rapport UNA hbo-ba ICT - Elektrotechniek
Transcript of rapport UNA hbo-ba ICT - Elektrotechniek
UNA
University of the Netherlands Antilles
ICT
Elektrotechniek
© Netherlands Quality Agency (NQA)
maart 2011
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 2/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 3/76
Managementsamenvatting
Dit rapport is het verslag van het auditteam dat in opdracht van Netherlands Quality Agency
(NQA) twee bestaande hbo-bacheloropleidingen heeft beoordeeld. Het beschrijft de bevindingen,
overwegingen en conclusies. Het rapport is conform het NQA Protocol 2010 hbo-
bacheloropleiding opgesteld.
De rapportage heeft betrekking op:
Instelling University of the Netherlands Antilles
Opleidingen ICT
Elektrotechniek
Variant Voltijd
Locatie(s) Willemstad, Curaçao
Auditdatum/-data 15 tot en met 18 november 2010
Auditteam De heer J.M. Laclé (vakdeskundige Industriële technologie en voorzitter)
De heer ir. P. Lubbers (vakdeskundige Bouwkunde)
De heer ir. K. Th. Veenvliet (vakdeskundige Civiele techniek)
De heer ing. B.G.M. Olde Hampsink (vakdeskundige Elektrotechniek)
Mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard (vakdeskundige ICT)
De heer F.J.M. Dumont (studentlid auditteam)
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong (NQA-auditor)
De heer drs ing. A.G.M. Horrevorts (NQA-auditor)
Door University of the Netherlands Antilles is een dossier ingediend bij NQA voor de beoordeling
van de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek. Bij de aanvraag werd door
de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen
die NQA in het NQA Protocol 2010 hbo-bacheloropleiding stelt.
Voor de beoordeling van de kwaliteit en het niveau van de bestaande opleidingen heeft NQA een
auditteam samengesteld, dat voldoet aan de eisen van de NVAO. Het auditteam is op 29 juni
2010 ter goedkeuring voorgelegd aan de NVAO. Het dagelijks bestuur heeft op 6 juli 2010
ingestemd met de samenstelling van het auditteam.
Het team heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleidingen gebracht. De
kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het
auditteam in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen.
De opleidingen ICT en Elektrotechniek zijn samen met de opleidingen Bouwkunde, Civiele
Techniek en Industriële Technologie gevisiteerd. Het volledige auditteam heeft de vijf opleidingen
in één visitatie beoordeeld, waarbij elke afzonderlijke vakdeskundige de vakinhoud van de
specifieke opleiding heeft beoordeeld. Voor de verschillende clusters is een afzonderlijke
rapportage opgesteld. Het programma is in bijlage 3 bijgevoegd.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 4/76
Doelstellingen van de opleidingen
De opleidingen ICT en Elektrotechniek hanteren elk een eigen set eindkwalificaties die
gebaseerd zijn op de Nederlandse domeincompetenties. Deze eindkwalificaties passen in de
regionale context waarin de opleidingen worden aangeboden. De eindkwalificaties zijn opgesteld
in samenspraak met het relevante beroepenveld. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau
van een hbo-bachelor. De opleiding ICT kenmerkt zich door een brede opzet en in samenhang
daarmee de veelheid aan vakken. De opleidingen betrekken de werkveldadviescommissie bij de
doelstellingen en het programma van beide opleidingen.
Programma
Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend
studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek. Studenten leren
beroepsvaardigheden aan in de practica, projecten en in de stage- en afstudeerperiode. Het
studiemateriaal is van voldoende kwaliteit, in een enkel geval is het lesmateriaal wat gedateerd.
De inhoud van de opleidingen sluit aan op de lokale situatie en studenten krijgen een brede
basiskennis aangeboden. Studenten wordt in voldoende mate aangeleerd te zoeken naar
vernieuwingen in het vakgebied (onderzoekende en lerende houding). De praktijkcomponent is
voldoende aanwezig in het onderwijsaanbod, maar de confrontatie van de studenten met de
beroepspraktijk (bijvoorbeeld door middel van stage) zou eerder in de opleidingen kunnen
plaatsvinden.
De opleidingen hebben de eindkwalificaties uitgewerkt naar leerdoelen. Het programma stelt
studenten in staat de eindkwalificaties te behalen.
De opleidingen bieden een inhoudelijk samenhangend progamma aan, onder andere door het
gebruik van leerlijnen, een oplopende moeilijkheidsgraad en het toepassen van theorie in
practica, projecten en stages. De studenten hebben veel contacturen gedurende de opleiding. De
studielast is gelijkmatig over het jaar gespreid.
De studenten ervaren het vak wiskunde als struikelvak in beide opleidingen. Studenten hebben
bij aanvang van de studie moeite met de manier van studeren. Ze moeten wennen aan de
nieuwe leeromgeving. Studieloopbaanbegeleiding draagt in positieve zin bij aan het ontwikkelen
van studievaardigheden van studenten.
Het didactisch concept van beide opleidingen gaat uit van een gedegen theoretisch fundament
waarbij de beroepspraktijk centraal staat. De werkvormen zijn hierop afgestemd. Er wordt veel
klassikaal onderwijs gegeven. Dit past bij de doelstellingen van de opleidingen en bij de context
waarin de studenten leren.
De opleidingen beschikken over een adequaat systeem van toetsing en zorgen ervoor dat
meeliften wordt voorkomen. De examencommissie borgt de kwaliteit van de toetsen. De toetsen
worden beoordeeld op zowel inhoud als op randvoorwaardelijke zaken. De toetsvormen sluiten
aan op het geboden onderwijs en de toetsen sluiten aan op de leerstof. De beoordelingscriteria
zijn helder geformuleerd in de vakbeschrijvingen.
Inzet van personeel
Door de gecombineerde inzet van vaste en gastdocenten wordt de verbinding tussen de
beroepspraktijk en de opleiding gelegd. De vaste docenten zijn op de hoogte van actuele
ontwikkelingen in het vakgebied door intensieve contacten tussen vaste docenten en
gastdocenten. Daarnaast werken docenten aan projecten voor het lokale bedrijfsleven en zijn zij
betrokken bij vergaderingen met de werkveldadviescommissie.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 5/76
De opleidingen zetten voldoende personeel in om het programma te verzorgen (docent-
studentratio 1 : 13 voor beide opleidingen). Docenten kunnen het onderwijs uitvoeren in de tijd
die ervoor staat en studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de docenten.
Docenten zijn gekwalificeerd om het onderwijs te verzorgen. De faculteit geeft docenten de
ruimte om zich te scholen en verder te ontwikkelen. Studenten zijn tevreden met de
vakinhoudelijke en didactische kwaliteiten van docenten.
Voorzieningen
De opleidingen beschikken over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen.
De technische apparatuur en het wireless netwerk behoeven een upgrade.
Studenten worden in ruime mate begeleid bij de studie. Studenten waarderen de persoonlijke
aandacht die zij krijgen van de studieloopbaanbegeleider en van de docenten. De
informatievoorziening naar studenten toe verloopt goed. De opleidingen gebruiken daarbij
Blackboard als digitaal medium. Ontbrekende informatie is snel beschikbaar door veel persoonlijk
contact van docenten met de studenten.
Interne kwaliteitszorg
De opleidingen sluiten aan bij het systeem voor interne kwaliteitszorg van de faculteit, dat is
geënt op de uitgangspunten van de universiteit. De opleidingen toetsen via verschillende
evaluatie-instrumenten de tevredenheid van betrokkenen en zorgen vervolgens voor
verbeteringen. Studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het werkveld worden
allen op passende wijze bij de opleiding betrokken.
Resultaten
De procedure rondom het afstuderen is door de opleidingen helder in beeld gebracht in de
afstudeerhandleiding. Het auditteam heeft een positieve indruk van de afstudeerwerken. De
opdrachten zijn op niveau en relevant voor de beroepspraktijk. De beoordelingen van de scripties
zijn over het algemeen genomen terecht. De eindwerkstukken van studenten representeren,
aldus het auditteam, het gevraagde hbo-bachelorniveau.
De opleidingen meten de eigen streefnormen voor het opleidingsrendement en volgt de
ontwikkeling van de rendementen. De rendementen van de opleidingen zijn laag. De lage score
dient wel in de context geplaatst te worden waarin de opleidingen zich bevindt. De situatie bij de
UNA kan niet vergeleken worden met de rendementen die aan Nederlandse opleidingen in de
sector techniek van het hbo behaald worden, onder andere vanwege de sociaaleconomische
context van de studenten aan de UNA.
Alles overziend komt het auditteam van NQA tot de conclusie dat de kwaliteit en het niveau van
de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek van University of the Netherlands
Antilles aan de vereiste basiskwaliteit voldoet. Een onderbouwing van deze conclusie is
opgenomen in hoofdstuk 2.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 6/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 7/76
1 Basisgegevens 9
2 Beoordeling 14
2.1 Doelstellingen van de opleiding 14
2.2 Programma 19
2.3 Inzet van personeel 30
2.4 Voorzieningen 34
2.5 Interne kwaliteitszorg 37
2.6 Resultaten 41
3 Bijlagen 45
Bijlage 1 Deskundigheden auditteam 47
Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam 55
Bijlage 3 Bezoekprogramma 63
Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal 68
Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 73
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 8/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 9/76
1 Basisgegevens
De basisgegevens van de bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek zijn in
onderstaande tabellen weergeven.
ICT
1. Naam instelling University of the Netherlands Antilles
2. Oriëntatie en niveau hbo bachelor
3. Aantal studiepunten 240
4. Afstudeerrichtingen ICT heeft geen verschillende afstudeerrichtingen
5. Locatie Willemstad, Curaçao
6. Variant Voltijd
7. Inhoudelijk profiel opleiding De opleiding bestaat uit vier studiejaren. De eerste drie
studiejaren beslaan vijf theoretische clusters: Systeem
analyse en systeem ontwikkeling, telematica en
Technische aspecten, Information Resource Planning,
Bedrijfs- en Organisatiekunde en HBO-vakken
algemeen. Het vierde jaar is volledig buitenschools en
bestaat uit een stage van 100 dagen en een
afstudeerperiode van 100 dagen.
8. Beoogd werkveld alumni ICT-afgestudeerden zijn onder andere werkzaam bij:
a. ICT-aanbieders (bedrijven gericht op de productie
en de verkoop van software en hardware)
b. ICT-dienstverleners (dienstverlening bedrijven)
c. ICT-gebruikers (organisaties die ICT gebruiken).
Bij deze organisaties vervullen de afgestudeerden ICT
de volgende functies: ICT-consultant, programmeur,
databasespecialist, applicatieontwikkelaar, beheerder
ICT-infrastructuur, software engineer, support engineer,
informatieanalist, systeemontwikkelaar of
systeembeheerder. Na een aantal jaren ervaring zullen
zij door kunnen groeien naar functies zoals senior (in
de hiervoor genoemde functies) of hoofd ICT-afdeling.
9. Plaats opleiding in organisatie-
structuur hogeschool
De opleiding ICT is samen met de opleidingen
Elektrotechniek, Bouwkunde, Civiele techniek en
Industriële technologie onderdeel van de Faculteit der
Technische wetenschappen (FdTW). De FdTW is een
van de vijf faculteiten van de UNA. Aan de UNA
worden in totaal 17 opleidingen aangeboden.
10. Schema opbouw programma Zie curriculumschema ICT. Bron Studiegids FdTW.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 10/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 11/76
Elektrotechniek
1. Naam instelling University of the Netherlands Antilles
2. Oriëntatie en niveau hbo bachelor
3. Aantal studiepunten 240
4. Afstudeerrichtingen Energietechniek
Telematica
5. Locatie Willemstad, Curaçao
6. Variant Voltijd
7. Inhoudelijk profiel opleiding De opleiding bestaat uit vier studiejaren. Het eerste jaar
staat in het teken van basisvakken elektrotechniek,
wiskunde, natuurkunde en communicatieve
vaardigheden. Het tweede jaar is gericht op
elektrotechnische vakken en er wordt een basis gelegd
voor de verdere studie. In het derde jaar kiest de
student een afstudeerrichting: Energietechniek of
Telematica. Het vierde jaar is volledig buitenschools en
bestaat uit een stage van 100 dagen en een
afstudeerperiode van 100 dagen.
8. Beoogd werkveld alumni Studenten die de afstudeerrichting Energietechniek
hebben gevolgd zijn bekwaam op de terreinen
elektrische voorzieningen, elektrische machines,
vermogenselektronica en duurzame energie.
Afgestudeerden van de afstudeerrichting Telematica
richten zich op de terreinen elektronica, informatica en
telecommunicatie.
Elektrotechnische ingenieurs zijn onder andere
werkzaam bij industriële bedrijven, ingenieurs- en
adviesbureaus, telecommunicatie bedrijven, het
onderwijs, overheidsinstellingen, energiebedrijven en
financiële instellingen. Bij deze bedrijven en instellingen
kunnen zij de volgende functies vervullen: commercieel
medewerker, technisch systeembeheerder,
netwerkbeheerder, systeemanalist, ontwerper,
werkvoorbereider, uitvoerder, projectleider, consultant,
bedrijfsleider en technisch medewerker.
9. Plaats opleiding in organisatie-
structuur hogeschool
De opleiding Elektrotechniek is samen met de
opleidingen ICT, Bouwkunde, Civiele techniek en
Industriële technologie onderdeel van de Faculteit der
Technische wetenschappen (FdTW). De FdTW is een
van de vijf faculteiten van de UNA. Aan de UNA
worden in totaal 17 opleidingen aangeboden.
10. Schema opbouw programma Zie curriculumschema Elektrotechniek. Bron Studiegids
FdTW.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 12/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 13/76
Maatschappelijke context van de universiteit
De Universiteit van de Nederlandse Antillen heeft in het zelfevaluatierapport een aparte paragraaf
opgenomen over de locale context waarin de universiteit werkt. NQA is van mening dat de
informatie opgenomen in dit visitatierapport in de context geplaatst dient te worden van de
Curaçaose samenleving. De sociaal culturele, maatschappelijke, financieel economische en
geografische context van de UNA is bepalend voor haar functioneren. Deze context van de UNA
verschilt in een aantal opzichten van die van soortgelijke instellingen in het buitenland. Vandaar
dat deze informatie aan dit visitatierapport is toegevoegd.
Enige belangrijke kenmerken van de UNA-omgeving zijn:
- Curaçao is een eiland in ontwikkeling. In oktober 2010 heeft Curaçao de status van land
verkregen.
- Kleinschaligheid. De docententeams zijn klein. Dit brengt met zich mee dat de UNA veel
gebruik maakt van gastdocenten, die vaak verregaand gespecialiseerd zijn en actuele
kennis bezitten. Daarnaast vertegenwoordigen zij een directe band met overheid,
bedrijfsleven en maatschappij. De UNA zelf heeft door de kleinschaligheid veel informele
contacten en een nauwe relatie met de overheid en het bedrijfsleven.
- Caribische/ Antilliaanse / Curaçaose cultuur.
o Studenten zijn meer gewend te luisteren en minder om te vragen.
o Proactief handelen of assertiviteit wordt pas op latere leeftijd op prijs gesteld.
o Studenten zorgen vaak voor andere leden van het gezin, zoals ouders, broertjes
en zusjes, of andere familieleden. Of zij hebben zelf één of meerdere kinderen.
o Studenten zijn soms de enige studerenden uit een lager maatschappelijk milieu.
o Op de UNA studeren relatief veel werkstudenten.
- Specifieke maatschappelijke functie als nationale universiteit.
- Specifieke wensen en behoeften vanuit het werkveld, voortkomend uit de
maatschappelijke situatie.
- Beperkte financiële middelen, gekoppeld aan beperkte mogelijkheden voor het werven
van additionele financieringsbronnen.
- Sterke concurrentie met Nederland als hoog gewaardeerd studieland onder de bevolking.
- De verscheidenheid aan vooropleidingen van de instromende studenten.
De UNA meldt in het zelfevaluatierapport dat deze context niet mag leiden tot concessies aan
de beoogde kwaliteit. Dit vraagt om extra kwaliteitsimpulsen en een extra inspanning om het
gewenste kwaliteitsniveau te behalen en te behouden. Het kwaliteitsbeleid van de UNA volgt,
aldus het zelfevaluatierapport van de UNA, daarom nauw de internationale trends op
kwaliteitsgebied in het hoger onderwijs.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 14/76
2 Beoordeling
Het auditteam komt samenvattend tot het volgende oordeel over de opleidingen:
Onderwerp Oordeel Facet Oordeel ICT Oordeel
Elektrische
systemen
1 Doelstellingen P 1.1 Domeinspecifieke eisen
1.2 Niveau
1.3 Oriëntatie hbo
Goed
Voldoende
Goed
Goed
Goed
Goed
2 Programma P 2.1 Eisen hbo
2.2 Relatie doelstellingen /
programma
2.3 Samenhang programma
2.4 Studielast
2.5 Instroom
2.6 Duur
2.7 Afstemming vormgeving /
inhoud
2.8 Beoordeling en toetsing
Goed
Goed
Goed
Voldoende
Goed
Voldaan
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Voldoende
Goed
Voldaan
Goed
Goed
3 Inzet personeel P 3.1 Eisen hbo
3.2 Kwantiteit
3.3 Kwaliteit
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
4 Voorzieningen P 4.1 Materiële voorzieningen
4.2 Studiebegeleiding
Voldoende
Goed
Voldoende
Goed
5 Interne
kwaliteitszorg
P 5.1 Evaluatie resultaten
5.2 Maatregelen verbetering
5.3 Betrokkenheid
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
Goed
6 Resultaten P 6.1 Gerealiseerd niveau
6.2 Onderwijsrendement
Goed
Onvoldoende
Goed
Onvoldoende
Het auditteam stelt vast dat de kwaliteit en het niveau van de bestaande hbo-bacheloropleidingen
ICT en Elektrotechniek van University of the Netherlands Antilles aan de vereiste basiskwaliteit
voldoet en adviseert de NVAO positief ten aanzien van de accreditatie van deze opleidingen.
Het auditteam beschrijft in de volgende paragrafen per onderwerp en per facet van het NVAO
beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Elke paragraaf sluit af met een
samenvattend oordeel op onderwerpniveau.
2.1 Doelstellingen van de opleiding
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1)
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten
en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein
(vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 15/76
Bevindingen
• De opleiding ICT leidt op tot Bachelor of ICT en de opleiding Elektrotechniek tot Bachelor
of Engineering. De opleidingen hebben een eigen set eindkwalificaties ontwikkeld,
vastgelegd in Eindkwalificaties ICT en Elektro 2008. De eindkwalificaties zijn
onderverdeeld in een beroepsdeel en een opleidingsdeel. De functies die afgestudeerden
van de opleidingen uitoefenen en de bijbehorende taken zijn beschreven in het
beroepsdeel. Het opleidingsdeel bestaat uit een opsomming van eindkwalificaties
waarover een afgestudeerde moet beschikken om de beroepstaken zelfstandig te kunnen
uitvoeren.
• De opleiding Elektrotechniek kent twee afstudeerrichtingen: Telematica en
Energietechniek. Telematica richt zich op elektrische voorzieningen en machines,
vermogenselektra en alternatieve energie. Bij de afstudeerrichting Energietechniek ligt
het accent op elektronica, informatica en telecommunicatie.
• De opleidingen hebben de eindkwalificaties opgenomen in negen rubrieken. Vijf rubrieken
komen overeen met fasen van een project (initiatief – definitie, ontwerp, voorbereiding,
realisatie en nazorg) en de andere vier zijn overige aspecten van de beroepsuitoefening
(algemene vaardigheden, sociale en communicatieve vaardigheden,
informatietoepassingen en zelfsturing). Bij elk van de rubrieken zijn één of meer
eindkwalificaties geformuleerd. In bijlage 5 van dit visitatierapport is een overzicht van
deze eindkwalificaties van beide opleidingen opgenomen.
• De eindkwalificaties zijn gevalideerd door de werkveldcommissie van de opleidingen.
Iedere drie jaar beoordelen de beide opleidingen in overleg met vertegenwoordigers uit
het werkveld of de eindkwalificaties nog actueel en passend zijn bij de beroepspraktijk. In
2008 zijn de eindkwalificaties voor het laatst aangepast en in 2011 zullen de volgende
aanpassingen volgen.
• Uit de Matrix vergelijking eindkwalificaties Bachelor IT&ES met domeincompetenties ICT
en Engineering 2008, die is opgesteld door de opleidingen, blijkt dat de eindkwalificaties
overeenkomen met de in Nederland landelijk overeengekomen domeincompetenties. De
eindkwalificaties van de opleiding ICT sluiten aan bij de competenties zoals omschreven
in de domeinprofielen Bachelor of ICT 2004 en 2009.
• De eindkwalificaties van de opleiding Elektrotechniek sluiten aan bij de competenties
zoals omschreven in het domeinprofiel Profiel van de Bachelor of Engineering 2006.
Deze profielen zijn tot stand gekomen in overleg met en gevalideerd door
vertegenwoordigers uit het beroepenveld in Nederland.
• De opleidingen beschikken over een gezamenlijke werkveldadviescommissie, met leden
afkomstig uit de beroepspraktijk waarin afgestudeerden actief zijn. De commissie komt
minimaal één maal per jaar bijeen. Het auditteam heeft notulen van de
werkveldadviescommissie ingezien en stelt vast dat de werkveldadviescommissie instemt
met de eindkwalificaties van beide opleidingen. De opleidingen hebben de
eindkwalificaties ook voorgelegd aan alumni. Deze beoordelen de eindkwalificaties
positief.
• De opleidingen hebben gekozen voor een brede professionalisering van studenten,
passend bij de lokale werkveldsituatie. De opleidingen kunnen zich niet vergelijken met
soortgelijke regionale opleidingen, omdat er een verschil bestaat tussen het systeem van
hoger onderwijs in de regio en het Nederlandse systeem met een hbo-bachelor dat de
UNA hanteert. Uit een curriculumvergelijking blijkt dat de opleidingen ICT en
Elektrotechniek van de UNA ten opzichte van de Nederlandse opleidingen meer aandacht
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 16/76
besteden aan theoretische kennis, management, entrepreneurship en economie. De
werkveldadviescommissie en de alumni hebben met deze keuze ingestemd.
• Het auditteam heeft in de gesprekken vastgesteld dat het brede karakter van de
opleidingen een duidelijke keus van de opleidingen is geweest, die past bij de context
waar de opleidingen worden aangeboden. De opleidingen nemen daarin een duidelijke
positie in ten opzichte van Nederlandse opleidingen.
Overwegingen
De opleidingen hanteren een eigen set eindkwalificaties die gebaseerd is op de Nederlandse
domeincompetenties. Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de
Nederlandse competenties hebben vertaald naar een set eindkwalificaties die passen in de
context waarin de opleidingen worden aangeboden. De opleidingen hebben in voldoende mate
aangetoond dat er een duidelijke koppeling is tussen de opleidingkwalificaties en de
domeincompetenties. De eindkwalificaties zijn door vertegenwoordigers van het werkveld
gevalideerd.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam voor beide
opleidingen op dit facet tot het oordeel goed voor beide opleidingen.
Niveau bachelor (facet 1.2)
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde
beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.
Bevindingen
• De Dublin descriptoren vormen het uitgangspunt voor de bepaling van het niveau van de
eindkwalificaties. De opleidingen hebben een vergelijking gemaakt van de Dublin
descriptoren met de eindkwalificaties ICT en Elektrotechniek. Met het document
Dublindescriptorenmatrix ICT en Elektro (2009) tonen de opleidingen aan op welke wijze
de eindkwalificaties overeenkomen met de Dublin descriptoren.
• De Dublin descriptor Kennis en Inzicht komt bijvoorbeeld overeen met de volgende
eindkwalificaties van beide opleidingen: initiatief, voorbereiding en algemene
vaardigheden. De Dublin descriptor Toepassen van kennis en inzicht komt overeen met
alle eindkwalificaties, uitgezonderd de kwalificatie sociale en communicatieve
vaardigheden.
• De opleidingen geven daarnaast in het zelfevaluatierapport aan op welke manier de
Dublin descriptoren terugkomen in het programma. Bijvoorbeeld: de Dublin descriptor
Kennis en Inzicht is verweven in de vakken van de theoretische leerlijn, die ongeveer
vijftig procent van het curriculum beslaat. De descriptor Toepassen van Kennis en Inzicht
vindt plaats in de projectlijn en in de praktijklijn. Zo geven de opleidingen per descriptor
aan hoe de algemene geaccepteerde beschrijvingen van een hbo-bachelor zijn verweven
in de opleidingen. Het auditteam is van mening dat het overzicht op een juiste manier
inzichtelijk maakt op welke wijze de Dublin descriptoren in het programma verweven zijn.
• Voor de Bachelor of ICT is er, naast de Dublin descriptoren, een tweede niveau-indeling
van toepassing. De indeling is gebaseerd op drie niveaus, ontleend aan de Bachelor of
ICT 2009. De UNA kent aan tien clusters van vakken het niveau 2 toe. Er zijn twee
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 17/76
clusters van vakken op niveau 3. Uit de semesterhandleidingen blijkt dat software en daar
aan gelieerde vakken in de opleiding veel aandacht krijgen. Dit betreft ongeveer 40 tot 45
procent van de in de opleiding behandelde stof. Een deel daarvan heeft niveau 3 en
bepaalt voor een belangrijk deel de inhoud en het gewicht van de opleiding. Doordat men
ook breedte aan de opleiding geeft, komen andere onderwerpen op niveau 2 of niveau 1
aan de orde. Voor het eiland Curaçao is het voor de inzetbaarheid van ICT-ers erg
belangrijk om “duizendpoten” op te leiden. Dat betekent dat het curriculum een breed
scala van vakken aanbiedt. Deze niveau-indeling is niet direct bruikbaar voor het HBO-
ICT onderwijs aan de UNA, zo stelt het auditteam vast. De opleiding ICT bevat elementen
van de vakgebieden bedrijfskundige informatica, software engineering en technische
informatica en is daarmee heel breed. Het auditteam is van oordeel dat door de breedte
van de opleiding en de veelheid aan vakken het hbo-bachelorniveau met deze
eindkwalificaties in voldoende mate behaald kan worden.
Overwegingen
De opleidingen hebben in een matrix weergegeven op welke wijze de eindkwalificaties de Dublin
descriptoren afdekken. Het auditteam stelt vast dat de Dublin descriptoren op een juiste wijze
gekoppeld zijn aan de eindkwalificaties.
Voor ICT maakt het auditteam de volgende kanttekening wat betreft de domeinspecifieke
eindkwalificaties. Mede gelet op de afstudeeropdrachten en de breedte van de opleiding, is het
niveau van de UNA ICT’er aan te merken als dat van bachelor. Met iets meer ruimte in het
curriculum voor niveau 3 kan de opleiding doorgroeien naar de beoordeling goed.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor Elektrische systemen en voldoende voor ICT in verband met de
kanttekening over het niveau.
Oriëntatie hbo bachelor (facet 1.3)
De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante
beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.
De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een
specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist
of dienstig is.
Bevindingen
• Bij dit facet worden de argumenten van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen.
• De eindkwalificaties voor beide opleidingen zijn tot stand gekomen in overleg met de
werkveldcommissie en alumni. Daarnaast zijn de kwalificaties gespiegeld aan de
domeincompetenties Bachelor of ICT en Bachelor of Engineering.
• De werkveldcommissie speelt een rol bij het actualiseren van de eindkwalificaties, dat
elke drie jaar gebeurt. Bij de laatste actualisatie in 2008 vonden de leden van de
werkveldcommissie de eindkwalificaties passend voor de beroepspraktijk van de
afgestudeerde ICT’er en elektrotechnisch ingenieur. De competenties weerspiegelen
volgens de commissie het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. De
beroepstaken waarvoor de studenten conform de documenten Eindkwalificaties
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 18/76
ICT&Elektro worden opgeleid, kunnen volgens de werkveldcommissie niet zonder een
hogere beroepsopleiding uitgevoerd worden.
• Naast de werkveldcommissie ontvangen de opleidingen signalen voor actualisatie van de
eindkwalificaties via gastdocenten en gastsprekers. Wijzigingsvoorstellen worden
vanwege de kleinschaligheid van de opleidingen informeel ingebracht bij vaste docenten
en zij zorgen ervoor dat voorstellen bij de coördinator komen of worden besproken in de
afdelingsvergadering. Verder wordt feedback van stage- en afstudeerbegeleiders (zowel
lokaal als uit Nederland) verwerkt in de eindkwalificaties.
• ICT-afgestudeerden zijn onder andere werkzaam bij:
- ICT-aanbieders (bedrijven gericht op de productie en de verkoop van software en
hardware)
- ICT-dienstverleners (dienstverlening bedrijven)
- ICT-gebruikers (organisaties die ICT gebruiken).
Bij deze organisaties vervullen de afgestudeerden ICT de volgende functies: ICT-
consultant, programmeur, databasespecialist, applicatieontwikkelaar, beheerder ICT-
infrastructuur, software engineer, support engineer, informatieanalist,
systeemontwikkelaar of systeembeheerder. Na een aantal jaren ervaring zullen zij door
kunnen groeien naar functies zoals senior (in de hiervoor genoemde functies) of hoofd
ICT-afdeling.
• Elektrotechnische ingenieurs die in het derde en vierde studiejaar van hun opleiding de
afstudeerrichting Energietechniek hebben gevolgd zijn bekwaam op de terreinen
elektrische voorzieningen, elektrische machines, vermogenselektronica en duurzame
energie. Afgestudeerden van de afstudeerrichting Telematica richten zich op de terreinen
elektronica, informatica en telecommunicatie. Elektrotechnische ingenieurs zijn onder
andere werkzaam bij industriële bedrijven, ingenieurs- en adviesbureaus,
telecommunicatie bedrijven, het onderwijs, overheidsinstellingen, energiebedrijven en
financiële instellingen. Bij deze bedrijven en instellingen kunnen zij de volgende functies
vervullen: commercieel medewerker, technisch systeembeheerder, netwerkbeheerder,
systeemanalist, ontwerper, werkvoorbereider, uitvoerder, projectleider, consultant,
bedrijfsleider en technisch medewerker.
• De beschrijvingen van functies en organisaties zijn voor studenten opgenomen in de
Studiegids FdTW 2009-2010 en op de elektronische leeromgeving van de UNA.
Overwegingen
De opleidingen leiden op tot beroepen waarvoor een hbo-bachelor kwalificatie nodig is. Uit
gesprekken met werkveld en alumni blijkt dat afgestudeerden terechtkomen in beroepen
waarvoor dit niveau vereist is. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen overtuigend hebben
aangetoond dat hun eindkwalificaties zijn ontleend aan de ‘landelijke’ (Nederlandse)
eindkwalificaties, die zijn opgesteld in samenspraak met het relevante beroepenveld. Het
auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de werkveldadviescommissie bij de
doelstellingen en het programma van de opleidingen betrekt.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 19/76
Samenvattend oordeel Doelstellingen opleiding
Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp
‘Doelstelling opleiding’ positief voor beide opleidingen.
2.2 Programma
De opleidingen Informatie & Communicatie Technologie en Elektrotechniek zijn twee
afzonderlijke opleidingen, maar hebben in alle leerjaren gezamenlijke programmaonderdelen. De
opleiding ICT is een breed en ongedeeld programma, zonder afstudeerrichtingen. De opleiding
Elektrotechniek heeft twee afstudeerrichtingen: Energietechniek en Telematica. Het programma
is de eerste twee jaar gemeenschappelijk, zodat studenten basiskennis op doen op het gebied
van energietechniekvakken. In het derde jaar kiezen de studenten een afstudeerrichting, waarna
de studenten zich specialiseren.
Eisen hbo (facet 2.1)
Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend
studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek.
Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de
discipline.
Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare
verbanden met de actuele beroepspraktijk.
Bevindingen
• Kennisontwikkeling heeft een belangrijke plaats in de opleidingen (vijftig procent van het
curriculum) en vindt plaats door studie- en vakliteratuur en internetbronnen. De
afdelingscoördinator stelt jaarlijks de literatuurlijst op, in overleg met de docenten. De
opleidingen vergelijken de literatuur met die van andere hbo-opleidingen. Het auditteam
heeft de literatuurlijst bestudeerd en stelt vast dat de basisliteratuur voor beide
opleidingen vertegenwoordigd is. De literatuur is relevant, actueel en van niveau.
• Studieboeken en literatuur zijn opgenomen in de bibliotheek, zodat alle studenten over
deze literatuur kunnen beschikken. Daarnaast heeft de bibliotheek abonnementen op
verschillende tijdschriften. De opleidingscoördinator overlegt met de bibliotheek welke
tijdschriften voor studenten beschikbaar moeten zijn. Dit zijn voor ICT en Elektrotechniek
bijvoorbeeld Elektuur en Emerald, ScienceDirect, EBSCO, ComputerRecht en PC
Magazine. Verder hebben de studenten via de bibliotheek toegang tot digitale
kennisbanken.
• De studenten verwerven kennis in vakken als elektronica, microcontrollers, regeltechniek,
EMC, duurzame energie, energiebesparing, wiskunde, informatica, systems analysis and
design, databases, beveiliging en beheer, management information systems en statistiek.
Deze vakken zijn opgenomen in de theoretische leerlijn. De basiskennis uit deze vakken
en uit practica zoals meettechniek, informatica, geographic information systems en de
vaardigheden van uit de studievaardighedenlijn leren de studenten toepassen in de
projecten, de stage en de afstudeerfase. (zie facet 2.7)
• De opleidingen gebruiken bij verschillende vakken studiemateriaal dat uit de
beroepspraktijk afkomstig is, zoals in het practicum Linux en Computernetwerken (voor
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 20/76
beide opleidingen) waarin routers, switches en servers worden geconfigureerd zoals dat
ook in het bedrijfsleven gebeurt. De vakken Electro Magnetic Compatibility en Breedband
Telecommunicatie en Recht (Elektrotechniek) maken onder andere gebruik van white
papers en tutorials van fabrikanten en dienstverleners uit de industrie.
• Het auditteam heeft het studiemateriaal van beide opleidingen bestudeerd en stelt vast
dat de studenten werken met materiaal dat deels afkomstig is uit de beroepspraktijk en
deels gebaseerd is op vakinhoudelijke basiskennis. Het studiemateriaal is in enkele
gevallen wat gedateerd, maar past in voldoende mate bij de beroepscontext op het
eiland. In vergelijking met Nederland is de actuele lokale beroepspraktijk gedateerd. De
inhoud van de opleidingen sluit aan op de lokale situatie en leert studenten een brede
basiskennis aan, zodat zij in de lokale beroepspraktijk aan de slag te kunnen. Studenten
wordt de weg naar vernieuwingen in het vakgebied en een ‘onderzoekende en lerende
houding’ wel voldoende aangeleerd.
• Door gastlezingen, excursies, projecten en stages maken studenten kennis met de
beroepspraktijk. In het tweede semester werken studenten van beide opleidingen aan
een project, zoals een Informatiesysteem (ICT) en Elektrische en Elektronische
(communicatie) Systemen (Elektrotechniek). In elk jaar hebben de studenten projecten
waarbij gastsprekers zijn betrokken, bijvoorbeeld bij het project Consultancy: Introductie
van Prince2 (ICT en Elektrotechniek). Daarnaast zijn er excursies voor studenten van alle
jaren. Bijvoorbeeld voor ICT: CORE en de Dienst Onderwijs Zaken en UTS
telecommunicatiecentrale. Voor Elektrotechniek: windmolenpark Aqualectra en UTS
telecommunicatiecentrale. Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij de excursies naar
bedrijven positief waarderen. Ze geven in het gesprek met het auditteam dat zij vaker
excursies of projecten in het werkveld willen doen gedurende de opleiding.
• De studenten van beide opleidingen leren beroepsvaardigheden aan, zoals analyseren,
samenwerken, reflecteren, projectmatig en systematisch werken en schriftelijk en
mondeling communiceren. Elektrotechniekstudenten leren daarnaast meetapparatuur te
gebruiken in vakken zoals Meettechniek, Elektrotechniek en Energietechniek. Voor
studenten ICT geldt dat zij leren omgaan met IDE’s, databases, programmeertechnieken
en tools. De studenten passen deze vaardigheden toe in de projecten en tijdens de stage.
Verder leren studenten communicatieve vaardigheden, zoals presenteren, rapporteren,
samenwerken en projectmatig werken.
• In het vierde jaar volgen alle studenten een buitenlandse stage van zes maanden. Een
deel van de studenten volgt deze in Nederland, een ander deel op de Antillen of in Zuid
Amerika. De opleidingen hebben in de Stagehandleiding Faculteit der Technische
Wetenschappen 2009 algemene doelen opgenomen die voor alle studenten gelden en
daarnaast formuleert iedere student persoonlijke leerdoelen. Wanneer studenten
stagelopen in Nederland worden zij begeleid door docenten van partnerscholen
(Hogeschool Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam). Studenten geven in het
gesprek met het auditteam aan dat zij in de stage pas echt snappen waarom zij bepaalde
vakken moesten volgen. Het auditteam vraagt aandacht voor deze opmerking van de
studenten en pleit voor een korte stage eerder in het curriculum. De reden waarom
studenten bepaalde vakken moeten volgen, is voor hen dan eerder in de opleiding
duidelijk.
• Studenten leren praktijkgericht onderzoek uitvoeren dat past bij de methoden die in de
beroepspraktijk geaccepteerd zijn. Dat gebeurt onder andere in het vak Methoden en
Technieken van Onderzoek. Daaraan voorafgaand leren studenten
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 21/76
practicumonderzoeken uit te voeren en daarover te rapporteren. Zij werken daarnaast in
projectopdrachten aan praktijkgerichte onderzoeksopdrachten.
• In de afstudeerfase voert iedere student zelfstandig een toegepast onderzoek uit en
rapporteert daarover. De student verzamelt relevante gegevens, analyseert en
interpreteert deze, draagt verantwoorde oplossingen aan en communiceert over het
onderzoek. Voorafgaand aan de start van het afstudeerproject, schrijven studenten een
proposal waarin een plan van aanpak is opgenomen voor het afstuderen. Deze werkwijze
voor het afstuderen is beschreven in de Afstudeerhandleiding FdTW 2009.
• De opleiding Elektrotechniek volgt voor de afstudeerrichting Telematica de snel
veranderende ontwikkelingen op het vakgebied van automatisering, breedband
telecommunicatie, internet, computertechniek en embedded systemen en neemt deze
ontwikkelingen op in de vakken. Een voorbeeld daarvan is het practicum Technische
Automatisering, waarbij de opleiding de nieuwste versie van het softwarepakket Labview
van National Instrument gebruikt en het practicum Computernetwerken met nieuwe
versies van open source programma’s en tools. De afstudeerrichting Energietechniek
houdt zich bezig met nieuwe ontwikkelingen op energiegebied zoals duurzame energie
en energiebesparing.
• De opleiding ICT besteedt aandacht aan gangbare methoden en technieken op gebieden
als systeemanalyse, systeemontwikkeling, projectaanpak, netwerken, organisatorische-
en beheersaspecten, systeemplatforms zoals cliënt/server, webtechnologie en
geografische systemen.
• In het gesprek met het auditteam geven studenten ICT en Elektrotechniek aan dat zij
positief zijn over de praktijkgerichtheid van beide opleidingen.
• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten van de FdTW positief zijn over de aansluiting van
de opleidingen bij actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Zij vinden daarnaast dat de
opleidingen praktijkgericht zijn en het programma actueel is. Studenten zijn ook tevreden
over de inhoudelijk kwaliteit van het studiemateriaal.
Overwegingen
Kennisontwikkeling bij studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend
studiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en toegepast onderzoek, zo stelt het auditteam
vast. Studenten leren beroepsvaardigheden aan in de practica, projecten en in de stage- en
afstudeerperiode. Het studiemateriaal is van voldoende kwaliteit, in een enkel geval wat
gedateerd. In de vakken en de vakinhoud is een duidelijk verband met de verschillende
vakgebieden te zien. Studenten werken vanaf het begin aan het aanleren van praktische
onderzoeksvaardigheden, zowel in lessen en practica als in projecten en stages.
In vergelijking met Nederland is de actuele lokale beroepspraktijk gedateerd. De inhoud van de
opleidingen sluit aan op deze lokale situatie en studenten krijgen een brede basiskennis
aangeboden, zodat studenten in de lokale beroepspraktijk aan de slag kunnen. Studenten wordt
de weg naar vernieuwingen in het vakgebied en een ‘onderzoekende en lerende houding’ wel
voldoende aangeleerd.
Het auditteam is van oordeel dat de opleidingen veel inzetten op het binnenhalen van de
beroepspraktijk in het onderwijs (gastdocenten, casuïstiek). De confrontatie van de studenten met
de beroepspraktijk (bijvoorbeeld door middel van stage) zou eerder in de opleidingen kunnen
plaatsvinden. De praktijkcomponent is, aldus het auditteam, voldoende aanwezig in het
onderwijsaanbod.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 22/76
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Relatie doelstellingen en inhoud programma (facet 2.2)
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en
domeinspecifieke eisen.
De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen
van) het programma.
De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde
eindkwalificaties te bereiken.
Bevindingen
• De eindkwalificaties van beide opleidingen omvatten aspecten van kennis, inzicht en
vaardigheden en zijn op een vergelijkbare manier uitgewerkt in het programma. De
vakken, projecten en stage zijn opgenomen in leerlijnen (zie facet 2.7). Het curriculum is
concentrisch opgebouwd, vakken kunnen meerdere malen in het curriculum voorkomen,
maar worden complexer naarmate ze later in het curriculum zijn geplaatst.
• Beide opleidingen hebben een curriculummatrix opgesteld die de relatie tussen de
eindkwalificaties en de vakken weerspiegelt. In de Curriculummatrix ICT en
Elektrotechniek is zichtbaar gemaakt welke vakken een bijdrage leveren aan het
verwerven van iedere eindkwalificatie.
• De eindkwalificaties worden via de eindtermen uitgewerkt in leerdoelen van de vakken.
De student heeft de eindkwalificatie bereikt als hij alle vakken die bij de eindkwalificatie
behoren, heeft afgerond. Het auditteam heeft van beide opleidingen verschillende
vakomschrijvingen bestudeerd. In elke vakomschrijving is vermeld aan welke
eindkwalificaties de eindtermen van een vak bijdragen, zo stelt het auditteam vast. Het
aantal eindtermen per vak varieert van twee tot tien, afhankelijk van de complexiteit en de
inhoud van het vak. De eindtermen zijn vervolgens uitgesplitst in leerdoelen.
• De opleidingen hebben voor de eindtermen niveau-indicaties geformuleerd (zie facet 1.2).
Dit maakt het mogelijk de lesstof in te delen in verschillende niveaus van beheersing. Het
niveau neemt in de opleidingen toe van kennen naar begrijpen, toepassen, analyseren,
synthetiseren en evalueren. Het hoogste niveau is het bachelorniveau.
• Het auditteam heeft verschillende vakomschrijvingen van beide opleidingen bestudeerd
en stelt vast dat de leerdoelen passen bij de aangegeven eindkwalificaties. Het auditteam
is van oordeel dat de vakomschrijvingen een helder beeld geven van de inhoud en het
niveau van het onderwijs, gerelateerd aan de eindkwalificaties van de opleidingen.
• Uit het Rapport Evaluatie Theorievakken 2007-2008 en uit de gesprekken met auditteam
blijkt dat studenten de leerdoelen van de vakken herkennen en positief waarderen.
Overwegingen
Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de eindkwalificaties hebben
uitgewerkt naar de leerdoelen. Er is een heldere onderbouwing van het curriculum, waardoor het
zeer inzichtelijk is waar elke eindkwalificatie in het programma terugkomt. Het auditteam is er van
overtuigd dat het programma studenten in staat stelt de eindkwalificaties te behalen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 23/76
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Samenhang in opleidingsprogramma (facet 2.3)
Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.
Bevindingen
• De samenhang in de studieprogramma’s wordt geborgd door de vier leerlijnen uit het
didactisch concept van de FdTW (zie facet 2.7). De leerlijnen zijn de leidraad voor de
curriculumstructuur en sturend voor de docenten bij de ontwikkeling van een vak.
• Verticale samenhang komt naar voren door een concentrische opbouw van het onderwijs.
Vakken als wiskunde en programmeervakken, maar ook communicatieve vaardigheden
en Engels komen meerdere keren terug in de opleiding ICT, maar dan als uitbreiding van
de studiestof. Na het leggen van een basis passen studenten de kennis toe in steeds
complexere situaties in de vakken. Het programma ICT is als volgt opgebouwd:
- 1e jaar: basisvakken zoals wiskunde, communicatieve vaardigheden, Engels, digitale
techniek en programmeren
- 2e jaar: verdieping in programmeervakken (software engineering en GUI) naast
andere ICT vakken zoals databases, operating systems, GIS en project &
Consultancy
- 3e jaar: verdieping op vakken uit voorgaande jaren en ICT management, organisatie
en bedrijfskunde, ICT change management, entrepreneurship, ICT en recht,
organisatiekunde.
- 4e jaar: stage en afstuderen
Bij de opleiding Elektrotechniek is de concentrische opbouw zichtbaar in vakken zoals
Elektrische Netwerken 1 en 2, Elektrische machines 1, 2 en 3 en Elektromagnetisme 1 en
2. Vakken komen bij deze opleiding eveneens meerdere keren terug in het programma
als uitbreiding van de studiestof. Het programma Elektrotechniek is als volgt opgebouwd:
- 1e jaar: basisvakken zoals wiskunde, natuurkunde, digitale techniek, elektrische
netwerken en programmeren
- 2e jaar: verdieping in de elektrotechniekvakken
- 3e jaar: specialisatie Energietechniek of Telematica
- 4e jaar: stage en afstuderen
Daarnaast is er bij beide opleidingen verticale samenhang tussen de practica, de
projecten, de vierdejaarsstage en het afstuderen.
• Horizontale samenhang is er tussen programmeervakken en de bijbehorende practica
voor ICT en theorievakken en bijbehorende practica voor Elektrotechniek. Voorbeelden
voor ICT hiervan zijn informatica, databases en computernetwerken. Voorbeelden voor
Elektrotechniek zijn digitale techniek en het practicum digitale techniek, elektronica en het
practicum analoog. Om de practica en projecten goed uit te kunnen voeren, hebben
studenten ook de vaardigheden nodig die zij aanleren bij studieloopbaanbegeleiding. Het
vak wiskunde heeft voor studenten Elektrotechniek een ondersteunende functie.
Bepaalde wiskundige technieken hebben studenten nodig bij vakken als elektrische
netwerken en elektromagnetisme.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 24/76
• Het auditteam heeft verschillende vakomschrijvingen van beide opleidingen bestudeerd
en stelt vast dat de vakken oplopen in moeilijkheidsgraad en complexiteit gedurende het
programma. Het auditteam is van oordeel dat de vakken elkaar op logische wijze
opvolgen.
• Door de projecten, practica en excursies gedurende de eerste drie jaar van beide
opleidingen bereiden studenten zich inhoudelijk voor op de stage in het vierde jaar. De
praktische voorbereiding op de stage vindt plaats in de studieloopbaanbegeleiding.
• Studenten beoordelen de inhoudelijke samenhang van het programma positief, zo blijkt
uit het STO 2010. Daarnaast zijn studenten positief over de aansluiting van het onderwijs
op de stages.
Overwegingen
Het auditteam is positief over de samenhang in de programma’s van beide opleidingen.
Studenten passen de theorie toe in practica en stages. Uit bestudering van de curricula en de
vakbeschrijvingen blijkt dat de opleidingen toenemen in complexiteit. Het auditteam is van
oordeel dat de opleidingen erin geslaagd zijn een inhoudelijk samenhangend programma aan te
bieden.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Studielast (facet 2.4)
Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die
de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen.
Bevindingen
• De opleidingen spreiden de studielast over de semesters en de studiejaren. De geplande
studielast is opgenomen in de programmaoverzichten in de Studiegids FdTW 2010-2011.
• De opleidingen kiezen voor een hoog aantal contacturen van veertien tot twintig uur per
week voor de theorievakken met daarnaast drie tot elf uur voor practica en drie tot zes
uur voor projecten (afhankelijk van het semester). Hiermee willen de opleidingen de
studenten betrokken houden bij de studie. Alle vakken in het eerste jaar hebben sinds
2009-2010 een aanwezigheidsplicht om de uitval tegen te gaan.
• De studenten besteden naar eigen zeggen gemiddeld tussen de veertig en 45 uur per
week aan de studie, zo blijkt uit het gesprek met het auditteam. Uit de STO 2010 blijkt dat
studenten minder positief zijn over de tijd die de student naast de contacturen overhoudt
voor de studie. De opleidingen geven aan dat uit gesprekken met studentenpanels blijkt
dat het een kwestie van planning en prioriteitstelling is en dat de studielast in de praktijk
goed te hanteren is. Studenten geven in het gesprek met het auditteam hetzelfde beeld
weer. De opleidingen bekijken momenteel of het mogelijk is om het aantal contacturen
omlaag te brengen door bepaalde vakken te combineren.
• De opleidingen hebben afspraken gemaakt over tentamenperiodes, herkansingen, de
inlevertermijn van verslagen en de termijn waarbinnen het beoordelingsresultaat van
tentamens en verslagen bekend moet zijn. Dit is vastgelegd in het Toetsbeleid en in de
Tentamen- en Frauderegeling UNA 2006. Binnen drie werkdagen nadat een cijfer bekend
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 25/76
is gemaakt worden de cijfers geregistreerd in ProgRESS WWW. De opleidingen
organiseren inzagedagen, zodat studenten het cijfer en de beoordeling in kunnen zien.
• Een struikelvak voor beide opleidingen is wiskunde, zo blijkt uit het gesprek met
studenten. Het vak wiskunde wordt faculteitsbreed aangeboden aan alle
techniekstudenten. De docent wiskunde differentieert in de lessen wel tussen de
verschillende opleidingen, zo blijkt uit het gesprek met de docent. Het auditteam heeft de
inhoud van de wiskundemodulen bestudeerd en stelt vast dat studenten een flinke dosis
wiskunde te verwerken krijgen. Daarbij vraagt het auditteam zich af of deze hoeveelheid
wiskunde voor elke opleiding relevant is. Mede ingegeven door het feit dat veel studenten
op het vak wiskunde studievertraging oplopen of gedemotiveerd raken voor de opleiding.
Uit het gesprek met werkveldvertegenwoordigers blijkt dat zij een hoog niveau wiskunde
verwachten en dat het een bepaalde status heeft als studenten deze hoeveelheid
wiskunde aankunnen. Het opleidingsmanagement geeft het auditteam aan dat zij sinds dit
academisch jaar (2010-2011) begonnen is met het specifieker vaststellen van de
hoeveelheid wiskunde per opleiding. De resultaten daarvan en de reacties van het
werkveld daarop moeten nog blijken.
• Studenten krijgen in de eerste twee jaren van hun opleiding intensieve
studieloopbaanbegeleiding waarin hun ontwikkeling, leerproces en voortgang centraal
staan. Studenten hebben hiervoor individuele gesprekken met een
studieloopbaanbegeleider. Studenten waarderen de studieloopbaanbegeleiding met
name om het leren plannen, waarbij zij praktische handvatten krijgen om hun tijd goed in
te delen.
• De opleidingen hanteren een drempelregeling in het eerste studiejaar om de studenten te
laten bepalen of de opleiding een goede keuze is: studenten moeten aan het einde van
het eerste jaar minimaal vijftig procent van de studiepunten hebben behaald en daarnaast
moeten de studenten het eerste studiejaar in maximaal twee jaar afronden. De regeling is
opgenomen in de OER FdTW 2010-2011, in de Studiegids FdTW 2010-2011 en op
Blackboard. Daarnaast zijn er drempels om met de stage en het afstudeerproject te
mogen beginnen.
• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de wijze waarop de
opleidingen kleine belemmeringen oppakken en aanpassen. Door de kleinschaligheid van
de opleidingen worden aanpassingen snel gedaan, studenten zijn hierover tevreden.
Overwegingen
De studenten van beide opleidingen hebben veel contacturen gedurende hun opleiding.
Door de kleinschaligheid van de opleidingen worden kleine belemmeringen snel opgepakt, zo
blijkt uit het gesprek met studenten.
De studenten ervaren het vak wiskunde als struikelvak. Het auditteam is van oordeel dat de
opleidingen kunnen differentiëren in de hoeveelheid wiskunde per opleiding. Het is niet voor elke
opleiding even relevant dat studenten deze hoeveelheid wiskunde verwerken. De opleidingen
erkennen deze mogelijkheid en zijn reeds gestart met een pilot waarbij de wiskunde in de context
van de specifieke opleiding wordt aangeboden. De resultaten daarvan en de reacties van het
werkveld daarop moeten nog blijken.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen, kanttekeningen en overwegingen komt het auditteam
op dit facet tot het oordeel voldoende voor beide opleidingen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 26/76
Instroom (facet 2.5)
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten:
vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare
kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.
Bevindingen
• Studenten worden toegelaten tot de opleidingen met een havo- of vwo-diploma met het
profiel Natuur & Techniek, een diploma MTS (Secundair Beroeps Onderwijs, niveau 4)
met het hbo-doorstroomprofiel (wiskunde) of een colloquium doctum indien ze niet
beschikken over voorgaande diploma’s en ouder zijn dan 23 jaar.
• Aspirant-studenten met een havo-, vwo- of SBO niveau 4 diploma, die niet het vereiste
profiel hebben kunnen toegelaten worden als ze voldoen aan de eisen van de
zomercursus wiskunde, die 48 uur duurt. De instroomeisen zijn vermeld in de Studiegids
FdTW, op de website van de UNA en in folders. De opleidingen onderzoeken de
mogelijkheid om voor studenten met deficiënties in het Nederlands een bijspijkercursus
aan te bieden.
• Alle studenten nemen aan het begin van het eerste jaar deel aan een plaatsingstoets
wiskunde. Studenten die hiervoor een onvoldoende halen, moeten de bijspijkercursus
wiskunde volgen. De opleidingen geven aan dat hierdoor meer studenten de reguliere
toets halen dan voorheen.
• Om de aansluiting te verbeteren, leggen de opleidingen contact met de toeleverende
scholen. De opleidingen informeren de havo-scholen over de eisen van de UNA aan
wiskunde, natuurkunde en taal en besteden aandacht aan de aansluitingsproblemen. De
opleidingen organiseren open dagen, meeloopdagen en zijn vertegenwoordigd op de
jaarlijkse studie- en beroepenmarkt om studenten voor te lichten over hun studie.
• Studenten kunnen vrijstellingen voor een vak aanvragen bij de decaan met een bewijs
van elders behaalde studieresultaten. De decaan overlegt met de docent van het vak en
neemt het besluit voor het verlenen van een vrijstelling. Deze regeling is vastgelegd in de
OER 2009-2010.
• Het lesrooster en de vakkenstructuur van de opleidingen sluiten aan op de werkwijze die
studenten gewend zijn van hun vooropleiding, zo melden de opleidingen. In het eerste
jaar is de docentsturing groot, omdat studenten moeten wennen aan het zelfstandig
werken. In de loop van de studie krijgen de studenten meer eigen inbreng, met name in
de projecten en in de afstudeerfase.
• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij moeite hebben met de aansluiting op de
vooropleiding qua vorm. Studenten moeten wennen aan de voor hen nieuwe manier van
leren en het plannen van alle werkzaamheden voor de opleidingen.
Studieloopbaanbegeleiding draagt in positieve zin bij aan het ontwikkelen van
studievaardigheden van studenten. Ouderejaarsstudenten merken op dat zij bij de
huidige eerstejaars verbeteringen zien in de wijze waarop deze begeleid worden bij het
aanleren van studievaardigheden.
• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van hun opleiding
op hun vooropleiding. Studenten zijn daarnaast positief over de mate waarin zij in het
eerste jaar een beeld krijgen van hun studie.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 27/76
Overwegingen
Studenten hebben bij aanvang van hun opleiding moeite met de manier van studeren. Ze hebben
veel contacturen op school en moeten wennen aan de nieuwe leeromgeving.
Studieloopbaanbegeleiding draagt in positieve zin bij aan het ontwikkelen van
studievaardigheden van studenten.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Duur (facet 2.6)
De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-
bachelor: 240 studiepunten/european credit points.
Bevindingen
• De opleidingen hebben de studieduur uitgedrukt in studiebelastingsuren en de studielast
in studiepunten. De studielast is 240 EC, de totale studieduur komt met 28 studie-uren
voor elk EC uit op 6720 uur.
• De studiepunten zijn per studiejaar en daarbinnen per semester verantwoord in de OER
2010-2011 en in de Studiegids FdTW 2010-2011.
Overwegingen
Het auditteam constateert dat de opleidingen voldoen aan de formele eisen met betrekking tot de
omvang van het curriculum van 240 studiepunten.
Conclusie
De opleidingen hebben aan de eisen van dit facet voldaan.
Afstemming tussen vormgeving en inhoud (facet 2.7)
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.
De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
Bevindingen
• Uit de Onderwijsvisie en didactisch concept van de Faculteit der Technische
Wetenschappen, UNA 2008 blijkt dat het onderwijs kwalificatiegericht is en dat studenten
deze kwalificaties voor startbekwame beroepsbeoefenaren verwerven in herkenbare
beroepssituaties. Deze onderwijsvisie is gebaseerd op acht uitgangspunten over de
inhoud en vormgeving van het onderwijs. De uitgangspunten sluiten aan bij de
doelstellingen van de opleidingen.
• De uitwerking van het didactisch concept is terug te zien in het programma door de
gerichtheid op de beroepspraktijk en het werken met beroepsgerichte casuïstiek,
activerend onderwijs door onderzoeken, leidinggeven en plannen opstellen, toenemende
complexiteit en afnemende docentsturing en het stimuleren van de zelfstandigheid van
studenten.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 28/76
• De opleidingen van de FdTW hebben de onderwijsvisie uitgewerkt in een didactisch
concept met vier leerlijnen: de theoretische leerlijn (vijftig procent), een praktijklijn (25
procent), een projectlijn (tien tot vijftien procent) en een studieloopbaanlijn (vijf tot tien
procent). De theoretische leerlijn vormt de kennis- en vaardigheidsbasis voor de
toepassing in de projecten- en praktijklijn. De werkvormen bij deze leerlijnen zijn hoor- en
werkcolleges. De praktijklijn bestaat uit bedrijfsbezoeken, de stage en het afstuderen om
de geleerde kennis en vaardigheden toe te passen. In de projectlijn lossen studenten
individueel of in groepen actuele vraagstukken en casussen op. In de studieloopbaanlijn
leren studenten kritisch te kijken naar het eigen functioneren en dat van anderen.
Werkvormen hierbij zijn individuele gesprekken en groepsbijeenkomsten. Studenten
werken hiervoor aan opdrachten en stellen een portfolio samen. Andere onderwijs- en
werkvormen zijn practica, presentaties en trainingen.
• In het gesprek met het auditteam geven studenten aan dat zij de afwisseling in
werkvormen waarderen en dat zij graag meer aan projecten zouden willen werken.
Studenten geven daarnaast aan dat de verhouding tussen theorie en praktijk in hun
opleiding goed is.
• Studenten beoordelen de afwisseling in werkvormen positief in het STO 2010.
Overwegingen
Het auditteam stelt vast dat het didactisch concept van de opleidingen adequaat is om de
eindkwalificaties van de opleidingen te bereiken. Het onderwijs past bij de doelstellingen van de
opleidingen, die gebruik maken van een breed palet aan werkvormen. Er wordt relatief veel
klassikaal onderwijs gegeven. Dit past bij de doelstellingen van de opleidingen en bij de context
waarin de studenten leren.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Beoordeling en toetsing (facet 2.8)
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de
leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.
Bevindingen
• De opleidingen van de FdTW hebben in Toetsbeleid 2009 twaalf richtlijnen geformuleerd
om de kwaliteit van de toetsing en beoordeling te bevorderen. In het toetsbeleid is
omschreven hoe de verschillende onderdelen van de opleidingen worden getoetst. Per
leerlijn zijn verschillende toetsvormen beschreven en vastgesteld om de aansluiting
tussen het leerdoel en de toetsvormen te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn
mondelinge en schriftelijke toetsen, werkstukken (theoretische leerlijn), practicaverslagen,
verslagen van bedrijfsbezoeken, stageverslagen en de afstudeerscriptie (praktijklijn),
ontwerpwerkstukken, verslagen en presentaties (projectenlijn), verslagen, portfolio’s en
presentaties (studieloopbaanlijn). De toetsvormen en de beoordelingscriteria worden aan
het begin van een semester aan studenten bekend gemaakt in een course outline.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 29/76
• Feedback op opdrachten en casussen is onderdeel van de cursus en draagt bij aan
studiesucces en het juiste studiegedrag van studenten. Feedback geven gebeurt door
medestudenten, externe deskundigen en docenten na een groepspresentatie van de
eindproducten van projecten of tijdens projectbijeenkomsten door begeleiding van
docenten en extern deskundigen. Tijdens inzagemomenten, die ingeroosterd worden,
krijgen studenten feedback op schriftelijke tentamens.
• Toetsing vindt niet alleen aan het einde van een periode plaats, maar ook gedurende de
lesperiode. In de meeste vakken worden meerdere toetsen gebruikt om de ontwikkeling
van een student te beoordelen, zoals Telecommunicatie (beide opleidingen) waarin
studenten een schriftelijk tentamen maken en werken aan een aantal groepsprojecten.
Een ander voorbeeld is Software Engineering met een schriftelijk tentamen, een
aanwezigheidsplicht, een aantal quizzen en een opdracht.
• De beoordeling van de stage gebeurt aan de hand van een rapportage stageopdracht en
een reflectie door de student. De beoordelingscriteria hiervoor zijn beschreven in de
Stagehandleiding 2010-2011 en bestaan uit werkhouding, verslaglegging en presentatie.
In de Afstudeerhandleiding 2010-2011 zijn de beoordelingscriteria voor de afstudeerfase
beschreven, zoals werkhouding, inhoudelijk niveau van de rapportage, vormaspecten van
de rapportage en presentatie.
• De opleidingen zorgen ervoor dat de toetsen transparant, valide en betrouwbaar zijn door
de toeten vooraf en achteraf te laten beoordelen door de examencommissie (OER 2010-
2011). Er wordt zoveel mogelijk met absolute cesuur gewerkt. De taken van de
examencommissie zijn opgenomen in de OER en bestaan uit kwaliteitsbewaking van
toetsen, advisering bij fraudegevallen, opstellen van richtlijnen voor toetsafname en het
toekennen van cum laude of summa cum laude.
• Vaste docenten en gastdocenten hebben in mei 2009 een vijfdaagse workshop
toetsbeleid gevolgd, gegeven door een toetsdeskundige van een Nederlandse
hogeschool. Daarin kwamen de introductie van het toetsbeleid en het verbeteren van de
toetsconstructie aan bod. Het toetsbeleid is vanaf mei 2009 stapsgewijs
geïmplementeerd.
• Het auditteam heeft van beide opleidingen verschillende toetsen en opdrachten
bestudeerd. Het auditteam stelt vast dat de toetsen aansluiten op de lesstof en op de
leerdoelen. De toetsen zijn afwisselend en getuigen van een opbouw in
moeilijkheidsgraad gedurende de opleiding. In de vakbeschrijvingen zijn de
beoordelingscriteria en de wijze van toetsing helder uitgewerkt.
• Studenten werken tevens aan groepsopdrachten, waarbij zij elke week overleg hebben
met de docent. Uit het gesprek met de studenten blijkt dat zij in deze overleggen ook
ingaan op het thema meeliften. Studenten geven aan dat door het overleg en het feit dat
elke student bevraagd wordt over het geheel van de opdracht, meeliften wordt
voorkomen.
• Het auditteam is onder de indruk van de wijze waarop de opleidingen de kwaliteit van de
toetsing borgen. Het auditteam heeft van verschillende toetsen de beoordeling van de
examencommissie bestudeerd. De examencommissie hanteert een criterialijst met daarin
onderdelen waar de toets aan moet voldoen. Binnen drie jaar wordt elke toets ten minste
één maal beoordeeld. Daarnaast worden alle nieuwe toetsen en toetsen van
gastdocenten voor afname door de examencommissie beoordeeld.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 30/76
• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten positief zijn over de duidelijkheid over welke stof
getoetst zal worden en over de wijze van beoordeling van tentamens. Daarnaast zijn zij
positief over de feedback van docenten bij opdrachten en werkstukken.
Overwegingen
Het auditteam is positief over de wijze waarop de opleidingen de kwaliteit van de toetsen borgen
door middel van de examencommissie. De toetsen worden beoordeeld op zowel inhoud als op
randvoorwaardelijke zaken. Uit bestudering van het toetsmateriaal blijkt dat de toetsen aansluiten
op de leerstof. En dat de toetsvormen aansluiten op het geboden onderwijs. Het auditteam is
positief over de wijze waarop de opleidingen meeliften voorkomen in groepswerk. De
beoordelingscriteria zijn helder geformuleerd in de vakbeschrijvingen. Het auditteam stelt vast dat
de opleidingen over een adequaat systeem van toetsing beschikken, wat er voor zorgt dat
studenten getoetst worden op het al dan niet behalen van de leerdoelen en uiteindelijk de
eindkwalificaties.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Samenvattend oordeel Programma
Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp
‘Programma’ positief voor beide opleidingen.
2.3 Inzet van personeel
Eisen hbo (facet 3.1)
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt
tussen de opleiding en de beroepspraktijk.
Bevindingen
• De opleidingen zetten drie typen vaste docenten in binnen de faculteit: docenten die
ingezet worden als theoriedocent (academisch geschoold), als laboratoriumdocent (hbo-
geschoold) en als laboratoriummedewerker (mbo-geschoold). Daarnaast maken de
opleidingen gebruik van lokale en internationale gastdocenten uit de beroepspraktijk.
• Van de acht vaste docenten die bij ICT en Elektrotechniek worden ingezet hebben er vijf
docenten ervaring opgedaan in de beroepspraktijk alvorens zij docent werden, zo blijkt uit
bestudering van de cv’s van de docenten.
• De docenten onderhouden contacten met de beroepspraktijk door opdrachten te
ontwikkelen in samenwerking met bedrijven of overheidsinstellingen. Voorbeelden
hiervan zijn het ontwerpen van een applicatie voor een leerlingvolgsysteem in het
funderend onderwijs en het ontwikkelen van een website voor een stichting, bedrijf of
organisatie. Daarnaast onderhouden docenten contacten bij de begeleiding van
studenten die op Curaçao stage lopen en zijn alle vaste docenten afstudeerbegeleider.
Verder nemen docenten deel aan de bijeenkomsten van de werkveldcommissie en
onderhouden zij contacten met de gastdocenten.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 31/76
• De faculteit zet ongeveer vijftig gastdocenten uit de beroepspraktijk in de opleidingen in.
Voorbeelden van vakken waarbij er een gastdocent is betrokken zijn Project en
Consultancy (IT) en Inleiding Signaaltheorie (Elektrotechniek) door gastdocenten van
Aqualectra Distribution en bij andere vakken de Bank van de Nederlandse Antillen.
Daarnaast zetten de opleidingen gastsprekers in uit het bedrijfsleven of andere
deskundigen.
• Uit het gesprek met docenten en het opleidingsmanagement blijkt dat de gastdocenten
gekoppeld zijn aan specifieke vaste docenten. Elke vaste docent is aanspreekpunt voor
een aantal gastdocenten en is verantwoordelijk voor het vertalen van de actuele inbreng
van de gastdocent in het onderwijs. In de praktijk blijkt deze werkwijze zeer succesvol.
Studenten zijn zeer tevreden over de praktijkkennis van de docenten, blijkt uit het gesprek
met studenten en het STO 2010. Het auditteam is er van overtuigd dat de opleidingen
met deze werkwijze een borging heeft aangebracht in het vastleggen van de actuele
inbreng van de gastdocenten. De UNA is eigenaar van het onderwijs, ook als
gastdocenten het onderwijs ontwikkelen. Uit het gesprek met de docenten blijkt dat
docenten actief zijn in het actueel houden van beide opleidingen. Voorbeelden van
thema’s die men volgt zijn maintenance management, alternatieve energie en
duurzaamheid.
• Studenten zijn tevreden met de mate waarin de docenten op de hoogte zijn van de
beroepspraktijk, zo blijkt uit het STO 2010 en uit het gesprek met het auditteam.
Studenten zijn zeer tevreden met de casuïstiek die de docenten inbrengen in de lessen.
In veel gevallen zijn het projecten/cases waar de docent op dat moment in zijn praktijk
aan werkt.
Overwegingen
Door de intensieve contacten tussen vaste docenten en gastdocenten blijven de vaste docenten
op de hoogte van actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Daarnaast werken zij aan projecten
voor het lokale bedrijfsleven en zijn zij betrokken bij vergaderingen met de
werkveldadviescommissie. Het auditteam is onder de indruk van de wijze waarop de opleidingen
de actuele beroepspraktijk in de opleidingen borgen. Het auditteam vindt het positief dat de UNA
eigenaar is van de onderwijseenheden, ook als gastdocenten deze hebben ontwikkeld. Het
auditteam is er van overtuigd dat door de gecombineerde inzet van vaste en gastdocenten de
verbinding tussen de beroepspraktijk en de opleidingen gelegd wordt.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Kwantiteit personeel (facet 3.2)
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen.
Bevindingen
• De opleidingen hebben acht vaste docenten met een omvang van acht fte en daarnaast
zijn er achttien gastdocenten met een omvang van 3,3 fte. Daarnaast zijn er nog twee
vaste docenten met twee fte voor de vakken wiskunde en het practicum informatica en
negen gastdocenten met 1,3 fte die FdTW-breed worden ingezet. De gemiddelde docent-
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 32/76
studentratio van de faculteit is 1:12. De opleidingen ICT en Elektrotechniek hebben een
docent-studentratio van 1:13.
• Naast het onderwijzend personeel is er drie fte ondersteunend personeel. De decaan
besteedt negentig procent van de beschikbare tijd aan managementtaken en de overige
tien procent zijn bestemd voor lestaken.
• De docenten zijn goed bereikbaar voor de studenten, zij kunnen ook buiten de lessen om
terecht bij de docenten voor vragen en begeleiding. Dit veroorzaakt soms extra werkdruk
voor de docenten, maar zij geven aan dat dit niet leidt tot problemen. Docenten geven in
het gesprek met het auditteam daarnaast aan dat de werkdruk met pieken hoog is, maar
dat zij over het algemeen voldoende tijd hebben om het onderwijs te verzorgen.
• De opleidingen schrijven in het zelfevaluatierapport dat er weinig verloop is in de
docententeams. Bij de vaste docenten blijft negentig procent tot aan het pensioen
werkzaam binnen de FdTW. Ook de gastdocenten zijn trouw aan de faculteit. De
meerderheid (tachtig tot negentig procent) blijft langer dan vijf jaar binnen de FdTW
werkzaam.
• Het ziekteverzuim van de FdTW bedraagt minder dan drie procent en wordt sinds begin
2009 bij de faculteit geregistreerd.
• Uit het STO 2010 blijkt dat studenten positief zijn over de contacten die zij met de
docenten hebben. Uit het gesprek blijkt tevens dat docenten goed bereikbaar zijn, dat
geldt voor vaste docenten en voor gastdocenten.
Overwegingen
Het auditteam stelt vast dat de opleidingen voldoende personeel inzetten om de opleiding te
verzorgen (docent-studentratio 1 : 13 voor beide opleidingen). Docenten kunnen het onderwijs
uitvoeren in de tijd die ervoor staat en studenten zijn tevreden over de bereikbaarheid van de
docenten.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Kwaliteit personeel (facet 3.3)
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische
realisatie van het programma.
Bevindingen
• De doelstellingen van het opleidingsbeleid voor docenten van de faculteit zijn vastgelegd
in het Professionaliseringsplan FdTW 2009. Een voorbeeld is het verbeteren van de
promotiemogelijkheden voor docenten. Daarnaast heeft de faculteit een Beleidsnotitie
Inzet Gastdocenten 2006 voor de inzet van vakinhoudelijke deskundigen uit de
beroepspraktijk. De UNA heeft de functies voor het personeel herzien en vastgelegd in
Concept Functiebeschrijvingen (2009, concept).
• Op basis van de bestudeerde cv’s stelt het auditteam vast dat de docenten gekwalificeerd
zijn voor het geboden onderwijs. Van de vaste docenten hebben vier docenten een
relevante WO-opleiding en twee docenten een relevante hbo-opleiding. Van de twee
docenten die bij alle drie afdelingen van de FdTW lesgeven is één docent hbo-geschoold
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 33/76
en één docent gepromoveerd. De didactische vaardigheden van (gast)docenten worden
geëvalueerd in vakevaluaties.
• Docenten hebben jaarlijks een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek.
Scholing en ontwikkeling zijn een vast gespreksonderwerp tijdens het jaarlijkse
functioneringsgesprek. De verslagen van deze gesprekken worden opgenomen in een
personeelsdossier dat centraal wordt beheerd.
• Alle vaste docenten krijgen trainingen didactiek en ontwikkelen van toetsen. Voorbeelden
hiervan zijn de workshop Eindtermen & Leerdoelen in Course Outlines 2008 en de
workshop Toetsbeleid, 2009. De vaste docenten hebben 5% van hun tijd beschikbaar
voor deskundigheidsbevordering. Van beginnende vaste docenten wordt de
inwerkbehoefte individueel bepaald. Zij worden begeleid door een ervaren docent.
• Voor het volgen van opleidingen en cursussen binnen de UNA maken docenten gebruik
van de Studieregeling UNA, 2005. Voorbeelden van cursussen die docenten hebben
gevolgd zijn Labview & radioamateur, MBA-IT en Pedagogisch getuigschrift. Vaste
docenten kunnen op eigen initiatief een verzoek voor verdere professionalisering bij de
decaan indienen.
• Daarnaast wonen docenten internationale en lokale seminars bij, bijvoorbeeld de
jaarlijkse conferentie Waterplatform, workshops Linux en Microsoft solutions for
education. Docenten geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij de
ontwikkelingen in het vakgebied in Nederland en de Verenigde Staten nauwlettend volgen
met behulp van digitale bronnen en updates.
• Gastdocenten worden ingezet vanwege hun vakinhoudelijke kennis en onderwijservaring
en daarnaast hebben een aantal gastdocenten internationale kennis of
onderzoeksexpertise.
• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij positief zijn over de kwaliteit van de docenten.
Docenten brengen de leerstof duidelijk en helder over en maken gebruik van
verschillende werkvormen.
• Studenten zijn tevreden over de docenten, zo blijkt uit het STO 2010. De actuele
vakkennis en de manier van lesgeven worden positief beoordeeld.
• Uit Vakevaluaties onder studenten blijkt dat studenten vinden dat docenten een heldere
uitleg geven, dat het contact tussen docent en student goed is en dat de docent de
colleges goed voorbereidt.
Overwegingen
Het auditteam stelt op basis van bestudering van cv’s van docenten en gesprekken met
studenten en docenten vast dat docenten gekwalificeerd zijn om het onderwijs te verzorgen.
Studenten zijn tevreden met de vakinhoudelijke en didactische kwaliteiten van docenten.
De faculteit geeft docenten de ruimte om zich te scholen en verder te ontwikkelen.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Samenvattend oordeel Inzet van personeel
Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Inzet
van personeel’ positief voor beide opleidingen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 34/76
2.4 Voorzieningen
Materiële voorzieningen (facet 4.1)
De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.
Bevindingen
• Ondersteunende diensten ontwikkelen het voorzieningenbeleid op UNA-niveau. Dit is
vastgelegd in het Beleidsplan Facilitaire Dienst 2006-2010. De opleidingen kunnen
daarop invloed uitoefenen door hun wensen aan te geven. De taken en werkzaamheden
van de ondersteunende diensten zijn opgenomen in de Studiegids FdTW 2010-2011.
• De UNA beschikt over verschillende algemene voorzieningen voor studenten.
- Het Computer Centrum ondersteunt studenten met technische faciliteiten, zoals
draadloos internet, registratie, printen en scannen. In het computerlokaal kunnen
studenten op één van de vijftien computers werken aan projecten, verslagen en
eindscripties. Daarnaast kunnen studenten hun eigen laptop aansluiten.
- De afdeling Studentenadministratie en Informatievoorziening verzorgt de inschrijving,
herinschrijving, uitschrijving, schoolverklaringen en de cijferadministratie. Cijfers
worden gepubliceerd op ProgRESS WWW.
- UNA heeft een Career Center dat studenten de mogelijkheid biedt om binnen of
buiten de UNA stage te lopen, het verzorgt sollicitatietrainingen voor studenten en
beheert een database met bedrijven die op zoek zijn naar studenten die een parttime
baan, stageplek of afstudeerplek nodig hebben. Voor (pas) afgestudeerden heeft het
Center vacatures van bedrijven.
- Studenten (bijvoorbeeld van andere eilanden) kunnen gebruik maken van de
studentenhuisvesting op het UNA-terrein en daarnaast zijn er maaltijdvoorzieningen.
Verder heeft UNA diverse sportfaciliteiten en een eigen sportvereniging S.V.U.N.A.
• In het Library and Research Services Beleidsplan 2009-2010 zijn de doelstellingen voor
de bibliotheek beschreven. Jaarlijks is er een afdelings-/coördinatorenoverleg en overleg
met docenten en gastdocenten voor afstemming over de benodigde literatuur en het
studiemateriaal. De studenten beschikken via de bibliotheek over actuele boeken,
vakliteratuur, elektronische media en studiemateriaal. Databases kunnen ter plekke
worden geraadpleegd in de studiezaal en op de studiewerkplekken. Het auditteam heeft
een bezoek gebracht aan de bibliotheek en is aldaar rondgeleid. De bibliothecaris
verzorgt in overleg met de opleidingen cursussen voor studenten in het vinden en
verwerken van informatie. Het auditteam is positief over de leerlijn die ontwikkeld is door
de bibliotheek. De leerlijn loopt door het gehele curriculum van de opleidingen heen en
brengt studenten kennis over het vinden en toepassen van informatiebronnen bij. Het
auditteam heeft vastgesteld dat de studenten via de bibliotheek voldoende toegang
hebben tot relevante literatuur.
• De lesruimtes variëren in omvang en inrichting en zijn geschikt voor groepen van twee tot
tweehonderd personen. Studenten maken veel gebruik van de studentwerkplekken in de
gebouwen en in de open lucht (in de schaduw van bomen). Vaste medewerkers
beschikken over een eigen werkruimte. Iedere medewerker heeft een eigen computer of
een laptop met internetverbinding.
• De opleidingen beschikken over de simulatieprogramma’s Labview, Digsilent, SCADA,
Multisim, Ultiboard en Microcontrollerboard. Er is een groepswerkplek voor twintig tot 25
personen, er zijn groepswerkplekken voor vijf tot tien personen, twee labs voor vijftien tot
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 35/76
twintig personen met een freesmachine voor printplaten en meetapparatuur zoals een
oscilloscoop, een multimeter, een functiegenerator en een poweranalyzer. Specifiek voor
de opleidingen is de multifunctionele computer/router/server rack.
• De opleidingen geven aan dat de faciliteiten voldoen, maar dat een update gewenst is.
De faculteit streeft voor alle opleidingen naar modernisering. Verbeterpunten zijn de
apparatuur in de laboratoria en ruimtes waarin studenten in kleine groepen kunnen
werken. Het auditteam deelt het streven naar modernisering van beide opleidingen. Het
auditteam is rondgeleid op de opleidingen en stelt vast dat de apparatuur voldoet, en
overeenkomt met de situatie in de lokale beroepspraktijk, maar dat vernieuwing van de
apparatuur gewenst is.
• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn met de voorzieningen, maar dat
zij tevens enkele verbeterpunten zien. Zo is het wireless internet systeem soms langzaam
en ICT- studenten geven aan dat zij graag over meerdere servers beschikken.
• Blackboard is het primaire informatieplatform van de faculteit. Studenten krijgen via
Blackboard informatie over vakken (course outlines), zoals powerpoint presentaties,
oefententamens en achtergrondinformatie bij vakken. Daarnaast vinden studenten er
roosters, mededelingen en andere belangrijke documenten van de faculteit.
Overwegingen
De opleidingen beschikken over voldoende voorzieningen om het onderwijs te kunnen verzorgen.
Het auditteam is positief over de algemene UNA-voorzieningen, voorzieningen in de bibliotheek
en de Blackboardvoorzieningen. Het auditteam is van oordeel dat de technische apparatuur en
het wireless netwerk een upgrade behoeven.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en opmerkingen over de technische apparatuur en het
netwerk komt het auditteam op dit facet tot het oordeel voldoende voor beide opleidingen.
Studiebegeleiding (facet 4.2)
De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de
studievoortgang.
De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van
studenten.
Bevindingen
• Studieloopbaanbegeleiding maakt onderdeel uit van de studieloopbaanlijn en omvat vier
studiepunten in het eerste studiejaar. Bij aanvang van de studie krijgen alle studenten
een studieloopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen. De rol en de taken van de slb’er zijn
vastgelegd in de Handleiding Studieloopbaanbegeleiding 2010-2011. De slb’er is
gedurende de hele studie het eerste aanspreekpunt voor de student voor de
studievoortgang. Studieloopbaanbegeleiding vindt plaats in groepsbijeenkomsten en in
individuele gesprekken. In het eerste studiejaar is er aandacht voor kennismaking met de
UNA, de faculteit en de opleiding, studievaardigheden en het toekomstige beroep. Later
in de studie ligt het accent op bijvoorbeeld stagevoorbereiding.
Studieloopbaanbegeleiding vindt op facultair niveau plaats.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 36/76
• Het auditteam heeft het programma van de studieloopbaanbegeleiding bestudeerd en is
hier positief over. Voor de eerste twee semesters van beide opleidingen is een
handleiding voor studenten uitgewerkt met daarin de course outlines voor
studieloopbaanbegeleiding. Studenten krijgen een uitgebreid programma aangeboden,
waarbij zij onder andere werken aan leervaardigheden, leerstijlentesten en actief
studeren. De opleidingen geven aan dat de studieloopbaanbegeleiding verder in het
programma nog uitgewerkt moet worden.
• De studentendecaan is de tweede vorm van begeleiding. De slb’er of de dean kan de
student doorverwijzen of de student neemt op eigen initiatief contact op. De opleidingen
geven aan dat in de praktijk jaarlijks vijf à zes studenten worden doorverwezen,
bijvoorbeeld voor een beroepskeuzetest.
• Studenten, decanen en de officemanagers hebben toegang tot ProgRESS WWW om de
studievoortgang in de gaten te houden om te zien of een student op schema ligt. De
gegevens over studievertraging kunnen aanleiding zijn voor een gesprek.
• Bij stage en afstuderen is er begeleiding van een stagementor of een bedrijfsbegeleider
(bij werk- of praktijksituatie) en vanuit de opleiding door een docent. Studenten die hun
stage in Nederland uitvoeren worden begeleid door een docent van een hogeschool
waarmee de UNA een samenwerkingsverband heeft. De protocollen hiervoor zijn
vastgelegd in de Stagehandleiding 2010-2011 en de Afstudeerhandleiding 2010-2011.
• De opleidingen zetten voor de informatievoorziening verschillende media in. Bij de start
van het collegejaar zijn er voorlichtingsbijeenkomsten. De meeste informatie wordt
verspreid via de Studiegids FdTW 2010-2011 en Blackboard. Op Blackboard zijn beleids-
en onderwijskundige documenten geplaatst evenals roosters, toetsinformatie, cijfers en
mededelingen. Verder worden vacatures en stageplaatsen van binnen en buiten de UNA
op Blackboard vermeld. Daarnaast bevatten de semesterhandleidingen informatie over
het programma van dat semester, waaronder de course outlines.
• Studenten zijn in het algemeen tevreden over de informatieverstrekking (Informatie over
de inhoud van de opleiding, informatie via Blackboard en ProgRESS WWW). Omdat de
score voor informatie over de inhoud van beide opleidingen iets lager lag in 2008, hebben
de opleidingen de informatie op Blackboard verbeterd, de studiegids vernieuwd en de
OER aangepast. De resultaten over informatievoorziening in het STO 2010 zijn verbeterd
ten opzichte van 2008. Het panel heeft vastgesteld dat op Blackboard nog niet alle
informatie over modulen is te vinden.
• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij tevreden zijn over de studiebegeleiding.
Studenten kunnen altijd bij een docent of begeleider terecht. Studenten zijn positief over
de persoonlijke aandacht in de studieloopbaanbegeleiding die gericht is op hun specifieke
situatie. Daarnaast zijn zij ook positief over de persoonlijke aandacht die docenten hen
geven.
Overwegingen
Het auditteam is van oordeel dat studenten in ruime mate begeleid worden bij de studie. De
opleidingen beschikken over een studieprogramma dat gericht is op studieloopbaanbegeleiding.
Studenten waarderen de persoonlijke aandacht die zij krijgen van de slb’er en van de docenten.
De informatievoorziening naar studenten toe verloopt goed. De opleidingen gebruiken daarbij
Blackboard als digitaal medium, dat overigens nog niet de complete informatie bevat van alle
studieonderdelen. Door veel persoonlijk contact van docenten met de studenten is, aldus de
studenten, ontbrekende informatie snel beschikbaar. De opleidingen geven aan dat de
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 37/76
studieloopbaanbegeleiding verder in het programma (jaar 2, 3 en 4) nog uitgewerkt moet worden.
Overigens heeft het auditteam kunnen vaststellen dat studenten de begeleiding zeer positief
waarderen.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Samenvattend oordeel Voorzieningen
Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp
‘Voorzieningen’ positief voor beide opleidingen.
2.5 Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten (facet 5.1)
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.
Bevindingen
• Het kwaliteitszorgbeleid van de UNA is vastgelegd in Het kan altijd beter. Beleidskader
kwaliteitszorg UNA 2006-2010. De faculteit heeft het beleid voor het primaire proces en
de ondersteunende processen beschreven in Systeem interne kwaliteitszorg FdTW 2009.
Dit sluit aan bij de strategische doelen van de UNA Delivering future leaders of the
Carribean, Strategic Plan UNA 2006-2010. De kwaliteitseisen zijn ontleend aan het
NVAO beoordelingskader voor hbo-bacheloropleidingen.
• Alle medewerkers van de faculteit zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg: De
afdelingsteams zijn verantwoordelijk voor de doelstellingen, het programma en het
niveau. De examencommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsing, de beoordeling en de
examinering. De decaan is verantwoordelijk voor het personeel en de voorzieningen. De
studieloopbaanbegeleider ten slotte is verantwoordelijk voor de begeleiding van de
studenten in hun studieloopbaan.
• Het kwaliteitsteam heeft een centrale positie in het kwaliteitsbeleid en bestaat uit de
decaan, de programmamanager, een vertegenwoordiger van de afdelingen Bouwkunde &
Civiele Techniek, Industriële Technologie en ICT & Elektrotechniek, de officemanager en
de onderwijskundige beleidsmedewerker op instellingsniveau. Het team stelt het
kwaliteitsbeleid vast. Andere taken zijn het monitoren, evalueren, bijstellen en (mede)
uitvoeren van het interne kwaliteitssysteem van de FdTW.
• De resultaten van de vakevaluaties vormen de input voor functionerings- en
beoordelingsgesprekken met medewerkers. Indien nodig worden concrete
verbeteractiviteiten afgesproken. De uitkomsten van de evaluaties worden eveneens
gebruikt voor het bijstellen van het programma en/of programmaonderdelen.
• De faculteit hanteert diverse instrumenten om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken:
vak- en curriculumevaluaties (driejaarlijks), evaluaties van de stage (door bedrijven en
studenten, jaarlijks), evaluaties van het afstudeertraject (jaarlijks), beoordeling toetsen
verspreid over een driejarige cyclus waarin twee maal per jaar de kwaliteit door de
examencommissie wordt beoordeeld, evaluaties van samenwerkingsovereenkomsten
met internationale instituten (driejaarlijks), evaluatie van de eindkwalificaties (driejaarlijks),
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 38/76
bijeenkomsten van de werkveldcommissie en alumni over de aansluiting van de
opleidingen bij de beroepspraktijk (jaarlijks) en evaluaties onderwijs en organisatie (door
het studentenpanel, vier maal per jaar). Daarnaast zijn er nog twee kwaliteitsinstrumenten
van de UNA: het studenttevredenheidsonderzoek (STO, tweejaarlijks) en het
medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO, tweejaarlijks vanaf 2010).
• De FdTW heeft de volgende normen vastgesteld voor de scores op evaluaties: < 2,5
ondermaats; 2,5 – 3 verbeterpunt op korte termijn; 3 – 3,5 goed; >3,5 zeer goed.
Overwegingen
De opleidingen sluiten aan bij het systeem voor interne kwaliteitszorg van de faculteit, dat is
geënt op de uitgangspunten van de universiteit. Het auditteam stelt vast dat de opleidingen via
verschillende evaluatie-instrumenten toetsen in hoeverre betrokkenen tevreden zijn over de
gedefinieerde kwaliteitsaspecten van beide opleidingen.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Maatregelen tot verbetering (facet 5.2)
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die
bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.
Bevindingen
• Uitgangspunt van het Beleidskader Kwaliteitszorg UNA 2006-2010 en de nota Systeem
Interne Kwaliteitszorg FdTW is dat evaluaties leiden tot aantoonbare verbetermaatregelen
als daar aanleiding toe is.
• Het kwaliteitsteam verzamelt de uitkomsten van de evaluaties en verspreidt deze onder
de direct verantwoordelijken, zoals de afdelingsteams. Zij formuleren
verbetermaatregelen. Maatregelen die snel uitvoerbaar zijn, worden direct aangepakt.
Voor ingrijpende veranderingen, zoals curriculumwijzigingen, worden eerst
verbeterplannen opgesteld, die worden uitgevoerd als deze door de decaan zijn
goedgekeurd.
• Uitkomsten van evaluaties leiden tot verbeteringen doordat het kwaliteitsteam de
uitkomsten verzamelt en verspreidt, voorgenomen verbeteringen vastlegt op de
kwaliteitskalender en de uitvoering ervan volgt.
• Het auditteam heeft notulen van verschillende overleggen bestudeerd en stelt vast dat er
wel actielijsten in de notulen opgenomen zijn, maar dat deze acties soms te weinig
concreet zijn geformuleerd.
• Na afloop van het verbeterproces melden de betrokkenen het kwaliteitsteam wat de
resultaten zijn van de voorgenomen verbeteringen, waarna het kwaliteitsteam de plannen
van de kwaliteitskalender haalt. Dit gebeurt mondeling, schriftelijk of door een audit van
het kwaliteitsteam (bij grootschalige verbeteringen).
• De opleidingen noemen de invoering van het Toetsbeleid FdTW 2009 één van de
belangrijkste verbeteringen van de afgelopen jaren. Dit toetsbeleid moet leiden tot een
betere borging van het eindniveau van de studenten. Het beleid richt zich op valide en
betrouwbare toetsing en examinering (zie facet 2.8).
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 39/76
• Uit het Rapport onderwijsevaluatie 2007-2008 volgden verbeteringen in de
onderwijsorganisatie, zoals de stiptheid van de lestijden en het structureel gebruik van
Blackboard door docenten. Tijdens de functioneringsgesprekken zijn daarom met
docenten afspraken gemaakt over de lestijden. Voor het gebruik van Blackboard zijn
cursussen aangeboden voor alle docenten.
• Verbeteringen die zijn genomen naar aanleiding van werkveldcommissie- en
alumnibijeenkomsten zijn bijvoorbeeld meer aandacht voor communicatieve
vaardigheden en een vergelijking van vakinhouden door toegang tot het intranet van de
Hogeschool van Amsterdam.
• De uitkomsten van evaluaties worden besproken in een studentenpanel. Daaruit zijn
verbeteracties gekomen op faculteits- en afdelingsniveau, zoals het overzichtelijker
maken van Blackboard, een snellere bekendmaking van de tentamenuitslagen, het
opstellen van een stage- en een afstudeerhandleiding, uitbreiding van de
studieloopbaanbegeleiding en het evalueren van de vernieuwde studiegids (2008-2009)
en de semesterhandleidingen. Studenten tonen zich in het gesprek met het auditteam
tevreden over de werkwijze met studentpanels. Zij lichten in deze gesprekken de
resultaten van evaluaties toe en brengen punten in die niet in schriftelijke evaluaties aan
de orde komen. Studenten merken op dat zij gehoord worden en dat verbeteringen snel
tot stand komen.
Overwegingen
Het auditteam is positief over de verbetergerichtheid van de opleidingen. Uit bestudering van
evaluaties blijkt dat de opleidingen daadwerkelijk verbeteren naar aanleiding van evaluaties.
Hetzelfde beeld is naar voren gekomen in de gesprekken met verschillende stakeholders van de
opleidingen.
In alle notulen van de teamvergaderingen is kwaliteitszorg een vast agendapunt en wordt
informatie over verbeteracties uitgewisseld.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld (facet 5.3)
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld
van de opleiding actief betrokken.
Bevindingen
• In de nota Systeem interne kwaliteitszorg FdTW 2009 is de rol van de medewerkers,
gastdocenten, studenten, alumni en het werkveld bij de kwaliteitszorg vermeld.
• De medewerkers zijn betrokken bij de verbetering van de kwaliteit via het afdelingsteam.
Dit team is primair verantwoordelijk voor het inhoudelijk opleidingskader, het curriculum
en het niveau. In het afdelingsteam worden de uitkomsten van evaluaties en
verbeteracties besproken. Daarnaast worden medewerkers door vakevaluaties en het
medewerkerstevredenheidsonderzoek betrokken bij het kwaliteitsbeleid en kunnen
medewerkers zitting hebben in het kwaliteitsteam. Het medewerkerstevredenheids-
onderzoek wordt in 2010 voor het eerst afgenomen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 40/76
• Gastdocenten zijn zijdelings betrokken bij de kwaliteitsverbetering van het curriculum,
maar rechtstreeks bij die van de vakken die zij verzorgen. De gastdocent is
verantwoordelijk voor het opstellen van de course outlines van zijn vak.
• Studenten hebben formeel inspraakmogelijkheden via de studentenraad van de UNA,
zoals opgenomen in de LUNA1, waarmee zij de rector magnificus adviseren over
studentzaken, studenten informeren en de belangen van de studenten bewaken. In de
studentenraad zijn studenten van de FdTW vertegenwoordigd. Daarnaast nemen
studenten deel aan een studentenpanel van de afdeling om kwaliteitsverbeterende
maatregelen voor te stellen. De bijeenkomsten van het studentenpanel vinden plaats
onder leiding van de programmamanager. Verder worden studenten betrokken door
verschillende evaluaties. Ook hebben studenten op informele wijze inbreng in de kwaliteit
van de opleidingen.
• De opleidingen hebben regelmatig contact met alumni. Zij verzorgen onder andere
gastlessen, begeleiden studenten en leveren cursusmateriaal en beroepsgerichte
casuïstiek. In 2009 zijn er voor het eerst alumnibijeenkomsten georganiseerd voor alumni
van de afgelopen drie jaar. Deze bijeenkomsten worden jaarlijks herhaald. Het niveau van
de afstudeerders gerelateerd aan de eisen van het werkveld is een vast bespreekpunt.
Ook de inhoud van de opleidingen is met alumni besproken, zo blijkt uit verslagen van
besprekingen met alumni.
• Het werkveld wordt betrokken bij de kwaliteitszorg van de opleidingen door evaluaties van
de stage en het afstuderen en door deelname aan de werkveldadviescommissie die
jaarlijks de actualiteit en de praktijkgerichtheid van het curriculum en het niveau van de
afstudeerders bespreekt. Naast de formele contacten met het werkveld zijn er door de
kleinschaligheid van de FdTW ook veel informele contacten.
Overwegingen
Het auditteam stelt vast dat de opleidingen de stakeholders intensief bij de kwaliteit van de
opleidingen betrekken. Studenten, medewerkers, alumni en vertegenwoordigers van het werkveld
worden allen op passende wijze bij de opleidingen betrokken.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Samenvattend oordeel Interne kwaliteitszorg
Alle facetten zijn ten minste met een voldoende beoordeeld en daarmee is het onderwerp ‘Interne
kwaliteitszorg’ positief voor beide opleidingen.
1 Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen, 2005
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 41/76
2.6 Resultaten
Gerealiseerd niveau (facet 6.1)
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties
qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.
Bevindingen
• Door de afstudeeropdracht tonen de studenten aan dat zij aan de eindkwalificaties van de
opleidingen voldoen. De afstudeeropdracht bestaat uit een afstudeerproject dat resulteert
in een afstudeerscriptie en een mondelinge presentatie over de afstudeerscriptie. De
eisen die aan het afstudeerproject en de scriptie worden gesteld zijn opgenomen in de
Afstudeerhandleiding FdTW 2010-2011.
• Studenten kunnen met het afstudeerproject beginnen als er maximaal twee theorievakken
nog niet afgerond zijn. De student kan de afstudeeropdracht zowel intern als extern
uitvoeren en moet hiervoor zelf een opdracht zoeken.
• De opleidingen hebben eindtermen voor het afstuderen geformuleerd. De student moet
zelfstandig een toegepast onderzoek uitvoeren of een ontwerp maken en verzamelt en
interpreteert hiervoor relevante gegevens. De student komt vervolgens met een
verantwoorde en werkbare oplossing en rapporteert hier schriftelijk en mondeling over.
• De scriptie en de presentatie worden beoordeeld door de afstudeercommissie. De
afstudeercommissie bestaat uit een interne hoofdafstudeermentor (voorzitter), een
tweede interne afstudeermentor en een bedrijfsmentor uit het werkveld (alleen als de
opdracht in een bedrijf afstudeert). De hoofdafstudeermentor begeleidt de student tijdens
de afstudeerperiode en beoordeelt in eerste instantie of het concept afstudeerverslag
voldoet aan de eindtermen. De tweede afstudeermentor wordt betrokken bij het
afstuderen als het concept afstudeerverslag klaar is.
• De beoordelingscriteria bij het afstuderen zijn gebaseerd op de eindkwalificaties. De
student krijgt deelcijfers voor de werkhouding (twintig procent), het inhoudelijk niveau
(dertig procent), de verslaglegging (twintig procent) en de presentatie en verdediging
tijdens de afstudeerzitting (dertig procent). Het beoordelingsformulier is opgenomen in de
afstudeerhandleiding.
• Het auditteam heeft tijdens de visitatie acht afstudeerscripties van de opleiding ICT
ingezien en beoordeeld. Daarnaast heeft het auditteam veertien afstudeerscripties van de
opleiding Elektrotechniek beoordeeld (zeven van elke afstudeerrichting). Het auditteam
heeft de scripties beoordeeld op een aantal criteria zoals opzet onderzoek,
probleemstelling, gebruikte methodes, gebruik relevante literatuur en voldoende hbo-
niveau. Op grond van deze afstudeerscripties stelt het auditteam voor beide opleidingen
vast dat de scripties het hbo-bachelorniveau weerspiegelen. Studenten werken aan
relevante opdrachten voor het vakgebied. Zij stellen een heldere onderzoeksvraag op en
bepalen daarbij relevante deelvragen. Het auditteam is positief over de wijze waarop
studenten naar een conclusie toewerken, studenten gebruiken daarbij relevante en
actuele literatuur. De conclusie is gebaseerd op de onderzoeksvraag en in de meeste
gevallen zijn aanbevelingen opgenomen. Het auditteam is positief over de beoordelingen
die de scripties hebben gekregen en zou nagenoeg bij alle scripties hetzelfde cijfer
toekennen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 42/76
• De opleidingen geven aan dat afgestudeerden in het algemeen eenvoudig een passende
baan op hbo-niveau vinden. Voorbeelden van functies van afgestudeerden zijn electrical
engineer bij een brandstof distributiebedrijf, telecommunicatiebedrijf en een energiebedrijf
en beleidsmedewerkers, netwerkbeheerders, of adviseurs bij de overheid of particuliere
bedrijven.
• Het werkveld is tevreden met het niveau waarop de afgestudeerden van de beide
opleidingen functioneren, zo blijkt uit het gesprek met het auditteam. Vertegenwoordigers
van het werkveld typeren de afgestudeerden als breed inzetbaar en zij pakken snel
specialisaties en vernieuwingen op. Daarnaast merken vertegenwoordigers van het
werkveld op dat afgestudeerden uit Nederland, in vergelijking met afgestudeerden van de
UNA, mondiger en zelfverzekerder zijn. De UNA heeft inmiddels ingezet op aanvullende
‘soft skills’ voor studenten in de studieloopbaanbegeleiding, de resultaten daarvan zijn
nog niet bekend.
• Afgestudeerden geven in het gesprek met het auditteam aan dat zij de overgang van hun
opleiding naar een baan gemakkelijk hebben kunnen maken. Zij vinden dat met name het
laatste jaar van de opleiding hen al in ruime mate heeft voorbereid op de beroepspraktijk.
Afgestudeerden merken op dat ze breed inzetbaar zijn en dat dat ook van hen verwacht
wordt in de beroepspraktijk.
Overwegingen
Het auditteam constateert dat de procedure rondom het afstuderen door de opleidingen helder in
beeld is gebracht in de afstudeerhandleiding. De studenten zijn hiervan ook voldoende op de
hoogte. Uit gesprekken met het werkveld en alumni blijkt dat de opleidingen goed aansluiten op
de beroepspraktijk.
Het auditteam heeft een positieve indruk van de afstudeerwerken. De opdrachten zijn op niveau
en relevant voor de beroepspraktijk. De beoordelingen van de scripties zijn over het algemeen
genomen terecht. De eindwerkstukken van studenten representeren, aldus het auditteam, het
gevraagde hbo-bachelorniveau.
Conclusie
Op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam op dit facet tot
het oordeel goed voor beide opleidingen.
Onderwijsrendement (facet 6.2)
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere
opleidingen.
Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.
Bevindingen
• De FdTW heeft voor zes aspecten streefcijfers geformuleerd:
- de instroom is minimaal twintig studenten per opleiding per jaar
- het propedeuserendement na één jaar is 50 procent
- het propedeuserendement na twee jaar bedraagt 70 procent
- het diplomarendement per instroomcohort is 60 procent
- de gemiddelde verblijfsduur van afgestudeerden is minder dan 5 jaar (<60 maanden)
- de gemiddelde verblijfsduur van studiestakers is minder dan 2 jaar (<24 maanden)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 43/76
• De instroom van de opleiding ICT bedraagt 19 (2007), 28 (2008) en 12 (2009) en voor de
opleiding Elektrotechniek 21 (2007), 12 (2008) en 23 (2009) en voldoet daarmee soms
wel en soms niet aan het eigen streefcijfer voor de instroom van ten minste twintig
studenten per opleiding.
• Het propedeuserendement na één jaar van de opleiding ICT varieert van 0 procent tot
10,5 procent en het propedeuserendement na twee jaar is 4 procent en 26 procent. Voor
de opleiding Elektrotechniek varieert het propedeuserendement na twee jaar tussen de
30 en 8,5 procent Het propedeuserendement voldoet niet aan de eigen streefcijfers.
• Het afstudeerrendement van beide opleidingen is laag. Het aantal afgestudeerden ICT
bedraagt 8 (cohort 2005), 1 (2004), 4 (2003) en 8 (2002). Het aantal afgestudeerden
Elektrotechniek bedraagt 8 (cohort 2005), 9 (cohort 2004), 8 (cohort 2003) en 2 (cohort
2002). Het afstudeerrendement van beide opleidingen gezamenlijk varieert van 11
procent tot 22 procent en voldoet hiermee niet aan het eigen streefcijfer van 60 procent
per instroomcohort.
• Het streefcijfer voor de gemiddelde verblijfsduur van gediplomeerden (<60 maanden)
wordt bij ICT deels gehaald en bij Elektrotechniek geheel.
• Het streefcijfer voor de gemiddelde verblijfsduur van studiestakers (<24 maanden) wordt
voor beide opleidingen voor cohorten 2006, 2007 en 2008 gehaald. Uit de gegevens blijkt
dat studenten (ruim) binnen twee jaar uitvallen. Dat is een verbetering ten opzichte van
cohort 2005 (gemiddeld drie tot 3,5 jaar).
• De opleidingen zijn matig tevreden met de instroom van nieuwe studenten bij de
opleidingen en het gerealiseerde rendement. De opleidingen vinden dat beide beter
moeten, maar geeft aan dat zij studiestaking niet altijd tegen kunnen gaan. Oorzaken zijn
bijvoorbeeld geldgebrek van studenten en zorg voor ouders, familie en/of kinderen.
• Met ingang van het studiejaar 2010-2011 werken de opleidingen aan het werven van
nieuwe studenten. Daarnaast wordt onderzocht of er door de invoering van nieuwe
afstudeerrichtingen meer studenten aangetrokken kunnen worden. Ook voeren de
opleidingen in dit jaar exitgesprekken in om te achterhalen wat de redenen zijn van
studiestaking en wat er gedaan kan worden om ongewenste studiestaking te voorkomen.
• De faculteit heeft acties ondernomen om het rendement positief te beïnvloeden, zoals het
ontwikkelen van een zomer- en bijspijkercursus wiskunde, een drempelregeling, de
invoering van een aanwezigheidsplicht voor alle eerstejaarsvakken en het intensiveren
van de studieloopbaanbegeleiding.
Overwegingen
Het auditteam stelt vast dat de rendementen van de opleidingen van de FdTW laag zijn. De lage
score dient, aldus het auditteam, wel in de context geplaatst te worden waarin de opleidingen
zich bevinden.
Het auditteam heeft het thema ‘rendement’ uitvoerig besproken met het management, docenten,
studenten en het werkveld. Het auditteam stelt op basis van deze gesprekken en de informatie in
het zelfevaluatierapport vast dat de situatie bij de UNA niet vergeleken kan worden met de
rendementen die aan Nederlandse opleidingen in de sector techniek van het hbo behaald
worden. Daarvoor zijn drie redenen te noemen: de verschillen in gebruikte definities van de
cohorten2, het verschil in (sociaaleconomische) context van de studenten aan de UNA en de zeer
2 De HBO-raad corrigeert de studentenaantallen (instromende studenten met een verleden in het hoger onderwijs tellen niet
mee in de rendementsberekening)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 44/76
kleine aantallen studenten die instromen. Op de laatste twee punten gaat het auditteam hier
nader in.
De sociaaleconomische situatie van Curaçao vormt voor de studenten een uitdaging als het gaat
om het succesvol doorlopen van hun studie. Er zijn veel verschillende redenen waarom
studenten uitvallen. Naast een verkeerde studiekeuze hebben ook de volgende factoren invloed
op het rendement: gebrek aan geld, de thuissituatie waardoor studenten soms tijdelijk stoppen
met hun studie (zorg voor kinderen, ouders of familieleden en zwangerschap), of de studie
gebruiken als parkeerstudie3. Deze factoren zijn door de UNA moeilijk te beïnvloeden.
Beide opleidingen hebben te maken met een klein aantal instromende studenten. Uitval van
enkele studenten draagt bij aan een relatief hoog uitvalpercentage.
Het auditteam maakt uit de gegevens zoals gepresenteerd in het zelfevaluatierapport en
aanvullende informatie tijdens het visitatiebezoek op dat de rendementen van de opleidingen
laag zijn. De FdTW heeft een monitoringsysteem ontwikkeld om de eigen streefnormen te kunnen
meten en de ontwikkelingen van de rendementen gedurende de verschillende fasen van de
opleiding (propedeuserendement, hoofdfaserendement en onderwijsrendement) te kunnen
volgen.
Conclusie
Op basis van bovenstaande bevindingen en overwegingen komt het auditteam tot het oordeel
onvoldoende voor de opleidingen ICT en Elektrotechniek. Het auditteam tekent hierbij aan dat
de opleidingen relevante maatregelen hebben genomen om de rendementen te verhogen. Maar
of deze maatregelen een positief effect hebben op het onderwijsrendement zal pas op de langere
termijn zichtbaar worden.
Samenvattend oordeel Resultaten
Het facet Gerealiseerd niveau is met goed beoordeeld en het facet Onderwijsrendement met
onvoldoende. Het auditteam heeft het oordeel over het eindniveau zwaar laten meewegen in zijn
eindoordeel over het onderwerp Resultaten. Het auditteam komt tot het oordeel positief voor dit
onderwerp voor beide opleidingen.
3 Studenten die eerst een jaar aan de UNA studeren vanwege hun jonge leeftijd en vervolgens toch in Nederland gaan
studeren.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 45/76
3 Bijlagen
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 46/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 47/76
Bijlage 1 Deskundigheden auditteam
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Lid auditteam:
De heer J.M. Laclé
Industriële technologie
Lid auditteam:
De heer ir P. Lubbers
Bouwkunde
Lid auditteam:
De heer Ir. K.Th. Veenvliet
Civiele Techniek
Lid auditteam:
De heer ing. B.G.M. Olde Hampsink
Elektrische systemen
Lid auditteam:
Mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard
ICT
Studentlid auditteam:
De heer F.J.M. Dumont
Lid auditteam NQA:
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong
Lid auditteam NQA:
De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts
Relevante werkvelddeskundigheid
X X X X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X X X X X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X X X X
Onderwijsdeskundigheid
X X X X X X
Studentgebonden deskundigheid
X
Visitatie- of auditdeskundigheid
X X X X X X X X
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het auditteam: De heer J.M. Laclé
De heer Laclé is ingezet vanwege zijn werkvelddeskundigheid op het gebied van industriële
technologie. Voor deze visitatie heeft de heer Laclé onze handleiding voor auditteamleden ontvangen
en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en
accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
Opleiding:
Bachelors of Science degrees in Mechanical Engineering (1971) and Business Economics (1972),
Hogere Technische School, The Netherlands
Werkervaring:
1990 – Oct 2009 CEO W.E.B. (Water & ElectriciteitsBedrijf) Aruba N.V.
1985 – 1990: Division Manager Exxon Chemical Holland
1972 – 1985: Employed with Lago Oil & Transport Co. Ltd. (Exxon subsidiary)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 48/76
Overig:
Board member of the General Medical Insurance Company. (AZV)
Board member of Aon Dutch Antilles
Senior Advisor AIB Bank
Board member of the Caribbean Mercantile Bank
Ex-Chairman of the Water Platform Netherlands Antilles, Suriname & Aruba
Ex-Chairman of the Board of the Caribbean Electric Utility Services Corporation (CARILEC)
Ex-Board member of the International School of Aruba
Ex-President of the Aruba Trade and Industry Association
Ex-Chairman of the Board of Setar (Telecommunication Company)
Ex-Board member of the Dr. Horacio Oduber Hospital
Ex-Board member of the Centro Kibrahacha (Daycare for the elderly)
De heer ir P. Lubbers
De heer Lubbers is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn domein- en werkvelddeskundigheid.
Door zijn werkervaring heeft de heer Lubbers een grote kennis van de bouw- en vastgoedbranche. Hij
heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van verschillende wooncomplexen voor speciale doelgroepen
en woonwijken algemeen. Ook beschikt de heer Lubbers over onderwijsdeskundigheid door zijn
gastdocentschap aan de Technische Universiteit Eindhoven. De heer Lubbers heeft
auditdeskundigheid opgedaan tijdens de vele visitaties bij vastgoed en bouwkunde gerelateerde
faculteiten van diverse hogescholen. De heer Lubbers heeft deelgenomen aan de NQA auditortraining
Hoger Onderwijs in samenwerking met Lloyd’s Register. Voor deze visitatie heeft de heer Lubbers
onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij
aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de
werkwijze van NQA.
Opleiding:
1986 – 1992 Atheneum
1992 – 1997 Technische Universiteit Eindhoven, bouwkunde. Specialisatie BPU (Bouw Productie
en Uitvoering), afstudeerdifferentiatie productietechniek/innovatieve bouwtechniek.
2003 Masterclass Strategische Projectontwikkeling, postdoctorale opleiding Academie van
Management van de Rijksuniversiteit Groningen
2001 – 2003 Open Universiteit Bedrijfskunde (niet afgerond)
2006 – 2009 Executive MBA voor de Bouw, TSM Business School (Enschede) en TopTech Delft
Werkervaring:
1997 – 2000 Projectleider bij Bouwteam General Contractors b.v. te Delft
2000 – 2001 Projectleider bij An Archi b.v. te Delft
2001 – 2002 Projectleider bij BOAG b.v. te Rotterdam
2002 – 2003 Ontwikkelingsmanager bij Altus Advies en Ontwikkeling b.v. te Houten
2003 – heden Diverse functies bij Woonzorg Nederland te Amstelveen
2003 – 2005 projectontwikkelaar
2005 – 2006 teamcoördinator Midden en Zuid Nederland
2006 – heden MT-lid en teammanager Midden en Oost Nederland
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 49/76
Cursussen:
1997 Conflicthantering bij de Stichting Inter Kommunikatie
1997 Leiding geven bij de Stichting Inter Kommunikatie
1997 Vergader- en discussietechnieken bij het Centrum Taal en Techniek aan de TUE.
1999 MS-Project bij Kooijmans bedrijfsopleidingen
2001 Projectmanagement bij de Open Universiteit Nederland
2002 Financieel Management bij de Open Universiteit Nederland
2002 Management Development traject van Woonzorg Nederland door Rijnconsult
2005 Cursus bouwrecht, gegeven door Hoge van den Broek advocaten
2005 Cursus BTW en overdrachtsbelasting door Price Waterhouse Coopers
2006 Cursus mediatraining door W. Egels
Nevenactiviteiten
1998 – 2001 Gastdocent aan de Technische Universiteit Eindhoven, faculteit bouwkunde, vakgroep
Bouw Productie en Uitvoering.
De heer Ir. K.Th. Veenvliet
De heer Veenvliet is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van civiele techniek.
Bovendien heeft de heer Veenvliet onderwijservaring als docent civiele techniek en informatica bij de
Hogeschool Enschede en als universitair docent Universiteit Twente. Door zijn contacten met
universiteiten in Duitsland en Engeland heeft hij internationale deskundigheid opgedaan vanuit de
afdeling Civil Engineering & Management aan de Universiteit Twente. Voor deze visitatie heeft de
heer Veenvliet onze handleiding voor auditteamleden ontvangen en in een voorbereidende
vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger
onderwijs en over de werkwijze van NQA.
Opleiding:
1966 HBS-B Christelijk Lyceum Zwolle
1966 – 1970 Weg- en Waterbouwkunde HTS Arnhem (afgestudeerd in de constructieve richting)
1970 – 1975 Weg- en Waterbouwkunde Technische Hogeschool Delft (afgestudeerd in de richting
betonconstructies)
1982 AIV- informatica bevoegdheid, Stichting Technische Vorming
1985 CADCAM, ontwerpen en fabriceren
1988 SWOT cursus CAD
1989 SQL en ORACLE NABONT
1990 Object Oriented Systems MIT Boston USA
1990 Research Methodology, Research Network of Management Studies
1991 Management van grote civiele projecten, PATO
Werkervaring:
1975 – 1975 Medewerker op projectbasis, onderwijs en onderzoek betonconstructies Technische
Hogeschool Delft.
1975 – 1979 Constructeur, projectleider, medewerker speurwerk en ontwikkeling constructiebureau
van Hattum en Blankevoort, onderdeel Volker Stevin
1979 – 1996 Docent civiele techniek en informatica Hogeschool Enschede
1985 – heden Universitair docent Universiteit Twente van de tegenwoordige faculteit Construerende
Technische Wetenschappen. In de periode 1985 tot 1996 op detacheringsbasis vanuit
Hogeschool Enschede
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 50/76
De heer ing. B.G.M. Olde Hampsink
De heer Olde Hampsink is ingezet als lid van het auditteam vanwege zijn domeindeskundigheid op
het gebied van computertechniek en elektrotechniek. Hij is vertrouwd met lesgeven, toetsing en
beoordeling van de te beoordelen opleidingen en door zijn ervaring als docent beschikt hij tevens over
onderwijsdeskundigheid. Hij is vertrouwd met de meest recente ontwikkelingen op het gebied van
communicatie en multimediadesign, kunst en techniek (cognitief ergonomisch ontwerpen en
interaction design), electrotechniek en informatica. Als manager innovatie is hij verantwoordelijk
geweest voor het opzetten van een aantal opleidingen en studierichtingen, te weten: ‘Kunst en
Techniek’, ‘Media Informatie en Communicatie’, ‘Concept en Product Development’, ‘Informatie,
Dienstverlening en Management’. De heer Olde Hampsink heeft door opleiding en werkervaring
kennis van de accreditatiesystematiek. Daarnaast is hij reeds vaker ingezet als deskundige bij
visitaties in het technische domein. Aanvullend is hij individueel geïnstrueerd over het proces van
visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
Opleiding:
1975 – 1978 MTS Elektronica Almelo
1978 – 1983 HTS Computertechniek Enschede
1987 Pedagogisch-didactische voorbereiding
Werkervaring:
1984 – 1990 Technisch onderzoeksmedewerker, Universiteit Twente, afdeling informatica
1985 – 1987 Docent microprocessoren, avondschool MTS Hengelo
1990 – 1997 Docent elektrotechniek, Saxion Hogescholen Enschede
1997 – 2004 Hoofd opleiding ‘Kunst en Techniek’ Saxion Hogescholen Enschede
2004 – 2006 Manager Onderwijs Innovatie Saxion Academie ‘Toegepaste Kunst en Techniek’. Het
betreft de opleidingen ‘Kunst en Techniek’ en ‘Textiel-management’.
2006 – heden Manager Onderwijs Innovatie Saxion Design opleidingen. Het betreft de
opleidingen ‘Kunst en Techniek’, ‘Media Informatie en Communicatie’, ‘Concept en Product
Development’ en ‘Textiel-management’.
Panellid mevrouw drs. A.E.N. Hacquebard
Mevrouw Hacquebard is ingezet als panellid vanwege haar onderwijsdeskundigheid en haar enorme
werkvelddeskundigheid. Mevrouw Hacquebard heeft meer dan 30 jaar ervaring in de informatica in
diverse functies en rollen. Begonnen als docent wiskunde op middelbare scholen en daarna op HBO-
en heeft zij zich in 1986 gevestigd als zelfstandig adviesbureau voor Informatica en onderwijs en heeft
in die functie meegewerkt aan diverse onderzoeken, nieuwe studierichtingen, platforms en projecten
in het kader van beroepsvorming en competenties in de ICT, zowel op nationaal al internationaal
niveau. Mevrouw Hacquebard is voor deze visitatie individueel geïnstrueerd over het proces van
visiteren en de werkwijze van NQA.
Opleiding:
1971 Doctoraal Wiskunde, Rijksuniversiteit Leiden
1977 – 1980 Bevoegdheidscursussen Informatica voor het HBO, kleine en grote bevoegdheid
Werkervaring:
1962 – 1966 Docent wiskunde, voortgezet onderwijs
1966 – 1968 Student assistent, toegepaste wiskunde
1969 – 1970 Docent wiskunde voortgezet onderwijs
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 51/76
1970 – 1986 HEAO Arnhem, docent wiskunde, statistiek, operations research, informatica, hoofd
afdeling bedrijfsinformatica, adjunct directeur
1986 – 2009 Adviesbureau voor Informatica en Onderwijs Hacquebard bv
1986 – 1995 Open Universiteit; cursusteamleider informatiesystemen, onderzoek naar vergelijken
curricula
1986 – 1991 Hogeschool Gelderland (opgegaan in Hogeschool Arnhem en Nijmegen); PIIA-project
(Project Informatica Informatiekunde Arnhem Apeldoorn), curriculumontwerp en
oprichting studierichting Hogere Informatica, invoeren informatica in curriculum
Sociale Academie
1991 – 1993 KIO-project (Kwaliteitsverbetering Informatica Onderwijs), 26 opleidingen BI, HIO
1994 – 2003 HBO-I platform: onderzoek, begeleiding en coördinatie van onderzoek in het kader
van projecten: inhoudelijke ondersteuning van projecten over IT onderwijsinhoud,
medeauteur “HBO-I beroepsprofielen en opleidingsprofielen”, ondersteunen
organisatie HBO-I platform tot 1999, organisatie en ondersteuning evenementen
1994 – 1995 Voortgezet Onderwijs, voorzitter van de vakontwikkelgroep Informatica, voorbereiding
tweede fase voortgezet onderwijs
1996 Vice-voorzitter van commissie die het curriculum ontwikkelt voor docent informatica in
het voortgezet onderwijs
1998 – 2007 Voorzitter van de begeleidingscommissie docentenscholing informatica die de
docentenbijscholing volgde, tot en met 2006 uitgevoerd door een consortium van 12
hogescholen en universiteiten, (CODI)
1998 – 1999 Onderzoek in opdracht van IP-HOB (Informatica Platform Hoger Onderwijs
Bedrijfsleven) “Profielen voor startende ICT-ers”
2000 – 2001 Technische Hogeschool Rijswijk: Voorbereiding curriculum ontwerp studierichting TI
2000 – 2001 Project "Verkenning Beschrijvingswijze ICT Beroepsprofielen", initiatief van IP-HOB
(Informatica Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven), ondergebracht bij AXIS
2001 – 2003 Project “GRIP, een andere kijk op profielen”, initiatief van IP-HOB (Informatica
Platform Hoger Onderwijs Bedrijfsleven)
2003 – heden Deelnemer aan werkgroepen ICT-Skills van CEN/ISSS (European Committee for
Standardization/Information Society Standardization System), vanaf 2008 lid van
Steering Committee.
2003 – heden ICT Competenties, opleidings- en beroepsprofielen; verder ontwikkelen methode
GRIP en blauwdruk voor European e-Skills Framework, onderzoek in samenwerking
met de OU.Maart 2004 en mei 2004: presentaties tijden EU workshops. September
2004: presentatie op de EU e-Skills Conference, Thessaloniki. Oktober 2004:
presentatie op de EU conferentie European Education and Training Solutions at
Sector level, Scheveningen; oktober 2006 en oktober 2008 deelnemer aan EU e-Skills
Conference, Thessaloniki, november 2009 EU e-Skills Conference Brussel
2003 Deelname aan conferentie WITFOR (World Information Technology Forum) in
Litouwen.
Bijdrage geleverd aan het werk van de Commission Education.
2003 Deelname aan “side event” Engineering the Knowledge Society van WSIS (World
Summit in the Information Society), Genève; presentatie over de methode GRIP.
2003 – 2008 Werkgroep Ontologies, ACM (Association for Computing Machinery, grote ICT
beroepsverenigingen in de USA) over het in kaart brengen van het vakgebied en het
afbeelden van curricula daarop.
2004 – 2005 Werkgroep van NGI over vergelijken en in kaart brengen van competentiemodellen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 52/76
Diversen:
1978 – 1985 VVS (Vereniging voor Statistiek), bestuurslid en voorzitter sectie operational research.
Lid VVS bestuur.
1986 – 1992 Lid van het bestuur van EXIN, exameninstituut voor informatica.
1991 – 1997 NIOC (Nationaal Informatica Onderwijs Congres), voorzitter programmacommissie,
vice-voorzitter, secretaris.
1990 – 2000 NGI (Nederlands Genootschap voor Informatica), lid bestuur en voorzitter afdeling
Educatie. Lid van het NGI vanaf 1971.
1996 – 2000 ECDL, European Computer Driving License, betrokken bij internationale
voorbereiding namens het NGI, opzetten ECDL in Nederland, voorzitter bestuur
Stichting ECDL Nederland.
2000 – 2006 Voor NGI Nationaal vertegenwoordiger in Technical Committee 3 (Education) van
IFIP (International Federation for Information Processing), wereldwijde organisatie van
IT beroepsverenigingen.
2000 – 2007 Lid redactie Tijdschrift TINFON (Tijdschrift voor Informaticaonderwijs), uitgegeven door
vereniging DINFOR, nu Stichting Tinfon. Tot juli 2005 voorzitter van de redactie.
2002 – heden Werkgroep 3.2 van Technical Committee 3 on Higher Education, deelnemer aan
internationale werkconferenties.
2007 – heden Werkgroep 3.4 van Technical Committee 3 on Professional and Vocational Education
in ICT, deelnemer aan internationale werkconferenties. In 2009 organisatie van de
internationale werkconferentie IPROF09 in Arnhem.
Maatschappelijke functies:
1994 – 2002 Lid van commissies van Advies en Bijstand van de gemeenteraad van Hummelo en
Keppel.
2002 – 2004 Lid van de gemeenteraad van Hummelo en Keppel.
2005 – 2010 Lid van de gemeenteraad van Bronckhorst tot 10 maart 2010 (Hummelo en Keppel is
opgegaan in Bronckhorst bij een gemeentelijke herindeling).
De heer F.J.M. Dumont
De heer Dumont is ingezet als studentlid. Hij is masterstudent international business en recent
afgestudeerd in de technische bedrijfskunde bij een andere instelling en heeft vanuit zijn opleiding
kennis van het domein. Voor zijn studie liep hij een half jaar stage in Qatar. Naast zijn studie was de
heer Dumont bestuurslid van het Bedrijfskundig Genootschap (studieverenging), voorzitter van de
schoolcommissie (onderdeel van het BG), lid van de opleidingscommissie en lid van de
medezeggenschapsraad van de faculteit. De heer Dumont is qua leeftijd representatief voor de
primaire doelgroep van de opleiding. Hij beschikt over studentgebonden deskundigheid met
betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen in het
domein. De heer Dumont heeft aan meerdere visitaties voor NQA deelgenomen. Voor deze visitatie is
de heer Dumont individueel geïnstrueerd over het visitatie- en accreditatieproces in het hoger
onderwijs en over de werkwijze van NQA.
Opleiding:
1999 – 2004 HAVO profiel NT aan het Bernardinus College te Heerlen.
2004 – 2005 Commerciële Werktuigbouwkunde aan de Hogeschool Zuyd te Heerlen.
2006 – 2010 Technische Bedrijfskunde aan de Hogeschool Zuyd te Heerlen.
2010 – 2011 International Business aan de Universiteit Maastricht.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 53/76
Werkervaring:
2005 Meeloopstage bij plaatmetaalverwerkingsbedrijf TAD Inox. Meegelopen in het gehele
bedrijfsproces en gewerkt aan stageopdracht; ‘invoering van de ISO 14001
milieunorm’
2007 Stage bij Medtronic EOC. Opdracht: Spend Analysis project. Het analyseren van
inkoopgerelateerde geldstromen en zichtbaar maken van kansen voor
contractverbetering voor de hele EMEA regio.
Aug. 2007 Projectleider ‘Invoice issue reduction’ project, Medtronic EOC. Kort project omtrent het
analyseren van ERP gerelateerde factuurproblemen binnen de supply chain
2008 Internationale stage in Qatar, midden oosten, voor Hertel. Meegewerkt aan de
overgang van een familiebedrijf in een professionele organisatie d.m.v. de introductie
van processen en systemen.
2009 Afstudeerstage ibc business consulting. “Van cliënt naar klant: Marketingplan voor
consultancydiensten in een veranderende zorgmarkt.”
Mevrouw ing. I.J.M. de Jong
Mevrouw De Jong is ingezet als NQA-auditor. Zij is sinds 2005 werkzaam als auditor en adviseur bij
NQA. Zij is ervaren in het uitvoeren van visitatie- en adviestrajecten in het hoger onderwijs, bij zowel
nieuwe als bestaande opleidingen en betrokken bij interne projecten van NQA. Daarnaast is zij
betrokken bij de standaardisering van interne bedrijfsprocessen, de bijbehorende logistieke processen
en digitalisering. Mevrouw De Jong adviseert daarnaast bij het opstellen en implementeren van een
integraal kwaliteitszorgsysteem in het voortgezet onderwijs. Ook stelt zij mede de auditteams samen
voor visitaties. Vanaf januari 2010 is accountmanagement ook onderdeel van haar takenpakket.
Vanuit haar opleiding en ervaring heeft mevrouw De Jong kennis van organisatorische, didactische en
onderwijskundige processen. Mevrouw De Jong heeft deelgenomen aan de NQA-auditortraining
Hoger Onderwijs.
Opleiding
2000 – 2004 Educatie- en Kennismanagement in de Groene Sector aan de Stoas Hogeschool te
Den Bosch.
Werkervaring
2000 – 2004 Diverse stages in het Middelbaar Beroepsonderwijs als docent en lesstofontwikkelaar.
2003 – 2004 Afstudeerstages:
Onderzoek naar de adviesbehoefte van stagebieders binnen de bloemenbranche.
Uitkomsten in een onderzoeksrapport gepresenteerd aan Aequor.
Nieuwe structuur aangebracht in avondopleiding voor Dutch Flower Arranger en de
daarbijbehorende docenten- en studentenhandleidingen geschreven.
2004 – 2005 Essent, dossieranalist, afdeling debiteuren en incasso.
Sogeti Nederland B.V., administratief medewerker, afdeling offerteafhandeling.
2005 – heden Netherlands Quality Agency, auditor/adviseur.
De heer drs. ing. A.G.M. Horrevorts
De heer Horrevorts is ingezet als panellid NQA. Hij bezit auditorkwaliteiten vanwege jarenlange
visitatie-ervaring en cursussen gevolgd bij INK en Lloyd’s Register. Door zijn ervaring heeft de heer
Horrevorts tevens deskundigheid in de beoordeling van afstandsonderwijs. In 2000 volgde hij de
postgraduate course ‘Institutional Management and Change in Higher Education’ aan het Centre for
Higher Education Policy Studies (CHEPS), Universiteit Twente en Open University, Engeland.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 54/76
Opleiding:
De heer Horrevorts studeerde Metaalkunde aan de HTS te Utrecht en Sociale Geografie aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam.
Werkervaring:
Na de studie HTS werkzaam als ontwikkelingswerker / leraar in het technisch beroepsonderwijs op de
Filippijnen.
Van 1985 tot 1992 werkzaam als projectleider ‘ontwikkelingseducatie’ in een project van de stichting
Tool, HBO-raad en Nuffic. Ontwikkelen van educatief materiaal in samenwerking met HTS-en. Thema:
Techniek en samenleving / internationalisering / ontwikkelingssamenwerking.
Van 1993 tot 2000 was de heer Horrevorts werkzaam bij de Nuffic als programmamedewerker hoger
(beroeps)onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Hij beheerde onderwijsprojecten aan
universiteiten in de Filippijnen, India en Bangladesh.
Van 2000 tot 2003 was hij werkzaam bij de HBO-raad, afdeling Kwaliteitszorg. Hij was secretaris van
diverse visitatiecommissies: CMV, SJD, Technische Natuurkunde, Voortgezette opleiding Theater,
Tuinbouw en Akkerbouw en de visitatiecommissie Landelijke Publieke Omroep.
De heer Horrevorts is sinds januari 2004 auditor bij de Netherlands Quality Agency (de
verzelfstandigde afdeling Kwaliteitszorg van de HBO-raad).
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 55/76
Bijlage 2 Onafhankelijkheidsverklaring auditteam
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 56/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 57/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 58/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 59/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 60/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 61/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 62/76
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 63/76
Bijlage 3 Bezoekprogramma
Dag Onderwerp Tijdstip Werkzaamheden
09.00 – 10.00 Kennismaking
10.00 – 11.00 Rondleiding faciliteiten, eerst gezamenlijk,
daarna gesplitst per afdeling
11.00 – 12.00 Voorbereiding panel op visitatie
12.00 – 13.00 Lunch
Maandag 15 nov. Voorbereiding
visitatie
13.00 – 17.00 Voorbereiding panel op visitatie
09.00 – 12.00 Voorbereiding panel op visitatie
12.00 – 13.00 Lunch
Voorbereiding
Visitatie
13.00 – 14.00 Voorbereiding panel op visitatie
14.00 – 15.00 Gesprek Instellingsbestuur
15.00 – 16.00 Gesprek Opleidingsmanagement: decaan
+ programmanager
Dinsdag 16 nov.
Visitatie FdTW
16.00 – 17.00 Paneloverleg
09.00 – 10.00 Paneloverleg
10.00 – 11.00 Gesprek Kwaliteitsteam FdTW
11.00 – 12.00 Gesprek Werkveld B&C en IT
11.00 – 12.00 Gesprek Werkveld ICT en ES
12.00 – 13.00 Gesprek Alumni B&C en IT
12.00 – 13.00 Gesprek Alumni ICT en ES
13.00 – 14.00 Lunch
14.00 – 15.00 Gesprek Studenten B&C, incl. leden
Faculteitsraad.
14.00 – 15.00 Gesprek Studenten ICT & ES, incl. leden
Faculteitsraad.
15.00 – 15.30 Pauze
15.30 – 16.30 Gesprek Studenten IT, incl. leden
Faculteitsraad
15.30 – 16.30 Gesprek Docenten B&C
Woensdag 17 nov. Visitatie FdTW
16.30 – 17.00 Paneloverleg
09.00 – 10.00 Paneloverleg
10.00 – 11.00 Gesprek Docenten ICT & ES
10.00 – 11.00 Gesprek Docenten IT
11.00 – 11.30 Gesprek Examencommissie
11.30 – 15.00 Paneloverleg + Lunch
15.00 – 16.00 Tweede Gesprek Opleidingsmanagement
Donderdag 18 nov. Visitatie FdTW
16.00 – 16.30 Mondelinge Terugkoppeling
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 64/76
Gespreksgroepen visitatie, Faculteit der Technische Wetenschappen 15 t/m 19 november 2010
Dag 1: Maandag 15 november 2010
Kennismaking 09:00-10:00 in R101
Naam Functie
Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker
Tamara Goilo-van Aerde Bac Gastvrouw en Office Manager FdTW
drs. Sharine A. Isabella Onderwijskundige UNA
Drs. Simone Laguna Programmanager FdTW
Idelca Rafaela BSc Program Manager FdTW
Rondleiding, voorzieningen 10:00-11:00
Naam Functie
Arthur P. Eliza MSc Wetenschappelijk Medewerker FdTW
Ir. Leendert J.J. Pengel Interim manager Facilitaire Dienst
Dag 2: Dinsdag 16 november 2010
Instellingsbestuur 14:00-15:00 in R1-01
Naam Functie
Dr. Miguel P. Goede Rector Magnificus
drs. Sharine A. Isabella Onderwijskundige UNA
Mr. Neshiem Rhuggenaath Directiesecretaris
Faculteitsmanagement 15:00-16:00 in R1-01
Naam Functie
Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker
Drs. Simone Laguna Programmanager FdTW
Idelca S.S. Rafaela BSc Programmanager FdTW
Dag 3: Woensdag 17 november 2010
Kwaliteitsteam 10:00-11:00 in R1-01
Naam Functie
Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW
Arthur P. Eliza MSc Vertegenwoordiger Afdeling IT
Rinnus T. Felipa MBA Coördinator Afdeling IT&ES
Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Coördinator Afdeling B&C
Tamara Goilo-van Aerde Bac Office Manager FdTW
drs. Sharine A. Isabella Onderwijskundige UNA
Drs. Simone Laguna Voorzitter Kwaliteitsteam
Idelca Rafaela BSc Program Manager FdTW
Ir. Cees M.J.M. van de Sande Vertegenwoordiger Afdeling B&C
Werkveld B&C 11:00-12:00 in R1-01
Naam Functie
Ir. Michael Newton Conservation-Architect bij Stichting Monumentenfonds
Arq. Noëmie Panneflek Architect, Voorzitter Architectenvereniging SAIA
Stella van Rijn MBA Directeur Antilliaanse Aannemers Vereniging
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 65/76
Werkveld IT 11:00-12:00 in R1-01
Naam Functie
Ing. Austin A.J. Martina Manager General Affairs bij Aqualectra Production
Ir. Raichel E.T. Leito Manager BBD bij Aqualectra Distribution
Fenton P. Th. Thomasita BSc Project Leader bij ISLA
Willem St. Trapenberg Directeur WG Trapenberg Airconditioning Service N.V.
Werkveld IT&ES 11:00-12:00 in R1-07
Naam Functie
Leonardo de Abreu Ladeira Hoofd Technische Dienst Bureau Telecommunicatie
Vianney J. Granviel Senior Beleidsmedewerker Info. Systems bij Korps Politie
Reinaldo de Oliveira BSc Chef PVE bij Aqualectra Distribution
Alumni B&C 12:00-13:00 in R1-01
Naam Functie
Nasha N.A. Bautisma BSc Bouwkundig Uitvoerder
Quincy G. Kook BSc Field Inspector & Laborant
Andry G.A. Maduro BSc Bouwkundig Opzichter
Chenalis Provence BSc Freelancer
Alumni IT 12:00-13:00 in R1-01
Naam Functie
Mairondy M. Bodak BSc Projectleider
Ramses Delchot BSc Plant Engineer CUOC
Corwin Nicolina BSc HSE Inspector at Aqualectra Distribution
Alumni IT&ES 12:00-13:00 in R1-07
Naam Functie
Clinton W.V. Mc. H. Bazoer BSc Beleidsmedewerker Ministerie van Onderwijs
Sunita B. Gonesh BSc IT-Consultant
Jurinda M. Montroos BSc IT-Engineer
Shurich A. Poulina BSc. Network Management Center Engineer
Dinesh Ramawadh MBA Oracle-Consultant
Jurick A.S. Velder BSc Network Engineer
Studenten B&C 14:00-15:00 in R1-01
Naam Functie
Joulenda P.B. Bridgewater Student Civiele Techniek, 4e jaar
Rudaliah Sh. R. Mercelina Student Bouwkunde, 4e jaar
Shannon S. Pandt Student Bouwkunde, 4e jaar
Amaris F. Richardson Student Bouwkunde & Civiele Techniek, 3e jaar
Radjesh Sahadew-Lall Student Civiele Techniek, 4e jaar
Jurnick J.J. Servania Student Bouwkunde, 4e jaar, lid Faculteitsraad FdTW
Eugenique A.R.G. Wilkins Student Bouwkunde, 2e jaar
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 66/76
Studenten IT&ES 14:00-15:00 in R1-07
Naam Functie
Marlydah P.C. Cijntje Student ICT, 3e jaar
Kenly R. Francisca Student ICT, 3e jaar
Joël M. Gaari Student Elektrotechniek, 2e jaar
Jeremy A. Gomez Student Telecommunicatie, 2e jaar
Ruendry L. Isei Student ICT, 4e jaar
Shuraiska Koeks Student ICT, 4e jaar
Sue Amy A.M. Kwidama Student ICT, 4e jaar
David R.J. Welvaart Student Energie, 2e jaar
Studenten IT 15:30-16:30 in R1-01
Naam Functie
Eric M. van Blarcum Student Mechanische Technologie, 3e jaar
Wouter Bonnee Minor student Technische Bedrijfskunde
Mauryze A.C. Brug Student Mechanische Technologie, 4e jaar
Fabian F.E. Conception Student Technische Bedrijfskunde, 3e jaar
Ruiz K.S. Djotaroeno Student Industriële Technologie, 2e jaar
Darrel J. Frans Student Mechanische Technologie, 4e jaar
Canrick R.F. Wanga Student Industriële Technologie, 2e jaar
(Gast)docenten B&C 15:30-16:30 in R1-07
Naam Functie
Ir. Sofia Saavedra Bruno MA Docent Bouwkundige/Civiel technische vakken
Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Coördinator en docent Bouwkundige vakken
Ir. Lyongo M. Juliana Docent Bouwkundige vakken
Ing. A.R.L. (Rob) Lendering Gastdocent Civiele Techniek
Robert P. Meijsing Practicum docent bouwkundige vakken
Ir. Cees M.J.M. van de Sande Docent Bouwkundige vakken
Ir. Kharis D.A. Troeman Gastdocent Bouwkundige/Civiel technische vakken
Ir. Arrelis N. Vis Docent Bouwkundige/ Civiel technische vakken
Dag 4: Donderdag 18 november 2010
(Gast)docenten IT&ES 10:00-11:00 in R1-01
Naam Functie
Ir. Luis d’Abreu Ladeira Theorie docent ICT
Roy A.F. Everts MSc Gastdocent ICT
Drs. Magaly A.M. Felipa Gastdocent SLB, Nederlands en comm. vaardigheden
Rinnus T. Felipa MBA Coördinator en labdocent Elektro
Lysandro Guanipa BSc Labdocent Elektro (Energietechniek)
Drs. Dik J. Hendriks Gastdocent ICT (Programeren)
MSEE Darick P. Jonis MSc MBA Gastdocent Elektrotechniek
Ir. Ramphis R. Schoop Theorie docent Elektro (Telematica)
(Gast)docenten IT 10:00-11:00 in R1-07
Naam Functie
Ir. Lesley H. Alexander Theoriedocent Werktuigbouwkundige vakken
Sharlon B. Betrian BSc Praktijkdocent Werktuigbouwkundige vakken
Dr. Immaculata J. Curiel Theoriedocent Wiskunde
Arthur P. Eliza MSc Theoriedocent Werktuigbouwkundige vakken
Eric S. Fraay Praktijkdocent Werktuigbouwkundige vakken
Ing. Thyrone N. Magloire MBA Gastdocent Logistiek
Ir. Winsel E. Peney Coördinator, theoriedocent werktuigbouwkundige vakken
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 67/76
Examencommissie 11:00-11:30 in R1-01
Naam Functie
Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker
Arthur P. Eliza MSc Wetenschappelijk Medewerker
Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Wetenschappelijk Medewerker
Ir. Cees M.J.M. van de Sande Coördinator afdeling B&C / Wetenschappelijk Medewerker
Ir. Ramphis R. Schoop Wetenschappelijk Medewerker
Opleidingsmanagement 15:00-16:00 in R1-01
Naam Functie
Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW / Wetenschappelijk Medewerker
drs. Simone Laguna Programmanager FdTW
Idelca S.S. Rafaela BSc Programmanager FdTW
Terugkoppeling16:00-16:30 in R1-01
Naam Functie
Ir. Richenel R. Bulbaai MBA Decaan FdTW
Arthur P. Eliza MSc Vertegenwoordiger Afdeling IT
Rinnus T. Felipa MBA Coördinator Afdeling IT&ES
Ir. Zarja Garmers-Rojer MSc Coördinator Afdeling B&C
Tamara Goilo-van Aerde Bac Office Manager FdTW
drs. Sharine A. Isabella Onderwijskundige UNA
Drs. Simone Laguna Voorzitter Kwaliteitsteam
Idelca Rafaela BSc Program Manager FdTW
Ir. Cees M.J.M. van de Sande Vertegenwoordiger Afdeling B&C
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 68/76
Bijlage 4 Bijlagen zelfevaluatie en ter inzage gelegd materiaal
0 Inleiding
000 Contextdocumenten FdTW
a) UNA Annual Report 2009
b) Begroting 2010 UNA
c) Jaarverslag FdTW 2008/2009
d) LBHAM september 2009 FdTW
001 LUNA
002 Bestuurs- en Beheersreglement 2006
003 Organogram UNA
004 Report of Advisory Commission Future of UNA, 2007
005 Samenwerkingsovereenkomsten
006 Delivering future leaders of the Caribbean
Strategic Plan UNA 2006-2010
007 Beleidsplan op hoofdlijnen inzake het Antilliaanse Hoger Onderwijs 2002
008 Handleidingen studieloopbaanbegeleiding (zie 410)
009 Systeem interne kwaliteitszorg FdTW 2009
010 Verbetervoorstel wiskunde 2008
1 Doelstellingen
101 Eindkwalificaties 2008
102 Studiegids FdTW 2010-2011
103 Matrix vergelijking eindkwalificaties met domeincompetenties
104 Verslagen werkveldcommissies
105 Verslagen alumni
106 Dublindescriptorenmatrix
107 Curriculummatrix
2 Programma
201 Studiegids FdTW 2010-2011 (zie 102)
202 Semesterhandleidingen 2010-2011
203 Curriculummatrix
204 Toetsbeleid FdTW, 2009
205 Resultaten cursusevaluaties FdTW 2007-2008 (zie 505)
206 Studententevredenheidsonderzoek UNA 2008
207 Onderwijsvisie en didactisch concept FdTW, 2008
208 Boekenlijsten FdTW 2010-2011
209 Stagehandleiding FdTW 2010-2011
210 Afstudeerhandleiding FdTW 2010-2011
211 Handleiding studieloopbaanbegeleiding 2010-2011 (zie 008 of 410)
212 Verslagen studentenpanels
213 Tentamen- en frauderegeling UNA, 2006
214 Onderwijs- en examenregeling FdTW 2010-2011
215 Verbetervoorstel wiskunde, 2008
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 69/76
3 Personeel
301 Professionaliseringsplan FdTW, 2009
302 Beleidsnotitie Inzet gastdocenten en Intern reglement UNA, 2006
303 CV vaste docenten
304 CV gastdocenten
305 Interne kwaliteitszorg FdTW, 2009 (zie 009 of 502)
306 Verslagen werkveldcommissies (zie 104)
307 Studententevredenheidsonderzoek UNA 2008 (zie 206)
308 Formatieplan FdTW, 2007
309 Functiebeschrijvingen UNA (concept), 2009
310 Functionerings- en beoordelingsbeleid
311 Opleidingsbeleid UNA, 2005
312 Resultaten cursusevaluaties FdTW 2007-2008 (zie 505)
4 Voorzieningen
401 Studiegids FdTW 2010-2011 (zie 102)
402 Beleidsplan Library and Research Services UNA 2009-2010
403 Beleidsplan Computer Centrum UNA 2006-2010
404 Transitiebeleidsplan Student Affairs UNA 2009-2011
405 Reglement van inschrijving UNA 2010-2011
406 Beleidsplan Career Center UNA
407 Beleidsplan Campus & Mensa UNA 2006-2010
408 Beleidsplan Facilitaire Dienst UNA 2006-2010
409 Begroting FdTW 2010
410 Handleidingen studieloopbaanbegeleiding 2010-2011
411 Stagehandleiding 2010-2011 (zie 209)
412 Afstudeerhandleiding 2009 (zie 210 of 601)
5 Interne Kwaliteitszorg 501 Het kan altijd beter! Beleidskader Kwaliteitszorg UNA 2005-2010 502 Interne kwaliteitszorg FdTW
503 Delivering future leaders of the Caribbean Strategic Plan UNA 2006-2010 (zie 006)
504 Beleid cursusevaluaties 2007
505 Resultaten cursusevaluaties FdTW 2007-2008
506 Evaluatieformulieren
507 Toetsbeleid FdTW, 2009 (zie 204)
508 Verslagen werkveldcommissies (zie 104)
509 Verslagen alumni (zie 105)
510 Verslagen studentenpanels (zie 212)
511 Verslagen coördinatorenoverleg FdTW 2009 en 2010
512 Verslagen afdelingsoverleg 2009 en 2010
513 Verslagen kwaliteitsteam FdTW 2009 en 2010
514 Documenten examencommissie 2009 en 2010
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 70/76
515 Studententevredenheidsonderzoek UNA 2008 (zie 206)
516 Verbetervoorstel Wiskunde, 2008
517 Plan van Aanpak zelfevaluatie en visitatie FdTW, 2008
518 Verbeterplan FdTW, 2008
519 Documenten FdTW in relatie tot het NVAO kader, 2008
520 Beleidsnotitie Inzet gastdocenten en Intern reglement UNA, 2006 (zie 302)
521 Klachtenregeling en beroepsmogelijkheden FdTW, 2009
522 Samenstelling werkveldcommissies
6 Resultaten
601 Afstudeerhandleiding FdTW 2010-2011
602 Dublindescriptorenmatrix (zie 106)
603 Verslagen werkveldcommissies (zie 104)
604 Beoordeling scripties FdTW, NQA 2008
605 Verbetervoorstel w iskunde, 2008 (zie 516)
606 Onderwijs- en examenregeling FdTW 2010-2011 (zie 214)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 71/76
Afstudeerscripties IT&ES
Elektrische Systemen Afstudeerrichting Telematica
Anthony, U. PLC control network for Valero Aruba Refinery
Fernandes, R. Draadloze datacommunicatie voor remote meetsystemen
Koeiman, J. Migration to IP Voice Communication System
Marthina, Sh. Ontwerpen en implementeren van een DNS management applicatie voor E-Commerce
Park (Dat Center op Curaçao)
Mattheeuw, Ph. Het karakteriseren van een VHF systeem en een radarsysteem door gebruik te maken
van een spectrum analyzer (Agilent ESA-E series E4402B)
Mensche, D. Network Capacity Management
Theodora, J. Customer care management system (CCMS) :
Velder, J. Upgrading for the telecommunication network infrastructure of a UTS client
Elektrische Systemen: Afstudeerrichting Energietechniek
Bernadina, R. Energie opwekken met behulp van kleinschalige windturbines :
Corsen, S. Renovatie laagspanningssystemen
Gerard, S. DSL voor breedband internettoegang
Hassel, M. Evaluation of Powersystem analysis software’s for WEB Aruba
Lakker, B. Energiebesparing mogelijkheden bij Curaçao International Airport
Lindeborg, W. De toepassing van veldunits en WKK in de middenspanning installaties
Nahr, W. Rationalisatie van HS2 installatie bij Aqualectra Production
Nassy, Sh. Black Start & Hurricame procedure at Curacao utilities company n.v.
Porcu, S. Van correctief onderhoud naar preventief onderhoud
Raphaela, E. Asset management
Ricardo, R. Elektrische netwerk analyse
ICT
Andrews, V. Bringing IBIS Application to the next level
Arndell, R. Pa un mihó BZV :
Bazoer, C. Ontwikkelen van informatiesystemen voor het toezicht op het onderwijs
Blankendal, G. Aangifte belastingsysteem ontwikkeling m.b.v. SpringFramework
Brands, C. Reele Sector application Spinne 2004
Calmes, S. Synergy Enterprise Implementation – BT&C
Conradus, I. Enterprise Information Portal
Gonesh, S. E-commerce op Curacao
Gregoria, R. Timekeeper application
Henriquez, N. Implementatie GIS binnen DOW
Hunte, P. Geautomatiseerde webservice deployment oplossing
Jamanika, N. Aqualectra report generator program
Moesker, L. Allerting and reporting solutions for the IT department of MCB Bank
Ramawadh, D. Kwaliteitsborging van MSL
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 72/76
Stageverslagen IT&ES Elektrotechniek afstudeerrichting Energietechniek Fabias, F. Hassel, M. Martha, A. Elektrotechniek afstudeerrichting Telematica Gonet, G. Rombley D. Concesion, E. Koeiman, J. ICT
Bonilla, V. Hek, Chr. Meiland, J. Polonius, J. Rojer, F. Violenes, D. Overig Vakdocumentatie en studentenproducten
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 73/76
Bijlage 5 Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
De domeinspecifieke referentiekaders Bachelor of ICT en Bachelor of Engineering zijn te vinden
op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl.
Eindkwalificaties opleiding Elektrotechniek
Afgestudeerden van de opleiding Elektrotechniek kunnen:
Gerelateerd aan de projectfasering:
1 Initiatief/definitie
• in overleg met opdrachtgevers/stakeholders een inventarisatie van de wensen/de
problemen maken en verschillende concrete mogelijkheden formuleren
• op basis van de inventarisatie van wensen en/of problemen een plan van aanpak
opstellen
• op basis van het plan van aanpak, een programma van eisen opstellen
2 Ontwerp
• op basis van het programma van eisen, een eerste ontwerpmaken, rekening houdend
met de samenhang van de elektrotechnische systemen onderling en met de andere
systemen, met de hiërarchische opbouw en de keuzen van de ontwerpmethodiek
• op basis van het eerste ontwerp, een simulatie of model van het gewenste product maken
• op basis van de simulatie en/of het model een definitief detailontwerp maken en testen
om na te gaan of deze aan de wensen van de klant voldoen
• een rapport opstellen van de testresultaten en een concreet draaiboek maken waaruit
blijkt op welke wijze het vervolg aangepakt wordt
3 Voorbereiding
• de gekozen oplossing van de ontwerpfase vertalen in een praktisch realiseerbaar
eindresultaat
• op basis van het definitieve detailontwerp een in bedrijfstellingsplan opstellen, daarbij
rekening houdend met de klant en met de interferentie met bestaande processen
• het product of een afname keuring doen in relatie tot het eerste ontwerp, het model en het
definitieve detailontwerp
4 Realisatie
• controles uitvoeren
• leiding geven aan de uitvoering van het project
• een plan maken voor het informeren en adviseren van de opdrachtgever van het product
• op basis van het definitieve detailontwerp en product, documentatie samenstellen en een
gebruikershandleidingen opstellen en deze overdragen aan de klant, d.w.z.
gebruikerstrainingen geven, rekening houdend met de aard van de gebruiker
(professioneel of consument)
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 74/76
5. Nazorg
• een levenscyclusplan voor het product opstellen
• een onderhoudsplan opstellen
• op basis van het onderhoudsplan een beheersplan opstellen
• reparatieopdrachten formuleren en oorzaken identificeren van schades, daarbij rekening
houdend met omgeving, kritische factoren, verantwoordelijkheden en technische
aansprakelijkheid
Gerelateerd aan overige aspecten:
6. Algemene Vaardigheden
• gestructureerd en analytisch denken en handelen
• projectmatig werken
• datasheets hanteren
• creativiteit gebruiken bij het oplossen van problemen
• theoretische achtergronden eigen maken door het raadplegen van literatuur en
documentatie verband houdend met de uitoefening van hun beroep
7. Sociale- en communicatieve vaardigheden
• leiding geven en superviseren
• samenwerken in een multidisciplinaire en internationale omgeving
• schriftelijk rapport of verslag maken
• mondeling en schriftelijk toelichting geven over de werkzaamheden
• met gebruikmaking van de juiste beroepshouding, taakgericht, intrinsiek gemotiveerd,
kwaliteitsgericht, prestatiegericht en dienstverlenend handelen
8. Informatietoepassingen/Informaticakunde
• In alle fasen van de werkzaamheden gebruik maken van relevante ICT toepassingen
9. Zelfsturing
• zelfverantwoordelijk werken
• zelfverantwoordelijk leren
Wat geldt voor de beroepstaken, geldt ook voor de eindkwalificaties. Ze zijn gelijkluidend voor
beide afstudeerichtingen, maar krijgen een eigen specifieke inkleuring door de context waarin
beroepsbeoefenaren hun beroep uitoefenen.
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 75/76
Eindkwalificaties ICT
Afgestudeerden van de opleiding ICT kunnen:
Gerelateerd aan de projectfasering:
1. Initiatief/definitie
• in overleg met opdrachtgevers/stakeholders een inventarisatie van de wensen en
problemen maken en verschillende concrete mogelijkheden formuleren
• op basis van de inventarisatie van wensen en/of problemen een plan van aanpak/
informatieplanning opstellen
• op basis van het plan van aanpak, een programma van eisen opstellen
2. Ontwerp
• op basis van het programma van eisen, een eerste ontwerp maken, rekening houdend
met de andere systemen, met de hiërarchische opbouw en de keuzen van de
ontwerpmethodiek
• op basis van het eerste ontwerp, een simulatie of model van het gewenste product maken
• op basis van de simulatie/model een definitief detailontwerp maken en testen om na te
gaan of deze aan de wensen van de klant voldoet
• een rapport opstellen van de testresultaten en een concreet draaiboek opzetten waaruit
blijkt op welke wijze het vervolg aangepakt zal worden
3. Voorbereiding
• de gekozen oplossing van de ontwerpfase vertalen in een praktisch realiseerbaar
eindresultaat
• op basis van het definitieve detailontwerp een in bedrijfstellingsplan opstellen, daarbij
rekening houdend met de klant en met de interferentie met bestaande processen
• het product testen of een afnamekeuring doen in relatie tot het eerste ontwerp, het model
en het definitieve detailontwerp
4. Realisatie
• controles uitvoeren
• leiding geven aan de uitvoering van het project
• een plan maken voor het informeren en adviseren van de opdrachtgever van het
product
• op basis van het definitieve detailontwerp en product, documentatie verzamelen en
gebruikershandleidingen opstellen, gebruikerstrainingen geven, rekening houdend
met de aard van de gebruiker (professioneel of consument)
5. Nazorg
• een levenscyclusplan opstellen voor het product
• een onderhoudsplan opstellen
• op basis van het onderhoudsplan een beheersplan opstellen
• het projectresultaat beschrijven zoals gerealiseerd in een beslisdocument
© NQA – UNA: audit bestaande hbo-bacheloropleidingen ICT en Elektrotechniek 76/76
Gerelateerd aan overige aspecten:
6. Algemene Vaardigheden
• gestructureerd en analytisch denken en handelen
• projectmatig werken
• datasheets hanteren
• creativiteit gebruiken bij het oplossen van problemen
• theoretische achtergronden eigen maken door het raadplegen van literatuur en
documentatie verbandhoudend met de uitoefening van zijn/haar beroep
7. Sociale- en communicatieve vaardigheden
• leiding geven en superviseren
• samenwerken in een multidisciplinaire en internationale omgeving
• schriftelijk rapport of verslag maken
• mondeling en schriftelijk toelichting geven over de werkzaamheden
• met gebruikmaking van de juiste beroepshouding, taakgericht, intrinsiek gemotiveerd,
kwaliteitsgericht, prestatiegericht en dienstverlenend handelen
8. Informatietoepassingen/Informaticakunde
• In alle fasen van de werkzaamheden gebruik maken van relevante ICT toepassingen
9. Zelfsturing
• Zelfverantwoordelijk werken
• Zelfverantwoordelijk leren