Android Applicatiebeheer voor · Applicatiebeheer voor Android 4 Applicatietypen en ondersteunde...

Applicatiebeheer voor Android

VMware Workspace ONE UEM

U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware:

https://docs.vmware.com/nl/

VMware, Inc.3401 Hillview Ave.Palo Alto, CA 94304www.vmware.com

VMware Nederland B.V.Key Office Papendorp3e verdiepingOrteliuslaan 850UtrechtNederlandTel: +31 (0) 30-2849500Fax: +31 (0) 30- 2849501www.vmware.com/nl

Copyright ©

2020 VMware, Inc. Alle rechten voorbehouden. Informatie over copyright en handelsmerken.


VMware, Inc. 2

https://docs.vmware.com/nl/

http://pubs.vmware.com/copyright-trademark.html

Inhoud

1 Inleiding tot het beheer van Android-applicaties 4Applicatietypen en ondersteunde besturingssysteemversies voor Android 6

Workspace ONE Intelligent Hub voor Android 6

Interne applicaties implementeren op Android-apparaten 8

Applicaties implementeren op uw Android-toestellen via de beheerde Google Play Store 9

Openbare applicaties implementeren via de Managed Google Play Store 9

Een nieuwe privé-applicatie implementeren via de beheerde Google Play Store 11

Privé-applicaties implementeren op de alfa- of bèta testtrack 12

Privéapplicaties implementeren op meerdere Workspace ONE UEM-servers 14

Webapplicaties implementeren via de beheerde Google Play Store 15

Uw applicaties organiseren in de beheerde Play Store 16

Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties 17

Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties 20

Google Play for Work inschakelen in de Workspace ONE UEM-console 23

Samsung Native Email configureren in de Workspace ONE UEM console 23

OEMConfig op Android Enterprise-toestellen 24

OEM-instellingen configureren in de Workspace ONE UEM console 25

Feedback ophalen van OEM-configuratieapplicaties 26

VMware, Inc. 3

Inleiding tot het beheer van Android-applicaties 1Gebruik de Workspace ONE UEM powered by AirWatch publieke applicaties, interne applicaties en webapps van Android naar Android-toestellen te pushen.

Na goedkeuring kunt u de applicatie bijvoorbeeld aan toestellen toewijzen met behulp van smart groups, een Workspace ONE UEM-systeem waarmee u toestellen kunt groeperen aan de hand van door u bepaalde criteria. Als laatste stap wijst u de gebruiksvoorwaarden toe.

Applicaties die u via de integratie van Workspace ONE UEM en Android verstuurt, hebben dezelfde functionaliteit als hun tegenhangers in de Google Play Store.

U kunt echter Workspace ONE UEM-functies gebruiken om beleidsregels toe te passen op de applicaties. U kunt bijvoorbeeld configuraties toevoegen waardoor de applicatie gemakkelijker te gebruiken is en u kunt instellingen configureren die de applicatie veiliger maken.

n Voor meer gebruiksgemak configureert u de optie Configuratie voor de applicatie verzenden. Met applicatieconfiguraties kunt u ondersteunde sleutelwaardeparen van te voren configureren en ze samen met de applicatie naar toestellen versturen. Gebruikersnamen, wachtwoorden en VPN-instellingen zijn voorbeelden van ondersteunde waarden. Welke waarden worden ondersteund, hangt af van de applicatie.

n Gebruik Workspace ONE UEM-profielen voor Android om beveiligingsfuncties toe te voegen. Met profielen kunt u toegangscodes instellen, beperkingen toepassen en verificatiecertificaten gebruiken.

De Workspace ONE UEM-console stelt u in staat om alfa-, bèta of productieversies van applicaties te pushen. U kunt met alfa- en beta-versies van applicaties de compatibiliteit en stabiliteit testen voordat u de productieversie pusht. U kunt specifieke smart groups selecteren voor het testen en gebruiken voor flexibele implementatie om te bepalen welke gebruikers welke versie van de applicatie ontvangen. Als u niet selecteert of er een alfa- en beta-versie moet worden gepusht, wordt automatisch de productieversie toegewezen.

VMware, Inc. 4

Zie Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties voor meer informatie over de toewijzing van de applicatie.

Belangrijk VMware productiviteitsapps (Browser, Boxer, Content Locker, enz.) worden niet ondersteund door Android (Legacy) Knox container-implementaties, zoals Dual Persona of de Container Only-modus, vanwege technische beperkingen met de containergegevensscheiding van Knox. De Workspace ONE Intelligent Hub beheert de container vanaf de buitenkant en kan niet communiceren met apps aan de binnenkant. Omdat de apps een directe koppeling naar de Workspace ONE Intelligent Hub nodig hebben om te kunnen communiceren met de Workspace ONE UEM console, kunnen de apps niet worden geconfigureerd binnen de container. Om productiviteitsapplicaties te kunnen gebruiken met Knox, moet het apparaat worden geregistreerd met behulp van Android Enterprise op een apparaat waarop Knox 3.x of hoger wordt uitgevoerd.

Webkoppelingen voor Android-apparaten

De manier waarop weblinkapplicaties functioneren lijkt erg op een toestelapplicatie. Ze geven eindgebruikers toegang tot een URL direct vanaf een pictogram of menu op hun toestel. De eindgebruiker ziet het pictogram voor de weblinkapplicatie en de naam, klikt op de applicatie en wordt dan direct met de gespecificeerde URL verbonden.

Weblinkapplicaties zijn nuttig om naar lange URL's met veel tekens te navigeren. U kunt pictogrammen voor weblinkapplicaties op het startscherm plaatsen. Deze pictogrammen zorgen ervoor dat eindgebruikers verbinding kunnen maken met interne opslagplaatsen of inlogschermen zonder dat gebruikers een browser moeten openen en een lange URL moeten intypen.

U kunt weblinks als een applicatie toevoegen in de sectie Apps en boeken van de Workspace ONE UEM Console. Zie Weblinkapplicaties toevoegen voor meer informatie over het toevoegen van weblinks voor Android.

Dit hoofdstuk omvat de volgende onderwerpen:

n Applicatietypen en ondersteunde besturingssysteemversies voor Android

n Workspace ONE Intelligent Hub voor Android

n Interne applicaties implementeren op Android-apparaten

n Applicaties implementeren op uw Android-toestellen via de beheerde Google Play Store

n Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties

n Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties

n Google Play for Work inschakelen in de Workspace ONE UEM-console

n Samsung Native Email configureren in de Workspace ONE UEM console

n OEMConfig op Android Enterprise-toestellen


VMware, Inc. 5

Applicatietypen en ondersteunde besturingssysteemversies voor Android

Workspace ONE UEM classificeert applicaties als systeemeigen (intern, publiek, gekocht), SaaS of Web. U kunt applicaties uploaden afhankelijk van het type. Workspace ONE UEM ondersteunt de volgende versies van besturingssystemen voor Android-applicaties op basis van het applicatietype.

Tabel 1-1. Applicatietypen en ondersteunde besturingssysteemversies Android

Applicatietype Ondersteunde platformen

Internal Android v4.4 en hoger

Publiek (gratis en betaald) Android v4.4 en hoger

Weblinks Android v4.4 en hoger

SaaS Android v4.4 en hoger

Workspace ONE Intelligent Hub voor Android

De Workspace ONE Intelligent Hub voor Android is een applicatie die de ingebouwde Android SDK API-laag voor beheer mogelijk maakt waarmee Workspace ONE UEM verbinding maakt. Workspace ONE UEM schakelt Native Android SDK API's in op Android-apparaten voor beheer- en traceringsmogelijkheden. Native Android SDK API's zijn beschikbaar voor iedere applicatie van derden, waaronder Workspace ONE Intelligent Hub en andere applicaties die gebruik maken van de AirWatch Software Development Kit (SDK).

Met de AirWatch SDK kunnen applicaties gebruikmaken van de belangrijkste MDM-functies die beschikbaar zijn, zoals:

n Detectie van verdachte toestellen

n GPS Tracking

n Aanvullende telecomgegevens

n Aanvullende netwerkgegevens, zoals IP-adressen

n Aanvullende statistieken over de accu en het geheugen van apparaten

n Systeemeigen badgenummers

Gebruik Workspace ONE Intelligent Hub na de inschrijving om toestelinformatie en -instellingen te bekijken en te beheren. Toestelinformatie is toegankelijk via onderstaande tabbladen aan de linkerzijde van het toestelscherm:

n Dit toestel – Toont de naam van de ingeschreven eindgebruiker, de beschrijvende naam van het toestel, de huidige inschrijvingsstatus, de methode van verbinding en de gedragsstatus.

n Status van het toestel – Toont de huidige inschrijvingsstatus waaronder:

n De server waarmee het toestel verbinding heeft gemaakt.


VMware, Inc. 6

n De organisatiegroep waarin het toestel is ingeschreven.

n De huidige netwerkstatus inclusief de actieve Wi-Fi SSID waarmee het toestel verbonden is.

n Netwerkbeleid - Toont een lijst met netwerkregels die actief zijn voor het toestel.

n Profielen – Toont een lijst met profielen die op dat moment geïnstalleerd zijn op een toestel. Vanaf de lijst met profielen kunt u profielen van uw toestellen die niet up-to-date zijn of verwijderd zijn vernieuwen of opnieuw toepassen.

n Beheerde applicaties – Toont een lijst van applicaties die geïnstalleerd zijn op het toestel en beheerd worden door Workspace ONE UEM, en hun installatiestatus.

n Over - Toont het versienummer van de Workspace ONE Intelligent Hub die op het toestel geïnstalleerd is en biedt een hyperlink naar het bijbehorende privacybeleid dat geaccepteerd is tijdens de inschrijving.

Voer de volgende beheerfuncties uit vanaf het Workspace ONE Intelligent Hub-menu dat onderaan het scherm te vinden is:

n Toestel synchroniseren – Synchroniseer de nieuwste informatie over het apparaat en ontvang updates van de IT-beheerder.

n App Catalog - Start de applicatiecatalogus in de Workspace ONE Intelligent Hub of de systeemeigen webbrowser, indien van toepassing.

Extra functies zijn toegankelijk vanuit het applicatiemenu:

n Telefoonnummer aanpassen - Wijzig het toegewezen telefoonnummer, indien van toepassing.

n Logboek van de foutoplossing verzenden - Verzend een logboek voor het toestel naar Workspace ONE UEM.

n Toestel verwijderen – Schrijf het toestel uit vanuit Workspace ONE UEM.

Android-toestellen met Android 6.0 (Marshmallow) en hoger maken gebruik van energiebesparende functies voor inactieve applicaties en toestellen. Als een gebruiker een toestel van de stekker haalt en het voor een bepaalde periode ongebruikt laat en met het scherm uit, gaat het toestel in Sluimermodus; het toestel probeert dan in een slaapstand te blijven. In deze stand is er geen netwerkactiviteit. De sluimermodus beïnvloedt hoe de Workspace ONE Intelligent Hub informatie teruggeeft aan Workspace ONE UEM.

Wanneer een apparaat op accuvoeding loopt en het scherm is gedurende een bepaalde tijd uitgeschakeld geweest, komt het apparaat in de sluimermodus te staan en wordt er een subset van beperkingen toegepast die de toegang afsluiten tot het netwerk en waarbij taken en synchronisatie worden uitgesteld. Nadat een apparaat gedurende een bepaalde tijd in de sluimermodus heeft gestaan, verzendt het systeem de resterende sluimerbeperkingen naar ontwaakvergrendelingen, wekkers, de GPS en Wi-Fi-instellingen.


VMware, Inc. 7

Daarnaast kan de modus App standby vaststellen dat een applicatie inactief is, wanneer de gebruiker het niet gebruikt. Wanneer toestellen zich in één van deze twee standen bevinden, ontvangt Workspace ONE UEM Console geen ontvangstrapporten en toestelgegevens. Zodra de gebruiker het toestel weer op netstroom aansluit of een applicatie opent, hervat het toestel de normale stand en zullen de geïnstalleerde AirWatch-applicaties weer rapporten naar de Workspace ONE UEM Console verzenden.

De Hub en met SDK gebouwde applicaties

AirWatch biedt een SDK om te integreren in applicaties die u voor het Android-platform hebt gebouwd. Door de SDK in uw applicaties te integreren, kan de applicatie functies van AirWatch gebruiken. Deze functies omvatten het beheren van verificatie voor via de met SDK gebouwde applicaties en het delen van een single sign-on-sessie tussen applicaties die gebruikmaken van de SDK.

U moet echter Sleutelencryptie met gebruikersinvoer inschakelen zodat de Workspace ONE Intelligent Hub een applicatietoegangscode of een SSO-sessie kan delen met andere SDK-applicaties.

Voor informatie over de AirWatch SDK voor Android, raadpleegt u de documentatie voor de AirWatch SDK voor Android.

Zie de documentatie voor MAM-functies en SDK-functies voor informatie over de SDK-functies in de Workspace ONE UEM Console.

Voor informatie over de optie Sleutelencryptie met gebruikersinvoer, raadpleegt u Toestellen en gebruikers / Android / Beveiliging in de documentatie voor Workspace ONE UEM-systeeminstellingen.

Interne applicaties implementeren op Android-apparaten

Interne apps zijn bedrijfsspecifieke applicaties die zijn ontwikkeld door uw organisatie en die u mogelijk niet vindbaar wilt maken in de openbare App Store, maar die u toegankelijk wilt maken vanaf de toestellen van uw gebruikers.

Er zijn twee opties voor het implementeren van interne apps:

n Voeg ze aan Google Play toe als een privé-applicatie. Deze applicaties worden als openbare applicaties toegevoegd aan de Workspace ONE UEM console na publicatie in Google Play.

n Host het .APK-bestand van de applicatie als een lokaal bestand. Alleen voor Android 6.0+-apparaten.

Raadpleeg Interne applicaties toevoegen en implementeren als lokaal bestand, beschikbaar in de documentatie van Mobiel applicatiebeheer (MAM), voor informatie over het uploaden van interne applicaties voor de Work Managed-toestellen (Android 6.0 en hoger). Volg alle instructies in dit gedeelte om deze apps goedgekeurd, geüpload en toegewezen te krijgen aan uw gebruikers.


VMware, Inc. 8

Als u interne apps op toestellen met een Android Work-profiel implementeert, voegt u interne apps toe aan Google Play for Work, zodat deze beschikbaar zijn voor gebruikers met Android. Upload uw applicatie door u aan te melden bij de Google Play Developer Console met uw bedrijfsverificatiegegevens. Er is een optie voor inschakelen, Beperk distributies, waardoor alleen gebruikers van uw domein deze applicatie kunnen zien via Google Play voor Work (de Play Store met badge). Nadat u uw interne applicatie aan de ontwikkelaarsconsole hebt toegevoegd, worden deze apps als openbare applicaties behandeld.

Applicaties implementeren op uw Android-toestellen via de beheerde Google Play Store

De beheerde Google Play Store is de aanbevolen manier om al uw gebruiksscenario's voor de implementatie van applicaties voor Android-apparaten te beheren. De beheerde Google Play Store wordt in een iframe in de Workspace ONE UEM console geladen wanneer een openbare applicatie wordt toegevoegd en een Android Enterprise EMM-registratie is geconfigureerd. Het iframe wordt geopend via de API-integratie met Google Play en wordt niet gehost door VMware.

Openbare applicaties implementeren via de Managed Google Play Store

Zoek in de Google Play Store direct vanuit de Workspace ONE UEM console om applicaties toe te voegen aan de beheerde Google Play Store voor uw gebruikers.

Procedure

1 Navigeer naar Apps en boeken > Openbaar > Applicatie toevoegen.

2 Selecteer Android in het vervolgkeuzemenu van het Platform.

3 Selecteer een van de volgende opties om een applicatie toe te voegen:

Instelling Beschrijving

Zoeken in App Store Selecteer dit om de applicatie in de app store te zoeken. Google Play start in de Workspace ONE UEM Console via een iFrame.

Voer URL in Voer de URL van de app in.

Importeren vanuit Play Selecteer om eerder goedgekeurde applicaties te importeren.

4 Selecteer Volgende of voer de Naam in van de applicaties die u wilt toevoegen aan de

integratie. Google Play wordt rechtstreeks geopend vanuit de Workspace ONE UEM Console.

5 Zoek de gewenste apps met behulp van het veld Zoeken of blader door de sectie met apps.

6 Controleer de machtigingen die de applicatie nodig heeft op het apparaat en selecteer Goedkeuren.


VMware, Inc. 9

7 Voor toekomstige updates van de applicatie zijn mogelijk aanvullende machtigingen op het apparaat vereist. Als u ervoor kiest om de updates automatisch goed te keuren en deze naar apparaten te laten pushen, kunt u overwegen Goedkeuring behouden wanneer app om nieuwe machtigingen vraagt te selecteren.

Als een applicatie wordt bijgewerkt, controleer dan of deze niet opnieuw moet worden goedgekeurd in de Google Play Store.

8 Configureer de opties op het tabblad Details.


Naam Bekijk de naam van de applicatie.

Bekijken in App Store Bekijk de Store waar de applicatie gedownload kan worden en meer informatie verkregen kan worden.

Categorieën Gebruik categorieën om aan te geven hoe de applicatie wordt gebruikt.

U kunt aangepaste applicatiecategorieën configureren of de vooraf gecodeerde categorie van de applicatie gebruiken.

Ondersteunde modellen Selecteer alle toestelmodellen waarop deze applicatie moet functioneren.

App beperkt tot installatie op achtergrond

Android

Wijs deze applicatie alleen toe aan Android-toestellen die installatie op de achtergrond ondersteunen.

Workspace ONE UEM kan publieke applicaties niet op de achtergrond installeren of verwijderen. U kunt echter wel beheren welke applicaties u naar uw Android- standaardtoestellen of -bedrijfstoestellen stuurt. Android bedrijfstoestellen ondersteunen activiteit op de achtergrond.

Beheerd door Bekijk de organisatiegroep (OG) waartoe de applicatie behoort in uw Workspace ONE UEM OG-hiërarchie.

9 (Optioneel) Selecteer Vereiste gebruiksvoorwaarden voor de applicatie op het tabblad

Gebruiksvoorwaarden.

In de gebruiksvoorwaarden staat gespecificeerd hoe gebruikers de applicatie dienen te gebruiken. Ook bevatten ze de verwachtingen die de organisatie aan de eindgebruikers stelt. Wanneer de applicatie naar toestellen verzonden wordt, kunnen gebruikers de gebruiksvoorwaarden bekijken die zij moeten accepteren om de applicatie te kunnen gebruiken. Als gebruikers de gebruiksvoorwaarden niet accepteren, kunnen zij de applicatie niet openen.

10 Selecteer het tabblad SDK en wijs het standaard- of een aangepast SDK-profiel en een Applicatieprofiel toe aan de applicatie. Met SDK-profielen voegt u geavanceerde applicatiebeheerfuncties aan applicaties toe.

11 Selecteer Opslaan en toewijzen om de opties van flexibele implementatie te configureren voor de applicatie.

Wat nu te doen

Controleer of de applicatie is geïmporteerd na de goedkeuring. De console leidt u naar de volgende stap om toewijzingsgroepen toe te wijzen.


VMware, Inc. 10

Zie Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties voor meer informatie over het toewijzen van apps

Een nieuwe privé-applicatie implementeren via de beheerde Google Play Store

U kunt applicaties publiceren die zijn ontwikkeld door uw organisatie, of de applicaties die voor uw organisatie zijn ontwikkeld, kunnen worden gehost en gedistribueerd via de beheerde Play Store. Wanneer u een openbare app toevoegt aan een organisatiegroep wanneer Android Enterprise is ingeschakeld, wordt het iframe geladen en zijn de privé-apps beschikbaar in het linkermenu. Extra informatie, zoals een beschrijving, afbeeldingen en meer, kan na het uploaden worden toegevoegd aan de Geavanceerde opties. Van privé-apps die via het iframe worden geüpload, kunnen nooit openbare apps worden gemaakt.

Voorwaarden

n Zorg dat uw Workspace ONE-omgeving is geregistreerd bij Android Enterprise Mobility Management (EMM).

n Het APK-bestand met dezelfde applicatie-ID wordt niet gepubliceerd in de openbare Android Play Store.

Procedure


2 Selecteer Android in het vervolgkeuzemenu van het Platform. Laat de naam leeg en selecteer Volgende

Google Play wordt direct geopend vanuit de Workspace ONE UEM console.

3 Open de Privé-apps in het linkermenu.

4 Klik op het pictogram “+” om een nieuwe applicatie toe te voegen en selecteer APK uploaden.

Opmerking n Door het uploaden via de iframe wordt de applicatie in 10 minuten gepubliceerd en

worden de eenmalige kosten omzeild die in rekening worden gebracht om een Google Developer-account te maken.

n Privé-applicaties kunnen nooit meer dan één keer worden geüpload omdat Google Play ervoor zorgt dat elke applicatie een unieke pakketnaam heeft.

n Verwijderde privé-applicaties kunnen niet opnieuw worden geüpload met dezelfde pakketnaam. Verwijder de privé-applicaties alleen als u dezelfde pakketnaam nooit meer wilt gebruiken. De pakketnaam is een unieke naam om een specifieke app te identificeren.

De applicatie wordt weer gegeven in de sectie Privé-app en een melding kan tot 10 minuten duren. U kunt dit scherm nu sluiten. De applicatie wordt vermeld onder de Openbare apps.


VMware, Inc. 11

5 (Optioneel) U kunt het logo dat wordt weergegeven in het UEM console bewerken met behulp van het potloodpictogram naast de applicatie.

6 Selecteer Toewijzen en Toewijzing toevoegen.

7 Kies de organisatiegroep of de smart group waaraan u de app wilt toewijzen en klik op Toevoegen.

8 Klik in het venster Toewijzing bijwerken op Opslaan en publiceren om te bevestigen.

9 Publiceer de app-toewijzing.

Als de implementatie is ingesteld op Automatisch, wordt de applicatie automatisch op het apparaat geïnstalleerd en weergegeven in de Workspace ONE UEM console en op uw apparaat.

Privé-applicaties implementeren op de alfa- of bèta testtrack

Soms wilt u uw applicatie testen en alle technische problemen of problemen met de gebruikerservaring met minimale verstoring voor de gebruiker oplossen om later de beste versie van uw applicatie vrij te geven voor de meeste gebruikers. U kunt de alfa- of bètaversie van de applicatie testen en implementeren voordat u de productieversie vrijgeeft.

U kunt applicaties publiceren naar de alfa- of bèta testtracks in de Google Play-console en vervolgens de applicaties toewijzen aan Workspace ONE UEM smart groups.

Voorwaarden

n Zorg dat u beschikt over het APK-bestand voor de nieuwe versie die u wilt publiceren.

n Als er meerdere toestellen zijn geregistreerd op één gebruiker, maar zijn toegewezen aan verschillende tracks, gaat u naar Groepen en instellingen > Toestellen en gebruikers > Android > Android EMM-registratie > Inschrijvingsinstellingen en stelt u het Work Managed inschrijvingstype in als Op toestellen gebaseerd. De instelling zorgt dat een ander GoogleID-record wordt gegenereerd per toestel, zodat verschillende app-versies uit de Managed Play-console kunnen worden toegewezen. Houd er rekening mee dat deze instelling alleen vereist is als u verschillende tracks (alfa/bèta/prod) moet toewijzen voor verschillende toestellen die op slechts één UEM-gebruikersnaam zijn geregistreerd.

Procedure


2 Selecteer Android in het vervolgkeuzemenu van het Platform. Laat de naam leeg en selecteer Volgende.



4 Selecteer de privé-applicatie waarvoor u de alfa of bèta testtrack wilt toevoegen.

5 Klik op Geavanceerde bewerkingen onder Geavanceerde opties voor bewerken.


VMware, Inc. 12

6 U wordt doorverwezen naar de Google Play-console aanmeldingspagina. Voer in de Google Play Console de volgende stappen uit om de alfa- of bètaversie van de applicatie toe te voegen en te implementeren.

a Meld u aan bij de Google Play Console met het Google-account dat is gekoppeld aan uw tenant Workspace ONE. Ga naar uw applicatie en navigeer naar Releasemanagement > App-release. U kunt de alfa- of bètatrack selecteren, afhankelijk van uw behoefte. Bijvoorbeeld: als u de alfatrack selecteert, voegt u het APK-bestand toe aan de alfatrack en klikt u op Beheren in de alfatrack.

b Klik onder Organisaties op Bewerken.

c Selecteer de organisatie die overeenkomt met de organisatiegroep van Workspace ONE en klik op Gereed.

d Klik op Release bewerken.

e Voeg het APK-bestand toe.

Nadat u het APK-bestand hebt toegevoegd, ziet u gegevens over de versiecode en de grootte van het bestand.

f Klik op Opslaan onderaan het scherm en vervolgens op Controleren.

Bekijk eventuele waarschuwingsberichten en voer in de applicatie indien nodig de vereiste wijzigingen door.

Opmerking U mag waarschuwingsberichten over de testers gerust negeren, want die worden later via Workspace ONE gedefinieerd.

g Klik op Implementatie beginnen en vervolgens op Bevestigen.

7 Selecteer de applicatie in de Workspace ONE UEM console in Applicaties en boeken > Systeemeigen.

8 Klik op Toewijzen en Toewijzing toevoegen.

9 Selecteer de Toewijzingsgroep voor de nieuwe alfa- of bètaversie van uw applicatie.

10 Selecteer Beheerde toegang en kies Alfa of Bèta in de vervolgkeuzelijst Voorlopige versie naargelang uw implementatie.

11 Verhoog in het verificatiescherm de prioriteit van uw groep waar de Voorlopige versie is toegewezen.

Als u ervoor kiest om alfa-, bèta- en prod-versies te uploaden in de Google Play Console, kunt u de prioriteiten in de Workspace ONE UEM-console koppelen aan de tracks in de Google Play Console. Als u bijvoorbeeld de prioriteit Alfa (0) > Bèta (1) > Prod (2) in de UEM console toewijst aan de applicatie, kan het volgende workflowpatroon worden weergegeven:

a Voor elk van de toestellen waaraan de applicatie is toegewezen, wordt Workspace ONE UEM de eerste eraan toegewezen track en geeft de informatie door aan de Google Play-


VMware, Inc. 13

console. Als de prioriteit van de toewijzing bijvoorbeeld Alfa (0) > Bèta (1) > Prod (2) is en een toestel is toegewezen aan zowel alfa- als bètatracks in de UEM console, geeft de UEM console door aan de Google Play-console dat het toestel alleen is goedgekeurd voor de alfatrack.

n Wanneer een toestel is toegewezen aan een track (alfa of bèta) in de Google Play-console, wordt het ook goedgekeurd voor de productietrack.

n Toestellen die zijn toegewezen aan productie worden automatisch goedgekeurd voor productie.

n Het toestel ontvangt de hoogste versie van de tracks waarvoor het is goedgekeurd.

b Wanneer een productietrack een hogere versie dan alfa of bèta heeft, worden de lagere versies vervangen. Als een alfa- of bèta-applicatie wordt vrijgegeven voor productie, leidt dit bovendien tot app-promotie.

Opmerking Het toestel ontvangt de hoogste versie van de tracks waarvoor het is goedgekeurd.

12 Klik op Opslaan & Publiceren.

13 Klik op Publiceren om de toewijzing te bevestigen. De versie die overeenkomt met de regels in stap 11a wordt beschikbaar gesteld voor de juiste groepen.

Opmerking Als de alfa- of bètatrack wordt vervangen of gepromoveerd, krijgen de toestellen in de alfa- of bètatrack de productieversie van de applicatie.

Wat nu te doen

Nadat u de alfa- en bètaversie van uw applicatie hebt getest, kunt u deze vrijgeven voor productie in de Google Play-console.

Privéapplicaties implementeren op meerdere Workspace ONE UEM-servers

U kunt privéapplicaties maken voor uw organisatie en deze implementeren op meerdere Workspace ONE UEM-servers.

Voer de volgende stappen uit om een privéapplicatie beschikbaar te maken voor meer dan één Workspace ONE-server.

Voorwaarden

Als u privéapplicaties wilt publiceren vanuit de Google Play Console, moet u zich registreren voor een Google Play-ontwikkelaarsaccount. Het account geeft u de juiste beheerdersrechten om privéapplicaties te uploaden en te publiceren naar Managed Google Play. U gebruikt vervolgens de Workspace ONE UEM-console om deze applicaties naar gebruikers te distribueren.


VMware, Inc. 14

Procedure

1 Navigeer in uw Workspace ONE UEM console server#1 naar Applicaties en boeken > Openbaar > Applicatie toevoegen.

2 Selecteer Android in het vervolgkeuzemenu van het Platform. Laat de naam leeg en selecteer Volgende.



4 Selecteer de privéapplicatie waarvoor u meerdere Workspace ONE UEM-servers wilt toevoegen.

5 Klik op Geavanceerde bewerkingen onder Geavanceerde opties voor bewerken.

a Meld u aan bij de Google Play Console.

b Ga naar Prijzen en distributie > Gebruikersprogramma's > Managed Google Play.

c Klik op Organisaties kiezen.

d Voer de organisatie-ID in voor elke organisatie waarin u de applicatie wilt publiceren.

e Voer de volgende stappen uit om de organisatie-ID van uw Workspace ONE-server op te halen:

1 Meld u aan bij de Managed Google Play Store met behulp van het Google-account dat is gekoppeld aan de Workspace ONE UEM-server#2 (EMM-registratie-instantie voor Android) waarvoor u de privéapplicatie beschikbaar wilt maken.

2 Klik op Beheerdersinstellingen.

3 Kopieer de organisatie-ID uit het vak Informatie over de organisatie.

a Plak de organisatie-ID, voeg een omschrijving (of naam) toe en klik op Toevoegen.

b Klik op Gereed.

Wat nu te doen

Wanneer u klaar bent om uw applicatie te publiceren, kunt u een productierelease of een alfa- of bètatrack creëren en implementeren. Na de publicatie van uw applicatie kunt u releases maken of een gefaseerde implementatie instellen.

Webapplicaties implementeren via de beheerde Google Play Store

Webapplicaties zijn snelkoppelingen op Android-apparaten die de gebruikers kunnen openen om naar de vooraf gedefinieerde URL's te navigeren. Webapplicaties kunnen op Android-apparaten op dezelfde manier worden beheerd als openbare applicaties. Hiervoor moeten beheerders de titel, URL, weergavemodus en het pictogram instellen. De beheerde Google Play Store wordt geladen in een iframe dat een Web-App-object maakt dat door de Workspace ONE UEM, Google Play en het Android-besturingssysteem wordt behandeld als een openbare toepassing.


VMware, Inc. 15

https://play.google.com/work

Procedure



3 Selecteer Zoeken in App Store om de applicatie in de App Store te zoeken. Laat de naam leeg en selecteer Volgende. Google Play wordt direct geopend vanuit de Workspace ONE UEM console.

4 Open de Webapps in het linkermenu.

5 Maak een Webapp.

a Voer de titel en de URL in.

b Selecteer de weergavemodus.

c Upload het pictogram.

d Klik op Maken.

e Klik op Opslaan om de webapp op te slaan en selecteer daarna de pijl Terug linksboven op het scherm.

6 Selecteer de Webapp.

7 Kies de optie Selecteren onder aan het scherm.

8 Selecteer Opslaan en toewijzen om de opties voor flexibele implementatie te configureren voor de webapp.

Opmerking Als u de webapplicatie publiceert, wordt de applicatie gemaakt. Publicatie naar gebruikers vindt echter pas plaats nadat u de applicatie in de Workspace ONE UEM console hebt toegewezen.

Uw applicaties organiseren in de beheerde Play Store

Workspace ONE UEM beheerders kunnen de toegang tot aanbevolen apps vereenvoudigen door applicaties toe te voegen aan verzamelingen die als rijen in de beheerde Play Store worden weergegeven. Nadat deze functie is ingeschakeld, is er altijd minimaal één verzameling vereist. Apps die niet zijn toegewezen aan een verzameling, kunnen alleen in de beheerde Play Store worden gevonden met behulp van de zoekfunctie.

Voorwaarden

Nadat een omgeving is begonnen met het gebruik van verzamelingen, kan de beheerde Google Play Store niet worden teruggedraaid naar een eerdere status. Omdat de wijziging in verzamelingen niet kan worden teruggedraaid, wordt klanten sterk aangeraden de functie in een sandbox-omgeving te testen om er zeker van te zijn dat deze overeenkomt met de gewenste ervaring en functionaliteit van de eindgebruiker voordat deze wordt geïmplementeerd in een productieomgeving.


VMware, Inc. 16

Procedure



3 Selecteer Zoeken in App Store om de applicatie in de App Store te zoeken. Laat de naam leeg en selecteer Volgende. Google Play wordt direct geopend vanuit de Workspace ONE UEM console.

4 Kies Apps organiseren in het linkermenu.

5 Maak verzamelingen en voeg apps toe aan uw verzameling om de indeling voor de Play Store in te stellen.

Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties

Het toevoegen van toewijzingen en uitsluitingen biedt u een flexibel implementatieproces waarmee u meerdere implementatiescenario's voor één applicatie kunt plannen. Nadat u de applicatie in de Google Play Store hebt goedgekeurd, wordt u omgeleid naar de Workspace ONE UEM console om de applicaties toe te wijzen aan smart groups op het tabblad toewijzing. U kunt een of meer toewijzingen toevoegen om de implementatie van applicaties te beheren. U kunt de belangrijkste toewijzingen hoger in de lijst plaatsen en de minder belangrijkere lager. Ook kunt u groepen uitsluiten voor het ontvangen van de toewijzing.

Procedure

1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Intern of Publiek.

2 Upload een applicatie en selecteer Opslaan en toewijzen, of selecteer de applicatie en selecteer Toewijzen in het actiemenu.


VMware, Inc. 17

3 Klik op het tabblad Toewijzingen, selecteer Toewijzing toevoegen en vul de volgende opties in.

a Voer op het tabblad Distributie de volgende informatie in:


Naam Voer de naam van de toewijzing in.

Beschrijving Voer de beschrijving van de toewijzing in.

Toewijzingsgroepen Voer de naam van een smart group in om de groepen met toestellen te selecteren die de toewijzing moeten ontvangen.

Implementatie begint op Implementatie begint op is alleen beschikbaar voor interne applicaties. Stel een dag van de maand en een tijd van de dag in waarop de implementatie moet worden gestart.

Voor een geslaagde implementatie is het belangrijk de verkeerspatronen van uw netwerk in overweging te nemen voordat u een begindatum met bandbreedte instelt.

Methode van applicatieaanlevering

n On Demand – Implementeert inhoud in een catalogus of andere implementatieagent en geeft de gebruiker de mogelijkheid te bepalen of en wanneer de inhoud geïnstalleerd moet worden.

Deze optie is de beste keuze voor inhoud die minder belangrijk is voor de organisatie. Het mogelijk maken dat gebruikers de inhoud kunnen downloaden wanneer zij dat willen, helpt bandbreedte te besparen en onnodig verkeer te beperken.

n Automatisch – Implementeert inhoud in een catalogus of andere implementatiehub op een toestel bij de inschrijving. Wanneer het toestel is ingeschreven, worden gebruikers onmiddellijk gevraagd om de inhoud op het toestel te installeren.

Deze optie is de beste keuze voor inhoud die belangrijk is voor uw organisatie en uw mobiele gebruikers.

b Voer op het tabblad Beperkingen de volgende informatie in:


Beheerde toegang Schakel adaptief beheer in om Workspace ONE UEM het toestel te laten beheren zodat het toestel toegang krijgt tot de applicatie.

Deze functie wordt beheerd met Workspace ONE en wordt niet ondersteund door de AirWatch-catalogus.

c Voer op het tabblad Tunnel de volgende informatie in:


Android Legacy Selecteer het Applicatie-VPN-profiel dat u voor de applicatie wilt gebruiken en configureer een VPN op het niveau van de applicatie.

d Selecteer op het tabblad Applicatieconfiguratie de optie Toevoegen en voer de velden

Configuratiesleutel, Waardetype en Configuratiewaarde in.


VMware, Inc. 18

4 Klik op Maken.

5 Selecteer Toewijzing toevoegen om nieuwe app-toewijzingen voor uw applicatie toe te voegen.

6 Configureer instellingen voor flexibele implementatie van de applicatie door de schema's en prioriteit voor de implementaties te bewerken. De opties die in dit venster worden weergegeven, zijn platformspecifiek.


Kopiëren Als u de toewijzingsconfiguraties wilt dupliceren, klikt u in de verticale ellips op Kopiëren.

Verwijderen Als u de geselecteerde toewijzing uit de applicatie-implementatie wilt verwijderen, klikt u in de verticale ellips op Verwijderen.

Prioriteit U kunt de prioriteit van de toewijzing die u hebt geconfigureerd, wijzigen in het vervolgkeuzemenu wanneer u de geselecteerde toewijzing in de lijst met toewijzingen plaatst. Prioriteit 0 is de belangrijkste toewijzing en heeft voorrang op alle andere implementaties. Uw toestellen ontvangen alle beperkingen, beleidsregels voor distributie en de app-configuratie van de toewijzingsgroep die de hoogste prioriteit heeft.

Als een toestel tot meer dan één smart group behoort en u deze smart groups aan een applicatie met meerdere flexibele implementaties toewijst, dan ontvangt het toestel de flexibele implementatie met de hoogste prioriteit. Bedenk tijdens het toewijzen van smart groups aan flexibele implementaties dat een enkel toestel in meer dan één smart group kan zitten. Daarnaast kan één toestel meer dan één flexibele implementatie toegewezen krijgen voor dezelfde applicatie.

Bijvoorbeeld, als Toestel 01 behoort tot de smart group Personeelszaken en de smart group Training. U configureert en wijst twee flexibele implementaties toe voor applicatie X, die beide smart groups bevatten. Toestel 01 heeft nu twee toewijzingen voor applicatie X.

n Prioriteit 0 = smart groep HR, te implementeren over 10 dagen met on demand

n Prioriteit 1 = smart groep Training, nu te implementeren met Automatisch

Toestel 01 ontvangt de toewijzing met prioriteit 0 en krijgt de applicatie over 10 dagen vanwege de prioriteitsbeoordeling van de toewijzingen. Toestel 01 ontvangt de toewijzing met prioriteit 1 niet.

Toewijzingsnaam Bekijk de naam van de toewijzing.

Omschrijving Bekijk de omschrijving van de toewijzing.

Smart groups Bekijk de toegewezen smart group.


Bekijk hoe de applicatie naar toestellen wordt verstuurd. Automatisch stuurt direct naar de AirWatch-catalogus zonder tussenkomst van de gebruiker. On Demand stuurt naar toestellen wanneer de gebruiker een installatie vanuit een catalogus initieert.

Door EMM beheerde toegang

Bekijk of adaptief beheer is ingeschakeld voor de applicatie.

7 Selecteer het tabblad Uitsluitingen en voer smart groups, organisatiegroepen en gebruikersgroepen in die u wilt uitsluiten van het ontvangen van deze applicatie.

n Het systeem past uitsluitingen van applicatietoewijzingen toe op het applicatieniveau.


VMware, Inc. 19

n Houd rekening met de hiërarchie van de organisatiegroep (OG) wanneer u uitsluitingen toevoegt. Uitsluitingen in een bovenliggende organisatiegroep zijn niet van toepassing op de toestellen in de onderliggende organisatiegroep. Uitsluitingen in een onderliggende organisatiegroep zijn niet van toepassing op de toestellen in de bovenliggende organisatiegroep. Voeg uitsluitingen toe aan de gewenste organisatiegroep.

8 Klik op Opslaan en publiceren.

Toewijzingen en uitsluitingen toevoegen aan Android-applicaties

Het toevoegen van toewijzingen en uitsluitingen biedt u een flexibel implementatieproces waarmee u meerdere implementatiescenario's voor één applicatie kunt plannen. Nadat u de applicatie in de Google Play Store hebt goedgekeurd, wordt u omgeleid naar de Workspace ONE UEM console om de applicaties toe te wijzen aan smart groups op het tabblad toewijzing. U kunt een of meer toewijzingen toevoegen om de implementatie van applicaties te beheren. U kunt de belangrijkste toewijzingen hoger in de lijst plaatsen en de minder belangrijkere lager. Ook kunt u groepen uitsluiten voor het ontvangen van de toewijzing.

Procedure

1 Navigeer naar Applicaties en boeken > Applicaties > Systeemeigen > Intern of Publiek.

2 Upload een applicatie en selecteer Opslaan en toewijzen, of selecteer de applicatie en selecteer Toewijzen in het actiemenu.


VMware, Inc. 20

3 Klik op het tabblad Toewijzingen, selecteer Toewijzing toevoegen en vul de volgende opties in.

a Voer op het tabblad Distributie de volgende informatie in:


Naam Voer de naam van de toewijzing in.

Beschrijving Voer de beschrijving van de toewijzing in.

Toewijzingsgroepen Voer de naam van een smart group in om de groepen met toestellen te selecteren die de toewijzing moeten ontvangen.

Implementatie begint op Implementatie begint op is alleen beschikbaar voor interne applicaties. Stel een dag van de maand en een tijd van de dag in waarop de implementatie moet worden gestart.

Voor een geslaagde implementatie is het belangrijk de verkeerspatronen van uw netwerk in overweging te nemen voordat u een begindatum met bandbreedte instelt.


n On Demand – Implementeert inhoud in een catalogus of andere implementatieagent en geeft de gebruiker de mogelijkheid te bepalen of en wanneer de inhoud geïnstalleerd moet worden.

Deze optie is de beste keuze voor inhoud die minder belangrijk is voor de organisatie. Het mogelijk maken dat gebruikers de inhoud kunnen downloaden wanneer zij dat willen, helpt bandbreedte te besparen en onnodig verkeer te beperken.

n Automatisch – Implementeert inhoud in een catalogus of andere implementatiehub op een toestel bij de inschrijving. Wanneer het toestel is ingeschreven, worden gebruikers onmiddellijk gevraagd om de inhoud op het toestel te installeren.

Deze optie is de beste keuze voor inhoud die belangrijk is voor uw organisatie en uw mobiele gebruikers.

b Voer op het tabblad Beperkingen de volgende informatie in:


Beheerde toegang Schakel adaptief beheer in om Workspace ONE UEM het toestel te laten beheren zodat het toestel toegang krijgt tot de applicatie.

Deze functie wordt beheerd met Workspace ONE en wordt niet ondersteund door de AirWatch-catalogus.

c Voer op het tabblad Tunnel de volgende informatie in:


Android Legacy Selecteer het Applicatie-VPN-profiel dat u voor de applicatie wilt gebruiken en configureer een VPN op het niveau van de applicatie.

d Selecteer op het tabblad Applicatieconfiguratie de optie Toevoegen en voer de velden

Configuratiesleutel, Waardetype en Configuratiewaarde in.


VMware, Inc. 21

4 Klik op Maken.

5 Selecteer Toewijzing toevoegen om nieuwe app-toewijzingen voor uw applicatie toe te voegen.

6 Configureer instellingen voor flexibele implementatie van de applicatie door de schema's en prioriteit voor de implementaties te bewerken. De opties die in dit venster worden weergegeven, zijn platformspecifiek.


Kopiëren Als u de toewijzingsconfiguraties wilt dupliceren, klikt u in de verticale ellips op Kopiëren.

Verwijderen Als u de geselecteerde toewijzing uit de applicatie-implementatie wilt verwijderen, klikt u in de verticale ellips op Verwijderen.

Prioriteit U kunt de prioriteit van de toewijzing die u hebt geconfigureerd, wijzigen in het vervolgkeuzemenu wanneer u de geselecteerde toewijzing in de lijst met toewijzingen plaatst. Prioriteit 0 is de belangrijkste toewijzing en heeft voorrang op alle andere implementaties. Uw toestellen ontvangen alle beperkingen, beleidsregels voor distributie en de app-configuratie van de toewijzingsgroep die de hoogste prioriteit heeft.

Als een toestel tot meer dan één smart group behoort en u deze smart groups aan een applicatie met meerdere flexibele implementaties toewijst, dan ontvangt het toestel de flexibele implementatie met de hoogste prioriteit. Bedenk tijdens het toewijzen van smart groups aan flexibele implementaties dat een enkel toestel in meer dan één smart group kan zitten. Daarnaast kan één toestel meer dan één flexibele implementatie toegewezen krijgen voor dezelfde applicatie.

Bijvoorbeeld, als Toestel 01 behoort tot de smart group Personeelszaken en de smart group Training. U configureert en wijst twee flexibele implementaties toe voor applicatie X, die beide smart groups bevatten. Toestel 01 heeft nu twee toewijzingen voor applicatie X.

n Prioriteit 0 = smart groep HR, te implementeren over 10 dagen met on demand

n Prioriteit 1 = smart groep Training, nu te implementeren met Automatisch

Toestel 01 ontvangt de toewijzing met prioriteit 0 en krijgt de applicatie over 10 dagen vanwege de prioriteitsbeoordeling van de toewijzingen. Toestel 01 ontvangt de toewijzing met prioriteit 1 niet.

Toewijzingsnaam Bekijk de naam van de toewijzing.

Omschrijving Bekijk de omschrijving van de toewijzing.

Smart groups Bekijk de toegewezen smart group.


Bekijk hoe de applicatie naar toestellen wordt verstuurd. Automatisch stuurt direct naar de AirWatch-catalogus zonder tussenkomst van de gebruiker. On Demand stuurt naar toestellen wanneer de gebruiker een installatie vanuit een catalogus initieert.

Door EMM beheerde toegang

Bekijk of adaptief beheer is ingeschakeld voor de applicatie.

7 Selecteer het tabblad Uitsluitingen en voer smart groups, organisatiegroepen en gebruikersgroepen in die u wilt uitsluiten van het ontvangen van deze applicatie.

n Het systeem past uitsluitingen van applicatietoewijzingen toe op het applicatieniveau.


VMware, Inc. 22

n Houd rekening met de hiërarchie van de organisatiegroep (OG) wanneer u uitsluitingen toevoegt. Uitsluitingen in een bovenliggende organisatiegroep zijn niet van toepassing op de toestellen in de onderliggende organisatiegroep. Uitsluitingen in een onderliggende organisatiegroep zijn niet van toepassing op de toestellen in de bovenliggende organisatiegroep. Voeg uitsluitingen toe aan de gewenste organisatiegroep.

8 Klik op Opslaan en publiceren.

Google Play for Work inschakelen in de Workspace ONE UEM-console

U moet Google Play for Work inschakelen om Android-applicaties weer te geven in de Work Play Store op toegewezen apparaten als u Android hebt geconfigureerd vóór AirWatch v9.2. Als u de Workspace ONE UEM console 9.3 + implementeert, wordt deze optie niet weergegeven.

Procedure

1 Navigeer naar Groepen en instellingen > Alle instellingen > Toestellen en gebruikers > Android > Android EMM-registratie.

2 Selecteer Play Store inschakelen. Als deze optie eenmaal is ingeschakeld, verdwijnt de optie van de pagina Instellingen.

Samsung Native Email configureren in de Workspace ONE UEM console

Samsung Native Email stelt gebruikers in staat meerdere persoonlijke en zakelijke e-mailaccounts naadloos te beheren. E-mail van Samsung Native Echange Email is configureerbaar in Android volledig beheerd, Werkprofiel en Volledig beheerd apparaat met een werkprofiel (voorheen COPE), inschrijvingsmodi die gebruikmaken van Applicatieconfiguraties. U kunt Samsung Native Email configureren met of zonder certificaatverificatie.

Voer de volgende stappen uit om de Samsung Native Email-instellingen te configureren op de UEM console.

Voorwaarden

n Als u gebruikmaakt van Verificatie op basis van certificaten, moet u ervoor zorgen dat u een Inloggegevensprofiel maakt voordat u de configuratie van de app uitvoert. Zie Inloggegevens implementeren voor meer informatie.

n Het certificaat/de certificaten moeten op het apparaat worden gemaakt en geïnstalleerd, ofwel via een Inloggegevensprofiel of via het handmatig installeren van certificaten, voordat de configuratie van de app wordt voltooid.


VMware, Inc. 23

n U moet de alias van het certificaat/de certificaten kennen of een opzoekvariabele voor de alias gebruiken.

Opmerking Om te voorkomen dat de e-mailconfiguratie mislukt:

n Gebruik in de sjabloon van de certificaataanvraag een Opzoekwaarde om de onderwerpnaam van het certificaat te bepalen. Deze wordt gebruikt voor de alias.

n Selecteer in de app-configuratie voor Samsung Email dezelfde opzoekwaarde als hierboven voor de vereiste certificaatinstellingen.

Procedure

1 Navigeer naar Apps en boeken > Publiek > Applicatie toevoegen.


3 Selecteer Zoeken in App Store in het veld Bron.

De Google Play Store wordt direct geopend vanuit de Workspace ONE UEM Console.

4 Selecteer de Samsung Email-app en klik vervolgens op goedkeuren.

5 Selecteer Opslaan en toewijzen om door te gaan en selecteer Toewijzing toevoegen.

6 Blader omlaag naar de Configuratie van de applicatie en selecteer Ingeschakeld om de instellingen voor Exchange of E-mail te configureren.

7 Gebruik opzoekwaarden om dynamische opties te configureren, zoals de gebruikersnaam, het e-mailadres of zelfs de certificaataliassen.

OEMConfig op Android Enterprise-toestellen

OEMConfig is een standaardoplossing voor Android Original Equipment Manufacturers (OEM's) om beheerders extra beheermogelijkheden te bieden, naast de mogelijkheden van Android Enterprise zelf. OEMConfig is een applicatie die door de OEM is gebouwd en onderhouden, en wordt gehost op Google Play. De applicatie maakt gebruik van AppConfig-standaarden door de beheerder in staat te stellen elke gewenste instelling die de OEM biedt, dynamisch te configureren in een gegevensgestuurde gebruikersinterface. De instellingen zijn gegevensgestuurd en applicatiegebaseerd. Daardoor zijn console-upgrades niet nodig voor toegang tot de nieuwste instellingen van de OEM.

Gebruik OEMConfig-applicaties om OEM-specifieke instellingen voor Android Enterprise-toestellen toe te voegen, te maken en aan te passen. De applicatie wordt via UEM gepubliceerd op toestellen en op de achtergrond geïnstalleerd met Android Enterprise Managed Google Play. Aangepaste instellingen worden tijdens of na de installatie aan de applicatie geleverd en de applicatie roept de bijbehorende systeemeigen API's op het toestel aan. Verschillende OEM's kunnen verschillende instellingen hebben en deze instellingen kunnen variëren afhankelijk van de beheermodus (Work beheerd, Werkprofiel of COPE). De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van wat de OEM in de OEMConfig-app heeft opgenomen. Neem contact op met uw OEM-leverancier voor meer informatie over ondersteuning van OEMConfig.


VMware, Inc. 24

OEM-instellingen configureren in de Workspace ONE UEM console

OEMConfig wordt gewoonlijk gebruikt om instellingen te configureren die niet in Workspace ONE UEM zijn ingebouwd. Verschillende Original Equipment Manufacturers (OEM's) hanteren verschillende instellingen. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van wat een OEM in zijn OEMConfig-applicatie heeft opgenomen.

Voer de volgende stappen uit om de OEM-instellingen voor een OEMConfig-applicatie in de Workspace ONE UEM console te configureren.

Voorwaarden

Voordat u OEMConfig op uw toestellen configureert, moet u rekening houden met de volgende kanttekeningen:

n OEMConfig heeft een gegevensgestuurde gebruikersinterface die tekstvakken gebruikt en opzoekwaarden voor de gebruiker of toestelspecifieke configuraties ondersteunt.

n Als een van de OEM-instellingen leeg blijft of niet geselecteerd is, wordt het sleutel-waardepaar niet door Workspace ONE UEM naar het toestel verzonden en wordt het uitgesloten van de configuratie.

n Met de knop Wissen wist u alle waarden van de huidige configuratie, inclusief de standaardwaarden.

n Gebruik de knop Wissen om een subset van configuraties in te stellen.

n Gebruik de knop Wissen op elke configuratiepagina om de configuratie-instellingen te wissen.

n Een OEMConfig-applicatie wordt ontwikkeld door de OEM en geüpload naar Google Play. Neem contact op met de OEM voor meer informatie als de OEMConfig-applicatie niet op Google Play staat.

Procedure

1 Download de OEMConfig-applicatie van de Managed Google Play Store.

a Navigeer naar Apps en boeken > Openbaar > Applicatie toevoegen.

b Selecteer Android in het vervolgkeuzemenu van het Platform.

2 Voer de verkregen informatie in de volgende tekstvakken van het pop-upvenster in:


Beheerd door Selecteer de organisatiegroep die u hebt ingesteld om applicaties te beheren. Alleen IT-beheerders die tot die groep behoren, kunnen de configuraties van de OEMConfig-applicatie bewerken.

Platform Android

Bron Zoeken in App Store

Naam OEMConfig-applicatie. Voer bijvoorbeeld Knox Service Plugin in als u de OEM-instellingen voor de Knox Service-plug-in wilt configureren.


VMware, Inc. 25

3 Klik op Goedkeuren om de OEMConfig-applicatie toe te voegen als goedgekeurde applicatie.

4 Bewerk de Applicatieconfiguraties om beleidsregels in of uit te schakelen. Selecteer op het tabblad Toewijzingen de optie Toewijzing toevoegen.

a Klik op de pagina met de gedetailleerde weergave op Toewijzen.

b Selecteer uw OEMConfig-applicatie en klik op Bewerken.

c Bewerk de Applicatieconfiguratie om de OEM-instellingen voor de OEMconfig-applicatie te configureren.

5 Configureer in het applicatieconfiguratiescherm de OEM-instellingen en wijzig de beleidsregels voor uw implementatie.

6 Klik in het pop-upvenster Toewijzing bijwerken op Opslaan en publiceren.

7 Klik in het pop-upvenster Voorbeeld toegewezen toestellen op Publiceren.

Feedback ophalen van OEM-configuratieapplicaties

Google biedt een kanaal waarmee applicaties om verschillende redenen configuratiefeedback naar de UEM console kunnen sturen. Het meest voorkomende scenario voor het verzenden van feedback over beheerde configuraties is echter snelle foutdetectie. De feedback kan IT-beheerders waarschuwen voor fouten en ze helpen actie te ondernemen om een probleem op te lossen. Met Workspace ONE UEM kunt u de gestuurde feedback inzien op alle apparaten en ondersteunde applicaties.

Voer de volgende stappen uit om de feedback die via alle apparaten en ondersteunde toepassingen is gemeld, weer te geven en feedback bijwerken af te dwingen voor een specifiek apparaat om de nieuwste update te verkrijgen.

Voorwaarden

n Workspace ONE Intelligence verwerkt het ophalen en opslaan van de feedbackinformatie. Om de applicatiefeedback in de Workspace ONE UEM console weer te geven moet u Workspace ONE IntelligenceToegang krijgenWorkspace ONE Intelligence selecteren, navigeren naar Hub > Informatie en Opt-in en Start selecteren nadat u de Workspace ONE Intelligence Connector-service hebt geïnstalleerd. Workspace ONE Intelligence vraagt de feedback direct van Google via de API-aanroepen.

n De Workspace ONE Intelligence-feedbackservice kan alleen worden ingeschakeld voor klantniveau OG’s.


VMware, Inc. 26

Procedure

1 U kunt de feedback gemeld via alle apparaten en ondersteunde applicaties op twee manieren weergeven:

a U kunt navigeren naar Apps en boeken > Applicaties > Ssysteemeigen > Openbaar en klikken op de OEM-configuratieapplicatie. Selecteer in het Detailoverzicht Apparaten en selecteer onder Toegewezen configuratie Feedback weergeven.

b U kunt naar Apparaten > Detailoverzicht > Apps gaan en Feedback weergeven selecteren.

U kunt de feedback inzien die is voor de applicatie is gemeld om fouten snel te detecteren.

2 In het scherm Feedback kunt u de volgende acties uitvoeren:

a Klik op Opnieuw laden om de meest recente gegevens van Workspace ONE Intelligence te vernieuwen.

b Klik op Configuratie bewerken om snel naar het configuratiescherm van het apparaat te gaan om configuratiefouten te wijzigen en te verhelpen.

Wat nu te doen

U kunt ook feedback bijwerken afdwingen voor een bepaald apparaat. Ga daarvoor naar Apparaten > Detailoverzicht > Apps en selecteer Feedback aanvragen. Het apparaat wordt gedwongen om de meest recente feedback naar Google te verzenden. Workspace ONE Intelligence verzamelt de feedback kort na deze opdracht en zorgt dat de beheerder zo snel mogelijk de bijgewerkte feedback ontvangt.


VMware, Inc. 27

Android Applicatiebeheer voor · Applicatiebeheer voor Android 4 Applicatietypen en ondersteunde...

Documents

Transcript of Android Applicatiebeheer voor · Applicatiebeheer voor Android 4 Applicatietypen en ondersteunde...