Transfer 1, jaargang 17

32
Staatssecretaris Albayrak: ‘We redden het niet met homegrown kennis’ vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs transfer 1 jaargang 17 | september 2009 internationalisering in crisistijd | nieuwe serie: de expat | meeneembare studie- financiering onder vuur | ondergedompeld in nederlands studentenleven | een amerikaanse universiteit in leiden | madeleine gardeur richt zich op golfstaten

description

In deze Transfer: interview met staatssecretaris Albayrak, internationalisering in crisistijd, een amerikaanse universiteit in Leiden: Webster

Transcript of Transfer 1, jaargang 17

Staatssecretaris Albayrak:

‘We redden het niet met

homegrown kennis’

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

transfer

1 jaargang 17 | september 2009

internationalisering in crisistijd | nieuwe serie: de expat | meeneembare studie-financiering onder vuur | ondergedompeld in nederlands studentenleven | een amerikaanse universiteit in leiden | madeleine gardeur richt zich op golfstaten

1Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar.

Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Slappendel en Elleke Bal

Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Charles Hoedt, Yvonne van de Meent, Martine Postma, Robert Visscher

BeeldSunny Gardeur, Marc de Haan, Maarten Hartman/HH, Ronald van de Heerik, Peter Hilz/HH, Bent Jørgensen, Lex van Lieshout/ANP, Serge Ligtenberg, Daniel Loiselle/iStockphoto, Bart van Overbeeke

Redactieraad Riekele Bijleveld (ITC), David Bohmert (Nether), Patrick Cramers (Codarts), Madeleine Gardeur (Rijksuniversiteit Groningen), Frans Godfroy (Delta), Joep Huiskamp (Technische Universiteit Eindhoven)

Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070 – 426 0126 / 426 0144 / 426 0122fax 070 – 426 0399e-mail: [email protected], [email protected], [email protected]: www.transfermagazine.nl

Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar.Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer, bellen naar DUO-tijdschriftenservice 030 – 263 1089 of een e-mail sturen naar [email protected].

Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservicePostbus 6813500 AR Utrechttel 030 – 263 1089

Advertenties Bureau van Vliet, tel 023 – 571 4745

Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Brigitta Opstal (www.makingwaves.nl)

Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag

Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie.

Foto omslag Staatssecretaris Albayrak, foto Serge Ligtenberg

Transfer 2, jaargang 17, verschijnt op 8 oktober 2009

Krimp en groeiWat heeft Prinsjesdag 2009 voor het hoger onderwijs in petto? Dat er als gevolg van de economische crisis, bezuinigd zal moeten worden, staat vast. Maar waarop en hoe? En hoe zien die bezuinigingen er op de langere termijn uit? Binnenkort weten we meer, maar al veel langer is duidelijk dat inkomstenbronnen buiten de overheid om, steeds belangrijker worden. Op een OESO-conferentie in Kopenhagen werd het werven van meer internationale buitenlandse studenten als oplossing genoemd voor de krimpende subsidie van de overheid. De afgelopen jaren is het aantal internationale studenten alleen maar gegroeid en voor de crisis werd verwacht dat hun aantal in 2025 verdubbeld zou zijn tot zo’n 6 miljoen. Maar gaat dat ook daadwerkelijk gebeuren? Daarover meer in dit nummer van Transfer waarin kenners hun licht laten schijnen op de gevolgen van de recessie op internationale studentenstromen. Met de start van een nieuwe jaargang doet ook een nieuwe rubriek zijn intree. Vorig studiejaar vertelden kenniswerkers waarom zij voor Nederland hadden gekozen en hoe het academisch klimaat hen beviel. Nu is het de beurt aan Nederlanders die naar het buitenland zijn vertrokken om daar aan hun carrière te werken. In de rubriek De expat komen hun ervaringen aan bod. Verder maken drie nieuwe columnisten hun opwachting. Voor bezoekers van onze website (www.transfermagazine.nl) zijn het geen onbekenden. Eun-mi Postma, Charles Hoedt, beiden oud-journalist en respectievelijk directeur van Neso Korea en Neso Rusland en Hans Dieleman, hoogleraar in Mexico, deden al verslag over actuele (onderwijs)ontwikkelingen vanuit hun diverse standplaatsen. Nu zullen zij, beurtelings, een column in het blad vullen met hun observaties en ervaringen. Aan het begin van het collegejaar ook aandacht voor de buitenlandse studenten die net hun eerste stap op Nederlandse bodem hebben gezet. Een reportage over de wederwaardigheden van internationale studenten in die verwarrende eerste dagen. De meest prangende vraag van een student, kersvers uit Mexico: “Hoe vaak regent het hier eigenlijk?”

Els [email protected]

24-42 t r a n s fe r

i n h o u d

24-42

En verder

2 Colofon en redactioneel 4 Nieuwsberichten 11 Column Charles Hoedt 16 De expat 21 Nieuwe internationaliserings-tool: MINT 22 Ophef over meeneembare studiefinanciering 24 Webster: Amerikaanse universiteit in Leiden

27 Vliegende Hollander 30 Ingezonden brief 31 Agenda

8 ‘Arbeidsmigratie is te lang afgehouden’Om kennismigranten niet af te schrikken met ellenlange procedures, heeft Nebahat Albayrak haar moderne migratiebeleid ontworpen. Soepeler omgaan met hoogopgeleiden, maar tegelijkertijd strenger handhaven zijn kernpunten daarin. Het beleid móet werken, aldus de PvdA-staatssecretaris van Justitie. ‘Met homegrown kennis redden we het niet.’

12 Internationalisering in tijden van crisisUniversiteiten en hogescholen vrezen dat ze door de economische crisis minder geld van de overheid zullen krijgen. En dat terwijl diezelfde crisis de vraag naar hoger onderwijs alleen maar aanwakkert. Meer betalende buitenlandse studenten werven wordt vaak gezien als oplossing voor dreigend geldgebrek. Maar is het dat ook?

18 Het eerste Nederlandse woord: ‘houdoe’ Uit China, Honduras, Iran, Litouwen, Nigeria, Brazilië en andere landen zijn ze op Schiphol aangekomen: duizenden buitenlandse studenten die – tijdelijk of permanent – een bestaan willen opbouwen in Nederland. Transfer maakte kennis met de nieuwste lichting internationale studenten in Delft en Eindhoven.

28 Madeleine Gardeur focust zich op Golfstaten Ruim 25 jaar lang was ze de spil van de internationalisering aan de Rijksuniversiteit Groningen. Begin deze maand nam Madeleine Gardeur afscheid als hoofd van het Bureau Internationale Samenwerking. Niet dat ze helemaal uit beeld verdwijnt: de komende jaren gaat Gardeur de RUG adviseren over samenwerking met de Golfstaten.

t r a n s fe r

| september 2009 | transfer4

n i e u w s b e r i c h t e n

Rotterdam wil blije buitenlandse studenten

De Rotterdamse kamerverhuurder Stadswonen en het Erasmus Facilitair Bedrijf gaan de communi­catie met buitenlandse studenten in Rotterdam sterk verbeteren. Dat melden zij in een ingezonden brief in Erasmus Magazine.

Studentvertegenwoordigers zien toe op het verloop van de communicatie per e­mail en op het nieuwe online reserveringssysteem. Stadswonen legt buitenlandse studenten enquêtes voor, zowel na aankomst als vlak voor vertrek. Ook komt er een

nieuwsbrief om hen te informeren.Met de maatregelen willen de partijen voorkomen dat buiten­landse studenten, net als vorig jaar, ontevreden raken. Vorig jaar onder­tekenden ruim tweehonderd buiten­landse studenten in Rotterdam een petitie waarin zij hun onvrede uitten over het tekort aan woon­ruimte en prijzen die de pan uit rezen. Stadswonen en het Erasmus Facilitair Bedrijf zijn begin dit jaar om de tafel gaan zitten met twee vertegenwoordigers van de inter­nationale studenten.In de brief schrijft de ‘taskforce’ ook te streven naar een goede prijs­kwaliteitverhouding van de woningen. Omdat het aantal inter­nationale studenten sterk stijgt, wordt hard gewerkt aan meer woon­ruimte. Eind augustus konden de eerste huurders in het gebouw op campus Woudestein dat voorheen de faculteit Bedrijfskunde huisvestte. Nu zijn daar 109 kamers voor short stay­studenten. (AS)

Nederlandse instellingen kunnen in het buitenland geaccre­diteerd onderwijs gaan verzorgen onder hun eigen naam. Dat is een van de aanpassingen waarop de Tweede Kamer heeft aangedrongen, voordat werd ingestemd met de wijzigingen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) die ook joint degrees mogelijk maken. Om te voorkomen dat Nederlandse universiteiten en hoge­scholen gemeenschapsgeld gebruiken voor opleidingen in het buitenland, stond eerst in het wetsvoorstel dat daartoe een aparte rechtspersoon moest worden opgericht. In navol­ging van de VSNU betoogde VVD’er Halbe Zijlstra dat dit veel te ingewikkeld zou zijn. Ook zou hierdoor het voordeel van de bekende naam van de ‘moederinstelling’ op het in het

buitenland verworven diploma teniet worden gedaan. Een meerderheid van de Kamer steunde Zijlstra daarin. Plasterk gaf toe dat er andere mogelijkheden zijn om het wegvloeien van publieke middelen via offshore­onderwijs tegen te gaan.Op verzoek van Ed Anker (ChristenUnie) gaat de rege­ring bijhouden hoeveel instellingen het profileringsfonds gebruiken om beurzen te creëren voor niet­Europese studenten. Dat fonds is ook bedoeld voor financiële onder­steuning van onder anderen bestuurders van studentenver­enigingen. De instellingen mogen het geld naar eigen inzicht besteden.Binnenkort buigt de Eerste Kamer zich over de wets­wijziging. (EB/AS)

Meer mogelijkheden

voor HO in buitenland

Een nieuwe kamer op campus Woudestein.Fo

to: R

onal

d va

n de

Hee

rik

transfer | september 2009 | 5

Rotterdam wil blije buitenlandse studenten

Duitsers stuwen mobiliteitscijfers opHet aantal buitenlandse studenten aan Nederlandse hogeronderwijsinstel­lingen groeit. Vooral dankzij Duitsers, blijkt uit de recent verschenen Internationaliseringsmonitor van het onderwijs in Nederland 2008. De uitgaande mobiliteit toont een lichte stijging. Duitse studenten nemen al jaren een prominente plaats in onder de buitenlandse populatie van instel­lingen in ons land. Maar hun aantal blijft fors stijgen. In het studiejaar 2008–2009 studeerden hier bijna 20.000 Duitsers, ruim 42 procent van alle internationale studenten op (bekostigde) Nederlandse univer­siteiten en hogescholen. Volgens het rapport Wissenschaft weltoffen uit 2008 is Nederland, met bijna 16 procent van de uitgaande Duitse diplomamobiliteit, het belangrijkste gastland voor Duitse studenten.De liefde is niet wederzijds: het aantal Nederlandse studenten dat in Duitsland een diploma gaat halen, blijft volgens de jongste cijfers (2005/2006) juist dalen. De

meeste Nederlanders studeerden toen aan instellingen in het Verenigd Koninkrijk en België. De Verenigde Staten namen de derde plaats over van Duitsland. Het effect van het meeneembaar worden van de studiefinanciering, in 2007, is in de

jongste cijfers (2005/2006) nog niet te zien. Uit recente gegevens van de IB­groep blijkt België daarvoor nog steeds de favoriete bestemming. In totaal zijn per jaar zo’n 44.000 Nederlandse studenten in het buitenland. (AS)

Veertien hoogleraren vinden dat minister Plasterk concrete maat­regelen moet nemen om de positie van het Nederlands op universiteiten te waarborgen. ‘Nederlands, tenzij…’ moet het uitgangspunt zijn, staat in de brandbrief die zij hem stuurden. “In hoog tempo neemt aan onze universiteiten het Engels de plaats in van het Nederlands. Colleges worden in het Engels gegeven wanneer er studenten zijn die het Nederlands niet verstaan en in toenemende

mate zelfs als dat niet het geval is”, schrijven de hoogleraren. Het weten­schappelijke, culturele en maatschap­pelijke belang van Nederland en alle Nederlanders is in hun ogen gediend met het behoud van Nederlands als wetenschappelijke voertaal. Een commissie van deskundigen zou zich daarover moeten buigen.Plasterk benadrukt in een brief aan een eveneens bezorgde Tweede Kamer juist dat Engelstalig onderwijs voor Nederland heel belangrijk is.

Maar hij geeft toe dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar de kwali­teit van het Engels op universiteiten en hogescholen. De minister laat nog dit jaar inventariseren welke ini tiatieven (best practices) er bestaan om de Engelse taalvaardigheid van docenten in het hoger onderwijs te verbeteren. Ook wijst hij erop dat accreditatieorganisatie NVAO toetst of het niveau van hun Engels in orde is als de opleiding in die taal wordt gegeven. (EB/AS)

Hoogleraren: behoud het Nederlands

Foto

: Pet

er H

ilz/H

H

| september 2009 | transfer6

n i e u w s b e r i c h t e n

Weer ophef over term

‘universiteit’

Minister Plasterk moet onderzoeken of de term ‘univer­siteit’ beschermd kan worden om misbruik daarvan te voorkomen. Commotie over Via Vincy University, eerder dit jaar, was voor een Kamermeerderheid reden om een motie aan te nemen waarin staat dat Plasterk moet kijken of het mogelijk is het gebruik van de termen ‘univer­siteit’, ‘university’ en ‘university of applied science’ te reserveren voor instellingen die door de NVAO of vergelijkbare organisaties geaccrediteerde opleidingen aanbieden. Ook zijn er Kamervragen gesteld aan Plasterk over het bestaan van zeven Arabische onderwijsinstellingen in Den Haag. De niet­erkende instellingen noemen zich­zelf universiteit en claimen dat ze academisch onderwijs

aanbieden, berichtte de Wereldomroep onlangs. Jasper van Dijk (SP) en Paul de Krom (VVD) willen van Plasterk weten of hij denkt dat de diploma’s van de zeven waar­deloos zijn. Ook vragen ze of het klopt dat het Iraakse ministerie voor Hoger Onderwijs voor een van de instel­lingen heeft gewaarschuwd. Volgens de website van één van deze Arabische univer­siteiten, de La Haye University for Journalism and Media, worden de diploma’s en graden van de instel­ling gelegaliseerd door de Nederlandse ministeries van Justitie en Buitenlandse Zaken, alsmede door de consu­laten van de landen waar de studenten vandaan komen. SP­Kamerlid Jasper van Dijk noemt de instellingen “nepuniversiteiten”. (EB/AS)

De Europese Commissie heeft een openbare raadpleging ingesteld om studeren over de grens te bevor­deren. Belanghebbenden kunnen tot 15 december hun opmerkingen bij de Commissie kwijt. Leren in het buitenland moet de norm worden, in plaats van de uitzondering. Maar dat gaat nog niet zo voorspoedig. Het Erasmusprogramma gaat zijn doel­stelling – 3 miljoen deelnemers in 2012 – waarschijnlijk niet halen. Daarvoor zou het aantal gebruikers

van Erasmus jaarlijks met onge­veer 8 procent moeten groeien. Maar in het seizoen 2007/2008 was die groei slechts 5 procent. In 2006 gingen 310.000 jongeren met de steun van Europese programma’s naar het buitenland. Dat is 0,3 procent van de Europese jongeren tussen zestien en 29 jaar. Nederland wist de dalende trend, na een dieptepunt van nog geen 4.500 deelnemers, in 2007/2008 om te buigen richting het oude niveau: bijna 4.700.

Een tijdje de grens over is voor studenten vaak beter te realiseren dan voor stagiairs in het beroeps­onderwijs en leerlingenstelsels. De Commissie vindt het daarom belangrijk om het mobiliteits­concept voor alle jongeren verder te ontwikkelen. Ze acht de tijd rijp voor een breed publiek debat hierover, zei euro commissaris Jan Fígel bij de lancering van een Groenboek over leer­mobiliteit. (EH/AS)

De Tweede Kamer dringt aan

op bescherming van de

term universiteit.

Foto

: Maa

rten

Har

tman

/HH

Breed debat moet

EU-mobiliteit bevorderen

transfer | september 2009 | 7

Buitenlands nieuws

Nieuwe koers voor Duits BaMa-systeemDuitsland gaat een nieuwe koers varen om van het bachelor-mastersysteem een succes te maken. De Duitse bachelor moet geen zes, maar zeven of acht semesters gaan tellen, de master moet toegankelijker worden, stelt onderwijsminister Schavan voor. Tienduizenden studenten demonstreerden in juni om hun onvrede te uiten over hoge collegegelden en een oplo-pende studielast. De bachelor-masterstructuur draagt daar volgens hen aan bij. Schavan organiseerde na deze protesten een rondetafelbijeenkomst met onderwijsbestuurders. Vervolgens kondigde ze hervormingen aan.De minister wil het master-quotum opheffen dat ze eerder instelde om afgestudeerde bachelors al de arbeidsmarkt op te laten gaan. In de praktijk zouden deze studenten moeite hebben om een baan te vinden. Daarom moet de master nu toegankelijker worden. De langere duur van de bachelor moet de kwaliteit verhogen. (EB)

Irak bouwt onderwijssector weer opIrak stuurt de komende vijf jaar tienduizenden studenten naar universiteiten in Engelstalige landen. Dit studiejaar moet een pilot van start gaan waarbij vijf- tot zeshonderd Irakezen beginnen aan een opleiding in de Verenigde Staten, Engeland, Canada of Australië. Het Iraakse parlement heeft voor de maatregel ongeveer 36 miljoen euro uitgetrokken. De komende jaren zijn telkens beurzen beschikbaar voor tien-duizend Irakezen die in het buitenland willen studeren. Zij moeten na afloop naar hun vaderland terug voor minstens eenzelfde periode als de studieduur. Irak gaat ook geld steken in herstel van het eigen onderwijsstelsel. (AS)

India wil ‘innovatie-universteiten’India wil vanaf volgend jaar veertien ‘innovatie- univer-siteiten’ oprichten. De nieuwe instellingen gaan zich richten op onderzoek en innovatie op verschillende vak gebieden, waaronder gezondheidszorg, milieu en energie. De regering streeft naar publiek-private samenwerking. In een concept-notitie stelt het ministerie van Human Resources Development (HRD) dat de undergraduate-fase openstaat voor studenten uit de hele wereld, na screening en selectie. Dat meldt The Times of India. In alle deelstaten en de belang-rijke buitenlandse steden kunnen kandidaten een test doen. Minister Kapil Sibal van HRD zei in de Business Standard dat India met het initiatief ook het aantal PhD’s in het land wil verhogen. “Terwijl India die graad ongeveer 8.000 keer per jaar verleent, is dat in China zo’n 50.000 keer. Die kloof moet worden overbrugd.” (AS)

Nier in ruil voor

studie in NederlandHet zou een morbide grap kunnen zijn: iemand die op YouTube zijn nier te koop aanbiedt om een studie in Nederland te kunnen betalen. Maar volgens het blad Resource van Wageningen Universiteit is deze nood­kreet van Saut Immanuel Budiarto serieus.Inmiddels heeft de Indonesiër het oorspronkelijke filmpje met de titel ‘Kidney donor for study funding’ vervangen door ‘Application for study funding’. Daarin leest hij een oproep voor aan Barack Obama en Oprah Winfrey om zijn MSc­studie Aquaculture and Fisheries in Wageningen te financieren.Budiarto vertelt in Resource dat hij eerst op andere manieren heeft geprobeerd het benodigde bedrag – bijna 23.000 euro – bijeen te krijgen. Zo deed hij tevergeefs een beroep op het Huygens Scholarship Programme, het Anne van den Ban Fonds en de Halliburton Foundation. De Indonesiër denkt dat een te laag cijfergemiddelde de reden voor afwijzing was. Hij zegt wel over de juiste vaardigheden en motivatie te beschikken. Een goedkopere universiteit is geen optie; het programma in Wageningen – waar zijn vriendin al studeert – is wat hij wil.Het aanbod om zijn nier te verkopen, zou nog steeds staan. “Het is zeker drastisch", aldus Budiarto, die zegt de risico’s te kennen. “Maar ik wil niet opgeven.” (AS)

Saut Immanuel Budiarto in zijn filmpje op YouTube.

Foto

: You

Tube

i n t e r v i e w

s t a a t s s e c r e t a r i s n e b a h a t a l b a y r a k :

‘Arbeidsmigratie is te lang afgehouden’

transfer | september 2009 | 9

Ze is net terug van vakantie en haar agenda vult zich razendsnel. Geen probleem, vindt Nebahat Albayrak (1968). Vier jaar is kort om beleid te maken, door het parlement te loodsen en dan ook nog uit te voeren. “Daar word je heel ambitieus en ongeduldig van.” Gedreven praat de PvdA­staatssecretaris van Justitie over haar wetsvoorstel modern migratiebeleid, dat nu bij de Raad van State ligt. “Hiermee dienen we de concurrentie om kennis en innovatie en de ontwik­keling van Nederland. De demografische ontwik­kelingen in Europa zijn zodanig dat je het met homegrown kennis niet redt. Maar door langslepende processen werden kennismigranten en studenten eerder tegengewerkt dan uitgenodigd om hier te komen studeren of werken. Ik vond het doodzonde om hier geen beleid v00r te maken.”Het wetsvoorstel behelst een modernisering van de Vreemdelingenwet 2000, die in 2011 gefaseerd moet worden ingevoerd. Voor migranten die Nederland hard nodig heeft, zoals kenniswerkers en studenten, zijn en worden de toelatingsprocedures aanzienlijk versimpeld.

Het moderne migratiebeleid stuurt aan op normering van de studievoortgang van buiten-landse studenten. Sommige instellingen vinden het vanuit privacy-overwegingen onjuist dat zij hierover moeten rapporteren. Gaat deze monito-ringsplicht in praktijk werken? “Hij móet werken. De behoefte aan monitoring is evident. We hebben veel wijzigingen doorgevoerd met grote voordelen, voor zowel de studenten als de hogescholen en universiteiten. Een van die voordelen is dat we een vergunning willen afgeven voor de duur van de studie, want de jaarlijkse verlenging bleek een van de belangrijkste drempels te zijn. Maar die verlenging was voor ons wel een natuurlijk monitor­moment. Je spreekt de student, kijkt hoe het gaat. Dat moment zijn we nu kwijt. Je weet niet welk effect het heeft als je in één keer een verblijfsvergunning geeft voor vijf jaar en tussentijds geen controlemogelijk­heden meer hebt. Het risico van fraude en misbruik is

dan onacceptabel groot. Ik geloof in dit beleid, maar de handhaving moet op orde zijn.”

HO-instellingen nemen taken over van de IND. Is, gezien die verschuiving van taken en verant-woordelijkheden, ook een verlaging van de leges te verwachten? Nederland heeft hoge leges in vergelijking met omringende landen die ook zeg-gen kostendekkend te werken.“Om het samen te kunnen doen, moeten we veel

geld investeren en veel veranderen bij Justitie. Uit gesprekken met instellingen bleek keer op keer dat ze tegen obstakels aanliepen. Nu vinden ze een organisatie tegenover zich die luistert, en snel handelt als dingen anders moeten. Dus

tegenover de besparingen die spelen, staan kosten die – als je het sec benadert – tot legesverhógingen zouden moeten leiden. Bovendien zijn de tarieven bij lange na niet kostendekkend. Gezien de miljoenen­tekorten op de legespost, zie ik me niet bij Financiën aankomen met de vraag om meer geld zodat we de leges kunnen verlagen. Misschien gaan we voor bepaalde categorieën hogere leges heffen zodat de tarieven voor andere groepen, die we willen stimu­leren om hier toe te komen, omlaag kunnen. Maar dat is een puzzel die we nog aan het leggen zijn.”

De regeling hoogopgeleiden deed op 1 januari 2009 haar intrede. Hoogopgeleide vreemde-lingen mogen een jaar zoeken naar een baan, maar zijn niet vrij op de arbeidsmarkt. In praktijk komt het erop neer dat alleen mensen met vol-doende geld deze regeling kunnen gebruiken. Tot nu toe hebben zich dertien buitenlanders aan-gemeld. Is deze regeling geen wassen neus?“Dertien is niet veel, maar de regeling wordt gebruikt. We hebben een aanbodgestuurd element geïntroduceerd, waarvan we nog niet weten hoe het zal uitwerken. Daarom is het goed om dit in een proeftuin te doen en niet meteen definitief in een wetsvorm te gieten. Als je draagvlak wilt behouden, moet je niet

Haar moderne migratiebeleid is een ‘must’ voor de BV Nederland. Daarvan is staatssecretaris Albayrak

van Justitie overtuigd. Dat nog niet alle onderdelen van dat beleid de betrokkenen volledig recht doen,

neemt ze voor lief. ‘Laten we hier nou eens mee beginnen.’

“Sec gezien zouden de leges

zelfs hoger moeten zijn”

Foto

: Ser

ge L

igte

nber

g

| september 2009 | transfer10

beginnen met een systeem dat zo veel risico’s in zich draagt, dat het debat meteen dichtslaat. Bij al deze maatregelen was mijn eerste vraag: wat is het risico van fraude en misbruik? Als je mensen de ruimte laat om te frauderen dan gebeurt het ook, in meer of mindere mate.”

Criterium voor deze regeling is dat je moet zijn afgestudeerd aan een Nederlandse instelling of aan een buitenlandse topuniversiteit, gebaseerd op de top-150 van de Shanghai-ranking en de ranglijst van The Times Higher. Daarmee sluit je mensen uit die niet aan een top-150 universiteit hebben gestudeerd, maar wel uitblinken op een bepaald vakgebied. Is dit een juist criterium? “De selectie voor die proeftuin is vrij grofmazig. We moesten op enig moment een objectief criterium zoeken en hebben dat gevonden in die internationale indexen van de 150 beste universiteiten ter wereld. Er zit natuurlijk weinig subjectiefs aan. Misschien kunnen we verder in het proces iets meer met subjectieve talenten. Maar laten we hiermee nou eens beginnen.”

Pakistaanse studenten worden al meer dan een jaar extra gecontroleerd als ze in Nederland wil-len gaan studeren. Zij moeten naar de ambas-sade in Abu Dhabi voor een gesprek. Hoe nood-zakelijk is die maatregel?“Uit onderzoek bleek dat een aantal Pakistaanse studenten na het krijgen van het visum nooit aan de studie is begonnen en in rook opging. De politieke werkelijkheid in die omstreken is een extra reden om alert te zijn. Voor mensen met slechte bedoelingen werkt dit preventief. Die interviews bewijzen ook hun nut; op basis hiervan zijn elf mvv­aanvragen vervallen. Het uitwijken naar Abu Dhabi heeft specifiek te maken met de veiligheidssituatie in Pakistan, waardoor de ambassade daar niet meer alle taken kan uitvoeren.”

In mei besloot de Europese Unie de Blue Card in te voeren. Maar de card mag geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van de lidstaten om eigen nationale verblijfsvergunningen te handhaven of nieuwe in te voeren. Vindt u dat de Blue Card nog steeds kan worden gezien als de tegenhan-ger van de Amerikaanse Green Card?

“Ik had graag gewild dat je, als je in Nederland een verblijfsvergunning als kennismigrant krijgt, na twee jaar in een ander EU­land had mogen gaan werken. Dat is niet gelukt. Er is veel koudwatervrees en protectionisme. Wel hebben we bereikt dat alle 27 landen nu de basis voor kennismigranten moeten regelen. In gesprekken met onder meer Finland hebben we het gehad over een Europese kopgroep waarbinnen je je als kennismigrant vrij kan bewegen. Dat idee willen we verder uitwerken.”

U ging tijdens uw eigen studie in Leiden naar Turkije om te studeren. Waarom koos u Turkije?“Mijn studie internationaal en Europees recht had een sterke internationale focus. Het was vanzelfspre­kend dat je een tijdje in het buitenland studeerde. Daarnaast ben ik opgevoed door ouders die niet beter wisten dan dat we ooit met z’n allen terug zouden gaan naar Turkije. Ik was me daarvan heel bewust, maar ook van het feit dat ik nog nooit in dat land had rondgekeken. Ik heb er een geweldige tijd gehad en heb daarna nog in Parijs gestudeerd. Ik ben stevig internationaal juridisch opgevoed. In combinatie met mijn eigen Turkse achtergrond, beweeg ik me daardoor redelijk gemakkelijk in de internationale wereld.”

De gemoderniseerde vreemdelingenwet moet in 2011 ingaan. Wat zou er gebeuren als de wet vertraging oploopt en Geert Wilders in dat jaar premier wordt? “Ik zou het ongelooflijk kortzichtig vinden als we terug zouden gaan naar een situatie waarin we zeggen dat migratie per definitie slecht is. Ik denk dat we ons al op achterstand hebben gezet ten opzichte van landen die al langer immigratie­ en arbeids­migratiebeleid hebben. Arbeidsmigratie is lang een taboe geweest en is te lang afgehouden. Geen enkele bestuurder die oog heeft voor het Nederlandse belang, kan voorbijgaan aan het feit dat migratie een bijdrage kan en moet leveren aan de ontwikkeling van Nederland.”

Els Heuts en Annelieke Slappendel

c o l u m n

transfer | september 2009 | 11

Wie was er vóór de val van de Berlijnse Muur, in november twintig jaar geleden, niet bang voor de Russen? Hele generaties zijn opgegroeid met de angstig in de oren klinkende woorden: de Rússen komen! Sommigen doken bij het horen van die kreet met het vergiet op de kop in de gangkast. Op zoek naar een schuilplaats bij naderend onheil.Toen ik begin jaren negentig op werkvakantie was in Polen, vloog een straaljager hard en laag over het huisje. Verschrikt keek het reisgezelschap, een mix van verlegen Oost­Europeanen en Nederlanders vol bravoure die amper een uur daarvoor hadden kennis­gemaakt, elkaar aan. Iemand riep: “De Russen!”, en dook onder de tafel. Vijf seconden was het doodstil. Waarna het hele gezelschap in lachen uitbarstte. Zo herkenbaar was die gespeelde angst, en tegelijkertijd zo idioot nu er geen IJzeren Gordijn meer was. ‘Het Westen!’ was altijd de angst zaaiende slogan geweest aan de andere kant van het Gordijn.Ik moest hier weer aan denken toen ik vorige maand op mijn oranje Neso­kantoor in Moskou vier Nederlanders ontving, die van de Russische regering een zomerbeurs hadden gekregen. Hiermee kunnen ze gratis studeren aan het Poesjkin Instituut in de Russische hoofdstad.Omgekeerd vinden Russen hun weg naar Nederland. Er studeren er nu vijfhonderd, van Groningen tot in Maastricht. Als je ook mensen uit de andere voor­malige Sovjet­republieken meetelt, gaat het zelfs om 1.285 studenten.Het potentieel – ook in deze crisistijden – is nog vele malen groter, merk ik als ik toer langs Russische instellingen, agenten en organisaties in het onder­wijs. Veel gehoord: ‘Als ik toch eerder had geweten dat je in Nederland in het Engels kunt studeren.’

Of: ‘Nederland kan het marktaan­deel krijgen dat Groot­Brittannië momenteel laat vallen.’Bij Russische studenten is het enthousiasme groot. Nederland heeft hier een goed imago en is een van de grootste buitenlandse investeerders. De collegegelden in Nederland zijn lager dan op Britse universiteiten of Russische instel­lingen van naam.Polina gaat haar master International Management in Twente doen in plaats van hier in

Moskou. Waarom? Ze wil internationale ervaring opdoen, maar ze doet het ook omdat dezelfde studie in Rusland twee keer zo duur zou zijn (14.000 tegen 6.500 euro). Het leven in Enschede is een stuk gezonder en veel goedkoper dan in Moskou. Het zeventienjarige talent Vasili gaat naar Fontys voor een techniekstudie. Hij kan niet wachten om in het vlieg­tuig te stappen. “Als het mij bevalt, blijf ik langer, wie weet. Misschien daarna Delft?” Lilia wil later graag projectmanager worden bij culturele evenementen en kiest voor een master Organisatie en Management in Amsterdam. Ze arriveert precies voordat de Uitmarkt losbarst. “Geweldig om mee te maken!”Van het angstige verleden heeft de huidige gene­ratie geen last. Cabaretier Wim Kan maakte er in een oudejaarsconference, in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog, een grap over. Denkt u dat de Russen echt zullen komen, vroeg hij zich quasi­vertwijfeld af. “Weet u, ik denk wel dat ze zullen komen... Maar één voor één...”

Charles Hoedt

Charles Hoedt is directeur van het Neso-kantoor in Moskou. Meer

columns van hem zijn te lezen op www.transfermagazine.nl in de

rubriek Onze m/v in... waarvoor hij maandelijks bericht.

De Russen komen!

a c h t e r g r o n d

Dit jaar meldden zich ruim

10 miljoen Chinese studen-

ten aan voor het driedaagse

examen dat toegang geeft

tot de universiteit.

Door de economische crisis groeit wereldwijd de vraag naar hoger

onderwijs. Internationale studenten zullen dus heus wel blijven

komen. Maar het werven van deze flink betalende studenten is

geen panacee voor geldgebrek in het hoger onderwijs. ‘Je kunt de

bezuinigingen van de overheid er niet mee compenseren.’

De internationale student als oplossing voor de crisis?e x t r a c o l l e g e g e l d i n k o m s t e n j u i s t n u z e e r w e l k o m

transfer | september 2009 | 13

Harvard, de rijkste universiteit ter wereld, kondigde eind juni aan met onmiddellijke ingang 275 banen te schrappen. Hoewel maar 2 procent van de 12.000 medewerkers wordt getroffen, kwam de klap hard aan in Cambridge, Massachusetts. Door het instorten van de beurzen is de beleggingsportefeuille van de prestigieuze Amerikaanse universiteit afgelopen jaar in waarde gedaald van 37 naar 26 miljard dollar (18 miljard euro). Daarmee is Harvard nog steeds schat­rijk, maar omdat eenderde van het jaarbudget uit het rendement op het vermogen komt, ontstaan er forse gaten in de begroting. Ook publiek gefinancierde univer­siteiten merken de gevolgen van de crisis. De Amerikaanse staten snijden in de universi­taire budgetten omdat ze zelf in financiële problemen zijn gekomen. Slechts twee van de vijftig Amerikaanse staten hebben géén begrotingstekort. Hoewel de staten maar 10 tot 25 procent van de kosten van hun universiteiten dekken, leiden die kortingen tot stevige ingrepen. Met een begrotingstekort van meer dan 30 procent is de staat Californië praktisch bankroet. De Universiteit van Californië, met tien campussen en 135.000 medewerkers de grootste universiteit ter wereld, krijgt daardoor ruim 800 miljoen dollar minder subsidie. Een klein bedrag op het jaarbudget van 18 miljard, maar omdat veel andere subsidies en giften bestemd zijn voor onderzoek of voor de academische ziekenhuizen, neemt het bestuur dras­tische maatregelen. De collegegelden zijn 9 procent verhoogd en ruim 100.000 medewerkers worden komend collegejaar 11 tot 26 dagen zonder salaris naar huis gestuurd. De laagst betaalden leveren daardoor 4 procent van hun salaris in, de hoogst betaalden 10 procent. Californië is een extreem voorbeeld, maar zeker geen uitzondering. “Er is geen Amerikaanse universiteit die de gevolgen van de crisis niet rechtstreeks voelt”, zegt Marijk van der Wende, hoogleraar innovatie van het hoger onderwijs bij de Vrije Universiteit. Als voorzitter van het hogeronderwijsprogramma van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ontmoet ze veel collega’s.

“Tijdens internationale conferenties hoor ik verhalen over ontslagen en stafleden die een week of een maand zonder salaris naar huis worden gestuurd.”

Langer studerenOf de crisis ook zo’n invloed zal hebben op het hoger onderwijs in Europa, is nog niet te zeggen. Maar donkere wolken lijken zich samen te pakken. Eind juni organiseerde de OESO in samenwerking met de Business School van Kopenhagen een conferentie over het hoger onderwijs in tijden van crisis. “Het

beeld dat daar werd gepresen­teerd, is divers”, constateert Van der Wende. “Er zijn landen zoals Duitsland die extra investeren om de crisis te bestrijden. Ook Finland en Denemarken doen dat. Maar dat zijn uitzonderingen.” De vrees bestaat dat het hoger onderwijs zal moeten bijdragen aan het oplossen van overheids­tekorten die door de crisis ontstaan.

Terwijl de vraag naar onderwijs door de recessie alleen maar toeneemt. “Door de oplopende werk­loosheid studeren jongeren langer”, weet Van der Wende. “Omdat ze geen baan kunnen krijgen, maar ook om beter gekwalificeerd op de arbeidsmarkt te verschijnen als de economie weer aantrekt. Daarnaast gaan volwassenen die werkloos zijn geworden terug naar de universiteit.” Uit een scenariostudie van de OESO blijkt dat in Nederland de deelname aan het hoger onderwijs tot 2025 met 40 procent zal stijgen. Als het budget niet meegroeit, stijgt de staf/student­ratio in het Nederlandse hoger onderwijs van veertien naar twintig. “Bij ongewijzigd beleid dreigt dus een enorme verschraling van het onderwijs”, concludeert Van der Wende. Instellingen zullen proberen buiten de overheid om inkomsten te genereren, maar dat is niet eenvoudig. In tijden van crisis staan bedrijven niet in de rij om te investeren in wetenschappelijk onderzoek. En het werven van particuliere sponsoren – iets wat in Europa net aarzelend op gang is gekomen – wordt door de crisis niet eenvoudiger.Geen wonder dat het werven van meer internationale studenten als uitweg wordt gezien. Van der Wende:

“Bij ongewijzigd beleid

dreigt een enorme

verschraling van het

Nederlandse onderwijs”

De internationale student als oplossing voor de crisis?

Foto

: AFP

PH

OTO

| september 2009 | transfer14

“In Kopenhagen noemden bijna alle sprekers dat als een oplossing.” De afgelopen dertig jaar is het aantal studenten dat de grens over gaat voor een studie verviervoudigd. In 1975 waren er 0,6 miljoen inter­nationale studenten, in 2008 bijna 3 miljoen (zie kader). Vóór de crisis werd verwacht dat de groei zou doorzetten en dat het aantal internationale studenten in 2025 verdubbeld zou zijn. Maar in die scenario’s werd geen rekening gehouden met een wereldwijde recessie. Blijven internationale studenten door de crisis thuis?

KostenbewustzijnDe aantallen aanmeldingen voor dit studiejaar zijn enorm, weet Hans de Wit, lector internationalisering bij de Hogeschool van Amsterdam. Overal melden zich meer internationale studenten dan in het record­jaar 2008. Maar komen die studenten ook allemaal opdagen? De Wit twijfelt. “Er zijn aanwijzingen dat ze zich bij meer universiteiten inschrijven om de instelling met het gunstigste beursaanbod eruit te kunnen pikken.” De Wit heeft kort geleden onder­zoek gedaan naar de internationale mobiliteit. “In het verleden speelde de reputatie van de instelling de hoofdrol bij het keuzeproces. Universiteiten in de VS en Engeland waren daarom favoriet bij internationale studenten. Maar door de crisis neemt het kostenbe­wustzijn toe.” Omdat het merendeel van de interna­tionale studies met privaat geld wordt gefinancierd – spaargeld van de familie en geld dat wordt verdiend

met bijbaantjes – bestaat het risico dat internationale studenten door de crisis vaker thuisblijven. De lector verwacht dat het aantal internationale studenten in de VS, Canada en Europa dit studiejaar wel zal stijgen, maar over de effecten van de crisis op lange termijn is niets met zekerheid te zeggen. “De ervaringen uit het verleden leren dat de vraag naar hoger onderwijs stijgt als het slecht gaat met de economie. Maar geldt dat ook voor internationaal onderwijs?”, vraagt De Wit zich af. Landen als India en China, waar de overgrote meerderheid van de internationale studenten vandaan komt, breiden in rap tempo hun opleidingscapaciteit uit. Studenten kunnen daardoor ook thuis of in de eigen regio terecht. De Wit: “De beschikbaarheid van baantjes speelt ook een rol. Als in het westen de werkloosheid onder jongeren oploopt, is er voor hen minder werk en dat zal ook invloed hebben op hun studiekeuze.”

PanaceeBij de TU Delft, samen met Wageningen Universiteit de meest internationale Nederlandse universiteit, hebben zich dit jaar 3.300 buitenlandse studenten aangemeld. Zeshonderd meer dan vorig jaar. Door een tekort aan kamers kunnen 538 studenten een kamergarantie krijgen. De overige studenten die worden toegelaten, moeten dat zelf zien te regelen. “We krijgen de beschikbare studieplaatsen dus makkelijk vol, maar of dat in de toekomst zo blijft moeten we afwachten”, stelt collegevoorzitter Dirk

0 100.000 200.000 300.000 400.000 500.000 600.000 700.000

rest van de wereld

nieuw-zeeland

zuid-korea

maleisië

singapore

canada

japan

china

frankrijk

duitsland

australië

verenigd koninkrijk

verenigde staten

2 0 0 81 9 9 9

21%

12%

11%

9%

9%

7%

4%

4%

2%

2%

2%

1,5%

15%

India, China, Zuid-Korea

China, India, Ierland

China, India, Maleisië

China, Turkije, Polen

Marokko, China, Algerije

Zuid-Korea, Japan, VS

China, Zuid-Korea, Taiwan

China, Zuid-Korea, VS

China, VS, India

4%

14%

18%

12%

1%

7%

16%

aa

nt

al

in

te

rn

at

ion

al

e s

tu

de

nt

en

ma

rk

ta

an

de

el

in

20

08

be

la

ng

rij

ks

te

he

rk

om

st

la

nd

en

aa

nd

ee

l s

tu

de

nt

en

po

pu

la

ti

e

transfer | september 2009 | 15

De internationale studentenmobiliteit groeit

explosief, maar verandert langzaam van richting.

Naast de traditionele oost-west-stroom ontstaan

oost-oost- en zelfs west-oost-stroompjes.

In 2008 studeerden bijna 3 miljoen jonge-

ren buiten de eigen landsgrenzen, vijf keer

zoveel als dertig jaar geleden. China, traditio-

neel de voornaamste leverancier van interna-

tionale studenten, heeft sinds de eeuwwisse-

ling zijn internationale-studentenpopulatie

jaarlijks met 20 procent uitgebreid. Hoewel

de Chinese economie ook last heeft van de

wereldwijde recessie, verwacht de Asian

Development Bank in 2009 toch een econo-

mische groei van 7 procent. China wordt

daardoor het nieuwe land van onbegrensde

mogelijkheden, met goede banen voor hoog-

opgeleiden. Studeren in China wordt hier-

door voor Westerse studenten aantrekkelijk.

Het land trekt al steeds meer Amerikaanse

studenten. Omdat China stevig investeert in

internationalisering, zal de studentenmobili-

teit de komende jaren langzaam van richting

veranderen, verwachten analisten.

Maar zo ver is het nog niet. Dankzij hun

goede reputatie waren universiteiten in de

Verenigde Staten in 2008 nog steeds veruit

de populairste bestemming voor inter-

nationale studenten. Engeland, Australië

en Nieuw-Zeeland hebben het meest te

verliezen als de markt voor internationaal

onderwijs door de crisis instort. In die landen

komt een van vijf of zes studenten uit het

buitenland. Uit analyses van Times Higher

Education blijkt dat zeven Britse univer-

siteiten, waaronder de eerbiedwaardige

City University in Londen en de University

of Exeter, in de rode cijfers belanden

als het aantal internationale studenten

met 10 procent daalt.

Australië is door de nabijheid in trek bij stu-

denten uit Zuidoost-Azië, maar heeft daar-

door ook het meeste last van de uitbouw van

de opleidingscapaciteit in China, Singapore,

Japan, Hong Kong en Taiwan. Het is daarom

onwaarschijnlijk dat het marktaandeel van

het meest succesvolle onderwijsexportland

nog verder toeneemt. (YvdM)

s t u d e n t e n m o b i l i t e i t v e r a n d e r t v a n r i c h t i n g

2 0 0 81 9 9 9

Jan van den Berg. Toch maakt hij zich geen over­dreven zorgen. De TU Delft trekt veel Chinese studenten en die hebben genoeg geld om in het buitenland te studeren. “Elke jongere in China heeft twee ouders met maar één kind, en vier grootouders met maar één klein­kind. Die willen allemaal in een buitenlandse studie investeren”, weet Van den Berg, die ambassadeur in China was voor hij naar Delft kwam. Bovendien stuurt de Chinese overheid ook graag talentvolle studenten naar het buitenland. “China wil uitgroeien tot een volledige kenniseconomie. Als reactie op de crisis versterkt en versnelt China de investeringen in de kennisinfrastructuur. Deze crisis is dus eerder een aansporing voor internationale studenten dan een obstakel.”De collegevoorzitter verwacht dus dat de groei van het aantal internationale studenten onverminderd zal doorzetten. Dat denkt Hans de Wit ook. “Heel veel factoren spelen een rol, maar alles bij elkaar denk ik dat het wel goed zal blijven gaan.” Maar meer internationale studenten trekken is zeker geen panacee voor de crisis. “Je kunt als universiteit niet de bezuinigingen van de overheid compenseren door meer internationale studenten te trekken”, vindt Van den Berg. “Wij zetten als universiteiten in op kwaliteit. Het gaat om het versterken van de kennis­economie. Daar hebben wij buitenlandse studenten hard bij nodig, want het lukt ons bijvoorbeeld al lang niet meer om al onze promotieplaatsen te bezetten met Nederlandse studenten. De helft van onze PhD­studenten komt uit het buitenland.” De Nederlandse overheid moet blijven investeren in hoger onderwijs, onderzoek en internationalisering,

vindt de collegevoorzitter. Anders verliezen we de slag van China. “Wij denken vaak dat ze in China alleen iPodjes in elkaar kunnen zetten, maar er zijn al bedrijven die hun onderzoek in China laten doen. Over tien jaar komt de wetenschap uit China. Als we in de race willen blijven moet de Nederlandse overheid keuzes maken en niet iedereen een beetje minder geld geven. Anders worden we overvleugeld door China. Dat hoeft niet erg te zijn, alleen kunnen we dan de pretentie een kenniseconomie te zijn beter opgeven.”

Yvonne van de Meent

Bronnen:

International Student Mobility: Status Report 2009; The

Observatory on Borderless Higher Education, Londen, June 2009.

Global Recession and Universities: Funding Strains to Keep Up with

Rising Demand; Moody’s International Public Finance, New York,

June 2009Fo

to: D

anie

l Loi

selle

/iSt

ockp

hoto

Harvard schrapte voor de zomer 275 banen.

d e e x p a t

| september 2009 | transfer16

Machteld Verzijden kwam op een opmerkelijke manier als onderzoeker in Texas terecht. “Tijdens mijn promotieonderzoek was ik in North Carolina. Een collega nodigde mij uit op haar bruiloft. Daar zat ik aan dezelfde tafel als een Amerikaanse bioloog. Dat bleek de bekende evolutiebioloog Gil Rosenthal te zijn. We werken allebei met vissen en hadden een fascinerend gesprek.” Dat gesprek zetten de twee biologen kort na de bruiloft voort. En dat contact leidde er uiteindelijk toe dat Verzijden graag in Rosenthals laboratorium wilde werken. Met een prestigieuze Rubicon­beurs van NWO vertrok Verzijden anderhalf jaar geleden naar de Texas A&M University, gevestigd in de tweelingsteden Bryan en College Station. De Rubicon­beurs geeft pas gepro­moveerde wetenschappers de mogelijkheid aan een buitenlands topinstituut ervaring op te doen.De biologe moest in het begin wel wennen aan de sfeer in de zuidelijke Amerikaanse staat. “Er lopen hier veel cowboys rond. Veel mensen dragen laarzen, grote hoeden en bars zien eruit als saloons. De mensen zijn hier zeer conservatief en christelijk. Veel studenten gaan naar de kerk. Ik niet.”

Anti-wetenschapHet lijkt een lastige omgeving voor een evolutie­biologe. “Dat valt mee”, zegt Verzijden. “Ik heb nooit problemen als ik zeg wat ik doe. Meestal vinden mensen het wel interessant. Maar in Texas is de evolutie wel een zeer betwist onderwerp. Er is veel discussie of de evolutietheorie wel onderwezen moet

‘De evolutie wordt in Texas hevig betwist’Veel talentvolle wetenschappers zoeken – in

elk geval tijdelijk – hun heil in het buitenland.

Wie zijn deze expats? Transfer praat met

negen van hen. Deze maand evolutiebiologe

Machteld Verzijden (33). Zij werkt sinds

anderhalf jaar op het Rosenthal Lab van de

Texas A&M University.

transfer | september 2009 | 17

‘De evolutie wordt in Texas hevig betwist’worden op middelbare scholen. Kranten, televisie en radio zijn hier wel wat anti­wetenschap.”Verzijden onderzoekt in Texas de partnerkeuze van zwaarddragers. Dat zijn kleine vissen, iets groter dan een guppy, waarvan alleen de mannetjes een verlengde vinstraal – het ‘zwaard’ – hebben. “Twee soorten zwaarddragers delen een aantal rivieren in de Pánucodelta in Mexico. De ene soort heeft een zwaard en leeft in het hogere gedeelte, de andere soort heeft geen staart en zit in het lagere gedeelte. Daartussen leeft een hybride zwaarddrager”, legt de biologe uit. Voor vrouwjes blijkt een lang zwaard onweerstaan­baar te zijn. Dat ontdekte Verzijden onder meer door aan twee zijden van een aquarium videosi­mulaties te tonen van vissen met lange staarten of door zelfs alleen de staart te tonen. Ze keek bijvoorbeeld in hoeverre de vrouwtjes hun ogen niet van de gesimuleerde mannetjes met lange staarten af konden houden. “Ik ga na welke combinaties van verschillende lengten staarten en rugvinnen vrouwtjes van de twee pure soorten aantrekkelijk vinden.”Volgens Verzijden werken de onderzoekers in het Rosenthal Lab minder gestructureerd dan in Nederland. “In Leiden, waar ik ben gepromoveerd, was ik gewend heel planmatig te werken. Ik maakte een tijdsindeling en daar hield ik mij vervolgens aan. Hier zijn de mensen veel flexibeler. Als je halver­wege een experiment een idee krijgt, dan kun je het onderzoek uitbreiden. Daar moest ik in het begin wel aan wennen, omdat het minder duidelijk is dan in Nederland. Maar het levert wel veel meer out of the box­ideeën op.”

Eieren gooienDaarnaast meent Verzijden dat hiërarchie op het laboratorium waar ze werkt minder een rol speelt dan in Nederland. “Na een postdoc kunnen veelbe­lovende onderzoekers hier een eigen laboratorium beginnen. Er zijn dus veel jonge, kleine labs, waar je als onderzoeker een grotere rol in speelt. Er hangt hier een goede sfeer.” Ze heeft veel contact met collega’s, die overal vandaan komen, maar ook met Texanen buiten de universiteit.

Zo heeft ze kennisgemaakt met een groepje Texanen dat tegen de doodstraf is. Dat is vrij uitzonderlijk in het gebied. “Zelfs veel liberalen steunen hier de doodstraf. Zelf ben ik er heel erg tegen. Ik zag een keer langs de kant van de weg een clubje staan met borden waar ‘Stop de doodstraf’ op stond. Ik heb ze aangesproken en ik protesteer nu samen met hen. Ze vinden het geweldig dat ik als Nederlandse met hen meedoe.”De manier waarop veel Texanen met de doodstraf omgaan, is niet het enige waar Verzijden moeite mee heeft. “Tijdens de presidentsverkiezingen werd midden op onze campus een bijeenkomst gehouden, waarbij mensen eieren naar een afbeelding van Barack Obama gooiden. Een collega rende het lab

binnen en vertelde dat. Iedereen legde het werk neer en stormde naar buiten. Toen wij aankwamen was er een grote schreeuwpartij ontstaan tussen zwarte studenten en de eierengooiers. De organisatoren van de bijeenkomst noemden het een circus. Dat heeft een hele nare, racistische connotatie. Vroeger

werden op dorpspleinen zwarten belachelijk gemaakt en dat werd ook zo genoemd.” Verzijden was behoor­lijk getroffen door de gebeurtenis. “Ik werd echt met mijn neus op de feiten gedrukt: dit doen ze hier dus.”

ZwedenDe biologe blijft tot het eind van het jaar in Texas. Daarna vertrekt ze naar Zweden. “Mijn vriend, die timmerman is, zit nu in Denemarken en dat is wel erg ver weg van waar ik nu zit. Ik heb daarom contact gezocht met een lab in Zweden en daar ben ik aange­nomen. Mijn vriend gaat mee. Ik ga werken aan de universiteit van Lund. Daar ga ik een kleine libellen­soort onderzoeken. Ik ga vooral kijken hoe isolatie de evolutie van verschillende soorten beïnvloedt.”Of Verzijden ooit weer terugkomt naar Nederland, kan ze niet zeggen. “Op dit moment is dat voor mij geen specifiek doel. Ook al omdat mijn partner geen Nederlander is. Maar een optie zal het altijd wel blijven.”

Robert Visscher

“Veelbelovende onderzoekers

kunnen hier een eigen

laboratorium beginnen"

Machteld Verzijden

moest wel even

wennen aan de

cowboys in Texas.

Foto

: Ben

t Jør

gens

en

r e p o r t a g e

| september 2009 | transfer18

Duizenden nieuwe studenten begonnen de afgelopen

weken aan een nieuw leven in Nederland. Op de

universiteiten van Delft en Eindhoven werden ze

meteen ondergedompeld in registratiedagen, bezoeken

aan Ikea, assertiviteitscursussen en workshops

Nederlandse taal. Transfer zocht de nieuwe lichting

buitenlandse studenten op.

u i t g e b r e i d e i n t r o d u c t i e p r o g r a m m a ’ s w i n n e n t e r r e i n

Klaargestoomd voor een nieuw Nederlands levenHonderd kilo bagage. Golnoosh (24) uit Iran gaat een tweejarige master Computer Science doen aan de TU Delft en neemt mee: twee Perzische tapijten, eten voor tien dagen, kookgerei en veel kleren. De studente is net aangekomen op Schiphol. Het eerste wat ze doet is rondbellen om te zorgen dat een vervoerbedrijf straks al haar bagage heelhuids bij haar nieuwe studenten huis aflevert. Op Schiphol druppelen ze half augustus een voor een binnen, de nieuwe masterstudenten van de TU Delft. Ze komen uit China, Honduras, Iran, Litouwen, Nigeria, Brazilië en andere landen. In de aankomst­hallen worden ze opgehaald door runners – Delftse studenten – en begeleid naar de balie die de univer­siteit heeft gehuurd in aankomsthal drie. Vandaag komen 188 masterstudenten aan. Verdeeld over alle ontvangstdagen op Schiphol worden er in totaal vijf­honderd verwacht. De verlegen Vijittra (28) uit Thailand zit alleen naar muziek te luisteren op de grond in de ontvangsthal. Ze werd gisteren in Bangkok uitgezwaaid door haar ouders. Was het moeilijk om afscheid te nemen? “Nee, want ik ga hier werken aan mijn toekomst”, zegt ze. “Ik ben hier om een wijde blik op de wereld te krijgen. Mijn familie betaalt dat allemaal. Daarom moet ik sterk zijn.”Vijittra heeft aan de balie een rugzak gekregen met

In EIndhoven konden internationale studenten allerlei

introductie-activiteiten volgen zoals een workshop Nederlands.

transfer | september 2009 | 19

daarin wat eten, de sleutel van haar nieuwe studen­tenhuis en informatie over de TU. De universiteit begeleidt de nieuwe masterstudenten vanaf het aller­eerste moment. Een touringcar zal hen straks naar hun nieuwe onderkomens brengen. Er staat ze een uitgebreid introductieprogramma van tien dagen te wachten.

Alles uit de kast“We willen de studenten op een goede en veilige manier laten aankomen”, zegt Germaine Poot van het international office in Delft. De universiteit wil daarnaast de registratieperiode gemakkelijk en kort houden. Daarom is er een regi­stratiedag voor administratieve zaken zoals de bank­rekening en de gemeentelijke inschrijving. Verder helpt Delft de studenten om een sociaal netwerk op te bouwen, is er een introductie in het openbaar vervoer en gaan Nederlanders met de studenten naar het winkelcentrum en naar Ikea. Steeds vaker halen Nederlandse instellingen alles uit de kast om internationale studenten in de aanloopperiode naar hun studie te begeleiden. Introductieprogramma’s worden uitgebreider en duurder. Vergeleken met tien jaar geleden is dat een wereld van verschil. Toen werd van buitenlandse

studenten zelfredzaamheid verwacht, en werden introducties vaker door studenten zelf georganiseerd. Nu nemen instellingen vaker het heft in handen. Vooral de technische universiteiten in Delft en Eindhoven besteden veel aandacht aan introducties voor studenten die hier een volledige studie komen

volgen. Op andere universiteiten, en vooral op hogescholen, is daar minder aandacht en geld voor. Een verklaring kan zijn dat de grote groepen bèta’s die naar Delft en Eindhoven gaan, vaak van ver komen en daarom meer begelei­

ding nodig hebben. “We merken wel dat andere instellingen met belangstelling naar ons uitgebreide programma kijken”, zegt Inge Adriaans van de TU Eindhoven. Het is niet gemakkelijk om het de internationale studenten naar de zin te maken. Golnoosh uit Iran is het wachten op Schiphol al zat. “Ik had gelezen dat het onbeleefd is om te laat te komen in Nederland”, zegt ze. “Waarom is de bus er dan nog niet?” Eenmaal in de bus vindt ze het “nog best ver rijden”.Leyla (23) uit Turkije zit tijdens de busrit met ver bazing naar het vlakke Nederland te kijken. Ze gaat in Delft een master interior architecture volgen. Ze koos de TU vanwege de goede ranking, net als

Klaargestoomd voor een nieuw Nederlands leven

"Mijn familie betaalt dit

allemaal. Ik moet sterk zijn"Fo

to: B

art v

an O

verb

eeke

| september 2009 | transfer20

Bassem (26) uit Libanon. De meeste studenten zijn trots dat ze zijn toegelaten tot een universiteit die het goed doet op internationale ranglijsten. Leyla is ook blij dat ze met de bus naar haar kamer wordt gebracht. Haar Turkse vriendinnen die in Engeland gaan studeren moesten het allemaal zelf uitzoeken.De TU Delft ziet de introdagen als een soort visite­kaartje, zegt Germaine Poot. In de Internationale Studenten Barometer, een wereldwijde benchmark van I-graduate, worden Delft en Eindhoven beide goed beoordeeld op het onderdeel opvang. Op de websites van de instellingen kunnen aankomende studenten al lezen over het introprogramma. De studenten worden in Delft bij hun kamers afgezet. De TU had het liefst nog veel meer studenten van een kamer willen voorzien, maar moest honderden internationale studenten teleurstellen omdat de geplande nieuwbouw van studentenkamers vertraging opliep. Vijittra uit Thailand oefent op haar nieuwe straatnaam, de Roland Holstlaan. Eenmaal in haar kamer begint ze meteen met uitpakken. Op haar boekenplank zet ze eerst het boekje dat ze uit haar nieuwe rugzak heeft gehaald: Looking for work in The Netherlands. Ook in Eindhoven wordt het zoeken van werk al in de introductieweek onder de aandacht gebracht. De TU/e wil studenten meer dan alleen een welkom bieden. Het motto in Eindhoven is: ze komen om te blijven. Van dat motto wordt grondig werk gemaakt, want al in hun eerste week brengen de studenten een bezoek aan bedrijven in de regio. Ze weten vanaf het begin dat ze bij het Career Center van de univer­siteit terechtkunnen voor loopbaanbegeleiding, zegt Cynthia Schreuder, coördinator van het master­introductieprogramma.

HongerCésar (24) uit Mexico bezocht gisteren met andere buitenlandse studenten een bedrijf dat transforma­tors ontwikkelt. Slechts drie dagen geleden vloog hij van zijn zonnige moederland naar Nederland. Nu zit hij met een dikke trui aan in een lokaal van de TU/e voor een workshop Nederlands. Hij kijkt nog wat verdwaasd om zich heen. De Mexicaan is gekomen voor een tweejarige master Systems and Control. Zijn meest prangende vraag: “Hoe vaak regent het hier eigenlijk?”

Césars eerste weekend in Nederland was een avon­tuur. Toen hij op zondag eten ging halen, bleek de supermarkt dicht. “Ik kwam om van de honger”, bromt hij, “net als mijn huisgenoot uit Colombia.” “Het weer, eten en huisvesting, dat zijn de eerste onderwerpen van gesprek”, zegt Inge Adriaans van het international office in Eindhoven. “En we leggen ze echt uit dat de Albert Heijn op het station op zondag open is. We delen ook voedselpakketjes uit zodat ze de eerste dag door kunnen komen. Maar hoe goed je ze ook voorbereidt, die eerste dagen blijven verwarrend.” De tweehonderd nieuwe masterstudenten in Eindhoven worden de komende drie weken klaar­gestoomd voor hun nieuwe Nederlandse leven. Lessen Engels en Nederlands, verzekering en bankpas regelen, fiets kopen, sporten, diner, kennismaking op de faculteit, langs de GGD voor een tbc­test, assertivi teitstraining en borrelen. Eindhoven pakt uit met een uitgebreid programma.Tijdens de workshop Nederlands zitten vijftien nieuwe studenten ingespannen naar de docente te kijken. Ze spelt het woord ‘Balkenende’, en vraagt wie die naam kent. Eén student weet dat het de minister­president is. “Heb ik op Wikipedia gelezen”, verklaart hij trots.

Te lang wennenEen inleiding in de Nederlandse cultuur is volgens Inge Adriaans onmisbaar. “Je kunt niet van ze verwachten dat ze helemaal voorbereid hier aankomen.” Workshops assertiviteit en projectmatig werken maken ook deel uit van de introductie. De meeste studenten zijn niet gewend om te studeren op de Nederlandse manier, waarbij veel samenwerking en eigen initiatief komt kijken. “Het werkt niet als je ze in het diepe gooit”, zegt Adriaans. “Dan moeten ze te lang wennen.” César vertelt dat hij in Mexico weinig tijd had om zich in te lezen over Nederland. Hij was veel te druk bezig met het invullen van formulieren en het regelen van een visum. De komende weken zal hij het land snel leren kennen. En voorlopig kan hij zich in Eindhoven redden, want wat was het eerste woord dat hij vandaag leerde? “Houdoe.”

Elleke Bal

a c t u e e l

transfer | september 2009 | 21

Internationalisering meten en vergelijken Een instrument waarmee instellingen en opleidingen in kaart kunnen brengen hoe ze ervoor staan

als het om internationalisering gaat. Zo’n instrument maken was gemakkelijker gezegd dan gedaan,

merkte de Nuffic. Maar inmiddels is MINT in gebruik.

MINT? De webtool heette toch INKT, ‘Internatio­nalisering in Kaart’? Vorig jaar is besloten over te stappen op het Engels, vertelt Nuffic­beleidsmedewerker Adinda van Gaalen. “Dat maakt het mogelijk om in de toekomst een verge­lijking te maken met partners in het buitenland.” INKT werd zo MINT, wat staat voor ‘Mapping Internationalization’. Bij het ontwikkelen van het instrument werkte de Nuffic samen met een klankbordgroep van dertien instellingen en een testpanel van vijftig personen. Het hele proces duurde ongeveer tweeënhalf jaar. MINT moest niet te oppervlakkig worden, geen overzicht van getallen zonder interpretatie. Van Gaalen: “Jarenlang ging het om ‘meer’ en ‘groter’, nu is er behoefte aan een soort reflectie.” Maar de denktank zat evenmin te wachten op een tijdrovende inventarisatie. Uiteindelijk is MINT een reeks afzonderlijke vragen­lijsten geworden voor evaluaties op centraal of faculteitsniveau en per opleiding. Het instrument vraagt onder meer naar de doelen van het interna­tionaliseringsbeleid, naar activiteiten en diensten die daaraan zijn gekoppeld en naar het belang dat daaraan wordt toegekend. Doordat de vragenlijst uit optionele onderdelen bestaat, past die zich tijdens het invullen vanzelf aan. Zo worden irrelevante vragen voorkomen en is het mogelijk alleen een bepaald aspect te meten, zoals kwaliteitszorg. Zijn alle vragen beantwoord, dan tonen tabellen met kleuren de mate van kwaliteitszorg: bij groen is die in orde, oranje geeft aan dat de instelling of opleiding op weg is de kwaliteitscirkel rond te krijgen, rood laat zien waar het nog aan schort.Wil je het goed doen, dan kost het toch behoorlijk wat tijd om MINT in te vullen, waarschuwt Mirka Hirsch. Zij was een van de eerste gebruikers, namens de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Die bracht

eerder slechts afzonderlijke onderdelen van het internationaliseringsbeleid in kaart. Over de rappor­tage van MINT is ze wel tevreden. “Het is heel fijn om nu een duidelijk overzicht te hebben van waar we staan: we willen veel, maar meten nog weinig. Als we dit jaarlijks doen, kunnen we onze ontwikkelingen volgen. Zo’n zelfevaluatie is zinvol.”

AnonimiteitMINT biedt eveneens de mogelijkheid om de eigen uitkomsten aan het eind van elk studiejaar naast die van anderen te leggen. Alle gebruikers die daar belangstelling voor hebben, kunnen dan aangeven aan welke deelnemers zij via de tool hun gegevens beschikbaar willen stellen. “Daar is uitdrukkelijke toestemming voor nodig”, benadrukt Van Gaalen. Benchmarking is ook een optie van MINT; zo kunnen deelnemers zichzelf vergelijken met een gemiddelde. Angst dat daardoor een soort ranking ontstaat, is volgens Van Gaalen ongegrond. “De Nuffic publiceert geen individuele gegevens. Bovendien wordt een benchmark uitsluitend gemaakt als het aantal instel­lingen of opleidingen groot genoeg is om anonimiteit te waarborgen.” Voor de bouwkundigen in Delft wordt MINT pas echt interessant als anderen de vragenlijst ook gaan invullen, vertelt Hirsch. “Het liefst willen wij ons vergelijken in Europees verband, met vooraanstaande opleidingen als Zürich en Aken.” Op de vraag of zij MINT kan aanraden, antwoordt de projectleider internationalisering bevestigend. Hirsch heeft wel een advies: zorg dat degene met wie je je wilt meten, ook meedoet.

Annelieke Slappendel

Meer informatie via www.nuffic.nl/mint.

a c t u e e l

| september 2009 | transfer22

Henk van Klaveren volgt een master aan de gerenommeerde London School of Economics. Een dure bezigheid, vooral omdat hij niet in aanmerking komt voor meeneembare Nederlandse studiefinanciering. Die is alleen bestemd voor studenten die drie van de afgelopen zes jaar in Nederland woonden. Van Klaveren deed eerder al een vierjarige bachelor aan een andere instelling in Schotland, en viel daarom buiten de boot. De student haalde deze zomer de landelijke pers met dit verhaal. Het zette Minister Plasterk er toe aan om nog tijdens het reces een onzorgvuldigheid uit de wet te halen. Sinds september 2007 mogen studenten studiefinanciering meenemen naar het buitenland voor een volledige opleiding. 6.500 Studenten maakten in het studiejaar 2008–2009 gebruik van die regeling. De voorwaarden die gelden om voor studiefinanciering in Nederland in aanmerking te komen, gelden ook voor de meeneembare toelage. Verder moet de opleiding in het buitenland van voldoende kwaliteit zijn, en moet de student aan de zogenaamde drie­uit­zes­eis

voldoen. Dit laatste om te voorkomen dat de regeling wordt gebruikt door studenten die nauwelijks een band hebben met Nederland.Henk van Klaveren struikelde over de drie­uit­zes­eis. Hij wisselde na zijn vierjarige bachelor van universiteit en moest toen van de IB­Groep opnieuw bewijzen dat hij drie van de afgelopen zes jaar in Nederland had gewoond. Dat kon hij niet. Hij kreeg dus geen studiefinanciering meer, maar mocht ook niet lenen via de gunstige voorwaarden van de IB­groep. Hij is naar de rechter gestapt, omdat hij de situatie onlogisch vindt.

Voor de rechterMinister Plasterk geeft de student gelijk. “Dit is niet de bedoeling”, schrijft hij in antwoord op Kamervragen van D66­Kamerlid Boris van der Ham. “De tijd die in het buitenland wordt doorgebracht om te studeren zou niet mee moeten tellen voor de drie­uit­zes­eis.” Hij bereidt een wetsvoorstel voor waarin staat dat de eis geen belem­

Het lijkt een succesverhaal: steeds meer studenten nemen hun studiefinanciering mee naar het buitenland.

Toch is de regeling niet onomstreden. Deze zomer staken de eerste kinderziektes de kop op. Minister Plasterk

gaat er zelfs de wet voor aanpassen.

Meeneembare studiefinanciering ligt onder vuur

transfer | september 2009 | 23

mering mag vormen voor het volgen van een wetenschap­pelijke masteropleiding in het buitenland. Het is onduidelijk hoeveel studenten de dupe zijn geworden van de belem­mering in de wet. Aan het eind van dit jaar komt de zaak van Henk van Klaveren voor de rechter, dan zal blijken of hij ook met terugwerkende kracht aanspraak maakt op het geld. Ook op Europees niveau ligt de drie­uit­zes­eis onder vuur. De Europese Commissie dreigt Nederland bij het Europese Hof van Justitie aan te klagen voor discriminatie. Reden is dat de eis niet strookt met de Europese regel dat werknemers uit EU­landen in alle EU­lidstaten dezelfde sociale voor­delen genieten als nationale werknemers. Want als bijvoorbeeld een Duitse moeder in Nederland gaat werken, dan mogen haar kinderen geen studiefinanciering meenemen naar het buitenland als ze nog geen drie jaar in Nederland wonen. Zo komt het vrije verkeer van personen in gevaar, redeneert de Commissie. Nederland vreest dat zonder de drie­uit­zes­eis het hek van de dam is. Dan zou een Spaanse vader een tijdje in Nederland kunnen gaan werken om zijn zoon van meeneembare studiefinanciering te voorzien. Dat zou de Nederlandse staat te veel geld kosten.

OvertrokkenMaar volgens Anne Pieter van der Mei, docent Europees Recht aan de Universiteit Maastricht, is die angst voor studiefinancieringstoerisme overtrokken. “Hoeveel Duitsers of Belgen gaan daadwerkelijk in Nederland werken om recht op studiefinanciering voor henzelf of hun kinderen te krijgen?” Dat zou volgens Van der Mei te veel moeite zijn, voor relatief weinig geld. En al zouden honderden of

duizenden Europeanen dit toch doen, dan zijn het er volgens hem “nog te weinig om de financiering van het Nederlandse beurzen­ en leningenstelsel in gevaar te brengen.”Van der Mei vindt niet dat buitenlandse werknemers ‘misbruik’ van de regeling kunnen maken. “Het recht om elders te gaan werken, voor welk doel dan ook, is een funda­menteel recht van iedere EU­burger.” Dat doel kan dus ook

het verkrijgen van studiefinanciering zijn. De jurist acht de kans dat Nederland de zaak verliest om deze redenen groter dan de kans op winst.Wel merkt Van der Mei op dat het Hof conservatiever is geworden sinds de zaak Förster. De Duitse studente Jacqueline Förster vond dat ze recht had op studie­financiering omdat ze in Nederland voldoende geïntegreerd was. Maar volgens het Hof had ze daarvoor minimaal vijf

jaar aaneengesloten in Nederland moeten wonen, zoals Nederland eiste. Dat vindt Van der Mei een harde eis. Daarmee is het volgens hem minder voorspelbaar geworden hoe coulant het Hof in deze zaken over studiefinanciering zal oordelen.Recentelijk stuurde de Europese Commissie een ‘met redenen omkleed advies’ aan Nederland, waarin staat dat de Wet Studiefinanciering moet worden aangepast. Doet Nederland dit niet, dan wordt de staat aangeklaagd en wordt een dwangsom opgelegd. Een woordvoerder van het minis­terie van Onderwijs zegt dat er al een Nederlands antwoord op dit advies naar Brussel is verzonden. Deze reactie is niet openbaar. De woordvoerder kan daarom niet zeggen of Nederland aan de eisen van de Commissie tegemoet komt.

Elleke Bal

Meeneembare studiefinanciering ligt onder vuur

“Hier gaan werken om recht

op studiefinanciering te

krijgen? Veel moeite, voor

weinig geld”

Foto

: Lex

van

Lie

shou

t/A

NP

Phot

o

De meeneembare studiefinanciering

voor mbo-studenten die een vol-

ledige opleiding in het buitenland

willen volgen, wordt uitgebreid. Vanaf

het studiejaar 2010-2011 mogen zij

hun beurs meenemen naar Zweden,

Spanje, Frankrijk en het Verenigd

Koninkrijk, het jaar daarna naar de

hele EER en Zwitserland. Dat schrijft

staatssecretaris Van Bijsterveldt aan

de Tweede Kamer. Uit onderzoek naar

de meeneembaarheid van de studie-

beurs blijkt dat mbo’ers vaker inter-

nationale ervaring opdoen als zij hun

studiefinanciering mogen meenemen.

Momenteel gaan ongeveer 2.400 mbo-

studenten naar het buitenland voor

hun opleiding, in 2010 moeten dat er

3.200 zijn. Tot nu toe mocht studie-

financiering voor deze groep alleen

mee naar Duitsland, Vlaanderen en

naar enkele specifieke opleidingen in

Europa. (EB)

m b o - b e u r s m a g v a k e r m e e n a a r b u i t e n l a n d

r e p o r t a g e

| september 2009 | transfer24

d o e l : a c c r e d i t a t i e v o o r a l l e b a c h e l o r t r a j e c t e n i n 2 0 1 1

Webster University is here to stayIn sommige opzichten een van de best bewaarde geheimen van

Nederland. Zo noemt Webster University haar Nederlandse

vestiging op de eigen website. Maar inmiddels is de ‘echte

Amerikaanse campus’ in Leiden, die in juni zijn 25-jarig jubileum

vierde, hard bezig om meer bekendheid te krijgen. En erkenning.

transfer | september 2009 | 25

Toevallig liep de moeder van Stephen Garcia over de Boommarkt in Leiden. Daar viel haar oog op het bijzondere pand van Webster University. Als zij niet zo onder de indruk was geweest van de voormalige meisjesschool aan de Oude Rijn, dan was Garcia – toen nog student biologie aan de plaatselijke hoge­school – waarschijnlijk nooit op het idee gekomen om bij Webster een bachelor International Business and Management Studies te gaan volgen, zegt hij nu. “Niemand in mijn omgeving kende Webster.”Als het aan de instelling zelf ligt, komt daar snel verandering in. Trots laat Marielle van der Meijden, director of admissions and marketing, een oranje plastic visje zien. “Dit is sinds vorig jaar onze marke­ting­gadget. We hebben een visje gekozen, omdat dat niet offensive is, maar redelijk neutraal. En we koppelen er slogans aan als ‘spring de wijde wereld in’, of een plaatje van een volle vissenkom om de kleinschaligheid van Webster onder de aandacht te brengen. Len Even, de onlangs vertrokken directeur, vond onze relatieve onbekendheid hier prachtig. Maar ik denk: schreeuw het uit dat wij uniek zijn in onze soort.”

KleinschaligWebster University opende in 1983 een vestiging in Leiden. Dat gebeurde op verzoek van de Engelstalige gemeenschap in Nederland. Die had behoefte aan een internationaal georiënteerde opleiding in de eigen taal. De vier faculteiten bieden praktijkgerichte programma’s in de richtingen business & manage­ment, sociale en gedragswetenschappen, internatio­nale betrekkingen en mediacommunicatie. Inmiddels heeft de Amerikaanse universiteit wereldwijd meer dan honderd campussen. De meeste daarvan liggen in het land van herkomst, maar Webster is ook te vinden in onder meer China en Thailand – popu­

laire bestemmingen voor studenten die een deel van hun opleiding op een andere Webster­locatie willen volgen. De instelling betaalt het vliegticket, de programma’s zijn hetzelfde zodat er verder nauwe­lijks iets geregeld hoeft te worden. Met de andere Europese vestigingen – Wenen, Genève en Londen – organiseert Webster University Nederland master­programma’s waarbij studenten alle vier locaties aandoen. “Het is de bedoeling om het aantal vestigingen op termijn verder uit te breiden”, vertelt Van der Meijden. “Maar het moet allemaal wel kleinschalig blijven.” Want die kleinschaligheid behoort tot de kenmerken die Webster volgens haar uniek maken. In Nederland zijn er nu ongeveer driehonderd studenten. Op de hogeschool was dat het aantal waarmee hij hoorcolleges volgde, herinnert student Garcia zich. “Dan kun je je gemakkelijk verschuilen. Hier krijg ik les in groepen van maximaal twintig. Dat dwingt je om op te letten en actief deel te nemen.” Voor een kleine instelling is Webster wel erg internationaal: in Leiden en in de ruimte bij het Amsterdamse World Trade Center waar de MBA wordt gegeven, zijn meer dan veertig nationaliteiten aanwezig. De verschillende achtergronden van zijn medestudenten ziet Garcia – zelf afkomstig uit Curaçao – als een pluspunt. “Als het bij internationale betrekkingen over kinderarbeid gaat, blijkt iemand uit Pakistan door de eigen ervaring ermee daar een heel andere kijk op te hebben.”

AccreditatieOverigens neemt het aantal Webster­studenten wel toe, zegt Van der Meijden. “Vooral bij de masters zien we groei. En die verwacht ik bij de under-graduates ook.” Deze positieve ontwikkeling heeft

Webster University is here to stay

Foto

’s: :

Mar

c de

Haa

n

Marielle van der

Meijden, director

of admissions and

marketing.

| september 2009 | transfer26

ermee te maken dat Webster sinds 2008 een door de Nederlandse overheid erkende instelling is. Ook kwam er Nederlandse accreditatie voor de opleiding International Business and Management Studies, die zowel een Amerikaans als een Nederlands (hbo­)diploma oplevert. Het is de bedoeling dat in 2011 alle bachelorprogramma’s deze accreditatie hebben. “Zo verlagen we de drempel voor studenten uit Nederland, een markt die we niet moeten verwaar­lozen, omdat Nederlanders all over the world zitten.” Maar Webster had meer redenen om accreditatie aan te vragen. “Zo geven we ook aan: we are here to stay”, aldus Van der Meijden. “En kijk maar, we bieden goede kwaliteit en zijn geen Mickey Mouse­universiteit.” Ook twee andere ontwikkelingen tonen aan dat Webster toekomst ziet in Nederland: het pand aan de Boommarkt werd dit jaar gekocht en op nog geen honderd meter afstand, in wat voorheen een huishoudschool was, ging vorige maand het Living and Learning Center open: een soort minicampus met vijftig studio’s voor studenten, een leslokaal, maar ook een fitnessruimte.

InvesteringStephen Garcia vindt het een prettig idee dat zijn opleiding in Nederland wordt erkend. En het is natuurlijk mooi meegenomen dat hij nu een OV­jaarkaart en studie­financiering krijgt. Toch blijft het duur om aan Webster University te studeren, geeft hij toe. “Vooral in vergelijking met wat we hier gewend zijn. In de Verenigde Staten zijn zulke bedragen normaal. Je moet het zien als een investering. Hier wordt je niet alleen knowledge bijgebracht, maar ook skills zoals spreken in het openbaar. Bij elk vak moet je wel een presentatie geven. Daardoor is Webster het voor mij 200 procent waard.” Van der Meijden wijst op de student­professor­ratio die haar instelling naar verhouding duur maakt. “Voor het wettelijke collegegeld van 1.620 euro doe je bij ons anderhalve course, een bachelor kost bij ons al gauw 12.000 euro per jaar”, rekent ze voor. “Maar heel veel kinderen die van een internationale school komen, zijn dat al gewend.” Webster komt haar buitenlandse studenten in de kosten tegemoet met een eigen scholarship­programma. Zij kunnen tot 25 procent korting krijgen op de tuition fee, op basis van excellentie en in ruil voor tien uur werken per week: klusjes als achter de balie zitten of op een beurs staan.

De Amerikaanse opzet van het onderwijs bij Webster noemt de marketingdirecteur ook als voordeel. “Het brengt veel meer variatie, en met liberal arts ben je flexibeler. Studenten gaan de breedte in voordat ze de diepte opzoeken. En als je er na een halfjaar psychologie achter komt dat je toch liever iets anders doet, kun je van dit vak een minor maken. Zo hebben studenten veel meer tijd om een definitieve keuze te maken”, zegt ze, wijzend op een krantenartikel boven haar bureau met als kop ‘1 op 3 studenten kiest verkeerde studie’.

Wim-Kok-EngelsDat de university colleges in Utrecht, Middelburg, Maastricht en nu ook Amsterdam hetzelfde systeem hanteren, vindt Van der Meijden prima. “Het is gunstig voor ons dat dit systeem populairder wordt, dat maakt overstappen gemakkelijker.” Ze hoeft ook minder uit te leggen over Webster sinds de invoering van bachelors en masters in het Nederlandse hoger onderwijs. “Nu zijn we niet langer een vreemde eend in de bijt.” Overigens ziet Van der Meijden wel een verschil met de university colleges in Nederland. “Daar loop je het risico om onderwijs te krijgen in Wim­Kok­Engels. Onze docenten zijn native speakers, hier heerst ook

een Amerikaanse en internationale cultuur.” Lopen die Amerikaanse cultuur en het internationale klimaat van Webster geen gevaar als er meer Nederlanders komen? Van der Meijden denkt van niet. “Dat zie ik niet zo gauw gebeuren. Nu is eenderde van onze studenten

afkomstig uit dit land, andere universiteiten halen dat aantal buitenlanders meestal niet eens. En het pluimage dat hier komt, zal altijd een internationale vibe houden. Onze studenten hebben hun jeugd in het buitenland doorgebracht, of hebben buiten­landse ambities.” Tijdens een intake gesprek wordt bekeken of belangstellenden over de juiste mind set beschikken. Andere toelatings criteria zijn voldoende beheersing van het Engels, een cijfergemiddelde van minimaal een 7 en referenties. Een afwijzing wegens gebrek aan motivatie is mogelijk, zegt de admission director, maar dat heeft zij nog niet meegemaakt. “Je moet echt internationaal ingesteld zijn voor Webster University”, concludeert Van der Meijden, “hier komen niet veel studenten uit de Achterhoek.”

annelieke slappendel

“Kijk maar, we bieden

goede kwaliteit en zijn geen

Mickey Mouse-universiteit”

transfer | september 2009 | 27

v l i e g e n d e h o l l a n d e r

“Nederland is multicultureel, Amerika is interna­tionaal. Dat is een groot verschil. Voordat ik naar Washington vertrok, dacht ik dat ik in een open en tolerante samenleving woonde. Ik heb het hier ook altijd prima naar mijn zin gehad. Maar mijn verblijf in de States heeft mijn blik verruimd. Daar doet het er werkelijk niet toe waar je vandaan komt; in Nederland heb je toch vaak met een verkapte vorm van racisme te maken. Bijvoorbeeld op het vliegveld: in Amerika wordt iederéén door de mangel gehaald, op Schiphol alleen degenen met een mediterraan uiterlijk. Dat is onnodig kwetsend.Ik ben in eerste instantie uit vakmatige belangstelling naar Washington gegaan. Ik wilde kennisnemen van een ander rechtssysteem voordat ik aan het werk zou gaan. In Europa kijk je als advocaat vooral naar het wetboek, in de Verenigde Staten is de koers van de rechters belangrijker voor je pleidooi. Maar uitein­

delijk heb ik toch het meest opgestoken van mijn omgang met al die andere buitenlanders daar.

Enthousiast en vriendelijkIk vond het in Washington geweldig. Het is een enthousiaste en vriendelijke stad, met een sterk intellectueel klimaat. Stel, je staat bij een pizzeria in de rij om een slice te halen. De kans is groot dat degene vóór je bij de Wereldbank of een ander belangrijk instituut werkt. Je hebt zomaar een inte­ressant gesprek met een Vietnamees, die vloeiend Turks blijkt te spreken. Dat maakt iedere dag tot een top ervaring.Amerikaanse universiteiten vechten om Fulbright­studenten. Als ik iets gedaan wilde krijgen, hoefde ik in mijn mailtje maar te laten vallen dat ik een “Fulbright scholar” was en alle deuren gingen voor me open. Het is jammer dat Nederland alleen klein­schalige uitwisselingsprogramma’s kent, in plaats van, zoals in Amerika, banden met universiteiten over de hele wereld. Het is zo belangrijk om mensen uit andere culturen echt te leren kennen. Pas dan raak je je vooringenomenheid kwijt.Ikzelf dacht bijvoorbeeld dat Fransen arrogant waren. Ik bleek ze reuze aardig te vinden. En Amerikanen zouden wel tegen moslims zijn. Niets is minder waar! Sinds mijn verblijf in Amerika voel ik me geroepen dat land te verdedigen tegen ongenuanceerde uitla­tingen op internetfora enzo.Ik wil zeker nog eens terug, maar ik zou me niet voor­goed in de Verenigde Staten willen vestigen. Ik heb daar gemerkt dat ik, ondanks alles, een Europeaan in hart en nieren ben. Als ik de internationale sfeer te veel ga missen, zal ik die dus dichter bij huis moeten zoeken.”

Annemieke Bosman

‘Elke dag in Washington was een topervaring’Onur Arslan (25) studeerde na zijn rechtenstudie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam een jaar aan het

Washington College of Law. Hij deed dat met een Fulbright-beurs. Daarvoor komen jaarlijks slechts twintig

Nederlandse studenten in aanmerking.

Onur Arslan is Europeaan in hart en nieren.

| september 2009 | transfer28

i n t e r v i e w

Het is de laatste dag voor haar vakantie en er moeten nog allerlei zaken worden afgerond. Ze heeft net een vergade­ring achter de rug waarin de internationaliseringsstrategie voor de jaren 2010 tot 2015 is vastgesteld. “Ik kan het me eigenlijk niet voorstellen dat ik, na de vakantie, nog maar zes weken in deze functie werk”, zegt ze. Toch is Madeleine Gardeur sinds 1 september geen hoofd meer van het Bureau Internationale Samenwerking van de RUG. In plaats daarvan adviseert ze nu het universiteitsbestuur over samenwerking met de Golfstaten. “Ik kan met deze baan inhoudelijk de diepte in. Dat vind ik heel aantrekkelijk.” Met voldoening kijkt ze terug op de achterliggende periode. De Rijksuniversiteit Groningen heeft veel bereikt op inter­nationaliseringsgebied. En, al wil ze het zelf niet zo weten, daarin heeft Gardeur een heel belangrijke rol gespeeld. Toen zij in 1984 begon bij wat toen Bureau Buitenland heette, werkten daar drie mensen. Inmiddels telt het Bureau Internationale Samenwerking bijna dertig medewerkers. Tal van samenwerkingsverbanden zijn aangegaan met landen in Afrika, Azië, Latijns­Amerika en Oost­Europa. Met 2.200 buitenlandse studenten en 870 internationale PhD’ers heeft de RUG het hoogste aantal internationale studenten in haar geschiedenis bereikt.

IJzeren GordijnHet waren haar kennis van het Frans en het feit dat ze als student het Leidse Bureau Buitenland had helpen

opzetten, die maakten dat Gardeur in 1984 bij het Groningse Bureau Buitenland werd aangenomen als projectcoördinator voor het toenmalige Opper­Volta (tegenwoordig Burkina Faso). Twee jaar later werd de sociaal­psychologe hoofd van het bureau dat toen uitslui­tend draaide om ontwikkelingssamenwerking. Dat veran­derde met de lancering van de Europese programma’s in 1987. Mobiliteit en uitwisseling van studenten en staf werden steeds belangrijker. Een andere mijlpaal was de val van het IJzeren Gordijn. “Ik kreeg van het universiteitsbestuur twee weken om een voor­stel te maken voor samenwerking met Oost­Europa. Er werd een miljoen gulden beschikbaar gesteld, zodat we beurzen konden verstrekken aan stafleden. Veel wetenschappers kwamen toen voor het eerst het Oostblok uit en waren heel blij met deze kans. Met een aantal universiteiten hebben wij nog steeds goede contacten. Zij sturen vaak de beste promo­vendi naar Groningen.” Gardeur vindt de samenwerking met het voormalige Oostblok typerend voor de internationaliseringsvisie van de RUG. “Het college keek buiten de deur en sprong snel op actuele ontwikkelingen in”, verklaart ze. Aansluiten bij ontwikkelingen op de faculteiten is een andere rode draad in het internationaliseringsbeleid van de universiteit. Zo kwam ook de samenwerking met Indonesië tot stand. “Wegens de politieke situatie in Indonesië remde de universiteitsraad die samenwerking aanvankelijk af, maar vanuit de faculteiten

t e r u g b l i k o p 2 5 j a a r

i n t e r n a t i o n a l i s e r i n g

‘Wij zijn nooit achter het geld aangerend’

Ruim 25 jaar was Madeleine Gardeur het boegbeeld van de internationale aspiraties van de

Rijksuniversiteit Groningen. Als hoofd van het Bureau Internationale Samenwerking was de wereld

haar werkterrein. Sinds september zijn dat vooral de Golfstaten.

transfer | september 2009 | 29

was die wens er wel. In 1995 hebben we deelgenomen aan een handelsmissie, tegelijk met het bezoek van de koningin. Toen is geld vrijgemaakt om samen met twee Indonesische universiteiten enkele double degree­opleidingen op te zetten. Toen in Azië in 1998 de economische crisis uitbrak, verdwenen alle buitenlandse universiteiten. Wij hadden onze eigen middelen en zijn gebleven. Dat werd enorm gewaardeerd.”

Geen optie“We zijn nooit achter het geld aangerend”, stelt Gardeur vast. “Zo is het voor ons ook geen optie om een satellietuniver­siteit in een ander land op te zetten. Dat vereist veel investeringen en het internationaliseert onze studenten niet.” Samen met andere Nederlandse instellingen begon de RUG in 1997 met het actief werven van betalende internatio­nale studenten. “We hebben toen voor twee focuslanden, Indonesië en Duitsland, beleid ontwikkeld. We wilden geen schot hagel in the dark, maar getalenteerde instroom. Al snel hebben we de werving vertaald in meetbare doelen.” Inmiddels telt de RUG studenten van 113 nationaliteiten. Betrekkelijk nieuw is de werving van Saoedische studenten geneeskunde en tandheelkunde. Daarbij waren de afgelopen twee jaar wel wat kinderziektes te overwinnen. Veel Saoedi’s spraken te slecht Engels voor het voorbereidende jaar en instromen in de Nederlandse opleiding bleek vaak een brug te ver. Maar in september is de Engelstalige medicijnenstudie gestart. “Een Engelstalige variant was al langer een wens van ons. Op deze manier konden we dit realiseren. Vanuit de hele wereld is er veel belangstelling voor: duizend aanvragen voor zeventig plaatsen.” Maar de RUG vindt het ook belangrijk om contact

te houden met het Midden­Oosten. “Zo’n gebied moet je niet links laten liggen.” Rankings zijn een steeds grotere rol gaan spelen, weet Gardeur. “Wij moeten daarbij net iets harder lopen dan anderen. Groningen is qua naamsbekendheid nog geen

Amsterdam of Leiden. Daarom hebben we altijd veel energie gestoken in het aantrekken van buitenlands talent.” Zo voerde de universiteit als eerste het tenure track model in. Dat biedt zeer getalen­teerde onderzoekers via strenge selectie in ongeveer tien jaar een hoogleraarschap. “Sinds een jaar of vier nemen we de rankings steeds serieuzer – je moet ook

zelf gegevens aanleveren. Dat heeft erin geresulteerd dat we in de Shanghai­index wereldwijd op plaats 101 zitten.” Het internationaliseringsbeleid van de RUG gaat een nieuwe fase in. Doelstelling voor 2014 is onder meer dat de helft van de studenten een deel van de opleiding in het buitenland doet en dat 20 procent van studenten en staf van buitenlandse afkomst is. “We gaan ook verder met het ontwikkelen van heel goed Engelstalig bachelor­ en masteronderwijs, value for money. En we willen meer samenwerking met de Verenigde Staten en Latijns­Amerika. Ook Afrika blijft belangrijk. Daar zit veel groei in en met landen als Oeganda kun je heel goed op een gelijkwaardige manier samenwerken."Ambities te over, maar Gardeur zal ze als hoofd internatio­nale samenwerking niet meer realiseren. “De vorige inter­nationaliseringsfase is met succes afgerond. Voor mij is dit een mooi moment om de laatste jaren van mijn loopbaan opnieuw te pionieren in landen waarmee samenwerking nog niet zo vanzelfsprekend is.”

Els Heuts

‘Wij zijn nooit achter het geld aangerend’

Foto

: : Su

nny

Gar

deur

Madeleine Gardeur: "Ik ga nog een paar jaar

pionieren in landen waarmee samenwer-

king nog niet vanzelfsprekend is."

“Het Midden-Oosten

moet je niet

links laten liggen”

| september 2009 | transfer30

Met verbazing las ik in Transfer 9 (juli 2009) waarom studenten de grens niet meer over zouden willen. Cultuurpsycholoog Prins legde uit dat de jeugdcultuur gefragmenteerd is en dat jongeren zelf hun identiteit moeten vaststellen. Dat valt niet mee, ze hebben er vrienden bij nodig die dichtbij wonen en dus kunnen ze niet naar het buitenland. Bovendien zetten jongeren zich volgens Prins niet langer af tegen hun ouders en hoeven ze het huis niet uit. Hoe verhouden die verklaringen zich tot het feit dat jongeren wel massaal de wereld rondtrekken vóórdat ze gaan studeren of na hun afstuderen? Hoeven ze dan ineens niet aan hun identiteit te werken? Zetten ze zich dan wel af tegen hun ouders? Marktonderzoeker Berndt wijst op internet en het gemak waarmee je nu allerlei kennis kunt vergaren. Je hóeft dus niet meer uit te vliegen om kennis op te doen, en dat lijkt me op zich wel correct. Maar hoe verhoudt deze verklaring zich op haar beurt weer tot die van pedagoog De Bruyckere, die wijst op de beleveniseconomie waarin alles draait om ervaringen? Is surfen op internet een vorm van ervaringen opdoen die past in het concept van de beleveniseconomie? Ik dacht het niet.Ik denk dat de verklaring ergens anders zit. Ik herinner me goed de vergaderingen op mijn facul­teit in de periode vóór de invoering van de bachelor­masterstructuur. Iedereen was er als de kippen bij om, bij een korter wordende studieduur, te voorkomen dat zijn of haar vak zou worden weggesaneerd. Bij tevens afnemende studentenaantallen was het gevolg dat alle ‘extra’s’ (keuze­vakken, extracurriculaire activiteiten, uitwisselingen) werden gemarginaliseerd. De ‘eigen vak eerst’­mentaliteit werd zo een belangrijk uitgangspunt bij het vormgeven van hoger onderwijs dat eigenlijk internationalisering moest bevorderen. Mogelijkheden voor uitwisselingen die nog bestaan, worden door docenten niet zelden ontmoedigd. Dit verklaart waarom studenten voor of na hun studie reizen, maar niet tijdens.Inmiddels werk ik in het buitenland. Ik heb geleerd hoe belangrijk het is ondergedompeld te worden in een andere cultuur, niet als backpacker, maar als echte deelnemer. Dat dwingt tot fundamentele zelfreflectie, je wordt er een rijker persoon van en het is een heel goed recept tegen provincialisme. In een globaliserende wereld waarin interculturele communicatie en dito samen­werking nieuwe vanzelfsprekendheden zijn, is dat enorm belangrijk. Je hebt er je leven lang iets aan en het is dus uiterst pragmatisch om daar een jaartje aan te besteden. Oplossingen als internationalisering at home waarbij studenten ‘hun eigen jobje’ kunnen houden, leiden tot niets. Korte studiereizen leiden op zijn best tot cultuurshocks en een leuk blog op internet, maar niet tot het type zelfreflectie dat een echt groei­ en leerproces tot gevolg heeft. In drie weken gaat dat niet, in drie maanden evenmin. En al helemaal niet als je veilig bij je eigen vriendin in Nederland blijft wonen. Met excuses aan de vriendinnen

Hans DielemanHans Dieleman werkt in Mexico-stad als (gast)hoogleraar aan de Universidad Autónoma de la Ciudad de México en de

Universidad Autónoma Metropolitana en is tevens verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

‘Eigen vak eerst’ frustreert internationalisering

i n g e z o n d e n b r i e f

Wilt u ook reageren op een artikel in

Transfer of op onze website? Mail dan

naar [email protected] .

31transfer | september 2009 |

september

2009

november

2009

A G E N D A

oktober

2009

Madrid met zijn immigranten vanuit de hele wereld is volgens de European Association for International Education de ideale locatie voor de EAIE-conferentie met als thema Connecting Continents. Veel bijeenkomsten en workshops zijn er op gericht de deelnemers te helpen bij het aantrekken van buitenlandse studenten voor hun instelling. De conferentie duurt van 16 tot en met 19 september. Meer informatie op www.eaie.org/Madrid/

De herfstconferentie van de European Universities Association (EUA) vindt dit jaar plaats van 8 tot en met 10 oktober in Giessen, Duitsland. Voor het eerst is die gewijd aan internationalisering van het hoger onderwijs, waarbij in het bijzonder voorbij de Europese grenzen wordt gekeken onder het motto ‘Enhancing attractiveness through global Partnership and Cooperation’. Meer informatie en aanmelden www.eua.be/events/autumn-conference-2009

Buitenlandse studenten die een periode in Nederland willen studeren, moeten op tijd de juiste immigratieprocedures in gang zetten. Hierbij spelen internationaliseringsmedewerkers van de Nederlandse HO-instelling een grote rol. In de introductiecursus Immigratieprocedures voor buiten-landse studenten op 8 en 9 oktober in Den Haag helpt de Nuffic startende medewerkers interna-tionalisering om de Nederlandse immigratieprocedures te doorzien. Meer informatie en inschrijven via www.nuffic.nl/cursussen

‘Making ends meet – Innovative ways of funding international students’ is de titel van een gezamen-lijk seminar van de Academic Cooperation Association (ACA) en het Swedish Institute op 15 oktober in Stockholm. Zijn collegegeld en beurzen de enige mogelijkheden om buitenlandse studenten te financieren? Case studies van een aantal landen en universiteiten moeten antwoord bieden op vragen als deze. Meer informatie en aanmelden via www.aca-secretariat.be

Op 3 november is het de Europese dag voor een Leven Lang Leren. In Groothandelsgebouw Engels in Rotterdam vindt dan ook een landelijke conferentie plaats over Comenius, Erasmus, Leonardo da Vinci en Grundtvig, gericht op alle onderwijssectoren. Met onder meer een presentatie van praktijkvoorbeelden en de uitreiking van Mobi awards voor de beste mobiliteitsprojecten. Meer informatie op www.na-lll.nl/actueel/europese-dag-voor-een-leven-lang-leren-1/

Een selecte groep Holland Alumni bespreekt actuele onderwerpen in zeven verschillende experti-sevelden tijdens de Holland Alumni Conference op 5 en 6 november in het Bel Air hotel, Den Haag. Naast inhoudelijke workshops zijn er bijeenkomsten met Nederlandse hogeronderwijsinstellingen, alumni-verenigingen en andere relevante organisaties. Meer informatie op http://conference2009.hollandalumni.nl. Aanmelden voor 15 september.

Een bezoek aan Madurodam, de Tweede Kamer of het Mauritshuis behoort tot de mogelijkheden op de Dag van de Internationale Student, ofwel DIS. Die is dit jaar op 7 november in het World Forum Den Haag. Ook zijn er allerhande lezingen en workshops en kunnen buitenlandse studenten elkaar ontmoeten. Meer informatie, o.a. over aanmelden via www.dis2009.nl

Zie ook www.transfermagazine.nl/nieuws/agenda

Fairs Meer informatie via [email protected]

Korea Student FairBusan 24 sepSeoul 24 – 27 sepwww.yuhak2min.com

International Education Fair Moskou 10 oktSt. Petersburg 11 oktwww.iciep.ru

European Education Fair Turkey @ IEFTAnkara 18 oktIstanbul 24 – 25 oktwww.ieft.net

China Education Expo (CEE)Beijing 17 – 18 oktWuhan 21 oktShanghai 24 – 25 oktChengdu 28 oktGuanghzou 31 okt – 1 novwww.chinaeducationexpo.com

EHEF Bangkok 2009 Thailand 30 okt – 1 novwww.ehef-bangkok09.org

Adv_DIS2009_deƒ.pdf 25-08-2009 13:16:14