VPPK — Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦  · Web viewHet gaat om vreemdelingen...

57
Hoofdstuk 1: Tekst 1: Super diversity and its implication Vaak wordt over London gesproken met de term ‘The world in one city’, dit door de 179 verschillende nationaliteiten die Londen kent. Diversiteit wordt gezien als etniciteit of land van oorsprong, maar dat is slechts een ééndimensionele beschrijving van de hedendaagse diversiteit. De nieuwe term die men hanteert is: diversification. Diversification omvat meer dan alleen etniciteit en land van oorsprong. Het bestaat ook uit respect voor mensen, voor hoe ze leven, met wie ze leven, voor wat ze doen, Diversiteit omvat veel meer variabelen, zoals: immigratiestatus, beperking van rechten, andere jobs, ervaringen, gender, patronen van ruimtelijke verdeling,… Het samenspel van al deze factoren noemt men superdiversity/superdiversiteit. Superdiversiteit is als term in het leven geroepen door het ontstaan van en de interactie tussen verschillende variabelen, maar ook omdat sociale wetenschappers en politici zouden inzien dat diversiteit meer is dan etniciteit. Diversity in Britain Engeland kent een lange geschiedenis van migratie: “There is not a point in the history of London when cultural differences have not played a significant role in shaping the life of the city.” Britse politici ontwikkelden een ‘diversity management strategy’, genaamd multiculturalisme. Het begrijpen van migratie en multiculturalisme is gebaseerd op de ervaringen van migranten tussen 1950-1970 (na de oorlog). Dankzij de grote toestroom in deze periode, werd het recht op migratie ingeperkt. Daardoor mochten enkel families van reeds gesettelde migranten in Engeland verblijven. Het multiculturalistisch beleid heeft als doel het respect en tolerantie voor collectieve groepen te verhogen. Dit geldt vandaag de dag nog steeds. Nieuwe, kleinere, minder georganiseerde, wettelijk verschillende groepen van immigranten krijgen nauwelijks aandacht. Deze groepen zijn ook geen punt op de politieke agenda. Maar het is de groei van dit soort groepen, dat het sociaal landschap van Groot-Brittannië sterk veranderd heeft de laatste jaren.

Transcript of VPPK — Vlaamse Psychologische en Pedagogische Kring€¦  · Web viewHet gaat om vreemdelingen...

Hoofdstuk 1:Tekst 1: Super diversity and its implication

Vaak wordt over London gesproken met de term ‘The world in one city’, dit door de 179 verschillende nationaliteiten die Londen kent.

Diversiteit wordt gezien als etniciteit of land van oorsprong, maar dat is slechts een ééndimensionele beschrijving van de hedendaagse diversiteit. De nieuwe term die men hanteert is: diversification. Diversification omvat meer dan alleen etniciteit en land van oorsprong. Het bestaat ook uit respect voor mensen, voor hoe ze leven, met wie ze leven, voor wat ze doen,…

Diversiteit omvat veel meer variabelen, zoals: immigratiestatus, beperking van rechten, andere jobs, ervaringen, gender, patronen van ruimtelijke verdeling,… Het samenspel van al deze factoren noemt men superdiversity/superdiversiteit.

Superdiversiteit is als term in het leven geroepen door het ontstaan van en de interactie tussen verschillende variabelen, maar ook omdat sociale wetenschappers en politici zouden inzien dat diversiteit meer is dan etniciteit.

Diversity in Britain

Engeland kent een lange geschiedenis van migratie: “There is not a point in the history of London when cultural differences have not played a significant role in shaping the life of the city.”

Britse politici ontwikkelden een ‘diversity management strategy’, genaamd multiculturalisme. Het begrijpen van migratie en multiculturalisme is gebaseerd op de ervaringen van migranten tussen 1950-1970 (na de oorlog). Dankzij de grote toestroom in deze periode, werd het recht op migratie ingeperkt. Daardoor mochten enkel families van reeds gesettelde migranten in Engeland verblijven.

Het multiculturalistisch beleid heeft als doel het respect en tolerantie voor collectieve groepen te verhogen. Dit geldt vandaag de dag nog steeds.

Nieuwe, kleinere, minder georganiseerde, wettelijk verschillende groepen van immigranten krijgen nauwelijks aandacht. Deze groepen zijn ook geen punt op de politieke agenda. Maar het is de groei van dit soort groepen, dat het sociaal landschap van Groot-Brittannië sterk veranderd heeft de laatste jaren.

New immigrants and the emergence of super diversity

De laatste 15 jaar zijn immigratie en de aard van diversiteit enorm veranderd in het VK. Gedurende deze periode was er een snelle toename van migratie en van rechtsposities voor migranten. In deze periode waren er wereldwijd verschillende conflicten waardoor er een grote toename was in asielzoekenden. Dit noemde men “ the new migration”, met als betrokken mensen “the new immigrants”.

Net inflows

Net immigratie = the amount by which the number of immigrants (= people arriving to live in a country) is greater than the number of emigrants (= people leaving):

Midden de jaren ‘90 begon een grote instroom van immigranten naar Groot-Brittannië. In 2004 was 4,9% van de totale bevolking immigrant. Verschillende redenen hiervoor zijn:

· Het toetreden van GB bij de Europese Unie

· De economische welvaart van GB

· Forced migration

· Conflictueuze situaties in het land v herkomst

Countries of origin

Kenmerkend aan ‘the new migration’ is dat het land van herkomst van de migranten tegenwoordig GEEN historische link meer heeft met Groot-Brittanië vb. Kolonie, lid van de Commonwealth. Er is een grote diversiteit aan landen v herkomst.

1950 – 1960Vooral migranten uit Britse kolonies of Commonwealth landen

1970Nieuwe migranten zijn nabestaanden van andere migranten die reeds in het VK zijn

1990Migranten komen steeds meer uit andere landen van herkomst – diversiteit

Vandaag de dag zijn er in Londen alleen al migranten uit 179 verschillende landen. 30% hiervan komt uit hoge inkomstlanden, 70% komt uit ontwikkelingslanden. Het hoog aantal immigranten is kenmerkend voor vele plaatsen in het Verenigd Koninkrijk. (Zie tabel 1 in tekst).

Een specifieke populatie van een bepaald land, wordt gekenmerkt door verschillen in etniciteit, aansluiting bij bepaalde religieën, verwantschap, aansluiting bij bepaalde clans of stammen, politieke partijen en politieke bewegingen en andere criteria van ‘belonging’. Data over landen v herkomst kunnen dus meer vormen v differentiatie verbergen, dan ze tonen.

Languages

Ondanks het feit dat politici multilinguïsme niet altijd als iets positief zien, is de groei ervan op vele manieren herkend en betrokken door Sociale wetenschappers en politici. In Londen worden vandaag ongeveer 300 verschillende talen gesproken. (Zie tabel 2 in tekst). Dit is een te weinig bestudeerd gebied v diversiteit in het VK.

Schoolgemeenschappen, gezondheidszorg en lokale autoriteiten behoren tot enkele van de vele instellingen die te maken krijgen met de uitdagingen vd groeiende taalcomplexiteit. Vele nieuwe initiatieven zijn ontworpen voor dit soort situaties, waaronder vb. Language Shop

Religions

Binnen de Britse migranten, is het Christendom de hoofdgodsdienst. Dit met uitzondering voor Aziaten: zij zijn gewoonlijk moslim. In Londen is er daarnaast ook een groot percentage Indiërs, waaronder de meerderheid Hindoes of Sikhs zijn. De religie is vaak die uit het land v herkomst.

In Londen zijn moslims de meest heterogene groep van gelovigen in termen van etniciteit en land van oorsprong. Ook heeft Londen de meest diverse moslim populatie ter wereld.

Sociaal-culturele assen van differentiatie zoals land van oorsprong, etniciteit, taal en religie zijn belangrijke factoren om de identiteit van immigranten, patronen van interactie en hun toegang tot jobs, huisvesting, dienstverlening en meer te bepalen. Hoewel ‘channels of migration’ en de vele legale statussen die hiermee geassocieerd worden meer cruciaal zijn voor hoe mensen samentroepen, waar mensen leven, hoe lang ze ergens blijven, hoeveel autonomie ze bezitten,…

Dus migranten worden gekenmerkt door ‘channels’ en statussen, samen met hun rechten en beperkingen. Dit vormt een fundamentele dimensie van de hedendaagse patronen en dynamieken van superdiversiteit.

Migration channels and immigration statuses (tussen 1993 en 2003)

Samen met het stijgend aantal immigranten in het Verenigd Koninkrijk, is er een uitbreiding van de hoeveelheid en soort ‘migration channels’ en immigratie statussen. Elk van deze zaken draagt een specifieke en juridisch afdwingbare rechten, besturing, condities en limieten.

Werknemers: Het aantal werknemers is sinds 1993 fors gestegen. Het gaat om vreemdelingen die geen visum nodig hebben om te werken in het VK, houders van een werkvergunning, seizoenswerknemers, hoog geschoolde migranten, werkende vakantiegangers en werknemers met een speciaal visum

Studenten: studenten uit het buitenland, piekte in 2002, dan terug gedaald

Echtgenoten en familieleden: Dit is enorm belangrijke groep van immigranten. Dit soort migranten is in sinds 1993 verdubbeld. Dit is een uitgesproken vervrouwelijkt kanaal van migratie, in vergelijking met de andere kanalen. Niet elke migrant kwam in dezelfde omstandigheid Engeland binnen, het gaat om familiehereniging , gezinsvormende migratie, huwelijksmigratie en familiemigratie (=alle leden tegelijk)

Asielzoekers en vluchtelingen: Het aantal asielaanvragen steeg aanzienlijk de laatste jaren en daarom wordt tegenwoordig zelden nog asiel toegekend. Ook dit is een gendergerelateerd kanaal van migratie; 69% is mannelijk. Veel asielzoekers wachten lange tijd op een beslissing, velen worden geweigerd en verlaten het land en anderen worden geweigerd, maar blijven als illegale migrant in het land.

Illegale migranten en migranten zonder papieren: Deze categorie bevat mensen die in het geheim het land werden binnengebracht, mensen die binnengebracht werden door bedrog of mensen die langer blijven dan hun visum geldt. Het is moeilijk te achterhalen over hoeveel mensen dit precies gaat, maar zowel op legaal als sociaal vlak heeft deze doelgroep helemaal geen rechten.

Nieuwe inwoners: Veel migranten worden na 5jaar definitieve inwoners van een land. Om de aard en dynamiek van diversiteit in Groot-Brittannië te begrijpen, moet aandacht geschonken worden aan sociale stratificatie, kansen, beperkingen en gedeeltelijk naar volledig lidmaatschap dat deze en andere groepen van migranten omvat.

Binnen eenzelfde etnische groep vindt men veel verschillende statussen. Dit onderlijnt nogmaals dat men etnische minderheden niet kan begrijpen door louter rekening te houden met hun land van herkomst. Dit is inadequaat om de noden en dynamiek van inclusie of exclusie van individuele immigranten te begrijpen.

Vele immigratiestatussen zijn slechts van tijdelijke aard en beperken het verblijf van immigranten. Bovendien zijn de meeste integratie beleiden en programma’s niet van toepassing op mensen met een tijdelijk statuut. Om aard en complexiteit van tijdelijke superdiversiteit te begrijpen, moeten we nagaan hoe sociale stratificatie en voorwaarden ontstaan dankzij migratiekanalen en legale statussen, zowel op sociaal-cultureel als sociaaleconomisch vlak.

Gender

De laatste 30 jaar migreerden er meer vrouwen dan mannen naar het Verenigd Koninkrijk, maar sinds 1998 zijn het meer mannen. De reden hiervoor is een evolutie van een vrouwgeoriënteerde familiemigratie naar een migratie in functie van het werk van de man. Binnen een bepaalde groep zijn er verschillende genderstructuren, die meestal te wijten zijn aan migratiekanalen en evolutie van migratiesystemen. In Londen vinden vrouwelijke migranten veel minder snel werk dan mannelijke migranten. Dit wijst opnieuw op de factoren van superdiversiteit, vooral op de relatie tussen patronen zoals land van oorsprong, migratiekanalen, tewerkstelling, legale status en rechten. Deze patronen zijn meer gender-gerelateerd dan andere.

Age

De ‘new immigrant population’ heeft een hogere concentratie van 25 tot 44-jarigen en een lagere v -16jarigen dan tien jaar geleden. De gemiddelde leeftijd is 28 jaar.

Space/Place

Nieuwe immigranten settelen zich vaak in gebieden waar reeds andere gemeenschappen van hetzelfde land van herkomst gevestigd zijn. Ondanks het feit dat sommige gebieden meer geassocieerd worden met bepaalde migranten dan anderen, is dit niet het geval. Één migrantengroep leeft in verschillende buurten en in één buurt leven verschillende migrantengroepen.

In Londen is er een verhoogde diversificatie. De overheid zorgt voor de verspreiding v migranten.Nieuwe immigranten met minder uitgebreide netwerken en patronen van huisvesting, komen dan meer terecht op plaatsen die meer werkgelegenheid bieden.

Transnationalism

De laatste 100 jaar houden immigranten steeds meer en meer contact met hun families, organisaties en gemeenschappen van hun land van herkomst. Transnationalisatie is erg toegenomen dankzij nieuwe technologieën en verlaagde telecommunicatie -en reiskosten. Verhoogde transnationalisatie verandert hoofdzakelijk verscheidene sociale, politieke en economische structuren en methoden tussen migrantengemeenschappen wereldwijd.

Niet alle migranten onderhouden hetzelfde niveau van transnationale betrokkenheid.

We zitten nu in een situatie v superdiversiteit. Het zorgt niet voor problemen of conflicten, maar wel voor uitdagingen voor beleidsmakers en sociale wetenschappers.

Super-diversity: Social scientific challenges

Een migrantengroep analyseren toont aan dat ze wel degelijk significante trends tonen. Maar hoe kunnen we diversiteit in etnische termen meten, maar toch met respect voor alle variabelen (leeftijd, inkomen,..)?

Er is nood aan kwalitatieve studies v superdiversiteit. Een mix v etnische mixen zorgt op zich niet voor problemen.

Sociaal wetenschappelijk onderzoek vd condities en uitdagingen v superdiversiteit zal een variëteit v materiaal en inzichten in theorieën weergeven. Dit zou inzicht kunnen geven in de volgende domeinen:

· Nieuwe patronen v ongelijkheid en vooroordeel (racisme)

· Nieuwe patronen v segregatie

· Nieuwe ervaringen v ruimte en contact

· Nieuwe vormen v cosmopolitanisme en creolisatie

· Nieuwe bruggenhoofden v migratie (niet enkel meer migranten uit landen met linken met het VK)

· Secundaire migratiepatronen (eerst verblijven in ander land vd EU)

· Transnationalisme en integratie

· Methodologische innovatie

· Onderzoek-beleid verbinding

Super-diversity: Policy challenges

Zowel op nationaal als op lokaal niveau moeten beleidsmakers constant hun middelen aanpassen aan de veranderende omstandigheden (socio-economisch, financieel, …). Manieren waarop superdiversiteit een impact heeft op de huidige ontwikkeling v beleid:

· Gemeenschapsorganisaties

· Public service delivery

Conclusion

De uitdagingen, ervaringen, beperkingen en wegen die een nieuwkomer mee geconfronteerd wordt, wordt bepaald door een samenspel v

· Land v herkomst

· Migratie kanaal

· Legale status

· Het menselijk kapitaal v migranten

· Toegang tot arbeid

· Plaats

· Transnationalisme

· Antwoorden door lokale autoriteiten, voorzieningen en residenten

Het concept v diversiteit wijst op de noodzakelijkheid vh afwegen v multi-dimensionele condities en processen die immigranten treffen in de hedendaagse samenleving.

Tekst 2: Towards postmulticulturalism?Changing communities, conditions and contexts of diversity - Steven VertovecInleiding

· Over landsgrenzen heen: promotie van tolerantie, respect voor groepsidentiteiten (vooral migranten en etnische minderheden) = multiculturalisme

· 21ste eeuw: multiculturalisme voor allerhande nieuwe uitdagingen

· Verzet tegen multiculturalisme

· Politiek rechts: zien multiculturalisme als de grootste deelnemer in sociaal verval, etnische spanningen en de groei v terrorisme en extremisme

· Politiek links: multiculturalisme ligt aan de basis vd ondergang van de welvaartsstaat + mislukking van publieke diensten

· => Nadenken over multiculturalisme

· Veranderende contexten, overgang naar post-multiculturalisme,…

· Opkomende migratietrends, leidend tot super-diversiteit

· Post-multiculturalisme: erkenning van diversiteit + behoud van collectieve nationale identiteiten

Multiculturalisme

· In heterogene groepen (qua taal, cultuur, religie) zijn er altijd al vragen geweest over het bestuur v meerdere groepen en onderhandeling in alledaagse praktijken en interacties.

· Aspecten van diversiteit moesten beheerd worden om non-vervreemding van specifieke groepen te voorkomen, beperkingen van conflicten + de functioneerbaarheid van de gemeenschap te behouden.

· 2e helft 19e eeuw: “eeuw van de migratie”

· Nieuwe problemen rond beheer van diversiteit bij gastlanden

· 2e helft 20ste eeuw: nieuwe vormen van migratie op grote schaal + vestiging van aanzienlijke vreemde gemeenschappen

· => Tijd voor natiestaten, lokale overheidsinstellingen & bedrijven om beleid, structuren en programma’s aan te passen aan opkomende diversiteit

Het paradigma van multiculturalisme

Multiculturalisme resulteerde in actie op de volgende domeinen:

· Publieke erkenning (ondersteunende faciliteiten voor etnische minderheden)

· Onderwijs (waarden etnische minderheden worden in curricula verwerkt)

· Cultuursensitieve praktijken

· Publieke ‘materialen’ in verschillende talen aangeboden

· Wetten (erkennen van culturele uitzonderingen)

· Religieuze schikking/accommodatie

· Voedsel (vb religieus slachten toestaan, kosjer voedsel voorzien,…)

· Uitzending & media (non-discriminatie, eigen media-faciliteiten voor minderheden,…)

· In eenzelfde land heeft het beleid relevant voor de multiculturalistische agenda, niet dezelfde doelen, perspectieven of benaderingen

· Vertovec: 8 verschillende visies op multiculturalisme

· Creatie & implementatie van multiculturele beleidsmaatregelen, structuren en programma’s zorgden voor enkele problemen

· Marginalisatie van minderheden

· Verdeel- en heersstrategie

· Beeld van nooit-veranderende, sociaalgebonden samenlevingen

· Te grote nadruk op cultuur ten koste vd socio-economische situatie

· Ondanks kritieken, meestal succesvol geïmplementeerd in de publieke sfeer => multiculturalisme overal terug te vinden!

De ommekeer tegen multiculturalisme

· 1990-2000: opkomende vragen rond effectiviteit & waarde van multicultureel beleid

· Groei van respect en tolerantie lijkt beperkt…

· Stijging van rechts extremisme

· Ongelijkheid etnische minderheden

· …

· => publieke discussie ontstond (“failure of integration” , schuld van multiculturalisme)

· Politiek rechts: multiculturalisme houdt etnische minderheden afzonderlijk + breekt gemeenschappelijke waarden en nationale identiteit af

· Politiek links: multiculturalisme breekt gemeenschappelijke verplichtingen af + welwillendheid om deel te nemen aan de welvaartsstaat

· Algemeen: multiculturalisme accentueert de culturele verschillen, deze leiden tot afzondering en dit leidt tot een tekort aan socio-economische mobiliteit, verval v sociale relaties, gronden voor conflict en potentieel tot extremisme of terrorisme

· Kritiek op multiculturalisme => kritiek op migranten & etnische minderheden zelf

Super-diversiteit

· 20e eeuw: na-oorlogse migratie

· Vandaag: wereldwijde stijging in aantal migranten (214 miljoen)

· Globale migratiestromen

· => complexe migratiestromen => tijd voor her-evaluatie v diversiteit in wetenschappelijk onderzoek en v beleid

Opkomst van super-diversiteit

· Superdiversiteit is de interactie tussen verschillende factoren (land v herkomst, migratiekanaal, legale status). Het gaat om een niveau v complexiteit v diversiteit die uitstijgt boven de ervaringen die migrant-ontvangende landen reeds hebben meegemaakt.

Britse super-diversiteit als voorbeeld

· Landen van herkomst: Londen: 179 landen (grote verschillen in etniciteit, religie,…)

· Talen: multilingualisme, Londen: 300 talen

· Religie: ~ landen van herkomst, zeer veel variaties (vb zeer veel varianten van de Moslim-populatie in Londen gesitueerd)

· Migratiekanalen & immigratiestatussen: grote uitbreiding!

· Arbeiders

· Studenten

· Echtgenoten & familieleden

· Asielzoekers & vluchtelingen

· Illegalen of sans-papiers

· Nieuwe burgers (volwaardige burgers)

· Binnen groepen met dezelfde etniciteit/nationaliteit zijn er toch wijde verschillen in status!

· Geslacht (familiemigratie (voornamelijk vrouwen) => werkgebaseerde migratie (voornamelijk mannen)

· Leeftijd: vooral 25-44 jaar, gemiddeld 28 jaar

· Nationaal & lokaal: zoeken naar het meest effectieve, naargelang de veranderende omstandigheden

· Nu: veel meer groepen, zowel kleiner als minder (of zelfs niet) georganiseerd

· Bestaande etnische minderheden, agentschappen kunnen de noden van de gedifferentieerde nieuwkomers niet beantwoorden

· Groei & complexiteit van de immigranten-populatie, leidt tot opvallende gevolgen voor de openbare dienst (public service): deze moeten immers een ‘substantial shift’ in hun strategieën toepassen.

· Voorwaarde: eerst informatie verzamelen over de ‘nieuwe diversiteit’

Transnationalisme

= grensoverstijgende linken tussen land v herkomst en land waarin je nu woont

Geavanceerde technologiëen, satellieten, internet, toegenomen mobiliteit,… hebben als gevolg een gemakkelijker dagelijks contact met familieleden of kennissen uit het land van herkomst.

· In 25 jaar multi-culturalisme werd het steeds aanvaard voor immigranten en hun nakomelingen om de oorspronkelijke cultuur als fundament te blijven zien.

· Gevolgen van een blijvende culturele gehechtheid voor de integratie van immigranten

· Transnationalisme is toegenomen door de veranderende technologie en verminderde communicatie- en reiskosten

· Niet iedereen houdt een even sterkte band met zijn land v herkomst. Factoren die bepalen in welke mate transnationalisme blijft meespelen bij bepaalde immigranten:

· Status in land van herkomst

· Lokale achtergrond en geschiedenis

· Samenlevingsstructuur en geslachtspatronen in land van herkomst

· Socio-politieke context

· Economische doelen en verwachtingen

· Dit alles betekent niet dat een integratie in het gastland onmogelijk is.

· Een tijdperk van post-multiculturalisme werd opgewekt sinds de feiten van 9/11 (waarna vele transnationale relaties als verdacht werden gezien), anti-multiculturele trends en nieuwe uitdagingen.

Post-multiculturalisme?

= acceptatie vd aanwezigheid en waarde v diversiteit en dit is ingebed

· Term ‘post-multiculturalisme’ wordt vaak geassocieerd met sociaal desintegratieve effecten

· Tegenmanoevre:

· burgerschapscursussen en tests voor immigranten (in landen als Frankrijk, Duitsland, het VK, Nederland, Singapore en Australië)

· Verlaagde taalvereisten (enkel een aanvaardbaar taalniveau moest worden beheerst

· Taalvaardigheid zorgde rechtstreeks voor betere werkvooruitzichten

· Nieuwe beleidvoering zorgt voor de aanvaarding en waardering van diversiteit, die een stem krijgt en institutioneel ingebed wordt.

· De uitdaging bestaat erin een staatsideologie uit te bouwen met structuren en programma’s die ruimdenkend genoeg zijn om verschillende groepen sterke identiteiten onder te brengen in een kader met rechten en plichten van het burgerschap. Linkse agenda’s (diversiteit wordt gevierd) en rechtse (streven naar nationale identiteit) moeten samengebracht worden.

Conclusie

Doorheen de afgelopen decennia werd de schuld van het moeilijk integreren van migranten rechtstreeks geschoven op het multiculturele beleid en etnische minderheidsgroepen die teveel cultureel behoudsgezind zijn.

· Dit houdt niet in dat multiculturalisme dood is. De publieke opinie blijft het belang van en respect voor diversiteit belangrijk vinden.

Volgende post-multiculturalistische adviezen kunnen worden gegeven:

· Grotere aandacht voor de veelheid aan factoren binnen etnische (minderheids)groepen

· Wettelijke status zou meer erkenning moeten krijgen, als een fundament tot sociale differentiatie

· Tegelijkertijd een sterke band behouden met het land van herkomst en toch in staat zijn een nieuwe ontwikkeling door te maken in het gastland

· Beleidsmakers moeten reflecteren op hun manier van competitie en het tegen elkaar opzetten van minderheidsgroepen

· Steun geven aan eerdere migranten in termen van begeleiding van de integratie van nieuwkomers

· Ervaringen en noden uitdelen met elkaar

· Vaardigheden ontwikkelen om op een zeer flexibele manier met een grote verscheidenheid aan culturen om te gaan

Hoofdstuk 2:Tekst 1: Deleuze and Guattari’s Smooth Spaces

Deleuze en Guattari proberen ons te helpen begrijpen hoe structuren in elkaar zitten

· School, wetten, educatie, .. produceren exclusie. D&G proberen hier geen oplossing voor te vinden maar ze geven wel een nieuwe manier om dit concept te begrijpen.

· Deleuze ziet filosofie als essentieel voor educatie

· Er moeten een wantrouwen zijn tegenover concepten die door anderen gecreëerd zijn

WAAROM?

Filosofen v educatie zijn ‘unbecoming philosophers’ geworden, ze bewegen zich weg v filosofie naar een ander gebied.

Ze willen op een positieve manier omgaan met het verschil (affirmatie: belief of the future, in the future)

Ze zijn filosofen vh verschil (philosophers of difference) omdat ze bezorgd zijn om de minderheidsgroepen in de samenleving en omdat ze proberen een politiek van het verschil te formuleren, gebaseerd op de acceptatie van multipliciteit

Er is niet 1 verhaal, maar meerdere verhalen. Mensen moeten het vanzelfsprekende in vraag stellen, reflecteren over concepten: de taal van inclusie laten stotteren, ‘taking language out of its natural equilibrium’ . Dit is nodig om vooruit te gaan.

D&R zoeken constant naar verbindingen tussen gedachten zodat ze niet vast te komen zitten in hun concepten. Hun denken is niet lineair maar circulair. Nadruk op assemblage (verschillende delen samenvoegen tot 1 geheel)

Deleuze = thinker of the outside. ‘We werken niet, we overleggen/negotiëren’

Guattari = non-filosoof, psychoanalyst, grote impact op Deleuze

CONCEPT 1 : RHIZOOM

= denkmodel: daagt de gebruikelijke kennis uit en de middelen om deze kennis te verwerven -> vb een klimop of bord spaghetti : hoe ligt dat? Hoe zit het in elkaar ?

· Chaos EN orde (je hebt er geen controle over) : ze hebben elkaar nodig !

· Een rhizoom groeit en beweegt op een onvoorspelbare manier (verschillende connecties, lijnen, punten,..).

· Er is geen basis, geen essentie( kan niet verbroken/onderbroken worden).

· Complex

· Rhizoomleren is altijd in proces

· Maakt binair of lineair denken onmogelijk

5 belangrijkste kenmerken zodat de rhizoom effectief kan functioneren:

· Connectiviteit en heterogeniteit (elk punt vd rhizoom kan verbonden worden met een ander)

· Multipliciteit die de vorm aanneemt van lijnen en connecties en niet v punten of posities

· Potentieel om vernietigd te worden op een punt maar ergens anders opnieuw te starten uit zijn oude lijnen

· Geen basis of diepe structuur waarop volgende fases kunnen gebaseerd worden

· Er is geen begin of einde

<-> gebruikelijke kennis heeft een boomstructuur (vb DSM) = zeer lineair en rigide, binair en hiërarchisch

Inclusie zou in een boomstructuur het uiteindelijke doel zijn

MAAR zonder boomstructuur geen rhizoom

Rhizoommodel bevrijdt ons van lineaire relaties en geeft ons nieuwe kennis, nieuwe uitdagingen, nieuwe manieren van beleving en inclusie.

CONCEPT 2: DETERRITORIALISATIE

Stratificatie van ruimte regelen = 1 van de hoofdtaken van de staat -> om in- en exclusie te regelen

Vb: groep met vier. Dit ligt vast en is georganiseerd. Toch hebben we de neiging om te vragen ‘Kunnen we toch niet met vijf?’

· er is altijd een verhouding tussen stratificatie en smooth places : zoals een blok kaas. Er is structuur maar met gaten in, op die punten ziet de structuur kaas er anders uit. (Hier wijzigt de koers van handelen)

· smooth places = zijn er om te communiceren en om de flows en activiteiten van mensen te controleren

· Je gaat ontsnappen aan wat voor jou vastlag

= chaos veroorzaken (CHAOSMOS: beheerste chaos, niet voorzien)

= laat nieuwe manieren van denken en handelen toe

= opening om te experimenteren

DOEL van deterritorialisatie om te processen van voortdurende controle en onmiddellijke communicatie ongedaan te maken (vb de strikte structuur van een school) en deze te verplaatsen door smooth spaces vol van creatieve mogelijkheden

Deterritorialisatie en reterritorialisatie : hangt samen

· DE: gaat weg, hebt structuur en je gaat eruit

· RE: we komen uiteindelijk toch in systemen, gewoon wat zachter. Structuur herstelt zich

Om deterritorialisatie te bereiken in relatie met inclusie, moeten er vier zaken overwogen worden

· ‘becoming-intense’ of language: buitenstaanders worden vd eigen taal, de wereld rondom ons als nieuw ervaren

· De-monstration which replaces the Idea: weigering v essenties

· Creative subtraction: om openingen te maken voor nieuw becomings

· Aanvaarding dat er niemand achter expressie staat: deel ve groter geheel: buiten het concept v identiteit denken

CONCEPT 3: VERSCHIL

Er is een onvermijdelijke en onweerstaanbare herhaling van uitsluiting (exclusie) die voortkomt uit een angst voor verschil en een behoefte om het controleren.

· Verschil in omgang doet ons zeer ongemakkelijk voelen

· Verschil = affirmatief -> ‘het redden van verschil van zijn vervloekte staat’

· Complex systeem van pathologieën

Het verschil wordt gemedieerd door onderwerping aan identiteit ,oppositie, analogie en gelijkenis. Het doel hiervan is om verschil gelijk te maken of te verminderen en leefbaar te maken.

Verschil IS NIET GELIJK AAN diversiteit, negativiteit of ontkenning !!!!!

Diversiteit = fenomeen, Verschil = waardoor het fenomeen veroorzaakt wordt

D&G introduceren het concept majoriteit-minoriteit met de bedoeling om te verhinderen dat je “minor of major” wordt. Majoriteit voldoet aan/ vormt de standaard, minoriteit niet

Segregatie is het middel om verschil te beschermen

blijven herhalen/oefenen is noodzakelijk !!! Indien het affirmatief wil blijven

CONCEPT 4: BECOMING

= actie waarin iemand voortdurend in beweging is en transformaties ondergaat MAAR ook dezelfde blijft (REVOLUTIONAIR)

Vb: oude gewoontes kunnen evolueren in nieuwe wijzes van bestaan

DESIRE (verlangen) is sleutelbegrip

· Productiekracht (geen antwoord op een onvervulde nood)

· Ontdekt nieuwe mogelijkheden

· Biedt nieuwe mogelijkheden om patronen te doorbreken/ om vaste manieren te doorbreken

· Revolutionair omdat het steeds meer connecties wil

· Het ‘becoming’ gecreëerd door desire is niet transcendent

· D en G zien enkel minderheden als capable of becoming, maar we kunnen allemaal minderheid worden als we niet aan de norm voldoen

· Becomings zijn gebeurtenissen, geen essenties

Becoming revolutionair is een proces voor iedereen in elke tijd !

· Tijdloos

· Ze bewegen in onvoorspelbare richting (zigzag lijn)

· Crisis of voorspellingen kunnen belangrijke aanleidingen zijn

· Ze worden gecreëerd

· Vicieuze cirkel die virtueel wordt (De capaciteit van individuen om nieuwe concepten te articuleren is contingent tot de dynamiek van de ervaringen)

· Slechts weinig succesvolle pogingen om dit toe te passen op onderwijs

De concepten van D&G zijn geselecteerd omwille van hun creatief en ontwrichtend potentieel voor inclusie, er zijn nog andere concepten dan deze 4

Tekst 2: Difference and differenciation

Neoliberale management: pedagogie is gesloten en uitkomstgericht, individualisme, competitieve tegen de andere.

· Een alternatief: relationele pedagogie, voortdurende staat van becoming

· Niet binair, maar bestaan in dezelfde ruimte, werken samen

Herdenken van geterritorialiseerde en overgecodeerde stratificatie van scholing = van difference naar differenciation.

1. Filosofie: difference is een categoriaal verschil, ander is discreet en afgescheiden, het verschil ligt in de ander

· Discreet verschil of meervoudigheid, afgescheiden entiteiten

· Verschil/difference = opdelen, dimensie van scheiding (separation)

2. Deleuze: verschil komt van een continu proces van verschillend worden= differentiatie

· Continu verschil, intensiteiten, meer door evolutie dan door opvolging

· Verschil/difference = continuüm, meervoudigheid, fusie

· Echt verschil is een zaak van hoe dingen verschillend worden, groeien uit boven de grenzen en sets waarin dat ze ingedeeld zijn

Een aantal voorbeelden om het onderscheid tussen difference en differenciation te concretiseren

Vb 1. Jongetje dat naar school gaat gaan

Week voor hij naar school gaat, speelt hij samen met een ander kindje.

School begint en ze spelen niet meer samen

Moeder vraagt zich af of hij ontdekt heeft, dat ze een meisje is en dat jongens niet met meisjes spelen, of dat ze zwart is en dat blanken niet met zwarten spelen.

· Hij zegt dat het komt omdat ze snift (haar neus optrekt), moeder vindt dit onbegrijpbaar, want hij doet dat ook

1. Eerste conceptie van verschil: categoriaal, school scheidt de kinderen van elkaar. Moeder denkt in categorieën van gender en ras, jongen denkt in categorie van kinderen die hun neus ophalen (dit kan de moeder niet begrijpen, hij doet dit ook, communicatie stopt)

2. Verschil bekijken in termen van intenties en evolutie: eerst een plezierige setting in de eerst setting, maar schoolsetting werkt anders, wat mogelijk was thuis, is op school niet meer mogelijk. Ruimtes maken niet dezelfde intensities mogelijk.

Eerst zijn de kinderen samengevloeid, 3e stroom die zij zelf creëren. Een persoon zijn is niet behoren tot een categorie, maar meer in de natuur van een evenement, serie van evenementen.

Eerste soort van verschil (difference) is sterk ingebed in ons denken en gedeeld denken.

Deleuzes pedagogie: alle subjecten en objecten zijn open om verschillend te worden van zichzelf.

Vb. 2: Stoel vol popcorn

Stoelen zijn honden geworden, 1 stoel is een poedel, allemaal popcorn over heel de stoel.

Wanneer we beseffen dat we niet langer op de stoel kunnen zitten, dat we begrijpen dat het zijn ‘stoel-zijn’ heeft verloren. Het faced poodleness.

Tweede transformatie: zakjes popcorn die de oren moesten voorstellen waren geopend door kleine vingertjes = de poedel is getransformeerd in een feestmaal van popcorn.

= vloeibaarheid van categorieën (fluidity)

Ruimte van differenciation of becoming

1. Moment van de-individualisatie, ontsnappen aan een graad van limieten voor het individu

2. Er moest een constitutie van nieuwe manieren van zijn in de wereld, nieuwe manieren van denken, voelen, nieuwe manieren om subject te zijn.

Deze conceptie van differenciation wil niet subjecten en objecten fixeren in plaats, of vastmaken aan statische identiteiten, maar ruimte openen voor creativiteit, mobiliteit en nieuwe vormen van denken en zijn genereren.

Gaat verder op wat we al weten maar genereert iets nieuws

= geen categoriale shift: het is wel nieuw, maar het bouwt verder op iets oud, groeit binnen de flows en intensiteiten van elke nieuwe persoon

Bv.: de poedel verwerpt niet de stoel, maar mobiliseert onverwachte kwaliteiten in de stoel om vluchtlijnen te vinden die poedel-worden mogelijk maakt.

Smooth spaces = plaatsen waarin deze vluchtlijnen plaatsvinden, plaatsen waar ruimte is voor deterritorialisatie.

Territoriale (molar) lijnen zijn georganiseerd door strikte grenzen, creëren binaire tegenstellingen en verdelen ruimtes in segmenten met een hiërarchiale structuur = vormen striated space (gestratificeerd)

↔ Smooth spaces: beweging is minder gereguleerd, lichamen kunnen interageren, transformeren.

Smooth en striated spaces bestaan samen in dezelfde ruimte: de territoriale lijnen creëren striated spaces, maar hierbinnen is er steeds ruimte om te experimenteren (smooth spaces). Er moet echter steeds een kleine plaats zijn waar de territor

Vb. 3: kinderverblijf, zandbak

Twee kinderen in een zandbak, zand is droog, spelen, zon verwarmt het zand. De leerkracht plaats een pot water. Ze weten niet goed wat ermee te doen, ze kijken ernaar en beginnen dan te experimenteren met water. Wanneer ze een klein beetje water in het zand gieten dan verdwijnt het meteen. Ze gieten er meer water in en bouwen een kasteel, een tunnel …

Experimenteren zonder plan: niet instrumenteel, niet product-gedreven, maar enthousiast, geëngageerd, door het leven gegenereerd.

Kinderen differentiëren zichzelf, intensiteiten van hun spel, relatie met elkaar en met het zand, water, de zon…

Relatie tussen ons lichaam en ruimte is er één van folding, de wereld folds in onze lichamen. (vorming door samenstroming). We zijn ook gevormd door onze genen, wat we eten, geluid, textuur, relatie met anderen, maar onze lichaam vormen ook de ruimtes en plaatsen rond ons.

Verschillende schema’s samen

· Experimenteren, maar binnen de stratificaties van de klas = gevoel van veiligheid. Hun relaties zijn geordend door regels van de klas en goed gedrag

· Stratificaties zijn comfortabel: ze zijn in staat om de chaos in de wereld te verkleinen tot discrete categorieën van betekenis en structuur.

· Ze zijn ook belangrijk want ze stellen ons in staat geven om te interageren met de sociale wereld – relaties aangaan met anderen – en het hebben van een politieke stem

· Stratificaties kunnen ook gezien worden als beperkend: verminderen omvang van connecties die een lichaam kan maken met de wereld rondom

· Zowel smooth en striated spaces

· Striated space: dringt binaire gedachte op, snijdt en verdeelt objecten in categorieën verdeelt mensen van elkaar en van ruimtes die ze bewonen. Zo’n verdelingen kunnen gevaarlijk worden in hun macht om te controleren en mogelijkheden te verwerpen.

De binairen worden geneutraliseerd en zijn onmogelijk om te veranderen.

· Smooth spaces: er zijn concepten maar die kunnen opgelost worden, we zijn niet langer gelimiteerd aan een vooraf bepaald idee van het zelf.

Vb. 4: Jongen met de aardappelzak

Haecceity of this-ness (volledig in beslag genomen door het moment)

= integraal voor de gedeterritorialiseerde smooth spaces. Smooth spaces stellen een onderdompeling in het huidige moment in staat dat vaak aan de druk van normatieve verwachtingen of uit gewoonte herhaalde gedachten en handelingen ontgaat.

Wanneer men volledig in de haecceity of het moment is, wordt men different, nieuw bewust van zichzelf en zijn lichaam in relatie met de ruimte rond hem.

Kindje moest een zak met aardappelen dragen, zwaait ermee rond en harder en harder en harder… de aardappelen draaien de arm, de arm draait de aardappelen, tot de zak scheurt.

= experimenteren met gewicht en snelheid van de tas, jongen zit in een levende, smooth space.

Haecceity is een moment van pure snelheid en intensiteit, zoals zwemmen soms een gevoel van kracht en ritme wordt, we weten niets meer van het hier en nu.

Haecceity en smooth space kunnen gevaarlijk zijn: ze zijn verkennend, niet gelezen in wat is geweten, niet gevat in voorspelbare situaties. Lines of flight/vluchtlijnen zijn niet altijd productief en goed, hebben niet altijd de gewenste uitkomst. Ze bezitten een mogelijkheid van gevaar en angst.

Vb. 5 George verkleed als vlinder

George verkleedt zich als vlinder, gaat buiten zijn toegewezen gender categorie. Een andere jongen komt bij hem en slaat hem. George doet zijn rok uit, vouwt hem op en steekt hem onder zijn arm om daarna de andere jongen terug te slaan.

George wordt onherkenbaar binnen de gekende categorieën.

Een andere jongen is geprovoceerd dat George buiten de molar lijnen van kracht gaat. Man-vrouw binariteit, habituatie van hoe de wereld zou moeten zijn, voorspelbare moraal en niet hoe de wereld in werkelijkheid is = geeft George een duw = categorie-behoudend (aangeven dat George mannelijkheid fout heeft) en afwijzing.

Verdedigd met geweld het ‘jongens-zijn-geen-meisjes’ idee

= behoudt het gestratificeerde dat voor hem de wereld veilig en voorspelbaar maakt

Lines of flight zijn zowel plezierig als gevaarlijk in dit verhaal.

Differenciation en becoming-artistic: kunst gaat over het creëeren van ruimtes en deterritorialisatie.

Zoals in het voorbeeld: artistic becoming: George creëert een verschillend territorium, een die niet opgedeeld is door de binariteit van gender. Het is verbonden met chaos om zo nieuwe intensiteiten te creëren.

Vb.6 Joanne en haar vriend in een boomhut.

Boomhut dient als frame, verdeelt.

Nieuwe boomhut: dominante groep van jongens claimt het, zij mogen dit controleren.

Leraren komen tussen, het is niet alleen voor jongens.

Joanne wou altijd heel graag bij de dominante jongensgroep zijn, maar mocht niet.

Neemt boomhut in met haar andere vriend, gooien zand in de ogen van wie naar boven wil klimmen.

Gezien: Joanne zegt dat ze gewoon aan het kuisen zijn. Zij zag zichzelf door de ogen van de leerkracht en verzon een smoes. Haar vriend zat er maar onverdeeld bij.

De overname van de boomhut is zowel plezierig als gevaarlijk

· Nieuwe framing van ruimte: manier zoeken om het hun eigen te maken

· Gevaarlijk: kunnen gepositioneerd worden als gevaarlijke kinderen

· Joanne: gaat snel terug naar categorie van goed meisje = protectieve maatregel = creëert een veilige gestratificieerde ruimte in de smooth space die geopend is.

Belang van het woord ‘EN’ in onze herhalingen en becoming. We zijn dit en dat, altijd worden we iets meer, iets anders. Lines of flight/vluchtlijnen kunnen beangstigend, heel opwindend en provocatie zijn. Provocatie: omgaan met het onbegrijpbare, verder gaan dan wat we al kennen, becoming-artistic.

Sterke ethische implicaties voor iemands relatie tot anderen en tot plaats.

Ethiek hang niet langer vast aan geïndividualiseerde beslissingen van het subject, maar aan de voortdurende openheid naar de ander toe, (h)erkenning van de ander, moment-per-moment

= vergroot gevoel van gemeenschap:

· gevoel van interconnectie tussen het zelf en de anderen

· anderen beschouwen als deel van je eigen identiteit

· bewustzijn van waarde van het verschil en dialoog

Nieuw denken over pedagogie: wat Guattari noemde: een onderling afhankelijk ethico-aesthetic paradigma dat relationele pragmatica en micro-politiek samenbrengt met poging tot vrije expressie om nieuwe combinaties te creëren

Rijke normaliteit of dynamische normaliteit: een omgeving en maatschappij die opgebouwd zijn uit uitzonderingen en speciale casussen. Dit betekent niet aanhankelijkheid aan formele of pre-gedefinieerde paramaters, maar het geweten en capabel management van tegenstrijdigheden en conflicten.

Dit is een zeer verschillende rationaliteit dan die opgelegd door het neoliberalisme: individuele subjecten vechten voor gelimiteerde hulpbronnen terwijl de overheid op hen inwerkt om productief te worden

Ethico-aesthetic paradigma: individuen luisteren naar elkaar, beschermen elkaar, redenen hiertoe vergroot door difference van de ander.

Ethische leven is niet gelimiteerd door wat we al weten. Soeverein individu, de capaciteit van alle lichamen om te beroeren en beroerd te worden vergroten, bevestigen van het verschil en productie van het nieuwe.

Paradigma = stelsel van met elkaar samenhangende wetenschappelijke theorieën

In de gangbare opvatting staat ‘esthetisch’ voor een gedistantieerde, apolitieke houding of een oppervlakkige, op uiterlijke vorm gerichte kwaliteit. Guattari toont echter hoe ‘esthetisch’ een belanghebbende en –wekkende bewerking van de dagelijkse werkelijkheid kan zijn die doorwerkt in het gedrag van individuen en groepen. Guattari verbindt deze esthetische sensibiliteit met een ethische houding en een politiek van de bevrijding om het bestaande ecologiebegrip te herijken: hij opent het zicht op een mentale en sociale ecologie. (DÖ 53/62) Zo wordt vanuit een esthetische gevoeligheid een kwetsbaar evenwicht geschetst tussen zelfreflectie, sociaal-politieke interacties en een door media gedomineerde technologie en economie.

Openheid voor het ongekende.

Ethisch-esthetische connecties vinden niet plaats in een neutrale ruimte, de lichamen van andere zijn niet objecten, maar co-extensief met eigen lichaam.

Ruimtes en plaatsen zijn opgebouwd uit meerdere verhalen, die verhalen hebben ook een andere geschiedenis. Doel is niet om het verhaal van de ander te ontkennen of negeren, maar om onze eigen capaciteit te vergroten = becoming.

Hoofdstuk 3:Tekst 1: ButlerInleiding

Judith Butler staat bekend om haar radicale deconstructie van geslacht en de binaire geslachtsordening. Volgens haar is het idee dat er maar twee verschillende geslachten zijn (nl man en vrouw) een constructie. Hierdoor komt ze tot een geheel nieuw begrip van macht en ook een geheel andere opvatting over wat politiek handelen zou moeten zijn.

· Macht is niet iets wat zich tegen subjecten richt, die zelf buiten die machtsverhoudingen bestaan. De wijzen waarop subjecten (individuen) ‘zijn’ zijn zelf al een gevolg van machtsverhoudingen. Mensen worden gevormd door de bestaande machtsverhoudingen, er bestaat niets daarbuiten. Politieke bewegingen moeten de vraag stellen hoe mensen gevormd worden en welke vormen van ‘zijn’ geaccepteerd en erkend worden, en welke niet zo niet, dan blijft het emancipatorische potentieel van deze bewegingen beperkt

· Post-identitaire vormen van politiek: politiek handelen dat niet uitgaat van gefixeerde identiteiten, maar juist deze identiteiten ter discussie stelt. Dit was doorslaggevend voor de queer-beweging:

· Zij heeft het doel om deze gefixeerde identiteiten te ondermijnen en te zoeken naar andere manieren van ‘zijn’. Hiermee willen ze bestaande machtsverhoudingen en ongelijkheden ter discussie stellen, uitdagen en veranderen.

Butler heeft veel kritiek gekregen door de feministen, omdat ze ‘de’ vrouwelijke identiteit in vraag stelt. Ze wordt verweten dat ze het lichaam discursief zou willen opheffen. Ook dat zij zou beweren dat mannen en vrouwen helemaal niet ‘bestaan’, dat het verschil tussen vrouwen en mannen een verzinsel is.

Butler spreekt dit tegen:

1. De kern van haar theorie is een radicale verbreding van ons begrip van hoe macht werkt. Het gaat haar erom te laten zien dat deze ongelijkheden pas mogelijk worden, wanneer subjecten door gewelds- en machtsverhoudingen tot vrouwen en mannen gemaakt worden. (heteronormativiteit een maatschappelijke ordening waarin slechts het ‘vrouwelijke’ en het mannelijke’ geslacht erkend worden en heteroseksualiteit als norm geldt.)

2. Deze theorie verschuift ook de parameters van de politiek. Het gaat dus om het ondermijnen van deze gefixeerde identiteiten en om het ter discussie stellen van de gewelds- en machtsverhoudingen waardoor mensen tot een bepaalde identiteit behoren.

Een ethisch imperatief: biografische schets

Ze genoot een joodse opvoeding en heeft daaraan een ‘ethisch imperatief’ overgehouden, ze ziet het namelijk als haar morele plicht om zich actief op te stellen tegen overheidsgeweld. Met dit begrip bedoelt men dat overheden mensen onderscheiden naar identiteiten zoals geslacht, seksuele voorkeur, geloof of nationaliteit, … en dit heeft een grote invloed op de vraag hoe (en of) mensen hun leven kunnen leven. Ze maakt zichtbaar welk geweld hiermee gepaard gaat

De manier waarop Butler haar imperatief in actie omzet is vooral een (taal)filosofische. Ze wil middels filosofische en taal theoretische argumenten de grenzen van het denken verschuiven. Ze wil bijdragen aan nieuwe sociale verhoudingen waarin deze identiteiten, gewelds- en machtsverhoudingen niet meer bestaan.

In haar beroemdste boek Gender Trouble (1990) richtte ze haar ethische imperatief op de kritiek op seksuele identiteiten en de manier waarop deze gevormd worden. Met dit boek wist zij de onderwerpen geslacht en subject te politiseren.

Met het onderwerp feminisme is ze beroemd geworden. Met haar boek Gender Trouble richtte ze haar ethische imperatief op de kritiek op seksuele identiteiten en de manier waarop deze gevormd worden.

Na 11 september behandelde Butler de vraag hoe middels toegeschreven identiteiten een grens getrokken wordt tussen leefbaar of waardevol leven en niet-leefbaar/waardeloos leven.

Volgens Butler is heteronormativiteit verweven met racisme en nationalisme.

Invloed van andere denkers

Butlers theorieën over geslacht en identiteit bouwen voort op 5 verschillende theoretische en politieke stromingen:

1. Feministische geschriften

2. Het werk van de Franse filosoof Michel Foucault: Butler bouwt voort op zijn theorieën over macht en de invloed daarvan op het lichaam. Maar Butler gaat een stap verder want zij beroept zich als derde bron van inspiratie op

3. de psychoanalyse (Freud en Lacan)

4. Taaltheoretische werken (John Langshaw Austin en Jacques Derrida)

5. Hegels Phänomenologie des Geistes en Nietzsches Genealogie der Moral

Op die manier stelt Butler een indrukwekkend instrumentarium samen waarmee ze kan conceptualiseren hoe lichaam, geslacht en het subject gevormd worden binnen een machtsstructuur die zij betitelt als heteroseksuele matrix.

De constructie van het geslacht

Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd de ongelijkheid van de vrouw goedgepraat met verwijzingen naar de verschillende ‘karakters’ van vrouwen en mannen en deze werden op hun beurt herleid tot de biologische ‘verschillen’ tussen de twee. Maar vanaf de jaren ’70 werden deze ideeën steeds scherper aangevallen door de zich ontwikkelende nieuwe vrouwenbeweging in de VS en Europa. Het traditionele idee dat biologie het lot bepaalt, werd door de feministen uitgedaagd. Veeleer meenden zij dat geslacht veroorzaakt werd door maatschappelijke verhoudingen.

Er werd hiervoor een onderscheid gemaakt tussen sekse en gender.

Sekse: het biologische geslacht, wordt als natuurlijk gegeven gezien

Gender: de sekse-rol die men zich aanmeet/aangemeten krijgt. Historisch, cultureel en maatschappelijk bepaald. Alle gelachtsspecifieke handelswijzen en kenmerken.

Tijdens de opvoeding en in het maatschappelijk leven werd geslachtsspecifiek gedrag aangeleerd en doorgegeven.

De verhouding tussen sekse en gender was niet-deterministisch, dus de ‘natuurlijke’ sekse zegt niets over het maatschappelijk bepaalde gender. Biologie is geen lotsbestemming.

Butlers kritiek op het onderscheid tussen sekse en gender

Het maken van een onderscheid tussen sekse en gender heeft de vrouwenbeweging een enorme boost gegeven. Het maakte het mogelijk om de biologiserende legitimaties van geslachtsongelijkheid te doorbreken en onderuit te halen.

‘Zwarte’ vrouwen en lesbische vrouwen wezen er al snel op dat het nieuwe feministische vertoog niet inging op andere vormen van sociale ongelijkheid. Zo spelen ‘kleur’ en seksuele oriëntering eveneens een rol bij de vorming van gender-rollen en de daarmee verbonden maatschappelijke ongelijkheden. Zwarte en lesbische vrouwen stelden dat het een misvatting is om uit te gaan van een eenvormig vrouwelijk subject, want hierdoor werd uitsluiting en discriminatie uitgelokt. ( fundamentele kritiek op het feministische vertoog)

Het grootste belang voor de vrouwenbeweging was echter wel één gedeelde identiteit op basis ve gedeelde sekse.

Butlers kritiek: de vrouwenbeweging houdt in de laatste instantie vast aan de bron van ongelijkheid (het verschil tussen vrouwen en mannen) terwijl zij deze juist wil ondermijnen. Want wanneer de verhouding tussen sekse en gender als niet-deterministisch wordt gezien, is er in feite geen enkele reden om nog aan dit onderscheid vast te houden. Butler neemt aan dat sekse net zozeer sociaal-cultureel bepaald is als gender.

Het gaat er dus om te onderzoeken welke machtsstructuren en maatschappelijke processen (‘productieapparaat’) sekse veranderen in een zogenaamd natuurlijk fenomeen..

Butlers kritiek op de natuurlijkheid van de twee geslachten

Uitgaande van de stelling dat gender én sekse sociale constructies zijn, stelt Butler zich ten doel het ‘productieapparaat’ ter discussie te stellen, dat aan de basis staat van dit onderscheid en dat (het idee van) de natuurlijkheid van sekseverschillen produceert.

Om dit te doen ontwikkelt zij een theoretisch raamwerk dat het mogelijk maakt om op een andere manier over geslacht na te denken, nl. als overkoepelende term voor sekse en gender.

Het is onmogelijk om het eigen lichaam waar te nemen of te beschrijven zonder daarvoor begrippen te gebruiken die nu al bestaan en die dus cultureel en maatschappelijk bepaald zijn en hierdoor worden bepaalde lichaamsdelen als relevant aangemerkt en andere niet. Deze verschillen krijgen daardoor een grote betekenis in onze (zelf)waarneming en in hoe anderen ons indelen.

Heteroseksuele matrix en performativiteit

De heteroseksuele matrix

Hoe worden lichamen en mensen dan vrouwelijk of mannelijk en waarom zien, voelen en beleven we deze situatie als natuurlijk.

· Heteroseksuele matrix = het complex van vertogen waarin het idee ontstaat dat lichamen en individuen ofwel vrouwelijk dan wel mannelijk zijn.

· Matrix: omdat ze het heeft over een maatschappelijke structuur, een machtsverhouding, waarbinnen heteroseksualiteit de structurerende logica. Deze logica schrijft voor dat geslacht, lichaam en subject slechts voorstelbaar zijn als vrouwelijk of mannelijk (geen combinatie)

· Heteroseksueel: omdat heteroseksualiteit de norm is en vereist dat het verband tussen sekse, gender en verlangen heteroseksueel en coherent is. De norm vereist dat een mens met een ‘vrouwelijk’ lichaam (sekse) zich ook vrouwelijk gedraagt (gender) en verlangt naar mensen van het tegenovergestelde geslacht.

Heteroseksualiteit is dus niet slechts een voorkeur of levenswijze, maar een vormende kracht die geslacht, lichaam en individu als vrouwelijk en mannelijk indelen.

Heteroseksuele matrix en performativiteit

Om te antwoorden op de vraag ‘Hoe komt het dat een lichaam niet alleen als vrouwelijk of mannelijk wordt ingedeeld en gevormd, maar ook als zodanig wordt beleefd?’, put Butler uit theorieën over performativiteit.

Volgens Langshaw Austin (taal-handelingstheorie) zijn taalhandelingen of taaldaden performatieve handelingen: ze roepen iets op dat voor het spreken nog niet bestond en er ook niet onafhankelijk van kan bestaan. Taalhandelingen produceren een werkelijkheid. Butler bouwt hierop verder en stelt dat het geslacht eveneens middels performatieve handelingen wordt geproduceerd.

Het gaat bij Butler niet alleen om taalhandelingen maar ook om allerhande alledaagse praktijken middels welke mensen hun geslacht produceren. ‘Geslacht is het effect van voortdurende herhalingen van gedragingen, lichaamspraktijken, gewoontes en gevoelens.’ hierdoor materialiseert zich de discursieve (=redenerende) constructie geslacht in het lichaam.

Maar het belangrijkste gevolg van deze performatieve handelingen is dat deze situatie tegelijkertijd als de natuurlijke situatie wordt gezien.

Deze performatieve handelingen kunnen niet opgevat worden als bewuste handelingen ve subject met een autonome wil. Het individu ontstaat pas tijdens deze performatieve handelingen. Het individu bestaat niet voor of buiten deze handelingen. Voor Butler is het geslacht dus niet het wezenskenmerk van een individu, maar een norm die zich middels performatieve handelingen in een lichaam materialiseert.

Het feit dat individuen onderverdeeld worden in vrouwelijk en mannelijk is geenszins een natuurlijk feit, het is veel eerder het gevolg van heteronormatieve machtsverhoudingen dat het geconstrueerde geslacht in moderne westelijke maatschappijen zo van fundamenteel belang is geworden.

Lichamen van belang

Butler werd verweten dat ze het geslacht reduceert tot een serie van willekeurige acties, of acties die men zelf zou kunnen bepalen.

MAAR

Met het concept ‘performativiteit’ wil Butler juist verklaren waarom het idee van een natuurlijk geslacht aan de ene kant een constructie is, maar dat deze constructie desondanks zeer reëel is.

Als reactie op het grote aantal misverstanden schreef Butler het boek Bodies that matter (1995). Hierin concentreert ze zich op de vraag hoe middels performatieve handelingen de norm geslacht tastbare vormen aanneemt.

De lichaamsdelen die van belang zijn voor de reproductie, krijgen betekenis toegewezen. Deze lichaamsdelen worden als wezenlijk gezien voor het zelfbewustzijn van het individu. De heteronormatieve norm geslacht produceert bepaalde lichaamsdelen die als erogene zones en (h)erkenningspunten voor het vrouwelijke of mannelijke lichaam gelden.

Psyche van de macht

The Psychic Life of Power (boek) hoe bindt macht het individu aan zich en andersom?

Om onszelf als individu te (h)erkennen, om een identiteit op te bouwen, om een ‘ik’ te worden, moeten we ons positioneren tegenover maatschappelijke categorieën zoals geslacht en ‘kleur’, die binnen de maatschappij worden gezien als centrale onderdelen van iemands identieit. In heteronormatieve maatschappijen kan het ‘ik’ alleen ontstaan door een verwijzing naar de heteroseksuele matrix. Op deze manier nemen we macht en normen op in ons ‘ik’, individu voor zijn bestaan afhankelijk van macht. We worden namelijk pas individuen als we ons verhouden tegenover heteronormatieve normen. Tegelijkertijd wordt echter de fundamentele afhankelijkheid van het individu van de macht uit het bewustzijn verdrongen (mensen zien zichzelf niet als effecten v macht)

Toch stelt Butler tegelijkertijd dat macht het individu niet volledig determineert. De norm geslacht kan nooit volledig gekopieerd worden, want in de toe-eigeningsprocessen blijft er altijd een zekere kloof bestaan tussen macht en performatief handelen. Door deze verschuivingen en ‘overtredingen’ kunnen andere manieren van ‘zijn’ aan de oppervlakte komen.

Heteronormativiteit en normatief geweld

Butler spreekt bij de vorming van vrouwelijke of mannelijke lichamen en subjecten van ‘dwang’. In heteronormatieve maatschappijen kan niemand zich volledig aan deze dwang onttrekken. Vrouwelijke en mannelijke lichamen kunnen alleen ontstaan (en als natuurlijk gelden) doordat alle andere lichaamsvormen die daar niet aan voldoen verboden blijven.

Deze fixatie op een coherent, stabiel geslacht en een stabiele geslachtsidentiteit noemt Butler normatief geweld ( noodzakelijk voor de vorming van vrouwen en mannen). Het gewelddadige karakter wordt duidelijk bij mensen die niet binnen het vrouw-man schema passen.

Receptie van Butlers werk

Butlers werk heeft veel discussie uitgelokt. Haar werk roept ook een aantal vragen op die zij niet direct beantwoordt. Deze worden hier besproken.

Ontbrekende historisering van de heteroseksuele matrix

Butler is meerdere malen bekritiseerd omdat haar conceptualisering van macht ahistorisch is. Het blijft onduidelijk hoe de heteroseksuele matrix is ontstaan en hoe deze zich historisch heeft ontwikkeld. Hierdoor lijkt het alsof het gaat om een universele machtsstructuur (maar het is een sociaal en cultureel construct).

Door het ontbreken van historisering van de heteroseksuele matrix, is er in Butlers werk ook weinig aandacht voor het verband tussen de heteroseksuele matrix en de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen.

Omdat Butler heteronormativiteit en de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen niet met elkaar verbindt, blijft de vraag onbeantwoord hoe het ontstaan vd constructie geslacht in verband staat met de ongelijke verdeling v bv bevoegdheden.

Heteronormativiteit en maatschappelijke krachtsverhouding

Butler kreeg ook veel kritiek op het gebrek aan concretisering van macht in haar werk. Ze verbindt haar uitspraken over de heteroseksuele matrix nauwelijks met andere sociale ongelijkheden.

Vooral de laatste tijd concentreren queer-theoretische publicaties zich op de vraag hoe heteronormativiteit en kapitalistische uitbuiting met elkaar verbonden zijn. In dit verband is het begrip ‘seksuele arbeid’ ontstaan. Met dit begrip willen zij zichtbaar maken hoe de productie van natuurlijke geslachten en geslachtsidentiteiten op een subtiele wijze verweven zijn met kapitalistische arbeidsverhoudingen.

normaliseringsarbeid = op het werk wordt geëist dat men deze pogingen en de moeite ertoe verhult. Want alleen zo kan de illusie blijven bestaan dat deze lichamelijke en seksuele ‘normaliteit’ altijd al bestaan heeft..

Er wordt ook een verband gelegd tussen het neoliberalisme, de boven geschetste veranderingen van heteronormativiteit en de veranderde productiewijze (nu meer flexibele productiewijzen, individuele consumptievormen en pluriforme levenswijzen)

Er wordt ook gewezen op de verbindingen tussen heteronormativiteit en (neo) kolonialisme en racisme: productie v voorstellingen v niet-Europese anderen gaat steeds terug op de heteroseksuele vooronderstellingen en –oordelen.

Queer Politics

Hoe kan men politiek handelen conceptualiseren dat niet refereert aan identiteiten of het idee van autonome, soevereine subjecten? (want als men zich wel beroept op identiteiten, versterkt men juist de machtsstructuur).

Voorbij de fixatie op stabiele identiteiten

Butlers deconstructie v geslacht, lichaam en subject heeft de feministische theorie en de politiek in de jaren ’90 omgewoeld. Butlers theoretische interventie ondermijnde het zelfbeeld van de vouwenbeweging. Ze stelde dat een feministische politiek die zich baseert op een gedeelde identiteit als ‘vrouw’ juist de machtsstructuren in stand houdt waarbinnen seksuele onderdrukking überhaupt mogelijk is.

De tweede vrouwenbeweging (jaren ’60) stelde zich vanaf het begin ten doel om het begrip van politiek te verbreden door ook de reproductieve sfeer (wonen, gezin, milieu), sociale en emotionele verhoudingen, het lichaam, seksualiteit, … te politiseren. Butlers interventies kunnen gezien worden als een voortzetting van die verbreding en uitbreiding van wat als politiek gezien wordt en wat politiek bekritiseerd moet worden. Maar in tegenstelling tot een groot deel van de feministische beweging verbindt Butler de kritiek op het geslacht met een kritiek op heteronormativiteit en propageert zij politiek handelen dat voorbij gaat aan een natuurlijke identiteit van (geseksualiseerde) subjecten.

Butlers werken kunnen dus gezien worden als het verder voeren van feministische kritiek en tegelijkertijd als een interne queer-feministische kritiek op een feminisme dat uitgaat van een binaire geslachtsordening.

De denaturalisering van het ‘natuurlijke’

Het geslacht is dus voor een queerfeministische politiek niet het uitgangspunt maar juist het onderwerp van kritiek. (bv niet streven naar gelijke rechten voor mannen en vrouwen want dit toont het verschil tussen man en vrouw).

De deconstructie van geslacht, lichaam en subject roept ook de vraag op wat in ‘onze’ maatschappij als ‘echt’ leven geldt en wie er als individu gezien wordt. Politiek betekent daarom ook kritisch kijken naar de omstandigheden en dynamieken v datgene wat als normaal, natuurlijk en natuurgegeven gezien wordt.

Radicale queer-feministische politiek stelt zich daarom ten doel om eenduidige vormen v subject zijn te parodiëren, te ondermijnen en uit te dagen om zo de machtsverhoudingen te veranderen. Bv travestie

Butler niet alleen een verbreding van het terrein van politiek handelen en politieke kritiek, maar ook een verschuiving in de fundering van politiek handelen en politieke kritiek. Voor radicaal queer-feministische politiek staat het verwerpen van het subject als fundering voor politiek handelen aan de basis van radicale kritiek en verzet. Het politieke doel van radicale queer-feministische bewegingen is juist de ondermijning van bestaande vormen van subject-zijn en het scheppen van ruimte voor andere vormen van subject-zijn.

Queer politics

Butler had grote invloed op de beginnende queer-beweging. De term queer politics moet gezien worden als een verzamelterm, waaronder een divers palet van politiek activisme valt (term wordt open gehouden en verandert steeds van betekenis).

· Motto: geen norm voor niemand.

· Gemeenschappelijk: afwijzing v identiteiten en zoektocht naar nieuwe vormen v lichaam, subjectiviteit en sociale verhoudingen

Queer politiek stelt zich niet ten doel ‘andere’ levens-, liefdes- en begerenswijzen te integreren in de bestaande (heteronormatieve) orde. Het gaat er juist om een radicaal andere maatschappijvorm na te streven die voorbijgaat aan hedendaagse dichotome indelingen als heteroseksueel/homoseksueel, normaal/abnormaal, …

Afwijking vd norm teken v kracht en bewijs vd mogelijkheid om op andere manieren te zijn

Queer-feministische beweging in VS queer, feministisch, antiracistisch en antikapitalistisch. Het gaat er dus om duidelijk te maken op welke verschillende manieren heteronormatieve, racistische en kapitalistische uitbuiting, onderdrukking en ongelijkheid samenvallen en elkaar versterken.

De queer-beweging streeft er naar voortdurend ook de eigen positie binnen het complex van heteronormativiteit, ‘kleur’, klasse, nationaliteit, … te reflecteren.

DOEL: antikapitalistische strijd tegelijkertijd ook een queere en feministische en antiracistische strijd.

Politiek en filosofie

Als politiek filosofe droeg en draagt Butler er, middels filosofische argumenten, vooral aan bij dominante identiteitsvormen te bekritiseren en (denk)ruimte te creëren voor tegen-hegemoniale vormen van individu-‘zijn’. Ook betrokken bij politieke acties en campagnes. Haar opvattingen over het conflict in het Midden-Oosten is controversieel

Politieke ethiek

Hoe kan politiek handelen geconceptualiseerd worden zonder uit te gaan ve soeverein, autonoom individu?

Butler is niet alleen op zoek naar een nieuwe politieke ethiek, maar ook naar nieuwe vormen van politiek..

‘Hoe zou politiek en politieke theorie er uitzien wanneer we onze aannamen over mensen en hun lichamen loslieten? – Chambers en Carver

Precaire subjecten

Uitgangspunt van de politiek voor Butler: de kwetsbaarheid van het leven en van de politiek zelf. Deze kwetsbaarheid (precariousness) ziet ze als een toestand die alle mensen eigen is. het is volgens Butler de sociaal-ontologische kern van het leven.

Relationaliteit (= het feit dat we vanaf het begin van ons leven van anderen afhankelijk zijn) komt in de plaats van autonomie als fundament van politiek en politieke actie

Politiek van gedeelde kwetsbaarheid

Deze kwetsbaarheid is niet gelijk verdeeld in hiërarchisch georganiseerde maatschappijen. Butlers radicale deconstructie van lichaam en subject vestigt de blik op de vraag hoe kwetsbaarheid verdeeld is over de assen geslacht, seksualiteit, ‘kleur’ en klasse. De kritiek van deze politiek omvat ook de deconstructie van hegemoniale ‘waarheden’ en ‘voorwaarden waarbinnen toestanden acceptabel zijn of worden’. Want het zijn deze ‘waarheden’ en voorwaarden die zo’n grote invloed hebben op de vorming en (zelf)erkenning van subjecten.

Er ontstaat ruimte voor reflectie op de verhoudingen, uitsluitingen, vervormingen en het geweld dat ons tot individuen maakt.

Op dit moment zijn de materiële, culturele en maatschappelijke mogelijkheden om deel te nemen aan politieke strijd over deze zaken zeer ongelijk verdeeld (niet alleen globaal, tussen noord en zuid, maar ook langs de assen geslacht, seksualiteit, ‘kleur’, klasse, …). De strijd vd queer bewegingen moet verbonden worden met feministische, antikapitalistische, antikoloniale bewegingen om te voorkomen dat queer politiek een elitair, wettelijk fenomeen wordt.

Hoofdstuk 4: Tekst 1: intersectionaliteit in vijf veronderstellingen Inleiding

Multiculturaliteit = breder dan enkel de zogenoemde nieuwkomers, ook te maken met de emancipatie v groepen die vroeger maatschappelijk onmondig/onzichtbaar waren (arbeiders, vrouwen, homoseksuelen en mensen met gezondheidsbeperkingen)

Voor het voortbestaan v onze samenleving is het essentieel dat al die verschillende groepen sociaal participeren, onderlinge verbondenheid! => welke voorstelling we ons maken v diversiteit is belangrijk (daarover gaat intersectionaliteit)

Traditionele veronderstellingen aan het denken over de maatschappelijke verschilcategorieën

· Verschilcategorieën zijn dichotoom (of-of kwestie, bv man of vrouw)

· Verschilcategorieën zijn machtsneutraal (maakt niet uit bij welke je hoort)

· Verschilcategorieën zijn eendimensionaal (cultureel of psychisch of biologisch)

· Verschilcategorieën zijn statisch (bv man blijft man)

· Verschilcategorieën zijn onafhankelijk v elkaar en hiërarchisch te ordenen

Deze veronderstellingen vormen een platte opvatting v diversiteit. Intersectioneel denken is gebaseerd op 5 andere (tegengestelde) veronderstellingen. Deze worden in de volgende 5 puntjes uitgelegd.

· De verschillen zijn continu (1)

Maatschappelijke verschillen zijn beter te begrijpen als én-én

Voorbeeld: sekse/gender

Continuïteit tussen man en vrouw: assen van verschil of differentielijnen

Doing gender = gender beschouwen als kwestie v zelfproductie of zelfuitvinding (ultieme stap in dit denken)

Voorbeeld: etniciteitAllochtoon = ten minste één vd ouders is in het buitenland geborenLater: verschil tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Ook vaardigheid in Nederlandse taal en huidskleur zijn geen kwestie v 0 of 100%

Door de werkelijkheid in continua uit te drukken (en dus geen of-of situatie), kunnen we veel beter recht doen aan de etnische variatie (bv allochtonen die perfect Ned spreken, mensen met Ned paspoort die in het buitenland zijn opgegroeid)

3 historische reden van het in Nederland zijn: ZMV (politieke dimensie vh etniciteitsbegrip)Z = zwart, kolionaal verledenM = migratie, omwille van arbeidV = vluchtelingschap

· De verschillen zijn machtsgeladen (2)

Het maakt wel degelijk uit welke positie je op een bepaald continuüm inneemt, de ene subcategorie geldt altijd als hoger en beter, als norm voor de andere. Mannen, autochtonen, heteroseksuelen en veertigers vormen die norm voor vrouwen, allochtonen, homosekstuelen en ouderen.

Deze normerende positie is impliciet en onzichtbaar, het lijkt normaal en vanzelfsprekend. => moeilijk om zicht te krijgen op de privileges => ten rade gaan bij mensen in hybride posities, degenen die in 2 werelden leven ‘binnenstaande buitenstaander’ bv zwarte arts

Een meerderheid- of minderheidspositie berust niet op biologische of culturele kenmerken, maar is gevolg v socio-historische en politieke processen

Dit is evenmin een dichotomie: continuüm tussen privilegiëring en minorisering. Er zijn namelijk veel vormen v machtsuitoefening. Op dit continuüm kunnen mensen en groepen uiteenlopende en ook gemengde posities v macht en machteloosheid innemen ‘onmachtige machtsdragers of machtige onmachtigen’.

Macht is niet enkel negatief (bv uitsluiting, discriminatie, minachting), heeft ook positieve en productieve kanten (bv empowerment, emancipatie, gelijke behandeling, respect)

· De verschillen zijn meerdimensionaal

Maatschappelijke verschillen bestaan uit meerdere dimensies, ze zijn gelaagd (MAAR ≠ hiërarchisch). Afhankelijk vd problematiek en de sector is te beargumenteren welke lagen er nodig zijn (bv binnen geestelijke gezondheidszorg: cultureel, sociaal, relationeel, psychisch en biologisch. Binnen maatschappelijk werk ook economisch en politiek, binnen interculturele hulpverlening ook spiritueel en linguïstisch). Binnen elke laag zijn machtsverschillen aan te wijzen. Mannelijk en westers geldt als superieur.

· Culturele laag

Gender: welke ideaalbeelden en gedragsnormen gelden voor mannen en vrouwen en welke rechten en plichten hebben ze?

Etniciteit: betekenissystemen (beelden en vertogen v wat een echte Turk bv is en de symbolen en activiteiten ermee verbonden

· Sociale laag

Sociale posities die mensen innemen en de rollen die zij vervullen binnen de:

1) Privésfeer: rollen v kostwinner-huisvrouw + wijze waarop etnische variatie in het gezin uitwerkt

2) Sociale netwerken: vroeger man contacten op werk en vrouw met familie, nu verschuivingen hierin

3) Publieke sfeer: horizontale en verticale segregatie in gender en in etniciteit. Vooral op de arbeidsmarkt opvallend

· Relationele laag

Directe contacten en omgangsregels bv dagelijkse discriminatie, bemoedigende contacten en steunbronnen. Veel aandacht naar communicatie waarin vrouwen verbondenheid en gelijkheid vooropstellen en mannen dominantie. Maar dit gebeurt enkel in de publieke sfeer, in de privé-sfeer kan dit veranderen. Opvallende parallel tussen vrouwen en niet-westerse allochtonen: indirecter taal- en verhaalspel

· Psychische laag

Cognities, gevoelens en handelwijzen die aan de positionering op grond v sekse/ gender of etniciteit zijn verbonden. Dat betreft rechten, plichten, trots en schaamte, …

Gender: emotionele quotiënt v mannen lager dan vrouwen en ruimtelijk inzicht v mannen groter. Ook anders omgaan met stress, sterke egogrenzen v mannen en verschil in hechtingsstijlen.

· Biologische laag

Gender: hormonen, organen en tolerantie voor alcohol + aanleg voor bepaalde ziektes

Etniciteit: enzymen, huidkleur en oogopbouw + aanleg voor bepaalde ziektes

· De verschillen zijn dynamisch

· Binnen de lagen

In elke laag is op groepsniveau gezien een eigen dynamiek gaande

Bv in biologie: anticonceptiepil, huidskleur donkerder/lichter maken

Bv in cultuur: verschuivingen in beelden en vertogen v wat een echte man of vrouw is, bv rastakapsels vroeger voor zwarten, nu ook geadopteerd door de witte jeugd

· Tussen de lagen

Dynamiek tussen de lagen bv acculturatie, socialisatie, internalisatie

Bv socialisatie: mensen maken zich de normen, waarden en rolgedragingen eigen ve bepaalde maatschappelijke verschilcategorie waarbij je vanwege bepaalde kenmerken wordt ingedeeld of jezelf bij indeelt (culturele, sociale en psychische laag)

Wat voor een seksegebonden persoonlijkheidstrek wordt gehouden, blijkt sociaal en cultureel bepaald te zijn

Maatschappelijke veranderingen blijken anders uit te werken op de persoonlijkheids-vorming v vrouwen dan v mannen

Bv psychofysiologie: emotionele ervaringen hebben langdurige synaptische effecten

· Identiteitsvorming

Identiteit = resultaat v dergelijke wordingsprocessen, men kiest ervoor zich te verbinden met een bepaalde groep en dat te representeren in gedrag, kleding, .. (= doing gender). Deze keuzevrijheid verschilt echter per verschilcategorie (je kan niet kiezen of je je huidskleur toont).

Op grond v dergelijke kenmerken krijgen mensen een positie toegewezen in de maatschappelijke ordening

Identiteiten worden dus gevormd in wisselwerking tussen actoren en hun omgeving. Dit is niet altijd tot wederzijds genoegen.

Historische gebeurtenissen of levensgebeurtenissen kunnen in de identiteit voor veranderingen zorgen.

· Verschilspiralen in de samenleving

De interactie tussen de lagen kunnen we ons voorstellen als spiralen v verschil. Dit is het terrein vd non-lineaire systeemdynamica (= minieme beginafwijkingen kunnen door herhaling vd vervolgprocessen uitgroeien tot de omvang ve orkaan)

Bv in biologie: geslachtsorganen met grote gevolgen

Maar verschillen kunnen elkaar ook dempen bv 20e eeuw tussen christelijke religies

· Constructivisme

Er zijn echter nog steeds veel gelijkheden bv tussen mannen onderling

Wij –mensen- zijn hier zelf de oorzaak van. Overeenkomsten zijn namelijk de uitkomst ve daad van (opzettelijke) onverschilligheid voor ongelijkheden

· De verschillen zijn onderling afhankelijk

· Interplexiteit

= onderlinge ontvouwing

Gelaagdheid, dynamiek binnen de lagen en onderlinge wisselwerking tussen de lagen is te typeren als interplexiteit

Individueel niveau: identiteitsvorming en deelidentiteiten

Samenlevingsniveau: maatschappelijke ordening en verschilspiralen

Als persoon leven we met meerdere deelidentiteiten tergelijkertijd: hoe moeten we ons de samenhang v die identiteiten voorstellen?

1) Traditionele veronderstelling: verschilcategorieën als elementen die onafhankelijk v elkaar variëren en waarvan er afwisselend eentje dominant kan zijn

Wordt gebruikt bij bevolkingsonderzoeken, instellingen, ..

2) Genuanceerde benadering: er wordt een wederkerige invloed verondersteld tussen de centrale verschilcategorie en de andere categorieën. Bv sekse/gender verandert v betekenis onder invloed v etniciteit, klasse en levensfase

3) Gelijktijdige werking met wisselwerking tussen de cirkels. Maar welk verschil moet in het midden staan (en in die zin dominant zijn?)

· Onderlinge variatie en ordening v categorieën

De intersectionele opvatting v diversiteit laat vergeleken bij traditionele opvattingen meer complexiteit toe in het denken over combinaties v verschilcategorieën en identiteiten. Zij zegt nl dat verschilcategorieën elkaar kruisen (niet onafhankelijk zijn) en gelijktijdig werkzaam zijn. Al onze beelden en verwachtingen spelen tegelijkertijd en veranderen daardoor elkaars betekenis. Er kunnen wel verschuivingen optreden in de combinaties die een samenleving als vanzelfsprekend of problematisch vindt.

· Van mikado naar caleidoscoop

Persoonlijke kant vd identiteitsvorming = mikadospel: ook al gaat het steeds om dezelfde assen v verschil, toch kunnen de combinaties verschillen. Ook de dynamiek v die identiteitsconstructie is op die manier voorstelbaar.

Caleidoscoop kan deze dynamiek nog beter uitdrukken

· Verwevenheid

Variatie aan betekenisgevingen, kansen en krachten die er achter bv homoseksualiteit of leeftijd schuil gaat

Implicaties v intersectioneel denken

Implicaties voor ons begrip v maatschappelijke diversiteit. Verhoogt de sensitiviteit voor hybride posities en voor de bronnen v spanning en conflict die daaruit voortvloeien. Bovendien brengt het de uitwerkingen v machtsdynamiek onder de aandacht. Het scherpt daardoor ons inzicht in aangrijpingspunten voor verbetering.

· Dimensies en dynamiek

Door aandacht voor de dimensies binnen verschilcategorieën wordt de interne variatie duidelijk bv biologisch jong, psychisch ouder

Door aandacht voor de wisselwerking tussen de dimensies wordt de variatie in levenslopen duidelijk bv als meisje opgroeien in jaren 90 ≠ als meisje opgroeien in jaren 50 (anticonceptie, toekomstbeelden als huisvrouw of carrière)

· Hybride identiteiten en posities

Ook veel bronnen voor spanningen en strijdigheden aanwezig bv verwachtingen tussen sommige assen v verschil die botsen

Voor hulpverleners die zich met stagnaties in de identiteitsontwikkeling bezighouden, is het verstandig onderscheid te maken tussen assen v verschil die:

1) Al dan niet zichtbaar zijn (sekse <-> homoseksualiteit)

2) Het tijdstip waarin een bepaalde verschil-as een rol speelt in de identiteitsvorming

3) De kans dat de cliënt een vb heeft gehad in het omgaan met een specifiek verschil of combinatie v verschillen (er niet alleen voor staan)

Andere soort hybriditeit: wanneer mensen op sommige assen v verschil een dominante positie bezetten en op andere geminoriseerd zijn.

Met de intersectionaliteitstheorie kunnen we dergelijke hybride identiteiten en situaties gemakkelijker onderkennen en ontleden

· Externe en interne identificatie

Waarschuwing tegen stereotypering (bepaald gender automatisch relateren aan bijbehorende waarden)

Besef dat we anderen soms op assen en posities situeren waar die zichzelf niet v bewust zijn en/of waar ze het niet mee eens zijn.

· Gevolgen v machtsdynamiek

Ook de politieke kant v individuele belevingen, gedragingen en problemen beter begrijpen bv meer oog voor de stress die uit machtsverhoudingen voortvloeit bv chronische acculturatiestress

Mensen die doorlopend ongunstige identiteitsbeelden aangeboden krijgen => geïnternaliseerde machteloosheid: hopeloosheid, hulpeloosheid, angst, ..

Ook sensitiviteit voor de gevolgen v geïnternaliseerde privilegiering. Trots en zelfingenomenheid <-> angst om privileges te verliezen, verlangen naar ontschuldiging, ..

· Aangrijpingspunten voor empowerment

Door intersectioneel denken meer oog voor de aanwezige kracht

Terwijl we verschillen erkennen ook overeenkomsten zien, mogelijkheden voor bondgenootschappen (=aangrijpingspunten voor empowerment)

· De andere(nde) vraag

Hoe zou dit verhaal eruit zien als

1) Deze persoon andere etnische kenmerken of een andere leeftijd zou hebben?

2) Een man zou zijn ipv een vrouw?

3) Een hogere opleiding zou hebben ipv een lagere?

Zo kunnen belangrijke –nog niet onderkende- overeenkomsten aan het licht komen, met het daarin aanwezige potentieel voor verbinding en allianties en steun.

Tekst 2: Lezingenbundel intersectionaliteit (Gloria Wekker)Nog doen: Paula S. Rothenberg

Soms is het nodig om na te denken over waar we nu staan en hoe we hiervandaan verder moeten. We bevinden ons in een nationale crisis: hevige maatschappelijke strijd om betekenissen, om duiding vd situatie waarin we ons bevinden, maar de oude manieren v denken blijken ontoereikend voor een harmonieuze oplossing v deze moeilijkheden. Zo’n crisis opent echter ook mogelijkheden.

Het idee achter intersectionaliteit is al eeuwen oud.

Opvallende ingrediënten uit de complexe context waarin we leven:

· Het positieve beeld v Nederland als een paradijs op aarde op vlak v intersectioneel denken strookt niet met de manier waarop oa (zmv-) vrouwen de werkelijkheid beleven.

· In het afgelopen jaar hebben we als samenleving een politieke sliding naar rechts gemaakt. Het is belangrijk tegen de stroom in te gaan en niet door de knieën te gaan voor simplistische voorstellingen v zaken of voor bedreigingen.

· Er is een gat gevallen in de overdracht vh feministisch erfgoed naar jongere generaties. vooral buitenlandse studenten zijn hierin geïnteresseerd. Door de invoering vd BaMa-structuur zijn het ook jongere studenten. Hun kennispakket bestaat slechts uit:

· Een biologisch vertoog

· Een vertoog ve eigen keuze maken

· In verschillende sectoren vd samenleving worden pogingen gedaan om het intersectionele denken in praktijk te brengen. De overheid wil naar een meer cliëntgericht beleid overgaan.

· Diversiteit is een containerbegrip met veel verschillende invullingen. Juist de theoretische uitgangspunten v intersectionaliteit bieden goede handvaten om het begrip op een overwogen en inclusieve manier in te vullen.

· We zien een opleving vh maatschappelijk debat over het multiculturele drama, waarbij deze keer vrouwen niet alleen object zijn in de discussie, maar ook als subject deelnemen aan deze discussie. Het object vh emancipatiebeleid is echter steeds witte vrouwen uit de middenklasse, zmv-vrouwen blijven achterwege.

· De overheid zelf heeft een grote rol gespeeld bij het construeren v bv een islamitische zuil in Nederland en de geprivilegieerde rol die mannen daarin onvermijdelijk spelen.

E-quality houdt zich bezig met beleidsbeïnvloeding. In beleid wordt meestal een of-of benadering gehanteerd. Er wordt als vanzelfsprekend van uitgegaan dat de categorieën ‘vrouwen’ en ‘allochtonen’ heldere, duidelijk afgrensbare, elkaar niet overlappende groepen zijn. Maar dit is niet zo. Er is hier sprake ve machtsgreep:

· In de categorie vrouwen wordt de etnische positie als niet v belang geacht, maar wit wordt terwijl wel tot de norm verheven.

· In de categorie allochtonen wordt het geslacht als niet v belang geacht, maar mannelijkheid wordt hier tot de norm verheven.

· Witheid en mannelijkheid zijn ongemarkeerde categorieën, zmv gemarkeerde

In de tweede plaats spreekt uit het gevoerde beleid de opvatting dat gender alleen over vrouwen zou gaan en etniciteit alleen over allochtonen. Dit is echter niet waar. Een werkelijk wervelend beleid zou veel aandacht besteden aan zelfreflectie. Organisaties die willen veranderen, moeten sterk bij zichzelf ten rade gaan om inzicht te krijgen in hun motieven en erachter te komen welke onderdelen vd organisatie aan revisie toe zijn.

In de derde plaats lijkt de consensus in de samenleving als geheel te zijn dat de emancipatie v (witte) vrouwen inmiddels voltooid is. Zmv-vrouwen zijn in deze visie nog niet zover. De jeugd tegenwoordig gelooft in emancipatie in enkelvoud (elk gezin beslist voor zich) en niet in een collectieve beweging die structurele ongelijkheden aan de kaak stelt.

Jaren ’70: culturele en politieke omslag: geloof in maakbaarheid vh eigen, individuele bestaan en niet langer in dat vd samenleving. In de publieke ruimte zien we een verschuiving in aandacht v gender naar etniciteit.

In Nederland wordt juridische gelijkstelling v vrouwen verward met gelijkwaardigheid. De ongelijkwaardige positie v vrouwen blijkt uit tal v indicatoren. Er is in de dominante opvatting voortdurend sprake v asymmetrisch, hiërarchisch deken in binaire categorieën, waarbij de dominante sekse en etnische groep erin slagen zichzelf als neutraal af te schilderen.

Het intersectioneel denken propageert en-en denken: gender, etniciteit en de andere ordenende mechanismen zijn tegelijkertijd werkzaam en coconstrueren elkaar.

3 voorstellen zodat het beleid zich rekenschap kan geven vd verschillen naar gender en etniciteit die er tussen groepen burgers bestaan:

· Bij vraagstukken op het gebied v gender bv moet steeds de vraag gesteld worden of dit voor alle categorieën mannen en vrouwen geldt. Wat is de rol v etniciteit, seksualiteit en klasse? (=de andere vraag stellen)

· Het verzamelen v statistieken, uitgesplitst naar meerdere ordeningsprincipes.

· Om zoveel mogelijk burgers te bereiken met het beleid, moet niet als imaginair subject een burger genomen worden die voldoet aan de standaard, maar net iemand die in verschillende opzichten van die standaard afwijkt.

Hoofdstuk 5:

Tekst 10: Inclusion as social justice: critical notes on discourse assumptions, and the road ahead

Inclusief onderwijs zou moeten focussen op de transformatie v onderwijssystemen en de rechtvaardiging v zo’n project is vaak gebaseerd op de idealen vd sociale rechtvaardigheid. Het wordt gezien als een middel om sociale rechtvaardigheid te bereiken voor studenten met een beperking. Maar deze rechtvaardiging wordt kritisch bediscussieerd in dit artikel.

Dyson maakte een onderscheid tussen:

· De rechtvaardiging v inclusie: redenen voor een inclusief onderwijssysteem. Hierin zijn er 2 discoursen:

· Rechten en ethiek

· Efficiëntie

· De implementatie v inclusie: de manier waarop inclusie uitgevoerd wordt.

2 soorten argumenten:

· Politieke

· Pragmatische

Discourses of inclusion

Justification of inclusion discourse

Het gaat om de rechten v personen met een beperking op vrij en gepast onderwijs.

Het rechten-en-ethiek-discours geeft aandacht aan de rol die de school speelt in het in stand houden v ongelijkheid. Dit geldt zeker voor studenten met een beperking, want ze worden gesegregeerd vd andere studenten. Het bestaan ve duaal onderwijssysteem voorkomt systematische veranderingen om onderwijs responsief te maken aan een ongelooflijk diverse samenleving

Het efficiëntie-discours bekritiseert gesegregeerde modellen, omdat het buitengewoon onderwijs faalt op vlak vh leren v studenten. Studenten uit het BuO vertonen geen betere resultaten. Inclusief onderwijs daarentegen heeft sociale voordelen voor iedereen. BuO heeft volgens dit discours geen grote impact op de organisatie v lesgeven en leren (het is niet zo verschillend van dat in het gewoon onderwijs).

Implementation of inclusion discourse

Er zijn politieke argumenten, omdat er wordt aangenomen om ve duaal onderwijssysteem over te gaan naar een inclusief onderwijssysteem, politiek werk en worsteling nodig is. De promotie ve inclusief onderwijssysteem vereist politieke acties ten voordele v onderdrukte groepen. Het implementatie-discours bevraagt ook de onderliggende ideeën die zo’n gesegregeerd systeem onderhouden (bv dat de beperking in de persoon zelf ligt en hiervoor een speciale omgeving nodig heeft).

Er zijn ook pragmatische argumenten: dit focust op de aard v inclusieve scholen en op de unieke organisatie ervan. In deze traditie werden praktische richtlijnen gegeven voor de implementatie v inclusief onderwijs, vanuit school- of klasperspectief.

Social justice views in inclusion discourses

Binnen het BuO heeft altijd een opvatting v sociale rechtvaardigheid gedomineerd dat gebaseerd is op het individu. Sociale rechtvaardigheid-opvattingen zijn individueel of communitair.

· Individuele opvatting v sociale rechtvaardigheid -> basis voor de rechtvaardiging v inclusief onderwijs

· Een vd meest prominente visies benadrukt toegang tot en verdeling v middelen. Samenlevingen zouden ongelijke verdeling v middelen moeten toelaten zolang het de zwakste leden vd sam