Tijdskrediet en thematische verloven

42
HR SERVICES Tijdskrediet en thematische verloven SECUREX VOUWT DE WAAIER AAN MOGELIJKHEDEN VOOR U OPEN

description

Een overzicht

Transcript of Tijdskrediet en thematische verloven

Page 1: Tijdskrediet en thematische verloven

H R S E R V I C E S

Tijdskrediet en thematische verloven

Securex vouwt de waaier aan mogelijkheden voor u open

Page 2: Tijdskrediet en thematische verloven

tijdskrediet en thematische verlovenSecurex vouwt de waaier aan mogelijkheden voor u openSociaal Secretariaat l Securex - Legal Department Information and Know How

September 2012

De informatie in deze brochure is afkomstig uit de database www.lex4you.be

Deze brochure wordt gepubliceerd op basis van de toepasselijke wetgeving en de bestaande diensten van Securex op 1 september 2012.Securex wijst elke aansprakelijkheid af voor fouten of wijzigingen van de wetgeving die vanaf 1 september 2012 zouden zijn doorgevoerd.

De diensten van Securex die in deze brochure worden aangehaald, worden ter informatie vermeld. Securex kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onnauwkeurigheden of materiële fouten die ze zou bevatten.

© Sociaal secretariaat Securex – Alle rechten voorbehouden voor alle landen.

Page 3: Tijdskrediet en thematische verloven

Overzicht

1. inleiding2. voltijds tijdskrediet Tijdskrediet zonder motief Gemotiveerd tijdskrediet Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen Voorbeeld

3. Stelsel van loopbaanvermindering tot een halftijdse baan Loopbaanvermindering zonder motief Gemotiveerde loopbaanvermindering Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen Voorbeeld

4. loopbaanvermindering met 1/5 Loopbaanvermindering zonder motief

Gemotiveerde loopbaanvermindering Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen Voorbeeld

5. eindeloopbaanstelsel Modaliteiten, duur en voorwaarden Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen Voorbeeld

6. Samenvattend schema7. ouderschapsverlof Modaliteiten, duur en voorwaarden Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen

8. verlof voor palliatieve zorgen Modaliteiten, duur en voorwaarden Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen

9. verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid Modaliteiten, duur en voorwaarden Procedure Recht op onderbrekingsuitkeringen

10. conclusie

de verschillende stelsels van tijdskrediet

thematische verloven

Page 4: Tijdskrediet en thematische verloven

Willen uw werknemers hun privéleven en hun beroepsleven beter op elkaar afstemmen? Dankzij het stelsel van tijdskrediet kan die balans verbeterd worden terwijl de continuïteit in de organisatie van de ondernemingen behouden blijft 1 2.De meeste werknemers uit de privésector hebben het recht om hun beroepsactiviteit te schorsen of te verminderen in de vorm van tijdskrediet. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van tijdskrediet: - recht op voltijds tijdskrediet: • zonder motief (maximaal 12 maanden over

de volledige loopbaan van de werknemer; • met motief (36 of 48 aanvullende maanden);

- loopbaanvermindering tot een halftijdse baan: • zonder motief (maximaal 24 maanden over

de volledige loopbaan van de werknemer); • met motief (36 of 48 aanvullende maanden);

- loopbaanvermindering met 1/5 3 : • zonder motief (maximaal 60 maanden over

de volledige loopbaan van de werknemer); • met motief (36 of 48 aanvullende maanden);

- het recht van werknemers van 55 jaar en ouder met een beroepsverleden van 25 jaar op eindeloopbaanstelsel ten belope van een halftijdse baan of een 4/5 baan (1 dag of 2 halve dagen per week) 4.

Het recht op tijdskrediet zonder motief, het recht op tijdskrediet met motief en het recht van oudere werknemers op eindeloopbaanstelsel staan los van elkaar. Deze 3 stelsels kunnen dus worden gecumuleerd.

Werknemers die tijdskrediet aanvragen, zijn beschermd tegen ontslag. Ze kunnen bijgevolg alleen worden ontslagen om een voldoende reden, d.w.z. een reden die vreemd is aan het tijdskrediet, of om een dringende reden.

Deze bescherming gaat in vanaf de datum van de schriftelijke aanvraag van het tijdskrediet en loopt 3 maanden na de einddatum van het tijdskrediet af. Wordt de werknemer tijdens deze periode zonder reden ontslagen, dan is de werkgever hem, bovenop de gewone opzeggingsvergoeding een forfaitaire vergoeding gelijk aan het brutoloon van 6 maanden verschuldigd. Naast het tijdskrediet bestaan er andere bijzondere stelsels van loop-baan onderbreking die met een bepaald doel worden genomen. Het gaat om de thematische verloven: • ouderschapsverlof; • verlof voor het verlenen van palliatieve

zorgen; • verlof voor bijstand aan een zwaar ziek

gezins- of familielid.

1 Als uw onderneming 10 werknemers of minder telt, moet u uw goedkeuring geven voor de uitoefening van het recht op tijdskrediet.2 Indien meer dan 5% van de werknemers binnen uw onderneming of een bepaalde dienst tegelijk hun recht op tijdskrediet uitoefenen, wordt

een voorkeurs- en planningsmechanisme toegepast. Deze drempel is echter niet van toepassing op werknemers van 55 jaar en ouder die een loopbaanvermindering met 1/5 vragen. Die drempel van 5% wordt verhoogd met een eenheid per schijf van 10 werknemers in de onderneming die ouder zijn dan 50 jaar. Opgelet, er kunnen sectorale afwijkingen van toepassing zijn. Contacteer uw Legal advisor of consultant voor meer informatie.

3 Een combinatie van deze 3 regelingen zonder motief is eveneens mogelijk tot een voltijds equivalent van 12 maanden is bereikt. Hierbij stemt een maand van voltijdse onderbreking overeen met 2 maanden van loopbaanvermindering tot een halftijdse baan en met 5 maanden van loopbaanvermindering met 1/5.

4 In deze inleiding gebruiken we de term tijdskrediet echter in zijn algemene betekenis, waarmee zowel het tijdskrediet, het recht op loopbaanvermindering als het recht van werknemers van 55 jaar of ouder op een vermindering van hun arbeidsprestaties worden bedoeld, tenzij anders wordt vermeld.

Inleiding

Page 5: Tijdskrediet en thematische verloven

5 Raadpleeg daarenboven altijd de regels die van toepassing zijn in uw sector.6 Deze brochure bevat alleen de regels die van toepassing zijn in de privésector en de voorwaarden die van toepassing zijn op eerste aanvragen

of aanvragen tot verlenging die werden ingediend na 31 augustus 2012.7 Deze brochure bevat alleen de regels die van toepassing zijn in de privésector en de voorwaarden die van toepassing zijn op eerste aanvragen

of aanvragen tot verlenging van onderbrekingsuitkeringen die werden ingediend na 31 augustus 2012.

Opgelet! Bijzonder aan het tijdskrediet is dat er twee verschillende reglementeringen op van toepassing zijn: • de ene reglementering bevat de

regels over het recht op een volledige schorsing of een vermindering van de arbeidsprestaties (cao nr. 103 die de cao nr. 77bis vervangt) 5 6;

• de andere reglementering gaat over het recht op onderbrekingsuitkeringen tijdens dat tijdskrediet (Wet van 10 augustus 2001; koninklijk besluit van 12 december 2001, gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 december 2011) 7.

De voorwaarden die door deze 2 reglementeringen worden opgelegd zijn voortaan met elkaar in overeenstemming. Dat was niet altijd het geval, in het bijzonder tijdens de periode van 1 januari 2012 tot 1 september 2012, toen de voorwaarden om recht te hebben op onderbrekingsuitkeringen werden gewijzigd. Tijdens die periode ontstond er dus een discrepantie tussen het recht op tijdskrediet en het recht op onderbrekingsuitkeringen van de RVA. Om redenen van rechtszekerheid, duidelijkheid en leesbaarheid hebben de sociale partners het bijgevolg noodzakelijk geacht om deze discrepantie op te heffen en het recht op tijdskrediet opnieuw te doen overeenstemmen met het recht op uitkeringen. Deze opeenvolging van reglementeringen heeft tot gevolg dat er 2 overgangsregelingen elkaar overlappen.

Het is dus van fundamenteel belang om het tijdstip van aanvraag van de loopbaanonderbreking nauwkeurig te kunnen vaststellen, want dat tijdstip bepaalt welke regeling van toepassing is op het gevraagde tijdskrediet. Vanaf 1 september 2012 bestaan er immers 3 stelsels naast elkaar: - het oude stelsel dat van kracht was vóór

1 januari 2012 voor de werknemers die onder de toepassing vallen van de overgangsmaatregelen die werden uitgewerkt naar aanleiding van de hervorming van de onderbrekingsuitkeringen;

- het stelsel dat van kracht is sinds 1 januari 2012 voor de werknemers van wie de aanvraag is ingegaan vanaf 1 januari 2012 en vóór 1 september 2012 en die onder de toepassing vallen van de overgangsmaatregelen van de cao nr. 103. We herinneren eraan dat er in het kader van dat stelsel een discrepantie bestaat tussen het eigenlijke recht op tijdskrediet en het recht op onderbrekingsuitkeringen;

- het nieuwe stelsel dat wordt omschreven door de cao nr. 103 en dat in overeenstemming is met de hervorming van het recht op uitkeringen. Opgelet, dit stelsel is van toepassing wanneer de aanvraag van tijdskrediet of verlenging na 31 augustus 2012 wordt ingediend bij de werkgever.

Voor volledige en gedetailleerde informatie kunt u terecht op www.lex4you.be

Page 6: Tijdskrediet en thematische verloven

Voltijds tijdskrediet 8 tijdskrediet zonder motief

8 Onder voorbehoud van de andere reglementaire voorwaarden en de toepasselijke cao’s.

Page 7: Tijdskrediet en thematische verloven

modaliteitenEen werknemer kan genieten van voltijds tijdskrediet wanneer hij zijn arbeidsprestaties gedurende een maximum van 12 maanden volledig schorst. duur • Minimumduur: 3 maanden. Indien de

werknemer zijn tijdskrediet in verschillende periodes wil nemen, moet elke periode ten minste 3 maanden duren. Indien het overblijvende saldo echter minder dan 3 maanden bedraagt, kan het tijdskrediet voor een kortere periode worden genomen.

• Maximumduur: 12 maanden over de volledige loopbaan van de werknemer.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • loopbaan: de werknemer moet een

beroepsloopbaan van ten minste 5 jaar als werknemer tellen. Het bewijs van de 5 jaar beroepsloopbaan gebeurt aan de hand van een formulier vastgesteld door de minister van Werk op voorstel van de RVA;

• anciënniteit: de werknemer moet door

een arbeidsovereenkomst met de werk-gever verbonden zijn geweest gedurende de 2 jaar die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag 9;

• tewerkstelling: een werknemer die voltijds

tijdskrediet opneemt hoeft niet aan een bijzondere tewerkstellingsvoorwaarde te voldoen. Hij kan dit tijdskrediet opnemen ongeacht de arbeidsregeling waarin hij is tewerkgesteld.

9 Die 2 voorwaarden (loopbaan en anciënniteit) zijn echter niet van toepassing op werknemers die hun recht op ouderschapsverlof hebben opgebruikt voor alle rechtgevende kinderen en die onmiddellijk na het ouderschapsverlof voltijds of deeltijds tijdskrediet opnemen.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

Page 8: Tijdskrediet en thematische verloven

Voltijds tijdskredietgemotiveerd tijdskrediet

Er gelden soepeler voorwaarden voor de werknemer indien hij bepaalde motieven kan bewijzen: • zorg dragen voor een biologisch of

adoptiekind tot de leeftijd van 8 jaar (opgelet: deze reden mag niet worden verward met het ouderschapsverlof!);

• palliatieve verzorging verlenen (opgelet: deze reden mag niet worden verward met verlof voor het verlenen van palliatieve zorgen !);

• medische bijstand verlenen aan een ernstig ziek gezins- of familielid 10 (opgelet: deze reden mag niet worden verward met verlof voor het verlenen van medische zorgen !);

• medische bijstand verlenen aan een ernstig ziek kind 11;

• een gehandicapt kind verzorgen tot de leeftijd van 21 jaar;

• een opleiding volgen van ten minste 360 uur (of 27 studiepunten) per jaar of 120 uur (9 studiepunten) per trimester. Deze opleiding moet ten minste 300 uur per jaar of 100 uur per trimester tellen indien ze wordt verstrekt in een centrum voor basiseducatie of gericht is op het behalen van een diploma of getuigschrift van secundair onderwijs.

De werknemer moet het bewijs leveren van het motief dat hij inroept (bijvoorbeeld een getuigschrift dat werd uitgereikt door de behandelende arts, de identiteitskaart van het kind, enz…).

Wanneer de werknemer uitkeringen aanvraagt in het kader van voltijds tijdskrediet om een opleiding te volgen, moet de Gemeenschap of de opleidingsinstelling op het aanvraagformulier bevestigen dat de werknemer geldig is ingeschreven voor een opleiding die aan deze criteria voldoet. Daarnaast moet de werknemer bij de RVA binnen de 20 dagen na elk kwartaal een attest van regelmatige aanwezigheid bij de opleiding indienen. Een regelmatige aanwezigheid houdt in dat de werknemer in de loop van het betrokken kwartaal niet meer dan 1/10 van de opleidingsduur ongewettigd afwezig is geweest.

modaliteitenDe werknemer heeft een aanvullend recht op tijdskrediet wanneer hij een beroep doet op gemotiveerd tijdskrediet. Voor het gemotiveerd tijdskrediet van 36 maanden gelden enkele bijzonderheden. In de eerste plaats kan dat recht alleen voltijds worden opgenomen indien een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) op het niveau van de sector of van de onderneming dit recht regelt. Bovendien kan dit type van schorsing alleen worden uitgeoefend indien de werknemer in aanmerking komt voor de toekenning van uitkeringen. Gemotiveerd tijdskrediet van 36 maanden kan dus nooit in combinatie met een bezoldigde activiteit worden uitgeoefend 12.

10 Tot in de tweede graad.11 Het kan gaan om een kind van de werknemer of om een kind dat deel uitmaakt van zijn gezin.12 Er geldt echter een uitzondering voor werknemers die een politiek mandaat uitoefenen.

Voltijds tijdskredietprocedure

Page 9: Tijdskrediet en thematische verloven

13 Deze voorwaarde is echter niet van toepassing voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle begunstigde kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na het ouderschapsverlof voltijds of deeltijds tijdskrediet opnemen.

14 Bij aangetekend schrijven of door overhandiging waarbij het duplicaat als ontvangstbewijs wordt ondertekend door de werkgever.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • anciënniteit: de werknemer moet door

een arbeidsovereenkomst met zijn huidige werkgever verbonden zijn geweest gedurende ten minste 2 jaar voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving 13.

duur • Opleiding: maximum 36 maanden

(minimum periode van 3 maanden); • Opvoeding van een kind dat jonger is dan

8 jaar: maximum 36 maanden (minimum­periode van 3 maanden);

• Palliatieve verzorging: maximum 36 maanden (mini mum periode van 1 maand, verlengbaar met 1 maand per patiënt);

• Medische bijstand aan een gezins­ of familielid: maximum 36 maanden (minimum periode van 1 maand en maximumperiode van 3 maanden);

• Medische bijstand aan een minderjarig kind: 48 maanden (minimumperiode van 3 maanden);

• Zorgen aan een gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar: 48 maanden (minimumperiode van 3 maanden).

Deze 36 of 48 maanden kunnen niet worden gecumuleerd. Gemotiveerd tijdskrediet kan in totaal nooit meer dan 48 maanden bedragen.Deze 36 of 48 maanden worden niet naar evenredigheid berekend: de werknemer heeft recht op 36 of 48 maanden, ongeacht of het om een voltijds of deeltijds gemotiveerd tijdskrediet gaat.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

De werknemer moet zijn aanvraag tot uitoefening van het recht op tijdskrediet schriftelijk meedelenaan de werkgever 14.De werknemer moet bovendien de volgende termijn in acht nemen: • 3 maanden vooraf indien de werkgever

meer dan 20 werknemers tewerkstelt; • 6 maanden vooraf indien de werkgever

maximaal 20 werknemers tewerkstelt.

De aanvraag moet een voorstel bevatten van de werknemer met betrekking tot: • de modaliteiten van uitoefening van het recht; • het gekozen stelsel (tijdskrediet met of

zonder motief ); • de gewenste ingangsdatum; • de duur van het tijdskrediet; • de elementen die noodzakelijk zijn voor

de toepassing van het voorkeurs- en planningsmechanisme.

Voltijds tijdskredietprocedure

Page 10: Tijdskrediet en thematische verloven

De werkgever en de werknemer moeten uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de aanvraag overeenkomen over de uitoefeningsmodaliteiten van het tijdskrediet.Bovendien moet de werknemer bij zijn aanvraag een attest voegen van de RVA waarin de periode(s) zijn vermeld waarin hij al tijdskrediet of loopbaanvermindering heeft opgenomen (het tijdskredietattest).

De werknemer moet ook de rva op de hoogte brengen door middel van het formulier C61­ volledig tijdskrediet, dat ter beschikking is op de website van de RVA. Hij moet dit uiterlijk doen binnen de 2 maanden die volgen op de ingangsdatum van het tijdskrediet. Wordt die termijn niet nageleefd, dan wordt het recht op uitkeringen uitgesteld tot de dag waarop de documenten worden ontvangen.

15 Het Generatiepact heeft echter bijzondere inhoudingen op deze vergoedingen ingevoerd.

Tijdens de periode waarin de werknemer voltijds tijdskrediet opneemt, ontvangt hij geen loon ten laste van de werkgever, maar onderbrekingsuitkeringen ten laste van de RVA. Het gaat om een forfaitaire uitkering waarvan het bedrag verschillend is naargelang van de anciënniteit van de werknemer binnen de onderneming (minder dan 2 jaar, tussen 2 en 5 jaar en meer dan 5 jaar).

- Fiscale behandeling De onderbrekingsuitkeringen zijn belast-

bare brutobedragen. Er wordt bedrijfs-voor heffing op ingehouden.

- Sociale behandeling Er worden geen persoonlijke sociale-

zekerheidsbijdragen geheven op de onderbrekingsuitkeringen.

- aanvullende sectorale vergoeding De sectoren (of ondernemingen) kunnen

aanvullende vergoedingen 15 toekennen. Kijk na welke regels in uw sector van toepassing zijn!

Voltijds tijdskredietrecht op onderbrekingsuitkeringen

Page 11: Tijdskrediet en thematische verloven

Voor volledige en gedetailleerde informatie kunt u terecht op www.lex4you.be

de verschillende stelsels van tijdskrediet

- verlies van het recht op uitkeringen Deze uitkeringen kunnen niet worden

gecumuleerd met bepaalde inkomsten. Een werknemer die deze inkomsten ontvangt, kan dus geen (of niet langer) aanspraak maken op deze uitkeringen. Het gaat onder bepaalde voorwaarden onder andere om de volgende inkomsten:

• de inkomsten van een nieuwe zelfstandige activiteit (tenzij de werknemer de activiteit al vooraf uitoefende);

• de inkomsten van een nevenactiviteit als loontrekkende (tenzij de werknemer de activiteit al vooraf uitoefende);

• de inkomsten van een niet­toegestaan politiek mandaat;

• de inkomsten van een pensioen; • de inkomsten van een bezoldigde

acti vi teit in het buitenland.

VoorbeeldAls uw werknemer zijn voltijds tijdskrediet van 36 maanden gebruikt om voor zijn kind dat jonger is dan 8 jaar te zorgen, kan hij nog 12 maanden voltijds tijdkrediet zonder motief opnemen.

Page 12: Tijdskrediet en thematische verloven

Loopbaanvermindering tot een halftijdse baan 16 loopbaanvermindering zonder motief

Page 13: Tijdskrediet en thematische verloven

16 Onder voorbehoud van de andere reglementaire voorwaarden en de toepasselijke cao’s.17 Die 2 voorwaarden (loopbaan en anciënniteit) zijn echter niet van toepassing op werknemers die hun recht op ouderschapsverlof hebben

opgebruikt voor alle rechtgevende kinderen en die onmiddellijk na het ouderschapsverlof voltijds of deeltijds tijdskrediet opnemen.

modaliteitenDe werknemer kan genieten van loopbaanvermindering tot een halftijdse baan wanneer hij zijn arbeids prestaties gedurende een maximum van 24 maanden vermindert tot een halftijdse baan. duur • Minimumduur: 3 maanden. Indien de

werknemer zijn tijdskrediet in verschillende periodes wil nemen, moet elke periode ten minste 3 maanden duren. Indien het overblijvende saldo echter minder dan 3 maanden bedraagt, kan het tijdskrediet voor een kortere periode worden genomen.

• Maximumduur: 24 maanden over de volledige loopbaan van de werknemer.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • loopbaan: de werknemer moet een

beroepsloopbaan van ten minste 5 jaar als werknemer tellen. Het bewijs van de 5 jaar beroepsloopbaan gebeurt aan de hand van een formulier vastgesteld door de minister van Werk op voorstel van de RVA;

• anciënniteit: de werknemer moet door een arbeidsovereenkomst met de werkgever verbonden zijn geweest gedu rende de 2 jaar die voorafgaan aan de schrifte lijke aanvraag 17;

• tewerkstelling: een werknemer die zijn

arbeidsprestaties vermindert tot een halftijdse baan moet ten minste ten belope van ¾ van een voltijdse baan tewerkgesteld zijn geweest in de onder-neming in de loop van de 12 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag.

Voor de berekening van de 12 maanden worden bepaalde periodes gelijkgesteld met effectieve arbeidsprestaties, met name jaarlijkse vakantie, moederschapsverlof en betaald educatief verlof, terwijl andere periodes worden geneutraliseerd en de periode van 12 maanden schorsen (thematische verloven, onder bepaalde voorwaarden, periodes van arbeidsongeschiktheid, staking en lock­out, enz.).

de verschillende stelsels van tijdskrediet

Page 14: Tijdskrediet en thematische verloven

Loopbaanvermindering tot een halftijdse baan gemotiveerde loopbaanvermindering

Er gelden soepeler voorwaarden voor de werknemer indien hij bepaalde motieven kan bewijzen: • zorg dragen voor een biologisch of

adoptiekind tot de leeftijd van 8 jaar (opgelet: deze reden mag niet worden verward met het ouderschapsverlof!);

• palliatieve verzorging verlenen (opgelet: deze reden mag niet worden verward met verlof voor het verlenen van palliatieve zorgen !);

• medische bijstand verlenen aan een ernstig ziek gezins- of familielid 18 (opgelet: deze reden mag niet worden verward met verlof voor het verlenen van medische zorgen !);

• medische bijstand verlenen aan een ernstig ziek kind 19;

• een gehandicapt kind verzorgen tot de leeftijd van 21 jaar;

• een opleiding volgen van ten minste 360 uur (of 27 studiepunten) per jaar of 120 uur (9 studiepunten) per trimester. Deze opleiding moet ten minste 300 uur per jaar of 100 uur per trimester tellen indien ze wordt verstrekt in een centrum voor basiseducatie of gericht is op het behalen van een diploma of getuigschrift van secundair onderwijs.

De werknemer moet het bewijs leveren van het motief dat hij inroept (bijvoorbeeld een getuigschrift dat werd uitgereikt door de behandelende arts, de identiteitskaart van het kind, enz…).Wanneer de werknemer uitkeringen aanvraagt in het kader van halftijds tijdskrediet om een opleiding te volgen, moet de Gemeenschap of de opleidingsinstelling op het aanvraagformulier bevestigen dat de werknemer geldig is ingeschreven voor een opleiding die aan deze criteria voldoet. Daarnaast moet de werknemer bij de RVA binnen de 20 dagen na elk kwartaal een attest van regelmatige aanwezigheid bij de opleiding indienen. Een regelmatige aanwezigheid houdt in dat de werknemer in de loop van het betrokken kwartaal niet meer dan 1/10 van de opleidingsduur ongewettigd afwezig is geweest.

18 Tot in de tweede graad.19 Het kan gaan om een kind van de werknemer of om een kind dat deel uitmaakt van zijn gezin.

Page 15: Tijdskrediet en thematische verloven

modaliteitenDe werknemer heeft een aanvullend recht op tijdskrediet wanneer hij een beroep doet op gemotiveerd tijdskrediet.Voor het gemotiveerd tijdskrediet van 36 maanden gelden enkele bijzonderheden. In de eerste plaats kan dat recht alleen halftijds worden opgenomen indien een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) op het niveau van de sector of van de onderneming dit recht regelt. Bovendien kan dit type van schorsing alleen worden uitgeoefend indien de werknemer in aanmerking komt voor de toekenning van uitkeringen. Gemotiveerd tijdskrediet van 36 maanden kan dus nooit in combinatie met een bezoldigde activiteit worden uitgeoefend 20.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • tewerkstelling: de werknemer moet ten

minste ten belope van 3/4den van een voltijdse baan tewerkgesteld zijn geweest in de loop van de 12 maanden die voor afgaan aan de schriftelijke aanvraag;

• anciënniteit: de werknemer moet door een arbeidsovereenkomst met zijn huidige werkgever verbonden zijn geweest gedu-rende ten minste 2 jaar voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever 21.

duur • Opleiding: maximum 36 maanden (mini-

mumperiode van 3 maanden); • Opvoeding van een kind dat jonger is dan

8 jaar: maximum 36 maanden (minimum-periode van 3 maanden);

• Palliatieve verzorging: maximum 36 maanden (minimumperiode van 1 maand, verlengbaar met 1 maand per patiënt);

• Medische bijstand aan een gezins­ of familielid: maximum 36 maanden (mini­mumperiode van 1 maand en maximum-periode van 3 maanden);

• Medische bijstand aan een minderjarig kind: 48 maanden (minimumperiode van 3 maanden);

• Zorgen aan een gehandicapt kind tot de leeftijd van 21 jaar: 48 maanden (minimumperiode van 3 maanden).

Deze 36 of 48 maanden kunnen niet worden gecumuleerd. Gemotiveerd tijdskrediet kan in totaal nooit meer dan 48 maanden bedragen.Deze 36 of 48 maanden worden niet naar even redigheid berekend.

20 Er geldt echter een uitzondering voor werknemers die een politiek mandaat uitoefenen.21 Deze voorwaarde is echter niet van toepassing voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle begunstigde kinderen hebben

uitgeput en die onmiddellijk na het ouderschapsverlof voltijds of deeltijds tijdskrediet opnemen.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

Page 16: Tijdskrediet en thematische verloven

De werknemer moet zijn aanvraag tot uitoefening van het recht op loopbaanvermindering schrifte-lijk meedelen aan de werkgever 22. De werk-nemer moet bovendien de volgende termijn in acht nemen: • 3 maanden vooraf indien de werkgever

meer dan 20 werknemers tewerkstelt; • 6 maanden vooraf indien de werkgever

maximaal 20 werknemers tewerkstelt.

De aanvraag moet een voorstel bevatten van de werknemer met betrekking tot: • de modaliteiten van uitoefening van het

recht; • het gekozen stelsel (tijdskrediet met of

zonder motief ); • de gewenste ingangsdatum; • de duur van het tijdskrediet; • de elementen die noodzakelijk zijn voor

de toepassing van het voorkeurs- en plannings mechanisme.

De werkgever en de werknemer moeten uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de aanvraag overeenkomen over de uitoefeningsmodaliteiten van het halftijds tijdskrediet. Ze moeten bovendien de uren of dagen bepalen waarop arbeids-prestaties zullen worden geleverd en de duren of dagen waarop de werknemer niet zal werken. Uiterlijk op de ingangsdatum van het tijdskrediet moeten de arbeidsregeling en het overeengekomen werkrooster schriftelijk worden vastgesteld in een bijlage bij de arbeidsovereenkomst.

Het overeengekomen werkrooster moet bovendien, zoals de andere werkroosters die van kracht zijn in de onderneming, in het arbeidsreglement worden opgenomen.

Bovendien moet de werknemer bij zijn aanvraag een attest voegen van de RVA waarin de periode(s) zijn vermeld waarin hij al tijdskrediet of loopbaanvermindering heeft opgenomen (het tijdskredietattest). De werknemer moet ook de rva op de hoogte brengen door middel van het formulier C61­ halftijds tijdskrediet, dat ter beschikking is op de website van de RVA. Hij moet dit uiterlijk doen binnen de 2 maanden die volgen op de ingangsdatum van het tijdskrediet. Wordt die termijn niet nageleefd, dan wordt het recht op uitkeringen uitgesteld tot de dag waarop de documenten worden ontvangen.

22 Bij aangetekend schrijven of door overhandiging waarbij het duplicaat als ontvangstbewijs wordt ondertekend door de werkgever.

Loopbaanvermindering tot een halftijdse baan procedure

Loopbaanvermindering tot een halftijdse baan recht op onderbrekingsuitkeringen

Page 17: Tijdskrediet en thematische verloven

Tijdens de periode waarin de werknemer halftijds tijdskrediet opneemt, ontvangt hij geen loon ten laste van de werkgever, maar onderbrekingsuitkeringen ten laste van de RVA. Het gaat om een forfaitaire uitkering waarvan het bedrag verschillend is naargelang van de anciënniteit van de werknemer binnen de onderneming (minder dan 2 jaar, tussen 2 en 5 jaar en meer dan 5 jaar).

- Fiscale behandeling De onderbrekingsuitkeringen zijn belast-

bare brutobedragen. Er wordt bedrijfs-voorheffing op ingehouden.

- Sociale behandeling Er worden geen persoonlijke sociale-

zekerheidsbijdragen geheven op de onderbrekingsuitkeringen.

- aanvullende sectorale vergoeding De sectoren (of ondernemingen) kunnen

aanvullende vergoedingen 23 toekennen. Kijk na welke regels in uw sector van toepassing zijn!

- verlies van het recht op uitkeringen Deze uitkeringen kunnen niet worden

gecumuleerd met bepaalde inkomsten. Een werknemer die deze inkomsten ontvangt, kan dus geen (of niet langer) aanspraak maken op deze uitkeringen. Het gaat onder bepaalde voorwaarden onder andere om de volgende inkomsten:

• de inkomsten van een nieuwe zelfstandige activiteit;

• de inkomsten van een nevenactiviteit als loontrekkende (tenzij de werknemer de activiteit al vooraf uitoefende);

• de inkomsten van een niet­toegestaan politiek mandaat;

• de inkomsten van een pensioen; • de inkomsten van een bezoldigde

activiteit in het buitenland.

VoorbeeldUw werknemer wil zorgen voor zijn gehandicapt kind dat 16 jaar oud is. Hiertoe dient hij een aanvraag voor gemotiveerd voltijds tijdskrediet van 48 maanden in. Na afloop van die 48 maanden wil hij het werk halftijds hervatten. Hij kan in dat geval loopbaanvermindering tot een halftijdse baan zonder motief opnemen voor een periode van 24 maanden.

Voor volledige en gedetailleerde informatie kunt u terecht op www.lex4you.be

de verschillende stelsels van tijdskrediet

23 Het Generatiepact heeft echter bijzondere inhoudingen op deze vergoedingen ingevoerd.

Loopbaanvermindering tot een halftijdse baan recht op onderbrekingsuitkeringen

Page 18: Tijdskrediet en thematische verloven

Loopbaanvermindering met 1/5 24

loopbaanvermindering zonder motief

Page 19: Tijdskrediet en thematische verloven

modaliteitenDe werknemer kan genieten van een loopbaan-vermindering die hij gedurende een maximum van 60 maanden ten belope van 1 volledige dag of 2 halve dagen per week kan uitoefenen. Het is ook mogelijk om die vermindering in een andere vorm op te nemen, bijvoorbeeld door elke dag anderhalf uur minder te werken of door 4 weken te werken, gevolgd door een week loopbaanvermindering. Er is dus veel flexibiliteit mogelijk, maar in dat geval moet de wekelijkse arbeidsduur over een referte periode van 12 maanden overeenstemmen met 4/5-den van een voltijdse arbeidsregeling. Bovendien moet een bijzondere procedure worden gevolgd.

duur • Minimumduur: 6 maanden. Als de

werknemer zijn loopbaanvermindering in verschillende periodes wil opnemen, moet elke periode dus ten minste 6 maanden duren;

• Maximumduur: 60 maanden berekend over de volledige loopbaan.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • loopbaan: de werknemer moet een

beroepsloopbaan van ten minste 5 jaar als werknemer tellen. Het bewijs van de 5 jaar beroepsloopbaan gebeurt aan de hand van een formulier vastgesteld door de minister van Werk op voorstel van de RVA;

• anciënniteit: de werknemer moet door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn geweest met de werkgever gedurende de 2 jaar die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag 25;

• tewerkstelling: de werknemer moet in de loop van de 12 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag aan de werk-gever voltijds tewerkgesteld geweest zijn in een wekelijkse arbeidsregeling verdeeld over 5 dagen of meer. Voor de berekening van de 12 maanden worden bepaalde periodes gelijkgesteld met daadwerkelijke arbeidsprestaties, waaronder jaarlijkse vakantie, moederschapsverlof en betaald educatief verlof, terwijl andere periodes worden geneutraliseerd en de periode van 12 maanden schorsen (thematische verloven, de periodes van arbeids onge-schiktheid onder bepaalde voorwaarden, staking en lock­out, enz…).

de verschillende stelsels van tijdskrediet

24 Onder voorbehoud van de andere reglementaire voorwaarden en de toepasselijke cao’s.25 Deze 2 voorwaarden (loopbaan en anciënniteit) zijn echter niet van toepassing voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle

begunstigde kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na het ouderschapsverlof voltijds of deeltijds tijdskrediet opnemen.

Page 20: Tijdskrediet en thematische verloven

Er gelden soepeler voorwaarden voor de werk-nemer indien hij bepaalde motieven kan bewijzen: • zorg dragen voor een biologisch of

adoptiekind tot de leeftijd van 8 jaar (opgelet: deze reden mag niet worden verward met het ouderschapsverlof!);

• palliatieve verzorging verlenen (opgelet: deze reden mag niet worden verward met verlof voor het verlenen van palliatieve zorgen!);

• medische bijstand verlenen aan een ernstig ziek gezins- of familielid 26 (opgelet: deze reden mag niet worden verward met verlof voor het verlenen van medische bijstand!);

• medische bijstand verlenen aan een ernstig ziek kind 27;

• een gehandicapt kind verzorgen tot de leeftijd van 21 jaar;

• een opleiding volgen van ten minste 360 uur (of 27 studiepunten) per jaar of 120 uur (9 studiepunten) per trimester. Deze opleiding moet ten minste 300 uur per jaar of 100 uur per trimester tellen indien ze wordt verstrekt in een centrum voor basiseducatie of gericht is op het behalen van een diploma of getuigschrift van secundair onderwijs.

De werknemer moet het bewijs leveren van het motief dat hij inroept (bijvoorbeeld een getuigschrift dat werd uitgereikt door de behandelende arts, de identiteitskaart van het kind, enz…). Wanneer de werknemer uitkeringen aanvraagt in het kader van loopbaanvermindering om een opleiding te volgen, moet de Gemeenschap of de opleidingsinstelling op het aanvraagformulier bevestigen dat de werknemer geldig is ingeschreven voor een opleiding die aan deze criteria voldoet. Daarnaast moet de werknemer bij de RVA binnen de 20 dagen na elk kwartaal een attest van regelmatige aanwezigheid bij de opleiding indienen. Een regelmatige aanwezigheid houdt in dat de werknemer in de loop van het betrokken kwartaal niet meer dan 1/10 van de opleidingsduur ongewettigd afwezig is geweest.

26 Tot in de tweede graad.27 Het kan gaan om een kind van de werknemer of om een kind dat deel uitmaakt van zijn gezin.

Loopbaanvermindering met 1/5 gemotiveerde loopbaanvermindering

Page 21: Tijdskrediet en thematische verloven

28 Deze voorwaarde is echter niet van toepassing voor werknemers die hun recht op ouderschapsverlof voor alle begunstigde kinderen hebben uitgeput en die onmiddellijk na het ouderschapsverlof voltijds of deeltijds tijdskrediet opnemen.

modaliteitenDe werknemer heeft een bijkomend recht op onderbrekingsuitkeringen wanneer hij een beroep doet op gemotiveerde loopbaanvermindering.Gemotiveerd tijdskrediet over 36 maanden kan alleen worden uitgeoefend indien de werknemer in aanmerking komt voor de toekenning van onder-brekingsuitkeringen. Gemotiveerd tijds krediet van 36 maanden kan dus nooit in combinatie met een bezoldigde activiteit worden uitgeoefend.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • tewerkstelling: de werknemer moet in de

loop van de 12 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag voltijds tewerk gesteld geweest zijn;

• anciënniteit: de werknemer moet door een arbeidsovereenkomst met zijn huidige werkgever verbonden zijn geweest gedu rende ten minste 2 jaar voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving aan de werkgever 28.

duur • Opleiding: maximum 36 maanden (mini­

mum periode van 6 maanden); • Opvoeding van een kind dat jonger is dan

8 jaar: maximum 36 maanden (minimum-periode van 6 maanden) ;

• Palliatieve verzorging: maximum 36 maan den (minimumperiode van 1 maand, verlengbaar met 1 maand per patiënt);

• Medische bijstand aan een gezins­ of familielid: maximum 36 maanden (mini­mum periode van 1 maand en maximum-periode van 3 maanden);

• Medische bijstand aan een kind: 48 maan-den (minimumperiode van 6 maanden);

• Zorgen voor een gehandicapt kind: 48 maanden (minimumperiode van 6 maan den).

Deze 36 of 48 maanden kunnen niet worden gecumuleerd. Gemotiveerd tijdskrediet kan in totaal nooit meer bedragen dan 48 maanden.Deze 36 of 48 maanden worden niet naar even redigheid berekend.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

Page 22: Tijdskrediet en thematische verloven

29 Bij aangetekend schrijven of door overhandiging waarbij het duplicaat als ontvangstbewijs wordt ondertekend door de werkgever.30 Indien de werknemer gebruik wil maken van de mogelijkheid om 1/5-tijdskrediet op te nemen in een andere vorm dan een volledige dag of

twee halve dagen per week, moet deze mogelijkheid zijn opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst die werd gesloten op het niveau van de sector of van de onderneming. In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging kan de afwijkende regeling worden ingevoerd via het arbeidsreglement. In dat geval is een gemeenschappelijk akkoord tussen de werkgever en de werknemer vereist.

De werknemer moet zijn aanvraag tot uitoefening van het recht op loopbaanvermindering schriftelijk meedelen aan de werkgever 29.De werknemer moet bovendien de volgende termijn in acht nemen: • 3 maanden vooraf indien de werkgever

meer dan 20 werknemers tewerkstelt; • 6 maanden vooraf indien de werkgever

maximaal 20 werknemers tewerkstelt.

De aanvraag moet een voorstel bevatten van de werknemer met betrekking tot: • de modaliteiten van uitoefening van het

recht; • het gekozen stelsel (loopbaanverminde-

ring met of zonder motief ); • de gewenste ingangsdatum; • de duur van het tijdskrediet; • de elementen die noodzakelijk zijn voor

de toepassing van het voorkeurs- en plannings mechanisme.

De werkgever en de werknemer moeten uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op de aanvraag overeenkomen over de uitoefeningsmodaliteiten van de loopbaanvermindering met 1/5.

Ze moeten m.a.w. de uren of dagen bepalen waarop arbeidsprestaties zullen worden geleverd en de duren of dagen waarop de werknemer niet zal werken 30. Uiterlijk op de ingangsdatum van de loopbaanvermindering moeten de arbeidsregeling en het overeengekomen werkrooster schriftelijk worden vastgesteld in een bijlage bij de arbeidsovereenkomst.

Het overeengekomen werkrooster moet bovendien, zoals de andere werkroosters die van kracht zijn in de onderneming, in het arbeidsreglement worden opgenomen.

Bovendien moet de werknemer bij zijn aanvraag een attest voegen van de RVA waarin de periode(s) zijn vermeld waarin hij al tijdskrediet of loopbaanvermindering heeft opgenomen (het tijdskredietattest).

De werknemer moet ook de rva op de hoogte brengen door middel van het formulier C61­ 1/5­ tijdskrediet (specifiek voor elk stelsel) dat ter beschikking is op de website van de RVA. Hij moet dit uiterlijk doen binnen de 2 maanden die volgen op de ingangsdatum van het tijdskrediet. Wordt die termijn niet nageleefd, dan wordt het recht op uitkeringen uitgesteld tot de dag waarop de documenten worden ontvangen.

Loopbaanvermindering met 1/5 procedure

Page 23: Tijdskrediet en thematische verloven

31 Het Generatiepact heeft echter bijzondere inhoudingen op deze vergoedingen ingevoerd.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

Tijdens de periode waarin de werknemer loopbaanvermindering opneemt, ontvangt hij geen loon ten laste van de werkgever, maar onderbrekingsuitkeringen ten laste van de RVA. Het gaat om een forfaitaire uitkering waarvan het bedrag verschillend is naargelang van de anciënniteit van de werknemer binnen de onderneming (minder dan 2 jaar, tussen 2 en 5 jaar en meer dan 5 jaar).

- Fiscale behandeling De onderbrekingsuitkeringen zijn

belast bare brutobedragen. Er wordt bedrijfs voor heffing op ingehouden.

- Sociale behandeling Er worden geen persoonlijke sociale-

zeker heidsbijdragen geheven op de onder brekingsuitkeringen.

- aanvullende sectorale vergoeding De sectoren (of ondernemingen) kunnen

aanvullende vergoedingen 31 toekennen. Kijk na welke regels in uw sector van toepassing zijn!

- verlies van het recht op uitkeringen Deze uitkeringen kunnen niet worden

gecumuleerd met bepaalde inkomsten. Een werknemer die deze inkomsten ontvangt, kan dus geen (of niet langer) aanspraak maken op deze uitkeringen. Het gaat onder bepaalde voorwaarden onder andere om de volgende inkomsten:

• de inkomsten van een nieuwe zelfstandige activiteit;

• de inkomsten van een nevenactiviteit als loontrekkende (tenzij de werknemer de activiteit al vooraf uitoefende);

• de inkomsten van een niet­toegestaan politiek mandaat;

• de inkomsten van een pensioen; • de inkomsten van een bezoldigde

activiteit in het buitenland.

VoorbeeldUw werknemer heeft zijn recht op een loop-baanvermindering met 1/5 (d.i. 60 maanden) opgebruikt.Hij wenst zijn tijdkrediet te verlengen om medische bijstand te verlenen aan zijn zwaar zieke echtgenote. Hiertoe kan hij een tijdskrediet van 36 maanden opnemen. Hij kan dit tijds­krediet naar keuze voltijds, halftijds of ten belope van 1/5 uitoefenen.

Voor volledige en gedetailleerde informatie kunt u terecht op www.lex4you.be

Loopbaanvermindering met 1/5 recht op onderbrekingsuitkeringen

Page 24: Tijdskrediet en thematische verloven

Eindeloopbaanstelsel 32

modaliteiten, duur en voorwaarden

32 Onder voorbehoud van de andere reglementaire voorwaarden en de toepasselijke cao’s.

modaliteitenEen werknemer van 55 jaar of ouder kan recht hebben op: • een loopbaanvermindering ten belope

van 1/5; • een loopbaanvermindering tot een half-

tijdse betrekking.

duur • Minimumduur: • Loopbaanvermindering tot een

halftijdse betrekking: 3 maanden; • Loopbaanvermindering met 1/5:

6 maanden.

Als de werknemer de loopbaanvermindering in verschillende periodes wil opnemen, moet elke periode ten minste 3 maanden duren in het kader van de loopbaanvermindering tot een halftijdse betrekking of 6 maanden in het kader

van de loopbaanvermindering met 1/5. Indien het overblijvende saldo echter minder bedraagt dan 3 of 6 maanden, kan het tijdskrediet voor een kortere periode worden opgenomen. • Maximumduur: De reglementering stelt geen maxi-

mumduur vast. De werknemer kan de vermindering van zijn arbeids-prestaties dus genieten tot aan zijn pensioen.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoen • leeftijd: de werknemer moet ten minste

55 jaar oud zijn op het tijdstip waarop het tijdskrediet ingaat. De leeftijd wordt echter verlaagd tot 50 jaar voor werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse baan en die cumulatief aan de volgende voorwaarden voldoen:

Page 25: Tijdskrediet en thematische verloven

• de werknemer heeft een zwaar beroep uitgeoefend gedurende ten minste 5 jaar in de loop van de 10 voorafgaande jaren of gedu-rende ten minste 7 jaar in de loop van de 15 voorafgaande jaren;

EN • dit zwaar beroep staat op de lijst van

de beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat 33.

Er bestaat een tweede afwijkende regeling op basis waarvan een werknemer van 50 jaar oud recht heeft op een landingsbaan als hij zijn arbeidsprestaties met 1/5 vermindert. Voor die werknemers moet één van de volgende voorwaarden zijn vervuld:

• de werknemer heeft een zwaar beroep uitgeoefend gedurende ten minste 5 jaar in de loop van de 10 voorafgaande jaren of gedu-rende ten minste 7 jaar in de loop van de 15 voorafgaande jaren;

OF • de werknemer heeft een beroeps-

loopbaan van ten minste 28 jaar achter de rug, voor zover een sec-torale cao uitdrukkelijk voorziet in een dergelijk recht op vermin-dering van de arbeids prestaties met 1/5.

Als zwaar beroep wordt beschouwd: • werk in wisselende ploegen; • werk in onderbroken diensten; • werk in een arbeidsregeling met

nachtprestaties.

Ten slotte bestaat er een derde situatie waarin een werknemer die zijn arbeids-prestaties tot een halftijdse baan of met een 1/5 wil verminderen recht heeft op een landingsbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar. Hiertoe moet hij in dienst zijn in een onderneming in herstructurering

of een onderneming in moeilijkheden. De 3 volgende voorwaarden moeten cumulatief zijn vervuld:

• de onderneming moet aantonen dat haar aanvraag tot erkenning kadert binnen een herstructure-ringsplan en toelaat ontslagen te vermijden;

EN • de onderneming moet ook aan­

tonen dat haar aanvraag tot erkenning toelaat het aantal werk-nemers te beperken dat in het statuut van werkloosheid met bedrijfstoeslag (vroeger brugpen-sioen) zou terechtkomen;

EN • de Minister van Werk heeft in de

erkenningsbeslissing uitdrukkelijk vermeld dat aan deze voorwaarden is voldaan.

opgelet: zelfs als het recht op tijdskrediet in deze afwijkende gevallen bestaat vanaf de leeftijd van 50 jaar, zal het recht op verhoogde uitkeringen in principe pas ingaan vanaf de maand die volgt op demaand waarin de werknemer de leeftijd van 51 jaar heeft bereikt. Tussen 50 en 51 jaar hebben de werk-nemers enkel recht op gewone uitkeringen.

• anciënniteit: • De werknemer moet op het tijdstip van de

schriftelijke aanvraag een anciënniteit van 25 jaar als loontrekkende tellen. Het bewijs van de 25 jaar beroepsloopbaan gebeurt aan de hand van een formulier vastgesteld door de minister van Werk op voorstel van de RVA;

• Hij moet bovendien door een arbeidsover-eenkomst met de werkgever verbonden zijn geweest tijdens de 2 jaar die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag. De werknemer en de werkgever kunnen over die termijn onderhandelen om deze in te korten.

33 De zware beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat zijn: de verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de ziekenhuizen; de verpleegkundigen en het verzorgend personeel in de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen; de beroepen die voorkomen op een lijst van knelpuntberoepen jaarlijks vastgesteld bij een in de Ministerraad overlegd besluit.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

Page 26: Tijdskrediet en thematische verloven

• Tewerkstelling: • Vermindering van de arbeidsprestaties tot een

halftijdse betrekking: de werknemer moet in de loop van de 24 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag, ten minste ¾-tijds tewerkgesteld zijn geweest in de onderneming;

• Loopbaanvermindering met 1/5: de werkne-mer moet in de loop van de 24 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag,

• ofwel voltijds tewerkgesteld zijn geweest in een arbeidsregeling die is verdeeld over 5 of 6 dagen per week;

• ofwel al een vermindering van de loopbaan met 1/5 hebben genomen.

Voor de berekening van de 24 maanden worden bepaalde periodes gelijkgesteld met daadwerkelijke arbeidsprestaties, onder andere jaarlijkse vakantie, moederschapsverlof en betaald educatief verlof, terwijl andere periodes worden geneutraliseerd en de periode van 24 maanden schorsen (thematische verloven, de periodes van arbeidsongeschiktheid onder bepaalde voorwaarden, staking en lock-out, enz…).De werknemer moet in elk geval zijn tewerkgesteld in een arbeidsregeling die is verdeeld over 5 dagen of meer.

35 Indien de werknemer gebruik wil maken van de mogelijkheid om loopbaanvermindering met 1/5 op te nemen in een andere vorm dan een volledige dag of twee halve dagen per week, moet in deze mogelijkheid zijn voorzien in een collectieve arbeidsovereenkomst die werd gesloten op het niveau van de sector of van de onderneming. In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging kan in de afwijkende regeling worden voorzien door middel van het arbeidsreglement. In dat geval is ook een onderling schriftelijk akkoord tussen de werkgever en de werknemer vereist.

34 Door middel van een aangetekende brief of door overhandiging waarbij de werkgever het dubbel ondertekent als ontvangstbewijs.

De werknemer moet zijn aanvraag tot uitoefening van het recht op tijdskrediet schriftelijk bezorgen aan de werkgever34.

De werknemer moet bovendien de volgende termijn naleven: • 3 maanden vooraf indien de werkgever

meer dan 20 werknemers tewerkstelt; • 6 maanden vooraf indien de werkgever

maximaal 20 werknemers tewerkstelt.

De aanvraag moet een voorstel van de werknemer bevatten over: • de uitvoeringsmodaliteiten van het recht; • het gekozen stelsel (landingsbaan); • de gewenste begindatum; • de duur van het tijdskrediet; • de gegevens die nodig zijn voor de toepassing

van het voorkeurs- en planningsmechanisme.

Uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand waarin de aanvraag werd ingediend, moeten de werkgever en de werknemer het eens worden over de wijze van uitoefening van het recht op loopbaanvermindering. Ze moeten met andere woorden de uren of de dagen vaststellen waarop arbeidsprestaties zullen worden geleverd, alsook de uren en de dagen waarop de werknemer niet zal werken. Uiterlijk op de begindatum van de loopbaanvermindering moeten de overeengekomen arbeidsregeling en het overeengekomen werkrooster schriftelijk worden vastgesteld in een bijlage bij de arbeidsovereenkomst 35.Het overeengekomen werkrooster moet, zoals alle andere werkroosters die van toepassing zijn in de onderneming, in het arbeidsreglement worden opgenomen.

Eindeloopbaanstelselprocedure

Eindeloopbaanstelselrecht op onderbrekingsuitkeringen

Page 27: Tijdskrediet en thematische verloven

De werknemer moet de RVA ook inlichten door middel van het formulier C61 – halftijds tijdskrediet of het formulier C61 – 1/5­tijdskrediet, dat ter beschikking is op de site van de RVA, en dit uiterlijk binnen de

2 maanden die volgen op de ingangsdatum van het tijdskrediet. Indien die termijn niet wordt nageleefd, wordt het recht op uitkeringen uitgesteld tot de dag van ontvangst van de documenten.

de verschillende stelsels van tijdskrediet

36 Het Generatiepact heeft bijzondere inhoudingen op deze vergoedingen ingevoerd.

Eindeloopbaanstelselrecht op onderbrekingsuitkeringen

Tijdens de periode waarin de werknemer zijn arbeidsprestaties heeft verminderd, ontvangt hij geen loon ten laste van de werkgever, maar onder-brekingsuitkeringen ten laste van de RVA. Het gaat om een forfaitaire uitkering waarvan het bedrag verschillend is naargelang van de anciënniteit van de werknemer binnen de onderneming (minder dan 2 jaar, tussen 2 en 5 jaar en meer dan 5 jaar).

- Fiscale behandelingDe onderbrekingsuitkeringen zijn belastbare bruto-bedragen. Er wordt bedrijfsvoorheffing op ingehouden.

- Sociale behandelingEr worden geen persoonlijke socialezekerheidsbij-dragen geheven op de onderbrekingsuitkeringen.

- aanvullende sectorale vergoedingde sectoren (of ondernemingen) kunnen aanvullende vergoedingen 36 toekennen. Kijk na welkeregels in uw sector van toepassing zijn!

- verlies van het recht op uitkeringenDeze uitkeringen kunnen niet worden gecumuleerd met bepaalde inkomsten. Een werknemer die deze inkom-sten ontvangt, kan dus geen (of niet langer) aanspraak maken op deze uitkeringen. Het gaat onder bepaalde voorwaarden onder andere om de volgende inkomsten:

• de inkomsten van een nieuwe zelf- standige activiteit;

• de inkomsten van een aanvullende activi-teit als loontrekkende (tenzij de werkne-mer de activiteit al vooraf uitoefende);

• de inkomsten van een niet­toegestaan politiek mandaat;

• de inkomsten van een pensioen; • de inkomsten van een bezoldigde

activiteit in het buitenland.

Voorbeelden • Uw werknemer is 56 jaar oud en heeft

een beroepsverleden van 27 jaar als loontrekkende: hij kan dus tijdskrediet genieten in het kader van de einde-loop baan.

• Uw werknemer is 56 jaar oud en heeft een beroepsverleden van 23 jaar als loontrekkende: hij kan dus geen tijdskrediet genieten in het kader van de eindeloopbaan.

• Uw werknemer is 53 jaar oud en heeft een beroepsverleden van 26 jaar als loontrekkende in de uitoefening van een zwaar beroep: hij kan dus een loopbaanvermindering met 1/5 genieten in het kader van de eindeloopbaan.

• Uw werknemer is 50 jaar oud en heeft een beroepsverleden van 25 jaar als loontrekkende: hij kan dus hoogstens een gewoon tijdskrediet aanvragen indien hij de maximumduur van dat tijdskrediet in het algemeen stelsel niet heeft uitgeput.

Page 28: Tijdskrediet en thematische verloven

Samenvattend schema

Tijdskrediet en

loopbaan- vermindering

(algemeen stelsel)

Loopbaan-vermindering

(55 jaar en +)

Voltijds

Halftijds

1/5-tijds

Halftijds

1/5-tijds

Tijdskrediet(algemeen stelsel en

eindeloopbaanstelsel)

Page 29: Tijdskrediet en thematische verloven

Niet gemotiveerd = 12 maanden

Gemotiveerd = + 36 (max.) of 48 maanden

Niet gemotiveerd = 24 maanden

Gemotiveerd = + 36 (max.) of 48 maanden

Niet gemotiveerd = 60 maanden

Gemotiveerd = + 36 (max.) of 48 maanden

Voltijds

Halftijds

1/5-tijds

Halftijds

1/5-tijds

Geen beperking in de tijd

Geen beperking in de tijd

Page 30: Tijdskrediet en thematische verloven

ouderschapsverlof 37

modaliteiten, duur en voorwaarden

37 We beperken ons tot het ouderschapsverlof in het algemeen stelsel van loopbaanonderbreking.38 21 jaar voor gehandicapte kinderen.

modaliteitenOuderschapsverlof is verlof waarop de werknemer (vader of moeder) recht heeft wegens de geboorteof de adoptie van een kind, tot het kind de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt 38. Ouderschapsverlof leidt tot een volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Ouderschapverlof kan in 3 verschillende vormen worden opgenomen:

Ouderschapverlof kan in 3 verschillende vormen worden opgenomen: • volledige schorsing van de arbeidsprestaties; • vermindering van de arbeidsprestaties tot

een halftijdse betrekking; • vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5.

duur • volledige schorsing van de arbeidspresta-

ties (max. 4 moduleerbare maanden); • vermindering van de arbeidprestaties tot

een halftijdse betrekking (max. 8 modu-leerbare maanden);

• vermindering van de prestaties met 1/5 (max. 20 moduleerbare maanden).

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoenIn dienst zijn met een arbeidsovereenkomst die is onderworpen aan de wet van 3 juli 1978 gedurende 12 maanden in de loop van de 15 maanden die voorafgaan aan de schriftelijke aanvraag.

ouderschapsverlofrecht op onderbrekingsuitkeringen

Page 31: Tijdskrediet en thematische verloven

Een werknemer die het recht op ouderschapsverlof wil uitoefenen, moet de werkgever ten minste 2 maanden en maximaal 3 maanden vooraf schriftelijk op de hoogte brengen door middel van een aangetekende brief of door overhandiging van een geschrift waarvan de werkgever het dubbel als ontvangstbewijs ondertekent. De partijen kunnen die termijn echter in onderling overleg verkorten.

Deze kennisgeving bevat de aanvraag van de werknemer met betrekking tot de uitvoerings-modaliteiten van het recht (volledige schorsing of vermindering van de arbeidsprestaties) alsook de begin- en einddata van het ouderschapsverlof.

Als de werknemer het ouderschapsverlof in delen wil opnemen, moet hij voor elke periode een aanvraag indienen. De werknemer kan immers maar één enkele ononderbroken periode van verlof tegelijk aanvragen. Uiterlijk op het tijdstip waarop het ouderschapsverlof ingaat, moet de werknemer bovendien het/de document(en) bezorgen die het bewijs leveren van de geboorte of de adoptie van het kind. Bovendien moet de werknemer een formulier C 61 FS aangetekend versturen naar de dienst Loopbaanonderbreking van het werkloosheidskantoor van de RVA van zijn woonplaats. Dit formulier moet uiterlijk twee maanden na het begin van het ouderschapsverlof zijn bezorgd aan het werkloosheidskantoor.

De werkgever hoeft tijdens het ouderschapsverlof geen loon te betalen. De werknemer ontvangt onderbrekingsuitkeringen van de RVA.

Fiscale behandelingOp de onderbrekingsuitkeringen die worden toegekend in het kader van het ouderschapsverlof wordt een forfaitaire bedrijfsvoorheffing inge houden.

Sociale behandelingOp de onderbrekingsuitkeringen zijn geen persoon lijke bijdragen voor de sociale zeker-heid verschuldigd. them

atische verloven

ouderschapsverlofprocedure

ouderschapsverlofrecht op onderbrekingsuitkeringen

Page 32: Tijdskrediet en thematische verloven

verlies van het recht op uitkeringenDe werknemer verliest het recht op de onder-brekingsuitkeringen vanaf de dag waarop hij gelijk welke bezoldigde activiteit aanvat, een bestaande nevenactiviteit als loontrekkende uitbreidt of meer dan een jaar activiteit als zelfstandige telt (voor ouderschapsverlof in de vorm van een volledige schorsing). De werknemer verliest het recht op uitkeringen ook: • op het einde van de maximale vergoedings­

periode; • vanaf de dag waarop hij het werk hervat

bij dezelfde werkgever; • vanaf de dag waarop hij een pensioen

geniet; • vanaf de dag waarop hij een zelfstandige

activiteit begint (wanneer de werknemer zijn arbeidsprestaties vermindert);

• wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt.

Het recht op ouderschapsverlof zonder betaling van uitkeringen kan alleen worden toegekend wanneer: • de werknemer een overlevingspensioen

geniet; • de werknemer, die een zelfstandige

activiteit is begonnen, het recht op uitkeringen heeft verloren omdat hij de termijn van een jaar heeft overschreden.

In alle andere gevallen heeft het verlies van het recht op uitkeringen ook tot gevolg dat het recht op ouderschapsverlof verloren gaat.

Page 33: Tijdskrediet en thematische verloven

verlof voor palliatieve zorgenmodaliteiten, duur en voorwaarden

modaliteitenHet verlof voor palliatieve zorgen is verlof waarop de werknemer aanspraak kan maken om een per-soon bij te staan die lijdt aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevindt. Dat verlof leidt tot een volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst.

Verlof voor palliatieve zorgen kan in 3 verschillende vormen worden opgenomen • volledige schorsing; • vermindering van de arbeidsprestaties tot

een halftijdse betrekking; • vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5.

duur1 maand, 1 keer verlengbaar.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoenHet verlof voor palliatieve zorgen is een recht voor elke werknemer. Een werkgever die in het bezit is van het getuigschrift dat werd uitgereikt door de behandelende arts, kan niet weigeren om dat verlof voor palliatieve zorgen toe te kennen..

De werknemer hoeft aan geen enkele anciënniteits-voorwaarde te voldoen.

thematische verloven

Page 34: Tijdskrediet en thematische verloven

Een werknemer die het recht op verlof voor palliatieve zorgen wil uitoefenen, overhandigt zijn werkgever een getuigschrift dat werd uitgereikt door de behandelende arts van de persoon die de palliatieve zorgen nodig heeft.

Dit getuigschrift moet vermelden dat de werk-nemer zich bereid heeft verklaard om deze palliatieve zorgen te verlenen. Het getuigschrift moet daarentegen niet de identiteit vermelden van de patiënt, noch de aard van de ziekte en de verwachte levensverwachting van de patiënt. Er is geen enkel ander geschrift vereist.

Het recht gaat in op eerste dag van de week die volgt op de week waarin het getuigschrift werd overhandigd of eerder als de werkgever daarmee akkoord gaat.

Bij verlenging moet de werknemer een nieuw getuigschrift bezorgen aan de werkgever. Boven-dien moet de werknemer een formulier C 61 SV aangetekend versturen naar de dienst Loopbaan-onderbreking van het werkloosheidskantoor van de RVA van zijn woonplaats. Dit formulier moet uiterlijk twee maanden na het begin van het verlof voor palliatieve zorgen zijn bezorgd aan het werkloosheidskantoor.

De werkgever hoeft tijdens het verlof voor pallia-tieve zorgen geen loon te betalen. De werknemer ontvangt onderbrekingsuitkeringen van de RVA. De bedragen verschillen naargelang van de vorm van het verlof en van de leeftijd van de werknemer.

Fiscale behandelingOp de onderbrekingsuitkeringen die worden toe-gekend in het kader van het verlof voor palliatieve zorgen wordt een forfaitaire bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Sociale behandelingOp de onderbrekingsuitkeringen zijn geen per-soonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid verschuldigd.

verlies van het recht op uitkeringenDe werknemer verliest het recht op de onder-brekingsuitkeringen vanaf de dag waarop hij gelijk welke bezoldigde activiteit aanvat, een bestaande nevenactiviteit als loontrekkende uitbreidt of meer dan een jaar activiteit als zelfstandige telt (voor verlof voor palliatieve verzorging in de vorm van een volledige schorsing).

verlof voor palliatieve zorgenrecht op onderbrekingsuitkeringen

verlof voor palliatieve zorgenprocedure

Page 35: Tijdskrediet en thematische verloven

De werknemer verliest het recht op uitkeringen ook: • op het einde van de maximale vergoedings­

periode; • vanaf de dag waarop hij het werk hervat

bij dezelfde werkgever; • vanaf de dag waarop hij een pensioen geniet; • vanaf de dag waarop hij een zelfstandige

activiteit begint (wanneer de werknemer zijn arbeidsprestaties vermindert);

• wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt.

Het recht op verlof voor palliatieve verzorging zonder betaling van uitkeringen kan alleen worden toegekend wanneer: • de werknemer een overlevingspensioen

geniet; • de werknemer, die een zelfstandige

activiteit is begonnen, het recht op uitkeringen heeft verloren omdat hij de termijn van een jaar heeft overschreden.

In alle andere gevallen heeft het verlies van het recht op uitkeringen ook tot gevolg dat het recht op het verlof voor palliatieve zorgen verloren gaat.

thematische verloven

Page 36: Tijdskrediet en thematische verloven

verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid

modaliteiten, duur en voorwaarden

Page 37: Tijdskrediet en thematische verloven

modaliteitenVerlof voor bijstand van een zwaar ziek gezins- of familielid is verlof waarop de werknemer aanspraak kan maken wanneer hij bijstand of zorgen wil verlenen aan een gezins- of familielid dat aan een ernstige ziekte lijdt. Dit verlof leidt tot een volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeids-overeenkomst.Het verlof voor bijstand van een zwaar ziek gezins- of familielid kan in 3 verschillende vormen worden opgenomen: • volledige schorsing; • vermindering van de arbeidsprestaties tot

een halftijdse betrekking; • vermindering van de arbeidsprestaties met

1/5.

duur 39 • Maximumduur: • volledige schorsing van de arbeids­

prestaties: 3 maanden, verlengbaar tot 12 maanden;

• vermindering van de arbeidspres-taties tot een halftijdse betrekking: 3 maanden, verlengbaar tot 24 maanden;

• vermindering van de arbeidspres-taties met 1/5: 3 maanden verleng-baar tot 24 maanden.

• Minimumduur: • volledige schorsing van de arbeids­

prestaties: 1 maand; • vermindering van de arbeidspres-

taties tot een halftijdse betrekking: 1 maand;

• vermindering van de arbeidspres-taties met 1/5: 1 maand.

Opmerking: omdat het niet altijd noodzakelijk is om een maand verlof op te nemen, zijn de regels met betrekking tot de duur van dit verlof versoepeld in het bijzondere geval van bijstand aan of verzorging van een minderjarig kind, tijdens of

vlak na de hospitalisatie ervan als gevolg van een zware ziekte of een medische ingreep. In geval van volledige schorsing van de arbeidsprestaties heeft de werknemer nu de mogelijkheid om dit verlof voor de duur van een week op te nemen, eventueel verlengbaar met een week. Deze nieuwe regel is in werking getreden op 1 november 2012.

voorwaarden waaraan de werknemer moet voldoenVerlof voor bijstand van een zwaar ziek gezins- of familielid is een recht voor elke werknemer. Een werkgever die in het bezit is van het getuigschrift dat werd uitgereikt door de behandelende arts, kan niet weigeren om dat verlof voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid toe te kennen. De werknemer hoeft aan geen enkele anciënniteitsvoorwaarde te voldoen.

voorwaarden met betrekking tot de onderneming

ondernemingen met minder dan 10 werknemersEen werknemer die zijn arbeidsprestaties wil ver-minderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5 moet vooraf de toestemming verkrijgen van de werkgever.

ondernemingen met 50 werknemers of minderDe werkgever kan om organisatorische redenen aan werknemers (die geen alleenstaanden zijn) die voor dezelfde persoon al 6 maanden volledige schorsing van hun arbeidsovereenkomst of 12 maanden vermindering van hun arbeids-prestaties (tot een halftijdse betrekking of met 1/5) hebben genoten, weigeren om het recht te verlengen.Deze uitzondering is niet van toepassing op alleen-staande werknemers die een verlenging van het verlof aanvragen voor één van hun kinderen van minder dan 16 jaar die ze exclusief en daadwerkelijkten laste hebben.In dat geval moet de werkgever zijn beslissing schriftelijk meedelen aan de werknemer en de organisatorische redenen die de verdere uitoefening van het recht beletten gedetailleerd beschrijven.

39 Wanneer de werknemer alleenstaande is en hij verlof neemt om bijstand te verlenen aan één van zijn kinderen die ten hoogste 16 jaar is, wordt de maximumduur verdubbeld tot respectievelijk 24 maanden (volledige schorsing) en 48 maanden (vermindering van de arbeidsprestaties).

thematische verloven

Page 38: Tijdskrediet en thematische verloven

Een werknemer die het recht op verlof voor bijstand aan een ernstig ziek gezins- of familielid wil uitoefenen, moet hiervan kennis geven aan de werkgever door middel van een aangetekende brief of door overhandiging van een geschrift waarvan het dubbel door de werkgever als ontvangstbewijs wordt ondertekend. De kennisgeving moet ten minste 7 dagen vóór de ingangsdatum van de schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van de arbeidsprestaties plaatsvinden. De partijen kunnen echter een andere termijn overeenkomen.Deze kennisgeving bevat de aanvraag van de werk-nemer met betrekking tot de wijze van uitoefening van het recht (volledige schorsing of vermindering van de arbeidsprestaties), alsook de begin­ en eind-data van het verlof voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid.

De werknemer moet zijn werkgever ook een getuigschrift overhandigen dat werd uitgereikt door de behandelende arts van het ernstig ziek gezins- of familielid. Dit getuigschrift moet vermelden dat de werknemer zich bereid heeft verklaard om de ernstig zieke persoon bijstand of zorgen te verlenen.

Een alleenstaande werknemer die gebruik wil maken van de uitbreiding van de maximumperiodes tot 24 of 48 maanden moet bovendien het bewijs leveren dat hij op het tijdstip van de verlenging (na de eerste 12 of 24 maanden) uitsluitend en daadwerkelijk samenwoont met één of meer van zijn kinderen, en dit aan de hand van een gezinssamenstelling die door het gemeentebestuur werd uitgereikt.

Voor elke verlenging moet de werknemer opnieuw een aanvraag doen en een nieuw getuigschrift van de behandelende arts bezorgen, alsook eventueel een nieuwe gezinssamenstelling.Bovendien moet de werknemer een formulier C 61 SV aangetekend versturen naar de dienst

Loopbaanonderbreking van het werkloos heids-kantoor van de RVA van zijn woonplaats. Dit formulier moet uiterlijk twee maanden na het begin van het verlof voor bijstand aan een ernstig ziek gezins- of familielid zijn bezorgd aan het werkloosheidskantoor.

Voor volledige en gedetailleerde informatie kunt u terecht op www.lex4you.be

verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid

recht op onderbrekingsuitkeringen

verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid

procedure

Page 39: Tijdskrediet en thematische verloven

De werkgever hoeft tijdens het verlof voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid geen loon te betalen. De werknemer ontvangt onderbrekings-uitkeringen van de RVA. De bedragen verschillen naargelang van de vorm van het verlof en van de leeftijd van de werknemer.

Fiscale behandelingOp de onderbrekingsuitkeringen die worden toe-gekend in het kader van het verlof voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid wordt een forfaitaire bedrijfsvoorheffing ingehouden.

Sociale behandelingOp de onderbrekingsuitkeringen zijn geen persoonlijke bijdragen voor de sociale zeker-heid verschuldigd.

verlies van het recht op uitkeringenEen onderbrekingsuitkering die wordt toegekend in het kader van het verlof voor bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid mag alleen worden gecumuleerd met inkomsten uit: • ofwel de uitoefening van een neven-

activiteit als loontrekkende die ten minste al werd uitgeoefend gedurende de 3 maanden die voorafgaan aan de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of van de vermindering van de arbeidsprestaties;

• ofwel de uitoefening van een zelfstandige activiteit tijdens een maximumperiode van een jaar. Deze mogelijkheid bestaat alleen voor een werknemer die verlof neemt voor bijstand aan een ernstig ziek gezins- of familielid in de vorm van een volledige schorsing van zijn arbeidsprestaties;

• ofwel de uitoefening van een niet­toegestaan politiek mandaat.

Een werknemer die een hierboven bedoelde acti viteit uitoefent, moet de directeur van het werkloosheidskantoor vooraf inlichten. Doet hij dat niet, dan zullen de reeds betaalde onderbrekingsuitkeringen worden teruggevorderd.

thematische verloven

verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid

recht op onderbrekingsuitkeringen

Page 40: Tijdskrediet en thematische verloven

conclusie: optimalisatie en organisatie – om op één lijn te zitten met de noden van uw werknemers

Page 41: Tijdskrediet en thematische verloven

Het evenwicht tussen het privéleven en het beroepsleven kan op bepaalde momenten moeilijk tebereiken zijn. Daarom hebben de wetgever en de sociale partners het tijdskrediet ingevoerd in het Belgisch sociaal landschap. Deze reglementering heeft echter ook als leidmotief dat de continuïteit vande ondernemingen niet mag worden verstoord. Daarom zijn er ook organisatie-, uitstel- en intrekkingsregels uitgewerkt zodat de werkgever zich zo goed mogelijk kan organiseren, zelfs als zijn personeelsbestand is ingekrompen.

In de eerste plaats moet worden benadrukt dat een werkgever die maximaal 10 werknemers tewerkstelt altijd zijn zeg heeft over de uitoefening van tijdskrediet door zijn werknemers. Concreet betekent dit dat het tijdskrediet in die situatie geen recht is van de werknemer en dat de werkgever de uitoefening van dat recht kan weigeren.

Daarnaast heeft de werkgever, zelfs in een onder-neming die meer dan 10 werknemers telt, de mogelijkheid om de ingangsdatum van het tijdskrediet met 6 maanden uit te stellen indien hij dwingende interne of externe redenen kan bewijzen 40. Bovendien kan de werkgever ook de uitoefening van het recht op tijdskrediet intrekken om redenen als de ziekte van een collega, een uitzonderlijke vermeerdering van het werk of andere dwingende redenen. In dat geval wordt de werknemer teruggeroepen tijdens de duur van die uitzonderlijke redenen.

Ook werd een drempelmechanisme ingevoerd om de werkgever de mogelijkheid te bieden voldoende arbeidskrachten te behouden binnen zijn onder-neming. Die drempel houdt in dat maximaal 5% van de werknemers van de onderneming (of van de dienst) tegelijk tijdskrediet mogen opnemen 41.

Om tot een feilloze organisatie te komen bij de afweging tussen tijdskrediet en de continuïteit van de onderneming dient u uiteraard uw oor te luisteren te leggen bij uw werknemers en rekening te houden met hun noden.

Dit kan gepaard gaan met een zoektocht naar optimalisatie van het tijdskrediet dat door uw werknemers wordt opgenomen. Een dergelijke optimalisatie kan ook worden bereikt door de verschillende bestaande regelingen te combineren.In dat geval is het bijgevolg belangrijk om te benadrukken dat een overstap van een bepaalde vorm van loopbaanonderbreking naar een andere als een nieuwe aanvraag wordt beschouwd. Alle periodes van tijdskrediet die vóór de nieuwe aanvraag werden opgenomen, worden echter geneutraliseerd, waardoor de werknemer loopbaanvermindering kan opnemen, zelfs als hij tijdens zijn tijdskrediet niet voldoet aan de tewerkstellingsvoorwaarde. In het kader van de neutralisatie wordt de duur waarin de tewerkstellingsvoorwaarde moet zijn nageleefd, immers verlengd met de periode van het voorafgaand tijdskrediet, en omgekeerd. Anders gezegd moet er geen rekening worden gehouden met de 12 of 24 maanden die voorafgaan aan de aanvraag, maar met de 12 of 24 maanden verhoogd met de duur van de geneutraliseerde periode.

Voor volledige en gedetailleerde informatie kunt u terecht op www.lex4you.be

40 Er bestaan ook bijzondere regels op basis waarvan de uitoefening van het recht op tijdskrediet kan worden uitgesteld voor werknemers die ouder zijn 55 jaar en die een sleutelfunctie uitoefenen in de onderneming.

41 Er bestaan bijzondere regels voor bepaalde werknemers (thematisch verlof, oudere werknemers).

Page 42: Tijdskrediet en thematische verloven

www.securex.be

Heeft u nog andere juridische vragen?

Neem contact op met uw Client Advisor.

Afspraak op www.lex4you.be: daar vindt u een goudmijn aan sectorale, sociale en fiscale informatie! Bovendien wordt in de dagelijkse artikelen snel ingespeeld op wetswijzigingen of krijgt u allerhande andere nuttige ‘weetjes’ voorgeschoteld.

Ver.

uitg

.: Pe

ter D

anne

els,

Secu

rex

Corp

orat

e G

EIE,

Terv

uren

laan

43,

104

0 Br

usse

l A

N00

52Voor vragen of bijkomende informatie:

Kent u onze FlasHR? Wekelijks worden alle sociaal-juridische actualiteiten voor u samengebundeld in één newsletter. Met één klik bent u op de hoogte van alle laatste nieuwigheden. Ontvangt u deze FlasHR nog niet, vraag ernaar bij uw Client Advisor.