CreAtIng tOMOrrOW let’s stArt tOdAY
OnderWIJs- en OnderZOeKsAgendA 2011-2014
Hogeschool van Amsterdam
september 2011
InleIdIng
In het instellingsplan ‘Oog voor talent’
schetst de Hogeschool van Amsterdam
haar toekomstvisie en de strategische
doelen voor de komende jaren. In deze
notitie ‘Creating tomorrow let’s start
today’ worden de uitspraken en doelen
van de eerste drie hoofdstukken van dit
instellingsplan: ‘Onderwijs’, ‘Onderzoek’ en
‘Maatschappelijke verantwoordelijkheid en
innovatie’ uitgewerkt.
deze uitwerking is geschreven met Marcelle
Peeters, directeur Onderwijs en Onderzoek, in
samenspraak met het College van Bestuur en
de domeinvoorzitters en vormt de basis voor
de onderwijs- en onderzoeksagenda van de
komende vier jaar.
Ik hoop dat wij de komende jaren, op
basis van betrokkenheid, enthousiasme
en realiteitszin deze mooie agenda tot
werkelijkheid gaan maken.
Ik wens ons allen hierbij veel succes!
Jet Bussemaker,
rector Hogeschool van Amsterdam
WAAr stAAn We
de Hogeschool van Amsterdam is onderdeel van de dynamische stad Amsterdam, spil van de zo
belangrijke randstad die bepalend is voor de economische welvaart van ons land. studenten van de
HvA dragen als student, stagiair en alumnus bij aan deze ontwikkeling. Zij vormen het (toekomstige)
kader van de economische en sociale hoofdstructuur van de regio Amsterdam.
de Hogeschool van Amsterdam is de grootste hogeschool van nederland. Jaarlijks beginnen meer
dan 10.000 studenten een opleiding. 90% van hen start met een bacheloropleiding. de deelname
van 23+ studenten neemt jaarlijks toe.
dit succes heeft ook een keerzijde: grote hogescholen doen het relatief slecht; zowel de
tevredenheid van studenten als het studiesucces scoren laag. de HvA is, in lijn met de toename
van studenten, de afgelopen jaren gezakt in de hbo-ranglijsten. en ook in vergelijking met de
vier andere grote hogescholen in de randstad doet de HvA het niet goed. de grote groei van de
afgelopen jaren stelt ons voor de enorme uitdaging om de menselijke maat te houden.
Waar groei de kwaliteit bedreigt, moeten we deze afremmen.
daarbij is het onderwijsprofiel van de HvA verbleekt. Het ‘leren-leren’- concept en
‘competentiegericht leren’, zoals destijds ook bij de HvA ontwikkeld, is op cruciale onderdelen
ontoereikend om het hoofd te bieden aan de onderwijsvraagstukken waar wij voor staan. de
hogeschool is toe aan een onderwijsvisie die beter past in deze tijd. daarin staan vakinhoud, kennis,
vaardigheden en competenties centraal en wordt het onderwijs ingericht op basis van een reëel
beeld van de zelfsturingcapaciteiten van studenten.
samen met de Universiteit van Amsterdam bieden wij een breed palet aan hbo- en wo- bachelor- en
masteropleidingen en participeren wij in grootstedelijke projecten in en met het beroepenveld in de
regio. de mogelijkheden van deze unieke samenwerking met de UvA wordt, zowel in het onderwijs
als in het onderzoek, nog veel te weinig benut.
Kortom: de HvA is een hogeschool met potentie en het is nu tijd om daar meer werk van te maken!
WAt geBeUrt er OM Ons Heen?
de commissie Veerman heeft een duidelijk en goed perspectief geschetst voor het hoger
beroepsonderwijs. de commissie herbevestigt het belang van het binaire onderscheid. Hierbij pleit
de commissie nadrukkelijk voor samenwerking tussen hogescholen en universiteiten op basis van
een heldere en onderscheidende profilering, zonder het opwerpen van niet-functionele schotten
tussen de twee sectoren. Universiteiten en hogescholen zijn verschillend en kennen een eigen
profiel met betrekking tot omvang, disciplinaire mix, regionale betrokkenheid, internationalisering,
onderzoeksintensiteit, etc. de commissie pleit binnen deze binariteit voor een sterke profilering
per instelling. dit komt niet alleen de variëteit ten goede maar ook de transparantie van het hoger
onderwijs. studenten en werkgevers willen weten waar zij welk type opleidingen en afgestudeerden
kunnen verwachten. Profilering betekent: keuzes maken. dat komt ten goede aan de doelmatigheid
van het bestel en vergroot de kansen op excellentie.
Het beroepenveld is overwegend positief over het hbo. Verreweg de meeste afgestudeerden vinden
op korte termijn werk op het functieniveau waarvoor zij zijn opgeleid. In geen van de sectoren is
sprake van substantiële werkloosheid of tekorten.
de instroom van studenten zal ook in de komende jaren verder toenemen.
toch staat het hbo onder grote druk.
Veel studenten die aan een studie beginnen, maken deze niet af en de waarde van de diploma’s
staat ter discussie. Het onderwijs staat in een slecht daglicht. dit heeft geleid tot het invoeren
van extra maatregelen door OCW. de accreditaties worden strenger, er worden landelijke toetsen
ingevoerd en de naleving van wet- en regelgeving wordt onder verscherpt toezicht van de inspectie
gesteld. daarbovenop komen er bezuinigingen, o.a. ten aanzien van langstudeerders.
We zullen moeten laten zien wat we waard zijn; met meer studenten, minder middelen en meer
controle.
4 5
AgendA VOOr de KOMende JAren
dit brengt ons tot de volgende agenda voor de komende jaren:
1. een sterk profiel: de Hogeschool van AMSTERDAM;
2. goed onderwijs, met een scherp onderscheid tussen de verschillende studiefasen:
a. Het eerste jaar: oriëntatie, selectie en verwijzing in de propedeuse;
b. Vanaf het tweede jaar van inschrijving: succesvolle afronding van de studie in de
hoofdfase;
3. een breed en transparant aanbod van voltijd bacheloropleidingen,
focus bij de ontwikkeling van minoren, deeltijd, post-hbo, ad-programma’s en
masteropleidingen;
4. Onderzoeksprogramma’s die bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs;
5. samenwerking in de Amsterdamse onderwijsstructuur;
6. Versterking van de relaties met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in en rond
Amsterdam.
1. een sterk profiel: de Hogeschool van AMSTERDAM
de HvA profileert zich als een toegankelijke, brede en grootstedelijke hogeschool. Iedereen met
een juiste vooropleiding is in principe welkom bij de HvA. Wij bieden alle studenten, zonder
onderscheid, goed onderwijs en sluiten daarbij aan bij de mogelijkheden en talenten van elk
individu. Maar wij vragen ook wat van studenten, namelijk: motivatie, de ambitie om het beste uit
jezelf te halen en betrokkenheid bij de onderwijsinstelling en de samenleving. Onze populatie is zeer
divers en, in die zin, een afspiegeling van de toekomstige werkomgevingen van de studenten in
deze regio.
Amsterdam is, sinds jaar en dag, een open stad waar iedereen, ongeacht sekse, geloof, overtuiging,
geaardheid of afkomst, kan groeien. dat betekent per definitie dat het samenleven in deze grote
stad niet vanzelf gaat, maar continu onderwerp van debat is en moet zijn. We zijn inmiddels voorbij
het verdeelde denken in ‘minderheden’, ‘integratie’, ‘allochtoon of autochtoon’. Ook wij kiezen,
met de stad, voor ‘burgerschap’ als verbindend uitgangspunt. Burgerschap betekent dat iedereen
op zijn eigen manier mee kan doen en deel kan nemen aan het maatschappelijk leven en daarmee
dan ook direct verantwoordelijkheid neemt voor de stad: voor vrijheid, voor veiligheid, voor welzijn.
dat vraagt van de bewoners van deze stad èn van de medewerkers en studenten van de HvA
een bepaalde houding en bepaalde vaardigheden: kunnen omgaan met verschillen, niet bang
zijn om te vragen, nieuwsgierig zijn naar de ander. Wij zijn onderdeel van deze stad en, zonder
problemen weg te poetsen, altijd op zoek naar de meerwaarde van deze caleidoscoop. daarbij zijn
we een openbare hogeschool die uitgaat van de maatschappelijke waarden van de nederlandse
samenleving.
In alle curricula besteden we aandacht aan de grootstedelijke vraagstukken; internationalisering en
onderzoek zijn daar vanzelfsprekend onderdeel van. Zo leiden wij studenten op die zijn toegerust
voor het werken in een grootstedelijke, interculturele en innovatieve context. dat betekent dat
wij specifieke eisen stellen aan studenten en aan onszelf. Motivatie, ambitie en betrokkenheid zijn
noodzakelijke ingrediënten om de hogeschool tot een succes te maken. Of je er nu studeert of
werkt.
de samenwerkingsrelatie met de UvA stelt ons in staat om de specifieke componenten en
kwaliteiten van universiteit en hogeschool te verbinden en, in die gezamenlijkheid, kwalitatief
hoogstaande onderwijs- en onderzoeksprogramma’s te ontwikkelen. niet door elkaar te kopiëren,
maar door vanuit heldere profilering en ieders eigen sterke punten, samen te werken.
AgendA:
• Uitwerken en implementeren van de Amsterdamse ‘burgerschapsvisie’ in de HvA;
• Versterken van de samenwerking met de UvA vanuit het deels gemeenschappelijke
en deels complementaire perspectief.
6 7
2. goed onderwijs, met een scherp onderscheid tussen de verschillende studiefasen
goed onderwijs
Wij hebben een duidelijk beeld van ‘goed onderwijs’ voor ogen. dit beeld stuurt de onderwijs-
ontwikkeling die in alle domeinen en opleidingen de komende periode gerealiseerd wordt.
studenten zijn potentiële talenten die leren met hart, hoofd en handen. Willen, weten en kunnen,
daar gaat het om. In de HvA worden zij van meet af aan gestimuleerd en uitgedaagd. een hbo-
opleiding is hard werken! Het onderwijs in alle opleidingen krijgt inhoud en vorm op basis van drie
pijlers: perspectief, structuur en discipline.
de opleiding biedt de studenten een duidelijk perspectief: het perspectief van het beroep in
de grootstedelijke werkomgeving. de inhoud en de inrichting van de voorlichting en van het
curriculum zijn daarvan afgeleid. Voorlichting aan potentiële studenten is gericht op de inhoud
en het perspectief van studie en beroep. Kwaliteit gaat voor kwantiteit. Indien nodig wordt een
numerus fixus of opleidingsgerelateerde selectie (die meer mogelijkheden biedt voor inhoudelijke
matching) ingesteld.
de adviesraden van het afnemend veld worden met zorg samengesteld: de leden zijn kritische
representanten van de profilering van de HvA. de raden spelen een cruciale (advies)rol bij het
bepalen van de inhoud en het eindniveau van de opleiding. studenten worden zorgvuldig
geïnformeerd over alle zaken die van belang zijn voor hun studie en zij worden professioneel
begeleid bij het maken van keuzes in hun studie.
docenten zijn ons sociaal kapitaal. toegeruste docenten(teams) bieden uitdagende en goed
georganiseerde onderwijsprogramma’s met activerende en interactieve werkvormen. Zij leren
studenten om kennis te verwerven, die professioneel te wikken en te wegen en hun keuzes te
verantwoorden. Zij leren en trainen alle nodige vaardigheden en geven studenten ruimte om
te experimenteren. en dit alles binnen duidelijke inhoudelijke en organisatorische kaders die
hen structuur en houvast bieden. docenten investeren in de relatie met studenten, zij hebben
hoge verwachtingen van hen en spreken die uit. Zij toetsen hun prestaties, geven feedback en
confronteren studenten als dat nodig is. studenten krijgen de gelegenheid om een onvoldoende
één keer per studiejaar te herkansen. docenten nemen geen genoegen met ‘half werk’ – afspraak is
afspraak en dat geldt ook voor henzelf. Zo leiden zij studenten op tot competente professionals.
dit alles vraagt om voortdurende bij- en nascholing van docenten(teams) en medewerkers die
zowel hun vakkennis als hun didactische kennis up-to-date moeten houden en moeten anticiperen
op nieuwe ontwikkelingen. dit gaan we vormgeven in de HvA-academie, waar docenten en
medewerkers ‘corporate’ scholingen volgen – van basiskwaliteit tot excellentieniveau.
studenten leren in uitdagende leeromgevingen; op de hogeschool, in het werkveld, in de
maatschappij en digitaal. Zij doen veel ervaringen op en hebben de beschikking over talloze
informatiebronnen. globalisering en ict zijn van grote invloed op de wijze waarop studenten in
het leven staan. social media zijn onderdeel van hun leven, studie en vrije tijd. dit stelt henzelf,
maar ook het onderwijs voor nieuwe vraagstukken: Hoe leer je relevante informatie vinden en
waarderen? Wat zijn betrouwbare bronnen? Hoe maak je kennis van deze informatie? Hoe stel
je zelf goede kennisvragen? In de komende tijd zal de betekenis van deze nieuwe ontwikkeling
voor het onderwijs met experts van binnen en buiten de HvA, studenten en docenten worden
onderzocht en vertaald in een onderwijspraktijk die beter aansluit bij deze tijd.
AgendA:
• Focus aanbrengen in de voorlichting: reëel beeld van opleiding, beroep en
arbeidsmarktperspectief;
• Waar nodig invoeren van numerus fixus en opleidingsgerelateerde selectie;
• Uitwerken en implementeren van de onderwijsvisie, inclusief de betekenis van
nieuwe ontwikkelingen (globalisering, ict) op het onderwijs;
• Beperking van het aantal herkansingen;
• Uitwerken van de HvA academie waar interne scholing en kennisontwikkeling
centraal staat;
• domeinen en opleidingen hebben streefwaarden gesteld voor studiesucces
(uitgedrukt in het percentage studenten (per opleiding) dat zich inschrijft in de
hoofdfase en binnen vier jaar na deze inschrijving de opleiding afrondt) en de
tevredenheid van studenten (overeenkomstig de nse bovengemiddeld en > 3)
en hebben deze uitgewerkt in beleid en implementatie (KPI convenant).
Het eerste studiejAAr: oriëntAtie, selectie en verwijzing in de propedeuse
Het eerste studiejaar, de propedeuse, staat helemaal in het teken van oriëntatie, selectie en
verwijzing. Voor aanvang van de studie komt er met alle studenten een eerste kennismaking
8 9
(een gesprek, intake of assessment), op basis waarvan zij hun motivatie en kansen kunnen
heroverwegen. Waar nodig wordt bij bepaalde opleidingen voor de poort geselecteerd op kwaliteit.
Vanaf de eerste dag worden studenten geconfronteerd met de inhoud, organisatie en cultuur die
exemplarisch is voor het hbo-niveau en het beroep waarvoor wordt opgeleid. studeren bij de HvA
is op je tenen staan, angsten en weerstand overwinnen en successen vieren. In de HvA worden
studenten daarin goed begeleid, zowel door docenten als door studiebegeleiders die, mede op
basis van studieresultaten, met de student in gesprek gaan over hun prestaties, motivatie en
toekomstmogelijkheden. Ook meer begeleiding door tutors en (student)mentoren kan gestimuleerd
worden voor propedeusestudenten.
elke student wordt gezien en doet er toe. Als je er niet bent, word je gemist. In dit studiejaar wordt
gericht onderzocht of, gezien de persoonlijke talenten, motivatie en ambities van de student,
de opleiding een juiste keuze is. Zo niet, dan wordt de student gemotiveerd verwezen naar
alternatieven. Overstap binnen de HvA wordt zo goed mogelijk gestroomlijnd.
Bij aanvang van de studie wordt, zowel wat betreft de inhoud als de didactische werkvormen,
aangesloten bij de veelal schoolse omgeving waarin de studenten zijn opgeleid (mbo, havo, vwo).
daarnaast wordt direct ingezet op de professionele ontwikkeling en een geleidelijke toename van
de zelfsturing van studenten. Minimaal een derde van de onderwijstijd (560 klokuren = 670 lesuren
van 50 minuten) in het eerste jaar wordt besteed aan contacturen1. studenten worden verplicht om
lessen te volgen. de BAs-norm wordt streng gehandhaafd, kernvakken spelen een sleutelrol in het
advies. In 2012 wordt de norm verhoogd naar 50 studiepunten.
1 definitie in lijn met de definitie van de inspectie: gepland (geroosterd) contact tussen (een) docent(en) en (een) (groep) student(en) gericht op onderwijs
vAnAf Het tweede jAAr vAn inscHrijving: succesvolle Afronding
vAn de studie
Het succes van de propedeutische functies moet zich vertalen in het studiesucces van de hoofdfase-
studenten. studenten die zijn toegelaten in het tweede jaar begeleiden we bij het behalen van
de eindstreep, liefst binnen drie jaar. Volgens de meerjarenafspraken met het ministerie van OCW
behaalt 90% van de studenten die worden toegelaten tot het tweede jaar van de studie het
diploma binnen 5 jaar. Wij onderschrijven dit streven, maar realiseren ons dat, gezien de resultaten
op dit moment en de weerbarstigheid van het onderwerp, er een lange weg te gaan is. daarom
worden voor elke opleiding realistische streefcijfers afgesproken, waarbij in elk geval sprake is
van een robuuste verbetering. Uitgangspunt daarbij is: hoe verder in de studie, des te groter de
verantwoordelijkheid van de opleiding voor tijdige en succesvolle afronding.
Het eindniveau van de opleiding wordt bepaald op basis van de eisen van het afnemend veld
en het vervolgonderwijs (wo en hbo masters). Borging van het eindniveau is verzekerd door een
waterdicht kwaliteitszorgsysteem. de examencommissies spelen hierin een cruciale rol. leden
van examencommissie zullen in de HvA-academie ge-assessed en zo nodig geschoold worden.
Certificering is voorwaarde voor het lidmaatschap van de examencommissie.
net als in het eerste jaar is sprake van kennisoverdracht en van activerende en interactieve werkvor-
men. naarmate zij verder in hun studie zijn reguleren studenten hun studie in toenemende mate zelf.
In de loop van de studie worden docenten en studenten meer ‘learning partners’ die, elk op basis van
hun eigen verantwoordelijkheid, bijdragen aan de ontwikkeling van de opleiding en van het beroep.
In het tweede studiejaar en in de minoren is minimaal een kwart van de onderwijstijd (420 klokuren
= 470 lesuren op jaarbasis) contactuur. In zowel het derde, als het vierde jaar is, afgezien van
de stageperioden en de minor, sprake van minimaal 10% van de onderwijstijd contact tussen
docent(en) en student(en).
studenten leren niet alleen een beroep, zij leren ook leven en samenleven en verantwoordelijkheid
nemen als professional van de 21e eeuw. Zij maken deel uit van verschillende (fysieke en digitale)
groepen en netwerken binnen en buiten de HvA. Zo komen zij in aanraking met andere visies en
overtuigingen, leren zij om vraagstukken te beschouwen vanuit verschillende gezichtspunten en om
samen te werken.
studenten die extra uitgedaagd willen worden kunnen deelnemen aan ‘topklassen’ of
excellentieprogramma’s. In het eerste en tweede jaar staat het studium excellentie Programma
open voor alle studenten die zich extra in willen zetten. In het derde en vierde jaar kunnen daartoe
geselecteerde studenten deelnemen aan honoursprogramma’s.
AgendA:
• Ontwikkelen en implementeren (waarmaken) van de oriënterende, selecterende
en verwijzende functie van de propedeuse, inclusief de studiebegeleiding in
deze context;
• Alle studenten hebben een of andere vorm van kennismaking voor aanvang
van de studie;
• Uitwerken en implementeren van de aansluiting bij vooropleidingen;
• stroomlijnen van de overstap binnen de HvA;
• Minimaal 560 klokuren contact; ‘geoormerkte’ studieonderdelen met
aanwezigheidsplicht;
• Handhaving en in 2012 aanscherping BAs-norm.
10 11
Voor het bereiken van deze resultaten is de kwaliteit van docenten een kritische succesfactor.
docenten leren continu. Zij anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, volgen na- en bijscholingen
en stellen hun onderwijs bij op basis van studentprestaties en -evaluaties. Alle docenten met
een vaste aanstelling hebben een didactische bevoegdheid. 75% van hen heeft minimaal een
opleiding op masterniveau of is daarvoor in opleiding. 10% van de docenten is gepromoveerd of
aan het promoveren. de HvA-academie zal een scala aan cursussen en trainingen bieden op basis
van deskundigheid in huis. denk hierbij aan lectoren, excellente docenten en medewerkers met
hoogwaardige kennis en kwaliteiten, zoals de docenten van het jaar. Op basis van het Instellingsplan
zal een aantal scholingen voor medewerkers verplicht worden gesteld door het college.
dit alles moet resulteren in betere beoordelingen bij (de strengere) accreditaties, positieve
uitkomsten van inspectieonderzoeken, een aanzienlijk beter studiesucces en grotere tevredenheid
van studenten, hetgeen zich vertaalt in een bovengemiddelde positie bij rankings van de g5.
Opleidingen die op deze punten slecht blijven presteren zullen worden stopgezet.
3. een breed en transparant aanbod van voltijd bacheloropleidingen, focus bij de ontwikkeling van minoren, deeltijd, post-hbo, ad-programma’s en masteropleidingen
de voltijds bacheloropleidingen staan centraal. samen met de UvA bieden wij een rijk en gevarieerd
scala aan opleidingen. Het portfolio van de HvA wordt continu geijkt aan ontwikkelingen in het
werkveld en aan het volume en de kwaliteit van elke opleiding. Het opleidingenaanbod wordt
herordend op basis van de profilering van de HvA. de domeinen profileren zich ook ten opzichte
van elkaar. Profilering en inhoudelijke samenhang zijn de bases voor positionering van een opleiding
in een domein.
Alle opleidingen bestaan uit een major- en een minorprogramma van 30 studiepunten. Het aanbod
van minoren wordt kritisch geanalyseerd en op basis van uniciteit, volume en kwaliteit wordt een
aantal minoren (interdisciplinair) samengevoegd of afgebouwd.
In het kader van levenlang leren bieden wij daarnaast 23+ studenten op hen toegesneden
programma’s voor het behalen van een bachelordiploma en het volgen van post-hbo onderwijs.
AgendA:
• realiseren van een robuuste verhoging van het studiesucces op basis van
streefwaarden per opleiding;
• Ontwikkelen en implementeren van een waterdicht kwaliteitszorgsysteem voor
het bepalen en borgen van het eindniveau, waarin de eindexamencommissies
een cruciale rol vervullen;
• Ontwikkelen en implementeren van assessments en scholingen voor leden van
de eindexamencommissies;
• Implementeren van excellentiebeleid (sirius-projecten);
• realiseren van het minimaal aantal klokuren contact per studiejaar;
‘geoormerkte’ studieonderdelen met aanwezigheidsplicht;
• Ontwikkelen en implementeren van werving- & selectiebeleid en scholing
in de HvA-academie voor het bijdragen aan de eisen die aan docenten en
medewerkers worden gesteld.
12 13
Zo bieden wij onze alumni en het werkveld een relevant (na)scholingsaanbod en verbinden wij
de ontwikkelingen in de opleidingen met de ontwikkelingen in het werkveld en vice versa. Beide
onderwijsvormen worden onder de loep genomen: het studiesucces van het deeltijdonderwijs is
helaas onder de maat; ons post-hbo-aanbod is versnipperd en onzichtbaar.
In de ontwikkeling van ad-programma’s en masteropleidingen stellen wij ons kritisch op. die zullen
wij alleen ontwikkelen als er een expliciete vraag van het beroepenveld is, die is toegespitst op de
bijzondere kwaliteit van het hbo en die past binnen de profilering van de HvA en van het domein.
Bij de ontwikkeling van ad-programma’s wordt nauw samengewerkt met het rOC; het onderwijs
wordt, voor zover mogelijk, door het rOC verzorgd. de HvA is hierbij verantwoordelijk voor het
eindniveau, dus 100% uitbesteding is niet aan de orde. er komt op initiatief van OCW meer
ruimte voor professionele masteropleidingen. de HvA zal ook vanuit dit perspectief het portfolio
kritisch bezien en zich pro-actief opstellen ten aanzien van de ontwikkeling van relevante
masteropleidingen.
net als bij het post-hbo onderwijs een deel van de minoren, wordt hier de actuele
beroepsuitoefening ‘binnengehaald’; zowel docenten als studenten van deze programma’s zijn
professionals uit het werkveld die door het geven of volgen van deze programma’s bijdragen aan
het onderwijs en zich zo verbinden aan de HvA. Voor docenten is het lesgeven in het post-hbo
onderwijs een extra uitdaging. Zij nemen die ervaring mee in hun onderwijs in de reguliere bachelor.
Kortom: de bachelor staat centraal. Minoren, post-hbo, ad-programma’s en masteropleidingen
worden geijkt aan kwaliteit, hun maatschappelijke relevantie en aan hun bijdrage aan het reguliere
onderwijs. Initiatieven moeten elkaar versterken en tot verdieping leiden.
4. Onderzoeksprogramma’s die bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs
Ook het onderzoek van de HvA moet het onderwijs versterken en tot verdieping leiden. Het
onderzoeksprofiel van de HvA en van de verschillende onderzoeksprogramma’s in de domeinen sluit
aan bij het grootstedelijke HvA-profiel. Onderzoeksvragen betreffen altijd een kwaliteitsvraag van
het werkveld en het onderzoek wordt in samenwerking met werkveld en wetenschap uitgevoerd.
Bijdragen aan de valorisatie van kennis is een belangrijk kwaliteitscriterium voor het onderzoek.
de onderzoeksprogramma’s en de lectoren zijn nauw verbonden met het onderwijs. en omgekeerd:
elke opleiding is verbonden met een of meer onderzoeksprogramma’s en lector(en). dit geldt
voor de inhoud, maar ook de praktijk van onderzoek. Vanuit elk opleidingsteam zijn docenten en
studenten betrokken in onderzoek.
HvA-breed worden visie, opvattingen en praktijken ten aanzien van het onderzoek in de HvA
bediscussieerd in werkconferenties. deelnemers aan de discussie zijn de rector, domeinvoorzitters,
de (docent)onderzoekers, lectoren en andere betrokkenen bij het onderzoek.
de uitkomsten worden verwerkt in de inhoud en inrichting van de onderzoeksprogramma’s.
AgendA:
• Herordening opleidingenaanbod;
• IJken van het portfolio tav ad’s en masters;
• saneringen stroomlijning van de minoren;
• Uitwerken van de visie op programma’s (post-hbo, masters) voor (binding met)
alumni en werkveld en die visie vervolgens uitwerken en implementeren;
• Alle nieuwe initiatieven ijken aan de profilering en deze kritische opstelling.
AgendA:
• Onderzoek is (vraag-) gericht op de beroepspraktijk;
• Onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van kennis, wat zich uit in de
toename van het aantal octrooien (waar relevant) en aantal (peer reviewed
engelstalige) wetenschappelijke publicaties en publicaties in vaktijdschriften
(KPI convenant);
• Onderzoek draagt bij aan de valorisatie van kennis;
• IJken van de onderzoeksprogrammering in relatie tot de profilering
(grootstedelijk);
• expliciete verbinding van alle onderzoeksprogramma’s aan het onderwijs / de
opleidingen;
• Ontwikkelen en implementeren van onderzoek (inhoud, kennis, vaardigheden,
competenties) in alle curricula.
14 15
5. samenwerking in de Amsterdamse onderwijsstructuur
de grootstedelijke profilering van de HvA vraagt om nauwe samenwerking met onderwijspartners
in de regio. Zowel met de collega-instellingen in de regio (Hogeschool InHolland, gerrit rietveld
Academie, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, e.a.) als met de roc’s wordt gezocht naar
verbinding en samenwerking. de inhoudelijke meerwaarde van de samenwerking met de UvA (en
de VU) komt nog prominenter op de agenda en wordt uitgewerkt in concrete resultaatafspraken,
waarbij de focus ligt op de samenwerking van verwante kennisdomeinen (HvA-domeinen en
UvA-faculteiten). de samenwerking biedt unieke kansen voor het onderwijs: studenten hebben
de mogelijkheid tot (door)stroming en omzwaai. Zij kunnen gebruik maken van gezamenlijke
faciliteiten, zoals CreA en sport. Juist door de eigenheid van het wetenschappelijk onderwijs en
beroepsonderwijs te versterken is de samenwerking van meerwaarde. Waar mogelijk worden
bachelors en masters gezamenlijk ontwikkeld.
de HvA heeft relaties met instellingen en bedrijven die van grote waarde zijn bij de valorisatie van
wetenschappelijk onderzoek. In de samenwerking met de universiteiten kan en wil de HvA in dit
opzicht een verbindende rol vervullen. Hedendaagse vraagstukken in de samenleving vragen om
verbinding van praktijk- en wetenschappelijk onderzoek. In de samenwerking van de HvA en de UvA
liggen hier unieke kansen.
6. Versterking van de relaties met het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties in Amsterdam
de HvA kan veel betekenen voor de stad. Onze studenten, begeleiders en onderzoekers denken
mee over complexe grootstedelijke vraagstukken en dragen hun steentje bij aan de ontwikkeling
van de stad.
Met de Amstelcampus creëert de hogeschool een ‘hotspot’ waar het Amsterdamse onderwijs,
wetenschap en werkveld met elkaar aan de slag gaan en van zich doen spreken. daarvoor is nodig
dat wij met een duidelijk gezicht naar buiten treden. Activiteiten zoals Urban management, BOOt,
de Academie van de stad en ACe worden op de Amstelcampus met elkaar verbonden, zodat ‘de
stad’ voor al deze en dergelijke initiatieven bij één front office terecht kan.
de hogeschool maakt deel uit van de innovatie in de metropoolregio Amsterdam onder regie
van de economic development Board metropoolregio Amsterdam (eBdA), waarin de overheid,
kennisinstellingen en bedrijven elkaar versterken. Verschillende domeinen zijn betrokken in de
innovatietafels: creatieve industrie, logistiek en handel, zakelijke & financiële dienstverlening,
flowers & food, toerisme & congressen, ict en e-science en rode life sciences. Hun bijdragen, die
verbonden zijn met het reguliere onderwijs, worden meer zichtbaar gemaakt.
AgendA:
• Beleid ontwikkelen en implementeren ten aanzien van samenwerking in de brede
Amsterdamse onderwijsstructuur i.h.b. met de UvA;
• Ontwikkelen van gezamenlijke onderwijsprogramma’s, zoals bij de Pabo van de
HvA en de universitaire Pabo;
• Verder ontwikkelen van doorstroomprogramma’s van HvA naar UvA;
• Ontwikkelen van masteropleidingen en phd-klasjes bij de UvA voor HvA-medewerkers;
• Verder concretiseren op themagebied van de samenwerking tussen HvA en UvA
met ‘hoger onderwijs’ en ‘grootstedelijkheid / Amsterdam’ als verbindende ele-
menten / insteek bij domeinen / faculteiten (b.v. creatieve industrie, samenwer-
kende lerarenopleidingen, etc.).
16 17
AgendA:
• de Amstelcampus ontwikkelen tot hotspot van de buurt en de stad;
• Zichtbaar maken van de bijdragen van de HvA-ontwikkelingen in de stad,
bijvoorbeeld aan de eBdA-agenda;
• toename aantal spin-offs, licentieovereenkomsten en
samenwerkingsovereenkomsten over resultaatgerichte projecten met
maatschappelijke / innovatieve partners in de stad en de regio (KPI convenant).
HOe Verder?
de acties die genoemd staan onder het kopje ‘agenda’ zijn de komende jaren leidend.
een belangrijk aandachtspunt bij de aanpak is duidelijkheid over wat ‘des HvA’s’ is en welke
vrijheidsgraden de domeinen hebben.
In de convenanten, waarin de meerjaren-resultaatafspraken tussen het College van Bestuur en
elk domein worden vastgelegd, worden kwalitatieve en kwantitatieve verplichtende afspraken
gemaakt. Bureaucratie wordt zoveel mogelijk vermeden.
Het gaat om het borgen van zaken die goed gaan in de HvA – en dat zijn er vele – en het gaat
om een zeer noodzakelijke verbetering van de onderwijspraktijk.
Op die beide invalshoeken moeten alle activiteiten ondubbelzinnig gericht zijn. Het CvB, elk
domein en elke opleiding gaat hiermee aan de slag op basis van een eigen plan. In het CBO en
in het domeinoverleg met de domeinvoorzitter, de opleidingen en het CvB wordt structureel de
vinger aan de pols gehouden.
de staf speelt een adviserende, ondersteunende en verbindende rol.
18 19
Top Related