Xi 19.3
description
Transcript of Xi 19.3
XI JAARGANG 19 / NR 3 1
februari / maart 2011JAARGANG 19
Steve Buscemi Van bijrol naar glansrol
film | televisie | nieuwe media
En verder...
Bits of Freedom
IFFR 2011
Russia Today
In samenwerking met
OFF-SCREENS t u d i e v e r e n i g i n gM e d i a e n C u l t u u r
Advertentie
XI JAARGANG 19 / NR 32 WWW.FILMFREAKS.NL
Untitled-1 1 18/2/11 17:32:13
XI JAARGANG 19 / NR 3 3
InhoudsopgaveJaargang 19, nummer 3
KORTOM6 Online je eigen fotokwartet ontwikkelen?7 Shameless: schaamteloos Brits, beschamend Amerikaans?
ARTIKELEN10 Omroepprofilering: van drie keer de Volkskrant naar drie keer niks12 Interview: Stuntman Dickey Beer22 Patricia Pisters over de macht van Hollywood24 Geschiedenis: films over de Rwandese genocide28 Toekomst: 2011 wordt het jaar van de Tablets30 De iPad als gameboy?
RUBRIEKEN5 Column: Yannick van der Kroft21 Docentencolumn: Reinder Rustema40 Smaakmaker: Masha41 Column: Jordi Wijnalda42 Waarheen/Waartoe
RECENSIES34 Film: The Fighter35 Film: Drei36 Televisie: Komen Eten37 Televisie: Levenslied38 Game: Dead Space 239 Game: Mario Sport Mix
32 FenomeenSteve Buscemi
Op de cover En verder
14 IFFR 2011Interviews met David Verbeek en de makers van Wasted Youth
18 Russia Today24 uur per dag op de Amerikaanse tv
8 Bits of FreedomStem van de internetgeneratie
WWW.FILMFREAKS.NL
Untitled-1 1 18/2/11 17:32:13
Redactioneel
XI JAARGANG 19 / NR 34
Colofon
RedactioneelDoor Timo Koren
Als dit niet de eerste Xi is die je ooit in handen hebt gehad, zal het je wellicht opvallen dat deze uitgave wat betreft vormgeving enorm verschilt van de andere nummers uit deze en de vorige jaargang. Die uiterlijke verandering heeft te maken met een aantal veranderingen binnen het blad zelf. Xi, voorheen een onafhankelijke stichting, is nu een dochter geworden van de studievereniging van Media & Cultuur, Off-Screen. De – mijns inziens – verbeterde vormgeving staat daar symbool voor. Maar ook inhoudelijk is er getracht het blad een iets aantrekkelijker karakter te geven, dat bovendien een duidelijkere band heeft met de studie, zonder in te boeten aan kwaliteit. De docentencolumn is daar een voorbeeld van. Ditmaal is deze verzorgd door ReindeR Rustema, over het zwalkende privacybeleid van Facebook, over een (vrij onbekend) alternatief: DIASPORA*. Maar ook een vaste bijdrage van de voorzitter van Off-Screen en de rubriek ‘Smaakmaker’, waarin een student vertelt over haar mediavoorkeuren, behoren daartoe. Verder denk ik dat de toon van het blad hetzelfde is gebleven. Aan de ene kant wordt er kritisch gekeken naar
grote media-instituten als Hollywood en de publieke omroep, aan de andere kant wordt er aandacht besteed aan onbekendere fenomenen: bijvoorbeeld door middel van de interviews met regisseur David Verbeek (RU There) en stuntman Dickey Beer (Tomorrow Never Dies). Een balans tussen arthouse en blockbuster, zogezegd. Maar veranderingen zitten ook in kleine dingen. Sinds begin dit jaar heeft Xi een eigen facebookpagina. Om onduidelijke redenen was die er nog niet. Dat is vreemd voor een studieblad dat zich richt op nieuwe media, en dat bovendien met een eigen website begon in 1995. Daarnaast is sinds begin dit jaar het twitteraccount actief in gebruik. Bij deze dus een uitnodiging om als je één van deze pagina’s bezoekt, de ‘like’- danwel ‘follow’-knop aan te klikken. Mocht Xi binnenkort echt groot worden, dan wagen we ons aan andere nieuwemediatrends, een eigen app en een iPad-versie bijvoorbeeld. Want tablets gaan het maken dit jaar, zo valt te lezen op pagina 28. Dit is de op een na laatste Xi van dit collegejaar. In mei verschijnt de laatste editie, een zomernummer.
HOOFDREDACTEURTimo Koren
ADJUNCT-HOOFDREDACTEURBart Delwig
EINDREDACTEURJulius Koetsier
NIEUWEMEDIAREDACTIEBas Bastiaans
TELEVISIEREDACTIEJeroen Slot
BEELDREDACTIE/VORMGEVINGKaz Alting (www.grasveld.net)Bas Wijers (www.baswijers.com)
ZAKELIJK LEIDINGAnnegien Kok
SCHRIJVERSJanne HelingStephen van den HoekYannick van der KroftFreek RonnerReinder RustemaPeter Augustinus SmetTeije TerhorstFrank van WijheJordi WijnaldaJudith Willems
DRUKGrafiplan
REDACTIEADRESTurfdraagsterpad 91012 XT Amsterdam
ADVERTEREN/[email protected]
VRAGEN/[email protected]
WEBSITEwww.xi-online.nlwww.twitter.com/xionline
Xi is een onafhankelijke uitgave van Stichting Ik Zie Een Ster en Studievereniging Off-Screen, en wordt gemaakt door stu-denten Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Xi verschijnt tenminste vier maal per academisch jaar in een oplage van 500 en wordt gratis verspreid. De leerstoel is niet verantwoordelijk voor de inhoud van Xi.
ISSN: 1383-8431
Foto
: Luc
Sch
ol
Column
XI JAARGANG 19 / NR 3 5
De fusie van Off-Screen en XiDoor Yannick van der Kroft, voorzitter Off-Screen
Xi heeft dit jaar de respectabele leeftijd van 18 jaar bereikt. In Nederland betekent dit dat je eindelijk mag stemmen, autorijden en (legaal) sterke drank mag drinken, oftewel: je bent volwassen geworden. Ook Xi ervaart een dergelijke volwassenwording. Al jaren gaat ze als een onafhankelijke stichting door het leven, maar vorig jaar kruiste iets nieuws haar pad: Off-Screen, de 14 jaar oude studievereniging van Media & Cultuur.
Beiden genieten van vergezochte filmanalyses, de nieuwste gadgets en innovaties in de nieuwe media en het urenlang kijken naar suffe televisieprogramma’s en reclameblokken. Hoe romantisch en ‘meant to be’ dit ook klinkt, er was absoluut geen sprake van liefde op het eerste gezicht. Vergeet scenario’s als The Notebook, Serendipity of West Side Story. Al jaren kruisen Off-Screen en Xi elkaars pad tijdens introductieweken en op de gangen van Turfdraagsterpad, maar nooit was de vonk overgeslagen. Wat gebeurde er in 2010 waardoor Off-Screen en Xi elkaar plotseling opvielen en ze besloten niet meer zonder elkaar door het leven te gaan? Ik kan nu een verhaal vertellen over de feiten en cijfers, maar we kunnen het ook een beetje verdraaien en spannender
maken. De film Big Fish (2003) was niet voor niets zo’n groot succes:
“Not very exciting, is it? And I suppose if I had to choose between the true version and an elaborate one involving a fish and a wedding ring, I might choose the fancy version. But that’s just me.”
Laten we eerlijk zijn, we houden allemaal van sterke verhalen. De waarheid kun je makkelijk navertellen, maar de kunst zit hem juist in de fantasie van een bedacht verhaal. In hoeverre weet je mensen te boeien met een door jou bedacht verhaal en in hoeverre kun je ze wijsmaken dat het echt gebeurd is? Dit zien we telkens terugkomen in één van onze grootste hobby’s: film. Hoe mooi zou het zijn als de fusie van Off-Screen met Xi gebaseerd is op zo’n verhaal?
Jammer dat ik geen mastermind ben die à la Big Fish verhalen kan bedenken. Gelukkig hebben wij daarvoor Xi en Off-Screen. Xi schrijft verhalen en Off-Screen maakt ze mogelijk. Een perfecte combinatie, oftewel: een perfecte fusie.
Door Julius Koetsier & Masha Pikulina
Kortom
XI JAARGANG 19 / NR 36
De tijd van foto’s inplakken is voorbij. Foto
albums en collages worden tegenwoordig
zelf online ontworpen en vallen een paar
dagen later netjes door de brievenbus. Dat er meer
kan dan alleen fotoalbums en collages blijkt bij een
kijkje in de online fotoservice van de Albert Heijn.
Van knuffelbeertjes met een bedrukt Tshirt tot aan
muismatten met je eigen vakantiefoto.
Ernst van der Weijden bedacht samen met zijn vriendin
het fotokwartet op kwartetcadeau.nl Door middel van
een online programma kun je hier je eigen kwartet
ontwerpen. Uitgangspunt was dat het, net als foto’s in
een boek plakken, simpel moet zijn.
“Het idee ontstond toen ik aan een cadeau voor mijn
ouders zat te denken. Ze waren 40 jaar getrouwd en
we wilden een origineel cadeau. Het leek mij en mijn
vriendin heel leuk om een kwartet geven met allemaal
foto’s van vroeger en van nu. Toen de reacties zo
enthousiast waren zeiden we grappend dat daar best een
leuk idee voor een webwinkel in zat. We zijn begonnen
met het ontwikkelen van het concept, het programma
en natuurlijk de website.”
Volgens Van der Weijden was dit één van de lastige
dingen. “De meeste mensen zijn geen expert en hebben
geen zin eerst te moeten leren voordat ze iets kunnen
gebruiken. Een programma zoals Photoshop is voor
veel mensen te uitgebreid. Als bedrijven de stap van het
ontwerpen zo klein en simpel mogelijk maken wordt
het voor de consument aantrekkelijk om zelfontworpen
producten te bestellen.”
Op de website is alleen het kwartet te bestellen. “We
wilden mensen de juiste hoeveelheid vrijheid geven.
We vroegen ons af wat we zelf graag zouden willen
ontwerpen en terug wilden zien. Wat belangrijk voor ons
was, is het maken van een kwartet een leuke bezigheid
moest zijn voor de gebruiker. Dat de techniek niet in de
weg moest zitten van het plezier. Geen onnodige opties
en knoppen. De website moet ook simpel zijn. De lay
out moet logisch zijn met knoppen op de goede plek. De
kleuren, de volgorde, lettertype, alles moet duidelijk zijn
en niet tot een nieuwe vraag of onduidelijkheid leiden.”
Ideeën voor andere producten worden snel gemaakt.
De techniek en de machines kunnen prijstechnisch
op zo wat alles drukken. De groei zit hem in het aantal
bedrijven die hier concepten omheen bouwen en deze
mogelijkheden op een aantrekkelijke manier weten
te presenteren. De stroom aan producten die kunnen
worden voorzien van eigen foto’s is dus nog lang niet
afgelopen. Blijf die vakantiekiekjes maar maken en
bewaar ze vast voor eigen versie van Risk of Cluedo.
Fotoalbum 2.0
Door Stephen van den Hoek
Kortom
XI JAARGANG 19 / NR 3 7
Schaamteloos Brits, beschamend Amerikaans?
Sinds 2004 verschijnt de Engelse dramaserie
Shameless op televisie. Een succes volle inter
pretatie van de Britse workingclass, waarin
platte accenten, ar moede, crimi naliteit, tiener zwanger
schappen, alcoholisme, excessief drugsgebruik, gebrek
aan ouderliefde, prostitutie, drugshandel en eigenlijk
alles wat God maar verboden heeft op een geheel
eigen manier geromantiseerd wordt. Geromantiseerd
omdat het wordt geplaatst in de context van een wijk
waar iedereen dergelijk gedrag vertoont, en zo op een
onorthodoxe manier gelukkig met elkaar samen lijkt te
leven.
De serie volgt de trotse werkeloze alcoholist Frank en
zijn zeven kinderen, in hun wel en wee in een van de
slechtste wijken in het Britse Manchester. Hij drinkt de
hele dag door en verwaarloost zijn kinderen, die op hun
beurt weer alles doen wat eigenlijk niet kan. Niemand
wordt echt gestraft voor criminele activiteiten, waardoor
je de karakters niet ziet als slecht, maar als product van
hun omgeving. De personages zijn sympathiek, grappig
en zelfs stoer in hun avontuurlijkheid.
Het leukste aan Shameless is, zoals de titel voorspelt,
de schaamteloosheid. De karakters zijn rauw, vloeken
veel en laten zien hoe ‘slecht’ Engeland kan zijn. De
serie geeft een ongecensureerd kijkje in de cultuur. Als
kijker kun je de karakters niet anders dan waarderen
om hoe ze zijn. Als je hierbij een beetje gek bent op
Britse humor en een mooi Manchesters accent kunt
waarderen, is Shameless een geweldige serie.
Van Shameless is een Amerikaanse remake gemaakt, die
sinds twee maanden wordt uitgezonden. Nu kun je vele
artikelen vullen, gesprekken en discussies voeren over
hoe transities van succesvolle Britse series naar de andere
kant van de grote plas het normaal doen, maar Shameless
is hierin een geval apart. Waar in eerste instantie vaak
een probleem ontstaat, is veramerikanisering van de
Britse humor. Wanneer een serie zo cultuurgebonden
is, ligt dat nog gecompliceerder dan normaal.
Naast het duidelijke, voor de hand liggende gemis van het
fantastische accent en de mooie omgeving (lees: slechte
buurt), zijn de culturen simpelweg onvergelijkbaar.
Waar er in Engeland al snel gespot wordt met armoe
en achterstand, heeft zoiets in Amerika sneller een
verdrietige, deprimerende toon. Chatsworth Estate,
waar de Britse Shameless zich afspeelt, behoort tot de
slechtste buurten van het land en biedt zodoende een
goede afspiegeling van de Britse onderklasse. Shameless
kopieert echter het Britse soort achterbuurt, die helaas
geen goede afspiegeling vormt van de armste wijken
in Amerika. In de Verenigde Staten spreek je wat de
armste wijken betreft namelijk eerder van ghetto’s, hoge
moordcijfers en andere factoren die lastig in humor zijn
te verpakken.
Shameless laat zien dat in Engeland working-class
makkelijk past bij chaos en ongeorganiseerdheid. Maar
doordat de onderklasse in Amerika sneller geassocieerd
wordt met machocultuur, is dit een struikelblok voor
het vertalen van Shameless van Brits naar Amerikaans.
Het past niet goed bij de cultuur, waardoor de humor
minder goed overkomt. Zo laat het zien dat het
overbrengen van Britse series, die zo sterk op delen van
Engeland zijn gebaseerd, naar Amerika, niet iets is dat
je schaamteloos kunt doen.
Door Annegien Kok
XI JAARGANG 19 / NR 38
Bits of FreedomStem van de internetgeneratie
‘Het kabinet bevordert een vrij en open internet.’ Een zin uit het meest recente regeerakkoord. En de enige zin in het gehele akkoord die iets zegt over het internet. Dit onderdeel is te danken aan het succes van de organisatie Bits of Freedom (BoF).
‘Een beweging die opkomt voor internetvrijheid
en privacy.’, aldus Daphne van der Kroft,
jurist voor BoF. ‘Internet neemt een hoop
privacy van de gebruiker af. We zijn de enige club
die opkomt voor de grondrechten van privacy in het
hedendaagse medialandschap. Wij zijn de stem van
de internetgeneratie.’ Bits for Freedom werd opgericht
in 2000, maar viel zes jaar later uit elkaar. Twee jaar
geleden werd het opnieuw opgericht en met hernieuwde
energie zette de organisatie zich in om zich in te
zetten voor digitale burgerrechten. ‘We zijn een groep
enthousiaste, hoogopgeleide mensen met een bepaalde
binding met internet.’
Van der Kroft legt uit dat BoF voornamelijk werkt door
lobbyen en kennis bij elkaar te brengen. ‘Dat is eigenlijk
het eerste. Ten tweede zijn we voornamelijk campagne
aan het voeren.’ Als voorbeeld haalt ze het manifest aan.
Voor de verkiezingen schreef BoF een manifest, dat ze
via internet verspreidde en naar politici stuurde. Deze
campagne heeft internet ook op de kaart van de regering
gekregen. Drie van de negen punten uit het manifest
kwamen terug in het regeerakkoord, een overwinning
voor Bits of Freedom.
BoF bereikt zijn volgelingen ook via digitale netwerken.
‘Er werken 300 vrijwilligers voor de organisatie en
daarnaast hebben we ruim 20.000 mensen die ons op de
een of andere manier volgen. Bijvoorbeeld via Twitter.’
BoF herinnert zijn volgers aan relevante momenten,
zoals een dag waarop amendementen kunnen worden
gemaakt. Ook informeren ze Kamerleden van bestaande
acties en sturen ze allerlei voorstellen en suggesties aan
politici. ‘We initiëren acties, we geven de mensen een
handreiking om zelf aan de slag te kunnen gaan. Dat is
al bij meerdere van onze projecten goed gelukt.’
Een van de doelen van Bits of Freedom is mensen
bewust te maken van gevaren die kunnen ontstaan als
niet opgekomen wordt voor digitale burgerrechten.
Nieuwe media
Door Frank van Wijhe
XI JAARGANG 19 / NR 3 9
Identiteitsfraude is een van de grootste problemen op het
internet. ‘Iemand kan zich voordoen als jou en inloggen
op je Facebook. Maar het kan ook serieuzere vormen
aannemen, zoals diefstal van creditcardgegevens. Het
besef van privacy is volledig veranderd. Met de komst
van internet en bijvoorbeeld sociale netwerken is het
een terrein van discussie geworden. Maar opkomen voor
privacy wil niet zeggen dat je een volledige kluizenaar
hoeft te worden, die niets online mag zetten.’
Volgens Van der Kroft kan 2011 gezien worden als
een schakeljaar. ‘Dit is een betekenisvol jaar voor de
privacy. Als de EuropeesNederlandse wetgeving wordt
aangenomen, staan we er namelijk een stuk slechter
voor.’ Van der Kroft omschrijft de plannen van BoF
dit jaar dan ook als ambitieus. Er zijn enorm veel
dingen die de organisatie wil bereiken. Zo willen ze
netneutraliteit bewaren en de bewaarplicht afschaffen.
‘Al je internetgegevens worden een jaar lang opgeslagen
op een server, maar daarmee zijn ze ook in handen
van derden. We zien de bewaarplicht het liefst volledig
afgeschaft.’
‘De regering zegt in het regeerakkoord dat ze voor een
open en vrij internet zijn. En daar gaan wij ze vaak
genoeg aan herinneren. We willen de onderwerpen
steeds beter en groter op de politieke agenda laten
komen.’ Als het aan Van der Kroft ligt zullen we dit jaar
veel gaan horen van BoF. Ambitie en plannen genoeg:
Bits of Freedom is nog lang niet uitgestreden.
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van het
onderwijsdebat van studievereniging Off-Screen op 15
februari jl.
Nieuwe media
“De regering zegt dat ze voor open en vrij internet zijn. Wij gaan ze daar aan
herinneren.”
Televisie
XI JAARGANG 19 / NR 310
De bocht van Hagoort
De publieke omroep was te links en bereikte niet elke Nederlander. Daarom kwamen er twee nieuwe omroepen en moesten de andere omroepen zich duidelijker gaan profileren. Maar is dit wel de oplossing voor het probleem?
Al met al wordt hoe langer hoe duidelijker in
wat voor bocht Henk Hagoort de Publieke
Omroep wrong door te zeggen dat deze naar
zijn mening bestond uit ‘drie keer de Volkskrant’.
Actualiteitenrubrieken zoals EenVandaag, Netwerk
en NOVA zouden teveel op elkaar lijken en te links
zijn. Daar kwam bij dat de PVVstemmers die
werden bestempeld met het stigma ‘maatschappelijk
teleurgestelden’ niet bereikt werden. De toevoeging
van PowNed en WNL aan het bestel moest grotere
diversiteit brengen en het bereik vergroten; een weinig
vernieuwende oplossing.
In de roep van Hagoort om de kijker weer te bereiken was
het zaak dat ook de andere omroepen zich duidelijker
gingen profileren. Het inruilen van actualiteitenrubriek
NOVA voor de nieuwe rubriek Nieuwsuur hing hier
nauw mee samen. Nieuwsuur moest een objectieve
rubriek worden en daarin was geen plaats meer voor
Clairy Polak, de sterinterviewster van NOVA. Ze zou een
VARAgezicht hebben. Wat dit ook moge betekenen,
er was geen plek meer voor Polak. Haar collega Twan
Huys kon echter wel meteen aan de slag, omdat hij in
dienst was van de NPS. Al met al een rare situatie die
tekenend is voor de staat van het huidige bestel: één
waarin associaties en misverstanden het winnen van
afgewogen argumenten.
Een voorbeeld van een aan drogredenen te wijten
misverstand is dat De Wereld Draait Door linkse
journalistiek zou zijn. Dit werd onder meer opgemaakt
uit het feit dat begin 2010, na de val van het vorige
kabinet, vaker PvdApolitici te gast waren en er in
de maanden daarna meer linkse dan rechtse politici
te in het programma verschenen. Niet alleen werd
de actualiteit over het hoofd gezien, waarmee de
gastenkeuze onvermijdelijk samenhangt, ook praktische
redenen werden vergeten. Immers, niet elke politicus
kan of is bereid om ten alle tijden aan te schuiven.
Daarnaast wordt er door DWDD als linkse journalistiek
te bestempelen, vanuit gegaan dat een linkse politicus
in dit programma op bijna propagandistische wijze zijn
boodschap kan overbrengen. Iets waar in dit programma
geen sprake van lijkt te zijn.
Door Jeroen Slot
Hoe omroepjournalistiek het einde van het bestel betekent
Televisie
XI JAARGANG 19 / NR 3 11
Zowel rechtse als linkse politici kunnen rekenen op
een kritische houding van Matthijs van Nieuwkerk.
Bovendien hangt de boodschap die een politicus weet
over te brengen voor een groot deel van de politicus
zelf af, door de houding die hij aanneemt of de mate
waarin hij mediageniek is. Maar bovenal is het de kijker
die de betekenis opmaakt vanuit zijn eigen ervaring en
perceptie. De hoge kijkcijfers van het programma geven
aanleiding om te denken dat het publiek bestaat uit een
breed pluimage, daarmee ontstaan vele verschillende
interpretaties. Hierdoor is het al bijna onmogelijk
om te spreken van linkse of rechtse journalistiek. De
boodschap die de kijker opmaakt komt namelijk vaak
buiten de intenties van de journalist tot stand.
De duidelijke profilering van de omroepen zorgde
ook voor de dagelijkse rubriek Uitgesproken. In deze
actualiteitenrubriek wordt op werkdagen afwisselend
het EO, WNL en VARAgevoel met de kijkers gedeeld.
De naam doet erger vermoeden. De rubriek Uitgesproken
lijkt de ultieme vorm van profilering en wellicht zelfs
legitimering van de omroepen te betekenen. Met deze
rubriek is een reis terug naar de tijd van de verzuiling
ingezet. Daarnaast lijkt voor het streven naar objectieve
journalistiek geen plek meer te zijn.
Het ziet er niet naar uit dat een meer verzuild of
‘geprofileerd’ bestel het antwoord is op de problemen
zoals aan de dag gelegd door Hagoort. Niet alleen
hebben de omroepen hun ideologische veren al lang
afgeschud, ook de traditionele verzuilde achterban is
verbrokkeld. De kijker voelt zich minder aangesproken
door een omroep dan door haar programma’s. Zo is in
het geval van Boer Zoekt Vrouw het succes in eerste plaats
te danken aan het programma zelf, niet aan de ideologie
van de KRO. Het geeft dan ook blijk van weinig inzicht
in de tijdsgeest en weinig vernieuwingsdrang aan de
kant van Hagoort om met zo’n oplossing te komen.
Het fundamentele probleem ligt namelijk in het bestel
besloten, dat altijd een afspiegeling moet zijn van
bevolkingsgroepen of maatschappelijke stromingen.
Zo’n bestel weet nooit iedereen aan te spreken in een
versplinterde samenleving als de onze. De reden dat het
systeem het überhaupt zo lang heeft volgehouden, was
omdat het zich juist zoveel mogelijk aan de tijd heeft
aangepast. Dat actualiteitenrubrieken zich in de jaren
‘70 minder zijn gaan profileren, kwam omdat de kijkers
zich minder in het klassieke profiel van omroepen
herkenden. Naar de KRO kijken niet alleen katholieken
en naar de VARA kijken niet alleen PvdAstemmers.
Het is dan ook nauwelijks geloofwaardig dat een
directeur met zo weinig inzicht nog steeds voorzitter is
van het raad van bestuur van de NPO. Zijn diagnose over
de tekortkomingen van het bestel mag dan juist zijn,
zijn medicijn blijkt vele mate erger dan de kwaal. Met de
nieuwe actualiteitenrubrieken zijn de drogredenen en
misverstanden over gekleurde journalistiek versterkt.
Om met de woorden van Volkskrantrecensent Jean
Pierre Geelen te spreken: we zijn van drie keer de
Volkskrant, naar drie keer niks gegaan.
XI JAARGANG 19 / NR 312
Dickey Beer is een Nederlander die meewerkte
aan films als Hancock, Tomorrow Never Dies,
Titanic, Indiana Jones and the Last Crusade en
An American Werewolf in London, en hij was de enige uit
ons kikkerlandje die deel uitmaakte van de Star Wars-
crew. Grote films, maar het is niet onwaarschijnlijk
dat je nog nooit van hem hebt gehoord. Dickey Beer
is namelijk een stuntman/coördinator. “Stuntmannen
hebben een totaal verkeerd imago. Waaghalzen uit
belachelijke programma’s als Jackass zetten een totaal
verkeerd beeld neer. Voor een goede stuntman is zijn
werk juist niet gevaarlijk.”
Dickey Beers laatste klus is Death Race 2, geregisseerd
door Roel Reiné. Het is hun derde samenwerking. Ook
heeft Beer samengewerkt met Paul Verhoeven en Jan de
Bont. “Het maakt op de set niet uit van welke afkomst
je bent,” zegt Beer. “Ik ben vrienden met Roel, maar dat
verandert niks aan het feit dat je in een team je best doet
een zo goed mogelijke film te maken. Het is niet alsof
we allemaal onderonsjes hebben waar niemand iets van
snapt.”
Dat Beer graag professioneel blijft merk je goed.
Ondanks alle grote films waar hij aan mee heeft gewerkt,
straalt de Oerhollandse nuchterheid van hem af. “Ik
De Nederlandse stuntman
Film
ben altijd mijn werk achterna gereisd. Vroeger werkte
ik veel in Nederland, aan films zoals Amsterdamned,
maar toen er minder werk te vinden was ben ik naar
Engeland gegaan. Daar werden veel grote Amerikaanse
films opgenomen in die tijd. Toen de koers van de dollar
daalde ben ik naar Amerika zelf gegaan.” Hij beseft
zeer goed dat hij een mooie baan heeft. “75% van de
wereldbevolking gaat met tegenzin naar het werk. Ik
heb het geluk dat ik kan doen wat ik leuk vind.”
Maar Dickey Beer is niet alleen stuntman. “Ik heb
ook gewerkt als second unit director bij onder andere
Pistol Whipped. Dit bevalt mij ook erg goed, en brengt
meer afwisseling in het werk. Ik zou graag ook nog
een eigen film regisseren, maar ik wacht op het juiste
moment en het juiste project.” Tot die tijd geniet hij
van het coördineren en het uitvoeren van stunts. “Als
stuntman moet je echt weten wat je doet. Je moet heel
veel repeteren, zodat de stunt tijdens de uitvoering juist
niet gevaarlijk is. Het is een moeilijk beroep, dat niet
iedereen kan.”
En toch zijn er veel acteurs die hun stunts zelf willen
doen. “Ja, er zijn inderdaad veel acteurs die dat zeggen.
Dan hoeft het nog niet per se waar te zijn,” vertelt
Dickey. “Ieder jaar zijn er de Stunt Awards, een soort
Door Bart Delwig
Een interview met Dickey Beer
Film
XI JAARGANG 19 / NR 3 13
Academy Awards voor de stuntwereld. Er was eens
een stuntdubbel van een bekende acteur die zijn prijs
kwam ophalen voor zijn werk. Maar die acteur had
tot dan beweerd zijn eigen stunts te doen. Hij heeft
vervolgens de stuntdubbel ontslagen omdat hij de prijs
had aangenomen.”
Een blik op het cv van Dickey Beer geeft een grote
verscheidenheid van films aan. Zo is hij van Death Race
2 naar Transformers 3: Dark of the Moon gegaan. “Kleinere
films zijn vaak het moeilijkst. Death Race 2 werd wegens
budgettechnische redenen in ZuidAfrika gedraaid.
Het was een logistieke nachtmerrie. Je hebt minder
stuntmensen, en ook minder goede technieken. Het
draait dan veel meer om je eigen inzicht en ervaringen.”
“Transformers 3 heeft een budget van 200 miljoen dollar,
Death Race 2 maar 6 miljoen dollar. Dat maakt het niet
“Belachelijke programma’s als Jackass geven een verkeerd beeld
van stuntmannen.”
te vergelijken. In Transformers 3 zit bijvoorbeeld een
grote actiescène op de snelweg van Chicago. We hadden
drie dagen de tijd, en draaiden met 75 stuntmannen.
Het is een megaproject: als je een stunt fout doet staan
er nog dertig andere auto’s voor je klaar. Bij een film
als Death Race 2 moet alles in één keer goed gaan. Aan
de andere kant: bij grote studioprojecten ben je geen
mens maar een nummer. Dat maakt die kleinere films
voor mij interessanter en spectaculairder om te maken,
ondanks het eindresultaat. Het is soms best lastig om
met limited resources een mooie actiescène te maken.”
Dickey Beer heeft een schitterende carrière gehad, en
terugkijkend is het onvoorstelbaar dat hij niet bekender
is in Nederland. Toch zit Dickey daar niet mee. “Het
gaat mij om het werk, niet om een naam. Als je voor
succes gaat ben je niet goed bezig.” Toch heeft Dickey
wel ergens spijt van. “Ik kreeg ooit de keuze tussen
drie films om als stuntcoördinator te werken: Godzilla,
Titanic en Tomorrow Never Dies. Ik ben voor de Bondfilm
gegaan, en dat is een slechte keuze geweest. Ronald
Emmeric heeft namelijk na Godzilla altijd met dezelfde
stuntcoördinator gewerkt, maar de mensen achter James
Bond hebben nooit meer contact met me opgenomen.
Het moet schitterend zijn om als stuntman mee te
werken aan een film van Emmeric.”
Film
XI JAARGANG 19 / NR 314
IFFR 2011: InterviewserieDe 40e editie van het International Filmfestival Rotterdam, het belangrijkste Nederlandse filmfestival, vond plaats van 26 januari tot 6 februari. Op onze website deden we uitgebreid verslag. In het blad blikken we terug op het festival, door middel van twee interviews met veelbelovende regisseurs.Door Timo Koren
XI JAARGANG 19 / NR 3
Film
XI JAARGANG 19 / NR 3 15
In het director’s statement van de film Wasted
Youth, laten makers Jan Vogel (1973) en Argyris
Papadimitropoulos (1976) weten dat dit het soort
film is dat alleen nu gemaakt had kunnen worden. We
volgen een nonchalante skateboarder en een vermoeide
politieman tegen de achtergrond van een broeierig
Athene, geteisterd door een hittegolf. Een maatschappij
in crisis, noemt Papadimitropoulos het. Tijdens
het afgelopen IFFR was het de openingsfilm voor
genodigden en draaide het mee in de Tiger Awards
competitie voor beginnende filmmakers.
‘We wilden niet perse een statement maken over
de Griekse maatschappij, maar de twee personages
staan zeker symbool voor een bepaalde groep’, legt
Jan Vogel uit. Het oudere personage, de politieagent
Vasilis, representeert het hedendaagse Athene, hij is
vermoeid en zit vast. ‘Aan de andere kant staat de jonge
skateboarder Haris. Hij denk niet na over problemen,
maar probeert vooral zichzelf te vermaken. Wat we
zien is hoe beide personages in dezelfde omgeving
met bepaalde zaken omgaan. De economische crisis
is aanwezig op de achtergrond, maar speelt nooit een
prominente rol.’
Soortgelijke situaties kunnen zich ook in andere
Europese steden afspelen, maar de keuze voor
Athene stond buiten kijf. ‘Dat is waar ik geboren ben
en daarom doet het mij ook zo’n pijn,’ zegt Argyris
Papadimitropoulos, ‘niet alleen de financiële situatie,
maar ook de paniek die er heerst, het verliezen
van morele waarden en het veranderende klimaat,
bijvoorbeeld.’ Een hittegolf bleek het perfecte decor voor
een film met dergelijke thematiek. ‘Athene is bizarre
stad dan. Je hebt al dat beton, dus ook ’s nachts blijft het
warm. Het is een bepaalde atmosfeer die je tot waanzin
drijft.’
Wasted Youth is gebaseerd op waargebeurd incident.
Het doel van de regisseurs was niet om het incident
letterlijk te verfilmen, maar om zo realistisch mogelijk
de omstandigheden te hercreëren waarin dit plaatsvond.
Het is hierom ook dat de jonge, skateboardende
acteurs allemaal amateurs zijn. ‘We wilden niks
idealiseren, geen glamour,’ legt Jan Vogel uit, ‘het
moest zo puur mogelijk.’ De jongeren spelen allemaal
zichzelf, hoofdrolspeler Haris Markou heeft in de film
bijvoorbeeld zijn eigen naam aangehouden.
‘Op een gegeven moment kwamen we in contact met de
skateboardgemeenschap,’ vertelt Vogel. ‘Ze hebben een
bepaalde houding die ons aanspreekt. Er blijkt een soort
vrijheid uit.’ Hoewel beide regisseurs benadrukken dat
het zeker geen skateboardfilm is, zijn de skatescènes
prominent in de film. De fascinatie voor de subcultuur
gaat ook verder dan alleen de houding. ‘Het is mooi,
omdat het iets fysieks is, het laat actie zien. Je ziet
iemand iets geweldigs doen.’
“Athene is waar ik geboren ben, en daarom doet de situatie daar ook
zo’n pijn.”
Een broeierig en vermoeid AtheneDe Griekse film Wasted Youth, over een zorgeloze skater en een vermoeide politieagent, was een positieve verrassing. Xi sprak met regisseurs Jan Vogel en Argyris Papadimitriopoulos.
Wasted Youth
“We wilden niks idealiseren, geen glamour.”
Film
Van tevoren hielden de regisseurs lange interviews
met de jongeren, om hun belevingswereld zo goed en
secuur mogelijk te vangen. ‘Sommige scènes komen
rechtstreeks uit dingen die ze ons vertelden, andere
zijn weer geïnspireerd door dingen die tijdens de
repetities gebeurden,’ vertelt Jan Vogel. ‘Een mooi
voorbeeld hiervan is de kamer van Haris. We hebben
niet in zijn echte kamer geschoten, omdat de rest van
het huis niet goed paste bij de film. Maar we hebben alle
spullen uit zijn kamer in een vrachtwagen geladen en
getransporteerd naar een ander huis.’
Ook in werkwijze vormt het een mooi contrast. Vasilis,
de oudere politieman uit de film, wordt wel gespeeld
door een professionele acteur, Ieronymos Kaletsanos.
‘In de film speelt hij iemand die op een dood punt in
zijn leven is beland, zowel in zijn gezin als in zijn werk,’
vertelt Papadimitropoulos. Waar er bij de jongeren veel
uit eigen ervaring afkomstig is, vertoont Kaletsanos
geen enkele gelijkenis met zijn personage. ‘In het
echt is erg energiek. Hij is single, heeft geen kinderen,
speelt elke avond in het theater en gaat veel uit.’ ‘Zijn
personage is vooral gebaseerd op de politieman uit het
oorspronkelijke verhaal’, vult Vogel hem aan.
Behalve dat een groot deel van de cast geen
acteerervaring had, hadden Vogel en Papadimitropoulos
toen ze begonnen aan de repetities een script van
slechts acht pagina’s. Bewuste keuzes, legt Vogel uit,
het was de bedoeling dat er veel ruimte zou zijn voor
improvisatie. ‘Tijdens de repetities lieten we sommige
scènes wel spelen, maar nooit vaker dan vier of vijf keer.
Dat was genoeg, op het moment dat je het juiste gevoel
te pakken hebt, moet je het niet nog een keer doen. Dan
gaat de spontaniteit verloren.’
Het past goed bij Wasted Youth, een film die nadrukkelijk
een realistisch beeld wil geven van het broeierige
Athene, middenin een economische crisis. Daarbinnen
worden de twee kanten van de stad verteld vanuit
twee verschillende perspectieven, de skateboarder
en de agent, die elkaar op een gegeven moment
ontmoeten. Een film die zowel twee personages, als
een samenleving op een cruciaal punt wil beschrijven.
Argyris Papadimitropoulos besluit: ‘We hadden niet veel
tijd, we moesten beslissingen snel nemen. We hadden
niet de luxe om meerdere takes te doen. Maar allemaal
vanuit het gevoel: deze film moet gemaakt worden.’
‘Ik was een keer in Japan en daar heb je buurten met
dat soort clubs. Waar rijke vrouwen fortuinen uitgeven
om in het gezelschap van mannen te verkeren. Ik werd
echt getriggerd door het onderwerp toen ik van een
goede vriend hoorde hoe vrouwen daar verslaafd aan
raken. Ik vroeg me af, waarom is zoiets zo populair?
Waarom gaan daar zulke enorme bedragen in om? Er
is blijkbaar een schrijnende behoefte aan aandacht, om
gehoord te worden. Het breidt zich ook uit naar andere
economieën. Ik vond het ook in Sjanghai, en besloot dat
als locatie voor de film te kiezen, omdat het een stad is
waar ik meer mee heb.’
Regisseur David Verbeek won met Club Zeus op het afgelopen IFFR een Return of the Tiger Award, voor filmmakers die met een eerdere film waren genomineerd voor Tiger Award. Zijn vorige film, RU There, werd in Cannes geselecteerd voor het programma Un Cértain Regard.
“Traagheid is soms een noodzakelijk kwaad”
Aan het woord is de Nederlandse regisseur David
Verbeek (1980) over zijn nieuwste film Club Zeus, die
het fenomeen hostboys kenschetst. Het is zijn derde film
die zich in Azië afspeelt. Na Shanghai Trance (2008), op
het IFFR genomineerd voor een Tiger Award, en RU
There (2010), die in première ging tijdens het filmfestival
van Cannes en daar draaide in prestigieuze competitie
Un Cértain Regard. Tussen beide films door draaide hij
Club Zeus, maar pas nadat RU There klaar was, vond hij
tijd om de montage te voltooien. Een duidelijke link met
Shanghai Trance is er ook: overgebleven beeldmateriaal
voor die film werd voor Club Zeus gebruikt.
XI JAARGANG 19 / NR 316
Film
Maar ook inhoudelijk zitten er links tussen deze drie
films. ‘Het contact dat de vrouwen met de hostboys
krijgen, is eigenlijk ook het gemis ervan. Je leeft
kennelijk in een vacuüm dat opgevuld moet worden.
Dat vacuüm, daar gaan mijn films vaker over.’ In Club
Zeus is het de club, in RU There de virtuele wereld
van SecondLife en in Shanghai Trance de stad zelf. ‘Ik
vind het interessant om te filmen hoe moeilijk het is
voor mensen om elkaar te bereiken. Er zijn allerlei
obstakels, je bevindt je soms in een situatie die net
een role playing game is. Daarnaast zijn er steeds meer
platforms waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.
Het is daarin niet altijd duidelijk wat iemands echte
gevoelens zijn.’
Het is precies dat thema, dat in Club Zeus zo’n grote rol
speelt. De jongens in de club worden betaald door de
vrouwen, ze moeten hun eigen gevoelens uitschakelen.
‘Hostboys proberen elke klant het gevoel te geven dat ze
er speciaal voor hen zijn. Ze creëren zoveel fictie, dat
ze verstrikt raken in een spinnenweb van leugens. Dat
maakt het interessant om te kijken wat er gebeurd als
er wel gevoelens bij komen kijken.’ Dat is precies wat er
in de film gebeurt met de oudere broer Sly, die verliefd
wordt op een meisje die ook hostess is, en dat is ook waar
hij zijn broertje Leonardo voor probeert te behoeden.
Hoewel zijn onderwerpen grootstedelijk en modern
zijn, benadert Verbeek ze met een bepaalde aandacht,
zijn films zitten vol scènes met een aangename
traagheid. ‘De tijd nemen om te zien hoe dingen in zijn
werk gaan, genereert een zekere betrokkenheid. Soms
is het ook een noodzakelijk kwaad, om dingen verderop
in de film erg goed te vinden.’ Het past bij zijn visie op
filmmaken, waar hij ervaring boven entertainment stelt.
‘Ik wil het publiek zich laten verdiepen in een bepaald
onderwerp, door middel van de ervaring die ik ze bied.
En die is niet af, ik laat ruimte aan het publiek, ik wil
dat ze er ook zelf over nadenken.’ Maar, erkent hij, ‘er
moet ook een zekere mate van vermakelijkheid inzitten,
anders kom je er niet doorheen.’
Club Zeus is inmiddels aan het buitenland verkocht en
zal vanaf begin april in de Nederlandse bioscoopzalen
gaan draaien. Toch is dat laatste niet per se dat publiek
waar hij het van moet hebben. Ondanks het succes
van de opname in de selectie van Cannes, bezochten
ongeveer drieduizend bezoekers RU There. ‘Maar,’
verweert David Verbeek zich, ‘die film heeft wel bijna
elke week op een ander, internationaal filmfestival
gedraaid en is aan twintig landen verkocht. Als je nagaat
hoeveel mensen hem in totaal hebben gezien, is dat dus
veel meer.’ Helemaal niet slecht voor een Nederlandse
arthousefilm, stelt hij eufemistisch.
David Verbeeks volgende film gaat niet over Azië, maar
zal zich afspelen in de woestijn van Amerika, in Parijs
en op een rotsachtig eiland. Wederom een internationale
film. Het script is al af en Verbeek vermoedt dat het
zijn beste film tot nu toe zal worden. ‘Ik wil nog niet te
veel prijs geven, ik denk namelijk dat het een gouden
onderwerp is.’ Het is nog onbekend wanneer de film zal
verschijnen. ‘Er is namelijk nog geen cent financiëring
rond. Dat is sowieso een lastig hoofdstuk. Het actuele
klimaat is niet vriendelijk voor mijn soort films, maar ik
blijf ze toch maken.’
Club Zeus verschijnt 7 april in de Nederlandse bioscopen.
“Ze creëren zoveel fictie, dat ze verstrikt raken in een spinnenweb
van leugens.”
“De tijd nemen om te zien hoe dingen in zijn werk gaan, genereert
een zekere betrokkenheid.”
Club Zeus
XI JAARGANG 19 / NR 3 17
Televisie
XI JAARGANG 19 / NR 318
Russia Today 24-uurszender op de Amerikaanse tvDoor Teije Terhorst
De Koude Oorlog mag dan wel twintig
jaar achter de rug zijn, het is nog lang
geen koek en ei tussen grootmacht
Rusland en haar voormalige opponenten in
de Verenigde Staten. In 2008 leek er nog een
heuse wapenwedloop ophanden toen George
W. Bush besloot een raketschild te bouwen in
Tsjechië en van de andere zijde bleken de Russen
zich vorig jaar in de VS te hebben laten gelden
door een groep van tien Russen als spion in de
Amerikaanse zakenwereld los te laten. Eén van
hen, Anna KoesjtsjenkoChapman, is na haar
ontdekking in haar thuisland een ware heldin en
tvster. Des te opvallender is de verschijning van de
24uurszender Russia Today op de Amerikaanse
tv. Eén groot propaganderend spionnennest? Of
toch gewoon leuk amusement met een Russisch
tintje?
Geen vriendenDe titels van de reportages op het YouTubekanaal
van Russia Today, één dag na de aanslagen op het
grootste vliegveld van Moskou, zijn tekenend:
‘Amerikaanse media manipuleren Moskou’,
‘De dubbele standaard van Amerikaanse media
over terrorisme’, ‘Afghanen minder waard dan
Amerikanen?’. Nee, de zender is niet op zoek
naar vrienden. In 2009 lanceerde de website van
RT zelfs het dossier ‘911 redenen waarom 9/11
(waarschijnlijk) een inside job was’, een vierdelige
serie artikelen die probeert aan te tonen dat het
WTC op 11 september 2001 niet door Osama Bin
Laden, maar door Bush zelf werd neergehaald.
De hele oprakeling zint politiek Washington
helemaal niet en daarom werd het Southern
Poverty Law Center, een organisatie die haatzaaiers
en extremisten opspoort, vorig jaar ingeschakeld
om onderzoek naar de zender te doen. Conclusie?
Russia Today is zelf niet extremistisch, maar
stuurt aan tot patriottistische complottheorieën
en schept het (onjuiste) beeld dat er in Amerika
een brede maatschappelijke discussie gaande is
over de waarheid van die complottheorieën.
Oprichting en ontwikkelingRussia Today zendt uit sinds december 2005. Voor
alleen de oprichting van de zender werd door het
Kremlin al 30 miljoen euro apart gezet; het eerste
uitzendjaar kostte de Russische overheid daarna
nog eens 60 miljoen. De zender had ten doel de
wereld kennis te laten maken met het Russische
wereldbeeld en werd vrijwel direct wereldwijd
opgenomen in satellietpakketten.
Dat Russische wereldbeeld is vooral de laatste
jaren steeds kritischer geworden. Na het
9/11dossier uit 2009 werd in datzelfde jaar
in Londen een campagne gestart tegen het
Amerikaanse nucleaire programma. Overal in
Televisie
XI JAARGANG 19 / NR 3 19
de stad waren posters te vinden met beeltenissen
van Osama Bin Laden en Barack Obama met
daaronder de tekst: ‘Wie is de grootste nucleaire
bedreiging?’ In 2010 ging Russia Today nog
een stap verder door een paar uur per dag uit te
gaan zenden vanuit een studio in Washington:
RT America (zoals de Amerikaanse editie wordt
genoemd) was geboren. Er is ook een Spaanse en
een Arabische variant op de zender.
Inmiddels heeft Russia Today op YouTube met
ruim 150 miljoen kijkers één van de tien meest
bekeken nieuwskanalen ter wereld en zijn er
wereldwijd ongeveer 2000 mensen voor de
zender werkzaam. Daarmee is Russia Today wat
betreft personeel groter dan bijvoorbeeld Fox
News, dat een schamele 1200 werknemers onder
zijn hoede heeft.
StaatstelevisieHet Verenigd Koninkrijk heeft de BBC, Duitsland
heeft Deutsche Welle en Qatar wordt vertegen
woordigd door Al Jazeera. Wat maakt Russia Today
nou zo anders, waarom wordt juist Russia Today
door de Amerikanen gezien als ‘staatstelevisie’?
Volgens RT Americahoofdredacteur Margarita
Simonyan ligt de zender zo onder vuur omdat
het kijkers verhalen biedt ‘die ze niet te zien
krijgen op de zenders waar ze normaal naar
kijken’. Doorgewinterd journalist en blogger
Danny Schechter beaamt dat: ‘De media in de
VS zijn zeer partijdig en gepolariseerd. Iemand
die een perspectief biedt dat anders is, wordt niet
geaccepteerd’.
Maar een neutraal perspectief is dat niet, zo schrijft
de Britse krant The Independent. De journalisten
van Russia Today zouden zich bijvoorbeeld niet
kritisch uit mogen laten over premier Poetin of
president Medvedev. En sinds vorig jaar mogen
journalisten in de Verenigde Staten de zender
niet meer Russia Today noemen, maar moeten
zij ‘RT America’ zeggen. Dat is omzichtig en
beangstigend, aldus de wantrouwende The
Independent, want RT probeert zijn band met
het Kremlin daarmee naar de achtergrond te
verdrijven.
OnruststokersEen RTjournalist vroeg zich, net als ongetwijfeld
een heleboel Amerikanen, zelf eens af of zijn
werkgever zich niet uitsluitend in Amerika had
gevestigd om onrust te zaaien: ‘Dat kan niet
anders met zulke gasten en de hoeveelheid tijd
die we spenderen aan bepaalde onderwerpen.
Aan de andere kant heeft Denis Trunov (de baas
van RT America, red.) vaak genoeg gezegd dat
zijn enige doel is zoveel mogelijk hits op YouTube
te krijgen. Hij heeft zelfs een keer voorgesteld
om pornosterren te laten discussiëren over
Televisie
XI JAARGANG 19 / NR 320
Afghanistan, allemaal voor de hits.’ Volgens
hoofdredacteur Simonyan is er helemaal niks aan
de hand: ‘‘Wij hebben het niet vaker over 9/11 dan
dat Amerikaanse media over de aanslagen van
1999 in Moskou berichten’.
Maar onrust is er zeker, zelfs binnen de hoogste
regionen van de overheid. Een correspondente
ging eens met een ambtenaar van Binnenlandse
Zaken om tafel en werd verrast door zijn vragen:
‘Die vent had een compleet dossier over mij en
mijn verleden. Hij werkte overduidelijk voor de
geheime dienst. Uiteindelijk vroeg hij gewoon of
Russia Today een dekmantel was voor spionnen.
Ik vond het enorm grappig, maar hij was
doodserieus.’
Pathologische leugenaars of enge clowns?Bill O’Reilly van Fox News is geen fan. ‘Zou je
zo’n man geen klap willen geven?’ vroeg hij zijn
publiek naar aanleiding van een filmpje waarin
ene Anastasia Churkina van RT in perfect Engels
een radicale activist interviewde. ‘Ze lieten die
sukkel interviewen door een Russische die geen
Engels spreekt.’ Een RTcorrespondent reageerde
door zich af te vragen: ‘Zijn de Amerikaanse
media strijders voor de waarheid, pathologische
leugenaars of gewoon enge clowns?’ Sindsdien
woedt er een eeuwige strijd tussen RT Amerika
en O’Reilly; met enige regelmaat halen ze even
verbaal naar elkaar uit.
En wat vindt het publiek? Kennelijk is het toch
wel interessant, want niet alleen is het YouTube
kanaal van Russia Today één van de best bekeken
kanalen ter wereld, ook de televisieuitzendingen
worden in New York 11% vaker bekeken dan
bijvoorbeeld de BBCuitzendingen in Amerika.
RT America is in de Verenigde Staten tien keer
zo groot als Deutsche Welle. Wie het eerder
genoemde artikel in The Independent op internet
opzoekt, loopt tegen een diepgewortelde strijd
tussen voor en tegenstanders aan; enerzijds
zien de lezers Russia Today als een fijn ander
perspectief op het nieuws, anderzijds is er ook veel
wantrouwen. Zo schrijft een lezer: ‘RT is a great
channel, unafraid to present a lot of information
that would cause major hiccups in mainstream
media.’, waarop een ander reageert met: ‘All of
these positive comments about RT sound like
the channel got wind of the article and got its
whole staff to post them, not to mention "liking"
each positive post... sad.’
Koekje van eigen deegRT America is een Russisch koekje van
Amerikaans deeg. Alle verwijten die Rusland
naar haar hoofd geslingerd heeft gekregen over
bijvoorbeeld de aanslagen op een flatgebouw in
Moskou in 1999, over dat die door het Kremlin
zelf zouden zijn gepleegd om de Tsjetsjenen
tegen zich in het harnas te jagen, krijgt
Washington nu keihard terug. Smerige oorlogen
tegen minderheden? Schimmige nucleaire
programma’s? Dictatoriale activiteiten? Steun
aan foute regimes? Spionageacties? Complotten?
Niet Rusland, niet Iran, maar de Verenigde
Staten maken zich eraan vuil. En Amerika weet
niet wat het ermee aan moet. De regering is
in de war, het publiek weet niet wat het moet
vinden. “Missie: onrust stoken”, als die er al
was, is geslaagd. En misschien is deze vorm
van zelfreflectie voor de VS ook helemaal niet
zo slecht.
De film The Social Network heeft Facebook een gezicht gegeven: Mark Zuckerberg als held die in weinig tijd 500 miljoen vrienden heeft gekregen en een paar vijanden. Maar die 500 miljoen gebruikers van Zuckerberg kunnen heel makkelijk ook zijn vijanden worden. Bij veel Facebook-gebruikers groeit nu al het besef dat het misschien niet zo’n goede deal is al je persoonlijke gegevens cadeau te geven aan een bedrijf in Californië dat alleen als gunst je privacy respecteert. Op z’n minst kan je het privacybeleid zwalkend noemen. Uiteindelijk ben je handelswaar: je aandacht en je gegevens kunnen doorverkocht worden aan adverteerders, waarmee Facebook net zo’n advertentiebedrijf met een miljardenomzet wordt als Google. Je hebt juridisch geen poot om op te staan en wat je al hebt gegeven kan je niet meer ongedaan maken; welcome to the Hotel California...
Een paar studenten in New York vroegen zich na een lezing voor de lokale Internet Society af of zij niet zelf een goed alternatief kunnen bouwen voor Facebook. In het ontwerp van Facebook komen alle leden van het sociale netwerk in Zuckerbergs database. Een panopticum voor Facebook met 1984-kwaliteiten. Een benadering die erg doet denken aan de jaren zestig waarbij een grote centrale computer alle data bewaarde en er aan de uiteinde van de tentakels alleen domme terminals hingen met typistes die data invoerden. Hun uitgangspunt is dat de individuele gebruiker volledige vrijheid moet krijgen.
Geen ontwerp voor een enkele centrale database, maar het moet een decentraal karakter krijgen, zoals het internet zelf. Het wordt ook geen bedrijf dat aandacht
doorverkoopt maar louter een klein stukje software dat elke gebruiker zelf installeert en beheert. Je zet het ergens op het web en je stelt in welke gegevens over jezelf je wilt delen met wie en onder welke voorwaarden. Deze software, DIASPORA* genoemd, zal dan verbinding zoeken met andere installaties van dezelfde software en dan gegevens uitwisselen volgens de instructies van de eigenaar. Vergelijkbaar met bijvoorbeeld BitTorrent, waarmee je verbinding zoekt met veel andere internetgebruikers die bijvoorbeeld een bepaalde film aan het downloaden zijn. Je downloadt dan van elkaar, in plaats van uit een centrale database zoals de iTunes-winkel.
In theorie zou dergelijke software als applicatie op je telefoon kunnen draaien. Als je al je informatie over jezelf al in je smartphone hebt, waarom moet Mark daar dan een kopie van hebben? Alleen om te verkopen aan adverteerders, een beter antwoord is er niet.
En die jongens achter DIASPORA*? Willen die niet net als Zuckerberg miljardair worden? Linus Torvalds, de ontwerper van het gratis open-source-besturingssysteem Linux, had een vergelijkbaar uitgangspunt als deze jongens. Hij wilde een goed besturingssysteem op zijn PC draaien en deelde via internet zijn werk. Vele gelijkgestemden hielpen hem mee en nu is hij miljardair geworden als de persoon die het meeste weet over Linux. Zonder te handelen in (de aandacht van) consumenten.
R. Rustema gaf dit jaar het keuzevak Media & Money en geeft volgend jaar het interdisciplinaire keuzevak Production of Culture.
Door Reinder Rustema
Verlaat Hotel California en JoinDiaspora.com
Docentencolumn
XI JAARGANG 19 / NR 3 21
Foto
: Bra
m B
ello
ni
Film
XI JAARGANG 19 / NR 322
De macht van Hollywood
Er is iets aan films dat ons intrigeert. Wat ons massaal naar de bioscopen trekt
of aan het downloaden laat slaan. Hitchcock vergeleek film met het leven,
alleen dan zonder de saaie momenten. Anderhalf uur lang het amusement, de
spanning en het vermaak die je normaal amper krijgt. We zijn ons bewust van het feit
dat het gros van de films uit de stal van Hollywood komt: de machtigste filmmagnaat
van de Westerse wereld. Maar welke invloed hebben deze Hollywoodfilms op ons als
kijkers? Xi sprak met Patricia Pisters, filmwetenschapper en hoofd Mediastudies.
‘Belangrijk is het om eerst onderscheid te maken tussen twee verschillende
invalshoeken waarom een film wordt gemaakt. De ene kant is die van de politieke
cinema, variërend van propagandafilm naar geëngageerde Hollywoodcinema.’ Als
voorbeeld voor de geëngageerde cinema haalt ze Blood Diamond aan, een film die
naast het vertellen van een verhaal ook mensen bewust opriep om na te denken
over de diamanthandel. ‘De andere tak is de film die de maatschappelijke waarden
weerspiegelt.’ Een film die niet bewust een ideologisch standpunt wil innemen, maar
wel de gedeelde denkbeelden van een bepaalde periode in zich heeft. Maar weerspiegelt
zo’n film de maatschappelijke waarden of creëert hij deze waarden? ‘Dat is het verhaal
van het kip en het ei, je weet nooit wie eerst was of hoe de wisselwerking in zijn werk
gaat.’
Uitgesproken ideologische films worden meestal niet in verband gebracht met
Hollywood. Critici veroordelen vaak scherp de moralistische verhalen. Patricia Pisters
ziet daar juist de positieve kanten. ‘Hollywood heeft een grote macht: de macht om
veel mensen te bereiken en aan te spreken via film. Het is nog steeds succesvol,
omdat we de taal herkennen en de stijl ons aanspreekt. Deze macht van Hollywood
valt op allerlei manieren in te zetten.’ Zo wordt er geroepen dat Hollywood puur een
kapitalistisch bolwerk is, maar Pisters vindt dat er ook wat te zeggen valt voor het
bereiken van een groot publiek. ‘Hollywood kan juist onderwerpen aan de kaak stellen
door zijn herkenbare traditionele verhaalvertelling, die mensen kennen en waarmee
ze vertrouwd zijn.’
De film Lumumba is een perfect voorbeeld om aan te geven dat Hollywood ook
politieke film aan de man kan brengen. Deze film gaat over de moord op de Congolese
president in de jaren ‘60. Regisseur Raoul Peck bracht hier een kleine documentaire
over uit aan het begin van de jaren ‘90. Enkele jaren later besloot Peck de boodschap
“Hollywood kan juist dingen aan de kaak stellen door zijn herkenbare verhaalvertelling”
Hollywood is de machtigste filmmagnaat van de Westerse wereld. Wat voor invloed hebben deze films op haar kijkers? Xi sprak met Patricia Pisters, hoofd Mediastudies aan de Universiteit van Amsterdam.
Door Frank van Wijhe
Film
XI JAARGANG 19 / NR 3 23
naar een groter publiek over te brengen. In 2000 kwam de
Hollywoodversie uit, inclusief held, drama en een klassieke
spanningsopbouw. De film werd gezien door het publiek
en won zelfs meerdere prijzen. ‘Door het kleine verhaal
op een andere manier te vertellen, wist hij wel een groter
publiek te bereiken. Zonder ook maar iets te wijzigen aan de
boodschap van de film.’
Vorig jaar trok de wereld massaal naar de bioscopen voor de
eerste grote 3Dfilm van de jaren ‘00, Avatar. De politieke
boodschap leverde de nodige kritische geluiden op. Zo zou
onder andere de stemming over de oorlog in Afghanistan
worden beïnvloed. Pisters zou niet direct aan Avatar denken
voor het beïnvloeden van publieke opinies. ‘Het kan op
zich wel, vooral de duidelijke ecologische boodschap die ze
neerzetten. Deze is opgepikt door de kijkers, maar is niet per
se politiek bedoeld.’ Wel vindt ze dat een film zoals Avatar
meer invloed kan hebben dan de kijker denkt. ‘In principe
denk ik dat film werkt op het niveau waarop we denken. En
dat is ook het niveau waar je moet beginnen als je visies wilt
veranderen.’
“Hollywood is meer een conventioneel middel dan het een
machtsblok is”
Zo is er onderzoek gedaan naar subtiele
beïnvloeding door fi lm en te levis ie .
Opmerkelijk was de casting van presidenten
rond de verkiezing van Obama. ‘Je zou kunnen
zeggen dat de weg voor de eerste zwarte
president al gevormd was. Populaire series
zoals 24 en meerdere films castten allemaal een
zwarte president. Hierdoor raakte het publiek
al gewend aan het beeld. Het visualiseren van
een denkbeeld is het begin van beïnvloeding.
Als men het zich kan voorstellen, zullen ze het
sneller accepteren als het werkelijkheid wordt.’
Met de special effects van tegenwoordig zijn
veel dingen visueel haalbaar. Schuilt daar geen
gevaar voor indoctrinatie? ‘Hollywood heeft
ook zijn eigen tegenkrachten, zijn nuances.’
Pisters stelt dat je nooit Europese cinema en
Hollywood tegenover elkaar moet zetten. Zo
is er veel uitwisseling tussen acteurs en stijlen
van Europese en Amerikaanse films. ‘Alleen
daarmee wordt het lastig om het te hebben
over één Hollywooduitdraging. Hollywood is
meer een conventioneel middel, dan dat het
een machtsblok is.’
Pisters ziet juist kansen de macht te gebruiken
om een positieve boodschap of visualisering
over te brengen. ‘Een boodschap overbrengen
kan natuurlijk op meerdere manieren.
Sommige manieren werken de stereotypering
juist in de hand, maar het kan ook anders.’
Film kan volgens haar een kijk achter de
schermen van het stereotype beelden bieden.
En dan kan de macht van Hollywood juist
positief ingezet worden. ‘Het verhaal achter
de dingen die je in de krant leest. Film kan
daarmee juist begrip vergroten voor mensen
en groeperingen. We kunnen ons inleven in
de wereld van de groepering die ons vreemd is.
Uiteindelijk kan het zelfs voor meer tolerantie
zorgen.’
XI JAARGANG 19 / NR 324
Film
Verhalen over de Rwandese genocideFeit versus fictie in Hotel Rwanda en Shooting Dogs.
Door Janne Heling
Zestien jaar geleden begon in Rwanda, op 6
april 1994, de grootste volkerenmoord sinds
de Tweede Wereldoorlog. Terwijl binnen een
tijdsbestek van ongeveer honderd dagen, meer dan
800.000 mensen op gruwelijke wijze om het leven
werden gebracht, keek de internationale Westerse
gemeenschap massaal de andere kant op, ondanks
het tijdperk van vierentwintig uur per dag, nonstop
nieuwsverslaggeving. Het uitblijven van internationale
interventie, adequate verslaggeving en bovendien de
erkenning dat het in deze situatie om genocide ging,
zorgden ervoor dat deze ramp niet voorkomen werd en
heeft geleid tot één van de grootste schandalen van de
twintigste eeuw.
De afgelopen jaren zijn er in vele vormen publicaties
verschenen, die vanuit verschillende perspectieven
verslag doen van datgene wat heeft plaatsgevonden
in Rwanda. Twee films die in het licht van dit thema
verschenen zijn Hotel Rwanda (2004) geregisseerd
door Terry George en Shooting Dogs (2005) van Michael
CatonJones. Deze films krijgen ontegenzeggelijk te
maken met de vreemde tegenstelling die het medium
film aan de ene kant, en het verhaal over de genocide
aan de andere kant, met zich meebrengen. Er is hier
sprake van een vreemde chemie tussen glamour en
extreem geweld.
Hotel Rwanda wordt gezien als een film die geplaatst
kan worden binnen het Hollywoodgenre. De film vertelt
het op feiten gebaseerde verhaal over hotelmanager
Paul Rusesabagina (Don Cheadle) die ten tijden
van de genocide in Rwanda in 1994, meer dan 1200
vluchtelingen wist te beschermen tegen de oprukkende
Xi publiceert dit jaar een serie geschiedenisartikelen, geschreven door studenten Mediageschiedenis. Ditmaal over representatie van de genocide in Rwanda in latere films.
Film
XI JAARGANG 19 / NR 3 25
Hutumilities, op het terrein van het viersterrenhotel
Sabena Hôtel des Mille Collines. Ondanks het feit dat de
film gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, worden
veel elementen uit de film gezien als gedramatiseerd en
geromantiseerd, met als gevolg dat er vraagtekens gezet
worden bij de accurate weergave van de werkelijkheid.
Dit heeft tot veel kritiek geleid, niet alleen op de film,
maar ook op het verhaal van de hoofdpersoon, Paul
Rusesabagina.
De film Shooting Dogs is minder bekend bij het grote
publiek. De jonge, naïeve en idealistische Joe Conner
(Hugh Dancy) is naar Rwanda gekomen om les te geven
op het L’École Technique Officielle, dat gerund wordt
door de blanke, katholieke priester Christopher, gespeeld
door John Hurt. Bij het uitbreken van de genocide bieden
zij op het terrein van de school onderdak aan meer dan
2000 vluchtelingen. Als de VNtroepen, die in eerste
instantie de enige bescherming vormen voor iedereen
die zich op het terrein bevindt, zich terugtrekken, zien
Joe en Christopher zich geconfronteerd met de keuze
om bij de vluchtelingen te blijven, die gedoemd zijn om
te sterven, of te vluchten. De film focust minder op een
heldhaftig verhaal rond één persoon, maar lijkt meer
een perspectief te bieden op cultuurverschillen, het
karakter van de mens als algemeen begrip en de film
brengt bovendien de sterke, maar ook de zwakke kanten
van dit karakter naar voren.
In eerste instantie kan aangenomen worden dat er
veel verschillen te vinden zijn tussen beide films.
Oppervlakkig gezien is dit ook gebleken: de films
vertellen andere verhalen, de één is biografisch en de
ander niet. Shooting Dogs legt veel nadruk op het gevoel
van authenticiteit door bijvoorbeeld te vermelden
dat de film ter plaatse (in Rwanda op het terrein van
de school) is opgenomen en er mensen meewerkten
aan de productie, die de genocide hebben overleefd.
Het benadrukken van deze authenticiteit gebeurt in
mindere mate in Hotel Rwanda. In deze film wordt de
nadruk gelegd op het persoonlijke verhaal, de gevoelens
en relaties van Paul Rusesabagina. Wat dat betreft past
deze productie inderdaad in het Hollywoodplaatje.
Ondanks deze verschillen zijn er veel overeenkomsten
te vinden tussen beide films. Deze hebben te maken met
de eerder genoemde probleemstelling, veroorzaakt door
de tegenstelling tussen de glamour van het medium
film aan de ene kant en de weergave van extreem geweld
aan de andere kant. De eerste belangrijke overeenkomst
heeft te maken met de simplificering van het conflict
dat ten grondslag lag aan de genocide.
In de openingstitels van Shooting Dogs wordt de situatie
in Rwanda kort uitgelegd ‘For thirty years the majority
Hutu government has persecuted the minority Tutsi
people.’ Ook in Hotel Rwanda wordt, weliswaar op een
andere manier, kort uitleg gegeven over de situatie in
het land. In een scène in de lobby van het hotel vraagt
een journalist (Joaquin Phoenix) zich af wat eigenlijk
het verschil is tussen een Hutu en een Tutsi. De reden
voor het conflict, zo wordt uitgelegd, zou gegrond zijn
in de discriminatie tijdens het voormalige bewind van
de Europeanen. Hierbij wordt het racisme gereduceerd
tot het onderscheid dat de Westerse bezetters maakten
tussen Hutu’s en Tutsi’s op basis van uiterlijk. Het feit
dat de gelijkenis tussen Europeanen en Tutsi’s wat
betreft uiterlijk meer overeenkwam, zou de reden zijn
voor het benoemen van het Tutsideel van de bevolking
als elite. De journalist wordt voorgesteld aan twee
vrouwen, waarvan één Tutsi en één Hutu, en hij stelt
dat ze wat hem betreft zusjes zouden kunnen zijn. Op
deze manier lijkt er geen enkele gegronde reden voor
de haat van de Hutuextremisten jegens het Tutsi
gedeelte van de bevolking. Het conflict wordt hiermee
gereduceerd tot een simpele scheiding tussen goed en
kwaad, moordenaars en slachtoffers.
Uiteraard is de politieke en sociale situatie, die
aanleiding vormde voor de genocide in Rwanda, vrij
complex om uit te leggen gedurende de speelduur van
een film. Om emotionele identificatie en sympathie bij
het filmpubliek te bewerkstelligen, wordt vaak tegenover
de karakters waar identificatie mee plaatsvindt, een
tegenpool geplaatst, in dit geval gerepresenteerd door de
agressieve, onhoudbare massa van Hutuextremisten.
Door nogal kort door de bocht de historische context
aan het publiek duidelijk te maken, wordt naast een te
simpele binaire oppositie tussen goed en kwaad, ook de
stereotypering wat betreft Afrika in de hand gewerkt.
Zowel Shooting Dogs als Hotel Rwanda hebben niet
het vertellen van ‘de waarheid’ als doel, maar het
uitdagen van het publiek tot het vormen van een eigen,
Film
XI JAARGANG 19 / NR 326
individuele waarheid. Regisseur Terry George van Hotel
Rwanda zei hierover:
‘The best way to tell a story...of historic events to an
audience [is] through the eyes of one ordinary person
and that person becomes the audience themselves,
becomes the eyes and the ears of the audience, and so
you can take an event like the Rwandan Genocide…
and through the events that befall this ordinary person
allow the audience to go inside that event itself and
give people a 360 degree view of it and an experience
of it that is quite unique.’
(Terry George)
Hoewel het bij dit citaat gaat om de visie van de regis
seur van Hotel Rwanda, heeft het betrekking op beide
films. De benadering van de genocide, vanuit het
perspectief van één, of enkele, individu(en) waarmee
de toeschouwer zich kan identificeren en waardoor de
kwestie genocide invoelbaar gemaakt wordt.
In zekere zin zijn beide films erin geslaagd een
beeld neer te zetten waarin toeschouwers ge confron
teerd worden met de gruwelen van een genocide en
de onbegrijpelijkheid van het niet ingrijpen van de
Westerse wereld. Het publiek krijgt een inzicht in
deze verschrikkelijke kwestie door de confrontatie en
identificatie met gevoelens als moed, angst en liefde. De
genocide krijgt een menselijk gezicht. De vraag is of op
deze manier niet voorbij gegaan wordt aan juist datgene
wat een genocide is: onmenselijk en onbegrijpelijk. Het
sentiment en drama dat komt kijken bij de inspirerende
gedachte dat, hoewel de wereld gek lijkt te worden, er
altijd personen bestaan die bovenmenselijke moed
lijken te bezitten, zorgt ervoor dat het beeld van de
horror van een genocide ondergeschikt raakt. De vraag
is of dit recht doet aan de slachtoffers en overlevenden
van de ramp die zich voltrok in Rwanda.
Shooting Dogs
Film
XI JAARGANG 19 / NR 3 27
Toekomst
XI JAARGANG 19 / NR 328
Tablets van de toekomstOp de CES (Consumers Electronic Show) in januari werden we doodgegooid met de aankondigingen van nieuwe tablets (het waren er meer dan zeventig). De elektronicabedrijven zetten torenhoog in met hun tablets en creëren een nieuwe interessante markt, die een hoop slachtoffers maakt in de computermarkt. Ongetwijfeld zal 2011 het jaar van de tablets worden, waarin duidelijk wordt hoever de markt nog zal groeien.
Door Bas Bastiaans
In de laatste maanden van 2010 oversteeg de
verkoop van tablets voor het eerst de verkopen van
netbooks. Analisten verwachten dat de verkopen
alleen nog maar meer zullen stijgen en binnen een jaar
of vier zelfs de laptops voorbij zullen streven. Ook Acer
bevestigt dat ze de productie van netbooks stelselmatig
zullen minderen, ter faveure van de tablets. Gevolg van
deze immens groeiende markt is een overstroming aan
producten, waardoor de consument door de bomen het
bos niet meer kan zien. Het is interessant om te zien
hoe door bepaalde keuzes van productiemaatschappijen
er een gevarieerde markt ontstaat, die qua ontwikkeling
nog alle kanten op kan gaan.
Tegenwoordig bezit de iPad zo’n 75% van het
marktaandeel, het overige kwart wordt vrijwel helemaal
ingenomen door de Samsung Galaxy Tab. Respectievelijk
lopen deze apparaten op de besturingssystemen iOS en
Android. Samen met Windows 7, WebOS van HP en QNX
van RIM completeren zij het rijtje besturingssystemen.
Belangrijker dan de tientallen tablets is dat zoveel
besturingssystemen niet naast elkaar kunnen bestaan
in één markt. Dat blijkt uit de besturingssystemen
voor smartphones en laptops waar er maximaal twee
of drie overleven. Om hun besturingssysteem te laten
overwinnen moet de verhouding tussen hardware en
software goed of onderscheidend genoeg zijn om het
marktaandeel van Apple enigszins in te kunnen perken.
Google, de makers van Android, kondigde onlangs
Android 3.0 aan met de interessante naam Honeycomb.
Grootste pluspunt is dat dit besturingssysteem volledig
is afgestemd op tablets en er een volledig nieuwe
en indrukwekkende 3D user interface is ontwikkeld,
die de aparte lagen, zoals HTC sense en Samungs
Touchwiz volledig overbodig maakt. Onder andere
Motorola, Asus en Acer zullen gebruik maken van dit
besturingssysteem, terwijl tientallen anderen nog steeds
Android 2.2 gebruiken. Omdat er zoveel apparaten zijn
met dezelfde software, moet het onderscheid wel liggen
in andere factoren. Motorola heeft met de Xoom de eer
dat zij als eerste mogen verschijnen, en dit product
wordt nadrukkelijk naar voren geschoven als de iPad
killer. Vooral de specs en de interne kracht maken
daarvoor indruk ten opzichte van de iPad. Met een
andere marktstrategie zien we daarnaast bijvoorbeeld
ook nog tablets die verschijnen met twee schermen of
een processor die dual boot aankan, waardoor je twee
besturingssystemen kan draaien.
RIM breidt zijn Blackberryemporium uit met de
Blackberry Playbook, welke loopt op het nieuwe systeem
QNX. Grootste pluspunt is de snelle processorkracht,
die zorgt voor een optimale multitasking . In
samenwerking met de prestaties van de multimedia en
Het belangrijkste is welk besturingssysteem het beste uit de verf komt
Toekomst
XI JAARGANG 19 / NR 3 29
het compromisloos browsen lijkt RIM zich wederom
vooral te richten op de zakelijke markt. Opmerkelijk
is dat in het begin de Blackberrytelefoons nog nodig
zijn om bepaalde functies, zoals het beheren van
je agenda en de messengerapplicaties, te kunnen
gebruiken op de Playbook. Hierdoor wordt het op het
eerste gezicht een angstig afhankelijk apparaat, dat
alleen voor de, weliswaar hele grote, doelgroep van
Blackberrygebruikers aantrekkelijk is. RIM claimt
echter dat de Playbook weldegelijk ook als een stand-
alone tablet te gebruiken is, maar dan wel in de nabije
toekomst.
Ten derde is er Windows 7 en daar kan heel simpel
over worden gedaan: een tablet met Windows 7 is een
netbook met een touchscreen. Dat betekent krachtige
Intel processors, welbekende Windowsapplicaties
en games. Het betekent ook virusscanners en de
beruchte computerinterface. Onder andere Asus en
Samsung komen met een aantal indrukwekkend
ogende mengelingen van tablets en netbooks, inclusief
uitschuifbare of Bluetoothtoetsenborden. Waar het in
feite op neer komt is dat Windows in de tabletmarkt
vrijwel helemaal buiten de boot valt door op de proppen
te komen met een totaal andere gebruikerservaring dan
van een tablet verwacht mag worden. Dat betekent ook
dat de tablets die onder Windows 7 draaien geschikt zijn
voor een totaal andere doelgroep.
WebOS van HP en iOS van Apple completeren het
rijtje en borduren verder op de doelgroep die de iPad
al gecreëerd heeft. Qua specs is de Hp Touchpad,
die draait onder webOS, ongelooflijk krachtig en zal
vooral mensen die opgewonden raken van krachtige
processors goed doen. Apple, dat traditioneel de CES
altijd negeert, moet nog komen met de aankondiging
van de iPad2, maar er mag wel verwacht worden dat
het vooral een geüpdate iPad wordt met een krachtigere
processor en nieuwe hardwarematige aanpassingen.
Waar Apple altijd sterk in is geweest, en op welke basis
hun producten voornamelijk worden gekocht, is design
en een intuïtieve en flexibele gebruikerservaring. Daar
zullen ze vooral mee doorgaan.
Er is aldus een nieuwe markt die nog in zijn
kinderschoenen staat, maar in een razendsnel tempo
alle aandacht naar zich toe wil trekken. Waar dit toe
leidt is een stortvloed aan tablets. Het is makkelijk
om de rommel er tussenuit te halen, maar dan hou
je alsnog een stuk of tien tablets over die heel erg
vooruitstrevend zijn. Qua specificaties ontlopen de
tablets elkaar slechts minimaal, maar daarbij moet wel
gezegd worden dat het afhankelijk is van de doelgroep of
daar überhaupt naar gekeken wordt. Het belangrijkste
is welk besturingssysteem het beste uit de verf komt
en dat is natuurlijk afhankelijk van een groot aantal
factoren, zoals beschikbaarheid van applicaties en
gebruiksvriendelijkheid. Daarnaast moet ook het belang
van design niet onderschat worden. Het aparte blijft
echter dat de tablet een relatief nieuw medium is en het
nog maar de vraag is of er ruimte is voor de consument
om er überhaupt eentje aan te schaffen. Wat dat betreft
zijn de prijzen, die liggen tussen de 500 en de 800 voor
de interessante modellen en 200 voor de mindere, in
ieder geval vrij toegankelijk. Uiteindelijk wordt het dus
voor de consument een moeilijke taak om een tablet
te kiezen. Feit blijft echter dat, of we het nou willen of
niet, 2011 het jaar wordt van de ware openbaring van
tablets.
Een overstroming aan producten, waardoor de
consument door de bomen het bos niet meer kan zien
Toekomst
XI JAARGANG 19 / NR 330
Angry Birds
Een enorm succes op de iPhone, iPod Touch en nu
ook op de iPad. Meteen een stukje duurder, maar de
graphics zijn dan ook een stuk beter. De humoristische
oorlog tussen de vogels en de varkens gaat verder op de
tablet en wederom is het de taak van de gebruiker om
vogels af te schieten op houten stellages waar groene
biggen onder liggen. Doel van het spel is om deze
biggen dood te maken. Is je dat gelukt, dan ben je door
naar het volgende level waar weer een nieuwe lading
biggen ligt. De graphics, besturing en concept zijn bij
deze game allemaal goed uitgedacht. Geen onnodig rare
verhalen of plotwendingen; gewoon vogels knallen en
biggen killen. Simpel, verslavend en met een komische
invalshoek.
GodFinger All Stars
Het concept van het spel is simpel. Als gebruiker heb
je een eigen planeet waar poppetjes rondlopen die je
aan het werk kan zetten. Het enige echte werk wat er
te doen is, is goud verzamelen waarmee je gebouwen
kan bouwen om weer meer goud te verzamelen. Ook
verdien je punten waardoor je levels kunt stijgen en
je extra poppetjes of krachten krijgt. Als “baas” van
de planeet is het namelijk ook aan jou de taak de zon
te laten schijnen, het te laten regenen of desnoods
onweren. Met een grappige, kleurrijke wereld weet GF
All Stars voor een behoorlijke tijd best leuk te blijven.
De geluidjes zijn komisch en sluiten aan bij de gehele
vrolijkheid van het spel. Na een tijdje wordt het toch wat
saai en valt het spel in een vervelende herhaling.
De iPad als GameboyWat heeft Apples’ tablet de gamewereld te bieden?
Tablets gaan het maken in 2011. Wat betekent dat voor het gamen? Een kijkje in Apple’s App Store voor de iPad laat zien dat ook hier een behoorlijk aantal games klaarliggen voor een aanzienlijk lagere prijs dan die voor andere to go consoles PSP en DS. Xi bespreekt een selectie aan iPad games.
Door Stephen van den Hoek
Toekomst
XI JAARGANG 19 / NR 3 31
The Mystery of the Crystal Portal
In Crystal Portal reis je als dochter van een bekende
onderzoeker de wereld af, op zoek naar verschillende
items. Op elke locatie liggen er een stuk of 20 die als in
een zoekplaatje aangetikt moeten worden. Het design
van het spel ziet er redelijk goed uit. De sfeer komt goed
over en er is veel aandacht besteed aan het ontwerpen
van de omgeving. Van Japan tot aan Zwitserland,
overal wordt gezocht. Jammer is dat sommige items
pas aanklikbaar zijn na het vinden van een ander item.
Het lijkt erop alsof de makers een te vaste volgorde van
aanklikken voor zich hadden en daar niet van af wilden
wijken. Het spel is hierdoor te simpel van opzet en wordt
ook nooit spannend of moeilijk. Na een tijdje wordt
het zoeken zelfs vervelend en weten de sporadische
minigames het ook niet spannender te maken. Het vele
werk dat is gaan zitten in het ontwerpen van de levels is
zonde, aangezien er weinig in deze levels te doen valt.
Mirror’s Edge
In 2007 kwam dit gelijknamige spel uit voor de
Playstation 3 en het zou mensen misselijk de console
hebben uit laten zetten. In het spel werd gespeeld
met evenwicht en het in balans houden van het
personage. De game voor de iPad zet dit door. Met je
wijsvinger bestuur je het hoofdpersonage Faith en
gebruik je verschillende vingercombinaties om haar
te laten springen, glijden of duiken. In een 2D wereld
à la Nintendo’s Mario beweegt Faith zich tussen de
gebouwen en rent ze van punt a naar punt b. De reden
waarom ze dit doet is niet duidelijk, laten we dit maar
op een pittige work-out houden. De eerste levels zijn
leuk en uitdagend maar bij het vijfde level treedt de
herhaling in en is het steeds meer van hetzelfde.
Hoewel de graphics vaak veelbelovend zijn laat de
uiteindelijke gameplay hier en daar wat steken vallen.
Er is uiteindelijk sprake van veel herhaling waardoor de
game snel saai wordt. Updates met nieuwe elementen
voelen dan vaak wat verplicht aan en maken de game
vaak niet veel leuker. Dit geldt niet voor Angry Birds:
daar worden updates met open armen ontvangen. Voor
het echte gamewerk heb je toch meer aan andere to-go
consoles als de PSP of aan de DS, die qua gameplay
vaak een veel beter spel aanbieden. Het wordt tijd dat
gameontwikkelaars uitvinden hoe de iPad een succesvol
gameplatform kan worden.
Fenomeen
XI JAARGANG 19 / NR 332
Fenomeen:
Steve Buscemi
Door Peter Augustinus Smet
De naam Steven Buscemi is er één die jarenlang
bij het grote publiek geen belletje deed
rinkelen. Zijn acteerprestaties bestonden
grotendeels uit bijzondere bijrollen, waarin hij schitterde
met zijn typische neurotische spel. Zijn grote doorbraak
bleef echter weg. Hij leek gedoemd om in deze bijrollen
te blijven steken, net als alle andere acteurs met een
bijzonder uiterlijk. Iedereen wist over wie je het had
wanneer je de lijzige kidnapper Carl Showalter uit Fargo
noemde, maar niemand wist dat hij gespeeld werd door
Steve Buscemi.
Dat dit geheel onterecht is, blijkt wel wanneer we
naar zijn oeuvre kijken. Net als John Goodman en
John Turturro, maakt Steve Buscemi deel uit van de
standaardcast van de gebroeders Coen. Deze regisseurs
staan erom bekend het uiterste van hun acteurs te
vergen, wat wij terugzien in de verscheidenheid aan
rollen die Buscemi voor hen gespeeld heeft.
Zo zien wij hem in Barton Fink, waarin hij de over
optimistische piccolo Chet vertolkt. In deze film valt hij
op omdat hij, in tegenstelling tot alle andere personages,
zonder enig achterliggend motief, heel erg aardig is.
Het is een mysterieus personage dat niet in Hollywood
thuishoort, waardoor het onmenselijke en corrupte van
Hollywood wordt benadrukt.
Het is dit type misplaatst figuur die een rode draad
vormt in de rollen van Buscemi. Zijn personage wordt
vaak gebruikt om de absurditeit van een situatie aan te
tonen, waarbij de kijker zich constant afvraagt hoe zijn
personage eigenlijk in deze film beland is. Zo ook in The
Big Lebowski, waarbij Donny’s zachtaardige en rationele
persoonlijkheid zover afstaat van die van The Dude en
Walter, dat het een raadsel is hoe zij ooit bevriend zijn
geraakt. Niet alleen als acteur is hij een vreemde eend
in de bijt, maar ook als personage.
Niet dat Buscemi onnatuurlijke rollen speelt. Juist
in de twee bovengenoemde films, is hij een normaal
personage in een abnormale wereld. Zijn personages
zijn essentiëel in het blootleggen van absurdisme in
de Coenfilms, waarvan Carl Showalter het ultieme
voorbeeld is. In de wereld van Fargo, waar een man
losgeld probeert te vangen voor de kidnapping
van zijn vrouw en waarin iemand lijken door de
houtversnipperaar haalt, speelt Buscemi de enige
normale rol. Door zijn ogen, als doodgewone crimineel,
zien wij als kijker hoe de kidnapping op volledig bizarre
wijze uit de hand loopt.
Het misdaadgenre is favoriet voor Buscemi. Het was
te bewonderen als gangster in onder andere Miller’s
Crossing (1990), Reservoir Dogs (1992) en The Sopranos
(1999). Voor zijn dodelijke optreden als Tony Blundetto,
de neef van Tony Soprano, heeft hij een Emmy
nominatie mogen ontvangen. In deze serie vinden wij
Niet alleen als acteur is hij een vreemde eend in de bijt, maar ook als personage.
Steve Buscemi werd jarenlang afgedaan als Hollywoods misplaatste figuur. Bij nadere bestudering van zijn oeuvre, blijkt dit echter geheel onterecht te zijn.
Fenomeen
XI JAARGANG 19 / NR 3 33
ook het andere talent van Buscemi: regisseren. Ook
hierin komt zijn veelzijdigheid als artiest naar boven.
De door hem geregisseerde Sopranosaflevering Pine
Barrens wordt gezien als één van de hoogtepunten van
de serie.
Ook met komedie kan de regisseur Buscemi uit de
voeten, zoals hij bewees met een aflevering van 30 Rock
en meerdere afleveringen van Nurse Jackie. Ook heeft
hij een aantal speelfilms geregisseerd, die allen lovend
zijn ontvangen door de filmpers. Interessant is dat zijn
meest recente film, Interview (2007), de Amerikaanse
versie was van Theo van Goghs Nederlandse origineel.
Grote kassuccessen zijn de door hem gerisseerde films
echter niet geworden. Sterker nog, de meesten hebben
niet eens de productiekosten terugverdiend. Dit valt
grotendeels te wijten aan het feit dat zijn films bedoeld
waren voor filmfestivals. Het grote publiek vond ze te
kunstzinnig, wat ook blijkt uit het grote verschil tussen
de scores van websites zoals IMDb en het oordeel van
de recensenten.
Na al zijn jaren als bijrolacteur en kunstzinnige
regisseur, leek het niet waarschijnlijk dat hij ooit nog zijn
grote doorbraak zou krijgen. Martin Scorsese dacht hier
gelukkig anders over. Na twintig jaar op het witte doek
te hebben gestaan, is Buscemi eindelijk Enoch ‘Nucky’
Thompson. Met zijn glansrol in Boardwalk Empire, heeft
Buscemi in één televisieseizoen een Golden Globe en
een Screen Actors Guild Award mogen ontvangen.
Hoewel de historische Nucky de inspiratie voor Tony
Soprano was, leent de fictieve Nucky zich perfect voor
Buscemi. Als corrupte politicus tijdens de drooglegging
in Amerika, worstelt Buscemi zichtbaar met de criminele
verlokkingen van de illegale handel. Waar Tony Soprano
een Italiaanse bulldog was, is Nucky een veel fragieler
personage, zowel lichamelijk als geestelijk. Want Nucky
is nog geen gangster; hij is een rijke schatbewaarder,
getraumatiseerd door het verlies van zijn vrouw.
Eindelijk heeft hij de hoofdrol, en terecht. Niet langer is
hij het misplaatste figuur, wiens verschijningen te lang
onopgemerkt zijn gebleven.
Steve Buscemi in Boardwalk Empire
Recensie: film
The Fighter
Na Rocky, Raging Bull, Ali, Million Dollar Baby,
Cinderella Man en vele, vele andere films
kun je je afvragen hoeveel meer boksfilms
we nog nodig hebben, en wat een nieuwe film nog
kan toevoegen aan het genre. The Fighter laat in ieder
geval zien dat er niet heel veel vernieuwends meer te
brengen valt. Het script is een conventioneel rags-to-
richesverhaal, maar met een zeer interessant element:
de relatie tussen bokser Mickey Ward en zijn broer
Dickey Eklund.
David O. Russels regie is absoluut fantastisch. Zijn
gebruik van de camera – die nog steeds een losse,
handheld en duistere look uit indiefilms heeft – voegt
veel toe aan de atmosfeer en energie die de film probeert
te vatten. De opzet van de scènes is perfect, en hij laat
de acteurs grotendeels hun gang gaan. Soms houden ze
zich aan het script, maar vaker praten ze gewoon door
elkaar heen. Russel gebruikt tijdens de boksscènes een
interessante techniek door deze te filmen alsof ze op
televisie worden uitgezonden: goedkope videokwaliteit,
multicamera setups, het hele pakket. De camera’s
vangen alles op, inclusief fouten en spontane,
ongecontroleerde bewegingen die weer iets toevoegen
aan die losse en realistische stijl van de film.
Door Bart Delwig
XI JAARGANG 19 / NR 334
Maar uiteindelijk is dit een film over twee broers die hun
innerlijke demonen overkomen en obstakels ontwijken
om hun gezamenlijke doel samen te bereiken. En net
als bij iedere character-based film, hangt het succes af
van het acteerwerk. Gelukkig is het op dit gebied waar
de film het meest slaagt. Mark Wahlberg scoort een
voldoende als Mickey Ward. Zijn rol is niet spectaculair,
maar volstaat genoeg om de film te dragen. Echter, de
acteurs die de bijrollen vertolken stralen allemaal stuk
voor stuk. Christian Bale is werkelijk het hoogtepunt
van de film . Hij steelt de show als Mickey’s oudere,
drugsverslaafde broer en trainer. Als bokser is hij is een
schaduw van wat hij was, maar weet nog steeds hoe je
een goede wedstrijd neerzet. Bale geeft alles wat hij te
geven heeft, zowel in zijn uiterlijk (mager, uitpuilende
ogen, kalend) maar ook in zijn grootse performance.
Bale verdient alle lof die hij zal gaan krijgen voor deze
rol.
Maar ook de vrouwelijke rollen zijn de moeite waard
om te noemen. Zowel Melissa Leo als Amy Adams
spelen een rol ver buiten hun comfort zone. Adams,
die nooit echt haar harde kant heeft laten zien, vult
haar rol geweldig in en creëert een diep personage uit
iemand die anders een onderschreven karakter zou zijn.
Hetzelfde geld voor Leo: haar karakter had compleet
ééndimensionaal kunnen worden, maar Melissa Leo
geeft een soort menselijkheid mee aan haar karakter
die haar meer triest dan gemeen maakt.
Uiteindelijk vertelt The Fighter een redelijk conventioneel
verhaal op een interessante manier. Het is een film die
overdramatisch en zwaar had kunnen worden in de
verkeerde handen, maar Russel en zijn cast zetten een
zeer specifieke atmosfeer neer die de film een gevoel van
realisme meegeeft. Deze unieke energie in combinatie
met een indrukwekkende cast zorgen ervoor dat de film
het niveau van zijn script overstijgt.
Recensie: film
XI JAARGANG 19 / NR 3 35
Personages Hanna en Simon hadden zo de buren kunnen zijn
Ha n n a ( So p h i e Ro i s )
en Simon (Sebast ian
Schipper) wonen samen.
Ze hebben al jaren een relatie,
een mooi huis en een leuk stel
vrienden. Van kinderen is het
nog niet gekomen. Eén van hen
is waarschijnlijk onvruchtbaar.
Wanneer Sophie op haar werk in
aanraking komt met de charmante
Adam (Devid Striesow) verandert
er wat in haar relatie met Simon.
Ze begint een affaire met Adam.
Ondertussen zit Simon niet lekker
in z’n vel. Worstelend met een
zieke moeder, een wankele baan
en zaadbalkanker, heeft Simon
gelukkigere periodes meegemaakt.
Na zijn operatie ontmoet hij iemand
in het zwembad waar ook hij een
affaire mee begint: Adam.
Zo simpel klinkt het. Zo simpel
houdt Tykwer het ook. Niemand
komt gestileerd over, niemand komt
met veel makeup in beeld. Hanna en
Simon hadden zo de buren kunnen
zijn. Ze zijn mooi op hun eigen
manier, in hun eigen omgeving.
Door herkenbare situaties en
problemen wordt het makkelijk om
je met de karakters te identificeren,
terwijl ze leuk blijven om naar te
kijken.
Sophie Rois is ontzettend sterk in
de rol van Hanna, waarin ze op een
komische manier om gaat met de
stress op haar werk en de problemen
met Simon en Adam. De gesprekken
in de film voelen niet geforceerd aan
en veel van de grapjes zijn ook echt
leuk. Rois en Sebastian Schipper
overtuigen als duo, met elk zijn
of haar eigen problemen. Devid
Striesow is in zijn rol iets minder,
wat wellicht komt door de dubieuze
rol die hij speelt. Zijn acteerwerk
ligt er vaak net tegen aan en komt
zodoende niet helemaal tot zijn
recht.
Tykwer ondersteunt zijn drie acteurs
met goede bijrollen, een slim en
grappig geschreven script, mooie
Berlijnse locaties (die gelukkig niet
de tien mooiste plekken van de stad
laten zien), een sterke soundtrack
en een stel leuke technische
montagetrucjes die de film een boost
geven als deze even lijkt in te zakken.
Sophie Rois steelt de show als Hanna
maar ook Sebastian Schipper speelt
Simon op een overtuigende manier.
Tykwer zit comfortabel op de
regisseursstoel en mag daar ook nog
wel even blijven zitten.
3De Duitse regisseur Tom Tykwer is een veelzijdig man. Voor veel van zijn films fungeerde hij als regisseur, schrijver en schreef hij tevens de muziek. Voor zijn nieuwste film 3 laat hij de muziek vallen, hij beperkt zich tot de schrijftafel en regisseursstoel. Met onder andere Lola Rennt en Perfume op zijn CV keert Tykwer terug naar de bioscoop met 3.
Een Duits ménage à trois
Door Stephen van den Hoek
Recensie: televisie
XI JAARGANG 19 / NR 336
Komen Eten
Wie is de chef?, Smaken verschillen, Top chef en
Over de kook: Nederland wordt de laatste
tijd overspoeld met kookprogramma’s.
Terwijl veel Nederlanders voor de afhaalchinees of
opwarmmaaltijd kiezen, blijken ze toch tijd genoeg te
hebben om dagelijks naar één van deze programma’s te
kijken en te genieten van de kookkunsten van anderen.
De vraag die echter bij mij opkomt na het kijken naar
het ogenschijnlijk ‘nieuwe’ kookprogramma Komen eten
op SBS6 is dan ook: hoeveel eetprogramma’s kunnen
we nog aan?
“Vier uiteenlopende Nederlanders die elkaar niet
kennen, gaan één week voor elkaar koken.” Met deze
woorden begint de voiceover het programma, hopend
dat de kijker niet opmerkt dat dit ‘format’ de laatste
jaren al meerdere malen is gebruikt. Al snel krijgen
we deze ‘uiteenlopende’ kandidaten te zien, inclusief
hun woning en leefomgeving, wat ons als kijkers een
kijkje geeft in het leven van de deelnemers, en wat
de diversiteit van de kandidaten versterkt. Zo zien we
een aflevering waar een welgestelde, slanke, blonde
accountant mag koken voor een duidelijk minder
gestelde oudere vrouw, een Russische fotograaf en een
jonge, Turkse theatermaker.
Elke dag wordt er door een deelnemer een driegangen
menu gekookt voor de anderen, die op hun beurt deze
persoon op basis van gezelligheid, gastvrijheid en
kooktalent moeten beoordelen. Klinkt bekend? Dit kan
komen, doordat er vorig jaar in het Net5programma
Smaken verschillen al op precies dezelfde wijze
beoordeelding plaatsvond. Ook Wie is de chef? gebruikte
dit format, maar wist door een verrassingselement nog
enigszins spanning in het programma aan te brengen.
Door Judith Willems
SBS6 heeft al vaker bewezen dat ze gespecialiseerd zijn
in programma’s zonder originaliteit, en dat is ook dit
keer het geval.
Met geweldig simpele woordgrappen zoals ‘inpeperen’
en het geven van ‘ongezouten kritiek’ probeert de voice
over nog wat leven in de brouwerij te brengen, maar
dat het programma ‘uitgekookt’ en ronduit onorigineel
is valt niet te ontkennen. Het enige amusante is de
plaatsvervangende schaamte, die snel verandert in
leedvermaak, wanneer er pijnlijke stiltes vallen aan tafel
en de amateurchefs blunderen in de keuken.
Toch zijn er gemiddeld meer dan 400.000 mensen die
hun buik nog niet vol hebben van dit eetprogramma en
dagelijks genieten van de ‘kokende mensen’ op SBS6.
Als zoveel kijkers dagelijks inspiratie opdoen van de
gerechten die worden gekookt, genieten van de blunders
die er worden gemaakt of zich kunnen identificeren
met de ‘gewone’ Nederlanders die in het programma
worden afgebeeld, wie ben ik dan om roet in het eten
te gooien?
Komen Eten is elke werkdag om 20.00 te zien op SBS6
Waar de buik van vol is…..
Recensie: televisie
XI JAARGANG 19 / NR 3 37
LevensliedEen lofzang op korenDoor Jeroen Slot
Was een zangkoor een aantal jaar geleden
nog stoffig en ouderwets, tegenwoordig
kun je er tijdens een verjaardag rustig voor
uitkomen er lid van te zijn. In Nederland heerst een
echte koorcultuur met een grote variatie, zowel van
Christelijke als popkoren. Met de nieuwe dramaserie
Levenslied heeft de NCRV dan ook een onderwerp te
pakken, dat veel mensen zal aanspreken.
Levenslied vertelt het verhaal van het Haarlemse koor Bij
Hoog en Laag, bestaande uit leden uit allerlei rangen
en standen, in een gedramatiseerde vorm. Juist doordat
de personages verschillen van een advocaat tot een
eigenzinnige vrijbuiter, biedt de serie een breed scala
aan thema’s. Van een zoon die je niet meer mag zien, tot
een depressieve man. Het laatste is het geval bij Elske
(Caro Lenssen). Haar man is de depressieve componist
Nicolai, die thuis de sfeer verpest. Elke poging die
zij onderneemt om het leven te veraangenamen,
wordt door Nicolai op botte wijze afgewimpeld. Deze
componist wordt, opmerkelijk genoeg, gespeeld door
Antonie Kamerling, de acteur die na een lange depressie
eind vorig jaar zelfmoord pleegde. Door de constante
neerslachtigheid van zowel Nicolai als Elske, blijven
deze personages echter vlak en eendimensionaal.
De andere personages zijn een stuk beter uitgewerkt.
Juist de variatie aan emoties maakt televisiedrama
interessant en aangrijpend. In het bijzonder geldt dit
voor het personage Lucas van Ommeren (Hans Dagelet),
een introverte zakenbankier die nog maar kort bij het
koor zit. Dagelet zet juist door deze introvertheid te
benadrukken een ongrijpbaar personage neer, waardoor
hij direct kan rekenen op sympathie.
Met Levenslied heeft de NCRV haar eigen succesvolle
drama, zoals de KRO de succesvolle Schaepserie
uitzendt. De series hebben nog meer overeenkomsten.
Niet alleen draait het om (ogenschijnlijk) gewone
mensen, maar ook de muziek speelt een beide series
een grote rol. De nummers zijn bij Levenslied divers en
bovendien door de acteurs zelf gezongen. Muziek kan
in televisiedrama snel de sfeer en snelheid uit een serie
kan halen, maar daar is hier nauwelijks sprake van. Door
in de montage de muziek van koor te versnijden met
beelden van de individuele sores, wordt het aangrijpend
en wordt de binding van de koorleden benadrukt.
Levenslied is al met al een zeer geslaagde serie. Weliswaar
is gewonemensentelevisie geen zeldzaamheid, in
dit geval wordt door de variatie in personages en
thematiek, iets toegevoegd aan een uitgekauwd genre.
Eveneens zijn de acteerprestaties die worden neergezet
niet storend of ondermaats, iets dat in Nederlands
televisiedrama helaas nog vaker regel dan uitzondering
is.
Levenslied is elke donderdag om 21.30 te zien op Nederland 1
Recensie: nieuwe media
XI JAARGANG 19 / NR 338
Dead Space 2
Het is onbegrijpelijk dat er sinds Alien niet
meer hoogstaande sciencefiction horrorfilms
zijn uitgekomen die zich afspelen in de
ruimte. De mysterieuze omgeving die ruimte biedt en
de vijandige aliens zijn namelijk perfecte ingrediënten
voor een geslaagde horrorervaring. EA had dat door en
maakte met deze elementen de game Dead Space, die
qua opbrengsten tegenviel, maar desondanks een goede
basis opleverde voor een welkome sequel.
In 2008 waaide er een frisse wind door het gamebedrijf
EA, waar onder andere de nieuwe franchise Dead Space
uit voortkwam. Hoewel de game commercieel gezien
tegenviel, besefte EA dat ze een pareltje in handen
hadden. Ondertussen zijn een comic en een aantal spin-
offs verschenen en nu dus ook een vervolg. Zoals we
gewend zijn uit de filmindustrie, lijdt ook Dead Space
2 aan het sequelsyndroom; niks veranderen en meer
van alles. Dit is echter geen negatieve ontwikkeling,
integendeel: het zorgt voor een spectaculaire game met
een unieke horrorervaring.
Het verhaal begint met een memo rabele openings
scène,waarin de lat torenhoog wordt gelegd qua blood &
gore. Isaac Clarke, de hoofdpersoon uit het eerste deel,
ontwaakt uit een coma en ziet hoe de Necromorphs het
ruimtestation Sprawl binnendringen. In de filmische
scènes wordt expliciet getoond hoe lichamen worden
opengescheurd en lichaamsdelen veelvuldig door
de omgeving vliegen. Vanaf moment één word je
vervolgens achternagezeten door tientallen aliens,
waardoor je hartslag een piek bereikt die pas weer
daalt wanneer de game afgelopen is. Deels komt dat
door het verhaal, dat weliswaar geen geniaal plot kent,
maar wel een goed gebalanceerde basis biedt voor een
geloofwaardige ervaring. De filmische onderbrekingen
doen een hoop goed voor de sfeer en de dynamiek van
de game. Je zult dan ook veel scripted events tegenkomen
die weliswaar voorspelbaar en simpel zijn, maar het
tempo wel lekker hoog houden.
Aan de ene kant kun je het jammer vinden dat Dead
Space 2 de makkelijke kant kiest door de game een stuk
meer Hollywood te maken. De keerzijde van al het
spektakel is namelijk dat de game inlevert aan opbouw
en subtiliteit. Vooral de balans tussen het toeleven
naar vijanden en de daadwerkelijke confrontaties is
niet helemaal optimaal. Het rondlopen in de knap
ontwikkelde en schitterend ogende omgevingen zorgt
op zichzelf weliswaar al voor een opgejaagd gevoel, het
daadwerkelijk introduceren van massa’s vijanden wordt
vaak pas gedaan als je al in een shoot-out zit. Het had de
game qua horror goed gedaan, als men wat subtieler
was in het introduceren van vijanden.
Dit zorgt er uiteindelijk voor dat Dead Space 2 laat zien
wat er mis is met de Amerikaanse horrorideologie. Vaak
wordt gekozen voor spektakel met veel geschreeuw
en een hoop bloed. De sfeer en de interactie met de
omgeving en vijanden zijn echter zo verfrissend en
beklemmend en daarmee hebben horrorgames een
voordeel op horrorfilms dat we toch kunnen spreken
van een unieke en onderhoudende game.
Een spectaculaire game met een vrijwel unieke horror-ervaring
Door Bas Bastiaans
Recensie: nieuwe media
XI JAARGANG 19 / NR 3 39
Mario Sports Mix
Het is een wonder dat Mario, na al deze jaren,
nog steeds over zijn volle buikje beschikt.
Karten, tennissen, golfen: Nintendo’s
mascotte heeft zich met bijna iedere populaire sport
wel weten te vermaken. Kenmerkend voor deze titels
is altijd de toegankelijkheid geweest, naast de grotere
diepgang voor hen die er de tijd in steken. Zo is Mario
Kart Wii perfect geschikt om met je kleine broertje of
zusje te spelen, maar kan je online tal van strategieën
loslaten op nietsvermoedende tegenstanders. Weet
Mario Sports Mix deze balans ook te behalen of is dit
Mario’s eerste blessure?
Waar Mario zich in het verleden altijd op een enkele
sport heeft gericht, is het deze keer aan de speler uit
maar liefst vier verschillende bezigheden te kiezen:
volleybal, hockey, basketball en trefbal. Verschillend
als deze disciplines in het echt mogen zijn, in deze
game hebben ze bijzonder veel van elkaar weg. Dit is
grotendeels te wijten aan de controls, die niet veel meer
van de speler vragen dan furieus met de controller te
schudden. Voeg hierbij de voor een Mariosporttitel
typerende powerups en je hebt een spel dat eerder
chaotisch dan strategisch verloopt.
Wat de game dan weer, zoals gewoonlijk bij Nintendo,
goed doet, zijn de onovertroffen productiewaarden.Van
overzichtelijke menu’s tot gelikte graphics en animaties,
op esthetisch niveau is er weinig aan te merken op Mario
Sports Mix. Het grote probleem is alleen dat er zeer
weinig schuilgaat achter dit laagje verf. De verschillende
sporten zijn in niets zo diepgaand en uitgebreid als in
Mario’s vorige sportgames en niet talrijk genoeg voor
een minigameverzameling à la Mario Party of Mario &
Sonic at the Olympic Games.
Dit gebrek aan content probeert ontwikkelaar Square
Enix te verhullen met de toevoeging van Final Fantasy
personages, de ondersteuning van Miicharacters en
een flink assortiment aan powerups, speciale moves
en banen. Aanvankelijk zul je dan ook onder de indruk
zijn van wat het spel allemaal biedt, maar al snel zal
de realiteit zich opdringen: er is hier simpelweg
niet genoeg om je lang gefascineerd te houden. De
mogelijkheid bestaat om, naast offline, ook online de
uitdaging aan te gaan, maar zonder ervaringspunten,
vrij te spelen content en, alweer, met een gebrek aan
diepgang, begint ook dit vlug te vervelen.
Uiteindelijk heeft Nintendo met Mario Sports Mix
zijn eerste echte blunder te pakken met de Mario
sportserie. Nee, de game is zeker niet abominabel en
weet ook, zij het kort, flink te vermaken. Het is moeilijk
niet te glimlachen als je één van Nintendo’s bekende
personages zijn of haar speciale move uit te zien voeren,
overdreven geluiden en bewegingen incluis. Dit is
echter niet genoeg om de game terug te stoppen in je
Wii na de eerste speelsessie. Nintendo, volgende keer
gewoon zelf de ontwikkeling van een dergelijke titel op
je nemen. Net als Square Enix’ vorige poging met een
Mariogame, Mario Slam Basketball voor de Nintendo
DS, schiet dit spel jammer genoeg naast het net.
De eerste echte blunder van de Mario-sportserie
Door Freek Ronner
Recensie: nieuwe media
XI JAARGANG 19 / NR 340
Films ‘De films van de Tjechische stopmotionanimator
Jan Svankmajer. Hij is een surrealist zoals ze horen
te zijn. Niet het postersurrealisme van de Dali
imitators, maar puur en oprecht. Hij zet op een
heel geloofwaardige manier de realiteit naar zijn
hand. Hij creëert geen nieuwe wereld, maar pakt de
onze en brengt daar wijzigingen in aan. Vooral zijn
verfilming van Alice in Wonderland is de moeite waard:
hij blijft heel trouw aan het boek, maar is tegelijk
een typische Svankmajerfilm. Op Youtube zijn veel
van zijn korte films te vinden. Mensen die van David
Cronenberg houden moeten zeker eens gaan kijken.’
Televisie ‘Ik hou van tekenfilms die grappig zijn op
de manier waarop tekenfilms bedoeld zijn, zoals Ren &
Stimpy en The Marvelous Misadventures of Flapjack. Wat
dat laatste betreft zitten we in een spannende periode
het is voor het eerst sinds decennia dat tekenfilms weer
echt grappig durven te zijn. Natuurlijk hebben we de
satirische series zoals The Simpsons en South Park, maar
hun humor ligt niet in de animatie; dat zijn eigenlijk
geen tekenfilms, maar getekende komedieseries. Heel
lang waren er nauwelijks tekenfilmseries die de nadruk
legden op de animatie. Na de komst van Ren & Stimpy
kwam daar verandering in, men durft nu langzaamaan
weer meer op dit gebied. Overigens kijk ik geen televisie,
series kijk ik via het internet of ik koop ze op DVD.’
Door Julius Koetsier
Games ‘Hoewel ik geen nee zeg tegen RPG of RTS,
en me prima weet te vermaken met GTA, vind ik
experimentele games het interessantst. In de meeste
games heb je een lineaire gameplay: je loopt door
ruimtes, verslaat vijanden, pakt objecten op, en speelt
het van te voren vastgestelde verhaal uit. Met de
mogelijkheden die de game als medium biedt is het
enorm beperkt. Het doet me denken aan de beginjaren
van de film; ook toen werden vermakelijke dingen
gemaakt, maar zoals later gebleken is, is film tot veel
meer in staat. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook geldt
voor games. De eerste stappen in de juiste richting zien
we bij onlinegames als Hansel & Gretel, I Wish I Were
The Moon en Loved. Deze korte browsergames zijn niet
alleen visueel enorm sterk, maar verkennen ook de
verschillende manieren waarop een spel gespeeld kan
worden.’
Internet ‘Ik hou erg van de creaties van Vectorpark. De
juiste benaming is ‘webtoys’, maar wat hij maakt hangt
eigenlijk tussen kunst, vermaak en game in. Met name
Windosill en Feed The Head bieden oeverloos vermaak.
Mijn favoriete YouTubekanaal van het moment is
EpicMealTime. Zoals de naam al impliceert is het een
kanaal waarop recepten gedeeld worden die, nou ja, epic
zijn. Kostelijk vermaak voor ieder die geen veganist of
anorexiapatient is.
Smaakmaker: Masha
Xi interviewt elke editie een Media & Cultuurstudent over diens mediavoorkeuren. Masha Pikulina (24) is vierdejaars, richting Film. Ze schreef haar bachelor-scriptie over Amerikaanse en Sovjetpropaganda in de Koude Oorlog.
Smaakmaker
Column
XI JAARGANG 19 / NR 3 41
Spattende zeepbellen
Een mens went aan alles. Ook New York is uiteindelijk, na een langgerekte periode van zenuwen, inpaklijstjes en Empire State of Mind op vol volume, ook “gewoon” de stad waarin ik leef geworden. Toen ik onlangs mijn favoriete Woody Allen-film Manhattan opnieuw keek, voor het eerst sinds een speciale openluchtvertoning in Central Park in augustus, viel me op hoeveel van de magie en de glans naar de achtergrond verdwenen was. Ineens besefte ik me dat ik alle plekken uit de film in het echt ken – ik weet hoe ze voelen, hoe ze ruiken, hoeveel herrie het verkeer maakt en hoe chagrijnig de mensen er vaak zijn. Ik weet dat ze niet bestaan in zwart-wit, pulserend op de prachtmuziek van George Gershwin.
Toch wil ik ervoor pleiten dat gewenning ook zijn voordelen heeft. Als de zeepbel eenmaal uiteengespat is, kun je namelijk wel helder naar de dingen kijken. Een voorbeeld hiervan was een gesprek dat ik onlangs had met John Cameron Mitchell, regisseur van Hedwig and the Angry Inch, Shortbus, en nu ook Rabbit Hole. Hij vertelde mij hoe hij had gewerkt met Nicole Kidman, de hoofdrolspeelster in de film. Hoe moeilijk het was om nog enige emotie uit haar met botox bezaaide gezicht te puren. En hoeveel verschil het maakte om een lok haar voor haar gezicht te kammen en de missende emotie te suggereren. Dat is dus het échte Hollywood. (Overigens was ook het “echte” Hollywood dat John Cameron Mitchell mij als Nederlander bijzonder “exotic” vond en me maar al te graag uitnodigde voor zijn drag queen party in downtown New York – maar dat terzijde.)
En sinds mijn aankomst aan deze kant van de oceaan zijn meerdere zeepbellen op genadeloze wijze om zeep geholpen (pun possibly intended). Niet lang geleden liet Sofia Coppola zich zien op Columbia University, met haar nieuwste film Somewhere. Buiten het gegeven dat de film niet bijster blaakte van de wereldschokkende kwaliteiten, bleek ook la Coppola zelf niet het wunderkind waar velen haar voor uitgemaakt hebben. Als groot fan van Lost in Translation – nog altijd één van de allerbeste films van de afgelopen vijftien jaar, mijns inziens – had ik echt gehoopt dat ze dit zou zijn. Meer en meer kwam ik er echter achter tijdens de lange Q&A na afloop dat ze in het verleden “gewoon” heel veel gelukstreffers heeft gehad.
Het werkt ook in positievere zin. Darren Aronofsky bleek allesbehalve de verwaande blaag waar hij voor uitgescholden werd toen hij Black Swan kwam vertonen bij Columbia’s School of the Arts. Britse acteerkanonnen Alan Rickman, Fiona Shaw en Lindsay Duncan bleken van dichterbij, op het podium in het Brooklynse BAM-Theater, alleen maar indrukwekkender. Maar over het algemeen is deze hele wereld toch wel “gewoon” een wereld met Amerikanen die vaak net mensen zijn.
Een P.S.: er is één iemand wiens zeepbel niet uit elkaar gespat is – simpelweg omdat hij die zeepbel is. En dan heb ik het natuurlijk over Werner Herzog. Das ist ja doch selbstverständlich!
Door Jordi Wijnalda
Waarheen/Waartoe
True Grit Een pure genrefi lm en daardoor een zeldzaamheid in hun oeuvre, maar tegelijkertijd typisch Coen Brothers.Julius Koetsier
The King’s SpeechAdversity doesn’t build character, it reveals it. Maryama Marong
Een geslaagd Brits drama met een inspiratieloze soundtrack.
Stephen van den Hoek
XI JAARGANG 19 / NR 342
Biutiful Een kunstzinnige lijdenswegPeter Augustinus Smet
Simon Werner A Disparu Kent goede momenten, maar is als highschooldrama te vlak en als thriller niet overtuigend genoeg.Timo Koren
Black Butterflies Alleen voor mensen die nog niet Carice van Houtenmoe zijn.Bart Delwig
Blue Valentine Intens drama met briljant acterende Ryan Gossling en Michelle Williams, over hoe ingewikkeld en intens liefde is. Briljant.Sacha Gertsik
Yogi Bear Lelijke vervorming van een klassieke tekenfilm. Ook voor de allerkleinsten niet leuk.Julius Koetsier
Black SwanDit geweldige verhaal houdt je van begin tot einde op het puntje van je stoel, het geeft spanning en passie een hele nieuwe betekenis.
Mahlia Joenoes
Zelden worden horror en drama zo sterk gecombineerd. De thematiek van The Wrestler met de overweldiging van Requiem for a Dream.
Julius Koetsier
Heerlijk verwarrende, psychologische thriller die zowel prachtige balletscènes heeft als heerlijke mindtwisters.
Stephen van den Hoek
Barney’s Version Paul Giamatti laat weer eens zien waarom hij één van Hollywoods meest ondergewaardeerde acteurs is.Bart Delwig
Waarheen/Waartoe
XI JAARGANG 19 / NR 3 43
The Mechanic Niet je alledaagse automonteur.Naduba Gureeva
Incendies Oscargenomineerd Canadees drama dat de kijker geen moment loslaat.Sacha Gertsik
Silent Souls Ingetogen, sinister en poëtisch Russisch drama.Timo Koren
Never Let Me Go Spannende film die je vanaf het begin in een grip houdt en je niet meer laat gaan.Bart Delwig
The HoleTe eng om met je kleine neefje heen te gaan, te slap voor een avondje goede spanning. Stephen van den Hoek
Dante’s nieuwste is geen meesterwerk, maar wel ongelooflijk leuk! Bart Delwig
Just Go With It Adam Sandler is voor het eerst in tijden weer echt leuk.Bart Delwig
127 Hours Wederom een geniale film van Danny Boyle. Mijn Oscarwinnaar voor beste acteur en beste film.Stephen van den Hoek
A Thousand Words Een film zegt meer dan duizend woorden.Madina Gireeva
The Fighter De mannelijke versie van Million Dollar Baby.Madina Gireeva
Rabbit Hole Indrukwekkende film met sterke rollen van Nicole Kidman en Aaron Eckhart.Maryama Marong
Somewhere Een meditatieve beschouwing van het leven als filmster en vader, die zich makkelijk laat lezen als een reflectie van de regisseuse Sofia Coppola op haar eigen leven en relatie met haar vader Francis Ford Coppola.Sacha Gertsik
Legenda
SlechtMatigGoedZeer goed