Xi 19.3

44
XI JAARGANG 19 / NR 3 1 februari / maart 2011 JAARGANG 19 Steve Buscemi Van bijrol naar glansrol film | televisie | nieuwe media En verder... Bits of Freedom IFFR 2011 Russia Today In samenwerking met OFF-SCREEN Studievereniging Media en Cultuur

description

Jaargang 19, nummer 3

Transcript of Xi 19.3

Page 1: Xi 19.3

XI JAARGANG 19 / NR 3 1

februari / maart 2011JAARGANG 19

Steve Buscemi Van bijrol naar glansrol

film | televisie | nieuwe media

En verder...

Bits of Freedom

IFFR 2011

Russia Today

In samenwerking met

OFF-SCREENS t u d i e v e r e n i g i n gM e d i a e n C u l t u u r

Page 2: Xi 19.3

Advertentie

XI JAARGANG 19 / NR 32 WWW.FILMFREAKS.NL

Untitled-1 1 18/2/11 17:32:13

Page 3: Xi 19.3

XI JAARGANG 19 / NR 3 3

InhoudsopgaveJaargang 19, nummer 3

KORTOM6 Online je eigen fotokwartet ontwikkelen?7 Shameless: schaamteloos Brits, beschamend Amerikaans?

ARTIKELEN10 Omroepprofilering: van drie keer de Volkskrant naar drie keer niks12 Interview: Stuntman Dickey Beer22 Patricia Pisters over de macht van Hollywood24 Geschiedenis: films over de Rwandese genocide28 Toekomst: 2011 wordt het jaar van de Tablets30 De iPad als gameboy?

RUBRIEKEN5 Column: Yannick van der Kroft21 Docentencolumn: Reinder Rustema40 Smaakmaker: Masha41 Column: Jordi Wijnalda42 Waarheen/Waartoe

RECENSIES34 Film: The Fighter35 Film: Drei36 Televisie: Komen Eten37 Televisie: Levenslied38 Game: Dead Space 239 Game: Mario Sport Mix

32 FenomeenSteve Buscemi

Op de cover En verder

14 IFFR 2011Interviews met David Verbeek en de makers van Wasted Youth

18 Russia Today24 uur per dag op de Amerikaanse tv

8 Bits of FreedomStem van de internetgeneratie

WWW.FILMFREAKS.NL

Untitled-1 1 18/2/11 17:32:13

Page 4: Xi 19.3

Redactioneel

XI JAARGANG 19 / NR 34

Colofon

RedactioneelDoor Timo Koren

Als dit niet de eerste Xi is die je ooit in handen hebt gehad, zal het je wellicht opvallen dat deze uitgave wat betreft vormgeving enorm verschilt van de andere nummers uit deze en de vorige jaargang. Die uiterlijke verandering heeft te maken met een aantal veranderingen binnen het blad zelf. Xi, voorheen een onafhankelijke stichting, is nu een dochter geworden van de studievereniging van Media & Cultuur, Off-Screen. De – mijns inziens – verbeterde vormgeving staat daar symbool voor. Maar ook inhoudelijk is er getracht het blad een iets aantrekkelijker karakter te geven, dat bovendien een duidelijkere band heeft met de studie, zonder in te boeten aan kwaliteit. De docentencolumn is daar een voorbeeld van. Ditmaal is deze verzorgd door ReindeR Rustema, over het zwalkende privacybeleid van Facebook, over een (vrij onbekend) alternatief: DIASPORA*. Maar ook een vaste bijdrage van de voorzitter van Off-Screen en de rubriek ‘Smaakmaker’, waarin een student vertelt over haar mediavoorkeuren, behoren daartoe. Verder denk ik dat de toon van het blad hetzelfde is gebleven. Aan de ene kant wordt er kritisch gekeken naar

grote media-instituten als Hollywood en de publieke omroep, aan de andere kant wordt er aandacht besteed aan onbekendere fenomenen: bijvoorbeeld door middel van de interviews met regisseur David Verbeek (RU There) en stuntman Dickey Beer (Tomorrow Never Dies). Een balans tussen arthouse en blockbuster, zogezegd. Maar veranderingen zitten ook in kleine dingen. Sinds begin dit jaar heeft Xi een eigen facebookpagina. Om onduidelijke redenen was die er nog niet. Dat is vreemd voor een studieblad dat zich richt op nieuwe media, en dat bovendien met een eigen website begon in 1995. Daarnaast is sinds begin dit jaar het twitteraccount actief in gebruik. Bij deze dus een uitnodiging om als je één van deze pagina’s bezoekt, de ‘like’- danwel ‘follow’-knop aan te klikken. Mocht Xi binnenkort echt groot worden, dan wagen we ons aan andere nieuwemediatrends, een eigen app en een iPad-versie bijvoorbeeld. Want tablets gaan het maken dit jaar, zo valt te lezen op pagina 28. Dit is de op een na laatste Xi van dit collegejaar. In mei verschijnt de laatste editie, een zomernummer.

HOOFDREDACTEURTimo Koren

ADJUNCT-HOOFDREDACTEURBart Delwig

EINDREDACTEURJulius Koetsier

NIEUWEMEDIAREDACTIEBas Bastiaans

TELEVISIEREDACTIEJeroen Slot

BEELDREDACTIE/VORMGEVINGKaz Alting (www.grasveld.net)Bas Wijers (www.baswijers.com)

ZAKELIJK LEIDINGAnnegien Kok

SCHRIJVERSJanne HelingStephen van den HoekYannick van der KroftFreek RonnerReinder RustemaPeter Augustinus SmetTeije TerhorstFrank van WijheJordi WijnaldaJudith Willems

DRUKGrafiplan

REDACTIEADRESTurfdraagsterpad 91012 XT Amsterdam

ADVERTEREN/[email protected]

VRAGEN/[email protected]

WEBSITEwww.xi-online.nlwww.twitter.com/xionline

Xi is een onafhankelijke uitgave van Stichting Ik Zie Een Ster en Studievereniging Off-Screen, en wordt gemaakt door stu-denten Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Xi verschijnt tenminste vier maal per academisch jaar in een oplage van 500 en wordt gratis verspreid. De leerstoel is niet verantwoordelijk voor de inhoud van Xi.

ISSN: 1383-8431

Foto

: Luc

Sch

ol

Page 5: Xi 19.3

Column

XI JAARGANG 19 / NR 3 5

De fusie van Off-Screen en XiDoor Yannick van der Kroft, voorzitter Off-Screen

Xi heeft dit jaar de respectabele leeftijd van 18 jaar bereikt. In Nederland betekent dit dat je eindelijk mag stemmen, autorijden en (legaal) sterke drank mag drinken, oftewel: je bent volwassen geworden. Ook Xi ervaart een dergelijke volwassenwording. Al jaren gaat ze als een onafhankelijke stichting door het leven, maar vorig jaar kruiste iets nieuws haar pad: Off-Screen, de 14 jaar oude studievereniging van Media & Cultuur.

Beiden genieten van vergezochte filmanalyses, de nieuwste gadgets en innovaties in de nieuwe media en het urenlang kijken naar suffe televisieprogramma’s en reclameblokken. Hoe romantisch en ‘meant to be’ dit ook klinkt, er was absoluut geen sprake van liefde op het eerste gezicht. Vergeet scenario’s als The Notebook, Serendipity of West Side Story. Al jaren kruisen Off-Screen en Xi elkaars pad tijdens introductieweken en op de gangen van Turfdraagsterpad, maar nooit was de vonk overgeslagen. Wat gebeurde er in 2010 waardoor Off-Screen en Xi elkaar plotseling opvielen en ze besloten niet meer zonder elkaar door het leven te gaan? Ik kan nu een verhaal vertellen over de feiten en cijfers, maar we kunnen het ook een beetje verdraaien en spannender

maken. De film Big Fish (2003) was niet voor niets zo’n groot succes:

“Not very exciting, is it? And I suppose if I had to choose between the true version and an elaborate one involving a fish and a wedding ring, I might choose the fancy version. But that’s just me.”

Laten we eerlijk zijn, we houden allemaal van sterke verhalen. De waarheid kun je makkelijk navertellen, maar de kunst zit hem juist in de fantasie van een bedacht verhaal. In hoeverre weet je mensen te boeien met een door jou bedacht verhaal en in hoeverre kun je ze wijsmaken dat het echt gebeurd is? Dit zien we telkens terugkomen in één van onze grootste hobby’s: film. Hoe mooi zou het zijn als de fusie van Off-Screen met Xi gebaseerd is op zo’n verhaal?

Jammer dat ik geen mastermind ben die à la Big Fish verhalen kan bedenken. Gelukkig hebben wij daarvoor Xi en Off-Screen. Xi schrijft verhalen en Off-Screen maakt ze mogelijk. Een perfecte combinatie, oftewel: een perfecte fusie.

Door Julius Koetsier & Masha Pikulina

Page 6: Xi 19.3

Kortom

XI JAARGANG 19 / NR 36

De tijd van foto’s inplakken is voorbij. Foto­

albums en collages worden tegenwoordig

zelf online ontworpen en vallen een paar

dagen later netjes door de brievenbus. Dat er meer

kan dan alleen fotoalbums en collages blijkt bij een

kijkje in de online fotoservice van de Albert Heijn.

Van knuffelbeertjes met een bedrukt T­shirt tot aan

muismatten met je eigen vakantiefoto.

Ernst van der Weijden bedacht samen met zijn vriendin

het fotokwartet op kwartetcadeau.nl Door middel van

een online programma kun je hier je eigen kwartet

ontwerpen. Uitgangspunt was dat het, net als foto’s in

een boek plakken, simpel moet zijn.

“Het idee ontstond toen ik aan een cadeau voor mijn

ouders zat te denken. Ze waren 40 jaar getrouwd en

we wilden een origineel cadeau. Het leek mij en mijn

vriendin heel leuk om een kwartet geven met allemaal

foto’s van vroeger en van nu. Toen de reacties zo

enthousiast waren zeiden we grappend dat daar best een

leuk idee voor een webwinkel in zat. We zijn begonnen

met het ontwikkelen van het concept, het programma

en natuurlijk de website.”

Volgens Van der Weijden was dit één van de lastige

dingen. “De meeste mensen zijn geen expert en hebben

geen zin eerst te moeten leren voordat ze iets kunnen

gebruiken. Een programma zoals Photoshop is voor

veel mensen te uitgebreid. Als bedrijven de stap van het

ontwerpen zo klein en simpel mogelijk maken wordt

het voor de consument aantrekkelijk om zelfontworpen

producten te bestellen.”

Op de website is alleen het kwartet te bestellen. “We

wilden mensen de juiste hoeveelheid vrijheid geven.

We vroegen ons af wat we zelf graag zouden willen

ontwerpen en terug wilden zien. Wat belangrijk voor ons

was, is het maken van een kwartet een leuke bezigheid

moest zijn voor de gebruiker. Dat de techniek niet in de

weg moest zitten van het plezier. Geen onnodige opties

en knoppen. De website moet ook simpel zijn. De lay­

out moet logisch zijn met knoppen op de goede plek. De

kleuren, de volgorde, lettertype, alles moet duidelijk zijn

en niet tot een nieuwe vraag of onduidelijkheid leiden.”

Ideeën voor andere producten worden snel gemaakt.

De techniek en de machines kunnen prijstechnisch

op zo wat alles drukken. De groei zit hem in het aantal

bedrijven die hier concepten omheen bouwen en deze

mogelijkheden op een aantrekkelijke manier weten

te presenteren. De stroom aan producten die kunnen

worden voorzien van eigen foto’s is dus nog lang niet

afgelopen. Blijf die vakantiekiekjes maar maken en

bewaar ze vast voor eigen versie van Risk of Cluedo.

Fotoalbum 2.0

Door Stephen van den Hoek

Page 7: Xi 19.3

Kortom

XI JAARGANG 19 / NR 3 7

Schaamteloos Brits, beschamend Amerikaans?

Sinds 2004 verschijnt de Engelse dramaserie

Shameless op televisie. Een succes volle inter­

pretatie van de Britse working­class, waarin

platte accenten, ar moede, crimi naliteit, tiener zwanger­

schappen, alcoholisme, excessief drugsgebruik, gebrek

aan ouderliefde, prostitutie, drugshandel en eigenlijk

alles wat God maar verboden heeft op een geheel

eigen manier geromantiseerd wordt. Geromantiseerd

omdat het wordt geplaatst in de context van een wijk

waar iedereen dergelijk gedrag vertoont, en zo op een

onorthodoxe manier gelukkig met elkaar samen lijkt te

leven.

De serie volgt de trotse werkeloze alcoholist Frank en

zijn zeven kinderen, in hun wel en wee in een van de

slechtste wijken in het Britse Manchester. Hij drinkt de

hele dag door en verwaarloost zijn kinderen, die op hun

beurt weer alles doen wat eigenlijk niet kan. Niemand

wordt echt gestraft voor criminele activiteiten, waardoor

je de karakters niet ziet als slecht, maar als product van

hun omgeving. De personages zijn sympathiek, grappig

en zelfs stoer in hun avontuurlijkheid.

Het leukste aan Shameless is, zoals de titel voorspelt,

de schaamteloosheid. De karakters zijn rauw, vloeken

veel en laten zien hoe ‘slecht’ Engeland kan zijn. De

serie geeft een ongecensureerd kijkje in de cultuur. Als

kijker kun je de karakters niet anders dan waarderen

om hoe ze zijn. Als je hierbij een beetje gek bent op

Britse humor en een mooi Manchesters accent kunt

waarderen, is Shameless een geweldige serie.

Van Shameless is een Amerikaanse remake gemaakt, die

sinds twee maanden wordt uitgezonden. Nu kun je vele

artikelen vullen, gesprekken en discussies voeren over

hoe transities van succesvolle Britse series naar de andere

kant van de grote plas het normaal doen, maar Shameless

is hierin een geval apart. Waar in eerste instantie vaak

een probleem ontstaat, is veramerikanisering van de

Britse humor. Wanneer een serie zo cultuurgebonden

is, ligt dat nog gecompliceerder dan normaal.

Naast het duidelijke, voor de hand liggende gemis van het

fantastische accent en de mooie omgeving (lees: slechte

buurt), zijn de culturen simpelweg onvergelijkbaar.

Waar er in Engeland al snel gespot wordt met armoe

en achterstand, heeft zoiets in Amerika sneller een

verdrietige, deprimerende toon. Chatsworth Estate,

waar de Britse Shameless zich afspeelt, behoort tot de

slechtste buurten van het land en biedt zodoende een

goede afspiegeling van de Britse onderklasse. Shameless

kopieert echter het Britse soort achterbuurt, die helaas

geen goede afspiegeling vormt van de armste wijken

in Amerika. In de Verenigde Staten spreek je wat de

armste wijken betreft namelijk eerder van ghetto’s, hoge

moordcijfers en andere factoren die lastig in humor zijn

te verpakken.

Shameless laat zien dat in Engeland working-class

makkelijk past bij chaos en ongeorganiseerdheid. Maar

doordat de onderklasse in Amerika sneller geassocieerd

wordt met machocultuur, is dit een struikelblok voor

het vertalen van Shameless van Brits naar Amerikaans.

Het past niet goed bij de cultuur, waardoor de humor

minder goed overkomt. Zo laat het zien dat het

overbrengen van Britse series, die zo sterk op delen van

Engeland zijn gebaseerd, naar Amerika, niet iets is dat

je schaamteloos kunt doen.

Door Annegien Kok

Page 8: Xi 19.3

XI JAARGANG 19 / NR 38

Bits of FreedomStem van de internetgeneratie

‘Het kabinet bevordert een vrij en open internet.’ Een zin uit het meest recente regeerakkoord. En de enige zin in het gehele akkoord die iets zegt over het internet. Dit onderdeel is te danken aan het succes van de organisatie Bits of Freedom (BoF).

‘Een beweging die opkomt voor internetvrijheid

en privacy.’, aldus Daphne van der Kroft,

jurist voor BoF. ‘Internet neemt een hoop

privacy van de gebruiker af. We zijn de enige club

die opkomt voor de grondrechten van privacy in het

hedendaagse medialandschap. Wij zijn de stem van

de internetgeneratie.’ Bits for Freedom werd opgericht

in 2000, maar viel zes jaar later uit elkaar. Twee jaar

geleden werd het opnieuw opgericht en met hernieuwde

energie zette de organisatie zich in om zich in te

zetten voor digitale burgerrechten. ‘We zijn een groep

enthousiaste, hoogopgeleide mensen met een bepaalde

binding met internet.’

Van der Kroft legt uit dat BoF voornamelijk werkt door

lobbyen en kennis bij elkaar te brengen. ‘Dat is eigenlijk

het eerste. Ten tweede zijn we voornamelijk campagne

aan het voeren.’ Als voorbeeld haalt ze het manifest aan.

Voor de verkiezingen schreef BoF een manifest, dat ze

via internet verspreidde en naar politici stuurde. Deze

campagne heeft internet ook op de kaart van de regering

gekregen. Drie van de negen punten uit het manifest

kwamen terug in het regeerakkoord, een overwinning

voor Bits of Freedom.

BoF bereikt zijn volgelingen ook via digitale netwerken.

‘Er werken 300 vrijwilligers voor de organisatie en

daarnaast hebben we ruim 20.000 mensen die ons op de

een of andere manier volgen. Bijvoorbeeld via Twitter.’

BoF herinnert zijn volgers aan relevante momenten,

zoals een dag waarop amendementen kunnen worden

gemaakt. Ook informeren ze Kamerleden van bestaande

acties en sturen ze allerlei voorstellen en suggesties aan

politici. ‘We initiëren acties, we geven de mensen een

handreiking om zelf aan de slag te kunnen gaan. Dat is

al bij meerdere van onze projecten goed gelukt.’

Een van de doelen van Bits of Freedom is mensen

bewust te maken van gevaren die kunnen ontstaan als

niet opgekomen wordt voor digitale burgerrechten.

Nieuwe media

Door Frank van Wijhe

Page 9: Xi 19.3

XI JAARGANG 19 / NR 3 9

Identiteitsfraude is een van de grootste problemen op het

internet. ‘Iemand kan zich voordoen als jou en inloggen

op je Facebook. Maar het kan ook serieuzere vormen

aannemen, zoals diefstal van creditcardgegevens. Het

besef van privacy is volledig veranderd. Met de komst

van internet en bijvoorbeeld sociale netwerken is het

een terrein van discussie geworden. Maar opkomen voor

privacy wil niet zeggen dat je een volledige kluizenaar

hoeft te worden, die niets online mag zetten.’

Volgens Van der Kroft kan 2011 gezien worden als

een schakeljaar. ‘Dit is een betekenisvol jaar voor de

privacy. Als de Europees­Nederlandse wetgeving wordt

aangenomen, staan we er namelijk een stuk slechter

voor.’ Van der Kroft omschrijft de plannen van BoF

dit jaar dan ook als ambitieus. Er zijn enorm veel

dingen die de organisatie wil bereiken. Zo willen ze

netneutraliteit bewaren en de bewaarplicht afschaffen.

‘Al je internetgegevens worden een jaar lang opgeslagen

op een server, maar daarmee zijn ze ook in handen

van derden. We zien de bewaarplicht het liefst volledig

afgeschaft.’

‘De regering zegt in het regeerakkoord dat ze voor een

open en vrij internet zijn. En daar gaan wij ze vaak

genoeg aan herinneren. We willen de onderwerpen

steeds beter en groter op de politieke agenda laten

komen.’ Als het aan Van der Kroft ligt zullen we dit jaar

veel gaan horen van BoF. Ambitie en plannen genoeg:

Bits of Freedom is nog lang niet uitgestreden.

Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het

onderwijsdebat van studievereniging Off-Screen op 15

februari jl.

Nieuwe media

“De regering zegt dat ze voor open en vrij internet zijn. Wij gaan ze daar aan

herinneren.”

Page 10: Xi 19.3

Televisie

XI JAARGANG 19 / NR 310

De bocht van Hagoort

De publieke omroep was te links en bereikte niet elke Nederlander. Daarom kwamen er twee nieuwe omroepen en moesten de andere omroepen zich duidelijker gaan profileren. Maar is dit wel de oplossing voor het probleem?

Al met al wordt hoe langer hoe duidelijker in

wat voor bocht Henk Hagoort de Publieke

Omroep wrong door te zeggen dat deze naar

zijn mening bestond uit ‘drie keer de Volkskrant’.

Actualiteitenrubrieken zoals EenVandaag, Netwerk

en NOVA zouden teveel op elkaar lijken en te links

zijn. Daar kwam bij dat de PVV­stemmers ­ die

werden bestempeld met het stigma ‘maatschappelijk

teleurgestelden’ ­ niet bereikt werden. De toevoeging

van PowNed en WNL aan het bestel moest grotere

diversiteit brengen en het bereik vergroten; een weinig

vernieuwende oplossing.

In de roep van Hagoort om de kijker weer te bereiken was

het zaak dat ook de andere omroepen zich duidelijker

gingen profileren. Het inruilen van actualiteitenrubriek

NOVA voor de nieuwe rubriek Nieuwsuur hing hier

nauw mee samen. Nieuwsuur moest een objectieve

rubriek worden en daarin was geen plaats meer voor

Clairy Polak, de sterinterviewster van NOVA. Ze zou een

VARA­gezicht hebben. Wat dit ook moge betekenen,

er was geen plek meer voor Polak. Haar collega Twan

Huys kon echter wel meteen aan de slag, omdat hij in

dienst was van de NPS. Al met al een rare situatie die

tekenend is voor de staat van het huidige bestel: één

waarin associaties en misverstanden het winnen van

afgewogen argumenten.

Een voorbeeld van een aan drogredenen te wijten

misverstand is dat De Wereld Draait Door linkse

journalistiek zou zijn. Dit werd onder meer opgemaakt

uit het feit dat begin 2010, na de val van het vorige

kabinet, vaker PvdA­politici te gast waren en er in

de maanden daarna meer linkse dan rechtse politici

te in het programma verschenen. Niet alleen werd

de actualiteit over het hoofd gezien, waarmee de

gastenkeuze onvermijdelijk samenhangt, ook praktische

redenen werden vergeten. Immers, niet elke politicus

kan of is bereid om ten alle tijden aan te schuiven.

Daarnaast wordt er door DWDD als linkse journalistiek

te bestempelen, vanuit gegaan dat een linkse politicus

in dit programma op bijna propagandistische wijze zijn

boodschap kan overbrengen. Iets waar in dit programma

geen sprake van lijkt te zijn.

Door Jeroen Slot

Hoe omroepjournalistiek het einde van het bestel betekent

Page 11: Xi 19.3

Televisie

XI JAARGANG 19 / NR 3 11

Zowel rechtse als linkse politici kunnen rekenen op

een kritische houding van Matthijs van Nieuwkerk.

Bovendien hangt de boodschap die een politicus weet

over te brengen voor een groot deel van de politicus

zelf af, door de houding die hij aanneemt of de mate

waarin hij mediageniek is. Maar bovenal is het de kijker

die de betekenis opmaakt vanuit zijn eigen ervaring en

perceptie. De hoge kijkcijfers van het programma geven

aanleiding om te denken dat het publiek bestaat uit een

breed pluimage, daarmee ontstaan vele verschillende

interpretaties. Hierdoor is het al bijna onmogelijk

om te spreken van linkse of rechtse journalistiek. De

boodschap die de kijker opmaakt komt namelijk vaak

buiten de intenties van de journalist tot stand.

De duidelijke profilering van de omroepen zorgde

ook voor de dagelijkse rubriek Uitgesproken. In deze

actualiteitenrubriek wordt op werkdagen afwisselend

het EO­, WNL­ en VARA­gevoel met de kijkers gedeeld.

De naam doet erger vermoeden. De rubriek Uitgesproken

lijkt de ultieme vorm van profilering en wellicht zelfs

legitimering van de omroepen te betekenen. Met deze

rubriek is een reis terug naar de tijd van de verzuiling

ingezet. Daarnaast lijkt voor het streven naar objectieve

journalistiek geen plek meer te zijn.

Het ziet er niet naar uit dat een meer verzuild of

‘geprofileerd’ bestel het antwoord is op de problemen

zoals aan de dag gelegd door Hagoort. Niet alleen

hebben de omroepen hun ideologische veren al lang

afgeschud, ook de traditionele verzuilde achterban is

verbrokkeld. De kijker voelt zich minder aangesproken

door een omroep dan door haar programma’s. Zo is in

het geval van Boer Zoekt Vrouw het succes in eerste plaats

te danken aan het programma zelf, niet aan de ideologie

van de KRO. Het geeft dan ook blijk van weinig inzicht

in de tijdsgeest en weinig vernieuwingsdrang aan de

kant van Hagoort om met zo’n oplossing te komen.

Het fundamentele probleem ligt namelijk in het bestel

besloten, dat altijd een afspiegeling moet zijn van

bevolkingsgroepen of maatschappelijke stromingen.

Zo’n bestel weet nooit iedereen aan te spreken in een

versplinterde samenleving als de onze. De reden dat het

systeem het überhaupt zo lang heeft volgehouden, was

omdat het zich juist zoveel mogelijk aan de tijd heeft

aangepast. Dat actualiteitenrubrieken zich in de jaren

‘70 minder zijn gaan profileren, kwam omdat de kijkers

zich minder in het klassieke profiel van omroepen

herkenden. Naar de KRO kijken niet alleen katholieken

en naar de VARA kijken niet alleen PvdA­stemmers.

Het is dan ook nauwelijks geloofwaardig dat een

directeur met zo weinig inzicht nog steeds voorzitter is

van het raad van bestuur van de NPO. Zijn diagnose over

de tekortkomingen van het bestel mag dan juist zijn,

zijn medicijn blijkt vele mate erger dan de kwaal. Met de

nieuwe actualiteitenrubrieken zijn de drogredenen en

misverstanden over gekleurde journalistiek versterkt.

Om met de woorden van Volkskrant­recensent Jean­

Pierre Geelen te spreken: we zijn van drie keer de

Volkskrant, naar drie keer niks gegaan.

Page 12: Xi 19.3

XI JAARGANG 19 / NR 312

Dickey Beer is een Nederlander die meewerkte

aan films als Hancock, Tomorrow Never Dies,

Titanic, Indiana Jones and the Last Crusade en

An American Werewolf in London, en hij was de enige uit

ons kikkerlandje die deel uitmaakte van de Star Wars-

crew. Grote films, maar het is niet onwaarschijnlijk

dat je nog nooit van hem hebt gehoord. Dickey Beer

is namelijk een stuntman/coördinator. “Stuntmannen

hebben een totaal verkeerd imago. Waaghalzen uit

belachelijke programma’s als Jackass zetten een totaal

verkeerd beeld neer. Voor een goede stuntman is zijn

werk juist niet gevaarlijk.”

Dickey Beers laatste klus is Death Race 2, geregisseerd

door Roel Reiné. Het is hun derde samenwerking. Ook

heeft Beer samengewerkt met Paul Verhoeven en Jan de

Bont. “Het maakt op de set niet uit van welke afkomst

je bent,” zegt Beer. “Ik ben vrienden met Roel, maar dat

verandert niks aan het feit dat je in een team je best doet

een zo goed mogelijke film te maken. Het is niet alsof

we allemaal onderonsjes hebben waar niemand iets van

snapt.”

Dat Beer graag professioneel blijft merk je goed.

Ondanks alle grote films waar hij aan mee heeft gewerkt,

straalt de Oerhollandse nuchterheid van hem af. “Ik

De Nederlandse stuntman

Film

ben altijd mijn werk achterna gereisd. Vroeger werkte

ik veel in Nederland, aan films zoals Amsterdamned,

maar toen er minder werk te vinden was ben ik naar

Engeland gegaan. Daar werden veel grote Amerikaanse

films opgenomen in die tijd. Toen de koers van de dollar

daalde ben ik naar Amerika zelf gegaan.” Hij beseft

zeer goed dat hij een mooie baan heeft. “75% van de

wereldbevolking gaat met tegenzin naar het werk. Ik

heb het geluk dat ik kan doen wat ik leuk vind.”

Maar Dickey Beer is niet alleen stuntman. “Ik heb

ook gewerkt als second unit director bij onder andere

Pistol Whipped. Dit bevalt mij ook erg goed, en brengt

meer afwisseling in het werk. Ik zou graag ook nog

een eigen film regisseren, maar ik wacht op het juiste

moment en het juiste project.” Tot die tijd geniet hij

van het coördineren en het uitvoeren van stunts. “Als

stuntman moet je echt weten wat je doet. Je moet heel

veel repeteren, zodat de stunt tijdens de uitvoering juist

niet gevaarlijk is. Het is een moeilijk beroep, dat niet

iedereen kan.”

En toch zijn er veel acteurs die hun stunts zelf willen

doen. “Ja, er zijn inderdaad veel acteurs die dat zeggen.

Dan hoeft het nog niet per se waar te zijn,” vertelt

Dickey. “Ieder jaar zijn er de Stunt Awards, een soort

Door Bart Delwig

Een interview met Dickey Beer

Page 13: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 3 13

Academy Awards voor de stuntwereld. Er was eens

een stuntdubbel van een bekende acteur die zijn prijs

kwam ophalen voor zijn werk. Maar die acteur had

tot dan beweerd zijn eigen stunts te doen. Hij heeft

vervolgens de stuntdubbel ontslagen omdat hij de prijs

had aangenomen.”

Een blik op het cv van Dickey Beer geeft een grote

verscheidenheid van films aan. Zo is hij van Death Race

2 naar Transformers 3: Dark of the Moon gegaan. “Kleinere

films zijn vaak het moeilijkst. Death Race 2 werd wegens

budgettechnische redenen in Zuid­Afrika gedraaid.

Het was een logistieke nachtmerrie. Je hebt minder

stuntmensen, en ook minder goede technieken. Het

draait dan veel meer om je eigen inzicht en ervaringen.”

“Transformers 3 heeft een budget van 200 miljoen dollar,

Death Race 2 maar 6 miljoen dollar. Dat maakt het niet

“Belachelijke programma’s als Jackass geven een verkeerd beeld

van stuntmannen.”

te vergelijken. In Transformers 3 zit bijvoorbeeld een

grote actiescène op de snelweg van Chicago. We hadden

drie dagen de tijd, en draaiden met 75 stuntmannen.

Het is een megaproject: als je een stunt fout doet staan

er nog dertig andere auto’s voor je klaar. Bij een film

als Death Race 2 moet alles in één keer goed gaan. Aan

de andere kant: bij grote studioprojecten ben je geen

mens maar een nummer. Dat maakt die kleinere films

voor mij interessanter en spectaculairder om te maken,

ondanks het eindresultaat. Het is soms best lastig om

met limited resources een mooie actiescène te maken.”

Dickey Beer heeft een schitterende carrière gehad, en

terugkijkend is het onvoorstelbaar dat hij niet bekender

is in Nederland. Toch zit Dickey daar niet mee. “Het

gaat mij om het werk, niet om een naam. Als je voor

succes gaat ben je niet goed bezig.” Toch heeft Dickey

wel ergens spijt van. “Ik kreeg ooit de keuze tussen

drie films om als stuntcoördinator te werken: Godzilla,

Titanic en Tomorrow Never Dies. Ik ben voor de Bondfilm

gegaan, en dat is een slechte keuze geweest. Ronald

Emmeric heeft namelijk na Godzilla altijd met dezelfde

stuntcoördinator gewerkt, maar de mensen achter James

Bond hebben nooit meer contact met me opgenomen.

Het moet schitterend zijn om als stuntman mee te

werken aan een film van Emmeric.”

Page 14: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 314

IFFR 2011: InterviewserieDe 40e editie van het International Filmfestival Rotterdam, het belangrijkste Nederlandse filmfestival, vond plaats van 26 januari tot 6 februari. Op onze website deden we uitgebreid verslag. In het blad blikken we terug op het festival, door middel van twee interviews met veelbelovende regisseurs.Door Timo Koren

XI JAARGANG 19 / NR 3

Page 15: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 3 15

In het director’s statement van de film Wasted

Youth, laten makers Jan Vogel (1973) en Argyris

Papadimitropoulos (1976) weten dat dit het soort

film is dat alleen nu gemaakt had kunnen worden. We

volgen een nonchalante skateboarder en een vermoeide

politieman tegen de achtergrond van een broeierig

Athene, geteisterd door een hittegolf. Een maatschappij

in crisis, noemt Papadimitropoulos het. Tijdens

het afgelopen IFFR was het de openingsfilm voor

genodigden en draaide het mee in de Tiger Awards­

competitie voor beginnende filmmakers.

‘We wilden niet perse een statement maken over

de Griekse maatschappij, maar de twee personages

staan zeker symbool voor een bepaalde groep’, legt

Jan Vogel uit. Het oudere personage, de politieagent

Vasilis, representeert het hedendaagse Athene, hij is

vermoeid en zit vast. ‘Aan de andere kant staat de jonge

skateboarder Haris. Hij denk niet na over problemen,

maar probeert vooral zichzelf te vermaken. Wat we

zien is hoe beide personages in dezelfde omgeving

met bepaalde zaken omgaan. De economische crisis

is aanwezig op de achtergrond, maar speelt nooit een

prominente rol.’

Soortgelijke situaties kunnen zich ook in andere

Europese steden afspelen, maar de keuze voor

Athene stond buiten kijf. ‘Dat is waar ik geboren ben

en daarom doet het mij ook zo’n pijn,’ zegt Argyris

Papadimitropoulos, ‘niet alleen de financiële situatie,

maar ook de paniek die er heerst, het verliezen

van morele waarden en het veranderende klimaat,

bijvoorbeeld.’ Een hittegolf bleek het perfecte decor voor

een film met dergelijke thematiek. ‘Athene is bizarre

stad dan. Je hebt al dat beton, dus ook ’s nachts blijft het

warm. Het is een bepaalde atmosfeer die je tot waanzin

drijft.’

Wasted Youth is gebaseerd op waargebeurd incident.

Het doel van de regisseurs was niet om het incident

letterlijk te verfilmen, maar om zo realistisch mogelijk

de omstandigheden te hercreëren waarin dit plaatsvond.

Het is hierom ook dat de jonge, skateboardende

acteurs allemaal amateurs zijn. ‘We wilden niks

idealiseren, geen glamour,’ legt Jan Vogel uit, ‘het

moest zo puur mogelijk.’ De jongeren spelen allemaal

zichzelf, hoofdrolspeler Haris Markou heeft in de film

bijvoorbeeld zijn eigen naam aangehouden.

‘Op een gegeven moment kwamen we in contact met de

skateboardgemeenschap,’ vertelt Vogel. ‘Ze hebben een

bepaalde houding die ons aanspreekt. Er blijkt een soort

vrijheid uit.’ Hoewel beide regisseurs benadrukken dat

het zeker geen skateboardfilm is, zijn de skatescènes

prominent in de film. De fascinatie voor de subcultuur

gaat ook verder dan alleen de houding. ‘Het is mooi,

omdat het iets fysieks is, het laat actie zien. Je ziet

iemand iets geweldigs doen.’

“Athene is waar ik geboren ben, en daarom doet de situatie daar ook

zo’n pijn.”

Een broeierig en vermoeid AtheneDe Griekse film Wasted Youth, over een zorgeloze skater en een vermoeide politieagent, was een positieve verrassing. Xi sprak met regisseurs Jan Vogel en Argyris Papadimitriopoulos.

Wasted Youth

“We wilden niks idealiseren, geen glamour.”

Page 16: Xi 19.3

Film

Van tevoren hielden de regisseurs lange interviews

met de jongeren, om hun belevingswereld zo goed en

secuur mogelijk te vangen. ‘Sommige scènes komen

rechtstreeks uit dingen die ze ons vertelden, andere

zijn weer geïnspireerd door dingen die tijdens de

repetities gebeurden,’ vertelt Jan Vogel. ‘Een mooi

voorbeeld hiervan is de kamer van Haris. We hebben

niet in zijn echte kamer geschoten, omdat de rest van

het huis niet goed paste bij de film. Maar we hebben alle

spullen uit zijn kamer in een vrachtwagen geladen en

getransporteerd naar een ander huis.’

Ook in werkwijze vormt het een mooi contrast. Vasilis,

de oudere politieman uit de film, wordt wel gespeeld

door een professionele acteur, Ieronymos Kaletsanos.

‘In de film speelt hij iemand die op een dood punt in

zijn leven is beland, zowel in zijn gezin als in zijn werk,’

vertelt Papadimitropoulos. Waar er bij de jongeren veel

uit eigen ervaring afkomstig is, vertoont Kaletsanos

geen enkele gelijkenis met zijn personage. ‘In het

echt is erg energiek. Hij is single, heeft geen kinderen,

speelt elke avond in het theater en gaat veel uit.’ ‘Zijn

personage is vooral gebaseerd op de politieman uit het

oorspronkelijke verhaal’, vult Vogel hem aan.

Behalve dat een groot deel van de cast geen

acteerervaring had, hadden Vogel en Papadimitropoulos

toen ze begonnen aan de repetities een script van

slechts acht pagina’s. Bewuste keuzes, legt Vogel uit,

het was de bedoeling dat er veel ruimte zou zijn voor

improvisatie. ‘Tijdens de repetities lieten we sommige

scènes wel spelen, maar nooit vaker dan vier of vijf keer.

Dat was genoeg, op het moment dat je het juiste gevoel

te pakken hebt, moet je het niet nog een keer doen. Dan

gaat de spontaniteit verloren.’

Het past goed bij Wasted Youth, een film die nadrukkelijk

een realistisch beeld wil geven van het broeierige

Athene, middenin een economische crisis. Daarbinnen

worden de twee kanten van de stad verteld vanuit

twee verschillende perspectieven, de skateboarder

en de agent, die elkaar op een gegeven moment

ontmoeten. Een film die zowel twee personages, als

een samenleving op een cruciaal punt wil beschrijven.

Argyris Papadimitropoulos besluit: ‘We hadden niet veel

tijd, we moesten beslissingen snel nemen. We hadden

niet de luxe om meerdere takes te doen. Maar allemaal

vanuit het gevoel: deze film moet gemaakt worden.’

‘Ik was een keer in Japan en daar heb je buurten met

dat soort clubs. Waar rijke vrouwen fortuinen uitgeven

om in het gezelschap van mannen te verkeren. Ik werd

echt getriggerd door het onderwerp toen ik van een

goede vriend hoorde hoe vrouwen daar verslaafd aan

raken. Ik vroeg me af, waarom is zoiets zo populair?

Waarom gaan daar zulke enorme bedragen in om? Er

is blijkbaar een schrijnende behoefte aan aandacht, om

gehoord te worden. Het breidt zich ook uit naar andere

economieën. Ik vond het ook in Sjanghai, en besloot dat

als locatie voor de film te kiezen, omdat het een stad is

waar ik meer mee heb.’

Regisseur David Verbeek won met Club Zeus op het afgelopen IFFR een Return of the Tiger Award, voor filmmakers die met een eerdere film waren genomineerd voor Tiger Award. Zijn vorige film, RU There, werd in Cannes geselecteerd voor het programma Un Cértain Regard.

“Traagheid is soms een noodzakelijk kwaad”

Aan het woord is de Nederlandse regisseur David

Verbeek (1980) over zijn nieuwste film Club Zeus, die

het fenomeen hostboys kenschetst. Het is zijn derde film

die zich in Azië afspeelt. Na Shanghai Trance (2008), op

het IFFR genomineerd voor een Tiger Award, en RU

There (2010), die in première ging tijdens het filmfestival

van Cannes en daar draaide in prestigieuze competitie

Un Cértain Regard. Tussen beide films door draaide hij

Club Zeus, maar pas nadat RU There klaar was, vond hij

tijd om de montage te voltooien. Een duidelijke link met

Shanghai Trance is er ook: overgebleven beeldmateriaal

voor die film werd voor Club Zeus gebruikt.

XI JAARGANG 19 / NR 316

Page 17: Xi 19.3

Film

Maar ook inhoudelijk zitten er links tussen deze drie

films. ‘Het contact dat de vrouwen met de hostboys

krijgen, is eigenlijk ook het gemis ervan. Je leeft

kennelijk in een vacuüm dat opgevuld moet worden.

Dat vacuüm, daar gaan mijn films vaker over.’ In Club

Zeus is het de club, in RU There de virtuele wereld

van SecondLife en in Shanghai Trance de stad zelf. ‘Ik

vind het interessant om te filmen hoe moeilijk het is

voor mensen om elkaar te bereiken. Er zijn allerlei

obstakels, je bevindt je soms in een situatie die net

een role playing game is. Daarnaast zijn er steeds meer

platforms waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.

Het is daarin niet altijd duidelijk wat iemands echte

gevoelens zijn.’

Het is precies dat thema, dat in Club Zeus zo’n grote rol

speelt. De jongens in de club worden betaald door de

vrouwen, ze moeten hun eigen gevoelens uitschakelen.

‘Hostboys proberen elke klant het gevoel te geven dat ze

er speciaal voor hen zijn. Ze creëren zoveel fictie, dat

ze verstrikt raken in een spinnenweb van leugens. Dat

maakt het interessant om te kijken wat er gebeurd als

er wel gevoelens bij komen kijken.’ Dat is precies wat er

in de film gebeurt met de oudere broer Sly, die verliefd

wordt op een meisje die ook hostess is, en dat is ook waar

hij zijn broertje Leonardo voor probeert te behoeden.

Hoewel zijn onderwerpen grootstedelijk en modern

zijn, benadert Verbeek ze met een bepaalde aandacht,

zijn films zitten vol scènes met een aangename

traagheid. ‘De tijd nemen om te zien hoe dingen in zijn

werk gaan, genereert een zekere betrokkenheid. Soms

is het ook een noodzakelijk kwaad, om dingen verderop

in de film erg goed te vinden.’ Het past bij zijn visie op

filmmaken, waar hij ervaring boven entertainment stelt.

‘Ik wil het publiek zich laten verdiepen in een bepaald

onderwerp, door middel van de ervaring die ik ze bied.

En die is niet af, ik laat ruimte aan het publiek, ik wil

dat ze er ook zelf over nadenken.’ Maar, erkent hij, ‘er

moet ook een zekere mate van vermakelijkheid inzitten,

anders kom je er niet doorheen.’

Club Zeus is inmiddels aan het buitenland verkocht en

zal vanaf begin april in de Nederlandse bioscoopzalen

gaan draaien. Toch is dat laatste niet per se dat publiek

waar hij het van moet hebben. Ondanks het succes

van de opname in de selectie van Cannes, bezochten

ongeveer drieduizend bezoekers RU There. ‘Maar,’

verweert David Verbeek zich, ‘die film heeft wel bijna

elke week op een ander, internationaal filmfestival

gedraaid en is aan twintig landen verkocht. Als je nagaat

hoeveel mensen hem in totaal hebben gezien, is dat dus

veel meer.’ Helemaal niet slecht voor een Nederlandse

arthouse­film, stelt hij eufemistisch.

David Verbeeks volgende film gaat niet over Azië, maar

zal zich afspelen in de woestijn van Amerika, in Parijs

en op een rotsachtig eiland. Wederom een internationale

film. Het script is al af en Verbeek vermoedt dat het

zijn beste film tot nu toe zal worden. ‘Ik wil nog niet te

veel prijs geven, ik denk namelijk dat het een gouden

onderwerp is.’ Het is nog onbekend wanneer de film zal

verschijnen. ‘Er is namelijk nog geen cent financiëring

rond. Dat is sowieso een lastig hoofdstuk. Het actuele

klimaat is niet vriendelijk voor mijn soort films, maar ik

blijf ze toch maken.’

Club Zeus verschijnt 7 april in de Nederlandse bioscopen.

“Ze creëren zoveel fictie, dat ze verstrikt raken in een spinnenweb

van leugens.”

“De tijd nemen om te zien hoe dingen in zijn werk gaan, genereert

een zekere betrokkenheid.”

Club Zeus

XI JAARGANG 19 / NR 3 17

Page 18: Xi 19.3

Televisie

XI JAARGANG 19 / NR 318

Russia Today 24-uurszender op de Amerikaanse tvDoor Teije Terhorst

De Koude Oorlog mag dan wel twintig

jaar achter de rug zijn, het is nog lang

geen koek en ei tussen grootmacht

Rusland en haar voormalige opponenten in

de Verenigde Staten. In 2008 leek er nog een

heuse wapenwedloop ophanden toen George

W. Bush besloot een raketschild te bouwen in

Tsjechië en van de andere zijde bleken de Russen

zich vorig jaar in de VS te hebben laten gelden

door een groep van tien Russen als spion in de

Amerikaanse zakenwereld los te laten. Eén van

hen, Anna Koesjtsjenko­Chapman, is na haar

ontdekking in haar thuisland een ware heldin en

tv­ster. Des te opvallender is de verschijning van de

24­uurszender Russia Today op de Amerikaanse

tv. Eén groot propaganderend spionnennest? Of

toch gewoon leuk amusement met een Russisch

tintje?

Geen vriendenDe titels van de reportages op het YouTube­kanaal

van Russia Today, één dag na de aanslagen op het

grootste vliegveld van Moskou, zijn tekenend:

‘Amerikaanse media manipuleren Moskou’,

‘De dubbele standaard van Amerikaanse media

over terrorisme’, ‘Afghanen minder waard dan

Amerikanen?’. Nee, de zender is niet op zoek

naar vrienden. In 2009 lanceerde de website van

RT zelfs het dossier ‘911 redenen waarom 9/11

(waarschijnlijk) een inside job was’, een vierdelige

serie artikelen die probeert aan te tonen dat het

WTC op 11 september 2001 niet door Osama Bin

Laden, maar door Bush zelf werd neergehaald.

De hele oprakeling zint politiek Washington

helemaal niet en daarom werd het Southern

Poverty Law Center, een organisatie die haatzaaiers

en extremisten opspoort, vorig jaar ingeschakeld

om onderzoek naar de zender te doen. Conclusie?

Russia Today is zelf niet extremistisch, maar

stuurt aan tot patriottistische complottheorieën

en schept het (onjuiste) beeld dat er in Amerika

een brede maatschappelijke discussie gaande is

over de waarheid van die complottheorieën.

Oprichting en ontwikkelingRussia Today zendt uit sinds december 2005. Voor

alleen de oprichting van de zender werd door het

Kremlin al 30 miljoen euro apart gezet; het eerste

uitzendjaar kostte de Russische overheid daarna

nog eens 60 miljoen. De zender had ten doel de

wereld kennis te laten maken met het Russische

wereldbeeld en werd vrijwel direct wereldwijd

opgenomen in satellietpakketten.

Dat Russische wereldbeeld is vooral de laatste

jaren steeds kritischer geworden. Na het

9/11­dossier uit 2009 werd in datzelfde jaar

in Londen een campagne gestart tegen het

Amerikaanse nucleaire programma. Overal in

Page 19: Xi 19.3

Televisie

XI JAARGANG 19 / NR 3 19

de stad waren posters te vinden met beeltenissen

van Osama Bin Laden en Barack Obama met

daaronder de tekst: ‘Wie is de grootste nucleaire

bedreiging?’ In 2010 ging Russia Today nog

een stap verder door een paar uur per dag uit te

gaan zenden vanuit een studio in Washington:

RT America (zoals de Amerikaanse editie wordt

genoemd) was geboren. Er is ook een Spaanse en

een Arabische variant op de zender.

Inmiddels heeft Russia Today op YouTube met

ruim 150 miljoen kijkers één van de tien meest

bekeken nieuwskanalen ter wereld en zijn er

wereldwijd ongeveer 2000 mensen voor de

zender werkzaam. Daarmee is Russia Today wat

betreft personeel groter dan bijvoorbeeld Fox

News, dat een schamele 1200 werknemers onder

zijn hoede heeft.

StaatstelevisieHet Verenigd Koninkrijk heeft de BBC, Duitsland

heeft Deutsche Welle en Qatar wordt vertegen­

woordigd door Al Jazeera. Wat maakt Russia Today

nou zo anders, waarom wordt juist Russia Today

door de Amerikanen gezien als ‘staatstelevisie’?

Volgens RT America­hoofdredacteur Margarita

Simonyan ligt de zender zo onder vuur omdat

het kijkers verhalen biedt ‘die ze niet te zien

krijgen op de zenders waar ze normaal naar

kijken’. Doorgewinterd journalist en blogger

Danny Schechter beaamt dat: ‘De media in de

VS zijn zeer partijdig en gepolariseerd. Iemand

die een perspectief biedt dat anders is, wordt niet

geaccepteerd’.

Maar een neutraal perspectief is dat niet, zo schrijft

de Britse krant The Independent. De journalisten

van Russia Today zouden zich bijvoorbeeld niet

kritisch uit mogen laten over premier Poetin of

president Medvedev. En sinds vorig jaar mogen

journalisten in de Verenigde Staten de zender

niet meer Russia Today noemen, maar moeten

zij ‘RT America’ zeggen. Dat is omzichtig en

beangstigend, aldus de wantrouwende The

Independent, want RT probeert zijn band met

het Kremlin daarmee naar de achtergrond te

verdrijven.

OnruststokersEen RT­journalist vroeg zich, net als ongetwijfeld

een heleboel Amerikanen, zelf eens af of zijn

werkgever zich niet uitsluitend in Amerika had

gevestigd om onrust te zaaien: ‘Dat kan niet

anders met zulke gasten en de hoeveelheid tijd

die we spenderen aan bepaalde onderwerpen.

Aan de andere kant heeft Denis Trunov (de baas

van RT America, red.) vaak genoeg gezegd dat

zijn enige doel is zoveel mogelijk hits op YouTube

te krijgen. Hij heeft zelfs een keer voorgesteld

om pornosterren te laten discussiëren over

Page 20: Xi 19.3

Televisie

XI JAARGANG 19 / NR 320

Afghanistan, allemaal voor de hits.’ Volgens

hoofdredacteur Simonyan is er helemaal niks aan

de hand: ‘‘Wij hebben het niet vaker over 9/11 dan

dat Amerikaanse media over de aanslagen van

1999 in Moskou berichten’.

Maar onrust is er zeker, zelfs binnen de hoogste

regionen van de overheid. Een correspondente

ging eens met een ambtenaar van Binnenlandse

Zaken om tafel en werd verrast door zijn vragen:

‘Die vent had een compleet dossier over mij en

mijn verleden. Hij werkte overduidelijk voor de

geheime dienst. Uiteindelijk vroeg hij gewoon of

Russia Today een dekmantel was voor spionnen.

Ik vond het enorm grappig, maar hij was

doodserieus.’

Pathologische leugenaars of enge clowns?Bill O’Reilly van Fox News is geen fan. ‘Zou je

zo’n man geen klap willen geven?’ vroeg hij zijn

publiek naar aanleiding van een filmpje waarin

ene Anastasia Churkina van RT in perfect Engels

een radicale activist interviewde. ‘Ze lieten die

sukkel interviewen door een Russische die geen

Engels spreekt.’ Een RT­correspondent reageerde

door zich af te vragen: ‘Zijn de Amerikaanse

media strijders voor de waarheid, pathologische

leugenaars of gewoon enge clowns?’ Sindsdien

woedt er een eeuwige strijd tussen RT Amerika

en O’Reilly; met enige regelmaat halen ze even

verbaal naar elkaar uit.

En wat vindt het publiek? Kennelijk is het toch

wel interessant, want niet alleen is het YouTube­

kanaal van Russia Today één van de best bekeken

kanalen ter wereld, ook de televisie­uitzendingen

worden in New York 11% vaker bekeken dan

bijvoorbeeld de BBC­uitzendingen in Amerika.

RT America is in de Verenigde Staten tien keer

zo groot als Deutsche Welle. Wie het eerder

genoemde artikel in The Independent op internet

opzoekt, loopt tegen een diepgewortelde strijd

tussen voor en tegenstanders aan; enerzijds

zien de lezers Russia Today als een fijn ander

perspectief op het nieuws, anderzijds is er ook veel

wantrouwen. Zo schrijft een lezer: ‘RT is a great

channel, unafraid to present a lot of information

that would cause major hiccups in mainstream

media.’, waarop een ander reageert met: ‘All of

these positive comments about RT sound like

the channel got wind of the article and got its

whole staff to post them, not to mention "liking"

each positive post... sad.’

Koekje van eigen deegRT America is een Russisch koekje van

Amerikaans deeg. Alle verwijten die Rusland

naar haar hoofd geslingerd heeft gekregen over

bijvoorbeeld de aanslagen op een flatgebouw in

Moskou in 1999, over dat die door het Kremlin

zelf zouden zijn gepleegd om de Tsjetsjenen

tegen zich in het harnas te jagen, krijgt

Washington nu keihard terug. Smerige oorlogen

tegen minderheden? Schimmige nucleaire

programma’s? Dictatoriale activiteiten? Steun

aan foute regimes? Spionageacties? Complotten?

Niet Rusland, niet Iran, maar de Verenigde

Staten maken zich eraan vuil. En Amerika weet

niet wat het ermee aan moet. De regering is

in de war, het publiek weet niet wat het moet

vinden. “Missie: onrust stoken”, als die er al

was, is geslaagd. En misschien is deze vorm

van zelfreflectie voor de VS ook helemaal niet

zo slecht.

Page 21: Xi 19.3

De film The Social Network heeft Facebook een gezicht gegeven: Mark Zuckerberg als held die in weinig tijd 500 miljoen vrienden heeft gekregen en een paar vijanden. Maar die 500 miljoen gebruikers van Zuckerberg kunnen heel makkelijk ook zijn vijanden worden. Bij veel Facebook-gebruikers groeit nu al het besef dat het misschien niet zo’n goede deal is al je persoonlijke gegevens cadeau te geven aan een bedrijf in Californië dat alleen als gunst je privacy respecteert. Op z’n minst kan je het privacybeleid zwalkend noemen. Uiteindelijk ben je handelswaar: je aandacht en je gegevens kunnen doorverkocht worden aan adverteerders, waarmee Facebook net zo’n advertentiebedrijf met een miljardenomzet wordt als Google. Je hebt juridisch geen poot om op te staan en wat je al hebt gegeven kan je niet meer ongedaan maken; welcome to the Hotel California... 

Een paar studenten in New York vroegen zich na een lezing voor de lokale Internet Society af of zij niet zelf een goed alternatief kunnen bouwen voor Facebook. In het ontwerp van Facebook komen alle leden van het sociale netwerk in Zuckerbergs database. Een panopticum voor Facebook met 1984-kwaliteiten. Een benadering die erg doet denken aan de jaren zestig waarbij een grote centrale computer alle data bewaarde en er aan de uiteinde van de tentakels alleen domme terminals hingen met typistes die data invoerden. Hun uitgangspunt is dat de individuele gebruiker volledige vrijheid moet krijgen. 

Geen ontwerp voor een enkele centrale database, maar het moet een decentraal karakter krijgen, zoals het internet zelf. Het wordt ook geen bedrijf dat aandacht

doorverkoopt maar louter een klein stukje software dat elke gebruiker zelf installeert en beheert. Je zet het ergens op het web en je stelt in welke gegevens over jezelf je wilt delen met wie en onder welke voorwaarden. Deze software, DIASPORA* genoemd, zal dan verbinding zoeken met andere installaties van dezelfde software en dan gegevens uitwisselen volgens de instructies van de eigenaar. Vergelijkbaar met bijvoorbeeld BitTorrent, waarmee je verbinding zoekt met veel andere internetgebruikers die bijvoorbeeld een bepaalde film aan het downloaden zijn. Je downloadt dan van elkaar, in plaats van uit een centrale database zoals de iTunes-winkel. 

In theorie zou dergelijke software als applicatie op je telefoon kunnen draaien. Als je al je informatie over jezelf al in je smartphone hebt, waarom moet Mark daar dan een kopie van hebben? Alleen om te verkopen aan adverteerders, een beter antwoord is er niet.

En die jongens achter DIASPORA*? Willen die niet net als Zuckerberg miljardair worden? Linus Torvalds, de ontwerper van het gratis open-source-besturingssysteem Linux, had een vergelijkbaar uitgangspunt als deze jongens. Hij wilde een goed besturingssysteem op zijn PC draaien en deelde via internet zijn werk. Vele gelijkgestemden hielpen hem mee en nu is hij miljardair geworden als de persoon die het meeste weet over Linux. Zonder te handelen in (de aandacht van) consumenten.

R. Rustema gaf dit jaar het keuzevak Media & Money en geeft volgend jaar het interdisciplinaire keuzevak Production of Culture.

Door Reinder Rustema

Verlaat Hotel California en JoinDiaspora.com

Docentencolumn

XI JAARGANG 19 / NR 3 21

Foto

: Bra

m B

ello

ni

Page 22: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 322

De macht van Hollywood

Er is iets aan films dat ons intrigeert. Wat ons massaal naar de bioscopen trekt

of aan het downloaden laat slaan. Hitchcock vergeleek film met het leven,

alleen dan zonder de saaie momenten. Anderhalf uur lang het amusement, de

spanning en het vermaak die je normaal amper krijgt. We zijn ons bewust van het feit

dat het gros van de films uit de stal van Hollywood komt: de machtigste filmmagnaat

van de Westerse wereld. Maar welke invloed hebben deze Hollywoodfilms op ons als

kijkers? Xi sprak met Patricia Pisters, filmwetenschapper en hoofd Mediastudies.

‘Belangrijk is het om eerst onderscheid te maken tussen twee verschillende

invalshoeken waarom een film wordt gemaakt. De ene kant is die van de politieke

cinema, variërend van propagandafilm naar geëngageerde Hollywoodcinema.’ Als

voorbeeld voor de geëngageerde cinema haalt ze Blood Diamond aan, een film die

naast het vertellen van een verhaal ook mensen bewust opriep om na te denken

over de diamanthandel. ‘De andere tak is de film die de maatschappelijke waarden

weerspiegelt.’ Een film die niet bewust een ideologisch standpunt wil innemen, maar

wel de gedeelde denkbeelden van een bepaalde periode in zich heeft. Maar weerspiegelt

zo’n film de maatschappelijke waarden of creëert hij deze waarden? ‘Dat is het verhaal

van het kip en het ei, je weet nooit wie eerst was of hoe de wisselwerking in zijn werk

gaat.’

Uitgesproken ideologische films worden meestal niet in verband gebracht met

Hollywood. Critici veroordelen vaak scherp de moralistische verhalen. Patricia Pisters

ziet daar juist de positieve kanten. ‘Hollywood heeft een grote macht: de macht om

veel mensen te bereiken en aan te spreken via film. Het is nog steeds succesvol,

omdat we de taal herkennen en de stijl ons aanspreekt. Deze macht van Hollywood

valt op allerlei manieren in te zetten.’ Zo wordt er geroepen dat Hollywood puur een

kapitalistisch bolwerk is, maar Pisters vindt dat er ook wat te zeggen valt voor het

bereiken van een groot publiek. ‘Hollywood kan juist onderwerpen aan de kaak stellen

door zijn herkenbare traditionele verhaalvertelling, die mensen kennen en waarmee

ze vertrouwd zijn.’

De film Lumumba is een perfect voorbeeld om aan te geven dat Hollywood ook

politieke film aan de man kan brengen. Deze film gaat over de moord op de Congolese

president in de jaren ‘60. Regisseur Raoul Peck bracht hier een kleine documentaire

over uit aan het begin van de jaren ‘90. Enkele jaren later besloot Peck de boodschap

“Hollywood kan juist dingen aan de kaak stellen door zijn herkenbare verhaalvertelling”

Hollywood is de machtigste filmmagnaat van de Westerse wereld. Wat voor invloed hebben deze films op haar kijkers? Xi sprak met Patricia Pisters, hoofd Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam.

Door Frank van Wijhe

Page 23: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 3 23

naar een groter publiek over te brengen. In 2000 kwam de

Hollywood­versie uit, inclusief held, drama en een klassieke

spanningsopbouw. De film werd gezien door het publiek

en won zelfs meerdere prijzen. ‘Door het kleine verhaal

op een andere manier te vertellen, wist hij wel een groter

publiek te bereiken. Zonder ook maar iets te wijzigen aan de

boodschap van de film.’

Vorig jaar trok de wereld massaal naar de bioscopen voor de

eerste grote 3D­film van de jaren ‘00, Avatar. De politieke

boodschap leverde de nodige kritische geluiden op. Zo zou

onder andere de stemming over de oorlog in Afghanistan

worden beïnvloed. Pisters zou niet direct aan Avatar denken

voor het beïnvloeden van publieke opinies. ‘Het kan op

zich wel, vooral de duidelijke ecologische boodschap die ze

neerzetten. Deze is opgepikt door de kijkers, maar is niet per

se politiek bedoeld.’ Wel vindt ze dat een film zoals Avatar

meer invloed kan hebben dan de kijker denkt. ‘In principe

denk ik dat film werkt op het niveau waarop we denken. En

dat is ook het niveau waar je moet beginnen als je visies wilt

veranderen.’

“Hollywood is meer een conventioneel middel dan het een

machtsblok is”

Zo is er onderzoek gedaan naar subtiele

beïnvloeding door fi lm en te levis ie .

Opmerkelijk was de casting van presidenten

rond de verkiezing van Obama. ‘Je zou kunnen

zeggen dat de weg voor de eerste zwarte

president al gevormd was. Populaire series

zoals 24 en meerdere films castten allemaal een

zwarte president. Hierdoor raakte het publiek

al gewend aan het beeld. Het visualiseren van

een denkbeeld is het begin van beïnvloeding.

Als men het zich kan voorstellen, zullen ze het

sneller accepteren als het werkelijkheid wordt.’

Met de special effects van tegenwoordig zijn

veel dingen visueel haalbaar. Schuilt daar geen

gevaar voor indoctrinatie? ‘Hollywood heeft

ook zijn eigen tegenkrachten, zijn nuances.’

Pisters stelt dat je nooit Europese cinema en

Hollywood tegenover elkaar moet zetten. Zo

is er veel uitwisseling tussen acteurs en stijlen

van Europese en Amerikaanse films. ‘Alleen

daarmee wordt het lastig om het te hebben

over één Hollywood­uitdraging. Hollywood is

meer een conventioneel middel, dan dat het

een machtsblok is.’

Pisters ziet juist kansen de macht te gebruiken

om een positieve boodschap of visualisering

over te brengen. ‘Een boodschap overbrengen

kan natuurlijk op meerdere manieren.

Sommige manieren werken de stereotypering

juist in de hand, maar het kan ook anders.’

Film kan volgens haar een kijk achter de

schermen van het stereotype beelden bieden.

En dan kan de macht van Hollywood juist

positief ingezet worden. ‘Het verhaal achter

de dingen die je in de krant leest. Film kan

daarmee juist begrip vergroten voor mensen

en groeperingen. We kunnen ons inleven in

de wereld van de groepering die ons vreemd is.

Uiteindelijk kan het zelfs voor meer tolerantie

zorgen.’

Page 24: Xi 19.3

XI JAARGANG 19 / NR 324

Film

Verhalen over de Rwandese genocideFeit versus fictie in Hotel Rwanda en Shooting Dogs.

Door Janne Heling

Zestien jaar geleden begon in Rwanda, op 6

april 1994, de grootste volkerenmoord sinds

de Tweede Wereldoorlog. Terwijl binnen een

tijdsbestek van ongeveer honderd dagen, meer dan

800.000 mensen op gruwelijke wijze om het leven

werden gebracht, keek de internationale Westerse

gemeenschap massaal de andere kant op, ondanks

het tijdperk van vierentwintig uur per dag, non­stop

nieuwsverslaggeving. Het uitblijven van internationale

interventie, adequate verslaggeving en bovendien de

erkenning dat het in deze situatie om genocide ging,

zorgden ervoor dat deze ramp niet voorkomen werd en

heeft geleid tot één van de grootste schandalen van de

twintigste eeuw.

De afgelopen jaren zijn er in vele vormen publicaties

verschenen, die vanuit verschillende perspectieven

verslag doen van datgene wat heeft plaatsgevonden

in Rwanda. Twee films die in het licht van dit thema

verschenen zijn Hotel Rwanda (2004) geregisseerd

door Terry George en Shooting Dogs (2005) van Michael

Caton­Jones. Deze films krijgen ontegenzeggelijk te

maken met de vreemde tegenstelling die het medium

film aan de ene kant, en het verhaal over de genocide

aan de andere kant, met zich meebrengen. Er is hier

sprake van een vreemde chemie tussen glamour en

extreem geweld.

Hotel Rwanda wordt gezien als een film die geplaatst

kan worden binnen het Hollywoodgenre. De film vertelt

het op feiten gebaseerde verhaal over hotelmanager

Paul Rusesabagina (Don Cheadle) die ten tijden

van de genocide in Rwanda in 1994, meer dan 1200

vluchtelingen wist te beschermen tegen de oprukkende

Xi publiceert dit jaar een serie geschiedenisartikelen, geschreven door studenten Mediageschiedenis. Ditmaal over representatie van de genocide in Rwanda in latere films.

Page 25: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 3 25

Hutu­milities, op het terrein van het viersterrenhotel

Sabena Hôtel des Mille Collines. Ondanks het feit dat de

film gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, worden

veel elementen uit de film gezien als gedramatiseerd en

geromantiseerd, met als gevolg dat er vraagtekens gezet

worden bij de accurate weergave van de werkelijkheid.

Dit heeft tot veel kritiek geleid, niet alleen op de film,

maar ook op het verhaal van de hoofdpersoon, Paul

Rusesabagina.

De film Shooting Dogs is minder bekend bij het grote

publiek. De jonge, naïeve en idealistische Joe Conner

(Hugh Dancy) is naar Rwanda gekomen om les te geven

op het L’École Technique Officielle, dat gerund wordt

door de blanke, katholieke priester Christopher, gespeeld

door John Hurt. Bij het uitbreken van de genocide bieden

zij op het terrein van de school onderdak aan meer dan

2000 vluchtelingen. Als de VN­troepen, die in eerste

instantie de enige bescherming vormen voor iedereen

die zich op het terrein bevindt, zich terugtrekken, zien

Joe en Christopher zich geconfronteerd met de keuze

om bij de vluchtelingen te blijven, die gedoemd zijn om

te sterven, of te vluchten. De film focust minder op een

heldhaftig verhaal rond één persoon, maar lijkt meer

een perspectief te bieden op cultuurverschillen, het

karakter van de mens als algemeen begrip en de film

brengt bovendien de sterke, maar ook de zwakke kanten

van dit karakter naar voren.

In eerste instantie kan aangenomen worden dat er

veel verschillen te vinden zijn tussen beide films.

Oppervlakkig gezien is dit ook gebleken: de films

vertellen andere verhalen, de één is biografisch en de

ander niet. Shooting Dogs legt veel nadruk op het gevoel

van authenticiteit door bijvoorbeeld te vermelden

dat de film ter plaatse (in Rwanda op het terrein van

de school) is opgenomen en er mensen meewerkten

aan de productie, die de genocide hebben overleefd.

Het benadrukken van deze authenticiteit gebeurt in

mindere mate in Hotel Rwanda. In deze film wordt de

nadruk gelegd op het persoonlijke verhaal, de gevoelens

en relaties van Paul Rusesabagina. Wat dat betreft past

deze productie inderdaad in het Hollywoodplaatje.

Ondanks deze verschillen zijn er veel overeenkomsten

te vinden tussen beide films. Deze hebben te maken met

de eerder genoemde probleemstelling, veroorzaakt door

de tegenstelling tussen de glamour van het medium

film aan de ene kant en de weergave van extreem geweld

aan de andere kant. De eerste belangrijke overeenkomst

heeft te maken met de simplificering van het conflict

dat ten grondslag lag aan de genocide.

In de openingstitels van Shooting Dogs wordt de situatie

in Rwanda kort uitgelegd ‘For thirty years the majority

Hutu government has persecuted the minority Tutsi

people.’ Ook in Hotel Rwanda wordt, weliswaar op een

andere manier, kort uitleg gegeven over de situatie in

het land. In een scène in de lobby van het hotel vraagt

een journalist (Joaquin Phoenix) zich af wat eigenlijk

het verschil is tussen een Hutu en een Tutsi. De reden

voor het conflict, zo wordt uitgelegd, zou gegrond zijn

in de discriminatie tijdens het voormalige bewind van

de Europeanen. Hierbij wordt het racisme gereduceerd

tot het onderscheid dat de Westerse bezetters maakten

tussen Hutu’s en Tutsi’s op basis van uiterlijk. Het feit

dat de gelijkenis tussen Europeanen en Tutsi’s wat

betreft uiterlijk meer overeenkwam, zou de reden zijn

voor het benoemen van het Tutsi­deel van de bevolking

als elite. De journalist wordt voorgesteld aan twee

vrouwen, waarvan één Tutsi en één Hutu, en hij stelt

dat ze wat hem betreft zusjes zouden kunnen zijn. Op

deze manier lijkt er geen enkele gegronde reden voor

de haat van de Hutu­extremisten jegens het Tutsi­

gedeelte van de bevolking. Het conflict wordt hiermee

gereduceerd tot een simpele scheiding tussen goed en

kwaad, moordenaars en slachtoffers.

Uiteraard is de politieke en sociale situatie, die

aanleiding vormde voor de genocide in Rwanda, vrij

complex om uit te leggen gedurende de speelduur van

een film. Om emotionele identificatie en sympathie bij

het filmpubliek te bewerkstelligen, wordt vaak tegenover

de karakters waar identificatie mee plaatsvindt, een

tegenpool geplaatst, in dit geval gerepresenteerd door de

agressieve, onhoudbare massa van Hutu­extremisten.

Door nogal kort door de bocht de historische context

aan het publiek duidelijk te maken, wordt naast een te

simpele binaire oppositie tussen goed en kwaad, ook de

stereotypering wat betreft Afrika in de hand gewerkt.

Zowel Shooting Dogs als Hotel Rwanda hebben niet

het vertellen van ‘de waarheid’ als doel, maar het

uitdagen van het publiek tot het vormen van een eigen,

Page 26: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 326

individuele waarheid. Regisseur Terry George van Hotel

Rwanda zei hierover:

‘The best way to tell a story...of historic events to an

audience [is] through the eyes of one ordinary person

and that person becomes the audience themselves,

becomes the eyes and the ears of the audience, and so

you can take an event like the Rwandan Genocide…

and through the events that befall this ordinary person

allow the audience to go inside that event itself and

give people a 360 degree view of it and an experience

of it that is quite unique.’

(Terry George)

Hoewel het bij dit citaat gaat om de visie van de regis­

seur van Hotel Rwanda, heeft het betrekking op beide

films. De benadering van de genocide, vanuit het

perspectief van één, of enkele, individu(en) waarmee

de toeschouwer zich kan identificeren en waardoor de

kwestie genocide invoelbaar gemaakt wordt.

In zekere zin zijn beide films erin geslaagd een

beeld neer te zetten waarin toeschouwers ge confron­

teerd worden met de gruwelen van een genocide en

de onbegrijpelijkheid van het niet ingrijpen van de

Westerse wereld. Het publiek krijgt een inzicht in

deze verschrikkelijke kwestie door de confrontatie en

identificatie met gevoelens als moed, angst en liefde. De

genocide krijgt een menselijk gezicht. De vraag is of op

deze manier niet voorbij gegaan wordt aan juist datgene

wat een genocide is: onmenselijk en onbegrijpelijk. Het

sentiment en drama dat komt kijken bij de inspirerende

gedachte dat, hoewel de wereld gek lijkt te worden, er

altijd personen bestaan die bovenmenselijke moed

lijken te bezitten, zorgt ervoor dat het beeld van de

horror van een genocide ondergeschikt raakt. De vraag

is of dit recht doet aan de slachtoffers en overlevenden

van de ramp die zich voltrok in Rwanda.

Shooting Dogs

Page 27: Xi 19.3

Film

XI JAARGANG 19 / NR 3 27

Page 28: Xi 19.3

Toekomst

XI JAARGANG 19 / NR 328

Tablets van de toekomstOp de CES (Consumers Electronic Show) in januari werden we doodgegooid met de aankondigingen van nieuwe tablets (het waren er meer dan zeventig). De elektronicabedrijven zetten torenhoog in met hun tablets en creëren een nieuwe interessante markt, die een hoop slachtoffers maakt in de computermarkt. Ongetwijfeld zal 2011 het jaar van de tablets worden, waarin duidelijk wordt hoever de markt nog zal groeien.

Door Bas Bastiaans

In de laatste maanden van 2010 oversteeg de

verkoop van tablets voor het eerst de verkopen van

netbooks. Analisten verwachten dat de verkopen

alleen nog maar meer zullen stijgen en binnen een jaar

of vier zelfs de laptops voorbij zullen streven. Ook Acer

bevestigt dat ze de productie van netbooks stelselmatig

zullen minderen, ter faveure van de tablets. Gevolg van

deze immens groeiende markt is een overstroming aan

producten, waardoor de consument door de bomen het

bos niet meer kan zien. Het is interessant om te zien

hoe door bepaalde keuzes van productiemaatschappijen

er een gevarieerde markt ontstaat, die qua ontwikkeling

nog alle kanten op kan gaan.

Tegenwoordig bezit de iPad zo’n 75% van het

marktaandeel, het overige kwart wordt vrijwel helemaal

ingenomen door de Samsung Galaxy Tab. Respectievelijk

lopen deze apparaten op de besturingssystemen iOS en

Android. Samen met Windows 7, WebOS van HP en QNX

van RIM completeren zij het rijtje besturingssystemen.

Belangrijker dan de tientallen tablets is dat zoveel

besturingssystemen niet naast elkaar kunnen bestaan

in één markt. Dat blijkt uit de besturingssystemen

voor smartphones en laptops waar er maximaal twee

of drie overleven. Om hun besturingssysteem te laten

overwinnen moet de verhouding tussen hardware en

software goed of onderscheidend genoeg zijn om het

marktaandeel van Apple enigszins in te kunnen perken.

Google, de makers van Android, kondigde onlangs

Android 3.0 aan met de interessante naam Honeycomb.

Grootste pluspunt is dat dit besturingssysteem volledig

is afgestemd op tablets en er een volledig nieuwe

en indrukwekkende 3D user interface is ontwikkeld,

die de aparte lagen, zoals HTC sense en Samungs

Touchwiz volledig overbodig maakt. Onder andere

Motorola, Asus en Acer zullen gebruik maken van dit

besturingssysteem, terwijl tientallen anderen nog steeds

Android 2.2 gebruiken. Omdat er zoveel apparaten zijn

met dezelfde software, moet het onderscheid wel liggen

in andere factoren. Motorola heeft met de Xoom de eer

dat zij als eerste mogen verschijnen, en dit product

wordt nadrukkelijk naar voren geschoven als de iPad

killer. Vooral de specs en de interne kracht maken

daarvoor indruk ten opzichte van de iPad. Met een

andere marktstrategie zien we daarnaast bijvoorbeeld

ook nog tablets die verschijnen met twee schermen of

een processor die dual boot aankan, waardoor je twee

besturingssystemen kan draaien.

RIM breidt zijn Blackberry­emporium uit met de

Blackberry Playbook, welke loopt op het nieuwe systeem

QNX. Grootste pluspunt is de snelle processorkracht,

die zorgt voor een optimale multitasking . In

samenwerking met de prestaties van de multimedia en

Het belangrijkste is welk besturingssysteem het beste uit de verf komt

Page 29: Xi 19.3

Toekomst

XI JAARGANG 19 / NR 3 29

het compromisloos browsen lijkt RIM zich wederom

vooral te richten op de zakelijke markt. Opmerkelijk

is dat in het begin de Blackberrytelefoons nog nodig

zijn om bepaalde functies, zoals het beheren van

je agenda en de messengerapplicaties, te kunnen

gebruiken op de Playbook. Hierdoor wordt het op het

eerste gezicht een angstig afhankelijk apparaat, dat

alleen voor de, weliswaar hele grote, doelgroep van

Blackberrygebruikers aantrekkelijk is. RIM claimt

echter dat de Playbook weldegelijk ook als een stand-

alone tablet te gebruiken is, maar dan wel in de nabije

toekomst.

Ten derde is er Windows 7 en daar kan heel simpel

over worden gedaan: een tablet met Windows 7 is een

netbook met een touchscreen. Dat betekent krachtige

Intel processors, welbekende Windows­applicaties

en games. Het betekent ook virusscanners en de

beruchte computerinterface. Onder andere Asus en

Samsung komen met een aantal indrukwekkend

ogende mengelingen van tablets en netbooks, inclusief

uitschuifbare of Bluetooth­toetsenborden. Waar het in

feite op neer komt is dat Windows in de tabletmarkt

vrijwel helemaal buiten de boot valt door op de proppen

te komen met een totaal andere gebruikerservaring dan

van een tablet verwacht mag worden. Dat betekent ook

dat de tablets die onder Windows 7 draaien geschikt zijn

voor een totaal andere doelgroep.

WebOS van HP en iOS van Apple completeren het

rijtje en borduren verder op de doelgroep die de iPad

al gecreëerd heeft. Qua specs is de Hp Touchpad,

die draait onder webOS, ongelooflijk krachtig en zal

vooral mensen die opgewonden raken van krachtige

processors goed doen. Apple, dat traditioneel de CES

altijd negeert, moet nog komen met de aankondiging

van de iPad2, maar er mag wel verwacht worden dat

het vooral een geüpdate iPad wordt met een krachtigere

processor en nieuwe hardwarematige aanpassingen.

Waar Apple altijd sterk in is geweest, en op welke basis

hun producten voornamelijk worden gekocht, is design

en een intuïtieve en flexibele gebruikerservaring. Daar

zullen ze vooral mee doorgaan.

Er is aldus een nieuwe markt die nog in zijn

kinderschoenen staat, maar in een razendsnel tempo

alle aandacht naar zich toe wil trekken. Waar dit toe

leidt is een stortvloed aan tablets. Het is makkelijk

om de rommel er tussenuit te halen, maar dan hou

je alsnog een stuk of tien tablets over die heel erg

vooruitstrevend zijn. Qua specificaties ontlopen de

tablets elkaar slechts minimaal, maar daarbij moet wel

gezegd worden dat het afhankelijk is van de doelgroep of

daar überhaupt naar gekeken wordt. Het belangrijkste

is welk besturingssysteem het beste uit de verf komt

en dat is natuurlijk afhankelijk van een groot aantal

factoren, zoals beschikbaarheid van applicaties en

gebruiksvriendelijkheid. Daarnaast moet ook het belang

van design niet onderschat worden. Het aparte blijft

echter dat de tablet een relatief nieuw medium is en het

nog maar de vraag is of er ruimte is voor de consument

om er überhaupt eentje aan te schaffen. Wat dat betreft

zijn de prijzen, die liggen tussen de 500 en de 800 voor

de interessante modellen en 200 voor de mindere, in

ieder geval vrij toegankelijk. Uiteindelijk wordt het dus

voor de consument een moeilijke taak om een tablet

te kiezen. Feit blijft echter dat, of we het nou willen of

niet, 2011 het jaar wordt van de ware openbaring van

tablets. 

Een overstroming aan producten, waardoor de

consument door de bomen het bos niet meer kan zien

Page 30: Xi 19.3

Toekomst

XI JAARGANG 19 / NR 330

Angry Birds

Een enorm succes op de iPhone, iPod Touch en nu

ook op de iPad. Meteen een stukje duurder, maar de

graphics zijn dan ook een stuk beter. De humoristische

oorlog tussen de vogels en de varkens gaat verder op de

tablet en wederom is het de taak van de gebruiker om

vogels af te schieten op houten stellages waar groene

biggen onder liggen. Doel van het spel is om deze

biggen dood te maken. Is je dat gelukt, dan ben je door

naar het volgende level waar weer een nieuwe lading

biggen ligt. De graphics, besturing en concept zijn bij

deze game allemaal goed uitgedacht. Geen onnodig rare

verhalen of plotwendingen; gewoon vogels knallen en

biggen killen. Simpel, verslavend en met een komische

invalshoek.

GodFinger All Stars

Het concept van het spel is simpel. Als gebruiker heb

je een eigen planeet waar poppetjes rondlopen die je

aan het werk kan zetten. Het enige echte werk wat er

te doen is, is goud verzamelen waarmee je gebouwen

kan bouwen om weer meer goud te verzamelen. Ook

verdien je punten waardoor je levels kunt stijgen en

je extra poppetjes of krachten krijgt. Als “baas” van

de planeet is het namelijk ook aan jou de taak de zon

te laten schijnen, het te laten regenen of desnoods

onweren. Met een grappige, kleurrijke wereld weet GF

All Stars voor een behoorlijke tijd best leuk te blijven.

De geluidjes zijn komisch en sluiten aan bij de gehele

vrolijkheid van het spel. Na een tijdje wordt het toch wat

saai en valt het spel in een vervelende herhaling.

De iPad als GameboyWat heeft Apples’ tablet de gamewereld te bieden?

Tablets gaan het maken in 2011. Wat betekent dat voor het gamen? Een kijkje in Apple’s App Store voor de iPad laat zien dat ook hier een behoorlijk aantal games klaarliggen voor een aanzienlijk lagere prijs dan die voor andere to go consoles PSP en DS. Xi bespreekt een selectie aan iPad games.

Door Stephen van den Hoek

Page 31: Xi 19.3

Toekomst

XI JAARGANG 19 / NR 3 31

The Mystery of the Crystal Portal

In Crystal Portal reis je als dochter van een bekende

onderzoeker de wereld af, op zoek naar verschillende

items. Op elke locatie liggen er een stuk of 20 die als in

een zoekplaatje aangetikt moeten worden. Het design

van het spel ziet er redelijk goed uit. De sfeer komt goed

over en er is veel aandacht besteed aan het ontwerpen

van de omgeving. Van Japan tot aan Zwitserland,

overal wordt gezocht. Jammer is dat sommige items

pas aanklikbaar zijn na het vinden van een ander item.

Het lijkt erop alsof de makers een te vaste volgorde van

aanklikken voor zich hadden en daar niet van af wilden

wijken. Het spel is hierdoor te simpel van opzet en wordt

ook nooit spannend of moeilijk. Na een tijdje wordt

het zoeken zelfs vervelend en weten de sporadische

minigames het ook niet spannender te maken. Het vele

werk dat is gaan zitten in het ontwerpen van de levels is

zonde, aangezien er weinig in deze levels te doen valt.

Mirror’s Edge

In 2007 kwam dit gelijknamige spel uit voor de

Playstation 3 en het zou mensen misselijk de console

hebben uit laten zetten. In het spel werd gespeeld

met evenwicht en het in balans houden van het

personage. De game voor de iPad zet dit door. Met je

wijsvinger bestuur je het hoofdpersonage Faith en

gebruik je verschillende vingercombinaties om haar

te laten springen, glijden of duiken. In een 2D wereld

à la Nintendo’s Mario beweegt Faith zich tussen de

gebouwen en rent ze van punt a naar punt b. De reden

waarom ze dit doet is niet duidelijk, laten we dit maar

op een pittige work-out houden. De eerste levels zijn

leuk en uitdagend maar bij het vijfde level treedt de

herhaling in en is het steeds meer van hetzelfde.

Hoewel de graphics vaak veelbelovend zijn laat de

uiteindelijke gameplay hier en daar wat steken vallen.

Er is uiteindelijk sprake van veel herhaling waardoor de

game snel saai wordt. Updates met nieuwe elementen

voelen dan vaak wat verplicht aan en maken de game

vaak niet veel leuker. Dit geldt niet voor Angry Birds:

daar worden updates met open armen ontvangen. Voor

het echte gamewerk heb je toch meer aan andere to-go

consoles als de PSP of aan de DS, die qua gameplay

vaak een veel beter spel aanbieden. Het wordt tijd dat

gameontwikkelaars uitvinden hoe de iPad een succesvol

gameplatform kan worden.

Page 32: Xi 19.3

Fenomeen

XI JAARGANG 19 / NR 332

Fenomeen:

Steve Buscemi

Door Peter Augustinus Smet

De naam Steven Buscemi is er één die jarenlang

bij het grote publiek geen belletje deed

rinkelen. Zijn acteerprestaties bestonden

grotendeels uit bijzondere bijrollen, waarin hij schitterde

met zijn typische neurotische spel. Zijn grote doorbraak

bleef echter weg. Hij leek gedoemd om in deze bijrollen

te blijven steken, net als alle andere acteurs met een

bijzonder uiterlijk. Iedereen wist over wie je het had

wanneer je de lijzige kidnapper Carl Showalter uit Fargo

noemde, maar niemand wist dat hij gespeeld werd door

Steve Buscemi.

Dat dit geheel onterecht is, blijkt wel wanneer we

naar zijn oeuvre kijken. Net als John Goodman en

John Turturro, maakt Steve Buscemi deel uit van de

standaardcast van de gebroeders Coen. Deze regisseurs

staan erom bekend het uiterste van hun acteurs te

vergen, wat wij terugzien in de verscheidenheid aan

rollen die Buscemi voor hen gespeeld heeft.

Zo zien wij hem in Barton Fink, waarin hij de over­

optimistische piccolo Chet vertolkt. In deze film valt hij

op omdat hij, in tegenstelling tot alle andere personages,

zonder enig achterliggend motief, heel erg aardig is.

Het is een mysterieus personage dat niet in Hollywood

thuishoort, waardoor het onmenselijke en corrupte van

Hollywood wordt benadrukt.

Het is dit type misplaatst figuur die een rode draad

vormt in de rollen van Buscemi. Zijn personage wordt

vaak gebruikt om de absurditeit van een situatie aan te

tonen, waarbij de kijker zich constant afvraagt hoe zijn

personage eigenlijk in deze film beland is. Zo ook in The

Big Lebowski, waarbij Donny’s zachtaardige en rationele

persoonlijkheid zover afstaat van die van The Dude en

Walter, dat het een raadsel is hoe zij ooit bevriend zijn

geraakt. Niet alleen als acteur is hij een vreemde eend

in de bijt, maar ook als personage.

Niet dat Buscemi onnatuurlijke rollen speelt. Juist

in de twee bovengenoemde films, is hij een normaal

personage in een abnormale wereld. Zijn personages

zijn essentiëel in het blootleggen van absurdisme in

de Coen­films, waarvan Carl Showalter het ultieme

voorbeeld is. In de wereld van Fargo, waar een man

losgeld probeert te vangen voor de kidnapping

van zijn vrouw en waarin iemand lijken door de

houtversnipperaar haalt, speelt Buscemi de enige

normale rol. Door zijn ogen, als doodgewone crimineel,

zien wij als kijker hoe de kidnapping op volledig bizarre

wijze uit de hand loopt.

Het misdaadgenre is favoriet voor Buscemi. Het was

te bewonderen als gangster in onder andere Miller’s

Crossing (1990), Reservoir Dogs (1992) en The Sopranos

(1999). Voor zijn dodelijke optreden als Tony Blundetto,

de neef van Tony Soprano, heeft hij een Emmy­

nominatie mogen ontvangen. In deze serie vinden wij

Niet alleen als acteur is hij een vreemde eend in de bijt, maar ook als personage.

Steve Buscemi werd jarenlang afgedaan als Hollywoods misplaatste figuur. Bij nadere bestudering van zijn oeuvre, blijkt dit echter geheel onterecht te zijn.

Page 33: Xi 19.3

Fenomeen

XI JAARGANG 19 / NR 3 33

ook het andere talent van Buscemi: regisseren. Ook

hierin komt zijn veelzijdigheid als artiest naar boven.

De door hem geregisseerde Sopranos­aflevering Pine

Barrens wordt gezien als één van de hoogtepunten van

de serie.

Ook met komedie kan de regisseur Buscemi uit de

voeten, zoals hij bewees met een aflevering van 30 Rock

en meerdere afleveringen van Nurse Jackie. Ook heeft

hij een aantal speelfilms geregisseerd, die allen lovend

zijn ontvangen door de filmpers. Interessant is dat zijn

meest recente film, Interview (2007), de Amerikaanse

versie was van Theo van Goghs Nederlandse origineel.

Grote kassuccessen zijn de door hem gerisseerde films

echter niet geworden. Sterker nog, de meesten hebben

niet eens de productiekosten terugverdiend. Dit valt

grotendeels te wijten aan het feit dat zijn films bedoeld

waren voor filmfestivals. Het grote publiek vond ze te

kunstzinnig, wat ook blijkt uit het grote verschil tussen

de scores van websites zoals IMDb en het oordeel van

de recensenten.

Na al zijn jaren als bijrolacteur en kunstzinnige

regisseur, leek het niet waarschijnlijk dat hij ooit nog zijn

grote doorbraak zou krijgen. Martin Scorsese dacht hier

gelukkig anders over. Na twintig jaar op het witte doek

te hebben gestaan, is Buscemi eindelijk Enoch ‘Nucky’

Thompson. Met zijn glansrol in Boardwalk Empire, heeft

Buscemi in één televisieseizoen een Golden Globe en

een Screen Actors Guild Award mogen ontvangen.

Hoewel de historische Nucky de inspiratie voor Tony

Soprano was, leent de fictieve Nucky zich perfect voor

Buscemi. Als corrupte politicus tijdens de drooglegging

in Amerika, worstelt Buscemi zichtbaar met de criminele

verlokkingen van de illegale handel. Waar Tony Soprano

een Italiaanse bulldog was, is Nucky een veel fragieler

personage, zowel lichamelijk als geestelijk. Want Nucky

is nog geen gangster; hij is een rijke schatbewaarder,

getraumatiseerd door het verlies van zijn vrouw.

Eindelijk heeft hij de hoofdrol, en terecht. Niet langer is

hij het misplaatste figuur, wiens verschijningen te lang

onopgemerkt zijn gebleven.

Steve Buscemi in Boardwalk Empire

Page 34: Xi 19.3

Recensie: film

The Fighter

Na Rocky, Raging Bull, Ali, Million Dollar Baby,

Cinderella Man en vele, vele andere films

kun je je afvragen hoeveel meer boksfilms

we nog nodig hebben, en wat een nieuwe film nog

kan toevoegen aan het genre. The Fighter laat in ieder

geval zien dat er niet heel veel vernieuwends meer te

brengen valt. Het script is een conventioneel rags-to-

riches­verhaal, maar met een zeer interessant element:

de relatie tussen bokser Mickey Ward en zijn broer

Dickey Eklund.

David O. Russels regie is absoluut fantastisch. Zijn

gebruik van de camera – die nog steeds een losse,

handheld en duistere look uit indiefilms heeft – voegt

veel toe aan de atmosfeer en energie die de film probeert

te vatten. De opzet van de scènes is perfect, en hij laat

de acteurs grotendeels hun gang gaan. Soms houden ze

zich aan het script, maar vaker praten ze gewoon door

elkaar heen. Russel gebruikt tijdens de boksscènes een

interessante techniek door deze te filmen alsof ze op

televisie worden uitgezonden: goedkope videokwaliteit,

multi­camera set­ups, het hele pakket. De camera’s

vangen alles op, inclusief fouten en spontane,

ongecontroleerde bewegingen die weer iets toevoegen

aan die losse en realistische stijl van de film.

Door Bart Delwig

XI JAARGANG 19 / NR 334

Maar uiteindelijk is dit een film over twee broers die hun

innerlijke demonen overkomen en obstakels ontwijken

om hun gezamenlijke doel samen te bereiken. En net

als bij iedere character-based film, hangt het succes af

van het acteerwerk. Gelukkig is het op dit gebied waar

de film het meest slaagt. Mark Wahlberg scoort een

voldoende als Mickey Ward. Zijn rol is niet spectaculair,

maar volstaat genoeg om de film te dragen. Echter, de

acteurs die de bijrollen vertolken stralen allemaal stuk

voor stuk. Christian Bale is werkelijk het hoogtepunt

van de film . Hij steelt de show als Mickey’s oudere,

drugsverslaafde broer en trainer. Als bokser is hij is een

schaduw van wat hij was, maar weet nog steeds hoe je

een goede wedstrijd neerzet. Bale geeft alles wat hij te

geven heeft, zowel in zijn uiterlijk (mager, uitpuilende

ogen, kalend) maar ook in zijn grootse performance.

Bale verdient alle lof die hij zal gaan krijgen voor deze

rol.

Maar ook de vrouwelijke rollen zijn de moeite waard

om te noemen. Zowel Melissa Leo als Amy Adams

spelen een rol ver buiten hun comfort zone. Adams,

die nooit echt haar harde kant heeft laten zien, vult

haar rol geweldig in en creëert een diep personage uit

iemand die anders een onderschreven karakter zou zijn.

Hetzelfde geld voor Leo: haar karakter had compleet

ééndimensionaal kunnen worden, maar Melissa Leo

geeft een soort menselijkheid mee aan haar karakter

die haar meer triest dan gemeen maakt.

Uiteindelijk vertelt The Fighter een redelijk conventioneel

verhaal op een interessante manier. Het is een film die

overdramatisch en zwaar had kunnen worden in de

verkeerde handen, maar Russel en zijn cast zetten een

zeer specifieke atmosfeer neer die de film een gevoel van

realisme meegeeft. Deze unieke energie in combinatie

met een indrukwekkende cast zorgen ervoor dat de film

het niveau van zijn script overstijgt.

Page 35: Xi 19.3

Recensie: film

XI JAARGANG 19 / NR 3 35

Personages Hanna en Simon hadden zo de buren kunnen zijn

Ha n n a ( So p h i e Ro i s )

en Simon (Sebast ian

Schipper) wonen samen.

Ze hebben al jaren een relatie,

een mooi huis en een leuk stel

vrienden. Van kinderen is het

nog niet gekomen. Eén van hen

is waarschijnlijk onvruchtbaar.

Wanneer Sophie op haar werk in

aanraking komt met de charmante

Adam (Devid Striesow) verandert

er wat in haar relatie met Simon.

Ze begint een affaire met Adam.

Ondertussen zit Simon niet lekker

in z’n vel. Worstelend met een

zieke moeder, een wankele baan

en zaadbalkanker, heeft Simon

gelukkigere periodes meegemaakt.

Na zijn operatie ontmoet hij iemand

in het zwembad waar ook hij een

affaire mee begint: Adam.

Zo simpel klinkt het. Zo simpel

houdt Tykwer het ook. Niemand

komt gestileerd over, niemand komt

met veel make­up in beeld. Hanna en

Simon hadden zo de buren kunnen

zijn. Ze zijn mooi op hun eigen

manier, in hun eigen omgeving.

Door herkenbare situaties en

problemen wordt het makkelijk om

je met de karakters te identificeren,

terwijl ze leuk blijven om naar te

kijken.

Sophie Rois is ontzettend sterk in

de rol van Hanna, waarin ze op een

komische manier om gaat met de

stress op haar werk en de problemen

met Simon en Adam. De gesprekken

in de film voelen niet geforceerd aan

en veel van de grapjes zijn ook echt

leuk. Rois en Sebastian Schipper

overtuigen als duo, met elk zijn

of haar eigen problemen. Devid

Striesow is in zijn rol iets minder,

wat wellicht komt door de dubieuze

rol die hij speelt. Zijn acteerwerk

ligt er vaak net tegen aan en komt

zodoende niet helemaal tot zijn

recht.

Tykwer ondersteunt zijn drie acteurs

met goede bijrollen, een slim en

grappig geschreven script, mooie

Berlijnse locaties (die gelukkig niet

de tien mooiste plekken van de stad

laten zien), een sterke soundtrack

en een stel leuke technische

montagetrucjes die de film een boost

geven als deze even lijkt in te zakken.

Sophie Rois steelt de show als Hanna

maar ook Sebastian Schipper speelt

Simon op een overtuigende manier.

Tykwer zit comfortabel op de

regisseursstoel en mag daar ook nog

wel even blijven zitten.

3De Duitse regisseur Tom Tykwer is een veelzijdig man. Voor veel van zijn films fungeerde hij als regisseur, schrijver en schreef hij tevens de muziek. Voor zijn nieuwste film 3 laat hij de muziek vallen, hij beperkt zich tot de schrijftafel en regisseursstoel. Met onder andere Lola Rennt en Perfume op zijn CV keert Tykwer terug naar de bioscoop met 3.

Een Duits ménage à trois

Door Stephen van den Hoek

Page 36: Xi 19.3

Recensie: televisie

XI JAARGANG 19 / NR 336

Komen Eten

Wie is de chef?, Smaken verschillen, Top chef en

Over de kook: Nederland wordt de laatste

tijd overspoeld met kookprogramma’s.

Terwijl veel Nederlanders voor de afhaalchinees of

opwarmmaaltijd kiezen, blijken ze toch tijd genoeg te

hebben om dagelijks naar één van deze programma’s te

kijken en te genieten van de kookkunsten van anderen.

De vraag die echter bij mij opkomt na het kijken naar

het ogenschijnlijk ‘nieuwe’ kookprogramma Komen eten

op SBS6 is dan ook: hoeveel eetprogramma’s kunnen

we nog aan?

“Vier uiteenlopende Nederlanders die elkaar niet

kennen, gaan één week voor elkaar koken.” Met deze

woorden begint de voice­over het programma, hopend

dat de kijker niet opmerkt dat dit ‘format’ de laatste

jaren al meerdere malen is gebruikt. Al snel krijgen

we deze ‘uiteenlopende’ kandidaten te zien, inclusief

hun woning en leefomgeving, wat ons als kijkers een

kijkje geeft in het leven van de deelnemers, en wat

de diversiteit van de kandidaten versterkt. Zo zien we

een aflevering waar een welgestelde, slanke, blonde

accountant mag koken voor een duidelijk minder

gestelde oudere vrouw, een Russische fotograaf en een

jonge, Turkse theatermaker.

Elke dag wordt er door een deelnemer een driegangen­

menu gekookt voor de anderen, die op hun beurt deze

persoon op basis van gezelligheid, gastvrijheid en

kooktalent moeten beoordelen. Klinkt bekend? Dit kan

komen, doordat er vorig jaar in het Net5­programma

Smaken verschillen al op precies dezelfde wijze

beoordeelding plaatsvond. Ook Wie is de chef? gebruikte

dit format, maar wist door een verrassingselement nog

enigszins spanning in het programma aan te brengen.

Door Judith Willems

SBS6 heeft al vaker bewezen dat ze gespecialiseerd zijn

in programma’s zonder originaliteit, en dat is ook dit

keer het geval.

Met geweldig simpele woordgrappen zoals ‘inpeperen’

en het geven van ‘ongezouten kritiek’ probeert de voice­

over nog wat leven in de brouwerij te brengen, maar

dat het programma ‘uitgekookt’ en ronduit onorigineel

is valt niet te ontkennen. Het enige amusante is de

plaatsvervangende schaamte, die snel verandert in

leedvermaak, wanneer er pijnlijke stiltes vallen aan tafel

en de amateurchefs blunderen in de keuken.

Toch zijn er gemiddeld meer dan 400.000 mensen die

hun buik nog niet vol hebben van dit eetprogramma en

dagelijks genieten van de ‘kokende mensen’ op SBS6.

Als zoveel kijkers dagelijks inspiratie opdoen van de

gerechten die worden gekookt, genieten van de blunders

die er worden gemaakt of zich kunnen identificeren

met de ‘gewone’ Nederlanders die in het programma

worden afgebeeld, wie ben ik dan om roet in het eten

te gooien?

Komen Eten is elke werkdag om 20.00 te zien op SBS6

Waar de buik van vol is…..

Page 37: Xi 19.3

Recensie: televisie

XI JAARGANG 19 / NR 3 37

LevensliedEen lofzang op korenDoor Jeroen Slot

Was een zangkoor een aantal jaar geleden

nog stoffig en ouderwets, tegenwoordig

kun je er tijdens een verjaardag rustig voor

uitkomen er lid van te zijn. In Nederland heerst een

echte koorcultuur met een grote variatie, zowel van

Christelijke als popkoren. Met de nieuwe dramaserie

Levenslied heeft de NCRV dan ook een onderwerp te

pakken, dat veel mensen zal aanspreken.

Levenslied vertelt het verhaal van het Haarlemse koor Bij

Hoog en Laag, bestaande uit leden uit allerlei rangen

en standen, in een gedramatiseerde vorm. Juist doordat

de personages verschillen van een advocaat tot een

eigenzinnige vrijbuiter, biedt de serie een breed scala

aan thema’s. Van een zoon die je niet meer mag zien, tot

een depressieve man. Het laatste is het geval bij Elske

(Caro Lenssen). Haar man is de depressieve componist

Nicolai, die thuis de sfeer verpest. Elke poging die

zij onderneemt om het leven te veraangenamen,

wordt door Nicolai op botte wijze afgewimpeld. Deze

componist wordt, opmerkelijk genoeg, gespeeld door

Antonie Kamerling, de acteur die na een lange depressie

eind vorig jaar zelfmoord pleegde. Door de constante

neerslachtigheid van zowel Nicolai als Elske, blijven

deze personages echter vlak en eendimensionaal.

De andere personages zijn een stuk beter uitgewerkt.

Juist de variatie aan emoties maakt televisiedrama

interessant en aangrijpend. In het bijzonder geldt dit

voor het personage Lucas van Ommeren (Hans Dagelet),

een introverte zakenbankier die nog maar kort bij het

koor zit. Dagelet zet juist door deze introvertheid te

benadrukken een ongrijpbaar personage neer, waardoor

hij direct kan rekenen op sympathie.

Met Levenslied heeft de NCRV haar eigen succesvolle

drama, zoals de KRO de succesvolle Schaep­serie

uitzendt. De series hebben nog meer overeenkomsten.

Niet alleen draait het om (ogenschijnlijk) gewone

mensen, maar ook de muziek speelt een beide series

een grote rol. De nummers zijn bij Levenslied divers en

bovendien door de acteurs zelf gezongen. Muziek kan

in televisiedrama snel de sfeer en snelheid uit een serie

kan halen, maar daar is hier nauwelijks sprake van. Door

in de montage de muziek van koor te versnijden met

beelden van de individuele sores, wordt het aangrijpend

en wordt de binding van de koorleden benadrukt.

Levenslied is al met al een zeer geslaagde serie. Weliswaar

is gewone­mensen­televisie geen zeldzaamheid, in

dit geval wordt door de variatie in personages en

thematiek, iets toegevoegd aan een uitgekauwd genre.

Eveneens zijn de acteerprestaties die worden neergezet

niet storend of ondermaats, iets dat in Nederlands

televisiedrama helaas nog vaker regel dan uitzondering

is.

Levenslied is elke donderdag om 21.30 te zien op Nederland 1

Page 38: Xi 19.3

Recensie: nieuwe media

XI JAARGANG 19 / NR 338

Dead Space 2

Het is onbegrijpelijk dat er sinds Alien niet

meer hoogstaande sciencefiction horrorfilms

zijn uitgekomen die zich afspelen in de

ruimte. De mysterieuze omgeving die ruimte biedt en

de vijandige aliens zijn namelijk perfecte ingrediënten

voor een geslaagde horrorervaring. EA had dat door en

maakte met deze elementen de game Dead Space, die

qua opbrengsten tegenviel, maar desondanks een goede

basis opleverde voor een welkome sequel.

In 2008 waaide er een frisse wind door het gamebedrijf

EA, waar onder andere de nieuwe franchise Dead Space

uit voortkwam. Hoewel de game commercieel gezien

tegenviel, besefte EA dat ze een pareltje in handen

hadden. Ondertussen zijn een comic en een aantal spin-

offs verschenen en nu dus ook een vervolg. Zoals we

gewend zijn uit de filmindustrie, lijdt ook Dead Space

2 aan het sequel­syndroom; niks veranderen en meer

van alles. Dit is echter geen negatieve ontwikkeling,

integendeel: het zorgt voor een spectaculaire game met

een unieke horrorervaring.

Het verhaal begint met een memo rabele openings­

scène,waarin de lat torenhoog wordt gelegd qua blood &

gore. Isaac Clarke, de hoofdpersoon uit het eerste deel,

ontwaakt uit een coma en ziet hoe de Necromorphs het

ruimtestation Sprawl binnendringen. In de filmische

scènes wordt expliciet getoond hoe lichamen worden

opengescheurd en lichaamsdelen veelvuldig door

de omgeving vliegen. Vanaf moment één word je

vervolgens achternagezeten door tientallen aliens,

waardoor je hartslag een piek bereikt die pas weer

daalt wanneer de game afgelopen is. Deels komt dat

door het verhaal, dat weliswaar geen geniaal plot kent,

maar wel een goed gebalanceerde basis biedt voor een

geloofwaardige ervaring. De filmische onderbrekingen

doen een hoop goed voor de sfeer en de dynamiek van

de game. Je zult dan ook veel scripted events tegenkomen

die weliswaar voorspelbaar en simpel zijn, maar het

tempo wel lekker hoog houden.

Aan de ene kant kun je het jammer vinden dat Dead

Space 2 de makkelijke kant kiest door de game een stuk

meer Hollywood te maken. De keerzijde van al het

spektakel is namelijk dat de game inlevert aan opbouw

en subtiliteit. Vooral de balans tussen het toeleven

naar vijanden en de daadwerkelijke confrontaties is

niet helemaal optimaal. Het rondlopen in de knap

ontwikkelde en schitterend ogende omgevingen zorgt

op zichzelf weliswaar al voor een opgejaagd gevoel, het

daadwerkelijk introduceren van massa’s vijanden wordt

vaak pas gedaan als je al in een shoot-out zit. Het had de

game qua horror goed gedaan, als men wat subtieler

was in het introduceren van vijanden.

Dit zorgt er uiteindelijk voor dat Dead Space 2 laat zien

wat er mis is met de Amerikaanse horrorideologie. Vaak

wordt gekozen voor spektakel met veel geschreeuw

en een hoop bloed. De sfeer en de interactie met de

omgeving en vijanden zijn echter zo verfrissend en

beklemmend ­ en daarmee hebben horrorgames een

voordeel op horrorfilms ­ dat we toch kunnen spreken

van een unieke en onderhoudende game.

Een spectaculaire game met een vrijwel unieke horror-ervaring

Door Bas Bastiaans

Page 39: Xi 19.3

Recensie: nieuwe media

XI JAARGANG 19 / NR 3 39

Mario Sports Mix

Het is een wonder dat Mario, na al deze jaren,

nog steeds over zijn volle buikje beschikt.

Karten, tennissen, golfen: Nintendo’s

mascotte heeft zich met bijna iedere populaire sport

wel weten te vermaken. Kenmerkend voor deze titels

is altijd de toegankelijkheid geweest, naast de grotere

diepgang voor hen die er de tijd in steken. Zo is Mario

Kart Wii perfect geschikt om met je kleine broertje of

zusje te spelen, maar kan je online tal van strategieën

loslaten op nietsvermoedende tegenstanders. Weet

Mario Sports Mix deze balans ook te behalen of is dit

Mario’s eerste blessure?

Waar Mario zich in het verleden altijd op een enkele

sport heeft gericht, is het deze keer aan de speler uit

maar liefst vier verschillende bezigheden te kiezen:

volleybal, hockey, basketball en trefbal. Verschillend

als deze disciplines in het echt mogen zijn, in deze

game hebben ze bijzonder veel van elkaar weg. Dit is

grotendeels te wijten aan de controls, die niet veel meer

van de speler vragen dan furieus met de controller te

schudden. Voeg hierbij de voor een Mario­sporttitel

typerende power­ups en je hebt een spel dat eerder

chaotisch dan strategisch verloopt.

Wat de game dan weer, zoals gewoonlijk bij Nintendo,

goed doet, zijn de onovertroffen productiewaarden.Van

overzichtelijke menu’s tot gelikte graphics en animaties,

op esthetisch niveau is er weinig aan te merken op Mario

Sports Mix. Het grote probleem is alleen dat er zeer

weinig schuilgaat achter dit laagje verf. De verschillende

sporten zijn in niets zo diepgaand en uitgebreid als in

Mario’s vorige sportgames en niet talrijk genoeg voor

een minigameverzameling à la Mario Party of Mario &

Sonic at the Olympic Games.

Dit gebrek aan content probeert ontwikkelaar Square

Enix te verhullen met de toevoeging van Final Fantasy­

personages, de ondersteuning van Mii­characters en

een flink assortiment aan power­ups, speciale moves

en banen. Aanvankelijk zul je dan ook onder de indruk

zijn van wat het spel allemaal biedt, maar al snel zal

de realiteit zich opdringen: er is hier simpelweg

niet genoeg om je lang gefascineerd te houden. De

mogelijkheid bestaat om, naast offline, ook online de

uitdaging aan te gaan, maar zonder ervaringspunten,

vrij te spelen content en, alweer, met een gebrek aan

diepgang, begint ook dit vlug te vervelen.

Uiteindelijk heeft Nintendo met Mario Sports Mix

zijn eerste echte blunder te pakken met de Mario­

sportserie. Nee, de game is zeker niet abominabel en

weet ook, zij het kort, flink te vermaken. Het is moeilijk

niet te glimlachen als je één van Nintendo’s bekende

personages zijn of haar speciale move uit te zien voeren,

overdreven geluiden en bewegingen incluis. Dit is

echter niet genoeg om de game terug te stoppen in je

Wii na de eerste speelsessie. Nintendo, volgende keer

gewoon zelf de ontwikkeling van een dergelijke titel op

je nemen. Net als Square Enix’ vorige poging met een

Mariogame, Mario Slam Basketball voor de Nintendo

DS, schiet dit spel jammer genoeg naast het net.

De eerste echte blunder van de Mario-sportserie

Door Freek Ronner

Page 40: Xi 19.3

Recensie: nieuwe media

XI JAARGANG 19 / NR 340

Films ‘De films van de Tjechische stop­motionanimator

Jan Svankmajer. Hij is een surrealist zoals ze horen

te zijn. Niet het postersurrealisme van de Dali­

imitators, maar puur en oprecht. Hij zet op een

heel geloofwaardige manier de realiteit naar zijn

hand. Hij creëert geen nieuwe wereld, maar pakt de

onze en brengt daar wijzigingen in aan. Vooral zijn

verfilming van Alice in Wonderland is de moeite waard:

hij blijft heel trouw aan het boek, maar is tegelijk

een typische Svankmajerfilm. Op Youtube zijn veel

van zijn korte films te vinden. Mensen die van David

Cronenberg houden moeten zeker eens gaan kijken.’

Televisie ‘Ik hou van tekenfilms die grappig zijn op

de manier waarop tekenfilms bedoeld zijn, zoals Ren &

Stimpy en The Marvelous Misadventures of Flapjack. Wat

dat laatste betreft zitten we in een spannende periode ­

het is voor het eerst sinds decennia dat tekenfilms weer

echt grappig durven te zijn. Natuurlijk hebben we de

satirische series zoals The Simpsons en South Park, maar

hun humor ligt niet in de animatie; dat zijn eigenlijk

geen tekenfilms, maar getekende komedieseries. Heel

lang waren er nauwelijks tekenfilmseries die de nadruk

legden op de animatie. Na de komst van Ren & Stimpy

kwam daar verandering in, men durft nu langzaamaan

weer meer op dit gebied. Overigens kijk ik geen televisie,

series kijk ik via het internet of ik koop ze op DVD.’

Door Julius Koetsier

Games ‘Hoewel ik geen nee zeg tegen RPG of RTS,

en me prima weet te vermaken met GTA, vind ik

experimentele games het interessantst. In de meeste

games heb je een lineaire gameplay: je loopt door

ruimtes, verslaat vijanden, pakt objecten op, en speelt

het van te voren vastgestelde verhaal uit. Met de

mogelijkheden die de game als medium biedt is het

enorm beperkt. Het doet me denken aan de beginjaren

van de film; ook toen werden vermakelijke dingen

gemaakt, maar zoals later gebleken is, is film tot veel

meer in staat. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook geldt

voor games. De eerste stappen in de juiste richting zien

we bij onlinegames als Hansel & Gretel, I Wish I Were

The Moon en Loved. Deze korte browsergames zijn niet

alleen visueel enorm sterk, maar verkennen ook de

verschillende manieren waarop een spel gespeeld kan

worden.’

Internet ‘Ik hou erg van de creaties van Vectorpark. De

juiste benaming is ‘webtoys’, maar wat hij maakt hangt

eigenlijk tussen kunst, vermaak en game in. Met name

Windosill en Feed The Head bieden oeverloos vermaak.

Mijn favoriete YouTube­kanaal van het moment is

EpicMealTime. Zoals de naam al impliceert is het een

kanaal waarop recepten gedeeld worden die, nou ja, epic

zijn. Kostelijk vermaak voor ieder die geen veganist of

anorexiapatient is.

Smaakmaker: Masha

Xi interviewt elke editie een Media & Cultuurstudent over diens mediavoorkeuren. Masha Pikulina (24) is vierdejaars, richting Film. Ze schreef haar bachelor-scriptie over Amerikaanse en Sovjetpropaganda in de Koude Oorlog.

Smaakmaker

Page 41: Xi 19.3

Column

XI JAARGANG 19 / NR 3 41

Spattende zeepbellen

Een mens went aan alles. Ook New York is uiteindelijk, na een langgerekte periode van zenuwen, inpaklijstjes en Empire State of Mind op vol volume, ook “gewoon” de stad waarin ik leef geworden. Toen ik onlangs mijn favoriete Woody Allen-film Manhattan opnieuw keek, voor het eerst sinds een speciale openluchtvertoning in Central Park in augustus, viel me op hoeveel van de magie en de glans naar de achtergrond verdwenen was. Ineens besefte ik me dat ik alle plekken uit de film in het echt ken – ik weet hoe ze voelen, hoe ze ruiken, hoeveel herrie het verkeer maakt en hoe chagrijnig de mensen er vaak zijn. Ik weet dat ze niet bestaan in zwart-wit, pulserend op de prachtmuziek van George Gershwin.

Toch wil ik ervoor pleiten dat gewenning ook zijn voordelen heeft. Als de zeepbel eenmaal uiteengespat is, kun je namelijk wel helder naar de dingen kijken. Een voorbeeld hiervan was een gesprek dat ik onlangs had met John Cameron Mitchell, regisseur van Hedwig and the Angry Inch, Shortbus, en nu ook Rabbit Hole. Hij vertelde mij hoe hij had gewerkt met Nicole Kidman, de hoofdrolspeelster in de film. Hoe moeilijk het was om nog enige emotie uit haar met botox bezaaide gezicht te puren. En hoeveel verschil het maakte om een lok haar voor haar gezicht te kammen en de missende emotie te suggereren. Dat is dus het échte Hollywood. (Overigens was ook het “echte” Hollywood dat John Cameron Mitchell mij als Nederlander bijzonder “exotic” vond en me maar al te graag uitnodigde voor zijn drag queen party in downtown New York – maar dat terzijde.)

En sinds mijn aankomst aan deze kant van de oceaan zijn meerdere zeepbellen op genadeloze wijze om zeep geholpen (pun possibly intended). Niet lang geleden liet Sofia Coppola zich zien op Columbia University, met haar nieuwste film Somewhere. Buiten het gegeven dat de film niet bijster blaakte van de wereldschokkende kwaliteiten, bleek ook la Coppola zelf niet het wunderkind waar velen haar voor uitgemaakt hebben. Als groot fan van Lost in Translation – nog altijd één van de allerbeste films van de afgelopen vijftien jaar, mijns inziens – had ik echt gehoopt dat ze dit zou zijn. Meer en meer kwam ik er echter achter tijdens de lange Q&A na afloop dat ze in het verleden “gewoon” heel veel gelukstreffers heeft gehad.

Het werkt ook in positievere zin. Darren Aronofsky bleek allesbehalve de verwaande blaag waar hij voor uitgescholden werd toen hij Black Swan kwam vertonen bij Columbia’s School of the Arts. Britse acteerkanonnen Alan Rickman, Fiona Shaw en Lindsay Duncan bleken van dichterbij, op het podium in het Brooklynse BAM-Theater, alleen maar indrukwekkender. Maar over het algemeen is deze hele wereld toch wel “gewoon” een wereld met Amerikanen die vaak net mensen zijn.

Een P.S.: er is één iemand wiens zeepbel niet uit elkaar gespat is – simpelweg omdat hij die zeepbel is. En dan heb ik het natuurlijk over Werner Herzog. Das ist ja doch selbstverständlich!

Door Jordi Wijnalda

Page 42: Xi 19.3

Waarheen/Waartoe

True Grit Een pure genrefi lm en daardoor een zeldzaamheid in hun oeuvre, maar tegelijkertijd typisch Coen Brothers.Julius Koetsier

The King’s SpeechAdversity doesn’t build character, it reveals it. Maryama Marong

Een geslaagd Brits drama met een inspiratieloze soundtrack.

Stephen van den Hoek

XI JAARGANG 19 / NR 342

Biutiful Een kunstzinnige lijdenswegPeter Augustinus Smet

Simon Werner A Disparu Kent goede momenten, maar is als highschool­drama te vlak en als thriller niet overtuigend genoeg.Timo Koren

Black Butterflies Alleen voor mensen die nog niet Carice van Houten­moe zijn.Bart Delwig

Blue Valentine Intens drama met briljant acterende Ryan Gossling en Michelle Williams, over hoe ingewikkeld en intens liefde is. Briljant.Sacha Gertsik

Yogi Bear Lelijke vervorming van een klassieke tekenfilm. Ook voor de allerkleinsten niet leuk.Julius Koetsier

Black SwanDit geweldige verhaal houdt je van begin tot einde op het puntje van je stoel,  het geeft spanning en passie een hele nieuwe betekenis.

Mahlia Joenoes

Zelden worden horror en drama zo sterk gecombineerd. De thematiek van The Wrestler met de overweldiging van Requiem for a Dream.

Julius Koetsier

Heerlijk verwarrende, psychologische thriller die zowel prachtige balletscènes heeft als heerlijke mindtwisters.

Stephen van den Hoek

Barney’s Version Paul Giamatti laat weer eens zien waarom hij één van Hollywoods meest ondergewaardeerde acteurs is.Bart Delwig

Page 43: Xi 19.3

Waarheen/Waartoe

XI JAARGANG 19 / NR 3 43

The Mechanic Niet je alledaagse automonteur.Naduba Gureeva

Incendies Oscargenomineerd Canadees drama dat de kijker geen moment loslaat.Sacha Gertsik

Silent Souls Ingetogen, sinister en poëtisch Russisch drama.Timo Koren

Never Let Me Go Spannende film die je vanaf het begin in een grip houdt en je niet meer laat gaan.Bart Delwig

The HoleTe eng om met je kleine neefje heen te gaan, te slap voor een avondje goede spanning. Stephen van den Hoek

Dante’s nieuwste is geen meesterwerk, maar wel ongelooflijk leuk! Bart Delwig

Just Go With It Adam Sandler is voor het eerst in tijden weer echt leuk.Bart Delwig

127 Hours Wederom een geniale film van Danny Boyle. Mijn Oscarwinnaar voor beste acteur en beste film.Stephen van den Hoek

A Thousand Words Een film zegt meer dan duizend woorden.Madina Gireeva

The Fighter De mannelijke versie van Million Dollar Baby.Madina Gireeva

Rabbit Hole Indrukwekkende film met sterke rollen van Nicole Kidman en Aaron Eckhart.Maryama Marong

Somewhere Een meditatieve beschouwing van het leven als filmster en vader, die zich makkelijk laat lezen als een reflectie van de regisseuse Sofia Coppola op haar eigen leven en relatie met haar vader Francis Ford Coppola.Sacha Gertsik

Legenda

SlechtMatigGoedZeer goed

Page 44: Xi 19.3