Site Jacques Brel - mivb.be · In Jacques Brel is er niet veel stock, enkel een kleine...

8
www.mivb.be Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel Site Jacques Brel

Transcript of Site Jacques Brel - mivb.be · In Jacques Brel is er niet veel stock, enkel een kleine...

www.mivb.beMaatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel

Site Jacques Brel

Busremise Metroremise

Jacques BrelS I T EM a a t s c h a p p i j v o o r h e t I n t e r c o m m u n a a l V e r v o e r t e B r u s s e l

De MIVB: een openbaar bedrijf ten dienste van de Brusselse mobiliteitDe Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel is het grootste Belgische openbaarvervoerbedrijf in een stedelijke omgeving. De MIVB zorgt voor vervoer in de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in tien randgemeenten. Ze bedient een oppervlakte van 241,5 km² en verzekert elke dag de verplaatsingen van meer dan een half miljoen Brusselaars en pendelaars. Elke seconde zijn er gemiddeld drie voertuigen van de MIVB waar reizigers opstappen. 250.000 keer per werkdag !

Het MIVB-net is bijna 800 km lang en telt 3 metrolijnen, 15 tramlijnen en 51 buslijnen die een ononderbroken dienstverlening garanderen, 7 dagen op 7, 20 uur per dag. Sinds april 2007 zijn er ook 20 buslijnen op vrijdag- en zaterdagavond van middernacht tot 3 uur ‘s ochtends. Hiervoor kan de MIVB rekenen op het professionalisme van zo’n 6.500 medewerkers.

De MIVB staat voor *…> 6.498 medewerkers

> 277,3 miljoen reizigers

> 797,8 km netwerk

> 3 metrolijnen

> 69 stations

> 15 tramlijnen

> 51 buslijnen

> 20 nachtbuslijnen

* cijfers uit het jaarverslag 2007

De stel- en werkplaatsen aanpassen aan de nieuwe behoeftenIn 8 jaar tijd stegen de reizigersaantallen van de MIVB met 70%. De openbare vervoermaatschappij heeft in 2007 niet minder dan 277,3 miljoen reizigers vervoerd. En het ziet er niet naar uit dat deze groei afneemt.

Het beheerscontract, dat de MIVB verbindt met haar voogdijoverheid, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, heeft een ambitieuze doelstelling: 320 miljoen ritten tegen 2011.

Om deze ononderbroken groei aan te kunnen, moet de MIVB investeren in trams, bussen en metro’s die een grotere capaciteit bieden. Deze nieuwe generatie voertuigen vereist aangepaste remises. Daarom startte de MIVB een groots moderniseringsproject van de bestaande stelplaatsen en de bouw van nieuwe remise-infrastructuur.

Op termijn zal de MIVB 3 grote onderhoudscomplexen en remises bezitten: Brel, Delta en Haren, net als kleinere stelplaatsen alleen voor de stalling van voertuigen.

De site Jacques Brel bestaat uit twee delen: het ene voorbehouden voor het onderhoud en het stallen van bussen. Het andere zal gebruikt worden voor het onderhoud en het stallen van de metro’s.

De voormalige stel- en werkplaats voor bussenDe stel- en werkplaats Jacques Brel werd gebouwd op de site “Vandermeeren”. Dit terrein van bijna 6 ha is eigendom van de MIVB en ligt op het grondgebied van de gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek. De site ontleent zijn naam aan het straatje “Vandermeeren” dat het terrein doorkruiste. Dit straatje bestaat niet meer sinds de afbraak van de voormalige busstelplaats.

De voormalige stelplaats lag naast de Ninoofsesteenweg. Ze werd gebouwd aan het begin van de eeuw en was tot in 1925 eigendom van de “Société générale des Chemins de Fer économiques” en werd nadien verder gebruikt door de N.V. “Les Tramways Bruxellois”. De MIVB gebruikte de remise als dusdanig van 1954 tot 1961. Van 1961 tot 2004 stonden er in de stelplaats ook bussen. De remise bestond uit een garage, een stelplaats en een openluchtparking waar 145 bussen konden worden geplaatst.

Een ode aan Jacques BrelOmdat het nieuwe MIVB-complex op de site “Vandermeeren” naast het metrostation “Jacques Brel” (lijn 1B) ligt, besloot de MIVB in de lente van 2005 een aanvraag in te dienen bij de Fondation Jacques Brel. De MIVB wou aan de nieuwe infrastructuur de naam van de bekende zanger geven. De Fondation Jacques Brel antwoordde positief op de vraag. Deze benaming verleent een grotere faam aan de stelplaats dan het vroegere “Vandermeeren”. Zo zal Brels verbondenheid met Brussel en vooral met de trams (de beroemde tram 33) en bussen nog lang naklinken. Niet alleen in zijn liedjes, maar ook in de naam van de modernste stelplaats van het Brusselse openbaar vervoer.

Voormalige busstelplaats afgebroken

Het was onvermijdelijk dat de voormalige busstelplaats, gelegen op het terrein “Vandermeeren” afgebroken moest worden . Dit gebouw bevond zich net als de onderhoudshal op de omsluitingsas van de Kleine Ring door de metro. Aanvankelijk zou een tunnel worden gegraven onder de oude gebouwen, maar na een grondige berekening van de kosten bleek al snel dat het voordeliger was de oude installaties af te breken en er nieuwe te bouwen.

Nieuwe businstallatiesVoor de bouw van een metrotunnel tussen Delacroix en Beekkant, moest de vroegere busstelplaats – die zich op het tracé van de toekomstige tunnel bevond – worden afgebroken. Het complex dat deze stelplaats vervangt, omvat gloednieuwe infrastructuur voor de bussen (zowel aan de kant van de Jules Graindorlaan als langs de NMBS-sporen).

Deze infrastructuur bevat onder andere een onderhoudshal met hefzuilen en hefbruggen, loopbruggen, inspectie- en herstellingskuilen, smeerkamers, bandenopslagplaats, opslagruimtes, kantoren en kleedkamers; een “busbezoek”- hal die bedoeld is voor het dagelijks onderhoud. Op de bovenverdiepingen bevinden zich kantoren, vergaderzalen, kleedkamers, een kantine en tenslotte met luifels overdekte parkeerplaatsen voor de bussen.

Deze nieuwe infrastructuur, die zich voornamelijk aan de kant van de Jules Graindorlaan bevindt, biedt genoeg ruimte voor het onderhoud van zo’n 160 bussen.

De nieuwe onderhoudshal voor bussenVoor de bussen elke zes maanden naar de verplichte technische controle gaan, krijgen ze een grondige controle in de inspectiekuilen. De banden, lichten en het koetswerk worden nauwkeurig onderzocht. De banden van een bus worden vervangen na ongeveer 100.000 km.

De installaties met hefbruggen dienen voor het preventieve onderhoud van de bussen dat uitgevoerd wordt na iedere 7.500 km. De batterijen worden vervangen en het verwarmingssysteem geïnspecteerd. De batterijen worden opgeslagen en herladen in een afzonderlijk klein lokaal. In een bus zitten twee batterijen van elk 12 volt, die sowieso om de drie tot vijf jaar worden vervangen.

De stelplaats met de beste bediening op gebied van vervoersaanbod

De stelplaats Jacques Brel bevindt zich tussen drie metrostations: Jacques Brel, Weststation en Delacroix, met aansluiting op tal van tram- en buslijnen en een toekomstig GEN-station, en een rechtstreekse verbinding met metrostation Weststation. Het personeel van deze stelplaats werkt in het best bediende deel van het Brussels gewest

De hefbrug met zuigers is ideaal voor de elektriciens. Enerzijds hebben ze niet veel plaats nodig om de controles onder de bus uit te voeren, dit in tegenstelling tot andere arbeiders die zich bezighouden met het onderhoud. Anderzijds hoeven ze zo niet meer op hun knieën te werken zoals daarvoor het geval was.Bij het preventief onderhoud wordt de motorolie iedere 45.000 km vervangen en de olie voor de wielassen iedere 120.000 km.Van de negen installaties wordt de langste gebruikt voor de gelede bussen. Om deze op te tillen worden er 6 kleine hefbruggen gebruikt.

Er zijn ook zes installaties uitgerust met hydraulische bruggen voor grote mechanische aanpassingen bij het vervangen van onderdelen: de versnellingsbak, de voor- en achterassen, de motor, de compressor en de wisselstroomgenerator. Met deze 6 installaties kunnen er 10 tot 16 arbeiders tegelijkertijd werken, al naargelang de behoefte.

In een kleine polyvalente werkplaats zijn er slijpschijven, zagen en soldeerposten om werken uit te voeren aan het koetswerk en de uitlaat. De arbeiders zagen er metalen stukken en maken ze grondig schoon met behulp van een zandstraalmachine.

In Jacques Brel is er niet veel stock, enkel een kleine buffervoorraad. De arbeiders kunnen er zich bevoorraden met de meest noodzakelijke losse onderdelen. De MIVB beschikt over twee grote centrale magazijnen, een in Demets en een andere in Haren.

Er zijn ook twee installaties die makkelijker en veilig toegang geven tot het dak van de bus, voor het onderhoud van bussen met airconditioning. Deze toegang is ook handig voor het herstellen van de antennes en van het SAE-systeem (waarmee de positie van de bussen op het net in real time kan gevolgd worden).

In het schoonmaaklokaal worden de motor, de radiator en de intercooler (koelsysteem voor de motor) grondig

schoongemaakt met behulp van een hogedrukreiniger. De bus wordt opgetild met hefbruggen. Tijdens de zomermaanden wordt er vaker schoongemaakt. Een vuile radiator raakt immers sneller verhit.

De “ busbezoek ”-hal

In het kantoor van de brigadier bepaalt een computerpro-gramma het aan- en afrijden van de bussen op het net. Dit systeem staat in verbinding met de Cyrber-portaalsite van de MIVB. Het zorgt ervoor dat de bestuurder op een termi-nal in de ontvangstenzaal de dienstregeling kan raadple-gen van de buslijn die hem werd toegewezen.Een ander computersysteem regelt de brandstoftoevoer van de stelplaats. Er is een reserve van 3 x 60.000 liter die-sel. Elke twee of drie dagen wordt de stelplaats voorzien van brandstof. Het computersysteem registreert het bus-nummer, de identiteit van het personeelslid en de hoeveel-heid afgenomen brandstof.

Ten slotte worden de cassettes met de ontwaarding van de vervoerbewijzen in de autobussen iedere 36 uur gelezen om de statistieken over reizigersaantallen van de lijnen aan te vullen.

Er zijn vijf installaties voor het schoonmaken van de bin-nenkant van de bussen, hetgeen handmatig gebeurt.Twee installaties zijn bedoeld voor het schoonmaken van de buitenkant van de bussen. De vaste “buswash” kan de buitenkant van de bus relatief snel schoonmaken. Ideaal dus voor bussen die niet erg vuil zijn. Hier is het de bus zelf die voortbeweegt tijdens het schoonmaken. De mobiele “buswash” is trager en beweegt over de zijkant en de bovenkant van de bus terwijl die stilstaat.De bussen worden schoongemaakt met regenwater en de MIVB hergebruikt dit water, wat een niet te verwaarlozen ecologische inspanning betekent. In de fundering van het gebouw zijn meerdere reservoirs voorzien, die uitgerust zijn met behandelingsfilters.

Drie dieselpompen bevoorraden de bussen en één pomp de dienstwagens. De bussen worden elke dag volgetankt. Er wordt gemiddeld 10.000 liter brandstof geleverd per dag. Een standaardbus verbruikt ongeveer 45 liter per 100 km.

In de hal staat ook een proefbank waar de remmen worden getest. Het controlepaneel is verbonden met een computer waar de nummers van de geteste bussen worden ingegeven. De resultaten worden onmiddellijk afgedrukt op het einde van de test. De verantwoordelijke technicus kan van op afstand de tellers op nul zetten van in het controlestation. Als blijkt dat het remmen van de bus niet optimaal verloopt, keert deze onmiddellijk naar de onderhoudshal terug voor bijkomende aanpassingen.

De nieuwe busstelplaats, afdeling “ Beweging ”Met de lichte en goed verluchte ontvangstenzaal, de nieuwe kleedkamers en de witte muren brengt deze vleugel van het gebouw, bedoeld voor het deel “exploitatie” van de bussen, moderniteit en comfort in het leven van de bestuurders. Hiervoor werd een gloednieuwe manier van werken op poten gezet die de bestuurders toegang geeft tot hun rittenblad via interactieve beeldschermen en waar ze aan de verkoopautomaten hun vervoerbewijzen kunnen verkrijgen. De belangrijkste doelstelling hiervan is de administratieve taken van het verkoopteam aan de loketten te verlichten, waardoor er meer tijd vrijkomt voor het begeleiden van de bestuurders.

In 2006 vervingen nieuwe autobussen de oudere voertuigen in het park van 160 bussen. Het is dus al innovatie wat de klok slaat voor de 460 mensen die op het departement “Beweging Bus” van de MIVB werken.

De nieuwe metrostelplaatsBehalve de nieuwe busstelplaats bouwde de MIVB ook een nieuwe metrostelplaats (langs de Nicolas Doyenstraat) als antwoord op de groei van haar vloot.De 15 nieuwe metrostellen van het type boa (94 meter lang), besteld bij de fabrikant CAF (Spanje), vullen beetje bij beetje het bestaande park aan. Dit gebeurt op het ritme van de verschillende leveringsfasen. Deze nieuwe stellen moeten de vervoerscapaciteit (het aantal reizigers en de frequentie) verhogen, met het oog op de lusvorming van van lijn 2 langs de Kleine Ring in februari 2009.

Van 1976 tot nu, was Delta (Oudergem) de enige metrostelplaats van de MIVB. Nu moet daar ook de stelplaats in Anderlecht bijgeteld worden. Het in dienst nemen van de onderhoudshal Jacques Brel zal een wijziging in de organisatie van het onderhoud van de metrostellen met zich meebrengen. Het 1ste niveau van onderhoud (preventief en voor herstellingen) zal net zo goed in Delta als in Brel gebeuren. Het 2de niveau van onderhoud daarentegen, waarvoor bepaalde onderdelen gedemonteerd moeten worden, zal altijd in Delta gebeuren (werkplaats – 4).

De nieuwe metrostelplaats Brel beschikt over de noodzakelijke infrastructuur voor het stallen en het onderhouden van de voertuigen. Het bestaat uit drie aangrenzende gebouwen:> de metroremise> de onderhoudshal> de magazijnen, technische lokalen, kantoren, > vergaderzalen, kleedkamers, kantine en sanitaire voorzieningen.

De remise heeft een oppervlakte van 91 are en de onderhoudshal 52 are, hetzij in totaal bijna 1,5 hectare. Deze twee gebouwen en de toegang ernaartoe bieden plaats aan meer dan 3 kilometer spoor (2 km in de huidige stelplaatsen).

De onderhoudshalDeze bestaat uit 6 sporen.Ter hoogte van de sporen 1 tot 4, zorgen 4 onderhoudskuilen voor de toegang tot de onderkant van de voertuigen. Een van deze kuilen is uitgerust met een enorme stofzuiger. Hiermee kan de hele uitrusting aan de onderkant van de wagens stofvrij gemaakt worden. Een mobiele loopbrug beweegt zich boven het dak van de metrostellen om zo reparaties te kunnen uitvoeren zonder op het dak te moeten gaan staan.Ter hoogte van spoor 5 staat een hefstand voor voertuigen, waarmee een boacompartiment van 47 meter (1/2 boa) en een bestaand metrocompartiment van 3 wagons (54 meter) apart of tegelijkertijd kan worden opgetild . Ter hoogte van spoor 6 staat een schoonmaakstand voor voertuigen en een voor draaistellen. De wasinstallatie voor de metrostellen bestaat uit 2 mobiele wasstraten.

De metroremiseDe metroremise bestaat uit 9 sporen :Sporen 7 tot 14 zijn voorzien voor het parkeren van de voertuigen en beschikken over uitrustingen op de perrons om de binnenkant van de stellen schoon te maken. Dankzij een kleine werkkuil elke twee sporen kan de onderkant van de voertuigen snel geïnspecteerd worden.Op spoor 15 kunnen de wielen met een dubbel draaibanktoestel geherprofileerd worden.

De vloot voertuigen

Het metropark bestaat uit 5 series waarvan de oudste dateren uit 1976, het jaar waarin de metro werd geopend. De allerlaatste serie, “boa” genaamd, is in gebruik genomen aan het begin van het nieuwe schooljaar in september 2007.

De stelplaats Jacques Brel in cijfers > 1 bus- en 1 metrostelplaats op een domein van 6

hectare

> 600 medewerkers (bus- en metrobestuurders,

technici, bedienden)

> 1,5 hectare grondoppervlakte in de

metrogebouwen voor het parkeren en het

onderhouden van ± 15 (maximum 22) metrotreinen

> 3,5 km sporen

> 60 are grondoppervlakte in de busgebouwen en

2 hectare rij- en parkeerruimte voor 160 bussen

> 5 km palen (diameter 60 cm) voor de funderingen

van alle gebouwen samen

> 30.000 m³ beton (oftewel het equivalent van ±

5.000 betonmixers van 6m³)

> 1.500 ton staal

> 3 reservoirs van 60.000 liter dieselolie

> 1 regenwatertank van 200.000 liter

> 1 elektrisch onderstation (voor de twee stelplaatsen

en het laten rijden van de metrostellen)

> 2 gasaansluitingen met middelhoge druk

> 2 wateraansluitingen

> 2 waterrecyclagestations

> 2 aansluitingen op de riolering

Het Weststation en de lusvorming van lijn 2De werken voor de lusvorming van lijn 2 langs de Kleine Ring tussen het station Delacroix en het station Beekkant werden aangevat in 2001 en zijn bijna afgerond.In 2009 wordt het Weststation een belangrijk intermodaal knooppunt, bediend door: > alle metrolijnen> de trams van de MIVB die van de voorbehouden rijstroken

van de Ninoofsesteenweg en de Joseph Baecklaan komen> de bussen van de MIVB> de bussen van De Lijn die van de Ninoofsesteenweg

komen> de NMBS (lijn 28, GEN-project)

Het Metrorichtplan, goedgekeurd in 2002 door de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voorziet een volledige reorganisatie van het metronet na de lusvorming. Bedoeling is het aanbod op lijnen 1 en 2 te optimaliseren en een netwerk te creëren met goed aansluitende verbindingen. Lijn 1 Noord zal het Weststation verbinden met Stokkel, terwijl lijn 1 Zuid het traject tussen Erasmus en Herrmann-Debroux zal bedienen. Lijn 2A zal de stations Koning Boudewijn en Simonis verbinden met het Zuidstation en lijn 2B maakt een doet de lusverbinding nog eens over met het traject Simonis-Simonis. Voor dit nieuwe schema zal Weststation bis op lijn 2 in gebruik moeten genomen worden.Dit schema waarborgt een doorkomstfrequentie van 3 minuten tijdens de spits, 5 minuten overdag en 10 minuten ‘s avonds op het gemeenschappelijke deel tussen Merode en het Weststation en op de verbinding Simonis-Simonis.

Huidige situatie van het metronetLijn 1A : Koning Boudewijn – Herrmann-DebrouxLijn 1B : Stokkel - ErasmusLijn 2 : Simonis - Delacroix

Toekomstig metronet (2009)Lijn Stokkel - WeststationLijn Herrmann-Debroux - ErasmusLijn Koning Boudewijn - SimonisLijn Simonis - Simonis

Een verhoging van de capaciteit

Door de zes eerste boa’s in te zetten op het net, kon vanaf september 2007 niet alleen de nodige capaciteit aangeboden worden op lijn 1B (Erasmus-Stokkel), bovendien kon ook lijn 2 uitgebaat worden met treinen van vijf wagons in plaats van drie.

In 2008 kwamen er dankzij de levering van de overige 9 boa’s in totaal 90 wagons bij. De 90 wagons worden toegevoegd aan de 217 wagons die het park vandaag telt. De metrolijnen worden dan ook op een andere manier

bediend: door lange treinen. Er zal niet meer ontkoppeld worden, waardoor het avond- en weekendaanbod buiten het woon-werkverkeer kan worden opgedreven. Door het inzetten van deze nieuwe voertuigen, in combinatie met een verhoging van de frequentie op sommige stukken en de lusvorming van de Kleine Ring voorzien voor 2009, zullen er 40% meer plaatsen beschikbaar zijn op het gehele metronetwerk.

Ontwerp en realisatie: Algemene delegatie voor communicatie en public relationsMaatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te BrusselGulden Vlieslaan 151050 Brussel

www.mivb.be Tel : 070 23 2000

Uitgave 2008

Historiek van de Brusselse metro

1976 : Inhuldiging van metrolijn 1 van De Brouckère tot aan

Beaulieu enerzijds en Tomberg anderzijds.

1977 : Inhuldiging van de stations Sint-Katelijne en Demey.

1981 : Indienststelling van drie stations in Sint-Jans-Molenbeek:

Graaf van Vlaanderen, Zwarte Vijvers en Beekkant.

1982 : Verlenging van metrolijn 1B naar de nieuwe UCL-

campus (Alma). Uitbreiding van lijn 1B naar Anderlecht

(Sint-Guido) en lijn 1A naar Laken (Bockstael).

1985 : Verlenging van metrolijn 1A naar Oudergem

(Herrmann-Debroux) en naar de Heizel.

Indienststelling van het station Veeweide in

Anderlecht (lijn 1B).

1988 : Verlenging van lijn 1B, opening van stations

Kraainem en Stokkel. Exploitatie van metrolijn 2

tussen Simonis en het Zuidstation.

1992 : Indienststelling van het station Bizet (lijn 1B).

1993 : Inhuldiging van het station Clemenceau (lijn 2).

1998 : Verlenging van lijn 1A tot aan het station Koning

Boudewijn.

2003 : Verlenging van lijn 1B naar Anderlecht, opening van

stations Het Rad, COOVI, Eddy Merckx en Erasmus.

2006 : Inhuldiging van het station Delacroix (lijn 2).

8248

• 0

5 / 2

008

Recycled Paper