproken met CvB en de directeuren. Op deze wijze verkrijgen we consistentie in de verwerking en presentatie van het financiële meerjarenperspectief. Bovendien kunnen we beleidsbeslissingen tot op academie- en dienstniveau doorrekenen. Tevens zijn we in staat hiermee scenario’s te ontwikkelen door het financieel zichtbaar maken van risico’s. Daarbij kunnen we uitgaan van verschillende instroomgegevens en de rijksbijdragen per student. In verband met de herhuisvestingsplannen zijn in het meerjarenperspectief diverse huisvestingsvarianten en de daaraan gekoppelde financieringen gesimuleerd.

De aangekondigde langstudeerdersmaatregel is uiteindelijk niet doorgegaan, maar leidde wel tot minder studenten. Wij verwachten in de nabije toekomst geen grote kortingen op de rijksbijdrage. Een eventueel sociaal leenstelsel heeft mogelijk een licht positief effect op de instroom van het studiejaar 2013/2014. Door af te zien van een tussenjaar voorkomen studenten dat ze onder het nieuwe regime vallen. In de toekomst verwachten we echter dat het sociaal leenstelsel mogelijk leidt tot minder instroom. In ons beleid sturen we dan ook op het blijven investeren in kwaliteit van onderwijs en huisvesting. Ons doel daarbij is om een aantrekkelijke hogeschool te blijven.

De financieringspositie van onze hogeschool is zeer gezond. De huidige solvabiliteits- en liquiditeitsratio’s zijn gunstig. De CHE is daarom uitstekend in staat om te investeren, ook met het oog op de toekomstige inspanningen voor bijvoorbeeld de prestatieafspraken met het ministerie. Wij gaan ervan uit dat we de overeengekomen prestaties in 2016 gerealiseerd zullen hebben.

In 2012 realiseerden we een belangrijke verbetering. Managementrapportages bevatten nu niet alleen financiële informatie, maar ook gegevens met betrekking

Page 58: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Financiën

tot kwaliteitszorg. Aan de hand van de gehanteerde A3-plannen leidt dit tot rapportages over de voortgang op de onderkende beleidsgebieden met de daarbij behorende risico’s. Tevens zijn per academie en dienst per rapportagemoment met het management financiële prognoses gemaakt. Vervolgens zijn de rapportages per academie en dienst besproken tussen het CvB en de desbetreffende directeuren. Hiermee belichten we naast de financiële aspecten veel meer de onderwijskundige en de kwaliteitsaspecten van onze organisatie. Het CvB ziet mogelijkheden om het risicomanagement nog beter te integreren in de managementrapportages. Daarover gaan zij met de directeuren in gesprek. Bij de begroting 2013 is er dit jaar al wel een paragraaf met risicoanalyse opgenomen en besloten om bij de rapportagemomenten gedurende het jaar ook een financiële forecast op te nemen.

9.4 Governance en intern toezicht

In het verslagjaar heeft de HBO-raad laten inventariseren of hbo’s voldoen aan de governance richtlijnen, die binnen de vereniging van hbo’s is afgesproken. De resultaten daarvan zijn bekendgemaakt in 2012. De CHE voldoet met de publicatie van de integriteitscode eind 2012 aan alle richtlijnen.

De CHE ziet voldoende ruimte voor verdere verbetering. Voor planning en control van beleid volgen we de methode van INK. In jaarplannen op A3-formaat hebben

we onze missie, visie en succesbepalende factoren vertaald in concreet voorgenomen resultaten. Voorzien van bijbehorende acties per dienst en academie. Deze plannen op A3-formaat vormden de basis voor de managementrapportages en -reviews per kwartaal. Daarbij zijn ook alle andere relevante beleidsaspecten meegenomen. Zo is eenvoudig vast te stellen of onze hogeschool op koers ligt ten opzichte van de doelstellingen. Deze methode biedt een overzichtelijke structuur die als basis kan dienen voor een inhoudelijk gesprek over de voorgenomen koers en voortgang. Op het gebied van kwaliteitsbeleid verrichten we regelmatig interne audits. De bespreking van de resultaten vindt plaats in de directievergaderingen. Dit leidt tot omzetting in acties, ingebed in de planning en control cyclus.

De allocatie van middelen in de CHE vindt plaats conform het in 2011 vastgestelde budgetmodel. De kern van dit model is dat we alle baten toerekenen aan de academies. De kosten van de diensten worden voorcalculatorisch toegerekend aan de academies. Dit vindt plaats op basis van de begrote baten. De financiële resultaatsdoelstelling van de diensten is ex ante nihil, terwijl de academies in principe een meerjarig rendement van 3% van de totale baten dienen na te streven. Ons uitgangspunt daarbij is dat we de financiële impact van risico’s zoveel mogelijk in het resultaat willen opvangen. Het rendement van 3% is geen doel op zich. Per jaar bekijken we in hoeverre deze doelstelling wenselijk en haalbaar is per academie. Dit in het licht van de financiële situatie en risico’s van de hogeschool als geheel.

Page 59: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

59

Page 60: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

BIJLAGE 1

Samenstelling en bezoldiging CvB en RvT

Page 61: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

61

1. College van Bestuur

Samenstelling College van BestuurBij aanvang van het verslagjaar werd de hogeschool bestuurd door een tweehoofdig CvB, in de persoon van dr. C.P. Boele (voorzitter) en mr. drs. A. Bestebreur MPA als tweede bestuurder. Het CvB is verantwoordelijk voor de realisatie van de missie, visie, strategie en doelstellingen van de organisatie en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkelingen. In overeenstemming met de wet zijn taken en bevoegdheden van het CvB vastgelegd in het reglement CvB CHE.

Bezoldiging College van BestuurHet CvB ontving in jaar 2012 de navolgende bezoldiging.

Onkostenvergoeding College van Bestuur Voor de gemaakte kosten in 2012 verwijzen wij naar bijlage D3 van de jaarrekening.

2. Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht (RvT) ziet toe op een adequate besturing van de CHE door het CvB. De taken, bevoegdheden en profielkenmerken van de RvT zijn vastgelegd in de statuten en het reglement RvT CHE. De RvT is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het CvB en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De RvT laat zich bijstaan door twee commissies, te weten de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. Beide commissies hebben een adviesrol ten opzichte van de RvT.

Opgave honorering toezichthouders

Naam Rol in Rvt Honorering Tijdvak

Vz Commissie Lid

R.C. Robbertsen X 3) €7.500 01-01 31-12

J.L. Burggraaf 4) X €5.300 01-01 31-12

E. Dijkgraaf 2) X €5.300 01-01 31-12

C.A. Voorham 2) X €4.200 1) 01-01 31-12

B.P. Hidding 4) X €9.275 5) 01-01 31-12

Naam bestuurder

Tijdvak SalarisBelastbare onkostenvergoeding

Werkgevers bijdrage pensioen

Totale bezoldiging

Bruto jaar-salaris

Bijtelling auto

Sociale lasten werkgever

Totaal salaris

C.P. Boele 01-01-2012 t/m 30-11-2012

€130.795 €8.451 €6.602 €145.848 €0 €20.835 €166.683

A. Bestebreur 01-01-2012 t/m 31-12-2012

€115.000 €0 €7.201 €122.201 €0 €19.030 €141.231

Page 62: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 1: Samenstelling en bezoldiging CvB en RvT

Toelichting

1) Dit bedrag is op verzoek van C.A. Voorham uitbetaald aan diens werkgever het Leger des Heils2) Remuneratiecommissie en Sollicitatiecommissie CvB-lid3) Remuneratiecommissie4) Auditcommissie5) Van dit bedrag betreft € 3.975 een nabetaling over 2011

Samenstelling Raad van ToezichtDe samenstelling van de RvT was in 2012 als volgt:

1. Dhr. R.C. Robbertsen – voorzitter RvT, voorzitter Remuneratiecommissie - Geboortedatum: 6 oktober 1948 - Beroep: Commissaris van de Koningin, Provincie Utrecht - q.q.-functies: voorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht, voorzitter Raad van Toezicht Stichting Beheer Kasteel Huis Doorn, voorzitter Raad van Toezicht Utrechts Landschap, voorzitter bestuurlijk platform Hart van de Heuvelrug, voorzitter Raad van Toezicht Stichting De Utrechtse Molens, voorzitter Raad van Toezicht stichting Loenersloot, voorzitter Stichting Leenheren van het Sticht, vicevoorzitter Comité van Toezicht Operationeelprogramma EFRO west en lid college van Regenten Slot Zuylen - Nevenfuncties: lid van de Raad van Commissarissen bij de Onderlinge Bossen - Verzekering, lid Raad van Advies stichting SOS Kayamandi Zuid-Afrika, voorzitter RvT Stichting Philadelphiazorg, lid van het Comité van Toezicht Flora en Fauna-Examens en lid van de Raad van Advies van het Universitair Centrum Sportgeneeskunde - Aftredend per 31 december 2012 en herbenoembaar

2. Dhr. Prof. dr. E. Dijkgraaf – vicevoorzitter RvT, lid Remuneratiecommissie - Geboortedatum: 06-01-1970 - Beroep: Tweede Kamerlid (vanaf 17 juni 2010) en hoogleraar Erasmus Universiteit - Nevenfuncties: lid deputaatschap Kerk en Overheid Gereformeerde Gemeente - Aftredend per 31 december 2014 en niet herbenoembaar

3. Lt.-kolonel mevr. dr. C. A. Voorham – lid Remuneratiecommissie - Geboortedatum: 02-09-1946 - Beroep: Officier van het Leger des Heils - Nevenfuncties: lid Raad van Toezicht VKZ, lid Raad van Advies Stichting Moria Nijmegen, Maatschappelijke Advies Raad Gevangenenzorg te Zoetermeer, lid bestuur Stichting Life Goals te Zeist (tot november 2012), voorzitter Stichting Majoor Bosshardtprijs (tot september 2012), lid bestuur Stichting Christen in de Gezondheidszorg te Rotterdam, voorzitter Raad van Toezicht Stichting Dorcas Hulp Nederland te Andijk, ambassadeur/lid comités van aanbeveling: Micha Campagne, Stichting Voedselbank Haarlem e.o., Stichting Het Passion te Hummelo - Aftredend per 31 december 2012 en niet herbenoembaar

4. Dhr. drs. B.P. Hidding RA – voorzitter Auditcommissie - Geboortedatum: 06-08-1963 - Beroep: Adviseur & interimbestuurder/eigenaar Etiam consultancy - Nevenfuncties: lid bestuur Stichting Administratiekantoor OIM Nederland te Assen, lid bestuur Stichting MOA Present Apeldoorn, lid adviescommissie sociaal plan Stichting de Noorderbrug te Groningen, lid Raad van Toezicht Meerwegen Scholengroep te Amersfoort, lid Raad van Toezicht Speelwerkgroep te Meppel, voorzitter Raad van Commissarissen Stichting Cedin te Drachten, lid Raad van Toezicht GGNet te Apeldoorn en lid Raad van Toezicht Stichting MD Veluwe te Apeldoorn - Aftredend per 8 april 2015 en eenmaal herbenoembaar

5. Dhr. mr. drs. J.L. Burggraaf – lid Auditcommissie - Geboortedatum: 13-01-1964 - Beroep: Advocaat/compagnon Allen & Overy LLP - Nevenfuncties: lid Raad van Bestuur De Persgroep N.V./S.A. (België), lid Raad van Toezicht Plan Nederland, gastdocent bij o.a. Vrije Universiteit Law Academy en Nyenrode Business University - Aftredend per 31 december 2015 en eenmaal herbenoembaar

Page 63: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

63

Page 64: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

BIJLAGE 2

Overzicht bachelor- en masteropleidingen

Page 65: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

65

De CHE verzorgt de volgende bacheloropleidingen:

Opleiding Titel: Bachelor of Voltijd Deeltijd Duaal

Verpleegkunde Nursing * * *

Leraar Basisonderwijs Education * * *

Godsdienst Pastoraal Werk Theology * *

Leraar Godsdienst / Levensbeschouwing Education * *

Bedrijfskunde MER Business Administration *

Human Resource Management Business Administration *

Journalistiek Journalism *

Communicatie Communication *

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Social Work * * *

Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Social Work * *

Hbo Master Contextuele Hulpverlening *

Hbo Master Educational Leadership (Penta Nova) *

Hbo Master Leraar Godsdienst en Levensbeschouwing *

Hbo Master Leren en Innoveren *

CHE-Transfer biedt een breed aanbod van post-hbo opleidingen, cursussen en trainingen.

Page 66: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

BIJLAGE 3

Lijst met afkortingen

Page 67: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

67

AD Associate DegreeAKO AfdelingskernoverlegANW Algemene Nabestaanden WetAOP Algemeen Ondersteunend PersoneelBAS Bindend Afwijzend StudieadviesBO BeleidsoverlegBPU Best Practice Unit CAO Collectieve ArbeidsovereenkomstCCCU Council for Christian Colleges and UniversitiesCCMO Christelijk Centrum voor Multicultureel OnderwijsCFI Centrale Financiën Instellingen CIS Centrum voor Israël StudiesCHE Christelijke Hogeschool EdeCHOICE Centrum Hoger Onderwijs Informatie voor Consument en ExpertCPOV stichting Christelijk Primair Onderwijs Veenendaal en omgevingCRM Customer Relationship ManagementCROHO Centraal Register Opleidingen in het Hoger OnderwijsCvB College van BestuurCVR Cardio Vasculair RisicomanagementDMO DienstmanagersoverlegDBU Docent BelastingsuurEBB Employee Benefits BureauEBS Evangelische Bijbel School ECTS European Credit Transfer SystemETF Evangelische Theologische Faculteit, LeuvenETH Evangelische Theologische Hogeschool EVC Erkenning van Verworven CompetentiesFB Facilitair BedrijfFUWASYS FunctiewaarderingssysteemGL GodsdienstleraarGPW Godsdienst Pastoraal WerkHbo Hoger BeroepsonderwijsHEO Hoger Economisch OnderwijsHGO Hogeschool Georganiseerd OverlegHGZO Hoger Gezondheidszorg OnderwijsHPO Hoger Pedagogisch OnderwijsHR HogeschoolraadHSAO Hoger Sociaal Agogisch OnderwijsI&H Informatievoorziening en HuisvestingIAPCHE International Association for the Promotion of Christian Higher EducationICO Interne Coach OpleidersICT Informatie- en Communicatie TechnologieIP Strategisch Instellingsplan CHEIP InvaliditeitspensioenJ&C Journalistiek en CommunicatieKWTG Kenniscentrum voor Wetenschap & Techniek GelderlandLBA Leraar Basisonderwijs

LVSB Landelijke Vereniging voor Supervisie en andere BegeleidingsvormenMER Management Economie en RechtMO ManagementoverlegM&O Mens & OrganisatieMR MedezeggenschapsraadMWD Maatschappelijk Werk en DienstverleningNET Stichting Network Education Theology FoundationNSE Nationale Studenten EnquêteNVAO Nederlands-Vlaamse AccreditatieorganisatieOCW Onderwijs, Cultuur en WetenschapODV OpleidingsdocentenvergaderingOER Onderwijs- en examenregelingOKO OpleidingskernoverlegOMO OpleidingsmanagersoverlegOP Onderwijzend PersoneelO&K Onderwijs en KwaliteitszorgP&A Personeel en ArbeidPabo Pedagogische Academie BasisonderwijsPhbo Post Hoger BeroepsonderwijsPOB Persoonlijk ontwikkelbudget volgens de CAOPOP Persoonlijk OntwikkelingsplanPPP Pedagogische proefpraktijkenLBA Leraaropleiding BasisonderwijsPAGO Periodiek ArbeidsgezondheidsonderzoekPEMBA Premiedifferentiatie en Marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringenPF&B Personeel, Financiën en BeheerRSI Repetitive Strain InjuryRvA Raad van AdviesRvT Raad van ToezichtRI&E Risico-inventarisatie en –evaluatieR&O-cyclus Resultaat en ontwikkel cyclus met daarin de beoordelings-, functionerings- en planningsgesprekken. SBU Student BelastingsuurSLB StudieloopbaanbegeleidingSIS-SVS Student Informatie Systeem, Student Volg SysteemSOP Seniorenregeling OnderwijspersoneelSTAGG Stichting voor Ambulante Geestelijke GezondheidszorgSPH Sociaal Pedagogische HulpverleningTHGB Theologische Hogeschool van de Gereformeerde BondVBI Visiterende en Beoordelende InstantieVP VerpleegkundeWAO Wet op de arbeidsongeschiktheids- verzekeringWBEAA Wet Bevordering Evenredige Arbeids- deelname AllochtonenWHW Wet op het hoger onderwijs en weten- schappelijk onderzoek

Page 68: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

BIJLAGE 4

Jaarrekening 2012

Page 69: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

A INLEIDING 69B JAARREKENING 70 B1 Grondslagen 70 B2 Balans per 31 december 2012 (Na resultaatbestemming) 72 B3 Exploitatierekening 2012 73 B4 Kasstroomoverzicht 74 B5 Toelichting op de onderscheiden posten van de balans 75 B6 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 80 B8 Toelichting op de exploitatierekening 80C OVERIGE GEGEVENS 85 C1 Controleverklaring 85 C2 Gebeurtenissen na balansdatum 87 C3 Voorstel bestemming exploitatiesaldo 87D BIJLAGEN 88 D1 Gegevens van de rechtspersoon 88 D2 Financiële Specificatie Rijkssubsidies 88 D3 Declaraties en Onkostenvergoedingen College van Bestuur 89E DIVERSEN 90 E1 Overzicht resultaat units CHE-Transfer 90

69

A Inleiding De exploitatierekening sluit met een positief resultaat van € 346.741 (Resultaat 2011 € 359.847). Het begrote resultaat over 2012 bedroeg € 360.936 . In 2012 heeft een stelselwijziging inzake de voorraadwaardering plaatsgevonden. Tot en met 2011 werd een aantal artikelen tegen verkoopwaarde gewaardeerd. Bovendien waren in de voorraad posten opgenomen die niet als voorraad kwalificeerden. Dit heeft geleid tot een verlaging van het beginvermogen (Algemene reserve) met € 138.603.

Daarnaast zijn tot en met 2011 de incasso’s van termijndebiteuren en de baten in opdracht van derden, in de balans zowel verantwoord als kortlopende activa (debiteuren) als kortlopende passiva (vooruitontvangen cursusgeld). De balans werd daarmee ten onrechte verlengd. In het verslagjaar is dit aangepast en zijn de betreffende posten tegen elkaar weggeboekt. Om de vergelijking met vorig jaar goed te kunnen maken, zijn de cijfers per ultimo 2011 overeenkomstig aangepast. Beide posten zijn daar met € 405.626 naar beneden bijgesteld.

De solvabiliteit is uitgekomen op 44,0% (2011: 38,2%). Daarmee is de doelstelling uit de kaderbrief 2012 van minimaal 25% gerealiseerd. De liquiditeit (current ratio) is in 2012 uitgekomen op 1,4 (2011: 1,6). Voor ontwikkelingen binnen de CHE wordt verwezen naar het jaarverslag en voor de cijfermatige toelichting vindt u de details in de hierna volgende hoofdstukken.

In de jaarrekening is in de nummering van jaarrekeningposten aansluiting gezocht bij het EFJ model van het ministerie van OCW.

Ede, 26 juni 2013.

Page 70: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

B1 Grondslagen

Grondslagen balans Algemeen De activiteiten van de Stichting voor Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag bestaan uit het opleiden van studenten voor 10 opleidingen. Daarnaast worden post-HBO opleidingen verzorgd en vinden trainingen plaats van mensen die werkzaam zijn in de werkvelden van de stichting. De rapporteringsvaluta is Euro. Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening Het verslagjaar is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is Richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd.

De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Continuïteit De jaarrekening is opgesteld op basis van continuïteit.

Stelselwijziging In 2012 heeft een stelselwijziging inzake de voorraadwaardering plaatsgevonden. Tot en met 2011 werd een aantal artikelen tegen verkoopwaarde gewaardeerd. Bovendien waren in de voorraad posten opgenomen die nu niet meer als voorraad kwalificeren. Dit heeft geleid tot een verlaging van het beginvermogen (Algemene reserve) met € 138.603.

Daarnaast zijn tot en met 2011 de incasso’s van termijndebiteuren en de baten in opdracht van derden, in de balans zowel verantwoord als kortlopende activa (debiteuren) als kortlopende passiva (vooruitontvangen cursusgeld). De balans werd daarmee ten onrechte verlengd. In het verslagjaar is dit aangepast en zijn de

betreffende posten tegen elkaar weggeboekt. Om de vergelijking met vorig jaar goed te kunnen maken, zijn de cijfers per ultimo 2011 overeenkomstig aangepast. Beide posten zijn daar met € 405.626 naar beneden bijgesteld.

Financiële instrumenten De stichting handelt niet in financiële derivaten en heeft gedragslijnen, vastgelegd in het treasury statuut dat opgesteld is in overeenstemming met de regeling Beleggen en Belenen, om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij te beperken. Krediet- en renterisico Het kredietrisico van de stichting is minimaal. De oninbaar geschatte vorderingen zijn als dubieuze debiteuren in aftrek genomen op de debiteurenpositie in de balans per ultimo van het verslagjaar.

Het renterisico is beperkt tot een uitstaande, vast-rentende lening ten bedrage van € 2,9M (afgerond) per ultimo 2012. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname.

De stichting heeft geen activa waarvoor een financiële leaseovereenkomst is afgesloten zodat activering in verband met het economisch eigendom niet van toepassing is.

Periodiek groot onderhoud wordt volgens de compo-nentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de kosten van groot onderhoud ineens bij aanvang van het gebruik van dat actief als afzonderlijke componenten aangemerkt. Deze afzonderlijke componenten van het actief worden vervolgens afgeschreven in de periode tot aan het moment van uitvoeren van het groot onderhoud.

VoorradenVoorraden handelsgoederen worden gewaardeerd tegen

B Jaarrekening

Page 71: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

71

verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. Vorderingen en overlopende activaDe vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.

Liquide middelen Liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Liquide middelen die niet ter directe beschikking staan worden verwerkt onder de vorderingen. Liquide middelen die gedurende langer dan 12 maanden niet ter directe beschikking staan van de stichting worden verwerkt onder de financiële vaste activa.

VoorzieningenVoorzieningen worden gevormd voor verplichtingen die op de balansdatum als waarschijnlijk of vaststaand bestaan en waarvan de afwikkeling leidt tot een uitstroom van middelen. De voorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde. De gehanteerde disconteringsvoet is gebaseerd op het rendement van 10 jaar rendement bij schatkistbankieren (ultimo stand) en bedraagt 1,49%. De wijziging in de rentevoet is verwerkt als dotatie. Voorziening FPUDeze voorziening is gevormd per 1 december 2005 voor personeelsleden die gebruik hebben gemaakt van de zogenaamde FPU-regeling, een pre-pensioenregeling waarbij een maandelijkse aanvulling betaald wordt door de stichting op de uitkering totdat de betrokkenen de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Er treden geen deelnemers meer toe.

WW-uitkeringen Deze voorziening is gevormd voor personeelsleden waarvan het contract ontbonden is dan wel niet verlengd is c.q. wordt per ultimo van het verslagjaar. De stichting is eigen risicodrager voor de uitkeringen uit hoofde van de wettelijke en bovenwettelijke regelingen. De bedragen zijn bepaald aan de hand van de maximale betalingsverplichting berekend conform de vigerende regelingen.

Persoonlijk Ontwikkel Budget (POB) Op basis van gemaakte CAO afspraken in het verleden

is er een voorziening gevormd voor persoonlijke ont-wikkel budgetten waar medewerkers op basis van ontwikkelplannen aanspraak op kunnen maken. In december 2012 is een nieuwe CAO van kracht geworden. De aanspraken uit het verleden worden gerespecteerd en blijven dientengevolge per ultimo 2012 voorzien.

Jubileumgratificatie Op basis van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijf kans, gemiddelde salarisstijging en dis-conteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht.

Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. De langlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.

Het aflossingsbedrag voor het komende jaar is verantwoord onder de kortlopende schulden.

Kortlopende schuldenDit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.

Overlopende passivaDe overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.

Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Bij de bepaling van het exploitatiesaldo worden de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. RijksbijdragenDe ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doel-subsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig

Page 72: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

1. Activa

31 december 2012 31 december 2011

€ €

Vaste activa

1.2 Materiële vaste activa 11.919.346 12.583.775

Totaal vaste activa 11.919.346 12.583.775

Vlottende activa

1.4 Voorraden 42.278 38.727

1.5 Vorderingen 1.137.499 1.084.868

1.7 Liquide middelen 11.365.727 13.529.206

Totaal vlottende activa 12.545.504 14.652.796

Totaal activa 24.464.850 27.236.571

2. Passiva

31 december 2012 31 december 2011

€ €

verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met ver-rekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen

worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzichtHet kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.

Ontvangen en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

B2 Balans per 31 december 2012 (Na resultaatbestemming)

Vaste activa

2.1 Eigen vermogen 10.757.293 10.410.552

2.2 Voorzieningen 1.422.317 1.331.042

2.3 Langlopende schulden 3.017.320 6.253.384

2.4 Kortlopende schulden 9.267.920 9.241.593

13.707.557 16.826.019

Totaal passiva 24.464.850 27.236.571

Page 73: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

73

Resultaat 2012

Begroting 2012

Resultaat 2011

€ € €

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 24.794.466 24.274.609 24.456.426

3.3 Collegegelden 6.232.009 6.616.428 6.482.757

3.4 Baten werk i.o.v. derden 2.250.943 2.528.388 2.290.641

3.5 Overige baten 1.725.230 1.211.826 1.498.689

35.002.648 34.631.251 34.728.513

4 Lasten

4.1 Personeelslasten 27.477.742 26.222.199 25.779.977

4.2 Afschrijvingen 1.527.071 1.681.296 1.604.477

4.3 Huisvestingslasten 967.882 1.145.350 1.947.162

4.4 Overige lasten 4.506.025 5.276.470 4.967.812

34.478.720 34.325.315 34.299.427

Saldo baten en lasten 523.928 305.936 429.086

5 Financiële baten en lasten -177.187 55.000 -69.239

Totaal resultaat 346.741 360.936 359.847

B3 Exploitatierekening 2012

Page 74: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

31-12-2012 31-12-2011

€ €

Saldo Baten en Lasten 523.928 429.086

Aanpassing voor

Afschrijvingen 1.527.071 1.604.477

Duurzame waardevermindering 0 880.000

Mutaties voorzieningen 91.275 -181.752

Veranderingen in vlottende middelen

Voorraden -3.551 -14.402

Vorderingen -52.636 19.376

Schulden 26.327 -60.479

Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties 2.112.414 2.676.305

Ontvangen interest 305.768 230.555

Betaalde interest -482.955 -299.794

-177.187 -69.239

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.935.227 2.607.066

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -862.642 -889.845

Desinvestering deelname Technocentrum 0 908

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Aflossing langlopende schulden / lening Dordrecht -3.236.064 -462.971

Mutatie liquide middelen -2.163.479 1.255.159

Beginstand liquide middelen 13.529.206 12.274.048

Mutatie liquide middelen -2.163.479 1.255.159

Eindstand liquide middelen 11.365.727 13.529.206

B4 Kasstroomoverzicht

Page 75: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

75

B5 Toelichting op de onderscheiden posten op de balans

1. Activa

1.2 Materiële vaste activa

Aanschaf-prijs

Afschr. cumulatief

Boek-waarde

Investe-ringen

Afschr. Boek-waarde

Afschrij-vings

01-01-12 01-01-2012 01-01-2012 2012 2012 31-12-12 percentage

€ € € € € € %

1.2.1. Gebouwen en terreinen

1.2.1.1 Gebouwen 19.220.145 10.382.318 8.837.827 113.880 695.311 8.256.396 3,33-20

1.2.1.2 Terreinen 2.020.574 464.650 1.555.924 6.162 30.182 1.531.904

21.240.719 10.846.968 10.393.751 120.042 725.493 9.788.300

1.2.2 Inventaris en apparatuur 13.509.547 11.336.056 2.173.491 742.600 797.578 2.118.513 6,67-33,3

1.2.3 Wagenpark 23.200 6.667 16.533 0 4.000 12.533 12,5

13.532.747 11.342.723 2.190.024 742.600 801.578 2.131.046

Totaal 34.773.466 22.189.691 12.583.775 862.642 1.527.071 11.919.346

De materiële vaste activa worden lineair afgeschreven. Gebouwen en terreinen worden afgeschreven over een periode van 5 tot 30 jaar (3,33 % – 20 %). Inventaris en apparatuur wordt afgeschreven binnen 3 – 15 jaar (6,67 % - 33,3 %). Het wagenpark wordt afgeschreven over een periode van 8 jaar (12,5 %).

Specificatie investeringen

Werkelijk 2012 Begroting 2012

€ € € €

Gebouwen en terreinen

Verbouwingen 113.880 247.000

Terreininrichting 6.162 0

120.042 247.000

Inventaris en apparatuur

Audio visuele middelen 101.625 98.000

ICT / IM 409.572 826.000

Inventaris 231.403 253.000

742.600 1.177.000

862.642 1.424.000

1.2.a OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen

Bedrag Peildatum

1.2.a.1 OZB-waarde gebouwen en terreinen

Gebouwen en terreinen 18.026.000 01-01-2013

Tijdelijke huisvesting d’Overkant 1.401.000 01-01-2013

Zandlaan 29a 1.182.000 01-01-2013

Totaal 20.609.000

1.2.a.2 Verzekerde waarde gebouwen

Verzekerde waarde gebouwen 23.985.000 01-01-2013

Page 76: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

31-12-2012 31-12-2011

€ €

1.5 Vorderingen

1.5.1 Debiteuren 447.218 409.079

1.5.4 Andere deelnemingen 6.940 8.071

1.5.5 Studenten 14.907 37.272

1.5.7 Overige vorderingen 18.586 7.248

1.5.8 Overlopende activa 654.223 642.406

1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbare debiteuren -4.375 -19.213

1.137.499 1.084.863

Uitsplitsing vorderingen

1.5.7 Overige vorderingen

1.5.7.1 Personeel 17.898 4.498

1.5.7.2 Overige 688 2.750

18.586 7.248

1.5.8 Overlopende activa

CHE Transfer 36.600 39.158

Rente 156.465 230.673

Excursies 0 32.750

Voorschot 2.500 8.480

Verzekering/onderhoud/abonnementen/contributies 459.070 315.794

Overige overlopende activa -412 15.551

654.223 642.406

1.5.9 Voorzieningen wegens oninbare debiteuren

1.5.9.1 Stand per 1 januari -19.213 -4.097

1.5.9.2 Onttrekking 14.838 4.097

1.5.9.3 Dotatie 0 -19.213

-4.375 -19.213

1.7 Liquide middelen

1.7.1 Kasmiddelen 2.261 1.088

1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 6.340.350 8.528.118

1.7.3 Deposito’s 5.023.116 5.000.000

11.365.727 13.529.206

Toelichting:

Liquide middelen Het tegoed op bank- en girorekeningen omvat zowel de tegoeden op betaal- als op direct opvraagbare spaarrekeningen. Van het tegoed op bank- en girorekeningen staat € 5.654.409 op een zogenaamde Liquidity Management Account. Dit saldo is direct opvraagbaar.

Page 77: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

77

Het oorspronkelijke krediet van € 2.042.011 (4,5 miljoen gulden) is geborgd door de Stichting Waarborgfonds HBO. Per kwartaal wordt het krediet met € 17.017 verminderd. Van deze kredietfaciliteit heeft de Christelijke Hogeschool Ede tot op heden nog geen gebruik gemaakt.

Door de vereniging van hogescholen is op 28 april 2012 besloten om de verplichte aansluiting door hogescholen bij het Waarborgfonds met ingang van 1 januari 2013 te beëindigen. De hogescholen dienen er voor te zorgen dat vóór 1 januari 2013 alle geborgde leningen zijn afgelost dan wel zijn omgezet in niet door het Waarborgfonds HBO geborgde leningen. Zodra het Waarborgfonds voor geen enkele lening meer borg staat kunnen de overeenkomsten van aansluiting worden opgezegd en kan het fonds worden geliquideerd. Daarna wordt overgegaan tot uitkering van het depot. Dit leidt tot aan-vullende baten voor de HBO instelling. Vermoedelijk wordt in 2013 tot uitkering overgegaan.

In verband met de liquidatie van het Waarborgfonds zijn twee leningen afgelost. Voor de derde lening is hypothecaire zekerheid verschaft.

2. Passiva

2.1 Eigen vermogen Aanpassing

Saldo31-12-11

stelselwijziging

Saldo01-01-12

Bestemming resultaat

Overigemutaties

Saldo31-12-12

€ € € € € €

2.1.1 Algemene reserve (publiek) 9.380.035 -138.603 9.241.432 619.824 0 9.861.256

2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek) 0 0 0 0 0 0

2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat) 1.169.120 0 1.169.120 -273.083 0 896.037

2.1.4 Bestemmingsfonds (publiek) 0 0 0 0 0 0

10.549.155 -138.603 10.410.552 346.741 0 10.757.293

Bestemmingsreserve (privaat)

2.1.3.N Bedrijfsreserve CHE Transfer 1.159.011 -270.293 0 888.718

Noodfonds 10.109 -2.790 0 7.319

1.169.120 -273.083 0 896.037

Toelichting Eigen vermogen: Algemene reserveDe algemene reserve bestaat uit de vrij besteedbare bedragen uit voorgaande jaren. Deze reserve is inclusief een bedrag van € 428.527 aan eigen kapitaal van de hogeschool, gevormd door giften, legaten, etc.

Bestemmingsreserve CHE-TransferDeze bestemmingsreserve omvat de vrij besteedbare bedragen uit voorgaande jaren, behaald met private activitei-ten.

Mutaties

31-12-2012 31-12-2011

€ €

Kredietfaciliteit

Krediet i.v.m. verbouw/nieuwbouw per 1-1-2008 745.883 812.817

Afname 1/30 deel per jaar 68.067 68.067

677.816 744.750

Af: Bankgarantie (St. Waarborgfonds HBO) -225.757 -225.757

Bij: Extra faciliteit van de bank 226.890 226.890

678.949 745.883

Page 78: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

2.2 Voorzieningen

Ontrek Kortlopende Langlopende

Saldo Dotaties kingen Saldo deel deel

01-01-12 2012 2012 31-12-12 < 1 jaar > 1 jaar

€ € € € € €

2.2.1 Voorzieningen FPU 387.000 23.175 267.050 143.125 50.796 92.329

WW-uitkeringen 334.169 402.199 128.030 608.338 304.084 304.254

POB-gelden 398.116 102.221 104.776 395.561 395.561 0

Jubileumgratificatie 211.757 97.191 33.655 275.293 21.263 254.030

Totaal voorzieningen 1.331.042 624.786 533.511 1.422.317 771.704 650.613

2.3 Langlopende schulden

Saldo Aflossingen Saldo Kort Lang Rente- Rest.

01-01-12 31-12-12 lopend lopend voet looptijd

€ € € € € € in jaren

2.3.1 Kredietinstellingen

BNG 968.085 968.085 0 0 0 5,2

ING-bank (1) 3.046.552 131.034 2.915.518 131.035 2.784.483 4,3 23

ING-bank (2) 2.268.881 1.777.287 491.594 491.594 0 4

Gemeente Dordrecht 200.000 100.000 100.000 100.000 0 4

6.483.518 2.976.406 3.507.112 722.629 2.784.483

2.5.3 Langlopende schuld aan OCW

Liquiditeitsbijdrage 1988 232.837 0 232.837 232.837

Totaal 6.716.355 2.976.406 3.739.949 722.629 3.017.320

In verband met de opheffing van het Waarborgfonds HBO is de lening bij de BNG afgelost.

De lening bij de ING (1) ad. € 2.915.518 heeft een resterende looptijd van 23 jaar. De renteherziening is op 1 januari 2015.

De andere lening bij de ING met een beginsaldo van € 2.268.881 per 1 januari 2012 is in 2012 nagenoeg geheel afgelost. Het restant is in januari 2013 afgelost. Het restant van de lening bij de Gemeente Dordrecht wordt in 2013 volledig afgelost.

Ingevolge de gesloten standaardovereenkomst van borgtocht artikel 7, heeft de Stichting voor Christelijke HBO op gere-formeerde grondslag te Ede zich verbonden om, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Waar-borgfonds HBO, geen aan de hogeschool toebehorende registergoederen te vervreemden of met enig recht te bezwaren. Voorts dient de hogeschool, indien zij haar verplichtingen uit de geborgde overeenkomsten niet kan nakomen, een recht van hypotheek aan de Stichting Waarborgfonds HBO te verlenen tot zekerheid van het regresrecht van de Stichting Waar-borgfonds HBO. In verband met opheffing van het Waarborgfonds zal deze verplichting waarschijnlijk in 2013 komen te vervallen.

Bestemmingsreserve NoodfondsDe reserve Noodfonds is bestemd om voltijdstudenten die in financiële moeilijkheden verkeren en uit anderen hoofde geen aanspraak kunnen maken op toelagen uit het profileringsfonds, de mogelijkheid te bieden om te kunnen blijven studeren. Dit fonds is in het verleden gevormd met privaat vermogen.

Page 79: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

79

31-12-2012 31-12-2011

€ €

2.4 Kortlopende schulden

2.4.1 Kredietinstellingen (kortlopend deel) 722.629 462.969

2.4.3 Crediteuren 965.590 1.013.243

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.221.627 1.044.938

2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen 371.932 340.583

2.4.9 Overige kortlopende schulden 21.954 11.077

2.4.10 Overlopende passiva 5.964.188 6.368.783

9.267.920 9.241.593

Uitsplitsing

Overlopende passiva

2.4.10.1 Vooruitontvangen college- en lesgelden 2.550.485 2.354.276

2.4.10.2a Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 266.546 150.452

2.4.10.2b Vooruitontvangen subsidies OCW niet-geoormerkt 365.501 328.327

2.4.10.2c Vooruitontvangen subsidies overig 254.502 671.724

2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 1.017.430 1.089.399

2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 0 8.000

2.4.10.7 Rente/bankkosten 39.641 55.896

2.4.10.8.1 Voorontvangen studiemateriaal 268.217 264.000

2.4.10.8.2 CHE-Transfer 734.503 930.826

2.4.10.8.3 Subsidies 83.846 39.238

2.4.10.8.5 Uitkeringslasten UWV 16.737 4.054

2.4.10.8.6 Catering 40.333 35.991

2.4.10.8.7 Betaalautomaten CHE pas 33.219 36.748

2.4.10.8.8 Huur 9.845 18.076

2.4.10.8.9 Energie 903 11.249

2.4.10.8.10 Internationalisering 39.526 94.409

2.4.10.8.11 Advisering/inzet externen 33.407 89.079

2.4.10.8.12 Gastdocenten/freelancers 59.740 54.853

2.4.10.8.13 Overige overlopende passiva 149.807 132.186

5.964.188 6.368.738

Toelichting: Overlopende passiva Zoals bij de vorderingen reeds toegelicht is, zijn de vooruit ontvangen college- en lesgelden van termijnbetalers niet meer opgevoerd per einde van het jaar.

In 2012 is een tweetal leningen vervroegd afgelost. Hiervoor is aan de kredietinstelling agio betaald. Bij de BNG bedroeg deze € 165.136. Bij de ING is een bedrag van € 74.228 betaald. Beide bedragen zijn onder de financiële baten en lasten verantwoord.

Page 80: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

Model G Verantwoording subsidies

G1 OCV Niet-geoormerkte subsidies

Ontvangen

Bedrag t/m Presentatie

Datum toewijzing verslagjaar Afgerond?

Omschrijving Kenmerk toewijzing € € Ja/Nee

Opleiden in de School BEK-10/27658 M 1-4-2010 2.040.000 1.190.000 Nee

Totaal 2.040.000 1.190.000

G2 Subsidies met verrekeningsclausule

G2A Aflopend per ultimo verslagjaar

Ontvangen

Bedrag t/m Totale Te

Datum toewijzing verslagjaar kosten verrekenen

Omschrijving Kenmerk toewijzing € € € €

Identiteit en kwaliteit KM10025 18-6-2010 499.110 499.110 499.110 0

Lerarenbeurzen 2011-2012 376112-2 3-11-2011 50.983 50.983 50.983 0

Totaal 550.093 550.093 550.093 0

G2B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Ontvangen Lasten Totale

Bedrag Saldo in in kosten Saldo

Datum toewijzing 1-1-2012 verslagjaar verslagjaar 31-12-2012 31-12-2012

Omschrijving Kenmerk toewijzing € € € € € €

Lerarenbeurzen 475737-1 / 20-8-2012 92.822 0 92.822 30.941 30.941 61.881

2012-2013 486007-1

Totaal 92.822 0 92.822 30.941 30.941 61.881

Meerjarige contracten Eind 2012 heeft de CHE zeven meerjarige contracten lopen inzake Catering, Schoonmaak, Reproductie, Elektra, Gas en het PSB-informatiesysteem. De totale waarde van deze contracten bedraagt € 2.055.000. Een aantal van deze contracten is voor onbepaalde tijd afgesloten. De expiratiedatum van andere contracten varieert van 31 december 2014 tot 31 decem-ber 2015.De bijbehorende exploitatielast voor 2013 wordt geschat op € 600.000.

In 2013 zal als gevolg van de opheffing van het HBO Waarborgfonds een bedrag van circa € 300.000,- uitgekeerd worden aan de CHE. Dit zal verantwoord worden als een overige bate.

B8 Toelichting op het exploitatieresultaatToelichting op het exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat in 2012 bedraagt € 346.741 en is daarmee € 14.195 lager dan het begrote resultaat van € 360.936.

De baten en lasten worden hierna uitgebreider toegelicht.

B6 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Page 81: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

81

3. Baten

2012 2011

€ €

3.1 Rijksbijdragen

3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EL&I 24.573.171 24.367.920

3.1.2 Overige subsidies OCW/EL&I 221.295 88.506

24.794.466 24.456.426

Uitsplitsing

Overige subsidies

3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies OCW 163.285 40.306

3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies OCW 58.010 48.200

221,295 88.506

3.3 Collegegelden

3.3.1 Ontvangen collegegelden 6.234.716 6.501.390

3.3.2 Restitutie i.v.m. Bewijs Betaald Collegegeld (BBC) -2.707 -17.313

3.3.3 Afboeking i.v.m. oninbaarheid 0 -1.320

6.232.009 6.482.757

3.4 Baten in opdracht van derden

3.4.1 Contractonderwijs 2.250.943 2.290.641

2.250.943 2.290.641

3.5 Overige baten

3.5.1 Verhuur 55.333 30.669

3.5.2 Detachering personeel 238.846 188.304

3.5.3 Functiemixgelden 458.282 0

3.5.6.1 Studentgelden 540.278 642.881

3.5.6.2 Beurzen en subsidies 187.260 210.511

3.5.6.3 Overige 245.231 426.324

1.725.230 1.498.689 (*)(*) Vergelijkende cijfers zijn aangepast aan de indeling over 2012.

Toelichting baten: De rijksbijdrage is ca. € 520.000 hoger dan voor 2012 begroot. Oorzaak is het niet doorgaan van de langstudeerder- maatregel en compensatie als gevolg van gestegen werkgeverslasten. Het niet doorgaan van de langstudeerdermaatregel heeft mede gevolgen gehad voor de collegegelden: Als gevolg daarvan zijn deze lager uitgevallen dan begroot.

De baten werk in opdracht van derden (CHE-Transfer) zijn 11% (€ 277.000) lager uitgekomen dan begroot. De ambities die in de begroting van 2012 zijn gesteld, zijn helaas niet waargemaakt, mede door tegenvallende marktomstandigheden, maar zijn wel op bijna gelijk niveau als 2011 uitgekomen.

De overige baten zijn ongeveer € 513.000 hoger dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door een eenmalige vrijval van € 458.000 in verband met functiemixgelden. De hiervoor aanwezige kortlopende schuld kon vrijvallen, omdat de gestelde doelen waren bereikt.

Page 82: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

4. Lasten

2012 2011

€ €

4.1 Personeelslasten

4.1.1 Lonen en salarissen 25.123.897 23.789.609

4.1.2 Overige personele lasten 2.353.845 1.990.368

27.477.742 25.779.977

Uitsplitsing

Lonen en salarissen

4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 20.041.665 19.142.330

4.1.1.2 Sociale lasten 2.276.087 2.109.217

4.1.1.3 Pensioenpremies 2.806.145 2.538.062

25.123.897 23.789.609

Overige personele lasten

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 624.786 400.225

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 1.190.972 1.106.541

4.1.2.3 Overig 538.087 483.602

2.353.845 1.990.368

2012 2011

FTE FTE

4.1.a. Aantal FTE’s per 31 december

Personeel in loondienst 323,7 338,5

College van Bestuur 1,0 2,0

324,7 340,5

4.1.b. Overzicht bezoldigingen

Bestuurders

Duur arbeidsovereen-komst

Ingangs-datum Omvang

Vast / interim

Periodiekbetaalde

beloningen

Bonus/gratifica-

tie

Ontvan-gen

pensioenbijdragen

De heer C.P. Boele 1-01-12 30-11-12 1-05-03 1,0 vast 145.848 0 20.835

De heer A. Bestebreur 1-01-12 31-12-12 1-05-11 1,0 vast 122.201 0 19.030

Toezichthouders

De heer R.C. Robbertsen 1-01-12 31-12-12 1-01-09 0,1 vast 7.500 0 0

De heer J.L. Burggraaf 1-01-12 31-12-12 1-01-12 0,1 vast 5.300 0 0

De heer E. Dijkgraaf 1-01-12 31-12-12 1-01-07 0,1 vast 5.300 0 0

De heer B.P. Hidding 1-01-12 31-12-12 8-04-11 0,1 vast 5.300 0 0

Mevrouw C.A. Voorham (*) 1-01-12 31-12-12 1-01-07 0,1 vast 4.200 0 0(*) Uitgekeerd aan Leger des Heils

Page 83: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

83

2012 2011

€ €

4.2 Afschrijvingen

4.2.2 Materiële vaste activa

Gebouwen en terreinen 625.104 794.322

Wagenpark 4.000 4.000

Inventaris en apparatuur 897.967 806.155

1.527.071 1.604.477

4.3 Huisvestingslasten

4.3.1 Huur 143.141 180.782

4.3.3 Inventaris en apparatuur 238.722 240.204

4.3.4 Energie en water 180.736 232.777

4.3.5 Heffingen 81.723 81.950

4.3.7 Overige huisvestingslasten

Duurzame waardevermindering 0 880.000

Schoonmaakkosten 300.323 294.608

Overige 23.237 36.841

967.882 1.947.162

4.4 Overige beheerlasten

4.4.1 Administratie en beheer 1.238.599 1.209.246

4.4.2 Reis- en verblijfkosten 170.826 198.076

4.4.3 Leer- en hulpmiddelen 489.392 442.768

4.4.4 Studentenvoorzieningen 256.453 246.519

4.4.5 Tegemoetkoming studerenden 39.120 38.010

4.4.6 Internationalisering 76.331 196.641

4.4.7 Accountantskosten 46.453 49.452

4.4.8 Public Relations 692.941 695.596

4.4.9 Restauratieve voorzieningen 269.552 248.091

4.4.10 Extern advies 1.019.264 1.276.396

4.4.11 Onderzoek en innovatie 0 193.741

4.4.12 Overige 207.095 173.276

4.506.025 4.967.812

Uitsplitsing

Extern advies

4.4.10.1 Begeleiding herhuisvesting 227.454 306.913

4.4.10.2 Architect herhuisvesting 110.037 319.831

4.4.10.3 ICT/IM Projecten 250.622 206.704

4.4.10.4 Academieontwikkeling 44.232 198.462

4.4.10.5 Juridische advieskosten 43.530 6.733

4.4.10.6 Accreditatie en - begeleidingskosten 142.037 19.790

4.4.10.7 Externe consultants 88.444 83.608

4.4.10.8 Overige advieskosten 112.908 134.355

1.019.264 1.276.396 (*)

Page 84: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

2012 2011

€ €

Accountantskosten

De accountantskosten kunnen als volgt worden gesplitst:

Controle van de jaarrekening (incl. bekostigingscontrole) 41.789 45.363

Overige controle opdrachten 2.571 4.089

Overige advies opdrachten 2.093 0

46.453 49.452(*) Vergelijkende cijfers zijn aangepast aan de indeling over 2012

Toelichting lasten

Personele lastenDe personele last als percentage van de totale baten is 78,5% (begroot 75,7%). De personele lasten zijn ruim € 1.200.000 hoger dan begroot, ondanks een lager aantal FTE’s per ultimo boekjaar. Oorzaak van de hogere kosten zijn ondermeer hogere Sociale lasten en pensioenen ad. € 511.000 en de uitbetaling van vakantiedagen ad. € 61.000. Voor een deel is hier-voor compensatie ontvangen via de rijksbijdrage.

Verder zijn extra inspanningen verricht in verband met accreditaties. Hiervoor is tijdelijk extra capaciteit aangetrokken. Tenslotte is van een aantal medewerkers het contract niet verlengd en zijn een aantal contracten beëindigd. Hiervoor zijn extra, niet begrote kosten gemaakt ad. ca. € 632.000. Een bedrag van € 230.000 betreft ontslagvergoedingen. Daarnaast ruim € 400.000 toegevoegd aan de Voorziening WW-uitkeringen.

Wat de pensioenlasten betreft, dit betreft een toegezegde bijdrage regeling waarvan uitvoering verloopt via het ABP.

Afschrijvingen De afschrijvingen zijn in 2012 lager dan begroot. Reden hiervan is dat minder is geïnvesteerd dan begroot.

Huisvestingslasten De huisvestingslasten zijn lager dan begroot, vooral door de lage kosten van gas, water en elektriciteit. Ten opzichte van 2011 zijn de lasten veel lager in verband met de eenmalige last in 2011 als gevolg van de duurzame waardevermindering van Paviljoen Zuid met een bedrag van € 880.000.

Overige lastenDe overige lasten zijn € 770.000 lager dan begroot. Dit komt vooral door een andere aanpak van het project Herhuisves-ting. Daardoor is een bedrag van ca. € 500.000 minder aan bouwbegeleidingskosten gemaakt, dan begroot.

5. Financiële baten en lasten

2012 2011

€ €

5.1 Rentebaten 305.768 230.555

5.5 Rentebaten (-/-) 482.955 299.794

-177.187 -69.239

De financiële baten en lasten zijn negatief. Oorzaak is het agio (€ 239.000) dat is betaald in verband met het vervoegd aflossen van twee leningen, zoals reeds toegelicht bij de activa en het Eigen Vermogen.

Page 85: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

85

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan de Raad van Toezicht van Stichting voor Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag te Ede.

Verklaring betreffende de jaarrekening

Wij hebben de in bijlage 4, onderdeel A, B en D opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting voor Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag te Ede gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de exploitatierekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur

Het College van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, lid 3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting voor Christelijk Hoger Beroepsonderwijs op gereformeerde grondslag te Ede per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

C Overige gegevens C1 Controleverklaring

Page 86: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen

Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.

Arnhem, 26 juni 2013Deloitte Accountants B.V.Was getekend: J.S. Huizinga RA

Page 87: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

87

C2 Gebeurtenissen na balansdatum

Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die materiële invloed hebben op de gepresenteerde cijfers over 2012.

C3 Voorstel bestemming exploitatiesaldo

Bestemmingsvoorstel

Exploitatiesaldo 346.741

Algemene reserve - bedrijfsreserve

Ten laste van de bedrijfsreserve CHE-Transfer -270.293

Bestemmingsreserve

Ten laste van reserve Noodfonds -2.790

Ten gunste van de algemene reserve 619.924

Page 88: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

Bestuursnummer 40235

Naam instelling Christelijke Hogeschool Ede

Adres Oude Kerkweg 100

Postadres Postbus 80

Postcode / Plaats 6710 BB EDE

Telefoon 0318 - 696 300

Fax 0318 - 696 396

E-mail [email protected]

Internetsite www.che.nl

Contactpersoon C. J. van Rijswijk (Controller)

Telefoon 0318 - 696 300

Fax 0318 - 696 396

E-mail [email protected]

Brin Naam Sector

25 BA Christelijke Hogeschool Ede HBO

D Bijlagen D1 Gegevens van de rechtspersoon

OCW

Naam subsidieProjectnr.

subsidiegever

Totaalprojectbudget Subsidie

Looptijdbegin

Looptijdeinde

Stand1-1-2012 Mutaties

Stand31-12-2012

Voor-schot Status

€ € € € €

Identiteit en Kwaliteit KM10025 499.110 499.110 1-9-10 31-12-12 131.400 231.221 0 99.822 Afgerond

Opleiden in de School BEK-10/27658M 2.040.000 2.040.000 1-9-09 1-6-15 328.327 302.826 365.501 340.000 Lopend

RAAK - Professio-neel ouderschap 2012-14-4P 299.129 209.354 1-11-12 31-10-14 0 4.689 204.665 209.354 Lopend

2.838.239 2.748.464 459.727 538.736 570.166 649.176

D2 FSR Financiële Specificatie Rijkssubsidies (HO)

Algemene grondslagen voor het opstellen van de FSR 1. In de kolom subsidie is de door de subsidiegever maximale toegezegde subsidie opgenomen. 2. In de kolom stand per 01-01-2012 is opgenomen het saldo van de op het betreffende project tot op dat moment toegerekende deel van de bevoorschotting van de toegekende subsidie, verminderd met de gerealiseerde kosten. 3. In de kolom mutatie is opgenomen het saldo van het in dat boekjaar toegerekende deel van de bevoorschotting van de toegezegde subsidie verminderd met in het boekjaar gerealiseerde kosten.

Page 89: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

89

4. In de kolom stand 31-12-2012 is opgenomen het saldo van de op het betreffend project tot op dat moment toegerekende deel van de bevoorschotting van de toegekende subsidie verminderd met de gerealiseerde kosten. 5. In de kolom voorschot staat het totale bedrag aan voorschotten dat gedurende het boekjaar is ontvangen op de toege- zegde subsidie. De kosten die worden toegerekend aan de individuele projecten bestaan uit:

1. Kosten eigen personeel op basis van de op het betreffende project verantwoorde uren vermenigvuldigd met de voor het betreffende project op basis van de subsidieregelgeving geldende uurtarieven per medewerker.2. Kosten extern personeel op basis van de op het betreffende project verantwoorde uren vermenigvuldigd met de voor het betreffende project op basis van de subsidieregelgeving geldende richtlijnen voor externe uurtarieven per mede- werker.3. Eventueel direct toerekenbare out of pocket kosten.4. Eventueel met de subsidiegever overeengekomen opslag(en) voor indirecte kosten.5. Eventueel met de subsidiegever overeengekomen op basis van verdeelsleutels toe te rekenen overige kosten.

Specifieke toelichting:De kostentoerekening voor de loonkosten voor het project 2012-14-4P van de Stichting Innovatie Alliantie is op basis van de directe personele kosten plus een forfaitaire opslag van 25%.

Inzake de kennistoeleveranciers is het uurtarief gehanteerd dat bij de betreffende consortiumpartner gebruikelijk is.

Van de verantwoorde subsidie in 2012 ad. € 4.689 komt een bedrag van € 3.745 ten gunste van de Christelijke Hogeschool Ede en een bedrag van € 944 ten gunste van de externe kennistoeleveranciers.

De cofinanciering van project 2012-14-4P is niet verwerkt in de mutaties zoals opgenomen in het FSR-overzicht. In 2012 is een cofinanciering gerealiseerd voor een bedrag van € 2.010. De Christelijke Hogeschool Ede heeft het voornemen de vereiste cofinanciering van 30% de komende jaren te realiseren.

Inzake het budget voor overige materiële kosten ad. € 15.300 zijn er gedurende het boekjaar 2012 geen kosten gemaakt.

C.P. Boele A. Bestebreur

Tijdvak 01-01 t/m 30-11 01-01 t/m 31-12

Representatiekosten 1.774 1.650

Reiskosten binnenland 367 6.865 (*)

Reiskosten buitenland 0 536

Overige kosten 28 279

Totaal 2.169 9.330

(*) Inclusief een bedrag van € 6.698 in verband met OV jaarkaart (reiskosten woning-werk)

D3 Declaraties en onkostenvergoedingen College van Bestuur

Page 90: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

Jaarverslag 2012 | Bijlage 4: Jaarrekening 2012

Resultaat CHE-Transfer

2012 2011

€ €

Totaal baten 2.347.585 2.373.347

Totaal lasten 2.617.878 2.051.839

-270.293 321.508

AlgemeenGezond-

heidszorg EducatieSocialeStudies

Mens & Organisatie

Journal. & Comm. Theologie Totaal

€ € € € € € € €

Baten

Contractonderwijs 0 296.538 373.966 1.279.004 178.648 87.660 37.144 2.252.960

Subsidies 0 0 94.625 0 0 0 0 94.625

Overige baten 0 0 0 0 0 0 0 0

Baten 0 296.538 468.591 1.279.004 178.648 87.660 37.144 2.347.585

Lasten 0 260.401 601.892 1,388.475 152.092 135.649 79.369 2.617.878

Resultaat 0 36.137 -133.301 -109.471 26.556 -47.989 -42.225 -270.293

Rentabiliteit 0,0% 12,2% -28,4% -8,6% 14,9% -54,7% -113,7% -11,5%

Stand reserve 01/01/12 184.618 231.630 318.525 485.717 8.301 66.921 136.701- 1.159.011

Resultaat 2012 ** 6.269 32.523 133.301- 109.471 23.900 47.989- 42.225- 270.293-

Saldo reserve 31/12/12 190.887 264.153 185.225 376.246 32.201 18.932 178.925- 888.718** - Van het positieve resultaat per transferunit komt 10% ten gunste van de algemene reserve transfer. Behaald negatief resultaat komt volledig ten laste van de eigen transferreserve.

E Diversen E1 Overzicht resultaat units CHE-Transfer

Overzicht resultaat units CHE-Transfer

Page 91: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli

91

Page 92: Jaarverslag Christelijke Hogeschool Ede 2012 - 8 Juli