tgo 2013 optica - Nikhefh73/tgo/old/tgo_2013_optica.pdf · 2013. 3. 18. · Blok 25 Licht als...
Transcript of tgo 2013 optica - Nikhefh73/tgo/old/tgo_2013_optica.pdf · 2013. 3. 18. · Blok 25 Licht als...
1
Inleidende sessie: Blok 22: Licht, voorbereiding Praktika Reflectie Refractie (Breking) Diffractie & Interferentie PolarisatieWeek 6, sessie 11 Blok 23a, Refractie (Breking) en voortplanting van licht als straal Blok 23b , Voorplanting van licht op microscopisch niveau (geen tentamenstof) Blok 24, Reflectie en Refractie (Breking): RegenboogWeek 6, sessie 12 Blok 25 Licht als stralen=Geometrische Optica. Lenzen en spiegels zelfstudie Blok 26 Geometrische Optica (Indien er tijd voor is; Geen tentamenstof) Blok 27a Diffractie, zeldzame verschijnselen. Blok 27b Diffractie, de wiskunde analyse: Dubbele Spleet doorgerekend, maar nog niet compleet
intensiteit als gevolg van interferentie.Week 7, sessie 13 Blok 28 Diffractie, de wiskunde analyse: Tralie doorgerekend & Bragg scattering Blok 29 Diffractie: -intensiteit enkele spleetWeek 7, sessie 14 Van Licht-Golven naar Quantum-deeltjes
Op de eerste slide van ieder blok staat een referentie naar Giancoli.Ieder blok wordt afgelsoten met enkele opgaven.
Studiewijzer
2
TGO
Blok 22: Licht, voorbereiding PraktikaReflectieRefractie (Breking)Diffractie & InterferentiePolarisatie
Uit Giancoli 32-35
3
A brief history of light
De oude Grieken wisten empirisch al het een en ander. Licht is een straal. 11de eeuw Alhazen (Arabisch wiskundige) buiging en meer. 1280 de eerste brillenglazen. Galileo (1564-1642) maakt een goede telescoop. A. van Leeuwenhoek (1632-1723) maakt een microscoop. Newton maakte helaas een foutieve deeltjes-theorie voor licht. Christiaan Huygens (1629-1695): licht als golfverschijnsel. 1801 Thomas Young doet zijn interferentie experimenten. Licht is een
golfverschijnsel. 1864 Maxwell laat zien dat licht een EM golf is. Max Planck (1858-1947) stelt dat licht uit quanta bestaat. Ook Albert
Einstein ivm photo-electrisch effect. Ook Compton verstrooiing. 1913 Bohr en vele andere: Quantum mechanica. 1945 Richard Feynmann: Quantum Electro Dynamica 1905 Einstein: the speed of light is constant c. 2011 neutrino’s go faster than c 2012 they don’t?
Licht als stralen: Reflectie
De hoek van inval is de hoek van uitval (al bekend bij oude Grieken)
VB: vlakke spiegel
VB: een vel papier
VB: een bolle spiegel
VB
: een holle spiegel
Dit roept vragen op (gaan we mee aan de slag!):•Waarom grootte object en image ongelijk?•het lijkt alsof f=2r (f focal point, r radius); klopt dat?•wat is de relatie afstand p en q?
5
Refractie (breking)
Fenomeen: lichtgolven worden ‘gebroken’ bij overgang van medium
de mate van breking blijkt:•kleur (frequentie) afhankelijk (=dispersie)•medium afhankelijk
Hoe zit het echt? 1. De lichtsnelheid is afhankelijk
van medium: 2. Licht is in feite geen straal maar
een (vlakke) golf=Huygens
glas n~1.5
waarbij n is de frequentie afhankelijke brekingsindex en cde lichtsnelheid in vacuümncv / lucht n~1
Gevolg 1 (Snell’s law):
2 1
1 2
sinsin
nn
2 1
1 2n nGevolg 2:
1
2
dispersie
animatieRefractieanimatiemedia
6
Refractie (breking) de ovale zon
Let op:De rode lucht komt NIETdoor breking, maar door scattering (later meer)
7
Licht als golf
Antwoord: interferentie door weglengteverschillen.
Wat zie ik?
8
Interferentie en Newton’s ringsMaar eerst: begrijp je het patroon op de zeepbel Let op: als n2>n1 komt er direct
een weglengte verschil van 1/2bij:
Deze Newton ringen worden ook gebruikt om de qualiteit van vlak geslepen glas te bepalen.
Waarom donker?
9
Michelson Interferometer Dit principe wordt nog steeds gebruikt om afstanden te meten
Als M1 beweegt verandert het interferentie partroon. Dit effect gaan we bestuderen bij het praktikum
Voorbeeld:VIRGO
3km grote interferometer om een passerende gravitatiegolf te ontdekken.
Niet met je oog direct in bundel kijken!
10
Diffractie (=buiging+interferentie) Experimenteel: lichtgolven (en andere golven) buigen
rond een scherpe hoek. Huygens verklaring:Ieder golffront kan beschouwd worden als verzameling van nieuwe lichtbronnen die op hun beurt weer voorwaarts licht uitzenden. De som van alle golffrontjes is het totale golffront.
Huygenswint vanNewton!
Hoeveelheid diffractie (groffe indicatie):
11
Huygens tegen het licht.Huygens verklaring:Ieder golffront kan beschouwd worden als verzameling van nieuwe lichtbronnen die op hun beurt weer voorwaarts licht uitzenden. De som van alle golffrontjes is het totale golffront.
Huygens principe is helaas niet helemaal correct. Zijn verklaring gaat o.a. bij zichtbaar licht mis op kleine afstanden dicht bij de wand (near field). Het principe werkt allen ver van de wand (far field), ook wel het Fraunhofer regime genoemd (dit college).
Fresnel (1788-1827) ‘vermoed’ (en leidt dit deels wiskundig af) dat het licht niet gelijkwaardig in alle richtingen wordt uitgezonden, maar er rekening gehouden moet worden met een weegfactor(waarbij =0 de voorwaarste richting is):
Huygens geeft geen verklaring voor zijn principe.
)cos(211
Kirchhoff (1824-1887) bewijst dit later met zwaar wiskundig geschut op basis van Electrodynamica.
12
DiscussievraagRefractie en diffractie bespreken we in de context van licht, maar deze eigenschappen zijn veel algemener: ze gelden ook voor geluidsgolven en mechanische golven.
13
Interferentie/Diffractie Young’s double slit (dubbele spleet) experiment in 1801
bevestigt licht als golfverschijnsel.De ‘lichte strepen’ hebben een heeltallig fase-verschil.Dus: afstandsverschil tussen S1 en S2 moet m zijn, met m=0,1,2….
De ‘donkere strepen’ hebben een ‘halftallig’ fase-verschil.Dus: afstandsverschil tussen S1 en S2 moet (m+1/2) zijn, met m=0,1,2….
Beandering, want deze ‘stralen’ komen samen op 1 plaats.
Constructieve interferentie
Destructieve interferentie
md )sin(
)21()sin( md
14
Diffractie-tralie
Constructieve interferentie als
md )sin(Resultaat: vele zeer scherpe maxima
Waarom zijn deze zo ‘scherp’? (dus veel scherper dan van 2 spleten?)
Antwoord: als een lichtstraal niet op een maximum zit is er altijd wel een een lichtstraal van ‘verderop’ die in tegenfase is.
15
Tralie als Spectrometer
Meet golflengtes in sterrenlicht = fingerprint van elementen
16
Laser, Praktikum en VEILIGHEID
INTERMEZZO
1. Gebruik altijd je gezond verstand.2. Zet een laser niet zomaar aan, maar zet een laser altijd eerst goed
vast, en stel deze mechanisch ‘op het oog’ af. Daarna pas aanzetten.3. Denk om reflecties, die kunnen ook gevaarlijk zijn (voor anderen).4. Eventuele (kwik)lampen. Niet inkijken; gebruik een groen filter let op:
ook de behuizing wordt heel heet.
17
Polarisatie van licht Licht is een electromagnetische golf
E
B
Definitie: de trillingsrichting van het E-veld noemen we de polarisatie richting.
Natuurlijk licht is ongepolariseerd: alle trillingsrichten van E komen voor.
Verticaal gepolariseerd licht: Het E veld (of de componenten van het E veld) tellen precies op tot de verticale richting.(Tekening: geen phasor, maar E-veld vector!)
18
Polarisatie-filters
hoe absorbeer je licht? Het E-veld laat ladingen (electronen) trillen via F=q.EDe ladingen absorberen zo de energie van het licht.
In een Polaroid filter wordt slechts een bepaalde trillingsrichting opgenomen d.m.v. lang-gerekte molekulen
Transmissie richting (y) is aangegeven.De langgerekte molekulen liggen in de x-richting
Polaroid
Malus wet:
)(cos220 EI
I=intensiteit
19
Discussie vraagTwee filters in sper-richting maakt duisternis:
Wat doet een derde filter dat tussenliggen onder 45 grad wordt geplaatst?
Hier zien we nu:• Geen effect• Nog donkerder• Licht
Waarom? Hoeveel?
20
Polarisatie en Reflectie
Bekijk eens twee foto’s genomen in het zonlicht (ongepolariseerd)
Blote oog Polaroid zonnebril
Blijkbaar is het gereflecteerde licht (deels) gepolariseerd. Hoe zit dat nu?
21
Polarisatie en Reflectie Microscopisch: als licht op een (water-
)oppervlak valt worden ladingen in trilling gebracht. Trillende ladingen kunnen licht uitzenden, loodrecht op hun trillings-as.
Trillende lading
licht
donker
Ongepol. licht
Onder ideale omstandigheden
Gepol. licht
Van bovenaf getekend; het gedeelte boven water
21 rp
12 /)sin(/)sin( nnrp
1221 /)sin(/)sin( nnpp
12 /)cos(/)sin( nnpp
12 /)tan( nnp
Brewster Hoek:
22
De blauwe lucht
Licht van de zon bestaat uit alle kleuren. Waarom is de lucht blauw?
a) Alle andere kleuren worden ge-absorbeerd.b) De oceanen weerkaatsen blauw licht en daarom lijkt de
lucht blauw.c) Blauw licht heeft veel interactie met lucht.d) De lucht lijkt effectief blauw door de som van het witte
zonlicht en het achterliggende duistere heelal
Antwoord: door de zgn Rayleigh verstrooing (scattering) van licht aan luchtmolekulen. Dit process gaat met 1/4
waardoor met name blauw licht verstrooid en ander licht rechtdoor gaat. Het gevolg is dat er veel blauw licht uit de lucht op ons af komt.
23
De gepolariseerde licht uit de lucht
Licht rechtboven uit de lucht blijkt gepolariseerd. Hoe kan dat?
Waarom is de lucht van en rond de ondergaande zon rood?
Trillende lading kan het licht alleen ‘loodrecht’ uitzenden
24
Discussievraag
25
Circulaire Polarisatie
0
)sin(0
z
y
x
E
tkzAEE
y
zx
0
)sin()sin( 4
z
y
x
E
tkzAEtkkzAE
Hoe maak je dit? Praktikum!
26
Opgaven (interferentie)Giancoli H34
27
Opgaven (Interferentie)Giancoli H34
28
Opgaven (Polarisatie)Giancoli H35
Twee slimme studenten vroegen tijdens het praktikum het volgende. Stel dat we oneindig veel lineaire polarizers achter elkaar zetten, iedere opvolgende polarizer met infinitesimale hoekverdraaiing (in totaal 360 graden). Verder nemen we aandat de polarizers 100% lichtdoorlatend zijn in de open stand en 0% in de sperstand. De studenten beweerden: ”we vinden dat licht door deze opstellingkomt”.a) Maak een schets van de situatie, definieer je variabelen, en stel de uitdrukking
op voor de intensiteit van het doorgelaten licht.b) Maak een Taylor expansie van de uitdrukking tot op 2de orde in de hoek.c) Bepaal de intensiteit d.m.v. integratie van je Taylor expansie (en eventueel
Mathematica)
29
Opgaven
30
Wat heb ik geleerd?
Ik kan uitleggen wat refractie is. Ik kan uitleggen wat diffractie is. Ik kan uitleggen wat polarisatie van licht is. Ik kan uitleggen wat een polarisatie-filter doet. Ik kan uitleggen hoe de Brewster hoek tot stand
komt. Ik kan uitleggen waarom de lucht blauw is. Ik kan uitleggen wat circulaire polarisatie is.
31
TGO
Blok 23a, Refractie (Breking) envoortplanting van licht als straal
WAARSCHUWING: NA DIT COLLEGE ZIET DE WERELD ER ANDERS UIT
Uit Giancoli 32-33
32
Refractie (breking) de ovale zon(korte herhaling)
Let op:De rode lucht komt NIETdoor breking, maar door scattering (later meer)
33
Refractie (breking)
Waar komt de vorm vandaan?
34
Refractie (breking) (herhaling)
Fenomeen: lichtgolven worden ‘gebroken’ bij overgang van medium
de mate van breking blijkt:•kleur (frequentie) afhankelijk (=dispersie)•medium afhankelijk
Hoe zit het echt? 1. De lichtsnelheid is afhankelijk
van medium: 2. Licht is in feite geen straal maar
een (vlakke) golf=Huygens
lucht n~1
glas n~1.5
Gevolg 1 (Snell’s law):
2 1
1 2
sinsin
nn
waarbij n is de frequentie afhankelijke brekingsindex en cde lichtsnelheid in vacuüm
1
2
2 1
1 2n n
dispersie
Gevolg 2:
ncv /
(total)refraction+reflection
35
Giancoli H32
Let op: a priori is dit niet 90 graden.
36
ATNWOORD: Breking met Fermat’s principe
“Licht zal altijd de kortste weg volgen.” Dit lijkt een redelijk simpel principe, maar het heeft diepe implicaties.
2 1
1 2
sinsin
nn
A(0,0)
B(xB,yB))
tijd=afstand/snelheid ncv /
1
2
1l
2l
P(xP,yP)
B
A
B
A
ndsc
dsv
t 11
221121 lnlndsndsntcB
P
P
A
22
222
1 )()( PBPBPP yyxxnyxntc
2211 /)(/0)( lxxnlxndx
tcdBPP
P
(met xP de onbekende grootheid)
Px
PB xx
)sin()sin(0 2211 nn
Minimum tijd: We vinden Snell’s law:
37
TGO
Blok 23b , Voorplanting van licht op microscopischniveau. Enkele basisconcepten.(wel leuk, geen tentamenstof)
Uit de Giancoli optica hoofdstukken en algemene kennis
38
Een kijkje op submicron-niveau Molekuul en Atoom Trillingen verklaren alle optische fenomenen
bepalend voor propagatie van licht Elektrische kracht op atoom of gepolariseerd molekuul
=
Osc
iller
end
E v
eld
Zware kern
Lichte electronen, electrisch gebonden= veer
Atoom=zware kern met hele lichte electronwolk
Op de volgende slides tekenen we geen losse electronen, maar een ‘wolk’Gedwongen Trilling(kennen we al!)
Gegeven: versnellende lading straalt
39
Gedwongen Trillingen (Herhaling) oscillerende externe kracht die de trilling aandrijft. de Amplitude van de resulterende trilling is groot bij de natuurlijke frequentie
= Resonantie
)cos( tFFextern
)cos(2
2
tFbvkxdt
xdm
met wrijving bvFwrijving
Complete differentiaal vergelijking:
extern
Resonantie
Q factor geeft deScherpte van de piek
00
1
m
bQ
Tip: als je een gebouw ontwerpt, zorg ervoor dat de Q waarde laag is
Tacoma
http://www.kettering.edu/physics/drussell/Demos/phase-diagram/phase-diagram.html
(equation of motion)
)sin( tAxLet op: x(0) ligt nu helemaal vast. Niet op nul =incompleetZie transient state.
222222 /)( mbmFA
o
)/(tan
2201
mb
40
Gedwongen Trillingen fase verschil
0/
0
2
To
tal p
hase
ver
schi
l Fen
x
23
21
Faseverschil van straling
Bij straling door versnellende lading, ontstaat een groot faseverschil tussen de primaire en uitgaande straling
Mec
hani
sche
trill
ing
41
Propagatie van licht in materie op submicron-niveau I
Atoom/Molekuul oscillaties bepalend voor propagatie van licht.
• Voorbeeld: molekulen in lucht hebben wel resonantie(s) in UV, daarom brengt blauw licht de lading meer in trilling dus ook meer verstrooiing van blauw licht.
• Daarom komt er van IJLE lucht een blauwe gloed af.
scattering in x,y richting. (zijwaarts en ‘beetje’ achterwaarts). Niet/ Nauwelijks in z richting
yx
z
Atoom=zware kern met hele lichte electronwolk
Opgave: waarom is de intensiteit Rayleigh scattering evenredig met 1/4 (en dus zeer effectief in blauw licht.). Beredeneer/Leid af.
animatie: de fases kloppen niet helemaal, maar het blijft een goede illustratie
42
Propagatie van licht in materie op submicron-niveau II
scattering in x,y richting. (zijwaarts en ‘beetje’ achterwaarts). Niet/ Nauwelijks in z richting
yx
zHet uitgestraalde licht is niet in fase!(denk aan faseverschil bij gedwongen trilling, maar er treedt door dit atomaire proces nog een extra +pi/2 verschuiving op.!)
Inkomend (primair, v=c) Doorgaand (primair, v=c)
gestraald=secundair, v=c
En ja, de fasesnelheid kan ook sneller dan licht in vacuum n<1.(verklaring: faseverschil bij gedwongen trilling!)
Resultante, loopt achter. v<c, ofwel brekingsindex n>1
43
Vraag
Stel dat Rayleigh scattering een grote rol speelt in de lage luchtlagen. Hoe zou een berg op 10km er dan uitzien?
A zoals we de berg altijd al zien.B de berg is blauw gekleurd.C de berg is rood gekleurd.D de berg is onzichtbaar.
44
Materialen met hoge dichtheid (sub-micron) (I) ‘hoge’ dichtheid: denk ook aan lucht op 1 bar.
Neem een vlakke lichtgolf in de x richting
In zijwaartse/ achterwaartse richting tellen alle golven op tot min of meer nul.
In voorwaartse richting (x) zijn alle golven van alle atomen in fase!
Laat deze invallen op blok atomen/molekulen. >> atoomafstand
De golven brengen atomen in trilling, enwe krijgen weer straling in alle richtingen. (gedwongen trilling)
Opdracht1) Bewijs wiskundig dat de som van
vele golven met willekeurige fase een intensiteit van nul oplevert
2) Beredeneer+schets (bespreek met je buurman) dat voorwaarts alle golven in fase zijn. (onder welke voorwaarde?)
yphasors
45
Wanneer wel veel ‘zijwaartse scattering’? (I)
Regime I: >> radius deeltjes (Rayleigh)
Zodra er ongeordende deeltjes/structuren voorkomen zal er zijwaartse scattering optreden.
Voorbeelden:• Blauwe lucht ijle lucht. Atomen ongeordend met verstoringen
door druk/temperatuur variaties.• Imperfecties/stof in materialen zoals glas en plastic zal voor veel
zijwaartse scattering zorgen. • Bijvoorbeeld doorzichtig plastic bestek of bakjes. Komt vrijwel altijd
duidelijk blauw licht uit.
• Waarom?door de in-uniformiteiten tellen de verschillende golven zijwaarts niet
op tot nul. Effect gaat met 1/
46
Wanneer wel veel ‘zijwaartse scattering’? (II)
Regime II: ~ radius deeltjes (Tyndall)
Zodra er ongeordende deeltjes/structuren voorkomen zal er zijwaartse scattering optreden.
Voorbeelden:• Bubbels in vloeistof (wit bierschuim).• Beetje melk in water (vetdruppels) je ziet zijwaarts meteen een wit-blauwe gloed.• Kleine waterdruppeltjes witte wolken.• Grauwe dag.
• Waarom?door de in-uniformiteiten tellen de verschillende golven zijwaarts niet op tot nul. De
atomen in kleine druppels leveren gezamenlijk een straling op die nauwelijks van de golflengte afhangt.
De scheidslijn tussen het Rayleigh regime en Tyndall regime is niet scherp. Deze effecten zijn moeilijk te berekenen en vaak alleen numeriek beschikbaar.
47
Rayleigh Scattering, absorptie & kleuren
De meeste ‘biologische’ blauwe kleuren komen door Rayleigh scattering
Geel is overigens gevolg van absorptie van alle andere kleuren.Absorptie is het gevolg van opwarming van materie, ten koste van straling. In feite is het atoom dus een gedwongen oscillator met dempingsterm. Goede absorptie vindt uiteraard plaats indien licht de resonantie freqentie van het atoom ‘aanslaat’.(molekulen kunnen overingens meerdere resonantiefrequenties hebben)
Opdracht:Kijk enkele slides terug naar de karakteristieken van een gedwongen trilling. Verklaar waarom er op de resonantie geen licht wordt uitgezonden.
48
Reflectie op submicron-niveau
De overgang van naar andere brekingsindex is in feite een verstoring waardoor zijwaartse(en achterwaartse) verstrooiing NIET meer wordt uitgedoofd.
Hoe kan een spiegel werken? Bij Rayleigh scattering zullen de atomen vooral in blauw licht gaan stralen?
49
Antwoord
Hoe kan een spiegel werken? Bij Rayleigh scattering zullen de atomen vooral in blauw licht gaan stralen?
Antwoord: omdat de reflectie aan een dikke laag atomen (/2) plaatsvindt. Net zoals bij de waterdruppels in wolken stralen vele atomen gezamenlijk toch wit licht uit (Tyndall, Mie).
50
TGO
Blok 24, Reflectie en Refractie (Breking): Regenboog
Giancoli H33
51
De regenboog van Rubens is dofblauw, donkerder dan de lucht. Rubens verdient geen verwijt omdat hij geen optica kende, maar omdat hij nooit eens aandachtig naar een regenboog gekeken heeft.Ruskin, The Eagle's Nest, 22, 212.
De regenboog als inspiratie
Rubens is dan ook beter bekend om:
52
Regenboog: reflectie in druppels
53
• De tweede boog• De volgorde van kleuren in de 2de boog• Het verschil tussen licht binnen de 1ste
boog en donker onder de 2de
Waarom?
Regenboog: Wat zie je nog meer?
54
55
Opgave
56
Opgaven
H32
57
TGO
Blok 25 (indien er tijd voor: anders ZELFstudie)licht als stralen:Lenzen en spiegels
Uit Giancoli 33
58
Licht als Straal: Breking in een lens
Licht wordt twee keer gebroken.Echte lens lichtpad in lens is belangrijk.
‘Dunne’ lens lichtpad in lens wordt verwaarloosd. Effectief is er 1 brekingsvlak
1 1 1v b f
i
o
h bmh v
ih
oh
bv Principes gelijk als bij de spiegel
1 2
1 1 1( 1)nR R f
R
(Lensmaker’s equation)
de + en – tekens (Giancoli p871):v is positief en als beeld andere zijde lens ook b positiefhi negatief als het beeld relatief is omgedraaid
Licht als stralen: Reflectie (korte herhaling)
De hoek van inval is de hoek van uitval (al bekend bij oude Grieken)
VB: vlakke spiegel
VB: een vel papier
VB: een bolle spiegel
VB
: een holle spiegel
Dit roept vragen op (gaan we mee aan de slag!):•Waarom grootte object en image ongelijk?•het lijkt alsof f=2r (f focal point, r radius); klopt dat?•wat is de relatie afstand p en q?
60
Spiegelformule
1 1 1p q f
Merk op:1. parallele stralen reflecteren altijd door
focuspunt f.2. stralen door f reflecteren altijd parallel.
i
o
h qmh p
(de vergrootting)
ih
'ih
'
oi hhq p
oh
oh 'ih
fqp
Neem de lichtstraal vanuit bovenkant object door het midden van spiegel.
Neem de ‘hoogste’ paralelle lichtstraal, gerflecteerd door f.
ohi oh h
fqp
i o o o o o o oih h h h h h h hh
q f q q f p q f
(Spiegelformule)
61
Focuspunt en focale lengte
Een bolvormige (spherical) heeft een ‘uitgesmeerd’ focus punt ‘spherische abberatie.
parabolische spiegel heeft een goed gedefinieerd focus punt. Bewijs:
2 2
Neem een willekeurige parrallele lijn een punt van inval: ,Er geldt: en voor de raaklijn: met 2 en 2
1 1De lijn loodrecht hierop is dus: ' met tan( )
De geref
i i
i i i i i
x yy x y ax b a x b y x
y x ba a
2
1lecteerde lijn heeft =tan( 2 )2
1-tan ( )Gebruik 1/tan(2 )= (zelf verder uitwerken!)2tan( )1Gevolg: (0) en dus is de focale lengte constant.4
r r r
r ri i
y a x b a
y f b y a x
y
x
2y x
y ax b 1 'y x b
a
r ry a x b
1 22
f
Voor klein gebied rond centrum is deze parab. spiegel een spherische spiegel met radius 1/2
f
2Rf
Voor liefhebbers
62
Discussievraag
63
TGO
• Blok 26 Geometrische Optica(Indien er tijd voor is; Geen tentamenstof)
Uit Giancoli H33
64
Toepassing: Breking in een lens
Licht wordt twee keer gebroken.Echte lens lichtpad in lens is belangrijk.
‘Dunne’ lens lichtpad in lens wordt verwaarloosd. Effectief is er 1 brekingsvlak
1 1 1v b f
i
o
h bmh v
ih
oh
bv Principes gelijk als bij de spiegel
1 2
1 1 1( 1)nR R f
R
(Lensmaker’s equation)
de + en – tekens (Giancoli p871):v is positief en als beeld andere zijde lens ook b positiefhi negatief als het beeld relatief is omgedraaid
65
Lenzencombinaties: oog+vergrootglas
Een voorwerp zie je nog net scherp in het ‘near-point’ N=25cm.
Vergroten is in feite dichterbij halen zodat ‘meer’ netvlies gebruikt wordt. (maar dat kan dus niet ivm near-point.)
Vergroten van dit voorwerp is mogelijk door de zichthoek te vergroten met een lens.
N=25cm
N=25cm
' '
h
'M
v=f
' /
/h f NMh N f
case b=
1 1 1 1 1v b v N f
vb=-N
' / 1
/h v N NMh N v f
case b=-N
'
'
'
'
Nh
66
Discussievraag
67
lenzen-combinaties: oog + brilmin: 25cmmax: oneindig
Scherp zicht vanaf ‘near-point’ N=25cm
Verziend: scherp zicht pas vanaf ‘near-point’, bijvoorbeeld 100cm.Dus: een lens is nodig om een object op N=25cm naar een beeld op N’=100cm te projecteren
N’ N
f
naaroog
v=Nb=-N’
1 1 1
'N N f
1 1 3D
0.33P
f(afstand lens-oog verwaarloosd)
Bijziend: Scherp zicht pas vanaf ‘far-point’, bijvoorbeeld 20 cm. Dus: een lens is nodig om een object op N=oneindig naar een beeld op N’=20cm te projecteren
v=Nb=-N’
1 1 5D
0.20P
f
68
Lenzen-combinaties: Telescoop
zichthoekvergoter
afstand
ster
'M
'
oog
objectief eyepieceof
ef
oog
(zonder telescoop)
Er geldt ook:
0
'e
o
e
hfhf
fM
f
h
Een lenzentelescoop is een refracting of Keppler telescoop.Moderne grote telescopen zijn vaak spiegeltelescopen (geen chromatic abberation en spherical abberation vermijdbaar).
Bijvoorbeeld fo=2meter en fe=2cm, geeft M=-100x
69
lenzen-combinaties: Microscoop
Final Image
‘Objectief’Object
‘Oculair’
First Image0h
1h
fh
L0d
of
ef
ed
Lenzen zo gekozen dat de=feHet eyepiece (oculair) is dan effectief een vergrootglas met hoek vergrootting:
met N=25cm (ontspannen oog)
Het objectief heeft een vergrootting van:
De total hoekvergrootting is dan:
e
e
fN
NhfhM
//'
1
1
0
1
ddL
hhm e
o
00 fL
fN
ddL
fNMmM
e
e
etotaal
edL
70
Opgaven Giancoli H33
71
TGO
Blok 27a , ‘zeldzame’ verschijnselen door breking, reflectie en diffractie.
Giancoli H33
72
Green flash door breking
73
Witte regenboog (in mist)
Volgens mij, maar niet zeker: de mist druppes zijn klein (~25um) en er treed ook diffractie op waardoor de normale kleuren (door refractie) vermengen.
74
Halo rond zon. V
eroo
rzaa
kt d
oor
brek
ing
in z
eska
ntig
e ijs
krita
llen.
Ty
pisc
he h
oek
22gr
aden
75
76
Het is enige dagen lang helder, mooi lenteweer geweest, maar nu daalt de barometeren de wind gaat uit het zuiden blazen. Van 't westen komen de hoge, ijle veerwolkenaandrijven, langzamerhand wordt de lucht melkwit, opaliserend doorcirrostratussluiers. De zon schijnt als door matglas, haar omtrek is niet meer scherpbegrensd maar vloeit geleidelijk uit. Er hangt een eigenaardige troebele belichtingover het landschap: ik ‘voel’ dat er een halo om de zon moet zijn!
En meestal komt het inderdaad uit. Een lichte kring van ruim 22graden straal tekentzich om de zon af; men ziet hem het best als men in de schaduw gaat staan vaneen huis, of de hand voor de zon houdt om niet teveel verblind te worden (§ 160).Het is een groots verschijnsel! Reusachtig schijnt die kring voor wie hem het eerstziet - toch is het ‘de kleine kring’, de andere haloverschijnselen ontwikkelen zich opnog ruimer schaal. Steek de arm uit en strek de vingers der hand wijd uit elkaar:dan ziet u de afstand tussen de toppen van duim en pink ongeveer even groot alsde straal van de zonnekring (vgl. § 235).
De natuurkunde van 't vrije veld. Deel ILicht en kleur in het landschapMarcel Minnaert, 1937
77
Halo en ‘sundogs’R
efle
ctie
aan
ijsk
rista
llen
die
NIE
T ra
ndom
ver
deel
d zi
jn
78
Glory - heiligenlichtC
redi
t: Fr
anz
Ker
schb
aum
(Uni
v. V
ienn
a)
Ron
d sc
hadu
w m
et d
e zo
n in
de
rug.
Inge
wik
keld
e co
mbi
natie
van
: Ref
lect
ie,
refra
ctie
, diff
ract
ie v
an w
ater
drup
pels
.
79
GloryW
ater
drup
pls
door
sto
om
80
Corona rond de maan
M.Vreeswijk, Zuidoostbeemster, 9 jan 2012, 20.35
81
Regenboog: reflectie in druppelsOvertallige regenboog: diffractie
Diffractie
82
Atmospheric optical phenomena The Circumzenithal Arc over Grand Forks, ND Afterglow Airglow Alexander's band, the dark region between the two bows
of a double rainbow. Alpenglow Anticrepuscular rays Auroral light (northern and southern lights, aurora
borealis and aurora australis) Belt of Venus Blue Flash
Bl
http://en.wikipedia.org/wiki/Optical_phenomenon
83
Discussievraag
84
Opgaven H32
Maak eerdere opgaves af
85
H34
86
Wat heb ik geleerd?
Ik kan met reflecties de spiegelformule afleiden. Ik kan de lenzenformule afleiden Ik kan uitleggen wat refractie is. Ik kan Snell’s wet wiskundig afleiden Ik kan de baan berekenen van gebroken licht
door verschillende media. Ik kan fenomenen zoals een regenboog
verklaren. Ik kan sub-microscopisch uitleggen hoe licht
propageert in media, waarom de lucht blauw is en waarom licht langzamer beweegt in media.
87
BACKUP
88
TGO
• Blok 27b• Diffractie, de wiskunde analyse:
Dubbele Spleet doorgerekend, maar nog niet compleet intensiteit als gevolg van interferentie.
Uit Giancoli H34.3 en 34.4
89
Interferentie/Diffractie (Herhaling) Young’s double slit (dubbele spleet) experiment in 1801
bevestigt licht als golfverschijnsel (Huygens).De ‘lichte strepen’ hebben een heeltallig fase-verschil.Dus: afstandsverschil tussen S1 en S2 moet m zijn, met m=0,1,2….
De ‘donkere strepen’ hebben een ‘halftallig’ fase-verschil.Dus: afstandsverschil tussen S1 en S2 moet (m+1/2) zijn, met m=0,1,2….
Beandering, want deze ‘stralen’ komen samen op 1 plaats.
Constructieve interferentie
Destructieve interferentie
md )sin(
)21()sin( md
http://physics-animations.com/Physics/English/optics.htm
90
double-slit experiment (nu wiskundig) Lichtintensiteit als functie van plaats
We beschouwen het licht op een scherm als de superpositie van twee golven en we kijken naar het faseverschil
)sin(1 tAE )sin(2 tAE
We weten dat weglengteverschil=
Let op: t is hier ter plaatse (lokaal) gedefinieerd
yl
dd
22)sin(
)sin(d
)sin(d
Onbepaalde fase, bijv. =0
Wat zie je op het scherm? (onder aanname van kleine y, zodat het scherm per spleet overal even sterk belicht wordt) erg grof, komen we op terug
Gebruik:
)2
sin()2
cos(221
tAEEE
Voor de intensiteit (~voorfactor^2) volgt: )2
(cos4 22 AI
91
OpgavenGiancoli H34
any
92
TGO
• Blok 28• Diffractie, de wiskunde analyse:
Tralie doorgerekend Bragg scattering
Uit Giancoli H35.7
93
Diffractie-tralie (Herhaling)
Constructieve interferentie als
md )sin(Resultaat: vele zeer scherpe maxima
Waarom zijn deze zo ‘scherp’? (dus veel scherper dan van 2 spleten?)
Antwoord: als een lichtstraal niet op een maximum zit is er altijd wel een een lichtstraal van ‘verderop’ die in tegenfase is.
Phasor diagramvoorbeeld voor 6 spleten in minimum
94
Diffractie-tralie (nu wiskundig) Uit beredenering volgt:Constructieve interferentie
als:
md )sin(
))sin(2cos(0
0 ndt
NEE N
Nu de wiskundige aanpak:
Deze som oplossen is veel werk. Er komt uit (Mathematica Sum[..]):
)2/)1(cos()2/sin()2/sin(0
NtNNEE
2
2
20
)2/sin()2/sin(
N
NEI
)sin(2
d
95
Diffractie-tralie (verdere analyse)Bekijk de functie I en controleer:•De hoogte voor ieder maximum is gelijk.•De hoogte van tussenliggende maxima gaat met 1/N2
Hoe meer N, hoe meer contrast
2
2
20
)2/sin()2/sin(
N
NEI
Wat is de van het eerste minimum van (centrale) maximum?
3 spleten: als iedere lichtstraal 2/3 verschoven is.N spleten: als iedere lichtstraal 2/N verschoven is.
De verschuiving gaat met dsin() . Dus faseverschil:
• Functie uitwerken of beredeneren.2 spleten: er moet wel 2/2 faseverschil tussen de lichtstralen
zitten
)sin(dKortom: hoe groter N, hoe smaller het maximum!!!
)sin(2 d
NdN
)sin(2
96
Xrays (Röntgen straling)
1895De hand van mevrouw Röntgen
md )sin(2Bragg equation
X-ray diffraction
97
Opgave Giancoli H35.7
Deze opgave eerst overslaan tot na volgende blok
98
Wat heb ik geleerd? (Ik kan Snell’s wet afleiden) Ik kan gangbare systemen van lenzen
analyseren. Ik kan een (groffe) berekening maken van het
dubbele spleet experiment. Ik kan uitleggen (mbv wiskunde) hoe het
diffractiepatroon van een tralie tot stand komt.
99
TGO
Blok 29Diffractie:-intensiteit enkele spleet
Uit Giancoli 35
100
Interferentie/Diffractie (Herhaling) Young’s double slit (dubbele spleet) experiment in 1801
bevestigt licht als golfverschijnsel (Huygens).De ‘lichte strepen’ hebben een heeltallig fase-verschil.Dus: afstandsverschil tussen S1 en S2 moet m zijn, met m=0,1,2….
De ‘donkere strepen’ hebben een ‘halftallig’ fase-verschil.Dus: afstandsverschil tussen S1 en S2 moet (m+1/2) zijn, met m=0,1,2….
Beandering, want deze ‘stralen’ komen samen op 1 plaats.
Constructieve interferentie
Destructieve interferentie
md )sin(
)21()sin( md
http://physics-animations.com/Physics/English/optics.htm
101
Diffractie: een spleet is genoeg
De ‘schaduw’ van een munt in laserbeam
Een spleet in laserbeam
Conceptueel: er treden twee effecten op, namelijk de buiging (!) en vervolgens de interferentie van alle verbogen golven.
JARGON: De term ‘diffractie: optellen van licht van vele bronnen (=interferentie), met name van gebogen licht.
102
Plaats en Intensiteit van het DiffractiepatroonVan een enkele spleet
Onder hoek zien we de som:
)cos( nn
ytAE
21)sin(2)sin(2 DDxy
21/ Dyx
dxDxtAE
)sin(2cos2/1
2/1
)cos( tAEvlak
0 verder kiesen in absorbeer
)cos())sin(sin()sin(
tDD
AE
y
1/2
x
-1/2
Van som naar infinitesimaal:
De vlakke golf:
Uitwerking, next slide
ynyn )sin(2
103
Plaats en Intensiteit van het Diffractiepatroon(uitwerking)
dxxDtE
)sin(2cos2/1
2/1
dxeedxeExDitixDti
2/1
2/1
)sin(22/1
2/1
)sin(2
RERE
2/
2/
)sin(2
)sin(2RE
D
D
xDiti eeDi
E
)sin()sin(
)sin(2RE
DiDiti eee
Di
))sin(sin())sin(cos())sin(sin())sin(cos(
)sin(2RE
DiDDiDe
DiE ti
)))sin(sin(2)sin(2
RE
Die
DiE ti
))sin(sin(2))sin()cos(
)sin(2RE
Ditit
Di
)cos())sin(sin()sin(
))sin(sin()cos()sin(
tDD
DtD
E
iei RE)sin()cos(RE)cos(
qpqp eee
)sin()sin(en )cos()cos(
Niet moeilijk, wel veel!
104
Opgaven Giancoli H35
105
TGO
Blok 30Diffractie:-intensiteit dubbele spleet
Uit Giancoli 35
106
double-slit experiment (Herhaling) Lichtintensiteit als functie van plaats
We beschouwen het licht op een scherm als de superpositie van twee golven en we kijken naar het faseverschil
)sin(1 tAE )sin(2 tAE
We weten dat weglengteverschil=
Let op: t is hier ter plaatse (lokaal) gedefinieerd
yl
dd
22)sin(
)sin(d
)sin(d
Onbepaalde fase, bijv. =0
Gebruik:
)2
sin()2
cos(221
tAEEE
Voor de intensiteit (voorfactor^2) volgt: )2
(cos4 22 AI
Wat zie je op het scherm? (onder aanname van kleine y, zodat het scherm per spleet overal even sterk belicht wordt) erg grof, komen we op terug
107
Diffraction en de dubbele spleet, compleet
)cos()2
cos(2 tAE
We hebben afgeleid voor het dubbele-spleet experiment:
Echter, de spleten maken ook een diffractie-patroon:
d )sin(
2
)cos()2
sin(2/
1 tAE
)sin(2
D
)cos()2
cos()2
sin(2/
12 tAE
Totaal:
108
Discussievraag
109
Opgaven
Giancoli H35
110
Wat heb ik geleerd?
Ik kan uitleggen wat het dubbele spleet experiment is.
Ik kan dit experiment quantitatief uitwerken. Ik kan het diffractiepatroon van een enkele
spleet bepalen Ik kan uitleggen waarom je met X-rays een
atoomrooster kan analyseren.
111
TGO
Van Licht-Golven naar Quantum-deeltjes
o.a. uit Giancoli 36 (Quantum is geen tentamenstof)Wel tentamenstof: de specifieke golfeigenschappen en goniometrischemanipulaties zoals we al eerder zijn tegengekomen.
112
Electromagnetische Eigenschappen van licht
Op het praktikum hebben we al gezien dat EM golven worden gemaakt door bewegende lading.De elektrische en magnetische component staan loodrecht op elkaar en loodrecht op de propagatierichting, bijvoorbeeld:
))cos(,0,0(
)0),cos(,0(
tkxBB
tkxEE
Controle m.b.v. golfvergelijking:
2
2
22
2 1tE
cxE
cfv
vk
2
22
Handig om te onthouden, as usual: Intensiteit (Energie/s/m2) ~ Amplitude2 ~ E2 of ~B2
Eigenschappen liggen vast door Maxwell-vergelijkingen Elektrodynamica (volgende vak)
113
Licht: EM golven
1 MeV1 eVEnergie/foton
Wat kun je ermee? Bestaan er fotonen met nog meer energie?
114
Elementaire bouwstenen
ondeelbaar sinds 1897
quar
ks elektronkernneutronproton
atoom
1GeV(10-15m)
‘Bekeken’ tot1TeV (10-18m) in deeltjesversnellers
115
Hoge energie = Deeltjesfysica
• We hebben besproken dat hoge-energie fotonen meer resolutie tot gevolg heeft.
• Experimenten: afhankelijk van de energieschaal de (=golflengte), de natuurkunde ziet er steeds anders uit!
• Er is nog een reden om naar hoge energie te gaan.
2mcE
Hoge energie maak massaNieuwe deeltjes?
LHC: 7TeV,Up to 14 TeV
Higgsin
116
V
Frequentie licht f
Ene
rgie
Ele
ktro
nen
Als licht is EM golf: Energie hangt af van intensiteit licht, niet van frequentie licht?!
hp
1905
Bestaat licht toch uit deeltjes?Foto elektrisch effect Compton effect (1923)
Als licht is EM golf: De frequentie van uitgaande foton blijft onveranderd. Experiment: frequentie hangt van verstrooiings hoek af?!
Dit is de golf-deeltjes dualiteit. R. P. Feynman: “licht bestaat uit deeltjes die je het best met golven kunt beschrijven.”
M. Planck had al in 1900 eerder lichtquanta ingevoerd om spectrum van zwarte straler te beschrijven. E=hf met h=6.626x10-34 Js
117
Bohr’s atoom model
1234n = 5
1912
Een nieuw tijdperkLicht bestaat uit quanta en het atoom is een mini-planetenstelsel (Rutherford 1911). Klaar? Of, toch niet?• Waarom val een electron niet op de
positive kern?• Waarom zend een atoom een lijnen
spectrum uit?
2hnmvrL n
Het baanmomentvan elektronen is
gequantiseerd
Quantum Theorie
Je zou kunnen zeggen dat de lijnen gedwongen trillingen zijn met extreem smalle resonantie waardes. (hoge Q)
e
118
Bohr (1912) had ad-hoc aangenomen dat impulsmoment gequantizeerd was.De Broglie (1923) heeft verklaring: electronen (atomen, molekulen) gedragen zich ‘soms’ als golven
Quantum TheorieElektron is golf
ph
Elektronbanen zijn als de staande golven op een snaar (niet verwarren met stringtheorie ofzo.):
nn nr 2 (hieruit volgt Bohr’s ansatz)
Implicatie: dubbele spleet experiment met licht geeft interferentiepatroon. Omdat het elektron ook een golf is, zal dit experiment ook een interferentiepatroon opleveren voor elektronen. Bizar, maar waar!
119
Quantum mechanica: golffunctie
Nu de concepten vastliggen, hoe bizar ook, willen we een bewegingsvergelijking voor de ‘Quantum mechanica’ hebben.
Ingredienten: het golfkarakter van een deeltje wordt beschreven door een golffunctie.
)(x
//2/2 phpk
Vrij deeltje is golf:(of golfpakketje)
we hebben al eerder oscillaties met complexe getallen beschreven.
|Ψ|2 is kans / volume!
/)(),( EtpxiAetx
//22 EhEf )(),( tkxiAetx
Deeltje als Golfpakketje: som van verschillende golven (denk aan de zwevingen). Deeltje beweegt zich met groepssnelheid.
Implicaties: impuls van deeltje is niet exact, maar uitgesmeerd (=onzekerheidsrelatie)
http://www.eng.fsu.edu/~dommelen/quantum/style_a/packets.html
120
Quantum mechanica: golffunctie
Als we deeltje opsluiten in oneindig diepe potentiaalput tussen 0 en L:
0)()0( L
Wat zijn de oplossingen?
)()( ~~),( tkxitkxi eBeAtx Staande golven:
)()sin(~2),( tkxAitx 2nL
nL
n2
1nffn Dus ook nn hfE Dus E is gequantiseerd; er bestaan energietoestanden!
Als de put niet oneindig diep is, maar wel te diep om er klassiek uit te komen, blijkt er toch een kans te bestaan dat het deeltje ontsnapt: “Quantum tunneling”
Maar dat is voor het volgende vak!
121
EINDE
122
123
Op weg naar het tentamen.Breken of buigen?
Herhaling en vragen