Uzletters122
-
Upload
jansen-janssen -
Category
Documents
-
view
223 -
download
1
description
Transcript of Uzletters122
![Page 1: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/1.jpg)
letters
122
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen UGent UZ GENT
Driemaandelijks tijdschriftjrg 24, nr 122 maart, april, mei 2015
Afze
ndad
res:
De
Pint
elaa
n 18
5 – 9
000
Gent
| To
elat
ing
gesl
oten
ver
pakk
ing
nr. 0
3/60
| A
fgift
ekan
toor
Gen
t X
PP B-03961BELGIE(N) - BELGIQUE
![Page 2: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/2.jpg)
Wijverhogenuwcomfort !
VRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEKBEL GRATIS: 0800 20 950
TRAPLIFTEN, HUISLIFTEN & PLATEAULIFTENVRIJBLIJVENDE OFFERTE / BEZOEK
SERVICE24/24 - 7/7
WWW.COMFORTLIFT.BEMannebeekstraat 3 | B-8790 Waregem | [email protected]
Ad_UZ_222x76,5_NL.indd 1 15/01/15 11:31
advertentie advertentie
![Page 3: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/3.jpg)
Als financieel verantwoordelijke wilt u dat iedereen in uw ziekenhuis het goed heeft …
Maak samen met uw ING Relationship Manager uw missie waar.
Om het welzijn van de patiënten in uw ziekenhuis te garanderen,
is effi ciëntie voor u een topprioriteit. Bij ING beseffen we dat.
Daarom kunt u rekenen op een ING Relationship Manager die
uw behoeften begrijpt. Ook bieden we u een aantal fi nanciële
oplossingen die u perfect ondersteunen in uw taak. Diensten
die uw geldstromen optimaliseren en uw liquiditeitsbeheer en
betalingen nog vlotter laten verlopen, bijvoorbeeld. En vergeet het
elektronisch bankieren niet, speciaal afgestemd op uw situatie en
organisatie. Zo maken we u het leven gemakkelijker. Maak gerust
een afspraak met uw ING Relationship Manager.
ing.be/business
Aanbod van bankdiensten onder voorbehoud van aanvaarding door ING België en wederzijds akkoord. De voorwaarden en modaliteiten (reglementen, tarieven en andere aanvullende informatie) zijn beschikbaar bij uw ING Relationship Manager of op www.ing.be/business.ING België nv – Bank/Kredietverlener – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.
230x170_ING_INSTITUTIONAL_PM_HEALTH_NL.indd 1 09/02/15 12:25
advertentie
![Page 4: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/4.jpg)
E
![Page 5: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/5.jpg)
5
Prof. dr. Steven Weyers
Hoofdredacteur
AYA-LOUNGE. In deze gezellige ruimte kunnen jonge kankerpatiënten – AYA staat voor Adoles-cents and Young Adults – voortaan verpozen met hun vrienden, familie en lot genoten. De jongeren laten hier het ziekenhuisgevoel even achter om te laptoppen, een dvd te kijken of op de Wii Fit te spelen.
edito
Duurzame zorgOns zorgsysteem staat zowel financieel als inhoudelijk voor belang-
rijke uitdagingen: hoe houden we onze kwalitatief hoogstaande
geneeskunde maximaal toegankelijk voor de komende generaties
patiënten én zorgverleners? Door in de toekomst de patiënt meer en
meer eigenaar te laten worden van zijn eigen zorgtraject bijvoorbeeld.
En ook door nog verder te gaan in de richting van multidisciplinaire en
interprofessionele samenwerking. Verder zal ook de zorg voor de zorg-
verlener in belang toenemen. In dit nummer van UZ Letters worden
hieromtrent een aantal innoverende initiatieven belicht.
Het UZ Gent biedt sinds kort als eerste ziekenhuis in Vlaanderen self-
care nierdialyse aan. In 5 units staan een 20-tal patiënten zelfstandig
in voor hun eigen dialyse, onder begeleiding van 1 verpleegkundige
tegenover 5 in de klassieke setting. Een multidisciplinair team van o.a.
psychiaters, psychologen en gezinstherapeuten zorgt er, samen met de
huisarts, voor dat psychische problemen binnen het gezin aangepakt
worden. Als enig centrum in ons land beschikt het UZ Gent over een
multi disciplinair DSD-team dat instaat voor de diagnostiek, psycholo-
gische opvang en behandeling van stoornissen, of beter ‘variaties’ in de
aanleg van de geslachtsontwikkeling. En ook het genderteam van het
UZ Gent scheert hoge toppen: vorig jaar kregen zij een recordaantal van
148 transgendercliënten over de vloer.
Twee vernieuwende initiatieven inzake interprofessionele samen-
werking zorgen ervoor dat de opleiding geneeskunde aan de UGent een
belangrijke voorloperrol speelt. Getuige hiervan het feit dat we, via het
Global Forum on Innovation in Health Professional Education, als enige
Europese universiteit mee mogen beslissen over de manier waarop
interprofessioneel opleiden wereldwijd vorm krijgt.
Ten slotte ook nog aandacht voor de gezondheid van de zorg-
verleners: recent onderzoek van onze faculteit
toont aan dat specialisten, artsen-in-opleiding en
verpleegkundigen bloot staan aan een hoog risico
op burn-out. Een recent opgerichte werkgroep
‘werkstress en burn-out’ organiseert op 20 mei
een symposium rond deze problematiek.
Veel leesgenot!
![Page 6: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/6.jpg)
?1408 18
ZORG
Problemen bij geslachtsontwikkeling. Hoe het multidisciplinaire DSD-team van het UZ Gent aan psychologische opvang en gender-toewijzing doet.
Bloedtransfusie doorgelicht. De complexe logistiek en kwaliteitsbewaking achter de dagelijkse bloedtransfusies.
Het gezin als systeem. Psychiater prof. dr. Gilbert Lemmens en huis-arts Tom Declercq over de relatie- en gezinsraadplegingen die het UZ Gent sinds eind 2014 aanbiedt.
IIN DIT NUMMER
DIALOOG
Artsen zijn gevoelig voor burn-out. Hoe groot is het probleem en wat kunnen we eraan doen?
22
COLOFON UZ LETTERS driemaandelijks medisch-wetenschappelijk magazine van het Univer-sitair Ziekenhuis Gent HOOFDREDACTEUR Prof. dr. Steven Weyers REDACTIE COÖRDINATIE Marie-Laure Solie, T 09 332 46 47, [email protected] ADVERTENTIES Jan Coessens, T 09 267 64 65, [email protected] FOTOGRAFIE Philip Vanoutrive, Christophe Vander Eecken, Thomas VerfailleILLUSTRATIES Sarah Wouters CONCEPT, REDACTIE EN REALISATIE Jansen & Janssen Creative Content,
![Page 7: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/7.jpg)
ONDERWIJSONDERZOEK
EN OOK…
4 highlight12 scan32 campus kort34 agenda
Buikvlieskanker beter behandeld. Naar een verdubbeling van de overlevingsduur met chirurgie en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (HIPEC).
Interprofessioneel opleiden. De zorgprofessional van de toekomst werkt nauwer samen. Kennis-making met twee vernieuwende opleidingsmomenten aan de UGent.
Implantaten voor het leven? Dr. Melissa Dierens bracht de levensduur en het risico op complicaties bij solitaire implantaten in kaart.
IN DIT NUMMER 7
302826
17
Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers
VOLG ONST 09 267 64 60, www.jaja.be V.U. Steven Weyers, De Pintelaan 185, 9000 GentDe inhoud van de advertenties valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van het UZ Gent. www.uzgent.be
uzgent – uzgent
IN BEELD
21
ZOOM
DE ZELFDIALYSE
![Page 8: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/8.jpg)
prof. dr. Gilbert Lemmens
Z
![Page 9: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/9.jpg)
ZORG 9
Sinds eind 2014 biedt het UZ Gent relatie- en gezinsraadplegingen aan. Een multi disciplinair team ontrafelt de problematiek en for-muleert een behandel-plan. Het uitgangspunt: in relaties en gezinnen beïnvloeden mensen elkaar – positief of negatief.
‘We zijn er ook voor patiënten met
een psychiatrische of somatische
aandoening. Die heeft vaak een
enorme impact op de relatie met
de partner en de verhoudingen in
het gezin. Als mensen met zulke
problemen in het UZ Gent zijn
opgenomen, proberen we daar
het gezin bij te betrekken. Ons
uitgangspunt is dat klachten of
problemen nooit op zichzelf staan.
Ze beïnvloeden de interacties
tussen de gezinsleden, die de
klachten op hun beurt kunnen
verbeteren of verslechteren.
Daarom bekijken we de relatie
of het gezin als een systeem.’
Is dat uitgangspunt herkenbaar voor een huisarts?Tom Declercq: ‘Zeker. Mensen leven
in verbondenheid met elkaar. Daar
moet je oog voor hebben. Denk
maar aan een vader met een zware
depressie: die aandoening zet het
gezin onder druk, wat dan weer
een invloed heeft op de depressie.
Zo krijg je een vicieuze cirkel.’
RELATIE- EN GEZINSTHERAPIE IN HET UZ GENT
kinder- en volwassen psychiaters,
kinder- en volwassen-
psychologen en partnerrelatie-
en gezinstherapeuten.
We praten over het hulp-
verlenings aanbod met de
coör dinator van het Centrum,
psychiater prof. dr. Gilbert Lemmens (dienst Psychiatrie,
UZ Gent) en met Tom Declercq, praktijkassistent aan de vakgroep
Huisartsgeneeskunde en Eerste-
lijnsgezondheidszorg (UGent) en
huisarts in Merelbeke.
Wie kan voor relatie- en gezin s -therapie in het UZ Gent terecht?Gilbert Lemmens: ‘Cliënten
kunnen rechtstreeks bij ons
aankloppen, maar worden soms
doorverwezen door de huisarts
of een afdeling in het UZ Gent.
We zijn er voor partners die aan
hun relatie willen werken, voor
ouders en kinderen van wie de
onderlinge relaties stroef verlopen
of die bijvoorbeeld in een nieuw
samengesteld gezin leven.’
Het Centrum voor
Relaties en Gezin-
nen van het UZ Gent
biedt ambulante
hulpverlening,
organiseert een permanente
vorming partnerrelatie-, gezins-
en systeemtherapie en doet aan
wetenschappelijk onderzoek.
Het team bestaat onder meer uit
Het gezin als systeem
![Page 10: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/10.jpg)
‘Als huisarts ben je vaak de arts van het hele gezin. Je ziet en hoort veel en je krijgt een goed zicht op de interacties.’
depressieve vrouw haar partner
mee op therapie wil, voelt die
zich misschien onterecht schuldig
aan de depressie. Een depressieve
moeder voelt zich vaak schuldig
omdat ze tekortschiet tegenover
haar partner en kinderen. Ze durft
het dan niet aan om hen mee op
therapie te vragen en hen extra
te belasten.’
Hoe pakt het Centrum voor Relaties en Gezinnen de problematiek aan?Gilbert Lemmens: ‘Dat hangt af
van de problematiek. Bij partner-
relatietherapie vertrekt alles bij de
verwachtingen van de partners:
wat willen ze bereiken en welke
obstakels staan dat in de weg? Bij
gezinnen die met een psychisch of
somatisch probleem te maken krij-
gen, bekijken we de impact op het
hele systeem. In welke levensfase
zit het gezin, hoe lopen de relaties,
wie zijn de steunfiguren?’
‘Bij een depressie merk je vaak
dat de normale communicatie
Gilbert Lemmens: ‘Mensen ver-
geten wel eens dat gezinsleden de
belangrijkste zorgverlener blijven
voor iemand met psychische of
medische problemen. Ouders
blijven bijvoorbeeld voor hun
psychisch zieke kind zorgen,
ook als dat het huis uit is. Je kunt
gezinsleden in die zorgende
rol ondersteunen.’
Tom Declerq: ‘Als huisarts ben
je vaak de arts van het hele gezin.
Je ziet en hoort veel en je krijgt een
scherp beeld van de interacties.
Dat is trouwens een meerwaarde
van huisbezoeken: je kunt even-
tuele problemen detecteren en als
hypothese blootleggen.’
Wat doe je daar dan verder mee?Tom Declercq: ‘Als huisarts heb
je niet de skills om daarmee aan
de slag te gaan. Je bent wél de
juiste persoon om mensen in de
juiste richting te duwen en hen
te motiveren om hulp te zoeken.
Veel huisartsen dringen aan op
ondersteuning bij vragen rond
geestelijke gezondheidszorg. Op de
sociale kaart vind je wel hulpver-
leners en in het ideale geval heb je
in je groepspraktijk een eerstelijns-
psycholoog. Maar als je de hele
gezinscontext wil meenemen, kun
je in het Gentse bij weinig systeem-
therapeuten terecht. Daarom is het
Centrum voor Relatie- en Gezins-
therapie een zeer zinvolle aanvul-
ling van de sociale kaart.
Gilbert Lemmens: ‘De vraag
naar individuele therapie is nu
eenmaal erg groot, zodat partners
en gezinnen minder vaak worden
betrokken: dat vergt immers veel
meer organisatie. Veel therapeuten
werken wel systemisch
met individuen.’
Tom Declercq: ‘Voor gezinnen
spreekt het ook niet vanzelf dat
ze in hun systeem pottenkijkers
toelaten. De meeste mensen
moeten toch een drempel over.
Psychische problemen blijven in
de taboesfeer.’
Gilbert Lemmens: ‘Allerlei
gevoeligheden spelen mee. Als een
![Page 11: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/11.jpg)
ZORG 11
verstoord raakt. Sociale contacten
verwateren. Het tijdsperspectief
versmalt: alleen het hier-en-nu rest
nog. Ook het palet van interactie-
patronen vernauwt. Mensen
vermijden sommige onderwerpen,
ze ontzien elkaar, zitten gevangen
in negatieve vicieuze cirkels.’
Hoe doorbreek je dat?Gilbert Lemmens: ‘Door men-
sen ervan bewust te maken dat
ze elkaars gedrag veel sterker
sturen dan ze beseffen, ook niet-
intentioneel. We helpen hen te
beseffen dat ingesleten negatieve
interacties een negatief gezins-
klimaat in stand houden. En we
proberen de normale, gezonde,
positieve interacties – die vaak wat
ondergesneeuwd zijn geraakt –
weer te activeren. Waarom zou
het gezin van een depressieve
man niet samen op reis gaan?
Door de herstellende krachten
die in het gezin schuilen aan te
boren kun je depressiegestuurde
interacties terugdringen.’
Tom Declerq: ‘Dat zijn belangrijke
inzichten en communicatieve vaar-
digheden. De basis daarvan hoort
eigenlijk thuis in het curriculum
van de voortgezette huisartsenop-
leiding, vind ik. Dat is nodig om
patiënten niet als indi vidu te bena-
deren, maar in verbondenheid met
hun omgeving. Die attitude heb je
als huisarts hard nodig.’
Het Centrum is verbonden aan het UZ Gent en heeft een derde-lijnsfunctie. Hoe vervult het die?Gilbert Lemmens: ‘Door onder
meer gebruik te maken van
vernieuwende therapievormen.
Groepsgezinstherapie, bijvoor-
beeld: het gelijktijdig behandelen
van verschillende gezinnen in
een groep. Die therapie wordt al
langer toegepast bij problemen als
bipolaire stoornissen, schizofrenie
of eetstoornissen. Wij passen ze
ook toe bij ernstige depressie. Dat
werkt: door elkaar te observe-
ren leren gezinnen van elkaar.
Ze beseffen dat ze niet alleen op de
wereld zijn. Dat werkt destigma-
tiserend. Gezinnen leren elkaar
te ondersteunen.’
Doet het Centrum ook wetenschappelijk onderzoek? Gilbert Lemmens: ‘Zeker. We
brengen bijvoorbeeld de psycho-
sociale kenmerken in kaart van
allerlei psychische problemen:
we onderzoeken op welke manier
relaties aandoeningen zoals ADHD
of eetstoornissen beïnvloeden, al
dan niet intentioneel. We bestu-
deren hechtingsproblemen, om
preciezer te weten welke gezinsre-
laties we moeten aanpakken. Maar
we onderzoeken bijvoorbeeld ook
broer-zusrelaties in reguliere en
nieuw samengestelde gezinnen.’
Centrum voor Relaties en GezinnenDienst Psychiatrie, UZ Gent De Pintelaan 185 9000 Gent Contact: 09 332 43 94 of 95
Huisarts Tom Declercq en prof. dr. Gilbert Lemmens: ‘Het Centrum voor Relatie- en Gezinstherapie is in de regio Gent een zeer zinvolle aanvulling van de sociale kaart.’
IDENTIKITTom Declercq (links)• huisarts in Merelbeke• praktijkassistent aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg (UGent)
![Page 12: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/12.jpg)
SSCAN
Genezen we straks extra kankerpa-
tiënten met precisiegeneeskunde?
Het Centrum voor Medische Genetica
heeft samen met het Labo Klinische
Biologie en de dienst Pathologische
Anatomie een nieuw Moleculair
Diagnostisch platform in het UZ Gent
(MDG) opgericht. Dat moet het
mogelijk maken om sneller en voor
meer patiënten genetische mutaties in
tumoren te identificeren. Door de tu-
mor vlotter en nauwkeuriger in kaart
te brengen, kan meteen de meest
geschikte kankerbehandeling worden
gekozen. Dankzij de bundeling van de
verschillende expertises kan het MDG-
platform ook heel efficiënt nieuwe
moleculaire testen ontwikkelen.
In de loop van 2014 hebben
we verschillende technieken om
genetische mutaties op te sporen
vereenvoudigd,’ legt professor
Kathleen Claes van het Centrum
voor Medische Genetica uit. ‘We
gebruiken bij deze analyses de
nieuwste generatie sequencing
technologieën waarmee we kosten-
efficiënt en flexibel een test kunnen
uitvoeren, zelfs voor pas ontdekte
genen en mutaties waarvoor nog
geen commerciële test bestaat.
Door ook sterk in automatisering
te investeren, is onze analysekost
met 90 procent verminderd.’ De
samenwerking binnen het nieuwe
MDG platform is in de loop van 2014
opgestart. Vanaf maart 2015 zal het
platform geaccrediteerd zijn om
deze genetische tests uit te voeren.
MDG- Platform versterkt oncologische precisie geneeskunde
![Page 13: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/13.jpg)
Team Kinder neurologie UZ Gent ont dekt NARS2- genHet laboteam mitochondriale ziekten onder leiding van prof. dr. Rudy van Coster, kinderneuroloog in het UZ Gent, heeft een nieuw gen in kaart gebracht. De onderzoekers analyseerden het DNA van twee patiënten met een spier en hersenafwijking uit hetzelfde gezin – met ouders die neef en nicht zijn. Daarbij achterhaalden ze een defect aan het NARS2gen. De ontdekking van het nieuwe gen is belangrijk, omdat ze prenatale diagnose mogelijk maakt, en de weg opent naar gencorrectie en gentherapie. De symptomen van de mitochondriale spierziekte zijn: overdreven vermoeidheid en intolerantie voor fysieke inspanning, in combinatie met hersenafwijking. Het team ontdekte de voorbije jaren ook vier andere nieuwe genen.
SCAN 13
Patiënten met aandoeningen
aan het hematologisch,
het ademhalings-, of het
spijsverteringsstelsel kunnen
in het UZ Gent voortaan
in één interdisciplinaire
polikliniek terecht. In totaal zijn
medewerkers van zes diensten bij
de nieuwe polikliniek betrokken:
Algemene en Hepatobiliaire
Heelkunde, Gastro-enterologie,
Gastro-intestinale Heelkunde,
Hematologie, Longziekten en
Nieuwe polikliniek Bloed, Ademhaling, Spijsvertering
Headset voor epilepsiepatiëntenMeet deze comfortabele headset met
droge elektroden straks de hersenactiviteit
bij epilepsiepatiënten? Binnen het CICI
project EEG@home van Flanders DC en
het IWT werken het UZ Gent, Imec/UGent
en ontwerpbureau Pillipilli een patiënt-
vriendelijk alternatief uit voor de lijm, gel
en elektroden die we al 50 jaar gebruiken.
het Transplantatiecentrum.
De diensten werkten al nauw
samen en maken nu ook de
bijbehorende consultaties
patiëntvriendelijker. Vanaf
20 april kunnen patiënten
op de vierde verdieping van
gebouw K12 aankloppen voor
alle onderzoeken en de opvolging
van hun klachten.
www.uzgent.be
![Page 14: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/14.jpg)
Elk jaar worden in het
UZ Gent zowat 30.000
labiele – beperkt houd-
bare – bloed producten
gebruikt: 15.000 tot
16.000 zakjes rode bloedcellen
(erytrocytenconcentraat, packed
cells), 10.000 eenheden bloed-
plaatjes en 5.000 tot 6.000 zakjes
plasma. Rode bloedcellen helpen
patiënten met acute of chronische
anemie, bloedplaatjes worden
toegediend bij patiënten met een
tekort aan bloedplaatjes of een
bloedplaatjesfunctiestoornis en
plasma wordt gebruikt bij proble-
men met de bloedstolling.
‘Bloed blijft een onvervangbaar
product’, zegt transfusie-arts en
hematoloog prof. dr. Lucien Noens
(Bloedbank UZ Gent). ‘Er wordt
wel gedroomd van kunstbloed,
BLOEDTRANSFUSIES: DE KETEN BEWAKEN
Dat bloedtransfusies veilig verlopen vindt iedereen vanzelfsprekend. Toch blijven aan transfusies risico’s verbonden. Strikte procedures
en voorschriften moeten die maximaal uitsluiten.
maar in de praktijk staan we nog
nergens. Bloed is ook erg kostbaar
– je moet er zuinig en efficiënt mee
omspringen. Niet alleen omdat
het donoraanbod daalt, maar ook
omdat royaal transfunderen vol-
gens veel studies niet zo gunstig is,
wordt ‘patient blood management’
een noodzaak.’
Hoe ziet het UZ Gent toe op de kwaliteit en de veiligheid?‘Bloedtransfusie omvat een hele ke-
ten van processen. In het UZ Gent
gelden voor elk proces hoge kwali-
teits- en veiligheidscriteria. Om die
nog systematischer toe te passen,
ontwikkelen we vormingsmomen-
ten en e-learningmodules. Een task
force met verpleegkundigen en
artsen van allerlei specialismen
zorgt voor sensibilisering. En met
‘Bloed blijft erg kostbaar – we moeten er zuinig mee omspringen.’
Z
Kwaliteit en veiligheid
staan voorop
BeQuint (Belgian Quality in Trans-
fusion, het vroegere Nationaal
Transfusieplatform) werken we
aan afspraken om de veiligheid en
de kwaliteit van de transfusie – de
hemovigilantie – nog te optimalise-
ren. We stimuleren ziekenhuizen
om bloedproducten rationeler te
gebruiken, werken richtlijnen en
goede transfusiepraktijken uit en
proberen die te stroomlijnen.’
Prof. dr. Lucien Noens
![Page 15: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/15.jpg)
ZORG 15
Een deel van de keten – donorselectie, bloedafname, bewerking, enz. – hebt u niet zelf in de hand?‘Daar ziet de Dienst voor het Bloed
van het Rode Kruis op toe, heel
deskundig en kwaliteitsbewust.
Met de dienst heeft het UZ Gent
al sinds 1994 een samenwerkings-
overeenkomst. Het labo bevindt
zich trouwens op onze campus,
vlakbij onze Bloedbank. Zeven da-
gen per week, 24 uur per dag staat
het labo paraat, onder meer voor
pretransfusietests: bloedtypering
en screening op antistoffen. Het
labo test op regulaire antistoffen
tegen de klassieke ABO-bloedgroep
en de resusfactor, maar ook op
irregulaire antistoffen tegen nog
een 20-tal andere bloedgroepen.
Die antistofscreening is nodig om
voor elke patiënt nauwgezet het
meest geschikte bloedproduct
te selecteren, zodat eventuele
afweerreacties minimaal zijn.
Voor een transfusie met rode
bloedcellen doet het labo een
kruisproef: plasma van de patiënt
wordt getest met erytrocyten van
de donor.’
Uitzonderlijk loopt bij een bloedtransfusie iets fout. Waaraan ligt dat?‘Een op de drie gevallen is te wij-
ten aan een menselijke factor: er is
te veel of te weinig bloed besteld,
de indicatie van de arts was niet
scherp genoeg, er is iets verkeerd
gegaan bij de patiëntidentificatie
enz. Dat laatste aspect is natuurlijk
cruciaal. We checken het identifi-
catiebandje en vragen de patiënt
om zelf zijn of haar naam en ge-
boortedatum te zeggen. Binnenkort
starten we een proefproject om de
hele keten digitaal traceerbaar te
maken – voor een groot ziekenhuis
als het onze een hele uitdaging.’
Hoe groot is het risico op infecties?‘Bloedoverdraagbare virale
infectieziekten – hiv, hepatitis – zijn
eigenlijk uitgesloten. Wel doet zich
in België bij 1 op 40.000 zakjes een
bacteriële infectie voor – vaak bij
bloedplaatjes, omdat die op kamer-
temperatuur worden bewaard.
De Dienst voor het Bloed kent het
risico: elk zakje bloedplaatjes kwe-
ken ze in een hemocultuur voor
bacterio logisch onderzoek.
Natuurlijk moet elke verpleeg-
kundige weten hoe je die bloed-
Het labo van de Dienst voor het Bloed (Rode Kruis) bevindt zich op de campus van het UZ Gent. Het labo zorgt onder meer voor pretransfusietests, bloedtypering en screening op antistoffen.
![Page 16: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/16.jpg)
producten bewaart, hoe je voor
zakjes erytrocytenconcentraat de
koude keten bewaakt en hoe je
diepgevroren plasma ontdooit.’
Ook transfusiereacties zijn nooit uit te sluiten?‘Bestanddelen in het bloed
kunnen overgevoeligheidsreacties
uitlokken, wat zich uit in koorts,
benauwdheid, jeuk … Ook immu-
nisatie is een risico: bloed met
vreemde bloedgroepantigenen
activeert het afweersysteem, zodat
de productie van antistoffen op
gang komt. Soms zijn de compli-
caties levensbedreigend, zoals bij
Transfusion Related Acute Lung
Injury (TRALI). Om alert te kunnen
rea geren, observeren verpleeg-
kundigen de patiënt tijdens de
transfusie en monitoren ze vitale
parameters. Bij een acute transfu-
siereactie vertelt een actieschema
met beslisboom wat hun te doen
staat en waarschuwen ze de arts.’
VOORSCHRIFTDe arts selecteert de patiënt en stelt een gedetailleerde transfusieindicatie. Op het elektronisch voorschrift dat in het Elektronisch Patiënten dossier (EPD) komt, staat die indicatie uitdrukkelijk vermeld, naast aanvragen voor bloedgroeptyperingen en de eventuele kruisproef.
PRETRANSFUSIETESTS Een verpleegkundige neemt bloedstalen voor de bloedgroeptypering en stuurt ze naar het labo van de Bloedbank. De typering wordt twee keer uitgevoerd: er worden onafhankelijk van elkaar twee stalen genomen. Voor het afprikken wordt de identiteit van de patiënt gedubbelcheckt: door het identificatiebandje te controleren en door uitdrukkelijk naar de naam en geboortedatum te vragen. De bloedstalen worden meteen gelabeld aan het bed van de patiënt. Die identificatiemaatregelen gelden ook voor de kruisproefafname.
BEWARING EN TRANSPORT Zakjes rode bloedcellen worden per gevalideerde buizenpost geleverd en meteen toegediend. Kan dat niet, dan worden ze meteen in de koelkast gelegd. Ook bloedplaatjes
Enkele sleutelprocessenworden via buizenpost geleverd en op kamertemperatuur bewaard terwijl ze regelmatig worden geschud. Diepgevroren plasma wordt in een gevalideerde koelbox geleverd en volgens voorschriften ontdooid.
TOEDIENING EN MONITORING Alle al eerder vastgestelde gegevens – het label op het bloedzakje, de identiteit van de patiënt – worden opnieuw gecheckt. Op voorgeschreven momenten worden bloeddruk, pols en temperatuur gemonitord. Bij acute transfusiereacties wordt de transfusie meteen stopgezet en de verantwoordelijke arts geroepen. Een beslisboom vertelt wat te doen staat.
OPVOLGING Bij plaatjesconcentraat wordt een uur na toediening bloed afgenomen om te bekijken of de opbrengst is gestegen. Ook de opbrengst van toegediende rode cellen wordt gecontroleerd.
EVALUATIE Na elke transfusie wordt een transfusieverslag opgemaakt. Daarin komen transfusiereacties, incidenten en bijnafouten. Incidenten en bijnafouten worden intern besproken en gemeld aan de Hemovigilantiecel van de federale overheid.
Waterdichte procedures moeten garanderen dat correct gelabelde zakjes bij de juist geïdentificeerde patiënt terechtkomen.
![Page 17: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/17.jpg)
IN BEELD 17
Nierpatiënten doen het zelf
Hoe werkt de nieuwe self care dialyse in het UZ Gent?
VOORDELEN?Het UZ Gent is het eerste zieken-huis in Vlaanderen dat self care dialyse aanbiedt (naast klassieke dialyse, thuis hemodialyse en samen werking met low care centra).
Een 20tal patiënten reserveert online wanneer en hoelang ze komen. Ze zetten zelf het toestel klaar, bedienen en reinigen het.
Patiënten kunnen zich in 5 units dialyseren. De toestellen kregen een extra toegankelijke interface en patiënten worden grondig opgeleid.
Net als bij een klassieke dialyse onttrekt ultrapuur water afvalstoffen aan het bloed van de patiënt. Per minuut gaat het om 500 tot 800 ml puur water.
De patiënt heeft geen ruimte nodig voor een grote waterzuiveringsinstallatie en moet niet zelf instaan voor water- en elek triciteitskosten zoals bij thuisdialyse wel het geval is.
De behandeling wordt volledig terugbetaald. Voor 20 patiënten is 1 opleiderverpleegkundige (i.p.v. 5 in de klassieke setting) nodig. Het UZ Gent investeerde 100.000 euro in dit project.
pomp
pomp
Dialysator met water
Afvalstoffen
Gezuiverd bloed
![Page 18: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/18.jpg)
PSYCHOLOGISCHE OPVANG EN GENDERTOEWIJZING
Bij sommige pasgeborenen is niet meteen duidelijk of het een jongetje of een meisje is. Een uniek multi-disciplinair team zorgt in het UZ Gent voor psycho-logische opvang en de nodige diagnostiek, doet de geslachts toewijzing en maakt een behandelplan op.
Z
Multidisciplinair team voor DSD
DSD staat voor Disor-
ders of Sex Develop-
ment, aandoeningen
van de geslachtsont-
wikkeling. ‘Die bena-
ming krijgt steeds vaker kritiek van
patiëntenverenigingen: zij verkie-
zen de term differences, variaties of
verschillen, boven disorders’, zegt
prof. dr. Martine Cools, kinderen-
docrinologe en coördinator van het
DSD-team in het UZ Gent.
Wat zijn de oorzaken van een DSD?‘Het gaat om een groep zeer
heterogene genetische aandoenin-
gen die op diverse niveaus van
de geslachts ontwikkeling een rol
kunnen spelen. Bij de bevruchting
bepalen de chromosomen het
chromosomale geslacht. Zodra
het embryo vier weken oud is,
ontwikkelt zich een oergonade
die zich differentieert tot teelbal
of tot eierstok. Het SRY-gen op het
Y-chromosoom stuurt de differen-
tiatie van de oergonade tot teelbal
aan. Zodra dat gebeurd is, worden
? ?
![Page 19: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/19.jpg)
ZORG 19
hormonen aangemaakt die ervoor
zorgen dat de uitwendige geslachts-
delen mannelijk worden. Andere
genen zorgen ervoor dat celletjes in
de oergonade zich differentiëren tot
ovariële cellen.’
‘We hebben dus vier niveaus
van geslachtsontwikkeling: de
chromosomen, de gonaden, de
hormonen en het fenotype, dus de
uitwendige geslachtsorganen. Daar
komt dan nog het niveau van de
genderidentiteit bij: het besef en
het gevoel man of vrouw te zijn.’
Op elk van die niveaus kan iets mislopen?‘Inderdaad. Zo heeft 1 op 20.000
meisjes het androgeen ongevoe-
ligheidssyndroom. Zo’n meisje
heeft XY-chromosomen, maar
doordat ze geen receptoren heeft
voor de mannelijke hormonen die
ze produceert, ziet ze er uitwendig
helemaal als een meisje uit. Soms
blijkt pas in de puberteit dat ze
geen baarmoeder heeft maar twee
testikels in de buik. Andere meisjes
hebben congenitale bijnierschors
hyperplasie. Chromosomaal zijn
ze vrouw, maar doordat ze worden
blootgesteld aan hoge dosissen
mannelijke hormonen die hun bij-
nier aanmaakt, wordt hun clitoris
excessief groot. Sommige jongens
hebben dan weer een abnormaal
aangelegde penis of plasbuis.’
Wanneer wordt een DSD vastgesteld?‘Dat gebeurt soms al voor de
geboorte, als op de echo bijvoor-
beeld een meisje te zien lijkt en
een karyo typering op XY wijst.
Doorgaans wordt de diagnose bij
de geboorte gesteld, maar soms
gebeurt dat pas rond de puberteit.’
Als een baby wordt geboren met een DSD wordt het DSD-team ingezet?‘Meestal worden meteen drie
“kernleden” van het DSD-team
betrokken: de kinderendocri-
noloog, de kinderuroloog en de
kinder psycholoog. Op de achter-
grond worden ook andere experts
ingezet, bijvoorbeeld om de gene-
tische oorzaken te ontrafelen. We
werken op twee sporen. We bieden
de ouders optimale psychologische
ondersteuning. Daarnaast doen we
zo snel mogelijk de nodige diagnos-
tiek: karyotypering, onderzoek
van de hormonen, echografie van
de inwendige geslachtsorganen …
Bij de meeste DSD-baby’s is na
grondig onderzoek duidelijk tot
welk gender ze behoren.’
Geslachtstoewijzing blijft altijd het doel?‘Elk kind heeft recht op een
geslachtstoewijzing. Daarover is
een vrij grote consensus binnen
de DSD-expertisecentra. Enkele
individuele patiënten zijn het daar
‘We leggen alle puzzel-stukjes samen en probe-ren in te schatten welke genderidentiteit het kind
zal ontwikkelen.’
Prof. dr. Martine Cools: ‘Elk kind heeft recht op een geslachtstoewijzing. Daarover bestaat een vrij grote consensus binnen de DSD-expertisecentra.’
Prof. dr. Martine Cools
![Page 20: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/20.jpg)
opereren, kiezen we daarom voor
zenuwsparende ingrepen.’
‘Daarnaast stippelen we een lan-
getermijnplan uit. Zolang het kind
nog niet in de puberteit zit, volstaat
meestal een laagfrequente opvol-
ging. Zo behouden we een band
met ouders en kind en verlagen we
de drempel voor psychologische
hulpvragen. We nodigen hen bij-
voorbeeld om de twee jaar uit voor
niet mee eens, maar als je oudere
kinderen en jongeren met een
DSD hoort, vertellen die altijd dat
geslachtsloos door het leven gaan
geen optie is.’
In Duitsland werd toch een ‘derde geslacht’ erkend?‘Daar zijn juridisch-administratieve
redenen voor. In Duitsland moet
je een geslachtsaangifte doen
twee weken na de geboorte. Dan
beschik je vaak nog niet over alle
onderzoeksresultaten. Het “derde
geslacht” biedt een tijdelijke uit-
weg. In België kun je drie maanden
uitstel vragen.’
Welke criteria geven de doorslag om een geslacht toe te wijzen?‘We leggen alle puzzelstukjes
samen – de onderliggende aandoe-
ning, het fenotype, het karyotype
enz. – en proberen in te schatten
welke genderidentiteit het kind
zal ontwikkelen. Die verwachte
gender identiteit geeft de doorslag.’
Wordt het kind in de eerste maanden of jaren al behandeld?‘Geslachtsaanpassende ingrepen
stellen we zo veel mogelijk uit.
Soms doen we een corrigerende
ingreep, bijvoorbeeld bij een zeer
uitgesproken clitorisvergroting.
Zulke ingrepen deed men vroeger
vaker, om het uitzicht van het
geslacht te doen beantwoorden
aan de norm. Nu vinden we
functionaliteit belangrijker. Als we
Het UZ Gent is het enige centrum in België dat beschikt over een multidisciplinair DSDteam. Dat werkt nauw samen met andere DSDcentra in Europa en de rest van de wereld en heeft een solide internationale reputatie opgebouwd. Het DSDteam tekent een gestroomlijnd zorgpad op maat uit, gestoeld op wetenschappelijk onderzoek en ruime ervaring. Het bundelt de expertise van verschillende medische diensten en laboratoria en telt onder meer een kinderendocrinoloog, kinderurologen, kinderpsychologen, gynaecologen, een neonatoloog en een geneticus. Het stimuleert ook wetenschappelijk onderzoek en werkt samen met diverse patiëntenorganisaties.
Het DSD-team van het UZ Gent
een gecombineerd consult waarop
ze ook de psycholoog kunnen zien.’
De psycholoog speelt een sleutelrol?‘Inderdaad, en ook dat is een
groot verschil met vroeger. Voor de
ouders kan een kind met een DSD
een grote schok zijn. Wat moeten
ze op het geboortekaartje zetten?
Hoe vertellen ze het vrienden en
familie? Opgroeiende kinderen
kunnen zich zorgen maken over
hun uiterlijk. Bovendien komt
onvruchtbaarheid vaak voor
– ook daar moeten ze in het reine
mee komen.’
Het DSD-team geeft ook opvoedingsadvies mee?‘We adviseren ouders om open met
hun kind te praten, vanuit het besef
dat er in de natuur nu eenmaal
veel variaties bestaan. We geven
ook tips mee om het kind te helpen
zijn genderidentiteit te exploreren
en te leren omgaan met onvrucht-
baarheid. Als een meisje met de
poppen speelt, waarom zou de pop
bijvoorbeeld geen geadopteerde
baby kunnen zijn?’
Contact:Secretariaat Kinderendocrinologie Tel. 09 332 27 60
Referentie wetensch. artikelCools, Looijenga, Wolffenbuttel et al., Stoornissen in de geslachts-ontwikkeling: Genetische basis, terminologie en het risico voor de ontwikkeling van kiemceltumoren, Tijdschrift voor Geneeskunde, 65 (16): 709 – 722, 2009.
?
![Page 21: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/21.jpg)
ZOOM 21
3D-kopie redt knie. Bij een jong patiëntje
met botkanker heeft
dokter Gwen Sys van
het UZ Gent een tumor
die vlakbij het knie-
gewricht zat verwijderd
door 3D-technologie in
te zetten. Technici van
het bedrijf Materialise
maakten titanium plaat-
jes waardoor het bot
opnieuw aan elkaar kon
worden bevestigd.
1
Revalideren met smaak. Op de Health care
beurs 2014 is het maaltijd-
concept voor patiënten van
het revalidatiecentrum van
het UZ Gent bekroond. Pa-
tiënten die vaak heel lang
in het centrum verblijven,
genieten er sinds juli 2013
van ter plaatse bereide
gerechten in een omgeving
die is aangepast aan rol-
stoelen en andere ortho-
pedische hulpmiddelen.
2
148 transgender-cliënten. Vorig jaar
behandelde het Gender-
team van het UZ Gent
148 transgendercliënten.
Dat is 30 procent meer
dan het jaar voordien.
In vergelijking met 2010
is het aantal aanvragen
verdubbeld. De stijging
lijkt vooral te verklaren
doordat het taboe rond
genderproblemen een
stuk kleiner is geworden.
3 4
Neuromusculair onderzoek bekroond. Doctoraatstudente San-
drine Herbelet won de Prijs
Denyse Bourgeois 2014 van
l’Association Belge contre
les maladies neuro-Muscu-
laires. Ze ontving € 2500
voor haar onderzoek
naar het eiwit NFAT5 in
samenwerking met prof. dr.
De Bleecker van het Labo
voor Neuro- en Myopatho-
logie van het UZ Gent.
Z1
3
2
4
![Page 22: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/22.jpg)
Als arts heb je een verhoogd risico op burn-out: uit Nederlands onderzoek blijkt dat 20 procent van de
huisartsen en specialisten met symptomen van een burn-out kampt. Toch blijven deze klachten vaak binnenskamers.
Hoe groot is het probleem en wat doen we eraan?
PROF. DR. GWENDOLYN PORTZKY, psycholoog UZ Gent – docent Medische Psychologie, Faculteit Geneeskunde en Gezondheids wetenschappen, UGentDR. ERIC BOYDENS, huisarts en voorzitter van Doctors4Doctors vzwDR. NELE VAN DIEVOORT, 2de master Geneeskunde UGent, auteur master-scriptie ‘Werkstress en burn-out in het UZ Gent’
WERKSTRESS EN BURN-OUT BIJ ARTSEN
‘Een sluipend gif’
D
![Page 23: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/23.jpg)
DIALOOG 23
‘Als je bij jezelf gedurende meer dan twee weken klachten vaststelt die op een
burn-out kunnen wijzen, moet je actie durven te ondernemen.’
prof. Gwendolyn Portzky
Portzky: ‘Nu het maatschappelijk
taboe rond burn-out afbrok-
kelt, komt er ook stilaan meer
aandacht voor de problematiek
bij medici. Het beroep van arts
of verpleegkundige houdt in
vergelijking met andere jobs een
verhoogd risico op burn-out in.
De werkdruk is hoog en je klopt
veel uren. Je professioneel en je
privéleven zijn moeilijk in balans
te houden. Je wordt geconfronteerd
met onmacht, lijden en ethische
spanningen. In de wetenschap-
pelijke literatuur vind je niet veel
éénduidig cijfermateriaal, maar een
Nederlands onderzoek leert ons dat
20 procent van de huisartsen en
specialisten met symptomen van
een burn- out kampt.’
Boydens: ‘Het is moeilijk in
te schatten wat symptomen van
een burn-out precies inhoudt. Uit
onderzoek van onze vzw Doctors-
4Doctors onthoud ik dat één arts op
tien met een aan burn-out-gerela-
teerd probleem arbeidsongeschikt
is. 70 procent van de artsen rappor-
teert ook dat hij of zij langdurig met
hoge stress wordt geconfronteerd.
Artsen zijn nu eenmaal heel bevlo-
gen en dan loopt je een verhoogd
risico op burn-out. We moeten daar
met z’n allen alert voor zijn.’
Van Dievoort: ‘Burn-out is
inderdaad moeilijk te definiëren.
Het is geen psychiatrische stoornis
zoals depressie, waarbij je een
bepaald aantal symptomen kunt
afvinken. Het is een psychologische
aandoening die wat minder strikt
omschreven is en die eigenlijk door
een professional beoordeeld moet
worden. Dat maakt het moeilijk
om cijfers uit verschillende onder-
zoeken te vergelijken.’
Portzky: ‘Een van de grote moei-
lijkheden is ook dat de klachten
van een burn-out zo geleidelijk
erger worden, dat zelfs een arts het
nauwelijks bij zichzelf merkt voor
het te laat is. Binnen de Faculteit
Geneeskunde en Gezondheidswe-
tenschappen van de UGent zijn
we bezig met het uitwerken van
een beleid voor preventie en een
zorgaanbod voor ASO’s (Assistenten
in Opleiding). De Cel Welzijn van
het UZGent werkt ook een beleid
uit voor interne medewerkers. [zie
kader nvdr.] Ik ben blij dat we daar
eindelijk op inzetten.’
Boydens: ‘Iedereen moet besef-
fen dat burn-out een sluipend gif is,
waarvoor je maar beter heel alert
kunt zijn. Zeker als je zoals veel
artsen en verpleegkundigen een
aantal risicovolle persoonlijkheids-
kenmerken in je hebt. Ik denk aan:
perfectionisme, zich dienstbaar op-
stellen, moeilijk grenzen aan geven,
idealisme, een hoog verantwoorde-
lijkheidsgevoel, vatbaar zijn voor
schuldgevoelens, koppig, vasthou-
den aan rigide denk patronen en
controledwang. Wij streven ernaar
dat elke arts zich om de drie jaar,
in alle discretie, zou laten onder-
zoeken. Niet iedereen staat daar-
voor te springen, maar volgens The
Lancet is de gezondheid van artsen
een van de beste indicatoren voor
de kwaliteit van onze zorg.’
Van Dievoort: ‘Dat geeft alvast
een extra dimensie aan mijn onder-
zoek binnen het UZ Gent. Met een
anonieme enquête heb ik gegevens
verzameld van 786 responden-
ten: artsen, verpleegkundigen,
artsen-specialisten in opleiding
(ASO), en zelfstandig academisch
personeel (ZAP). Ik onderscheid
drie niveaus: emotionele uitputting
(moe zijn, geen zin hebben om te
werken), depersonalisatie (je buiten
je lichaam voelen) en merken dat
![Page 24: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/24.jpg)
dat patiënten recht hebben op een
arts die gezond met stress omgaat.’
Portzky: ‘Daarmee ben ik het
helemaal eens. Als je bij jezelf
gedurende meer dan twee weken
klachten vaststelt die op een burn-
out kunnen wijzen, moet je actie
durven te ondernemen. Ik heb
het dan over lichamelijk en fysiek
moe zijn, spanningsklachten zoals
rug-, nek- of spanningshoofdpijn,
slecht slapen, aandachtsproble-
men, cynisch of negatief naar
je werk kijken. Wees alert voor
die klachten, en zoek hulp als ze
blijven aanhouden!’
Boydens: ‘De vzw Doctors4-
doctors bestaat nog maar sinds
2013, maar we beschikken intussen
over een operationeel en discreet
netwerk van hulpverleners. Vorig
jaar hadden we 55 aanmeldingen,
waarvan er een 40-tal een traject
hebben doorlopen. We werken met
artsen, psychologen en coaches die
bekijken wat er op organisatorisch
vlak anders kan, wat er in je team
of de mensen rondom jou beter
kan en hoe je persoonlijk in elkaar
zit – aan welke eigenschappen je
eventueel kunt werken. We zijn
uiteraard blij dat we deze mensen
kunnen helpen, maar het leidt geen
je persoonlijke bekwaamheid
afneemt. Ik ben nog volop de cijfers
aan het verwerken – tegen juni
moet mijn masterscriptie klaar zijn.
Maar de belangrijkste conclusies
zijn voorlopig dat ASO’s de minst
goede score halen voor emotionele
uitputting en voor depersonalisa-
tie, en dat verpleegkundigen het
hoogst scoren voor afgenomen
persoonlijke bekwaamheid.’
Portzky: ‘Dat de ASO’s eruit
springen zal niemand verwonderen.
Zij kloppen vele uren, zijn volop
bezig met – vaak tegelijk – hun
carrière en hun gezin uit te bouwen.
Jonge kinderen, een huis bouwen of
verbouwen, lange wachtdiensten en
de onzekerheid en stress die bij een
beginnende carrière horen. Nu, een
burn-out is nooit alleen het gevolg
van externe factoren. Het is de
combinatie met bepaalde persoon-
lijkheidskenmerken die het risico
op burn-out verhoogt op momenten
van overmatige stress.’
Boydens: ‘Artsen nemen ook
vaak hun toevlucht tot medicatie of
alcohol om bepaalde symptomen
te onderdrukken. 19 procent van de
mannelijke specialisten drinkt te
veel. Dat wil nog niet zeggen dat hun
werk daaronder leidt, maar ik vind
twijfel dat vele artsen nog te lang
wachten voor ze burn-out- of andere
problemen aanpakken.’
‘ASO’s halen de minst goede score voor emotionele uitputting en voor depersonalisatie.’Nele Van Dievoort
Agendatip:
20 mei: Symposium Werkstress en burnout
Vragen? De Cel Welzijn van het UZGent (Dect 26262) of het pas opgerichte Steunpunt Werkstress en Burn-out van de Faculteit Geneeskunde en Gezondheids-wetenschappen, UGent ([email protected]) begeleidt u in alle discretie en helpt uw klachten aan te pakken.
Doctors4Doctors (D4D) is een vzw die in 2013 werd opgericht en die streeft naar een betere omkadering voor artsen en hun familie. De vzw biedt een discreet aanspreekpunt voor wie met een hulpvraag zit en voert onderzoek uit naar de gezondheid van zorgverleners. Elke arts en zijn familieleden kunnen bij de vzw aankloppen voor medische hulp, psychologische begeleiding, juridische bijstand en coaching rond organisatie en teamwerking door een netwerk van huisartsen, psychiaters, psychologen, coaches en juridische experts.
Doctors4Doctors?
Meer info volgt op www.uzgent.be
![Page 25: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/25.jpg)
DWARS DOOR BELGIËGrensverleggende solidariteit
Ben jij sportief én solidair? Ontdek onze unieke fi etstochten doorheen België én zamel geld in voor het werk van Broederlijk Delen. Info en inschrijven via www.dwarsdoorbelgie.be
Ontdek ook onze
buitenlandse fi etsevenementen:
Dwars door Oeganda en Dwars
door Burkina !
2 PRACHTIGE FIETSTOCHTENIN EIGEN LAND OP DE FIETSOF MOUNTAINBIKE
BroederlijkDelen_Adv-UZGent-170x230.indd 1 03/02/15 15:04
advertentie
![Page 26: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/26.jpg)
Chirurgie gecombineerd met hypertherme intraperitoneale chemo-therapie (HIPEC) heeft de overlevingsduur bij buikvlieskanker aan-merkelijk vergroot. Voor deze behandeling is het UZ Gent wereldwijd een van de topcentra.
CHIRURGIE EN INTENSIEVE CHEMOTHERAPIE BIJ BUIKVLIESKANKER
HIPEC verdubbelt overlevingsduur
Van de patiënten met
buikvlieskanker heeft
een kleine groep een
primaire tumor aan
het buikvlies, zoals
een mesothelioom. De meeste
patiënten hebben uitzaaiingen
van primaire tumoren elders in de
buikholte. Zulke metastasen aan
het buikvlies komen bijvoorbeeld
frequent voor bij patiënten met
een colorectaal carcinoom, een
appendixtumor of een
ovariumcarcinoom.
TIJDENS DEZELFDE NARCOSE‘Voor zulke peritone-
ale metastasen gold
altijd een zeer slechte
prognose’, zegt prof.
dr. Wim Ceelen (dienst
Gastro-Intestinale Heel-
kunde). ‘Tot in de jaren
negentig werden de patiënten
enkel behandeld met systemi-
sche chemotherapie, maar die
bleek onvoldoende te werken.
Daarom is men gaan experimen-
teren met een combinatie van
chirurgie en intensieve lokale
chemo therapie, HIPEC genoemd
– hypertherme intraperito-
neale chemotherapie.’
De behandeling gebeurt in
twee stappen. Eerst worden alle
peri toneale metastasen die met het
blote oog te zien zijn zo volledig
mogelijk chirurgisch verwijderd.
Soms is daarvoor ook resectie
nodig van de dunne of de dikke
darm, de eierstokken of andere
organen en moet de peritoneale
bekleding van de buik-
holte worden gestript.
Meteen daarna, nog
tijdens dezelfde narcose,
wordt de buikholte ge-
spoeld met een chemo-
therapieoplossing. In de
buikholte worden twee
inloopbuisjes en drie
uitloopbuisjes geplaatst.
Met een rollerpomp
wordt de chemothera-
pieoplossing in een gesloten
circuit rondgepompt, zowat
90 minuten lang. Dat gebeurt
door een perfusionist van de
dienst Cardiochirurgie. Om
het tumordodend effect te ver-
sterken, worden de cytostatica
RESERVOIR
VERWARMING
POMP RESERVOIR
Z
![Page 27: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/27.jpg)
nevenwerkingen gering. Men kan
de cytostatica bovendien in hogere
dosissen toedienen, wat hun effec-
tiviteit vergroot.
De combinatie van chirurgie
en HIPEC zorgt meestal niet voor
definitieve genezing, maar wel voor
een significante toename van de
overleving. Volgens een gerando-
miseerde klinische studie van het
Nederlands Kanker Instituut bij
patiënten met darmkanker verdub-
belt de behandeling de gemiddelde
overlevingsduur van één tot twee
jaar. De individuele verwachting
hangt vooral af van het tumortype
en van de mate waarin we erin
slagen de volledige tumor weg te
nemen. De beste resultaten worden
behaald bij pseudomyxoma peri-
tonei, een zeldzame slijmvormende
tumor die uitgaat van de appendix.
Na een HIPEC-behandeling hebben
patiënten een tienjaarsoverleving
van 90 procent.
UZ GENT IS TOPCENTRUMJammer genoeg komen lang niet
alle patiënten met peritoneale
metastasen voor HIPEC in aanmer-
king. Prof. dr. Wim Ceelen: ‘Een
belangrijke voorwaarde is dat de
metastasen beperkt blijven tot de
buikholte en niet te uitgebreid zijn.
Zijn de uitzaaiingen afkomstig
van agressieve tumoren zoals een
pancreas- of een maagcarcinoom,
dan is de HIPEC-procedure meestal
niet zinvol.’
Het UZ Gent past de HIPEC-
behandeling al toe sinds 1999. ‘Per
jaar behandelen we een 70-tal
patiënten’, zegt prof. dr. Ceelen.
‘Daarmee behoren we wereldwijd
tot de grootste centra. We doen ook
wetenschappelijk onderzoek naar
peritoneale metastasering en naar
mogelijkheden om de behandeling
te optimaliseren. De cytostatica
die we voor HIPEC gebruiken zijn
off-label. We zoeken nu naar
specifieke farmaceutische dragers
die de chemotherapie heel traag
kunnen vrijgeven.’
ZORG 27
CHIRURGIE EN INTENSIEVE CHEMOTHERAPIE BIJ BUIKVLIESKANKER
HIPEC verdubbelt overlevingsduur
soms verwarmd. Dat geldt bijvoor-
beeld voor cisplatinum bij eierstok-
tumoren. Oxaliplatin – toegediend
bij colorectale tumoren – wordt
doorgaans niet meer verwarmd.
Na de chemotherapie wordt de
buik weer gesloten.
SIGNIFICANTE VERBETERINGDoordat de chemotherapieop-
lossing lokaal in de buikholte
wordt toegediend en niet in de
bloedbaan terechtkomt, zijn de
Dienst Gastro-Intestinale Heelkunde De Pintelaan 185 9000 Gent Secretariaat: 09 332 55 62
POMP MEDICIJN
Bij HIPEC wordt in de buik een – soms verwarmde – chemotherapieoplossing rondgepompt.
THERMOMETER
![Page 28: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/28.jpg)
ONDERZOEK NAAR LANGETERMIJNOVERLEVING IMPLANTATEN
Implantaten weerstaan de tand des tijds
DE BELANGRIJKSTE CONCLUSIES
• Behoorlijke overlevingsduur. De cumulatieve overleving
bedroeg 91,5 procent, wat
behoorlijk goed is. Het risico
op falen was het hoogst in het
eerste jaar na het plaatsen,
maar bijna 40 procent van de
falingen deed zich voor na meer
dan 5 jaar. Implantaten worden
in het kaakbot geschroefd,
wat tot ontstekingen en in het
ergste geval zelfs botverlies
kan leiden. Bij 5 procent van de
implantaten deed zich progressief
botverlies voor en bij 19 procent
bestond een risico op progressief
botverlies. Om dat botverlies op
te sporen, blijkt radiografische
opvolging het belangrijkste
diagnostische middel.
• Prosthetiek. Van de abutments
– de opbouw op het implantaat,
waar dan de kroon overheen
Solitaire implantaten hebben een behoorlijke langetermijnoverleving. Toch blijft opvolging
noodzakelijk. Tandartsen moeten bovendien open zijn over extra kosten die op lange termijn aan
een implantaat verbonden kunnen zijn.
at zijn belangrijke
conclusies uit het
doctoraatonderzoek
van dr. Melissa
Dierens (dienst Tand-,
Mond- en Kaakziekten, UZ Gent).
‘Implantaten worden vaak
voorgesteld als een oplossing voor
het leven’, zegt ze. ‘Toch bestaat
er maar weinig langetermijn-
onderzoek dat die bewering kan
ondersteunen. Daarom heb ik een
retrospectieve steekproef gedaan
om de overlevingsduur, de klini-
sche resultaten, eventuele compli-
caties en extra kosten van solitaire
implantaten te onderzoeken.’
Voor haar proefschrift screende dr.
Dierens een populatie van 134 pa-
tiënten die tussen 1987 en 1993 in
het Zweedse Malmö een solitair
implantaat (eentandsvervanging)
hadden gekregen. Daarvan namen
er 101 (met alles samen 131 implan-
taten) contact op om de overleving
van hun implantaat te bevestigen.
Dr. Dierens kon 50 patiënten
zelf spreken en onderzoeken.
De implantaten werden geplaatst
tussen 1987 en 1993. Gemiddeld
waren ze 18,5 jaar in functie.
Een kanttekening: de populatie
bestond vooral uit relatief jonge
en gezonde patiënten.
O
![Page 29: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/29.jpg)
ONDERZOEK 29
Melissa Dierens, Clinical aspects, complications and maintenance cost of single dental implants after 16 to 22 years. Promotoren: prof. dr.Hugo De Bruyn en prof. dr. Jan Cosyn. Vakgroep Tandheelkunde, UGent, 2014.
AANBEVELINGENkomt – moesten 15 procent en
van de kronen 27 procent worden
vervangen. Alle kronen in
kunsthars bleken aan vernieu-
wing toe: de overleving was
significant hoger voor de andere
kroontypes (porselein-op-goud
en volkeramische kronen).
• Esthetiek. De esthetische normen
lagen in de periode 1987-1993 veel
lager dan vandaag. Toch bleef
het resultaat op lange termijn
stabiel. Een kleurverschil met
de omringende tanden was de
meest voorkomende reden om
de kroon te vervangen. Het was
niet altijd duidelijk of dat aan de
kroon of aan de verkleuring van
de eigen tanden lag. Het niveau
van de zachte weefsels rond de
implantaten bleef stabiel, maar
rond de eigen tanden trok het
tandvlees zich wat terug. Ook
dat heeft een invloed op het
esthetische resultaat.
Uit haar onderzoek trekt dr. Melissa Dierens twee belangrijke aanbevelingen voor de praktijk.
Volg patiënten langdurig op‘Complicaties kunnen zich ook na vijf jaar en later nog voordoen’, zegt dr. Dierens. ‘Daarom blijft langetermijnopvolging nodig. Het is raadzaam om daarbij ook de chirurg te betrekken die het implantaat heeft geplaatst. Als klinische factoren wijzen op mogelijke infecties, is jaarlijkse radiografische opvolging aangewezen. Als het botniveau goed is – bij het overgrote segment van de patiënten – dan hoeft zo’n jaarlijkse radiografie niet.’
Wees open over mogelijke extra kosten‘Patiënten houden meestal alleen rekening met een hoge initiële kostprijs voor het implantaat. Voor veel patiënten blijft het daar ook bij, maar als zich complicaties voordoen, kunnen de kosten hoog oplopen: bij een derde moest een kroon worden vervangen. Patiënten moeten duidelijk worden geïnformeerd over die mogelijke extra kosten.’
![Page 30: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/30.jpg)
O
Van artsen wordt steeds meer verwacht dat ze nauw samenwerken met andere zorgwerkers. Dat leren ze niet vanzelf. Aan de UGent maken twee innovatieve opleidingsmomenten interprofessionele samenwerking tastbaar.
O
De blik leren verruimenINTERPROFESSIONELE VORMINGSMOMENTEN AAN DE UGENT
Dat zorgprofessionals
sterker moeten
samenwerken, hangt
samen met nieuwe
uitdagingen in de
gezondheidszorg, zegt prof. dr. Jan
De Maeseneer, voorzitter van de
opleidingscommissie Geneeskunde
(UGent). ‘Onder meer door de
vergrijzing worden zorgsituaties
complexer en hebben patiënten
vaak meerdere aandoeningen.
Daarnaast wordt de sociale
gezondheidskloof tussen arm en
rijk breder: artsen moeten daarom
samenwerken met psychologen,
maatschappelijk werkers en andere
professionals om oog te krijgen
voor de maatschappelijke levens-
situatie van hun patiënten.’
‘Veel zorgverstrekkers besteden
20 tot 30 procent van hun tijd
aan taken waarvoor ze eigenlijk
te hoog gekwalificeerd zijn. Door
beter samen te werken, kunnen
ze die taken efficiënter delege-
ren. Een vlotte samenwerking
kan bovendien de psychische
belasting verlichten en de
jobtevredenheid verhogen.’
DIAGNOSE VAN EEN BUURTInterprofessioneel samenwerken
moet je leren. Daarom heeft de
UGent in de opleiding genees-
kunde twee innoverende vormings-
momenten geïntroduceerd. In de
3de bachelor staat de zogenaamde
![Page 31: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/31.jpg)
ONDERWIJS 31
Global ForumInterprofessionele vorming krijgt ook veel aandacht in het Global Forum on Innovation in Health Professional Education. Dat Forum onderzoekt mogelijkheden om de opleiding van artsen en andere gezondheidswerkers te vernieuwen. Prof. dr. Jan De Maeseneer werd door het prestigieuze Amerikaanse Institute of Medicine (Washington) voor dat Global Forum geselecteerd. Daarmee heeft de UGent als enige Europese universiteit inkijk en inspraak in de manier waarop het interprofessioneel opleiden wereldwijd vorm krijgt.
COPC-week op
het programma
– de afkorting
van Community
Oriented Primary
Care (COPC).
Studenten
geneeskunde
worden samen
met studenten
sociale pedagogie, sociologie,
gezondheidspromotie en verpleeg-
kunde naar een Gentse wijk uit de
19de-eeuwse gordel gestuurd. In
kleine groepjes zoeken ze telkens
een patiënt thuis op, praten met
zorgverleners en lokale buurtor-
ganisaties en verkennen de buurt.
De informatie die ze zo inventarise-
ren, bekijken ze vanuit verschil-
lende perspectieven. Dat levert een
community diagnosis op, waaruit
dan mogelijke interventies kunnen
worden voorgesteld.
Aan het eind van de COPC-
week houden de studenten een
presentatie voor stakeholders uit
de buurt – van politiemensen tot
gezondheids- en buurtwerkers.
Ze schrijven ook een brief naar
een instantie met een concrete
suggestie om de levenssituatie
van ‘hun’ patiënt daadwerkelijk
te verbeteren.
Prof. dr. De Maeseneer: ‘Voor
veel studenten is de kennismaking
met armoede en andere samen-
levingsproblemen een cultuur-
schok. Maar later vertellen ze ons
vaak dat ze in die COPC-week
echt hebben begrepen waarom
ze arts wilden worden. Ze leren
de omslag maken van individu-
ele patiëntenproblemen naar de
diagnose en aanpak van pro-
blemen op buurtniveau, in een
interprofessioneel team.’
ZORGSTRATEGIEIn de masteropleidingen staat
een interprofessionele oefening
zorgstrategie op het programma.
Studenten van diverse opleidingen
binnen de faculteit Geneeskunde
en Gezondheidswetenschappen
werken drie dagen lang intensief
samen rond drie ziektebeelden:
reumatoïde artritis, COPD en
multiple sclerose. Eerst luisteren ze
intensief naar patiënten: hoe erva-
ren zij hun ziekte, wat verwachten
zij van de zorg, welke doelen
willen ze nog realiseren?
Daarna diepen ze in kleine
groepjes systematisch enkele
thema’s uit: de impact van de ziek-
te op het werk en op kinderwens
en zwangerschap, multi-morbi-
diteit, diagnosestelling, palliatieve
fase enz. Vervolgens tekenen ze
een zorgstrategisch plan uit voor de
patiënt: wie doet wat, wat kan al
in de eerste lijn, wat zijn de rand-
voorwaarden, hoe zit het met de
financiering? ‘De studenten leren
naar de patiënt luisteren en elkaars
perspectieven naast elkaar leggen’,
zegt prof. dr. De Maeseneer. ‘Dat
verruimt hun blik: ze zien meer
dan de ziekte: een patiënt in een
concrete levenssituatie.’
‘Aan de UGent hebben we op
één campus zeven complemen-
taire opleidingen. Die rijkdom
benutten we nog te weinig om
van het UZ Gent een platform
voor interprofessionele vorming
te maken. We willen zeker nog
andere mogelijkheden verkennen
om studenten te leren hoe ze van
elkaars competenties gebruik
kunnen maken om samen beter op
zorgbehoeftes in te spelen.’
![Page 32: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/32.jpg)
CNieuwe gezichten in de Medische Raad
B egin dit jaar zijn binnen
het Vlaams Indicatoren
Project (VIP2) de nieuwe
kwaliteitsindicatoren voor de
diagnose, behandeling en over-
leving bij borstkankerpatiënten
bekend gemaakt. De cijfers maken
bepaalde kwaliteitsaspecten van
de zorg in verschillende zieken-
huizen zichtbaar. Volgens de
indicatoren scoort de Borstkliniek
van het UZ Gent over de hele lijn
uitstekend: de overlevingskans
5 jaar na het vaststellen van
borstkanker bedraagt 94,4%. Dat
is hoger dan alle deelnemende
CAMPUS KORT
O p 1 januari trad een nieuwe
ploeg van 17 verkozen
artsen aan als Medische
Raad van het UZ Gent. De Medi-
sche Raad is een wettelijk advies-
orgaan dat geregeld overlegt met
de directie van het ziekenhuis. ‘De
leden worden voor drie jaar verko-
zen door de ziekenhuisartsen’, zegt
prof. dr. Piet Hoebeke, die opnieuw
voorzitter van de Medische Raad
is. ‘We zorgen ervoor dat artsen de
wettelijk voorziene adviezen geven
over beleidsbeslissingen, aanstel-
lingen en ontslagen, verloning,
investeringen in infrastructuur en
apparatuur enzovoort. Als bijko-
mende taak stimuleren we de col-
legialiteit onder artsen.’ De nieuwe
ploeg bestaat uit zeven vrouwen
en tien mannen, en heeft een
gemiddelde leeftijd van 44,5 jaar.
De Medische Raad vergadert twee
keer per maand; artsen die een pro-
bleem willen aankaarten kunnen
altijd bij de Medische Raad terecht
via [email protected].
Mooie resultaten voor borst-kanker
![Page 33: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/33.jpg)
sentator Peter Van de Veire en
zijn MNM-collega-fotografe Freya
Goossens. Zij begeleiden een
van de workshops in de tweede
jaargang van het project. De
sessies worden gegeven door
experten van het REC Radio-
centrum in nauwe samenwer-
king met de therapeuten van
het Kinderrevalidatiecentrum.
CAMPUS KORT 33
Jonge revalidatiepatiënten maken radio
I n het Kinderrevalidatie-
centrum van het UZ Gent
knutselen dertien jonge
patiënten dit voorjaar hun eigen
radioprogramma in elkaar. De
tieners leren tijdens het project
Radio Sterrestof zelf opnemen,
interviewen, monteren en
jingles maken. Peter en meter
van het project zijn MNM-pre-
→ Situering: De VRT zoekt extra vrouwelijke specialisten in verschillende
vakgebieden om voor duiding te zorgen in haar actuaprogramma’s.
Tweet van de maand In het UZ Gent is 45% van de artsen vrouwelijk.
Straffe madammen genoeg hier, komaan! #vrt #straffem UZ Gent @uzgent · 14 jan.
Volg UZ Gent ook op www.twitter.com/uzgent
ziekenhuizen, terwijl de patiënten
van het UZ Gent als derdelijns-
centrum doorgaans een hoger
risicoprofiel hebben.
‘Onze borstkliniek kan heel
mooie resultaten voorleggen’, zegt
prof. dr. Veronique Cocquyt, coör-
dinator van het Zorgprogramma
Oncologie in het UZ Gent. ‘De
multidisciplinaire samenwerking
werpt zijn vruchten af. We blijven
op hetzelfde elan verder werken, in
functie van de meest kwali teitvolle
zorg voor de patiënt.’
Ontdek het rapport op www.uzgent.be > nieuws
![Page 34: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/34.jpg)
AAGENDA
19 25
20 26
UROLOGISCHE TUMOREN In de reeks Theoretische Oplei-
ding Inwendige Geneeskunde
staan volgende thema’s op het
programma: Urologische tumo-
ren – S. Rottey, Targeted therapy
voor niet-oncologen – H. Denys,
Pijnbehandeling bij oncologische
patiënten – M. De Laat, Cancer
survivorship – L. Lapeire
Aud. E, UZ Gent, 16u, T 09 332 21 51
FARMACOTHERAPEUTISCHE ACTUALITEITSymposium van de Dienst
Geriatrie van het UZ Gent over
‘Evidence based voorschrijven
bij ouderen: respiratoire infecties,
diepe veneuze trombose, urinaire
incontinentie en retentie’.
Aud. E, UZ Gent, 20.30u, T 09 332 01 97
ALLES OVER AORTAPATHOLOGIEHet Hartcentrum van het UZ Gent
maakt een stand-van-zaken op
over ‘A ortapathologie – multidisci-
plinaire benadering anno 2015 ’.
Zaal Ned Kahn – Zebrastraat Gent, 8.30u, 09 332 34 80, [email protected]
PROGRESSIE IN NEFROLOGIEIn de reeks Journal Club Nefrologie
wordt gefocust op ‘Progression and
non-recovery of AKI – E. D’Hoore’.
Bib. afdeling Nefrologie, UZ Gent, 12.30u, 09 332 45 24
FOCUS OP DIKKEDARMKANKERMeer weten over preventie en
de behandeling van dikkedarm-
kanker? Het team Digestieve
Oncologie van het Oncologisch
Centrum van het UZ Gent verwel-
komen het brede publiek op hun
Symposium Damkanker.
Aud. E, UZ Gent, 18.15u, [email protected] of via 09 332 55 93
MAA
MAA MAA
MAA
MAA
MAA
25
![Page 35: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/35.jpg)
1 6
2822 29
HUISARTSENPRAKTIJK NAEVI De Vereniging der geneesheren,
oud-studenten der Universiteit
Gent organiseert een infoavond
over Naevi – update van de kliniek
van de huisartsenpraktijk.
Aud. E, UZ Gent, 20.15u, T 09 332 28 98, [email protected]
ETHIEK VOOR OUDERE PATIËNTENDe Vereniging der geneesheren,
oud-studenten der Universiteit
Gent gaat in op enkele
Ethische topics bij ouderen
in de gezondheidszorg.
Aud. E, UZ Gent, 20.30u, T 09 332 26 88, [email protected]
MEDISCH BEGELEIDE VOORTPLANTINGIn de reeks postgraduaat- en
navormingsvergaderingen
Klinische Biologie staat een
avondsessie op het programma
over ‘Virale infecties in medisch
begeleide voortplanting (MBV)’
Aud. P8, UZ Gent, 20u, T 09 332 36 58
HUISARTS EN INWENDIGE ZIEKTENBijeenkomst over de interactie tus-
sen de huisarts en gespecialiseerde
diensten voor algemene inwendige
ziekten, georganiseerd door de
Vereniging der geneesheren, oud-
studenten der Universiteit Gent.
Aud. E, UZ Gent, 20.30u, T 09 332 28 98, [email protected]
TELEGENEESKUNDEMeer weten over de actuele
mogelijkheden van telegenees-
kunde? Kom dan naar deze sessie
in de reeks ‘Update van de kliniek
van de huisartsenpraktijk’ van de
Vereniging der geneesheren, oud-
studenten der Universiteit Gent.
Aud. E, UZ Gent, 20.30u, T 09 332 28 98, [email protected]
APR MEI
MEIAPR APR
APRcongres
symposium
opleiding
voordracht
familie-uitstap
AGENDA 35
MEI
Voor meer activiteiten: surf naar www.uzgent.be > agenda
![Page 36: Uzletters122](https://reader033.fdocuments.us/reader033/viewer/2022051100/579057a71a28ab900c9e316d/html5/thumbnails/36.jpg)
al onze realisaties opwww.SWIMMINGPOOLS.be
Ook de Willy Naessens van industriebouw…
WORTEGEM-PETEGEM T. 055 39 03 90 TESSENDERLO T. 013 29 27 17 OVERIJSE T. 02 657 39 16
150315_UZ LETTER_200x270.indd 1 16/02/15 12:30
advertentie