Polit(ic)ologie: Inleiding in de politieke wetenschap(pen) Titularis: Ilke Adam.

Post on 05-Aug-2015

216 views 0 download

Tags:

Transcript of Polit(ic)ologie: Inleiding in de politieke wetenschap(pen) Titularis: Ilke Adam.

Polit(ic)ologie: Inleiding in de politieke wetenschap(pen)

Titularis: Ilke Adam

Ilke Adam

Kantoor : Vrije Universiteit BrusselInstitute for European Studies Pleinlaan 15 (post: Pleinlaan 2)1050 Brussel

Tel : 02 650.15.73Secretariaat: 02 650 12 22 Email: ilke.adam@vub.ac.be

• 1. De lessen :

Van 29 september t.e.m. 22 december:

-elke woensdag van 14u. tot 16 u.; lokaal • 2. Vraag en antwoord : tijdens en na de les (Kleine groep, aarzel niet me te

onderbreken met vragen)• 3. Extra verplichte lectuur: één boek (mag meegenomen worden naar het

examen), titel wordt meegedeeld, waarschijnlijk: Deschouwer K., Delwit P., Hooghe M. & Walgrave S. (2010), De stemmen van het volk. Een analyse van stemgedrag in Vlaanderen en Wallonië op 7 juni 2009, Brussel: VUBPress.

Cursus materiaal

Verplicht: 1. Handboek: Kris Deschouwer en Marc Hooghe (2008).

Politiek. Een inleiding in de politieke wetenschappen (2e druk), Boom onderwijs (zie PUB, bestellijst).

2. Slides http://www.sciencespo.site.ulb.ac.be/fr/aviscours.html (Adam)

3. Nota’s!

4. Extra verplichte literatuur: 1 boek (Stemmen van het volk?) 5/20 examen

Facultatief studiemateraal

• Devos, Carl (2006), De kleermakers en de keizer. Inleiding tot politiek en politieke wetenschappen. Gent: Academia Press

• Dierickx, Guido (2005), De logica van de politiek. Antwerpen: Garant.

• Delwit P. (2009), Introduction à la science politique. Bruxelles: PUB

• Tromp, Bart (2007), De Wetenschap der politiek. Verkenningen, Amsterdam: Amsterdam University Press.

• Hermet, Badie, Birnbaum, Braud, Dictionnaire de la science politique et des institutions politiques

• Sterk aanbevolen: De Morgen, De Standaard

Examen

• Examen: schriftelijk, vragen omtrent de cursus (15/20), 1 omtrent het boek (stemmen van het volk): dit boek mag meegebracht worden en gebruikt worden op het examen (NIET de cursus!)

• Vertalende woordenboeken (niet verklarende) zijn toegelaten (Nl-Fr/Fr-Nl/…)

1.1Wat is politiek?

?

Geen eenduidige definitie, steeds betwist begrip!

• Niet gespecialiseerde woordenboeken: : ‘de kunst en de praktijk van het besturen’ ‘staatkunde’

• Handboek Deschouwer en Hooghe : ‘alles wat te maken heeft met het besturen van de samenleving’; in een samenleving zijn onvermijdelijk conflicten , dus nood aan afspraken en regels; hoe groter de groep hoe meer nood aan afspraken

• Het perspectief van de politisering: niets is in se politiek maar alles kan het worden (definitie)

• Oorsprong: Griekse woord ‘politika’: ‘de zaken die met de polis te maken hebben’; ‘polis’ was de stedelijke samenleving bij de Grieken

• In het Frans, verschil tussen ‘le’ en ‘la’ politique- LE politique = verwijst naar de conflicten die geregeld worden door een macht (bvb. de staat) die over het monopolie van het legitieme geweld beschikt- LA politique = de strijd tussen actoren om het veroveren en het behouden van de macht

• In het Engels differentiëren we ‘politics’, ‘policy’ et ‘polity

-politics = zie definities politiek

-policy =overheidsbeleid

-polity : verwijst naar het politiek systeem, naar de organisatie van een samenleving

• Belangrijke politieke wetenschappers verwijzen elk naar een verschillend aspect van wat ‘politiek’ is: géén éénduidige definitie:

• Harold Lasswell: verdelingsstrijd van beperkte goederen, ‘who gets what, when and how?’

• Carl Friedrich: politiek gaat over verdeling van schaarse goederen en rechtvaardigheid

• Robert Dahl: uitoefenen van macht

• Talcott Parsons: de organisatie en de mobilisatie van bronnen voor het bereiken van een doel voor een gemeenschap

• Maurice Duverger: de strijd om de macht en het creëren van een rechtvaardige samenleving

• Elmer Schattschneider (1960, The Semi-Sovereign People) en Carl Schmidtt: “het cruciale element in politiek is het beheren van conflicten”

“Essentially contested concept” (Gallie, 1955)

• Wat is politieke wetenschap/politicologie?

1.2 Politieke wetenschap

• Politieke wetenschap vertelt over politiek, anderen ook: journalisten, kunstenaars (schrijvers, filmmakers, schilders, …)

• Politieke wetenschap gebruikt daarbij EIGEN REGELS en heeft EIGEN DOEL

• DOEL van de politieke wet.: begrijpen, verklaren, analyseren (zoals andere wetenschappen)

Regels van de politieke wetenschap

• Intellectuele distantie:– Zeggen hoe het moet of niet en wat goed is of wat slecht is niet de

eerste taak v.e. pol.

=Principe van de axiologische neutraliteit (M. Weber)• Hoe deze intellectuele distantie nastreven? door respect voor regels

van wetenschappelijke methode: veel en systematisch gegevens verzamelen, zorgvuldige en bewuste keuze van onderzoekstechhnieken

• Transparantie: openheid over gebruikte gegevens(itt journalist), waarom men voor deze gegevens koos, hoe je ze hebt geanalyseerd en welke conclusie, collega moet het onderzoek kunnen overdoen

• Politicologie bestaat uit het nauwkeurig analyseren van feiten en processen, met het doel om meer algemeen geldende uitspraken te kunnen doen, niet uit het ventileren van politieke meningen.

Instrumenten van de politieke wetenschap

• Concepten: een eigen taal

• Modellen

• Theorieën

Concepten

• Eigen taal, niet noodzakelijk deze die in de samenleving zelf wordt gebruikt (biologie, geneeskunde, …)

• Concept = een begrip, een categorie, een verschijnsel dat benoemd wordt met de bedoeling het precies te kunnen afbakenen. Het wordt dus steeds gedefinieerd. Een concept helpt om classificaties te maken.

• Vbn van concepten: polyarchie, macht, staat, politieke partij, gender

• De definities helpen ons om vragen te stellen, variaties in kaart te brengen, historische evoluties te duiden

Model

• Model= voorstelling van de realiteit, die de complexiteit ervan reduceert om ze inzichtelijker te maken, en dus geen reproductie van de realititeit

• Een model wil niet alleen de dingen benoemen en bespreekbaar maken (zoals een concept) maar geeft ook relaties aan, vertelt hoe een aantal dingen in elkaar zit

Voorbeelden model

• Het model van de politieke kringloop (David Easton, 1965) ( p 33)

• Het beleidscyclus model (p 188)

Theorieën

• Een theorie is concreter dan een concept of een model. Een theorie geeft aan hoe politieke verschijnselen met elkaar in verband staan en houdt steeds een hypothese in.

• Vbn: • Waarom stemmen mensen op een bepaalde partij?• Hoe verlopen democratische transities?• Hoe verlopen radicale beleidsveranderingen?• Hoe leiden conflicten tot oorlog?

• Theorieën zijn het resultaat van waarnemingen en onderzoek. De hypothese waar de theorie van uitgaat wordt nagegaan. Klopt ze (nog steeds)?

• Vbn: hypothese verklaring stemgedrag, klopt ze (nog steeds), eventueel aanpassen, vb beleidverandering (radicale regeringswissel)

Belang van wetenschappelijke tijdschriften en colloquia

• Politicoloog probeert om op basis van een zo objectief mogelijke analyse te komen tot meer algemeen geldende uitspraken over de werkelijkheid

• In wetenschappelijke tijdschriften proberen collega’s deze uitspraken te toetsen, te weerleggen of toe te passen op andere onderzoeksthema’s

• Colloquia zijn een eerste aanzet om deze uitspraken te confronteren aan de kennis van collega’s

Wetenschappelijk onderzoek

• Systematisch, gecontroleerd, empirisch en kritisch onderzoek van hypotheses over de veronderstelde relatie tussen verscheidene fenomenen

• Daarbij stricte regels voor de meest mogelijke objectieve observatie nalevend

• De verkregen objectieve en veralgemenende kennis is controleerbaar

Wanneer is een onderwerp het vw van de politicologie?

• Het perspectief van de “politisering”: is voorwerp van de politicologie, elk fenomeen dat gepolitiseerd is; is gepolitiseerd, elk thema dat door diegenen die over politieke macht beschikken wordt beschouwd als een vraag die moet behandeld worden door een politieke macht

Polit(ic)ologie: inleiding in de politieke wetenschappen

1. Politiek en politieke wetenschappen

2. Staat en macht

3. Ideologieën (breuklijnen, later)

4. Politieke systemen en regimes

5. Politieke participatie en sociale bewegingen

6. Politieke partijen en partijsystemen

7. Kiesssytemen en (de studie van het) stemgedrag

8. Bestuur en beleid

9. (Parlement, regering, administratie en justitie)