Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect...

64
Projectverslag Duistresistentie Jan Willem Veldman 4-02-2021

Transcript of Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect...

Page 1: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag Duistresistentie

Jan Willem Veldman4-02-2021

Page 2: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Titel van het verslag:Projectverslag duistresistentie

Opdrachtgever:Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw (SPNA) Hogeschool Van Hall Larenstein

Begeleiders/ docenten:Margriet Dilling-Pool (SPNA)Hendrik Boekhoud (Van Hall)

Maker + studentnummer:Jan Willem Veldman000017444

Datum:4-02-2021

Page 3: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VoorwoordVoor u ligt het projectverslag over duistresistentie. In het vierde en tevens laatste jaar van de opleiding Tuin-Akkerbouw aan het Van Hall Larenstein in Leeuwarden, liep ik mijn projectstage bij SPNA Ebelsheerd in Nieuw-Beerta. Door de steeds strenger wordende regels met betrekking tot de landbouw in Nederland en door het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid, wordt het de laatste jaren een steeds grotere uitdaging om duurzaam te ondernemen. SPNA is onder andere al jaren bezig met het onderzoek doen naar de bestrijding van (resistente) duist. Met de veranderende wet- en regelgeving in de landbouw zie je dat de manier van onderzoek doen daar in mee vloeit. De laatste jaren wordt er steeds meer ingespeeld op duurzaam, daarnaast ook efficiëntere en effectievere vormen van bestrijdingsmogelijkheden. Aan de hand van deze veranderingen in de landbouw is het interessant om te kijken hoe de manier van onderzoek doen mee beweegt met de sector en hoe akkerbouwers hier zelf op inspelen. Hierbij wil ik Hendrik Boekhoud graag bedanken voor de hulp en begeleiding de afgelopen periode. Daarnaast wil ik in het bijzonder Margriet Dilling bedanken die het mogelijk heeft gemaakt dat ik aan dit project kon werken en voor haar goede begeleiding hierbij.

Jan Willem Veldman,

Nieuw-Beerta, 4 februari 2021.

Page 4: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

SamenvattingSinds de jaren ’90 van de vorige eeuw werd er voor het eerst kennis gemaakt met resistente duist. Men kwam er achter dat resistenties zich zouden ontwikkelen wanneer het veelvuldige gebruik van gewasbeschermingsmiddelen jaar op jaar werd toegepast. Door de waarschijnlijke afschaffing van glyfosaat in de toekomst gaat misschien wel de meest effectieve bestrijdingsmethode van duist verloren. In dit onderzoek wordt onderzocht wat de beste alternatieve bestrijdingsmogelijkheden zijn om duist op te ruimen voorafgaand en tijdens de teelt van wintertarwe. Aan de hand van de bestrijdingsmethoden die worden toegepast in de duistproef op proefboerderij Ebelsheerd is achterhaald wat de theoretische gedachte is van de specifieke manieren van bestrijden. Door een enquête af te nemen bij boeren uit de omgeving die zeer bekend zijn met het probleem resistente duist, is de theorie aan de praktijk gekoppeld om zo een uitspraak te kunnen doen over wat de beste manier van duistbestrijding is.

Uit de resultaten is naar voren gekomen dat praktisch elke bestrijdingsmogelijkheid een positief effect heeft op de bestrijding van duist. Het enkel toepassen van deze bestrijdingsmogelijkheden zoals enkel mechanisch, enkel chemisch etc. is echter niet voldoende om duist effectief te kunnen bestrijden. Uit het onderzoek is gebleken dat diversiteit zowel in het bouwplan als in de bestrijding van duist erg belangrijk is. De conclusie is dat het combineren van verschillende bestrijdingsmogelijkheden zorgt voor het meeste resultaat. Dus het antwoord op de hoofdvraag is dat het combineren van chemische en mechanische bestrijding in combinatie met vruchtwisseling leidt tot de meest effectieve bestrijding van (resistente) duist.

Vanwege alle Covid beperkingen is het niet mogelijk om een objectief oordeel te vellen over de mate van resistente duistproblematiek bij de ondervraagde boeren. Om te voorkomen dat de resultaten enkel gebaseerd zijn op subjectieve antwoorden zoals gegeven in de online enquête is het proef berekeningsmodel van SPNA Ebelsheerd meegenomen in het onderzoek. Om een waardige uitspraak te kunnen doen over de effectiefste methode van duistbestrijding is het afwachten van het praktijkonderzoek op proefboerderij Ebelsheerd verstandig om daarna dit onderzoek te koppelen aan het praktijkgedeelte. Om op basis van dit onderzoek te kunnen zeggen wat een effectieve methode van bestrijding is, wordt het hanteren van meer vruchtwisseling in het bouwplan aangeraden. Hierbij is dit een serieuze mogelijkheid om in overweging te nemen, ook met het oog op het nieuwe GLB beleid, om meer naar de toekomst te kijken.

Page 5: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Inhoudsopgave

INLEIDING...................................................................................................................................................... 7

AANLEIDING..........................................................................................................................................................7ACHTERGROND + PROBLEEMSTELLING........................................................................................................................7LEESWIJZER...........................................................................................................................................................8

1 MATERIAAL EN METHODE..................................................................................................................... 9

1.1 PROEFOPZET................................................................................................................................................91.2 LITERATUURONDERZOEK.................................................................................................................................91.3 PRAKTIJKONDERZOEK.....................................................................................................................................9

2 ALTERNATIEVE BESTRIJDINGSMETHODEN...........................................................................................10

2.1 DUIST EN GLYFOSAAT...................................................................................................................................102.1.1 Glyfosaat.......................................................................................................................................102.1.2 Duist & resistentie........................................................................................................................11

2.2 DUIST BESTRIJDING VOORAFGAAND AAN DE TEELT.............................................................................................122.2.1 Zaairichting en de invloed op duist...............................................................................................122.2.2 Kerende en niet kerende grondbewerking...................................................................................132.2.3 De invloed van de hoeveelheid zaaizaad......................................................................................14

2.3 DUIST BESTRIJDING TIJDENS DE TEELT..............................................................................................................162.3.1 Chemische vs. Mechanische bestrijding.......................................................................................162.3.2 Beschikbare middelen..................................................................................................................17

2.4 HET NUT VAN COMBINEREN..........................................................................................................................192.5 ERVARINGEN UIT ANDERE LANDEN..................................................................................................................19

2.5.1 Materiaal en methode..................................................................................................................192.5.2 Resultaten.....................................................................................................................................20

3 RESULTATEN....................................................................................................................................... 22

3.1 BOUWPLANCONSEQUENTIES DUIST.................................................................................................................223.2 RESULTATEN ENQUÊTE.................................................................................................................................25

3.2.1 In hoeverre speelt (resistente) duist een rol in de bedrijfsvoering...............................................253.2.2 Effecten van duist.........................................................................................................................253.2.3 Teeltmaatregelen.........................................................................................................................263.2.4 Spuitmoment................................................................................................................................263.2.5 Middelen gebruik..........................................................................................................................273.2.6 Alternatieve bestrijdingsmogelijkheden.......................................................................................28

4 DISCUSSIE........................................................................................................................................... 29

4.1 MECHANISCHE TEELTMAATREGELEN................................................................................................................294.2 OPTIMALISEREN CHEMISCHE ONKRUID BESTRIJDING...........................................................................................294.3 ALTERNATIEVE BESTRIJDING..........................................................................................................................304.4 BEPERKINGEN VAN HET ONDERZOEK...............................................................................................................314.5 MOGELIJKHEDEN VOOR DE TOEKOMST............................................................................................................31

5 CONCLUSIE......................................................................................................................................... 32

BIBLIOGRAFIE.............................................................................................................................................. 33

BIJLAGE....................................................................................................................................................... 35

REKENTOOL DUISTBESTRIJDING IN BOUWPLANVERBAND, HET BOUWPLAN........................................................................35Invloed van het bouwplan op de duistbezetting.........................................................................................36

Page 6: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Invloed zaaizaadhoeveelheid op duistbezetting.........................................................................................40Invloed zaaitijdstip op duistbezetting.........................................................................................................41Invloed van het aantal duistplanten per hectare op de opbrengstverlies...................................................42

ENQUÊTE............................................................................................................................................................45

Page 7: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Inleiding

Aanleiding Gewasbeschermingsmiddelen worden veelal gebruikt in de landbouw om het gewas te beschermen tegen ziekten en plagen van buitenaf. Niet alleen in de landbouw, maar ook elders maakt men gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Denk hierbij aan het onderhouden van tuinen, parken etc. Het komt er op neer dat gewasbeschermingsmiddelen werkzame stoffen bevatten die ingrijpen op de werking van ziekten en plagen. Door het gebruik van deze middelen loopt men risico op uitspoeling richting het oppervlaktewater. Hierdoor bestaat er een kans dat onder andere via het oppervlaktewater, mensen in aanraking kunnen komen met de middelen, wat uiteindelijk schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2020). Round-Up, een bekend gewasbeschermingsmiddel waar de afgelopen tijd een hoop over te doen is geweest (CBS, 2020). Hierbij gaat het vooral om de werkzame stof die erin verwerkt is, namelijk glyfosaat (Smit, 2019). Tot 1 januari 2024 is het nog legaal om Round-Up te gebruiken binnen de Europese Unie. Tot die tijd is het wachten op de definitieve afschaffing van dit middel. Deze laatste verlenging tot 2024 kan worden gebruikt om de sector de tijd te geven om alternatieven te zoeken voor dit herbicide.

Glyfosaat is een niet-selectief systemische herbicide dat voor boeren vooral voorafgaand aan de teelt gebruikt wordt om het perceel onkruid vrij te maken (Duke & Cerdeira, 2007). In gebieden waar veelal sprake is van een monocultuur, dit wil zeggen dat er vaak jaren achter elkaar hetzelfde gewas geteeld wordt op hetzelfde perceel, is er kans dat door deze monocultuur de onkruiddruk erg hoog wordt. Door de toepassing van het middel Round-Up, voorkomt men dat er in de hoofdteelt van het gewas (veel) minder vaak een selectief herbicide hoeft worden ingezet. Voornamelijk door de effectieve werking op wortelonkruiden zoals duist, is glyfosaat een actieve stof waar boeren moeilijk zonder kunnen (Livingston, et al., 2015).

Achtergrond + probleemstelling Begin jaren ’90 zijn er meldingen gemaakt van resistente duist tegen middelen die vallen onder de fotosyntheseremmers en later ook middelen die de aanmaak van een bepaald enzym remmen (ACC-ase remmers). Aan de hand van deze ontdekking is er toen die tijd effectief gestart met onderzoek doen naar duist en de bestrijding hiervan. Het veelvuldig gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen met hetzelfde werkingsmechanisme moet op perceel niveau worden vermeden (van der Weide, etal., 2005). Vanwege het opkomen van resistente duist worden er in dit onderzoek juist meerdere methoden van bestrijden onderzocht. Dit onderzoek wordt specifiek onderverdeeld in combinaties van methodes om duist te bestrijden, omdat je zo tot een beter onderbouwde conclusie kan komen wat de meest effectieve bestrijding oplevert. Het onderzoek vindt plaats op de proefboerderij van SPNA Ebelsheerd in Nieuw-Beerta. De proefboerderij ligt midden in het oostelijke gedeelte van de provincie Groningen (Oldambt). Zoals in de aanleiding staat beschreven, is er in het Oldambt veelal sprake van een monocultuur. Dit komt door de zware kleigronden die in het gebied liggen. De teeltmogelijkheden zijn door deze zware kleigrond zeer beperkt. Hierdoor wordt er veelal graan geteeld en er een monocultuur ontstaat. De onkruiddruk is hierbij groot en de bestrijding van duist wordt met de jaren steeds moeilijker. Wanneer duist niet effectief of zelfs helemaal niet wordt bestreden kan het in het ergste geval een heel gewas overwoekeren. Door de aanwezigheid van duist kunnen nutriënten die in eerste instantie zijn bedoeld voor het hoofdgewas, worden opgenomen door de duistplanten. Dit kan lijden tot opbrengstverliezen die gigantisch kunnen zijn. Door het mogelijk afschaffen van glyfosaat, verdwijnt een effectieve methode van duistbestrijding voorafgaand aan de teelt van wintertarwe. De doelstelling van dit onderzoek is om de effectiviteit van de alternatieve methodes te onderzoeken en een uitspraak te doen over de beste alternatieven.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 7

Page 8: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Leeswijzer In het begin wordt er in de materiaal en methode kort beschreven wat de gedachte is achter dit onderzoek en hoe dit tot stand gekomen is. Hierna volgt de literatuurstudie over de alternatieve bestrijdingsmethoden. Na de literatuurstudie worden de resultaten van dit onderzoek gepubliceerd en besproken. In de discussie wordt er besproken wat de resultaten voor gevolgen hebben op basis van dit onderzoek en wordt er een aanbeveling gegeven. Tot slot wordt er in de conclusie opgemaakt wat dit onderzoek tot stand heeft gebracht en wordt uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 8

Page 9: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

1 Materiaal en methode

1.1 Proefopzet Het onderzoek vindt plaats op de proefboerderij van SPNA Ebelsheerd in Nieuw-Beerta. Dit onderzoek is gebaseerd op basis van een fysieke duistproef waar verschillende methoden worden toegepast om duist zo effectief mogelijk te kunnen bestrijden. In dit onderzoek is de theorie achter de verschillende manieren van bestrijden nader bestudeerd. Zoals in de inleiding staat beschreven, zijn er vanaf het begin van de jaren ’90 problemen ontstaan met resistente duist. Vanaf dat moment is ook op de proefboerderij het onderzoek naar resistente duist actief van start gegaan. Resultaten van deze onderzoeken zijn in dit onderzoek mee genomen. Naast de literatuurstudie is er informatie verzameld van akkerbouwers uit de buurt die de praktische kant van dit onderzoek vertegenwoordigen. De resultaten uit de praktijk zijn gekoppeld aan de theorie op basis van het literatuuronderzoek om zo tot de beste manier van duistbestrijding te komen.

1.2 Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek is verricht op basis van de duistproef die fysiek op de proefboerderij wordt uitgevoerd. Alle alternatieve bestrijdingsmogelijkheden worden op basis van de literatuur onderzocht. De literatuurstudie dient dan ook als verdieping en achtergrond op de verschillende manieren van bestrijden.

1.3 Praktijkonderzoek Het praktische gedeelte van dit onderzoek bestond uit een onderzoek die gedaan is op de proefboerderij waar een rekentool uit ontstaan is. Deze rekentool beschrijft de consequenties van duist in het bouwplan. Hieruit kunnen huidige vormen van bestrijding op waarde gezet worden. De resultaten geven aan wat de waarde is van de verschillende bestrijdingsmogelijkheden. Naast de rekentool is er een enquête opgesteld. Deze enquête is gebaseerd op hoe boeren uit de regio om gaan met resistente duist. De antwoorden die voort zijn gekomen uit de enquête kunnen onderling vergeleken worden en eventueel terug gekoppeld worden aan de rekentool om de waarde van een bestrijdingsmethode op waarde in te schatten. De enquête is digitaal onder de deelnemende boeren verspreidt. Uiteindelijk zijn alle antwoorden vanuit de enquête gelinkt aan het theoretische gedeelte van dit onderzoek en is hieruit een conclusie getrokken.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 9

Page 10: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2 Alternatieve bestrijdingsmethodenHet doel van dit onderzoek is om alternatieven te vinden om met name duist te bestrijden voorafgaand en tijdens de teelt van wintertarwe, zonder het gebruik van glyfosaat. In het onderzoeksvoorstel zijn een aantal vragen geformuleerd die op basis van literatuur en praktijk verder uitgewerkt worden.

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt als volgt:Hoofdvraag: Wat zijn de beste alternatieven van bestrijdingsmethoden om het wortelonkruid duist op te ruimen voorafgaand en tijdens de teelt van wintertarwe?

Deelvraag 1: Welke bestrijdingsmethoden of alternatieven van methoden zijn in de literatuur beschreven en wat is hun effectiviteit volgens de literatuur?

Deelvraag 2: Wat is de effectiviteit van de verschillende combinaties van bestrijdingsmethoden?

2.1 Duist en glyfosaat

2.1.1 Glyfosaat Door de toenemende bevolkingsgroei in de wereld en het steeds schaarser worden van goede landbouwgrond, wordt het voor de landbouw sector steeds uitdagender om de bevolking te voorzien van voedsel. In de loop van de vorige eeuw heeft de intreding van biociden gezorgd voor een stijging van de gewasopbrengsten. Herbiciden bestrijden onkruiden die concurreren met gewassen voor het opvangen van licht en voedingsstoffen. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen herbiciden. Deze bestaan uit niet-selectieve herbiciden, waarbij alle planten worden gedood en selectieve herbiciden, waarbij er gericht wordt op het bestrijden van zowel één- en tweezaadlobbige onkruiden. Het gewas wordt bij het gebruik van een selectieve herbicide gespaard. In de jaren ‘70 van de vorige eeuw is er begonnen met de verkoop van glyfosaat en is het wereldwijde gebruik van glyfosaat begonnen. In 2016 was glyfosaat de meest effectieve en meest verkochte herbicide ter wereld (Davoren & Schiestl,2018). Het is een herbicide die niet-selectief werkt, dus zeer breed bestrijdt. De werkzame stof glyfosaat werkt in op de aminozuursynthese van de plant, hierdoor sterven planten af (ENO.,REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019). Onlangs is de veiligheidstoestand van glyfosaat behoorlijk in twijfel gebracht door een opeenstapeling van studies die wijzen op de gezondheidsrisico’s van glyfosaat. In 2015 heeft het internationaal agentschap voor kankeronderzoek de werkzame stof glyfosaat opnieuw ingedeeld in een categorie waarbij het waarschijnlijk kankerverwekkend is voor de mens (Davoren & Schiestl, 2018). Tot 1 januari 2024 is glyfosaat nog legaal te verkrijgen en te gebruiken binnen de Europese Unie, hierna zal waarschijnlijk een volledige afschaffing volgen.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 10

Page 11: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.1.2 Duist & resistentieAlopecurus myosuroides hierna genoemd als duist, is één van de meest voorkomende onkruiden in West-Europa. In figuur 1 zijn verschillende stadia te zien van hoe een duistplant eruit ziet. Duist is een éénjarig raaigras en een belangrijk (= veelvuldig voorkomend) onkruid in graangewassen. Duist produceert een grote hoeveelheid zaden en kan in zeer hoge dichtheden concurreren met gewassen om licht en voedingsstoffen. Dit kan leiden tot grote opbrengstverliezen. Meervoudige resistentie kan optreden wanneer een plant resistenties ontwikkeld tegen verschillende werkingsmechanismen. Dit ontstaat door natuurlijke genetische veranderingen binnen de plant (bv. door kruisbestuiving). Vooral binnen gebieden waar veelal sprake is van een monocultuur kunnen deze resistenties leiden tot grote teeltproblemen waar men moeilijk mee om weet te gaan. In een monocultuur wordt er jaar op jaar dezelfde gewassen geteeld. Hierdoor worden er dus ook jaar op jaar vaak dezelfde herbiciden toegepast. Door het toenemende gebruik van dezelfde herbiciden met dezelfde werkzame stoffen om de duistdruk laag te houden worden er steeds meer gevallen van resistenties geconstateerd (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019). De resistenties worden geconstateerd bij het gebruik van middelen die vallen onder de fotosyntheseremmers en middelen die de aanmaak van een bepaald enzym remmen (ACC-ase remmers) (van der Weide, et al., 2005). De ACC-ase remmers grijpen in op de vetzuursynthese van de plant. Fotosyntheseremmers remmen de fotosynthese van de plant.

Figuur 1 morfologie duistplant (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019)

ACC-ase remmers:ACC-ase is een belangrijk enzym in de biosynthese van vetten. Deze remmers grijpen in op de vetzuursynthese van de plant. Verschillende vetten zijn belangrijke onderdelen van de celmembranen. Wanneer deze celmembranen beschadigd raken verliezen ze zout en vocht waardoor de plant uiteindelijk afsterft. Vetzuursynthese is doorgaans zeer gevoelig voor de ontwikkelingen van resistenties. ACC-ase remmers zijn veelal bestrijders van grasachtige onkruiden. Deze bestrijders zijn selectief in zowel één als tweezaadlobbige gewassen (Groenkennisnet, 2020).

Fotosyntheseremmers:Fotosyntheseremmers remmen de fotosynthese in de plant (productie van zuurstof). Het remmen van de fotosynthese vindt plaats in de chloroplasten van de plant. Doordat de fotosynthese gestopt wordt, worden de bladgroenkorrels vernietigd. Voordat het middel schade aanricht aan de plant moet er voldoende groen blad aanwezig zijn, wanneer de bestrijding effectief gewerkt heeft kan het enkele tijd duren voordat er resultaat verwacht kan worden (langdurige werking) (Groenkennisnet,2020).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 11

Page 12: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.2 Duist bestrijding voorafgaand aan de teelt

2.2.1 Zaairichting en de invloed op duistAls er wordt gesproken over zonlicht, is dit een belangrijke factor voor de groei, ontwikkeling en biomassaproductie van planten. Naast dat zonlicht essentieel is voor de fotosynthese, speelt het ook een grote rol in de concurrentiestrijd tussen onkruiden en gewassen. Tijdens de levensduur van een plant, wordt zij blootgesteld aan verschillende lichtniveaus. Dit wil zeggen dat planten in het donker minder fotosynthese activiteit hebben dan overdag wanneer de zon schijnt (Valladares & Niinemets,2008). Doordat de plant gedurende de tijd groter wordt, creëert dit automatisch schaduwwerking. Dit schaduwvermogen kan door gewassen gebruikt worden om onkruiden te onderdrukken / bestrijden. De hoeveelheid van licht heeft niet alleen invloed op het bestrijden van onkruid, ook de kwaliteit ervan doet schade aan de productie van biomassa en zaad van het onkruid (Yasin,Rosenqvist, & Andreasen, 2017).

De algemene opvatting van verandering van zaairichting is dat de schaduwwerking zorgt voor een betere bestrijding van onkruiden. In het onderzoek van (Angel, 2016), uitgevoerd in Australië is onderzocht wat de invloed van zaaiafstand en zaairichting is op de gewasopbrengst en het effect van onkruidonderdrukking. Er was een significant verschil tussen rij afstand en zaairichting. Het meeste licht werd onderschept in oost-westelijke zaairichting en waarbij de planten dicht op elkaar stonden. Er was echter sprake van een natuurlijke variatie in de onkruid populatie, waardoor de verschillen niet binnen een 95% betrouwbaarheidsinterval kunnen worden gedetecteerd. Er is dan ook geen significant effect gevonden van de afstand tussen de planten en het ontwikkelen van onkruidzaden (Angel, 2016).

De zaairichting gaf geen significant verschil op het effect van onkruid productie in biomassa over de afgelopen 3 maanden tijdens het onderzoek. Echter was er bijna wel een significant verschil in zaairichting op de ontwikkeling van onkruid als de zaairichting oost-west werd gehanteerd (974 zaden / vierkante meter), in plaats van de zaairichting noord-zuid (1482 zaden / vierkante meter). De verschillen van natuurlijke onkruid populaties betekent dat de verschillen niet kunnen worden gezien binnen de 95% betrouwbaarheidsinterval. Vanwege de gemeten verschillen in het gewas, is het mogelijk dat dit effect wel op betrouwbaarheid kan worden berust. Dit wil zeggen dat de zaairichting wel degelijk invloed kan hebben op schaduwwerking en dat dit kan bijdragen aan het verminderen van de ontwikkeling van onkruidzaden. Ook is er bewijs dat onkruiden meer ontwikkelingsmogelijkheden krijgen wanneer er gezaaid wordt met meer afstand in de rijen, maar dat de zaairichting oost-west de ontwikkeling van onkruidzaden tegengaat. Deze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 12

Page 13: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.2.2 Kerende en niet kerende grondbewerking Door kerende grondbewerking toe te passen wordt de onkruidpopulatie die op het veld staat direct vernietigd. Voortplantingsorganen worden door het toepassen van kerende grondbewerking de diepte ingebracht waardoor ze niet meer kunnen uitlopen. Vooral vegetatieve delen wordt door kerende grondbewerking effectief op achterstand gezet. Door kerende grondbewerking begin je altijd met een ‘schone lij’ aan een nieuw teeltseizoen (van der Weide, van Alebeek, & van den Broek,2008). De internationale literatuur laat zien dat er veel melding gemaakt wordt van de grote bijdrage die ploegen levert ten aanzien van onkruidbeheersing. Wortelonkruiden en met name eenjarige grassoorten zijn in veel hogere dichtheden aanwezig bij niet kerende grondbewerking dan bij ploegen (Kouwenhoven, 2000). In Amerika wordt veelal gebruik gemaakt van GMO rassen, deze hebben een glyfosaatresistentie. Echter is dit anno 2020 niet beschikbaar voor op de Nederlandse markt. Onkruiden kunnen resistent zijn voor herbiciden die vaak ingezet worden. Hierbij is het toepassen van veelvuldige mechanische bestrijding gewenst (Kropff, Bastiaans, Kempenaar, & Vander Weide, 2008).

Traditioneel gezien wordt niet kerende grondbewerking (NKG) in één adem genoemd met chemische onkruidbestrijding. Echter zijn er tegenwoordig genoeg effectieve machines en teeltmogelijkheden die onkruiden mechanisch goed kunnen bestrijden. Een voorbeeld kan zijn gewasproductie op een permanent beteelde rug (ridge tillage). Dit zijn permanente opgehoogde ruggen waar een gewas op verbouwd wordt. Deze techniek wordt toegepast in Noord-Amerika, waar de gewassen sojaboon en maïs geteeld worden. Bij deze manier van telen, wanneer gewassen op ruggen worden verbouwd, kunnen gangbare boeren op de top van de rug herbiciden inzetten. Als de teeltsystemen kerend en niet kerende grondbewerking met elkaar vergeleken worden gaat het hier voornamelijk om het feit dat er bij kerende grondbewerking de onkruidresten die het afgelopen seizoen tot ontkieming zijn gekomen, ondergewerkt worden. Bij NKG blijven achtergebleven onkruiden over en kunnen in het ergste geval zo ver doorgroeien dat ze te groot zijn om bestreden te kunnen worden (van der Weide,van Alebeek, & van den Broek, 2008).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 13

Page 14: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.2.3 De invloed van de hoeveelheid zaaizaad Onkruid is wereldwijd de grootste bron van opbrengstverliezen. Anno 2020 is er niet alleen in Nederland, maar in heel Europa steeds meer oog voor natuur inclusieve landbouw en duurzaam bodembeheer. Er is gewoonlijk een grote behoefte aan natuur vriendelijke bestrijding van onkruiden als alternatief voor chemische bestrijding. De algemene opvatting van het verhogen van de zaaizaadhoeveelheid is dat dit meer onkruidonderdrukking geeft. In een onderzoek wat uitgevoerd is door (Colbach, Chauvel, Gauvrit, & Munier-Jolain, 2006) is een model ontwikkeld (ALOMYSYS model) om de effecten van verschillende teeltsystemen te testen op de ontwikkeling van duist. In een ander onderzoek van (Colbach, Kurstjens, Munier-Jolain, Dalbiès, & Doré, 2009) zijn verschillende teeltsystemen ook daadwerkelijk getest met dit model. Uit onderzoek blijkt dat een hogere zaaizaadhoeveelheid resulteert in een hoge gewasdichtheid die de concurrentiestrijd aan kan gaan met duist. Onderstaand figuur 2, het ALOMYSYS model, laat aan de hand van de blauwe pijlen zien welke teelt technische maatregelen effect hebben op de groen geformuleerde teelt aspecten.

Figuur 2 ALOMYSYS model, gebaseerd op teelttechnieken en uiteindelijke duistplanten per vierkante meter (Colbach,Chauvel, Gauvrit, & Munier-Jolain, 2006)

Door het verhogen van de hoeveelheid zaaizaad van meerjarige gewassen, ontstaat er een dikkere stand van het gewas direct vanaf het begin van de teelt. Dit beïnvloed de opkomst en ontwikkeling van duistplanten. De intraspecifieke concurrentiestrijd (opnemen van nutriënten en mineralen) wordt hierbij gewonnen door het meerjarig gewas. Na het opkomen van het gewas wordt de gewasdichtheid in het model gesimuleerd. Een hogere gewasdichtheid kan zorgen voor een verminderde kieming van mogelijke duistzaden in het voorjaar. Simulaties lieten zien dat hanteren van het verhogen van zaaizaad en het creëren van een hogere gewasdichtheid een vermindering van 50% van de duistzaden aantoonde. Het grote verschil bij eenjarige gewassen is dat nieuwe duistzaden op de kale grond vallen, terwijl een meerjarig gewas een bedekte bodem heeft en veel duistzaden hierdoor verloren gaan (Colbach, Kurstjens, Munier-Jolain, Dalbiès, & Doré, 2009).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 14

Page 15: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Figuur 3 Het effect van opkomsttijd van duist op de graanopbrengst van tarwe (a) en het stengelgewicht van duist (b), onder de condities geen competitie tussen tarwe en duist (wit bolletje), enkel wortelgestel competitie (zwart driehoekje), stengel competitie (wit driehoekje), en zowel wortelgestel als stengel competitie (zwart bolletje). Iedere waarde is het gemiddelde van 2 zaai data van wintertarwe. Grafieken geven de minst significante verschillen weer (P=0,05) (Exley & Snaydon, 1991).

Bovenstaand figuur 3 bestaat uit 2 grafieken. Grafiek a geeft het effect aan van de opkomsttijd van duist ten aanzien van de gewasopbrengst van tarwe. Er is onderscheid gemaakt tussen geen competitie, enkel competitie tussen wortelgestel of stengel van duist en de combinatie van stengel en wortelgestel van duist in relatie tot de gewasopbrengst van tarwe. Grafiek b geeft het effect van stengel gewicht van duist aan onder dezelfde condities als bij grafiek a (Exley & Snaydon, 1991).

Grafiek a:In deze grafiek valt het op dat wanneer duist de competitie aan gaat met tarwe, er altijd een mindere gewasopbrengst tarwe zal zijn, ten opzichte van geen competitie tussen duist en de gewasopbrengst van tarwe. Ook valt op dat hoe eerder men zaait, hoe beter tarwe de competitie aan kan gaan met duist. Wanneer duist zowel de competitie aan gaat op het gebied van wortelgestel en stengel, zal dit uiteindelijk resulteren in de laagste gewasopbrengst van tarwe. Wanneer er terug gekeken wordt naar figuur 2, het ALOMYSYS model, kan aan de hand van grafiek a een aanname gemaakt worden dat wanneer er een hogere zaaizaadhoeveelheid gebruikt wordt, het gewas tarwe eerder kans maakt om tijdens de start van het teeltseizoen duist te onderdrukken (Exley & Snaydon, 1991).

Grafiek b:In deze grafiek valt het op dat hoe meer competitie er is tussen tarwe en duist, hoe minder duist uiteindelijk zal overblijven. Het beste voorbeeld, en de meest effectieve werking is dus ook te zien in zowel het wortelgestel als stengel competitie tussen tarwe en duist. Wanneer er terug gekeken wordt naar figuur 2, het ALOMYSYS model, kan aan de hand van grafiek b een aanname gemaakt worden dat wanneer er een hogere gewasdichtheid tarwe aanwezig is, het gewas tarwe eerder kans maakt om gedurende het teeltseizoen duist te onderdrukken (Exley & Snaydon, 1991).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 15

Page 16: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.3 Duist bestrijding tijdens de teelt

2.3.1 Chemische vs. Mechanische bestrijding Onkruidbestrijding is altijd al nauw verbonden geweest met de agrarische sector. Mechanische bestrijding is het belangrijkste deel van onkruidbeheersing, echter is voor volledige onkruidbeheersing chemische bestrijding noodzakelijk (Cloutier, van der Weide, Peruzzi, & Leblanc,2007). Als er gekeken wordt naar wat voor verschillende manieren er zijn van mechanische bestrijding, valt het op dat iedere manier afzonderlijk niet voldoende is voor volledige onderdrukking. Puur kijkend naar de bestrijding van duist, is het mechanisch bestrijden ervan gemakkelijker in het voorjaar, velen pleiten hierdoor ook voor het zaaien van voorjaarsgewassen. 80 % van de duistplanten kiemt namelijk in het najaar, waardoor er in het voorjaar dus volvelds een belangrijke slag kan worden geslagen. Wanneer er toch gekozen wordt voor winter gewassen, is bij voorkeur laat zaaien de beste keuze. Duistzaden kunnen relatief laat tot ontkieming komen, waardoor bestrijding voor het zaaien mogelijk blijft. De keuze van het gewas is ook belangrijk om duist te onderdrukken. Gerst is oorspronkelijk een betere duistonderdrukker dan tarwe. De hoeveelheid zaaizaad per hectare en het creëren van een goed zaaibed zijn hiernaast ook essentiële onderdelen om duist te onderdrukken ( Agriculture and Horticulture Development Board, 2019).

De bovengenoemde manieren van bestrijding hebben vooral een effectievere werking wanneer dit gecombineerd wordt met chemische bestrijding. Een voorbeeld hiervan is het combineren van laat zaaien met een herbicide bespuiting voor opkomst van het gewas. Hoe kleiner de onkruiden zijn op moment van bestrijding, hoe effectiever de bespuiting is ( Agriculture and Horticulture DevelopmentBoard, 2019).

Uit praktijkervaringen en onderzoeken blijkt dat na 2 jaar van braaklegging de duistpopulatie tot 90% kan worden bestreden. De teeltstrategie aan het einde van de braakligging is zeer belangrijk, omdat dit de waarde van de braakligging kan maken of breken. Braaklegging kan een positief effect hebben op het onderwerken van de grond na de vervolg teelten. Nieuwe duistzaden die dieper dan 5 cm worden weggestopt hebben een verminderde kans op overleven vanwege verstikking. Ondiepe grondbewerking geeft een averechts resultaat op duistbestrijding. Dit komt doordat duistzaden aan het bodemoppervlak blijven, waardoor de zaden eerder tot kieming kunnen komen bij een volgende teelt. Ploegen in combinatie met braaklegging heeft dus een positief effect op het verminderen van duistzaden, doordat duistzaden door het ploegen minder tot kieming zullen komen bij een volgende teelt ( Agriculture and Horticulture Development Board, 2019).

Figuur 4 Potentiële duist onderdrukking geassocieerd met geïntegreerde aanpak op basis van niet-chemische en chemische controle ( Agriculture and Horticulture Development Board, 2019).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 16

Page 17: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.3.2 Beschikbare middelen

In bovenstaand figuur 5 is een schematische weergave te zien van hoe herbiciden ingrijpen ten aanzien van de werking van de plant. Herbiciden worden ingedeeld in verschillende classificaties op basis van hun werkzame stof (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019).

2.3.2.1 HeroldHerold is een bodemherbicide en dus alleen toepasbaar in het najaar bij de teelt van wintertarwe. Een bodemherbicide wil zeggen dat de bodem bedekt wordt met een zogeheten ‘filmpje’. Wanneer onkruiden dit laagje doorbreken sterft het af. Als er dieper gekeken wordt naar wat Herold precies is en wat dit middel doet in de plant, zien we dat het middel bestaat uit 2 werkzame stoffen: diflufenican en flufenacet (CTGB, 2020). In hoofdstuk 2.1.2 werd gesproken over resistentieopbouw tegen verschillende middelen die vallen onder de fotosyntheseremmers en middelen die vallen onder de ACC-ase remmers. In hoofdstuk 2.3.2, figuur 5 wordt er gekeken waar de werkzame stoffen aangrijpen op de plant. Diflufenican grijpt aan in groep F (fotosyntheseremmers). Deze actieve stof wordt door de plant opgenomen door de jonge scheuten, het voordeel van diflufenican is dat het een lange nawerking geeft. Dit is gunstig, 80% van de duistplanten kiemt in het najaar ( Agricultureand Horticulture Development Board, 2019). Flufenacet grijpt aan in groep K3 (vetzuursynthese). Deze actieve stof wordt opgenomen door de wortels van de plant, waarna het door deze opname verder de plant in wordt getransporteerd. Herold bestrijdt duistvorming dan ook door de werking op de chloroplasten (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019).

2.3.2.2 AtlantisAtlantis is een contactherbicide, deze herbicide wordt tijdens de uitstoeling van het gewas ingezet. Tijdens de teelt van wintertarwe is dit in het voorjaar. Contactherbiciden hebben een korte

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 17

Figuur 5 schematische weergave van werkingsmechanismen voor herbiciden (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019)

Page 18: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

werkingsduur, echter hoeft dit niet tot problemen te leiden, omdat jonge kiemplanten amper nog een kans krijgen in een goed ontwikkeld gewas (Landbouw&Techniek, 2010). Tevens kiemen er ook maar 20% nieuwe duistplanten in het voorjaar ( Agriculture and Horticulture Development Board,2019). Als er net als bij Herold dieper gekeken wordt naar wat Atlantis precies is en wat dit middel doet in de plant, zien we dat het middel bestaat uit 2 werkzame stoffen: iodosulfuron-methyl-natrium en mesosulfuron-methyl (CTGB, 2020). Iodosulfuron-methyl-natrium blijkt van dezelfde chemische familie te komen als triazolypyrimides. Uit figuur 5 blijkt dat deze triazolypyrimides ingrijpen op groep B (aminozuur synthese). Mesosulfuron-methyl grijpt ook in op groep B. Beide werkzame stoffen hebben een contactwerking met name via het blad van de plant. Atlantis grijpt dus in op de aminozuursynthese in de chloroplasten (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019).

2.3.2.3 Fidox Fidox is net als Herold een bodemherbicide. Fidox wordt hierdoor dus ook toegepast in het najaar. Als er dieper gekeken wordt naar de werking van dit middel is prosulfocarb de werkzame stof van Fidox. Prosulfocarb is van dezelfde chemische familie afkomstig als thiocarbamaten (Groenkennisnet , 2020). De thiocarbamaten grijpen in op groep N, uit figuur 5 blijkt dat deze vallen onder de vetzuursynthese (ENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019).

2.3.2.4 HumicHumic wordt ook wel omschreven als humuszuren. Humic valt in de hoofdgroep meststoffen (Triferto, 2020). Het middel is voornamelijk een voordeel tijdens de gewasgroei. Humuszuren zijn grote moleculen die in de bodem functioneren om zo goed mogelijke groeiomstandigheden te creëren. Dit doen humuszuren door mengsels van koolstofkettingen en koolstofringen te combineren. In de bodem kunnen door de aanwezigheid van humuszuren gemakkelijk voedingstoffen gebonden worden aan planten. Het belangrijkste waar humuszuren op aangrijpen in de plant is het verhogen van de celwanddoorlatendheid. Hierdoor kunnen humuszuren ook van belang zijn in de bladtoepassing (Earthgreen, 2020).

2.3.2.5 NTSNTS is een meststof bestaande uit stikstof en zwavel. NTS zorgt ervoor dat de waslaag van de onkruid planten aangetast worden. Hierdoor wordt het duist plantje zwakker en werkt de duistbestrijding beter (SPNA, NTS, 2020).

2.3.2.6 Zwavelzure ammoniak Zwavelzure ammoniak is een meststof die gebruikt kan worden in de bemesting van het gewas. Bij het spuiten van dit middel heeft dit meerdere gevolgen voor zowel de bodem als de plant. Zowel de bodem (al geeft dit een minimaal effect en is dit te verwaarlozen), als het spuitwater wordt aangezuurd bij het toepassen van dit middel (SPNA, Zwavelzure ammoniak, 2020).

2.4 Het nut van combinerenDoor verschillende gewasbeschermingsmiddelen te combineren en toe te passen kunnen meerdere verschillende werkzame stoffen worden ingezet om duist effectief te bestrijden. Als er gekeken wordt naar de middelen die hierboven genoemd zijn: Herold, Atlantis en Fidox, worden deze voornamelijk terug gekoppeld naar figuur 5. Hierin staat vermeld waar de werkzame stoffen van de net genoemde middelen op aangrijpen in de plant. Herold en Fidox zijn beide bodemherbiciden en

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 18

Page 19: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

grijpen beide aan in de vetzuursynthese van de plant. Het verschil zit hem in de wijze waarop deze werkzame stoffen aangrijpen in de vetzuursynthese van de plant. Herold doet dat via groep K3 en Fidox via groep N. Beide middelen kunnen worden ingezet met een contactherbicide (Atlantis). Doordat Herold en Fidox op verschillende manieren aangrijpen op de plant kan er op deze manier toch verschil gecreëerd worden in de resistentie opbouw van gewasbeschermingsmiddelen (ENO.,REBECCA., FLORENCE., & MARY., 2019).

Tijdens de voorjaarsbespuiting met Atlantis worden er verschillende middelen toegevoegd: Humic, NTS en zwavelzure ammoniak. Het nut van deze toevoegingen is dat Humic ervoor zorgt dat de celwanddoorlatendheid vergroot wordt. Wanneer dit het geval is kan het middel Atlantis beter opgenomen worden door de duistplanten en een betere bestrijding hierbij realiseerbaar zal zijn (Earthgreen, 2020). NTS zorgt ervoor dat de waslaag van duistplanten aangetast worden. Wanneer de waslaag van een plant aangetast is, wordt deze gevoeliger voor tegenslagen van buitenaf. Het duistplantje wordt door het aantasten van de waslaag gevoeliger voor Atlantis, wat de bestrijding van duist ten goede moet komen (SPNA, NTS, 2020). Als laatste wordt zwavelzure ammoniak toegevoegd. Door deze toevoeging zal het spuitwater aangezuurd worden, waarmee de Atlantis gespoten wordt. Het zure water zal aantasting geven aan de plant, waardoor de duistbestrijding een positiever resultaat geeft (SPNA, Zwavelzure ammoniak, 2020).

2.5 Ervaringen uit andere landen

2.5.1 Materiaal en methodeIn een Duits proefschrift van (Meiners, 2015) zijn verschillende manieren onderzocht om te kijken hoe duist in wintertarwe te bestrijden is. Dit onderzoek is gebaseerd op 3 achtereenvolgende jaren van onderzoek op proefvelden die door heel Duitsland zijn uitgevoerd. Hierin zijn opkomstbepalingen gedaan van duist, verschillende herbiciden gebruikt en toegepast gedurende het groeiseizoen. Hierbij is gekeken wat het gebruik van middelen die vallen in de groepen ACC-ase en ALS-remmers voor invloed hebben op de werkzaamheid in de plant. Verder is er gekeken naar wat de bodemactiviteit is na het gebruik van herbiciden tegen duist en wat het effect is van de verschillende toepassingsmogelijkheden op de herbicide werkzaamheid van ACC-ase remmers en ALS-remmers.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 19

Page 20: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

2.5.2 Resultaten Gemiddeld kwam duist ieder jaar over alle locaties gestaag op tussen september en mei. De piek qua opkomst vond voor 75-90% plaats na het zaaien, halverwege oktober. Hierna werd er een doorgaande opkomst geconstateerd in de winter van 9-24%, en in het voorjaar van 1-12%. Waarnemingen bevestigen dat duist in pieken gedurende het seizoen nog kan opkomen. De herbicide behandelingen (zowel voor, als na opkomst) zouden robuuster moeten zijn met actieve stoffen die een langdurige werking hebben, om de langdurige periode van duist opkomst te bedekken. Hierbij gaat het vooral om de jaren met een hoge kiemrust (Meiners, 2015).

Vanaf 2009 tot 2011 zijn er veldexperimenten uitgevoerd om te onderzoeken wat de effectiviteit is van verschillende herbicide op duistbestrijding in wintertarwe, in combinatie met verschillende teeltsystemen. Voor het onderzoek naar teeltsystemen is er gebruik gemaakt van zaai data (vroeg – laat zaaien) en ploegdieptes (diep en ondiep ploegen). De resultaten gaven aan dat vroeg zaaien grasonkruiden, zoals duist begunstigen. Dit heeft een positief effect op een hoge biomassa van het onkruid, vroege competitie met het gewas wintertarwe, en uiteindelijk resulteert dit alles in een mindere gewasopbrengst. Verder bleek uit de resultaten dat laat zaaien en ploegen erg effectief bleek te zijn om de onkruiddruk van duist te verminderen, voordat er gebruik werd gemaakt van chemische middelen (Meiners, 2015).

Als het gaat om chemische bestrijding, kan er gezegd worden dat de aanwezigheid van verhoogde metabolisme resistentie tegen ACC-ase remmers in onkruid, meestal kan leiden tot resistenties van herbiciden met verschillende werkzame stoffen, die de bestrijding van duist nog ingewikkelder maken. De resultaten laten duidelijk zien dat ploegen in combinatie met het toepassen van een effectieve herbicide met ALS-remmers, de onkruidbestrijding kan verbeteren. Dit kan leiden tot een betrouwbare oplossing in een vroeg gezaaide wintertarwe, onafhankelijk van de locatie en zelfs effectief met resistentie problemen tegen ACC-ase remmers (Meiners, 2015).

Het kan worden gezegd dat een hoge duistbezetting eerder bestreden moet worden en resulteert doorgaans in een grotere opbrengstvermindering, zelfs na het toepassen van een bodemherbicide. In zo’n geval zou een behandeling in de herfst beter volstaan dan een behandeling in het voorjaar. Dit resultaat wordt ondersteund door aanvullende conclusies uit onderzoek wat in de kas is uitgevoerd. Tegelijkertijd is er bewijs dat laat zaaien in combinatie met het gebruik van een herbicide behandeling in het voorjaar, resulteert in hogere opbrengsten wintertarwe (Meiners, 2015).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 20

Page 21: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

In dit onderzoek is ook een laboratorium studie gedaan naar de aantasting van de bodem op de werking van verschillende werkzame stoffen. Duist zaden werden op verschillende tijdstippen, na het uitvoeren van een herbicide bespuiting, gezaaid. Er kon worden geconcludeerd dat ACC-ase remmers geen of zeer korte restanten op de bodem activiteit leverden tegen duist. Integendeel, een herbicide met ALS-remmers kan een relatief lange restactiviteit opleveren tegen duist. De kernachtigheid van de werkzame stof van een ALS-remmer hangt in het algemeen wel af van de omgevingsfactoren (Meiners, 2015).

Samengevat, plekken met een hoge duistbezetting en meerdere resistentie mechanismen kunnen effectief worden bestreden met geïntegreerde onkruid bestrijding methodes. Het gaat hierbij om een effectieve herbicide toepassing die moet worden gecombineerd met niet-chemische methodes zoals het verlaten van de zaaidatum en/of ploegen (Meiners, 2015).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 21

Page 22: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

3 Resultaten

3.1 Bouwplanconsequenties duistTijdens dit onderzoek werd er gebruik gemaakt van een tool die aan de hand van verschillende praktijk gegevens (zaaidatum, zaaizaadhoeveelheid en herbicide gebruik) kan berekenen wat dit voor invloed heeft op de duistpopulatie gedurende de jaren in combinatie met gewassaldo’s. Er is een bouwplan beschreven over 12 jaren. De keuze voor het bouwplan is gevallen op een rotatie van wintertarwe-wintertarwe-wintertarwe-suikerbieten. Deze keuze is gemaakt omdat dit het meest voorkomende bouwplan is in de regio. In onderstaand figuur 6 is het bouwplan te zien. Er is uitgegaan van een gemiddelde zaaidatum in week 40, aan de hand hiervan zijn vervroegde en verlate zaai data ingevoerd. Dit om, wat betreft de situatie ten aanzien van duist, de verschillen ten opzichte van de standaard in kaart te brengen.

Figuur 6 bouwplan gedurende 12 jaren

Voor de zaaizaad hoeveelheid is uitgegaan van 210 kg per hectare. Wanneer men later in het seizoen komt te zaaien (in figuur 6 is dit week 42), is het standaard dat de zaaizaad hoeveelheid verhoogd wordt. Dit heeft te maken met het feit dat de omstandigheden gedurende de herfst vordert, gemiddeld genomen niet beter worden en dat de zaaiomstandigheden hierdoor verslechteren.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 22

Page 23: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Figuur 8 factoren duistbestrijding suikerbieten jaar 5

Figuur 9 standaard rekengegevens

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 23

Figuur 7 factoren duistbestrijding wintertarwe jaar 10

Page 24: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Aan de hand van het beschreven bouwplan worden de consequenties verder uitgewerkt. In figuur 9 staan de standaard reken gegevens die worden toegepast op het verdere verloop van de bouwplanconsequenties.

Figuur 7 laat zien dat de gezaaide wintertarwe in jaar 10 (gezaaid in week 40) aan het begin van het jaar een duist bezetting heeft van 57,8 zaden per m2. Door het inzetten van een vals zaaibed, zaaizaad hoeveelheid en een voorjaarstoepassing, worden 53,8 duist zaden per m2 bestreden gedurende het seizoen. 4,08 duist planten per m2 kunnen ontwikkelen tijdens het seizoen en leiden tot een opbrengstverlies van 2%. Door de standaard vermeerdering van duist planten zullen er uiteindelijk 1307 duist zaden per m2 uitzaaien. Door enige vertering in de grond, zal het komende teeltseizoen starten met een duist bezetting van 405,2 zaden per m2.

Figuur 8 laat zien dat in het jaar van de gezaaide suikerbieten gestart wordt met een duist bezetting van 61,8 zaden per m2. Door het inzetten van een vals zaaibed en de invloed van grassenmiddelen, zullen er gedurende het seizoen afgerond 61,3 duist zaden bestreden worden. 0,37 duist planten per m2 kunnen ontwikkelen tijdens het seizoen en leiden tot geen opbrengstverlies. Door de standaard vermeerdering van duist planten zullen er uiteindelijk 88,9 duistzaden per m2 uitzaaien. Door enige vertering in de grond, zal het komende teeltseizoen starten met een duist bezetting van 27,6 zaden per m2.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 24

Page 25: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

3.2 Resultaten enquêteDoor het afnemen van een enquête bij boeren uit de regio, is het praktijkgedeelte te linken aan de theorie van het onderzoek in de duistproef op Ebelsheerd. Door het stellen van verschillende vragen die direct te maken hebben met de verschillende methodes als het gaat om duistbestrijding, kunnen antwoorden van boeren met elkaar worden vergeleken en uiteindelijk terug gekoppeld worden aan de theorie. Hieruit kan tevens lering worden getrokken voor eventuele vervolg onderzoeken.

3.2.1 In hoeverre speelt (resistente) duist een rol in de bedrijfsvoeringVan de ondervraagden gaf 61,5% aan dat ze last hebben van resistente duist, 23% gaf aan enkel last te hebben van resistente duist pleksgewijs op het bedrijf en 15,5% gaf aan geen last te hebben van resistente duist. Toch blijkt het probleem in de regio wel in grote getale aanwezig te zijn omdat van de ondervraagden ruim 92% bezig is met het intensief bestrijden van (resistente) duist. Vooral toekomst perspectief, dus zorgen dat duist niet volledig de overhand krijgt op het bedrijf, is een grote beweegreden om druk te zijn met het bestrijden van duist. Ruim 46% van de ondervraagden heeft al langer dan 10 jaar last van resistente duist, ruim 15% hiervan geeft aan niet eens beter te weten dan dat ze altijd al last hebben gehad van resistente duist op het bedrijf. Echter geeft ook een groot gedeelte van de ondervraagde boeren (38,5%) aan dat ze pas sinds 3 tot 5 jaar kunnen merken dat duist op hun bedrijf resistent aan het worden is. Hieruit blijkt dat resistente duist niet alleen een probleem uit het verleden is, maar dat er in de toekomst waarschijnlijk alleen maar meer probleem gevallen bij gaan komen.

3.2.2 Effecten van duistVan de ondervraagde boeren geeft 15,5% aan geen last te hebben van resistente duist. Het is interessant om de werkwijze van deze boeren te vergelijken met de werkwijze van de boeren die wel last hebben van resistente duist. Het valt op dat boeren zonder duist problematiek veel meer vruchtwisseling in het bouwplan hanteren. Deze boeren geven zelf ook aan dat vooral vruchtwisseling zorgt dat ze geen last hebben van resistente duist. Chemische bestrijding in combinatie met vruchtwisseling zorgt er elk teeltjaar voor dat deze boeren tot nog toe de duist kunnen onderdrukken. Deze boeren geven echter wel aan dat er veranderingen zijn ten aanzien van het verleden, “de risico’s zijn nu veel duidelijker te zien” en “herold is een enorm effectief middel gebleken, mits je het echt onder de juiste omstandigheden spuit”. Dit doelt op het feit dat bestrijding gedurende de jaren alleen maar lastiger is geworden en dat alleen de beste methodes goed genoeg zijn om duist te onderdrukken. Terugkomend op vruchtwisseling, geven alle ondervraagde boeren aan dat gewasrotatie van groot belang is voor de bestrijding van duist. Belangrijke redenen die boeren hiervoor geven is dat er door het telen van een zomergewas, veel duist in het voorjaar mechanisch opgeruimd kan worden. Ook kunnen er andere chemische middelen worden ingezet, waardoor je andere werkzame stoffen tot je beschikking hebt om duist effectief te kunnen bestrijden. Boeren die geen last hebben van duist problematiek profiteren hier dus ook optimaal van. Echter blijkt uit de enquête dat vruchtwisseling door het merendeel van de boeren te weinig benut wordt, door wat voor reden dan ook.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 25

Page 26: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Zoals eerder aangegeven, bleek een gedeelte van de boeren last te hebben van resistente duist in zijn totaliteit en een gedeelte pleksgewijs. Deze groep boeren gaf veelvuldig aan dat duistbestrijding nu lastiger gaat dan in het verleden. Een opmerking die vaak gemaakt werd, is dat middelen vroeger vaak een betere werking gaven dan tegenwoordig. De genoemde opbrengstschade die duist geeft bij deze groep boeren is zorgwekkend. De groep boeren die aangeven pleksgewijs last te hebben van resistente duist, geeft aan dat duist in ernstige gevallen tot 10% opbrengstschade kan geven. Opmerkelijk genoeg zijn alle boeren die last hebben van resistente duist, zich maar al te goed bewust zijn van het feit dat de opbrengst aanzienlijk verminderd. In sommige gevallen is de opbrengstschade door duist zelfs opgelopen tot 50%.

3.2.3 Teeltmaatregelen Uit de literatuur is bekend dat ploegen mogelijk kan bijdragen in het bestrijden van resistente duist, doordat het zaadje dusdanig ver wordt onder geploegd dat deze niet zal kiemen. Deze theorie uit hoofdstuk 2.2.2 wordt bevestigd door het verhaal van de boeren die tot op heden geen last hebben van duist problematiek. Deze boeren ploegen ieder jaar al hun percelen om. Zij geven echter ook aan dat er gedurende de jaren steeds minder diep geploegd wordt. Dit zou op termijn kunnen leiden tot het creëren van een beter vals zaaibed. Van de ondervraagde groep boeren die wel last hebben van resistente duist, ploegt 36%. 45,5% van alle boeren hanteert zowel NKG als ploegen en 18% hanteert enkel NKG.

3.2.4 Spuitmoment Bij de chemische bestrijding van duist in wintertarwe is er gekeken naar wat het beste spuitmoment is bij een najaar behandeling. Dit is gecombineerd met de weersomstandigheden tijdens de bespuiting. Uit de ondervraagde groep boeren zonder duist problematiek is gebleken dat deze boeren voor opkomst van het gewas spuiten. De groep boeren met duist problematiek is onder te verdelen in een groep van 54% die voor opkomst spuiten, 9% spuit na opkomst en 36% heeft geen voorkeur voor het spuitmoment. Uit verschillende onderzoeken die SPNA heeft uitgevoerd met betrekking tot duistbestrijding op basis van middelenvergelijk, kwam uit 6 verschillende onderzoeken naar voren dat een bestrijding voor opkomst van het gewas effectiever bleek (SPNA, 2019). Dit is getest met dezelfde middelen die zowel voor opkomst als na opkomst van het gewas gespoten zijn. Als er wordt gekeken onder welke omstandigheden boeren spuiten, gaf ruim 90% aan dat spuiten onder vochtige omstandigheden in het najaar en spuiten met een hoge RV in het voorjaar, de voorkeur had. Uit onderzoek op de proefboerderij bleek ook dat in het najaar spuiten onder vochtige omstandigheden, de beste werking geeft.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 26

Page 27: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

3.2.5 Middelen gebruik Zoals in hoofdstuk 2.3.1 is beschreven, is chemische bestrijding van duist soms niet effectief genoeg doordat resistentie zich steeds verder uitbreidt. Bij het kiezen van middelen die bestemd zijn om duist te kunnen bestrijden in wintertarwe, geven 70% van de boeren aan dat ze weten dat afwisseling in middelen gebruik erg belangrijk is voor de effectieve bestrijding van duist. Een groot contrast hierbij is dat het grootste gedeelte aangeeft dat er weinig keuze is in het gebruik van middelen. Dat blijkt ook uit de antwoorden die boeren geven over welke middelen ze spuiten. Alle ondervraagde boeren zijn het er over eens dat een bodemherbicide inzetten in het najaar een positief effect heeft. Zoals eerder genoemd in hoofdstuk 2.3.1, zal 80% van de duistplanten kiemen in het najaar, daarnaast is duist het beste te bestrijden wanneer de planten zo klein mogelijk zijn. Voor de chemische bestrijding in het voorjaar is de keuze uit middelen iets groter, waardoor er ook combinaties van middelen mogelijk worden. In onderstaand tabel 1, is een overzicht te zien welke middelen boeren spuiten en hoe dit ingrijpt op de plant (terug te vinden in hoofdstuk 2.3.2, figuur 5). De combinaties kunnen er voor zorgen dat duist op verschillende manieren kan worden bestreden. Dit door het inzetten van verschillende werkzame stoffen. Aan de hand van de resultaten die boeren gaven, wordt dit in de praktijk veelvuldig gedaan.

Tabel 1: Overzicht gespoten middelen

Middel: Werkzame stof: Chemische familie: Werkzaam in groep…:

Herold Diflufenican, Flufenacet

Pyridinecarboxamide, Oxyacetemide

Groep F1 en K3

Capri-twin Pyroxsulam, Florasulam

Triazolopyrimidine Groep B

Atlantis Iodosulfuron-methyl-natrium, Mesosulfuron-methyl

Triazolopyrimidine Groep B

Othello Mesosulfuron-methyl, Iodusulforon-methyl-natrium, Diflufenican

Sulfonylureas, Pyridinecarboxamide

Groep B en F

Glosset Flufenacet Oxyacetemide Groep K3Daiko* Clodinafop-propargyl,

ProsulfocarbAryloxyfenoxypropionaten, Thiocarbamaten

Groep A en N

Stomp Pendimethalin Dinitroanaline Groep K1*Daiko is vanaf 2021 niet meer te bestellen.

Uit de enquête komt naar voren dat boeren die geen last hebben van resistente duist bewuster omgaan met het spuiten van gewasbeschermingsmiddelen. Deze boeren voeren in de hoofdzaak alleen een bespuiting uit in zowel het voorjaar als najaar, met enkel 1 specifiek middel. Boeren die wel last hebben van resistente duist voeren wel combinaties uit om duist toch op zoveel mogelijk verschillende manieren te kunnen bestrijden. 61,5% geeft ook aan geen verlaging uit te voeren in de doseringen, wanneer er wellicht minder duist te vinden is in het perceel. Een veel gemaakte opmerking hierbij is dat weinig duist net zo moeilijk te bestrijden kan zijn als veel duist.

Ook is er gevraagd of boeren rekening houden met spuittechnieken. Er is geen verschil te onderscheiden tussen boeren die wel en geen last hebben van resistente duist. Een vaak genoemd argument is dat spuiten onder goede omstandigheden (hoge RV) kan bijdragen aan een effectievere bestrijding van duist. Verder bleek uit bovenstaande resultaten dat spuiten op het juiste moment (juiste stadium duistplant) ook leidt tot effectiever resultaat.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 27

Page 28: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

3.2.6 Alternatieve bestrijdingsmogelijkheden Tijdens de enquête zijn boeren ondervraagd hoe / of duist verspreiding binnen het bedrijf ook aan de orde is. 38,5% gaf aan machines schoon te maken om de verspreiding van resistente duist van perceel tot perceel tegen te gaan. Als het gaat om duistbestrijding met teeltmaatregelen geeft toch 84,5% van de ondervraagde boeren aan daarmee bezig te zijn. De meest voorkomende teeltmaatregelen waren zaaizaad verhoging, verlaten zaaidatum en het uitvoeren van ondiepere grondbewerking. Ook gaf 84,5% van de boeren aan open te staan voor veranderingen in het bouwplan ten aanzien van het bestrijden van duist. Deze 84,5% van de ondervraagden gaf aan dat de verandering gezocht moest worden in het verbouwen van andere (voorjaar)gewassen. In de teelt van andere gewassen dan wintertarwe, kunnen verschillende gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet die weer andere werkzame stoffen hebben. Hierdoor blijft diversiteit in middelengebruik tijdens de bestrijding van duist gewaarborgd. De boeren die in de enquête aangaven geen last te hebben van resistente duist, voeren ook meer vruchtwisseling uit in het bouwplan dan boeren die aangeven wel last te hebben van resistente duist .

Wanneer alle bestrijdingsmogelijkheden zonder effectief resultaat zijn ingezet, wordt er door 84,5% van de boeren de resterende hoeveelheid duist handmatig uit het veld geplukt. Een extra toevoeging hieraan is dat, wanneer plukken geen doen meer is, de gehele duistplek doodgespoten wordt. Hierbij gaat helaas ook het gewas verloren. Naar alle waarschijnlijkheid wordt glyfosaat binnen een paar jaar verboden, uit de enquête blijkt dat slechts 30% van de ondervraagde boeren bezig is met het bedenken van alternatieven. Dit is opmerkelijk gezien het feit dat ruim 92% van de boeren uitdagend of zelfs zeer negatief tegen de toekomst aankijkt als het gaat om bestrijding van duist. Een kleine 70% zag het probleem van resistente duist in de loop der jaren al aankomen. De meeste boeren zijn simpelweg nog niet overtuigd dat er een effectievere methode is dan glyfosaat voor het bestrijden van duist.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 28

Page 29: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

4 Discussie Het grote probleem van duist is dat het voornamelijk in gebieden waar veelal sprake is van een monocultuur in hoge mate kan concurreren met het gewas om licht en nutriënten. In dit verslag is voornamelijk gekeken naar wat effectieve methoden van bestrijden zijn om duist te onderdrukken, zonder het gebruik van glyfosaat. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de theoretische kennis en de praktische kennis van duistbestrijding. De resultaten die voort zijn gekomen uit de theoretische kant van het onderzoek zijn gebaseerd op vele verschillende wetenschappelijke bronnen. Door vooral gebruik te maken van verschillende bronnen is de betrouwbaarheid om een vergelijking te maken hoog. De praktische kennis is gebaseerd op een enquête die door verschillende akkerbouwers in de regio zorgvuldig is ingevuld. De resultaten kwamen over het algemeen overeen met de theorie. Mijn verwachting was ook dat dit voor het grootste gedeelte overeen zou komen aangezien akkerbouwers in de omgeving het probleem van resistente duist zeer serieus nemen.

4.1 Mechanische teeltmaatregelen Wat interessant is, is om te kijken naar de verschillen in mechanische bestrijding van duist. Wat opvalt aan de resultaten zoals beschreven in hoofdstuk 3.2.3 is dat niet iedere boer die ploegt, resistente duist voor kan blijven. Hieruit kan gezegd worden dat alleen mechanische bestrijding door middel van ploegen niet de oplossing is om duist volledig te bestrijden. Echter kan er wel gezegd worden dat ploegen meer bij draagt aan duistbestrijding dan NKG, aangezien er geen enkele boer die NKG toepast, vrij blijft van duist. NKG toepassen is een goedkopere manier van grondbewerking ten opzichte van ploegen. Echter is het de vraag of dit wel goedkoper zal blijven wanneer NKG er voor zorgt dat er meer duist aanwezig blijft op het perceel. Wanneer duistplanten volledig tot bloei komen en zaden kunnen produceren, is de praktische gedachte over niet kerende grondbewerking vaak niet de meest gekozen optie. De geproduceerde duistzaden blijven voor 100% aan de oppervlakte liggen waardoor (afhankelijk van de kiemrust gedurende het jaar) duistbestrijding direct vanaf het begin van de vervolgteelt bemoeilijkt kan worden. Aan de hand van het uit te voeren onderzoek is vanuit de theorie de indruk gewekt dat kerende grondbewerking een positiever effect heeft op duistbestrijding dan niet kerende grondbewerking. Doordat duist resistent is tegen het gebruik van verschillende herbiciden, kan door middel van schoffelen dit gemakkelijker bestreden worden. Echter heeft dit wel als gevolg dat wanneer er veelvuldig grondbewerking wordt uitgevoerd (schoffelen), dit andere onkruidzaden de kans geeft om tot ontkieming te komen. De akkerbouwer moet zelf een afweging maken tussen de duistdruk op zijn percelen en het risico op ontkieming van andere onkruidzaden, wanneer mechanische onkruidbestrijding veelvuldig wordt toegepast. Aan de hand van de gevonden resultaten kan gezegd worden dat ploegen een betere bestrijding geeft dan NKG. Echter wordt er met alleen ploegen ook geen optimale bestrijding behaald en dus heeft enkel de overweging tussen ploegen en NKG niet afdoende resultaat om duist effectief te bestrijden.

4.2 Optimaliseren chemische onkruid bestrijding Aan de hand van de resultaten die de boeren gaven in hoofdstuk 3.2.4, kan gezegd worden dat niet iedere boer die voor opkomst van het gewas duist bestrijdt, de duist ook daadwerkelijk onder controle heeft. Echter kan wel gezegd worden dat voor opkomst van het gewas spuiten een betere werking geeft dan na opkomst spuiten, omdat geen enkele boer die na opkomst spuit duist onder controle heeft. Dit wordt bevestigd door de onderzoeken die bij SPNA zijn uitgevoerd. Chemische bestrijding gaat het best wanneer er gespoten wordt bij hoge luchtvochtigheid. Dit kan worden verklaard uit het feit dat in het najaar de bodem vochtig moet zijn om de plant het middel goed op te kunnen laten nemen. In het voorjaar wordt er gespoten bij een hoge RV, omdat de huidmondjes van de plant dan goed open staan, waardoor het middel het best wordt opgenomen door de plant en de bestrijding hierdoor zo effectief mogelijk is. Dit wordt bevestigd door alle ondervraagde boeren.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 29

Page 30: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

In hoofdstuk 3.2.5, tabel 1 staan huidige middelen die boeren toepassen in de bestrijding van duist in wintertarwe. Wat hierin opvalt is dat verschillende middelen werkzaam zijn in dezelfde chemische groep. Hierdoor wordt het combineren van middelen steeds lastiger, maar ook steeds belangrijker om diversiteit te behouden in de bestrijding van duist. In hoofdstuk 2.1.2 staat beschreven dat duist steeds ongevoeliger wordt tegen middelen die vallen onder fotosyntheseremmers en ACC-ase remmers. Aan de hand van figuur 5 in hoofdstuk 2.3.2 is hieruit af te leiden dat de reeds toegelaten middelen: herold, glosset, othello en stomp hier (deels) mee te maken hebben. Drie van de vier net genoemde middelen zijn ook nog eens middelen die enkel toepasbaar zijn in het najaar, waardoor een gehele manier van effectieve duistbestrijding in het geding komt. Een kleine kanttekening hierbij is dat boeren die geen last hebben van resistente duist schaarser om gaan met de toepasbare middelen en hierdoor mogelijk langer gebruik kunnen maken van deze manier van bestrijden.

Hoofdstuk 3.1, afbeeldingen 7 en 9 laten zien wat het effect is van een najaar herbicide, waarbij resistentie nog in mindere mate aan de orde is. Uit figuur 6 blijkt dat het niet uitvoeren van een najaar herbicide gigantische gevolgen heeft voor de eindstand van duist van jaar 10 op 11. Hieruit blijkt dat het toepassen van een najaar herbicide essentieel is voor het bestrijden van duist. Aan de hand van de gegeven antwoorden in de enquête en de vergelijking hierbij met de theorie, kan gezegd worden dat een combinatie van middelen nog niet leidt tot een onderdrukking van duist, en dat enkel chemische bestrijding niet voldoende effectief is om duist te bestrijden. Echter kan er wel gezegd worden dat afwisselingen in middelengebruik resistentie opbouw kan vertragen / doorbreken.

4.3 Alternatieve bestrijding In hoofdstukken 2.2.3 en 2.3.2.1 wordt beschreven dat het verhogen van de zaaizaad hoeveelheid en een verlate zaaidatum effectieve manieren kunnen zijn voor de bestrijding van duist. Hier zitten echter wel een aantal kanttekeningen aan, aangezien er in dit geval niet bekend is wat het verhogen van de zaaizaad hoeveelheid voor gevolgen heeft voor het gewas / de gewasopbrengst. Voor het verlaten van de zaaidatum is de grondsoort en de mate van bewerkbaarheid hiervan erg belangrijk. Dit kan er namelijk toe leiden dat later in de herfst het weer invloed heeft of de grond nog toegankelijk is voor het zaaien van wintertarwe. In hoofdstuk 3.2.6 werd er door boeren ook aangegeven dat ondiepere grondbewerking werd toegepast. Uit hoofdstuk 2.3.1 blijkt dat ondiepe grondbewerking een averechts resultaat geeft op duistbestrijding. Als er nu terug gekeken wordt naar welke boeren wel last van resistente duist hebben en welke boeren niet, valt het op dat alle boeren zonder last van resistente duist geen ondiepe grondbewerking uitvoeren. Door de kennis uit de theorie en de ervaringen van boeren zonder resistente duist, kan gezegd worden dat ondiepe grondbewerking juist eerder leidt tot verspreiding van duist dan de bestrijding ervan. Het verhogen van de zaaizaad hoeveelheid en het verlaten van het zaai tijdstip draagt bij aan de bestrijding van duist. Aan de hand van de enquête kan echter niet worden gezegd dat enkel het verhogen van de zaaizaadhoeveelheid en het verlaten van de zaaitijdstip effectief genoeg zijn om duist volledig te bestrijden.

Op basis van de theorie, beschreven in hoofdstuk 2.3.1, blijkt dat het zaaien van voornamelijk voorjaarsgewassen kan bijdragen aan een effectieve duistbestrijding. Uit de resultaten van de enquête en de theorie kan gezegd worden dat iedere boer die vruchtwisseling hanteert, minder tot geen last heeft van resistente duist. In hoofdstuk 3.1, figuur 8 is ook te zien dat vruchtwisseling een positief effect geeft op het bestrijden van duist. Figuur 6 laat zien dat na elke teelt van suikerbieten de eindstand van duist positief wordt beïnvloedt. Dit blijkt ook uit figuur 9, waarin staat dat elk jaar de werking van een atlantis-achtige met 0,5% afneemt. De afnemende werking van atlantis-achtige en de resistentie opbouw, beschreven in hoofdstuk 4.2 geven ook duidelijk aan hoe belangrijk vruchtwisseling is voor de effectieve bestrijding van (resistente) duist.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 30

Page 31: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

4.4 Beperkingen van het onderzoekHet theoretische gedeelte van dit onderzoek is gekoppeld aan de praktische ervaring van boeren in de omgeving. Door alle corona perikelen die zich afspeelden aan het einde van 2020 en het begin van 2021 is het gebleven bij een online enquête. De bedoeling was om bij boeren in de omgeving persoonlijk langs te gaan om hierbij het gesprek aan te gaan over duistbestrijding en wellicht zelf te kunnen ervaren hoe erg de problemen hiermee per boer zijn. Door de online enquête is er een subjectief beeld ontstaan waarbij volledig vertrouwd moest worden op de antwoorden die boeren hebben gegeven in de enquête. Een kleine kanttekening hierbij is dat de enquête zeer serieus genomen is door de boeren en dat de antwoorden ook van goede kwaliteit waren. Om toch meer informatie te kunnen vergaren met betrekking tot de praktijk van duistbestrijding is er in het onderzoek gebruik gemaakt van een bouwplanconsequentie tool die voortkomt uit een onderzoek die verricht is door SPNA. De praktijk uitvoering van dit onderzoek ligt op proefboerderij Ebelsheerd. Om de resultaten van dit meerjarig praktijkonderzoek te koppelen aan dit onderzoek kan er uiteindelijk een definitieve conclusie opgemaakt worden over wat de beste methode van bestrijding is.

4.5 Mogelijkheden voor de toekomst Uit het onderzoek is gebleken dat de effectieve bestrijding van duist een belangrijke voorwaarde is voor een schone teelt en een goede gewasopbrengst. In de discussie wordt gepleit dat vooral vruchtwisseling aan de hand van meerdere genoemde redenen een positieve invloed heeft op de bestrijding van duist. Vanaf 2023 zal er een nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid van start gaan waarbij duurzaamheid een nog prominentere rol gaat spelen. Met dit in het achterhoofd is er nagedacht over een effectieve bestrijdingsmogelijkheid voor de toekomst.

Met het zaaien van een meerjarig gewas, in dit geval gras-klaver, kunnen meerdere positieve elementen benut worden. Uit de theorie van hoofdstuk 2.2.3 blijkt dat het effectief is om meerjarige gewassen te zaaien, omdat duistzaden dan op een bedekte bodem terecht komen en hierdoor verloren gaan. Door dit project samen met een veehouder (evt. buurman) aan te gaan, kan ook kringlooplandbouw hierbij een rol spelen. Uit een artikel van het Louis Bolk Instituut blijkt dat klaver een erg interessante optie is voor veehouders, omdat witte klaver een betere voederwaarde heeft dan gras dat bemest is met stikstof. Tevens kan het voeren van gras-klaver de melkproductie van koeien bevorderen. (van Eekeren, Iepema, & van Liere, De kracht van klaver , 2005). Eerder is al aan bod geweest dat het jaarlijks uitvoeren van een bespuiting met een atlantis-achtige, de werking hiervan ieder jaar met 0,5% achteruit gaat. Door het meerjarige gewas gras-klaver een aantal jaar te laten liggen op hetzelfde perceel kan resistente duist effectief bestreden worden en kunnen nieuw ontwikkelende duistplanten in de toekomst weer gevoelig worden voor werkzame stoffen die tot op heden juist de problematiek met resistenties veroorzaken.

Bijkomende voordelen tijdens de teelt van gras-klaver zijn dat klaver zorgt voor stikstofbinding in de bodem, het stimuleert de creatie van meer bodemleven en het organische stofgehalte van de bodem zal stijgen (van Eekeren, Heeres, & Smeding, Leven onder de graszode, 2003). Ook door het hanteren van vruchtwisseling in het bouwplan zal na de teelt van gras-klaver de duist niet alleen beter te bestrijden zijn, ook zal de gewasopbrengst positief worden beïnvloed.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 31

Page 32: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

5 Conclusie Het doel van dit onderzoek is de beste alternatieven van bestrijdingsmogelijkheden om het wortelonkruid duist op te ruimen voorafgaand en tijdens de teelt van wintertarwe te vinden op basis van theorie en de mening van boeren uit de praktijk. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat enkel het toepassen van mechanische bestrijding door middel van ploegen niet de oplossing is om duist volledig te kunnen bestrijden. Ploegen draagt echter wel meer bij aan de bestrijding van duist dan niet kerende grondbewerking. Als het gaat om chemische bestrijding is na zaaien, voor opkomst van het gewas, de beste mogelijkheid om duist voor het eerst te bestrijden. Verder is het belangrijk om altijd met hoge RV en een natte bodem duist chemisch te bestrijden. Het afwisselen van middelen met verschillende werkzame stoffen is essentieel om diversiteit te behouden in de bestrijding van duist. Het enkel toepassen van chemische bestrijding en het afwisselen van middelen is volgens dit onderzoek niet afdoende om duist effectief te bestrijden. Het verlaten van de zaai datum en het verhogen van de zaaizaadhoeveelheid helpen bij de bestrijding van duist, echter is dit niet de oplossing om duist volledig te kunnen onderdrukken. Het zaaien van meer voorjaarsgewassen, of het hanteren van meer vruchtwisseling in het bouwplan is een zeer effectieve methode om duist te kunnen bestrijden. Mogelijke alternatieven kunnen hierdoor worden gevonden in de teelt van gras-klaver waar vruchtwisseling een belangrijke rol gaat spelen in de effectieve bestrijding van duist.

Alle factoren meegenomen valt te concluderen dat met name vruchtwisseling een belangrijke rol speelt in de effectieve bestrijding van duist. Diversiteit in de bedrijfsvoering is een belangrijke voorwaarde om toekomstbestendig te kunnen blijven ondernemen. Om het probleem van resistent duist te kunnen oplossen blijft chemische bestrijding hoe dan ook van belang om te zorgen voor een 95 tot 100% bestrijding van duist. Het hieraan toevoegen van alle mechanische mogelijkheden om duist te bestrijden in combinatie met chemische bestrijding en vooral vruchtwisseling kan zorgen voor de meest effectieve bestrijding.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 32

Page 33: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

BibliografieAgriculture and Horticulture Development Board. (2019). Black-grass: solutions to the problem.

Opgehaald van https://projectblue.blob.core.windows.net/media/Default/Imported%20Publication%20Docs/AHDB%20Cereals%20&%20Oilseeds/Weeds/Black-grass%20-%20solutions%20to%20the%20problem.pdf

Angel, K. (2016). SOWING DIRECTION AND ROW SPACING FOR BROME GRASS MANAGEMENT IN THE MALLEE. GRDC, 2.

CBS. (2020, maart 27). Verkoop gewasbeschermingsmiddelen afgenomen in 2018. Opgehaald van cbs.nl: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/13/verkoop-gewasbeschermingsmiddelen-afgenomen-in-2018

Cloutier, D., van der Weide, R., Peruzzi, A., & Leblanc, M. (2007). Mechanical Weed Management. Opgehaald van https://edepot.wur.nl/116036

Colbach, N., Chauvel, B., Gauvrit, C., & Munier-Jolain, N. (2006). Construction and evaluation of ALOMYSYS modelling the effects of cropping systems on the blackgrass life-cycle: From seedling to seed production. Ecological modelling, 283-300.

Colbach, N., Kurstjens, D., Munier-Jolain, N., Dalbiès, A., & Doré, T. (2009). Assessing non-chemical weeding strategies through mechanistic modelling of blackgrass (Alopecurus myosuroides Huds.) dynamics. European Journal of Agronomy, 205-218.

CTGB. (2020). Atlantis OD. Opgehaald van https://toelatingen.ctgb.nl/nl/authorisations/13613CTGB. (2020). Herold. Opgehaald van https://toelatingen.ctgb.nl/nl/authorisations/10559Davoren, M., & Schiestl, R. (2018). Glyphosate-based herbicides and cancer risk: a post-IARC decision

review of potential mechanisms, policy and avenues of research. Carcinogenesis.Duke, S. O., & Cerdeira, A. L. (2007). RISKS AND BENEFITS OF GLYPHOSATE-RESISTANT CROPS. ISB, 7.Earthgreen. (2020). Wat is het verschil tussen humic en fulvic zuren? Opgehaald van

http://www.earthgreen.com/humic-vs-fulvic-acidsENO., REBECCA., FLORENCE., & MARY. (2019). Structural and Functional Characterisation of

Glutathione-S-Transferases to Combat Multiple Herbicide Resistance in Black Grass (Alopecurus myosuroides). Durham E-Theses, 175.

Exley, D., & Snaydon, R. (1991). Effects of nitrogen fertilizer and emergence date on root and shoot competition between wheat and blackgrass. Weed Research, 175-182.

Groenkennisnet . (2020). iodosulfuron-methyl-natrium. Opgehaald van https://wiki.groenkennisnet.nl/display/BEEL/iodosulfuron-methyl-natrium

Groenkennisnet . (2020). Prosulfocarb. Opgehaald van https://wiki.groenkennisnet.nl/display/BEEL/prosulfocarb

Groenkennisnet. (2020). ACC-Remmers. Opgehaald van https://wiki.groenkennisnet.nl/display/BEEL/Groep+A+ACC-Remmers

Groenkennisnet. (2020). Fotosyntheseremmers. Opgehaald van https://wiki.groenkennisnet.nl/display/BEEL/Groep+C+Fotosyntheseremmers+II+remmers

Kouwenhoven, J. (2000). Mouldboard ploughing for weed control. In: Proceedings of the Fourth EWRS Workshop on physical weed control. 19-22.

Kropff, M., Bastiaans, L., Kempenaar, C., & Van der Weide, R. (2008). The changing role of agriculture and tomorrow’s weed research agenda. 3-8.

Landbouw&Techniek. (2010, Februari 26). Onkruidbestrijding in wintertarwe. Opgehaald van https://edepot.wur.nl/280428

Livingston, M., Fernandez-Cornejo, J., Unger, J., Osteen, C., Schimmelpfennig, D., Park, T., & Lambert, D. (2015). The Economics of Glyphosate Resistance Management in Corn and Soybean Production . USDA, 45.

Meiners, I. (2015). Management of black-grass (Alopecurus myosuroides Huds.) in winter wheat and taking into account the soil activity of post-emergence herbicides. Gießen: Justus-Liebig-Universität.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 33

Page 34: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Projectverslag duistresistentie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2020, Oktober 9). Gewasbeschermingsmiddelen. Opgehaald van https://rvs.rivm.nl/stoffen-en-producten/Gewasbeschermingsmiddelen

Smit, B. J. (2019). Gebruik onkruidbestrijdingsmiddelen en glyfosaat in de land- en tuinbouw. Opgehaald van https://edepot.wur.nl/472136

SPNA. (2019). Duistbestrijding middelenvergelijk . SPNA. (2020). NTS. (J. W. Veldman, Interviewer)SPNA. (2020). Zwavelzure ammoniak. (J. W. Veldman, Interviewer)Triferto. (2020). HUMIC. Opgehaald van http://www.fertiflow.eu/nl/producten/271/humicValladares, F., & Niinemets, Ü. (2008). Shade Tolerance, a Key Plant Feature of Complex Nature and

Consequences. Annual Review of Ecology, Evolution, and Systematics, Vol. 39:237-257.van der Weide, R., van Alebeek, F., & van den Broek, R. (2008, september). En de boer, hij ploegde

niet meer? Opgehaald van https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/3507van der Weide, R., van Zeeland, M., Timmer, R., Koster, A., Mol, E., Rotteveel, A., & Bulcke, R. (2005,

Maart 2). Ontwikkelingen rond resistente onkruiden; gevaren en beheersmogelijkheden . Opgehaald van https://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/29789

van Eekeren, N., Heeres, E., & Smeding, F. (2003). Leven onder de graszode. Opgehaald van file:///C:/Users/eigenaar/Downloads/Leven%20onder%20de%20graszode.pdf

van Eekeren, N., Iepema, G., & van Liere, M. (2005). De kracht van klaver . Opgehaald van file:///C:/Users/eigenaar/Downloads/De%20kracht%20van%20klaver%202005%20LBI%20(2).pdf

Yasin, M., Rosenqvist, E., & Andreasen, C. (2017). The Effect of Reduced Light Intensity on Grass Weeds . Weed Science , 11.

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 34

Page 35: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Bijlage

Rekentool duistbestrijding in bouwplanverband, het bouwplan

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 35

Page 36: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Invloed van het bouwplan op de duistbezetting

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 36

Page 37: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 37

Page 38: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 38

Page 39: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 39

Page 40: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Invloed zaaizaadhoeveelheid op duistbezetting

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 40

Page 41: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Invloed zaaitijdstip op duistbezetting

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 41

Page 42: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

Invloed van het aantal duistplanten per hectare op de opbrengstverlies

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 42

Page 43: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 43

Page 44: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 44

Page 45: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

EnquêteVia deze link komt u op de internet pagina waar de enquête online aangeboden wordt:https://www.survio.com/survey/d/K4D9D7C2P3O9M0V7K

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 45

Page 46: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 46

Page 47: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 47

Page 48: Modeldocument verslagen website... · Web viewDeze manier van telen kan alleen een positief effect hebben wanneer de reguliere chemische bestrijding ook toegepast worden (Angel, 2016).

VHL / Jan Willem Veldman / 000017444 48