Onderzoekspaper

Paper onderzoeksproject‘Out of Space’

Project: Out of SpaceVak: Designresearch / onderzoeksmethodologieGroep 3: Lieve Bracke, Joris Bocken, Pieter De Wachter, Tom Gheldof, Toby Hendriks en Nele IndestegeBegeleidende docenten: Jessica Schoffelen, Kristien Heedfeld, Edwin Van-dermeersch, Willem De Buck, Rosanne Vanklaveren en Arno RoncadaInleverdatum: 28 februari 2011

Mad-FacultyMedia, Arts & Design Faculty,

C-Mine 5, 3600 Genk

R3SEARCH

Mad-FacultyMedia, Arts & Design Faculty,

C-Mine 5, 3600 Genk

Paper onderzoeksproject‘Out of Space’

R33SEARCH

Project: Out of SpaceVak: Designresearch / onderzoeksmethodologieGroep 3: Lieve Bracke, Joris Bocken, Pieter De Wachter, Tom Gheldof, Toby Hendriks en Nele IndestegeBegeleidende docenten: Jessica Schoffelen, Kristien Heedfeld, Edwin Van-dermeersch, Willem De Buck, Rosanne Vanklaveren en Arno RoncadaInleverdatum: 28 februari 2011

Paper onderzoeksproject ‘Out of Space’ Mad-Faculty

Inhoudstafel

1. Abstract ............................................................................................................ 4

2. Inleiding ........................................................................................................... 5

3. Gekozen ruimte .............................................................................................. 6

4. Mapping ......................................................................................................... 9

5. Onderzoeksproces .......................................................................................... 11

6. Concept .......................................................................................................... 13

7. Besluit ............................................................................................................ 19

8. Bronnenlijst .................................................................................................... 20

9. Bijlagen .......................................................................................................... 21

9.1 Mapping .............................................................................................. 22

9.2 Interviews studentenvoorzieningen....................................................... 22

9.2.1 Template ................................................................................ 22 9.3 Enqûestes C-mine ................................................................................ 23

9.3.1 Template ................................................................................ 23

9.3.2 Resultaten .............................................................................. 24

9.3.3 Percentages ............................................................................ 52

9.4 Brainstorm ........................................................................................... 53

9.5 Producten ............................................................................................ 54

9.5.1 MINELIFE kauwgom: ............................................................. 54

9.5.2 Coca Coal cola ......................................................................... 54

9.5.3 Côal d’Or chocolade ................................................................ 54

9.5.4 Mijnbouw sigaretten ............................................................... 55

9.5.5 Mijnbouw arbeid koffie ........................................................... 55

9.6 Automaat ............................................................................................. 56


1. Abstract

In het kader van het onderzoeksproject ‘Out of Space’ gingen twaalf studententeams op zoek naar een concept om een ‘public space’ te veranderen naar een ‘public place’, waarbij de gebruikers van deze ruimte een interactieve ervaring dienden te beleven. Onze groep, R3SEARCH, ontwikkelde hiervoor een concept: Mijn Onwetendheid.

Uit onderzoek naar de C-minesite en onze observaties bij het begin van het onderzoeks-proces bleek namelijk dat de meeste voorbijgangers doorgaans niet of zeer vaag beseften welke rol het mijnverleden op deze plaats, meer bepaald het middenplein, had gespeeld. Tijdens onze observaties, op verschillende plaatsen en tijdstippen, hebben we ook een aantal voorbijgangers, zowel jong als oud, geconfronteerd met hun kennis over het mijn-verleden op de C-mine. Veel bezoekers konden zich moeilijk inleven in de ervaringen die de oude mijnwerkers op deze plaats hadden meegemaakt en erkenden ook dat ze weinig kennis bezaten over dit mijnverleden.

Met de bevindingen uit onze enquête in het achterhoofd besloten we om ons in onze onderzoeksvraag te richten op deze onwetendheid over het mijnverleden. Wat ons hier sterk in aantrok was het oude mijnverleden dat nog steeds visueel zichtbaar is op de C-mine site. We zijn vertrokken vanuit de beleving van de ruimte door de gebruikers en probeerden vanuit ons onderzoek naar de ervaringen uit het mijnverleden gebruikers een nieuwe ervaring te laten meemaken waaruit een nieuw besef van het mijnverleden zou ontstaan.

Op die manier zijn we uiteindelijk tot ons definitieve concept gekomen, waarbij we een automaat als ontwerp op het middenplein plaatsen. Dit alledaagse object bevat normaal gezien alledaagse producten, maar door deze producten kleine aanpassingen mee te ge-ven in de manier waarop ze gepresenteerd worden, willen we de gebruikers even laten stilstaan bij het mijnverleden. Zowel de automaat als de producten hebben een bepaalde link met dit mijnverleden, gaande van een ondergronds liftmechanisme tot referenties naar de stoffige, zware arbeid die de mijnwerkers vroeger op deze plaats verrichtten. Deze herinneringen krijgen bij de bezoekers van de C-mine die de automaat gebruiken een belangrijke plaats in hun gedachten en zorgen voor een actieve herinterpretatie van de C-mine.

4


2. Inleiding

Voor het onderzoeksproject ‘Out of Space’, dienden twaalf studententeams op een crea-tieve manier op zoek te gaan naar mogelijke herinterpretaties van een ruimte. De focus ligt hier dan ook vooral op participatie en het centraal stellen van de gebruiker binnen de gekozen ruimte. Hierbij werd ons de volgende dubbele onderzoeksvraag opgelegd: ‘Hoe wordt de publieke ruimte beleefd?’ en ‘Hoe kunnen we deze beleving gebruiken voor het creëren van een ruimte waarbij de gebruiker uitgenodigd wordt tot participatie aan deze ruimte?’. De algemene doelstelling bestaat er dus uit om de publieke ruimte te laten over-gaan in een publieke plaats, om van de ‘space’ een ‘place’ te maken.

Als eerste opdracht diende onze groep een publieke ruimte te kiezen. In het volgende hoofdstuk verklaren we waarom we gekozen hebben voor het middenplein op de C-mine-site en welke kenmerken deze ruimte bezit. Hiervoor vertrokken we vanuit de geschiedenis van onze plaats, die natuurlijk nauw samenhangt met het mijnverleden.

Door middel van een mappingsessie werd de kloof tussen de keuze van een ruimte en en-kele mogelijke concepten overbrugd. Onze eerste observaties vormden de voedingsbodem voor de mapping en werden op een aantrekkelijke manier gevisualiseerd. De verschillende interessante eigenschappen van de gekozen ruimte, die we ontdekt hebben tijdens onze individuele observaties, werden zo naast elkaar gepresenteerd. Het was een uitdagende en engagerende opdracht die nieuwe inzichten, relaties en visualisaties voor ons verder concept hebben blootgelegd.

Vervolgens bevonden we ons in de fase van het onderzoeksproces en diende een nieuwe observatie, gericht op onze gekozen ruimte, doelgroep en doelstelling als voedingsbodem voor het bekomen van een uiteindelijk ontwerp. Verdere stappen naar ons ontwerp toe en moeilijkheden die ons onderzoeksproces gehinderd hebben, bespreken we in het hoofd-stuk van het onderzoeksproces en de evolutie van ons concept. Het volledige onderzoeks-proces en het uiteindelijke concept met onze producten worden uitvoerig beschreven in deze hoofdstukken.

Omdat transparantie een belangrijke vereiste was in dit onderzoeksproject, hebben we al onze bevindingen en bronnenstudies verzameld op een blog. Deze blog draagt de naam R3SEARCH en is raadpleegbaar op http://www.r3search.wordpress.com. Hierop staat meer informatie over inspiratiebronnen, de vooruitgang van het project en verslagen van de verschillende tussentijdse evaluaties. Overige bronnen zijn te vinden in de bronnenlijst en de lijst met bijlagen in deze paper.

5


3. Gekozen ruimte

Onze gekozen ruimte is het middenplein op de C-mine site. Deze plaats heeft lang deel uitgemaakt van de bloeiende Limburgse mijnindustrie en meer bepaald van de steenkoolmijn van Winterslag. In dit onderdeel beschrijven we een korte geschiede-nis van deze plek en gaan we dieper in op de toekomstplannen die bestaan voor deze site. Tot slot bepreken we ook de kenmerken die samenhangen met deze plaats door het mijnverleden.

Geschiedenis

De geschiedenis van de mijnsite van Winterslag begint in 1906 met de toezegging van de concessie Genck-Sutendael aan de Société Anonyme des Charbonnage de Ressaix, Leval, Péronnes, St-Aldegonde et Genck. In 1912 wordt de naam van de concessiehouder herdoopt tot Société Anonyme Charbonnage de Winterslag. In 1917 is Winterslag de eerste Limburgse mijn die in productie gaat. Omdat een mijn veel werkgelegenheid biedt, worden er woonvoorzieningen gebouwd rondom de mijn. Na de Eerste Wereldoorlog schoten de eerste woningen uit de grond, voorzien van stromend water en elektriciteit. In deze woningen moest de hiërarchie van de mijn terug worden weerspiegeld. De wijken werden ontworpen naar het voorbeeld van de Engelse tuinwijken, met veel open ruimte en groen om het grauwe karakter van de industrie te verdoezelen. (Dienst Cultuur Genk, 2008, pp. 23-25)

De mijn richtte ook openbare voorzieningen op, onder meer scholen, een kerk en een ziekenhuis. In 1957 waren er 10.000 inwoners in de tuinwijken. Dit was 1/4 van het totaal van alle inwoners in Genk. De tweede en de vierde tuinwijk zijn later bij gebouwd tussen 1931 en 1948 om de toestroom van de gastarbeiders op te vangen. Deze laatste woningen zijn soberder van afwerking in tegenstelling tot de eerste woningen. Deze wijken hebben nog steeds een zeer hoge populatie aan allochto-nen. Naast de woningen, de openbare voorzieningen en de infrastructuur voor de arbeiders werd er in dezelfde periode ook gewerkt aan de mijngebouwen. 11 van de oorspronkelijke 45 oude gebouwen van de mijnsite zijn sinds 1993 beschermd als monument. De twee schachtbokken op het Kempische plateau domineren nog steeds het mijnterrein en zijn respectievelijk de oudste en jongste schachttorens van de mijnstreek. Deze twee monumenten zijn nog altijd vergezeld door de mijnterril en de voormalige magazijnen en paardenstallen. In de jaren 60 waren de mijnen in Limburg enorm verlieslatend en als gevolg hiervan werd de mijn van Winterslag gesloten in 1988. (Reulens & Schaerlaekens, 2010, pp. 126-131)

6


C-mine heden

De bedoeling van de stad Genk is om van de C-mine site een ontmoetingsplek te maken waar creativiteit en onderneming hand in hand kunnen gaan, zowel op professioneel- als op vrije tijdsgebied. De C-mine site moet bijdragen aan vitaliteit en wil nieuwe bele-vingskansen en nieuwe ontdekkingen/ontwikkelingen stimuleren. Creativiteit en innova-tie moeten als leidraad worden ingezet voor nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen en moeten ook bijdragen aan het (helpen) ontplooien van mensen. Hiervoor heeft de C-mine vier activiteiten binnen vier domeinen ontwikkeld: educatie, artistieke creatie en prestatie, creatieve economie en creatieve recreatie. De bedoeling van de site is om een unieke, authentieke en wonderbaarlijke plek te zijn, waar mensen, ideeën, disciplines elkaar met een grote diversiteit kunnen ontmoeten en er hun creativiteit delen. Dit alles ingepakt in een plaats waar er ook een levend (mijn)verleden aanwezig is, zowel visueel (twee mijnschachtbokken) als psychologisch (herinneringen). (C-mine, 2011)

De C-mine site trek veel partners naar zich toe. Zowel op de vroegere mijnsite als naast de site vinden we vele bedrijven of voorzieningen terug die zich hebben gesetteld rond de twee mijnschachtbokken. De eerste twee gebouwen die zowel nu als in de toekomst in het oog springen zijn het bezoekersonthaal en het cultuurcentrum. De bezoekershal is gelegen in de Energiegebouwen en de mensen kunnen hier terecht voor tickets en reser-vatie van (culturele) voorstellingen en toeristische activiteiten. Ze geven ook een aanbod van een originele voorstelling van Genk en de omgeving, en je kan achteraf, na je bezoek een souvenir aankopen in de souvenirshop. Het cultuurcentrum is eveneens gelegen in de Energiegebouwen en beschikt over twee nieuwe zalen en een tentoonstellingsgalerij. (C-mine, 2011)

Buiten het cultuurcentrum en de bezoekershal zijn er ook plaatsen om te ontspannen. De vroegere badzalen van de mijn zijn nu volledig omgetoverd in een filmcomplex met de naam Euroscoop. De Euroscoop heeft 10 filmzalen en heeft een uitgebreid aanbod aan films. Op de C-mine kan men ook andere oorden opzoeken om te ontspannen. De vele horecagelegenheden bieden een uitstekende oplossing om even weg te denken na een filmbezoek of een culturele wandeling. (C-mine, 2011)

Daarnaast zijn er ook veel bedrijven die de weg naar de C-mine gevonden hebben. Nas-com is een jong internetbedrijf dat zich specialiseert op vier platformen: Web, Mobile, Desktop & Touch. Het bedrijf telt 75 werknemers en biedt een brede waaier aan service soluties aan zijn klanten. Ook vele kunstenaars hebben zich gesetteld op de C-mine. Michaël Verheyden is een jonge designer en heeft zich gespecialiseerd in lederen tassen en accessoires. Naast deze jonge designer is ook Piet Stockmans gevestigd op de C-mine site. Piet Stockmans is gekend voor het ontwerpen en realiseren van porselein voor ge-dekte tafels en voor het ontwerpen van eigen kunstwerken. Naast alle kennis die er reeds is, is er ook een plaats waar de kennis wordt doorgegeven. Op de MAD-Faculty (KHLim-

7


PHL) kunnen studenten zich ontplooien tot echte creatieve, innovatieve personen. De school biedt een ruim aanbod aan artistieke richtingen en biedt deze aan op een unieke locatie in een leuke omgeving. (C-mine, 2011)

Toekomst C-mine

De stad Genk heeft nog verschillende toekomstplannen met de C-mine. Deze site is nog volop in ontwikkeling, maar toch zijn al een aantal plannen bekend. Zo bestaat het idee om in 2012 Painting With Light te laten huisvesten in de oude paardenstallen op de C-mine. Painting With Light is gekend voor het maken van lichtontwerpen voor de enter-tainmentindustrie en architecturale toepassingen, en is ook marktleider in de Benelux. Eens ze hun intrek hebben genomen op de site zal Paiting With Light zich vooral toeleg-gen op opleidingen en trainingen. (C-mine, 2011)

Naast de nieuwe ondernemingen zullen zich nog vele veranderingen voordoen op de C-mine site. Er zullen woonwijken worden ontwikkeld op de ruimte achter de MAD-Fa-culty en er zullen toeristische activiteiten worden voorzien, zoals bijvoorbeeld expedities in de ondergrondse mijngangen. De C-mine site zal een bruisende plaats worden waar creativiteit en innovatie hand in hand zullen lopen, en waar mensen van alle leeftijden en achtergronden welkom zijn. (C-mine, 2011)

Kenmerken ruimte

Uit deze bespreking van de C-mine kunnen we dus een aantal kenmerken van onze ruimte halen. Het middenplein is een ruimte met een bewogen geschiedenis en ambi-tieuze toekomstplannen. De twee mijnschachtbokken domineren nog steeds het uitzicht van het middenplein en leiden naar de intussen verborgen ondergrondse gangen. De ‘C’ in C-mine staat voor het chemisch element koolstof, dat aanwezig is in steenkool. De naam C-mine verwijst dus naar het mijnverleden, maar de overige mijngebouwen zijn geïntegreerd in hun nieuwe functie als cultuurcentrum, Euroscoop, enzovoort. Zij verlie-zen dus een deel van hun waarde als historische objecten in deze ruimte. Het midden-plein beschikt wel nog over de twee mijnschachtbokken in hun originele staat en daarom wilden we verder nagaan in hoeverre de kennis over het mijnverleden op deze plaats nog aanwezig is bij de bezoekers van de C-mine.

8


4. Mapping

Bij de observatie van de C-mine hoort ook een mapping. Deze onderzoekstechniek heb-ben we tijdens de theorielessen uitvoerig besproken. Er bestaan verschillende manieren om een mapping te doen. Bij de mapping van onze openbare ruimte gebruikten we een grote plattegrond van de C-mine uit het cultureel centrum. In verschillende brainstormrondes, waarbij je stickers kleeft en dingen op de kaart aanduidt, kom je tot nieuwe informatie over de ruimte waar je eerder niet was opgekomen. Een mapping geeft de relatie weer tussen minimaal twee fenomenen en presenteert zo complexe relaties, fenomenen, activiteiten, interacties, etc. (Designresearch, p. 114)

Het is een interessante en vernieuwende manier om onderzoek te voeren. Je kan de hele ruimte gestructureerd en duidelijk weergeven, met al haar voor- en nadelen. Je moet se-lecteren wat belangrijk is en daarom wordt het een subjectieve weergave van de ruimte. Het is een kwalitatieve onderzoeksmethode, waarbij niet gezocht wordt naar zoveel mo-gelijk oplossingen, maar naar logische en relevante oplossingen. In bijlage nr. 9.1 zit een kopie van het resultaat van onze mapping.

Ideeën door de mapping

We zijn op verschillende ideeën gekomen tijdens de mappingsessie van 17/12/2010. De trap van de bushalte naar de Euroscoop is en lastige trap, waar iedereen problemen mee heeft. Je zou de trap kunnen decoreren, zodat die aangenamer is om te bewandelen. De treden zijn net iets te diep, waardoor je 1,5 stap per trede moet doen, wat niet zo handig is. Met een schildering om de treden kan je bijvoorbeeld aangeven waar je het best je voeten kan zetten, etc. De feedback die we hiervan kregen was zeer positief en iedereen beaamde het probleem van de diepe treden.

Op de C-mine zijn vele dingen te doen, maar er staan nergens duidelijke wegwijzers. Daarom leek het ons een goed idee om daar iets mee te doen. Je zou wegaanduidingen op de paden kunnen maken, die de mensen zouden kunnen leiden naar de verschillende plaatsen van de C-mine. De feedback op dit idee was niet uitermate enthousiast. Het is iets dat wel nuttig kan zijn, maar niet uitdagend of vernieuwend.

Naast de C-mine ligt een natuurgebied. Ons idee was om dit meer bij de C-mine te betrekken. Design met natuur leek ons hiervoor een goed project. We zouden meubels kunnen maken die samensmelten met de natuur. Een zogenaamde ‘Natuurlounge’ waar mensen rustig buiten kunnen zitten. Bijvoorbeeld zetels maken die bedekt zijn met gras, zodat je aangenaam kan zitten, maar toch de verbinding met de pure natuur hebt. De feedback op dit plan was dat het een interessante link is tussen het designthema van de C-mine en het natuurgebied.

9


Een kritiekpunt op onze ruimte was dat er al vele projecten aan de gang zijn rond de C-mine. Het gevaar bestaat dat je met dit onderzoeksproject overlappingen gaat hebben en misschien zelf met de bestaande ondernemingen rond het plein in conflict zal treden. We zijn ons ook zeer bewust van deze overlappingen, maar zouden er net gebruik van kunnen maken en samenwerken met hen.

Na de mapping hebben we jongeren als doelgroep gekozen, omdat we deze groep niet genoeg aanwezig vonden op de C-mine. Aangezien de MAD-faculty op deze site aanwe-zig is, zou er ook een ook een studentenleven moeten zijn, maar dat is er niet. Daarom hebben we onderzoek gedaan naar studentensteden en studenten geïnterviewd. Daaruit is gebleken dat studenten vooral sport en standaardvoorzieningen willen, maar die zijn niet zo zeer aanwezig op de C-mine. We zijn uiteindelijk niet verder ingegaan op deze doelgroep door een heroriëntering van ons concept (zie hoofdstuk onderzoeksproces).

10


5. Onderzoeksproces

In dit gedeelte overlopen we het onderzoeksproces en de manieren waarop we onder-zoek hebben gevoerd. Voor het vinden van een juiste plaats of locatie is het natuurlijk belangrijk dat je de verschillende locaties gaat bekijken om te zien of dat deze binnen de doelstellingen van het onderzoek vallen: Hoe wordt de ruimte beleefd? We verdiepten ons in zowel het heden als het verleden van de C-mine. Niet enkel boeken en online-bronnen hebben we daarvoor geraadpleegd, maar ook vele brochures van het Cultureel Centrum van Genk. Daarnaast interviewden we de bezoekers van de C-mine.

Als student in de stad Genk hebben we het gevoel dat er weinig activiteiten en voorzie-ningen aanwezig zijn voor onze doelgroep. In plaats van te speculeren wat er allemaal zou moeten veranderen hebben we eerst onderzocht wat er allemaal voorzien is in de grotere studentensteden van Vlaanderen. We hebben eerst de informatie gebundeld die aan de studenten wordt aangeboden via verschillende media (websites, schoolinformatie, stadsites, e.d.). Daarna gingen we door middel van een enquête na in hoeverre studenten op de hoogte zijn van deze voorzieningen, of ze tevreden zijn met de aanpak op vlak van publicatie en uitvoering, of ze alles toegankelijk vinden voor de gemiddelde student en hoe ze persoonlijk met deze mogelijkheden omgaan. Hoewel dat dit element later niet meer terugkeert in ons onderzoek, blijft het toch een goede aanwinst. Ook hebben we de afgelopen maanden de interesse van de stad Genk gezien in het studentenleven, los van ons onderzoek, waardoor we aanvoelden dat we bezig waren met een actueel thema en dat we gehoord en erkend worden als student binnen de stad Genk. De enquêtes zijn terug te vinden in bijlage nr. 9.2

Door de gegevens die we al hadden onderzocht terug te koppelen naar de doelstelling van de oorspronkelijke opdracht hebben we gemerkt dat we niet een echt concreet con-cept hadden. Daarom werd ons aangewezen om even een stap terug te nemen en terug naar de basis van de opdracht te gaan. Door de kennis die we vergaard hadden te com-bineren met een klassieke brainstorm-oefening zijn we tot een vaststelling gekomen die voor onze neus lag. We hebben effectief moeite moeten doen om het heden en vooral het verleden van de C-mine te achterhalen. Daarom zijn we nagegaan in hoeverre de bezoekers van de C-mine over deze kennis beschikken. Vanuit onze enquêtes zijn we ons gaan richten op de onwetendheid van de mensen die de C-mine bezoeken in betrek-king tot het mijnverleden. Daarom hebben we ons project de volgende titel meegegeven: ‘Mijn Onwetendheid’.

Uit onze observaties en de afgenomen enquêtes, die in bijlage nr. 9.3. terug te vinden zijn, konden we een aantal gegevens afleiden. Op twee verschillende dagen, donderdag 20 januari en dinsdag 8 februari, en twee verschillende tijdstippen, tussen 9 en 12 uur en tussen 14 en 17 uur, ondervroegen we in totaal 28 bezoekers van de C-mine die voor-

11


bijkwamen op het middenplein via de trappenhal voor de Euroscoop. Zo’n 15 andere bezoekers wensten niet deel te nemen aan de enquêtes, voornamelijk wegens tijdgebrek. Onze respondenten vertegenwoordigen verschillende leeftijdscategorieën en geslachten. 57 procent waren mannen, 43 procent vrouwen, 19 van de 28 personen waren onder de 25 jaar en voornamelijk studenten, 9 van de 28 boven 25 jaar. Slechts 2 van de onder-vraagde personen was niet woonachtig in een Limburgse gemeente. Een ruime meerder-heid, 68 procent, bezocht de C-minesite dagelijks en horeca, de Euroscoop en onze eigen school, de MAD-Faculty, behoorden tot de meestbezochte gebouwen. Alle 28 responden-ten konden de naam C-mine linken aan het mijnverleden van deze plaats, maar slechts 21 procent, voornamelijk +25-jarigen en afkomstig uit Limburg, wist de juiste functie van de mijnschachtbokken te benoemen. Andere opvallende resultaten betroffen de wijze van kennisverwerving over het Limburgse mijnverleden. In 93 procent van de gevallen was de school een bron van kennis, maar toch kent slechts 18 procent van de 28 ondervraagden zich een score boven gemiddeld toe op basis van hun kennis over datzelfde mijnverleden. Uiteindelijk blijken alle respondenten wel over een basiskennis van het mijnverleden te beschikken en kunnen ze een heel aantal trefwoorden opnoemen die terugkomen in onze brainstormsessies over dat mijnverleden (zie bijlage 9.4).

Hierna hebben we beslist om individueel onze eigen visie op deze ideeën verder uit te werken opdat we tot verschillende uitkomsten konden komen. Deze hebben we uiteinde-lijk allemaal samengelegd en we hebben de beste elementen uit elk voorstel genomen en gecombineerd. Vandaar beslisten we om hedendaagse producten terug te koppelen aan het mijnverleden. Dit met behulp van een woordspeling en andere kleine aanwijzingen op de verpakking. Het is onze bedoeling om de mensen te prikkelen over het mijnverleden, maar ze niet zozeer met hun neus op de feiten te drukken. De tweede stap van het concept was het bedenken van hoe we deze producten zouden presenteren aan de mensen en hoe de interactie met de mensen zou plaatsvinden. Alweer hebben we hierbij besloten om dit gedeelte eerst individueel te bekijken, aangezien het succes van deze tactiek bij het eerste deel van dit concept. Uiteindelijk hadden we besloten om voor een groot, indrukwekkend mechanisme te kiezen waarbij de producten uit de grond naar boven komen, maar bij na-der inzien was de interactie op deze manier nog te weinig aanwezig. Een andere manier was dan echter weer te groot en te complex. We wilden een miniatuurmijnsite uitbouwen met als centraal punt een automaat waar de mensen het product kunnen kopen om tot de vaststelling te komen dat hun herkenbaar product een extra waarde heeft.

Door beide ideeën te combineren zijn we tot ons uiteindelijk resultaat gekomen. Een auto-maat is namelijk een herkenbaar gegeven voor de mensen in onze hedendaagse maatschap-pij en mensen zien nu eenmaal alleen maar wat ze kennen. De automaat en de producten zijn niet alleen een herinnering aan het mijnverleden, maar deze zijn ook een punt van kri-tiek op de huidige maatschappij. Mensen staan tegenwoordig niet meer stil bij de weg die producten in de automaten hebben afgelegd om tot daar te geraken. We kunnen er echter niet veel om geven, zolang onze automaten maar gevuld zijn en wij ons luxeleventje kun-nen aanvullen door gewoonweg alles uit de muur te halen. (Harwood & Yokokoji, 2010)

12


6. Concept

Ons onderzoeksproject heeft een lange weg afgelegd. Het is een proces geweest waarbij we vele uitdagingen zijn tegengekomen en vooral de start was heel moei-lijk. De ‘fuzzy front end’, waarbij aan het begin van een proces alle mogelijkheden open liggen en naarmate het onderzoeksproces vordert deze specifieker worden, was hier dan ook zeer uitdrukkelijk aanwezig. Ook het concreet bekomen van een concept dat aansluit bij onze onderzoeksvraag is niet probleemloos verlopen. Het doorbreken van vele blokkades en het goede spoor blijven volgen was dan ook een hele uitdaging die zeker een positieve bijdrage heeft geleverd aan de kwaliteit van ons onderzoeksproject.

Evolutie concept

Om een goed concept te bekomen hebben we een hele evolutie doorgemaakt. Na het correct formuleren van de onderzoeksvraag zijn we terechtgekomen in een chaos van ideeën. Er waren enkele zaken die weliswaar vaak terugkeerden, zoals het verschaffen van informatie, het prikkelen van de zintuigen, onwetendheid, ele-menten op C-mine,... Via feedback van docenten en verschillende vergaderingen konden we dan enkele ideeën schrappen, en zo ons focussen op een concreet con-cept, in plaats van steeds meer verdwaald te raken in de chaos van ideeën.

Het belangrijkste punt van het onderzoek is uiteraard het beantwoorden van onze onderzoeksvraag. Ons primaire uitgangspunt bij het bedenken van een concreet concept hield in om mensen te laten beseffen dat er een mijnverleden aanwezig is op de C-mine. Voor een eerste concept werden producten subtiel omgevormd zodat er een extra laag aanwezig was die verband had met dit mijnverleden. Dit concept was echter te fragmentarisch en de producten kwamen eerder voort uit de losse brainstormsessies, dan uit gericht onderzoek.

Bij een tweede maal individueel concepten bedenken bouwden we verder op het concept van de producten, maar gingen we eerst na welke links we konden leggen tussen het mijnverleden van de C-mine site en zulke producten. Ons overkoepe-lend concept hield in dat de producten via een soort apparaat uit de grond kwa-men. Hiermee werd de link gelegd naar de steenkool die uit de grond komt. Toch ontbrak ook hierbij nog de diepere betekenislaag en hadden we nog steeds niet voldoende een link met onze research naar de kenmerken van het mijnverleden. Daarom zochten we nog verder naar producten die de beleving van de mijnwer-kers beter kon representeren en die bezoekers van de C-mine site deze ervaringen kon laten beseffen.

13


Uiteindelijk concept

Onderzoeksvraag:

Hoe kunnen we bezoekers van de C-mine site bewust maken van het mijnverleden?

Uitgangspunt:

De kern van ons concept is dus het mijnverleden. De bedoeling is dan ook om men-sen letterlijk aan het denken te zetten over het mijnverleden, zodat ze beseffen dat C-mine niet zomaar een toeristische plaats is, maar dat het een plaats is die ontstaan is door de mijn, en dat er een heel mijnverleden aan verbonden is.

Er wordt vaak de opmerking gemaakt dat het mijnverleden meer dan genoeg aanwe-zig is en dat heel het C-mine gebied vol staat met elementen die juist hetgeen doen dat wij willen bereiken met ons project. Het project zou dan overbodig zijn? Maar niets is minder waar! Mensen die C-mine bezoeken zien twee grote schachtbokken, ze zien allemaal oude gebouwen en andere elementen. De link met het mijnver-leden is snel gelegd, maar op een heel oppervlakkig niveau. Uit onze observaties en enquêtes blijkt dat de meeste (jonge) mensen de site enkel bekijken vanuit het objectief gegeven dat er mijnbouw heeft plaatsgevonden op deze locatie. Ze weten meestal niet waarvoor de schachtbokken dienden, laat staan dat ze stilstaan bij de leefwereld van de mijnwerker, of de vele tragedies die plaats in de mijn vonden als er instortingen waren.

De kennis van de (meeste) mensen die C-mine bezoeken over het mijnverleden is dus betekenisloos. Wij willen ze hiervan bewust maken, en herinneren aan het feit dat er een diepere laag is aan het mijnverleden. Echter om mensen te laten beseffen dat er een diepere laag is moeten we hun standaard-denkpatroon doorbreken. Mensen moeten getriggerd worden om verder te gaan denken dan ze normaal zouden doen.

Concreet concept:

De C-minesite bezit heel veel elementen die naar het mijnverleden verwijzen, maar toch draait het niet allemaal meer om het mijnverleden. De mijn is eerder een leuk thema waarbinnen de voorname functies van C-mine vandaag (cultuur, design, ho-reca,...) geplaatst worden. Je kan dus stellen dat het mijnverleden wel aanwezig is op de C-mine, maar dat het grootste deel van de site dit niet meer centraal stelt. Ditzelfde willen wij gaan toepassen op hedendaagse, veel gebruikte consumptiepro-ducten. Door op een subtiele manier een extra laag aan de producten toe te voegen, die verband heeft met het mijnverleden, willen we mensen verder laten denken. Ze

14


zien het product, bijvoorbeeld een pakje sigaretten, maar als ze goed kijken zien ze dat er geen ‘Marlboro’ op staat, maar ‘Mijnbouw’, en dat de waarschuwing betrek-king heeft op het mijnverleden, i.p.v. op de gezondheid. Door deze producten ook nog eens te voorzien van informatie over het mijnverleden, gaan mensen verder denken, en wordt hun standaard denkpatroon doorbroken door confrontatie met het mijnverleden waar ze het eigenlijk helemaal niet verwachten.

De producten worden via een speciale automaat verkocht. In tegenstelling tot een gewone automaat, is er achter het glas een soort mijnmachine te zien. De producten worden uit de grond gehaald met een lift. Hiermee willen we de link leggen met de opgravingen van steenkool, de essentie van de mijnbouw. Ons doel is om de kennis die bij de mensen verloren is gegaan terug ophalen, net zoals het steenkool vroeger opgehaald werd. In combinatie met de producten zorgt het gebruik van de automaat voor een ervaring die niet alledaags is en gerelateerd is met het mijnverleden.

Space vs. Place:

Doordat de ruimte een nieuwe laag toegeëigend krijgt, namelijk de laag waarbij de bezoeker ook de link legt tussen de plaats en het mijnverleden, gaat hij de ruimte anders ervaren. De bezoeker ziet de ruimte niet meer als locatie met enkele gebou-wen die gerelateerd zijn aan de mijnbouw, maar gaat de ruimte ervaren op een die-per niveau, waarbij hij zich meer bewust wordt van wat het mijnverleden eigenlijk inhoudt.

Producten

De afbeeldingen van alle producten zijn terug te vinden in bijlage nr. 9.3

MINELIFE kauwgom:

Het was verboden om te roken in de mijnen. Bij gasvorming in de gangen van de steenkoolmijnen is er immers kans op ontploffingsgevaar. Een praktisch alternatief voor de brandende sigaretten vormde pruimtabak, net zoals snuiftabak. Mijnwerkers die toch nood hadden aan nicotine raakten wel sneller verslaafd aan het goedje en daarnaast is het ook ongezonder dan gewone tabak. Kauwtabak werd door mijnwer-kers regelmatig gebruikt. In de mijn dwarrelde heel veel stof rond, vooral na explo-sies en bij het boren. Een eigenschap van kauwtabak is dat het stof kan opnemen en daarom gebruikten mijnwerkers dit om het inademen van stof tegen te gaan. De ta-bak zorgt er ook voor dat er meer speeksel wordt geproduceerd. Hierdoor bezorgde het stof de mijnwerkers geen droge mond. (Weijnen, 1989, p. 171)

15


Coca Coal cola:

De mijnwerkers werkten in verschillende ploegen zoals vandaag de dag nog steeds het geval is in vele bedrijven. De nachtploegen daalden bijvoorbeeld om 22 uur af via de liftschachten en kwamen om 6 uur ’s morgens terug boven Daardoor zag een mijnwerker soms een hele werkweek geen zonlicht. Ook in de gangen van de mijnen was het heel donker en benauwd. Slechts om de tien meter hing een signaal-lamp in de schachten waar de schaafmachine de kolen uitschraapte. Deze lampen werden tevens gebruikt om te communiceren met de machinist van dit toestel. Als alle lampen uit gingen wist de machinist dat hij het toestel stil moest leggen. Voor de andere “koolputters”, de bijnaam van de kompels, was licht onontbeerlijk. Als hun lamp het begaf, of als de batterij van hun lamp leeg was konden ze enkel hopen dat er een kompel met een werkende lamp dichtbij was. Als dit niet het geval was, dan moesten andere mijnwerkers hen komen zoeken en zaten ze soms uren alleen in de duisternis. (Nelis, 2007)

Côal d’Or chocolade:

Steenkool is een fossiele brandstof en bestaat uit afzettingen van plantenresten die in het geologisch verleden zijn gevormd. De stof wordt vooral gebruikt door de ijzerin-dustrie en door de energiecentrales. Als stoomkool is het een fossiele brandstof voor industriële processen en energiecentrales. Als cokes wordt steenkool gebruikt in de ijzerindustrie. Hier wordt door middel van chemische reacties ijzererts naar zuiver metaal omgevormd. Bij dit proces spelen de cokes een belangrijke rol. Vroeger werd het steenkool vooral gebruikt als fossiel brandstof, ook bijvoorbeeld in huizen. Sinds de invoer van aardgas en aardolie is steenkool hiervoor echter in onbruik geraakt. Het is wel nog steeds een van de goedkoopste brandstoffen, maar bij verbranding ervan komen veel meer koolstofmonoxide en broeikasgassen vrij. (Gullentops & Wouters, 1996, pp. 107-113) Steenkool, ook wel het zwarte goud genoemd, heeft sinds 2 augustus 1901, de dag waarop André Dumont in As de eerste steenkool liet aanboren, een zeer belang-rijke rol gespeeld in Limburg. De mijnbouw heeft daar gezorgd voor een sterke economische groei, voor een groei van de steden en gemeenten waar de mijnbouw plaatsvond en voor een immigratiegolf van vele buitenlanders. De mijnbouw heeft ook een grote invloed gehad op de cultuur van de gebieden waar het actief was. Ook heeft het blijvende veranderingen gebracht in het landschap. Zo zijn de terrils al vanop grote afstanden zichtbaar. (Dienst Cultuur Genk, 2008, pp. 23-25)

16


Mijnbouw sigaretten:

De stoflongziekte of silicose, die ook als mijnwerkers-pneumoconiose bekend staat, wordt veroorzaakt door lange blootstelling aan kolengruis. Aangezien het stof dat de lon-gen ingaat niet door het lichaam kan worden vernietigd of verwijderd, blijft het er zitten en veroorzaakt ontstekingen en littekens (bindweefselvermeerdering). Het meest voorko-mende symptoom is kortademigheid, maar het kan ook tot emfyseem en hartfalen leiden. Mijnwerkers beschikten vanaf het einde van de jaren 50 dan ook over een CO-masker of stofmasker dat hen hiertegen moest beschermen. (Wouters & Desmedts, 1999, pp. 1200)Mijnbouw arbeid koffie:

Het werk dat een mijnwerker moest leveren was zeer zwaar en vaak gebeurde dit in bijna ondraaglijke toestanden. De arbeiders moesten veel zware toestellen, blokken en materialen verplaatsen, gebruiken en bedienen. De temperaturen in de mijn waren ook uitzonderlijk hoog, soms zelfs boven de 40°C. De hoge temperatuur en het zware werk samen hadden tot gevolg dat een mijnwerker 1 tot 3 Kg per post aan gewicht verloor. Het was dus zeer belangrijk dat de mijnwerker goed at en dronk en hier waren dan ook richtlijnen voor opgesteld. (Nelis, 2007) Samen met hun boterhammen namen de mijnwerkers een drinkbus mee van maximaal 2 liter mee de mijnen in, hier moesten ze de hele post mee doen, want een schaftpauze was er niet. Koffie werd zeer veel gedronken onder de mijnwerkers. De drinkbus van de meeste mijnwerkers was dan ook gevuld met koffie. Deze koffie dronken de mijnwerkers meestal koud en er zat geen melk in. Bij de hoge temperaturen waaronder ze moesten werk verzuurde de melk namelijk. De mijnwerkers dronken onder ander koffie omdat het goedkoop was en omdat het cafeïne bevatte. De cafeïne gaf de mijnwerkers naar eigen zeggen net dat extra beetje energie dat ze nodig hadden om het zware werk uit te voeren. (Delepeleire, 2007, p. 41)

Richtlijnen

Voor het ontwerpen van de producten werden een aantal richtlijnen vastgelegd, dit om banaliteit te voorkomen en om zoveel mogelijk diepgang te verkrijgen.

- Parodie op titel van veel gekocht product in automaten (Coca Coal, Côal d’Or, ...).- De inhoud van de verpakking moet gelijk blijven aan de inhoud van het originele product.- Er wordt 1 thema per product gebruikt, en hier wordt verder op gebouwd, dit om chaotische informatie met geen concrete boodschap te vermijden.- Er moet informatie over het behandelde thema op de verpakking geschreven staan, bijvoorbeeld bij de ingrediënten.- Bij meertalige verpakkingen mag de niet-Nederlandse informatie allemaal weg, er moet rekening gehouden worden met het feit dat de ingrediënten op een product verplicht zijn.- Elk product wordt voorzien van een logo/slogan: ‘Sta stil bij het mijnverleden’.

17


Machine

- Moet op het eerste zicht op een echte machine lijken, mensen moeten er naar toe gaan.- Door een doorzichtig venster kan de gebruiker zien hoe het product met een lift schijn baar uit de ondergrond gehaald wordt (met een dieptemeter).- Het ontwerp moet laten terugdenken aan het mijnverleden, hiervoor wordt een schacht bok-achtige constructie binnen gemaakt.- De labels om het product te kiezen moeten in de parodievorm staan.- Er moet stof en vuil bij te pas komen (analogie met steenkool).- Er moet veel lawaai en geluid zijn bij het ophalen van het product (analogie met mijn)- De kostprijs moet laag zijn, het is niet de bedoeling om commerciële voordelen te hebben, maar de mensen moeten juist zoveel mogelijk producten kopen zodat het een maximale impact kan hebben.

Voor het uiteindelijke ontwerp, zie bijlage nr. 9.5

18


7. Besluit

R3SEARCH, oftewel groep 3 van het project ‘Out of Space’, heeft een heel onderzoek-sproces doorlopen vooraleer aan het uiteindelijke concept te geraken. Van een ruime be-nadering waarin we de gehele C-mine wilden betrekken in ons concept, zijn we uitein-delijk beland bij een verfijnder ontwerp, gericht op de onwetendheid van de bezoekers van de C-mine site op het middenplein.

Uit onze observaties en enquêtes bleek dat de kennis over het mijnverleden vaak afwezig was bij deze mensen en dat zij zich niet echt meer konden inleven in de ervaringen die de oude mijnwerkers nog geen vijfentwintig jaar geleden op deze plek meemaakten. Onze onderzoeksvraag richtte zich dan ook op deze personen en wilde hen op een in-teractieve manier bewust maken van dit mijnverleden.

Uiteindelijk kwamen we tot ons definitieve concept door middel van allerhande brain-stormsessies, onderzoek en feedback bij de presentaties en de contactmomenten met de docenten. Op die manier slaagden we erin om onze ruimte te benaderen vanuit een niet-alledaags perspectief. We bedachten aan de hand van de ervaringen die mijnwerkers in deze ruimte hadden meegemaakt alledaagse objecten om te linken aan dit mijnverleden. Als overkoepelend concept kozen we om deze aangepaste objecten (zoals cola, sigaret-ten, kauwgom, …) in een eveneens aangepaste automaat te plaatsen. Deze automaat haalt de producten vanuit de ondergrond naar boven en is zo de schakel naar de mijn-schachtbokken die op het middenplein staan en dienden als liften om de steenkool en de mijnwerkers naar boven te halen.

Op deze manier hebben we als groep getracht om de bezoekers van de C-mine te herin-neren aan het mijnverleden. Deze herinneringen krijgen bij de bezoekers van de C-mine die de automaat gebruiken een belangrijke plaats in hun gedachten en zouden voor een actieve herinterpretatie van de C-minesite moeten zorgen.

19


8. Bronnenlijst

Schriftelijke bronnen:

Delepeleire, Y. (7 april 2007). De koolputters van toen. De Standaard, 41.

Gullentops, F. ,& Wouters, L. (1996). Delfstoffen in Vlaanderen. Ed. Min. Vlaamse Ge-meenschap, Brussel, 1996.

Nelis, C. (2007). Het werk in de ondergrond. In B. Delbroek, F. Delabre, S. Krul, L. Min-ten & C. Nelis. De koolputters: geschiedenis van de Belgisch-Limburgse mijnwerkers. Zwolle: Waanders.

Digitale bronnen:

C-Mine (2011). Opgehaald van http://www.c-mine.be/nl/

Dienst Cultuur Genk (2008). Genk: gisteren en vandaag. De geschiedenis van Genk in een notendop. Opgehaald van http://www.dialectingenk.be/files/geschiedenis_van_genk.pdf

Harwood, G., & Yokokoji, M. (2010). Coal fired computers. Opgehaald van http://yoha.co.uk/cfc

Reulens, K.,& Schaerlaekens, K. (2010). Mijn-Erfgoed: beleefde geschiedenis vandaag. Maar wat met morgen? In: A. Altena et al. (Reds.). Hybrid City/Hybride stad. (pp. 122-133). Opgehaald van http://www.designinsociety.nl/brutobuurtgeluk/wp-content/up-loads/2010/10/Hybride-Stad-20081.pdf

Wouters, E.F.M., & Desmedts, M. (1999). Silicose en antracosilicose. In M. Desmedts, J.H. Dijkman, C. Hilvering & D.S. Postma. Longziekten. (pp. 1200-1207). Assen: Van Gorcum. Opgehaald van http://books.google.be/books?id=IGKvxyDM6BYC&printsec=frontcover&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false

20


9. Bijlagen

9.1 Mapping

21


9.2 Interviews studentenvoorzieningen

9.2.1 Template:

Beste,

In kader van ons onderzoeksproject naar de studentenvoorzieningen in verschillende studentensteden, vragen wij u vriendelijk aan dit interview mee te werken en deze vra-genlijst zo nauwkeurig mogelijk in te vullen. Alvast bedankt voor uw tijd en inzet.

- In welke stad studeert u?

- Welke opleiding volgt u daar?

- Op welke school volgt u deze opleiding?

- Wat is u leeftijd?

- Zit u op kot of niet?

- Welke studentenvoorzieningen zijn reeds aanwezig in uw stad?

- Door wie worden deze georganiseerd? (studentenverenigingen, de stad zelf, …)

- Op welke locaties worden deze activiteiten georganiseerd? (in het centrum, dicht bij het station, …)

- Welke overige activiteiten doet u na school om te ontspannen?

- Welk budget geeft u wekelijks uit aan studentenvoorzieningen?

- Hoeveel zou u willen uitgeven?

- Bent u tevreden met de huidige voorzieningen in u stad?

- Wat moet er volgens u nog aanwezig zijn in u studentenstad?

- Is er een specifieke ontmoetingsplaats in u stad? (aan het standbeeld, in het park, …)

22


9.3 Enquête C-mine:

9.3.1 Template:

Nummer: …Geslacht: man vrouwLeeftijd: … jaarWoonplaats: …

Bezoekt u de C-Mine: 0 dagelijks 0 wekelijks 0 maandelijks 0 jaarlijks Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: …

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? …

Kent u de vroegere functie van de twee mijntorens die centraal staan op het domein? Ja: 0 energiegebouw 0 liftschacht 0 barenzaal 0 badzaal Nee: 0 …

Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: ...

Hoe beoordeelt u uw eigen kennis over het mijnverleden in Limburg? 0 uitstekend 0 goed 0 gemiddeld 0 weinig 0 zeer beperkt

Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? …

23


9.3.2 Resultaten:

Nummer: 1Geslacht: man vrouwLeeftijd: 21 jaarWoonplaats: Genk

Bezoekt u de C-Mine: 0 dagelijks 0 wekelijks 0 maandelijks 0 jaarlijks

Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: …

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De vroegere mijnen.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, ondergronds, zwart, lampen, …

24


Nummer: 2Geslacht: man vrouwLeeftijd: 19 jaarWoonplaats: Opglabbeek



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn van vroeger.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, buitenlanders, oud, steenkool, vuil, duisternis, ...

25





Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn van Winterslag die vroe-ger actief was


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: van vroegere mijnwerkers


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Waterschei, Winterslag, Beringen, mijnwerkers, steenkool, bruinkool, liftschachten, mijnschachtbokken, ondergrondse gangen

26


Nummer: 4Geslacht: man vrouwLeeftijd: 20 jaarWoonplaats: Houthalen



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn, zeker.


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere:


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, steenkool, onder-grondse gangen, gevaarlijk, ...

27


Nummer: 5Geslacht: man vrouwLeeftijd: 38 jaarWoonplaats: Leopoldsburg


Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: Atelier Piet Stockmans

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de gesloten mijn.



Hoe beoordeelt u uw eigen kennis over het mijnverleden in Limburg?0 uitstekend 0 goed 0 gemiddeld 0 weinig 0 zeer beperkt

Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Steenkool, ondergrondse gangen, helmen, mannenarbeid, stof, ...

28




Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere:

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar een mijn?




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, opgravingen, ...

29





Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn van Winterslag en de an-dere mijngebouwen

Kent u de vroegere functie van de twee mijntorens die centraal staan op het domein? Ja: 0 energiegebouw 0 liftschacht 0 barenzaal 0 badzaal Nee: 0 …Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: rondleiding


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, steenkool, delvingen, kanarie, migranten, Italiaanse wijk, voetbal van Winterslag tegen Waterschei, ...

30


Nummer: 8Geslacht: man vrouwLeeftijd: 24 jaarWoonplaats: Zonhoven



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijn.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Kool, helmen, zaklamp, zwart, on-dergronds, ...

31


Nummer: 9Geslacht: man vrouwLeeftijd: 32 jaarWoonplaats: Zolder



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijnen van Waterschei en Winter-slag.

Kent u de vroegere functie van de twee mijntorens die centraal staan op het domein? Ja: 0 energiegebouw 0 liftschacht 0 barenzaal 0 badzaal Nee: 0 Misschien uitkijkposten?



Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Steenkool, mijnwerkers, helmen, vuil, gevaarlijk, ontploffingen, doden, ...

32


Nummer: 10Geslacht: man vrouwLeeftijd: 32 jaarWoonplaats: Zolder



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijnen van Waterschei en Winter-slag.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Steenkool, mijnwerkers, ploegen, onder de grond, geen werkende mijn meer in Limburg, ...

33




Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: de tentoonstellingen

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De vroegere mijn van Waterschei, zeker.


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: mijn man was mijnwerker


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Koolputters, buitenlanders, onder-gronds, steenkool en bruinkool, tuinwijken, stoffig, zwaar labeur, ongezond stof, veel gestorven mijnwerkers, ...

34


Nummer: 12Geslacht: man vrouwLeeftijd: 22 jaarWoonplaats: Beringen



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijn van Genk.


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: …


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Allochtonen, zwart, kolen, diep in de grond, gangen, ...

35


Nummer: 13Geslacht: man vrouwLeeftijd: 20 jaarWoonplaats: Hasselt



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijn van Genk.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Kolen, onder de grond, pak, helm, donker, ...

36


Nummer: 14Geslacht: man vrouwLeeftijd: 19 jaarWoonplaats: Hasselt



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De oude mijnen.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Hard werk, gevaarlijk, geen zon, niet veel betaald, werktuigen, kolen, onder de grond, ...

37


Nummer: 15Geslacht: man vrouwLeeftijd: 47 jaarWoonplaats: Gent



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Het mijnverleden.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, steenkool opgraven, moeilijke job, diepe spelonken, ontploffingen, ...

38


Nummer: 16Geslacht: man vrouwLeeftijd: 18 jaarWoonplaats: Alken



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijnen.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Limburg, oude mannen, donkere gangen, opgraven, goud, vuiligheid

39





Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijn van vroeger.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Limburgse mijnen, veel vreemdelin-gen, liften, houwelen, zaklampen, steenkolen, onderaardse gangen, dynamiet, ijzeren gevaartes, ...

40


Nummer: 18Geslacht: man vrouwLeeftijd: 25 jaarWoonplaats: As


Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: Fitness

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijnstreek hier in de buurt.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Genk, metaal, wordt niet meer ge-daan, ...

41


Nummer: 19Geslacht: man vrouwLeeftijd: 21 jaarWoonplaats: Zutendaal


Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: Pop-up Shop

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de oude mijn.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Veel werk, vuil, mijnwerkers, opgra-vingen, diep onder de grond, Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen, ...

42


Nummer: 20Geslacht: man vrouwLeeftijd: 19 jaarWoonplaats: Tessenderlo


Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: Pop-up Shop

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn hier op deze plaats.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Sneeuwwitje en de Zeven Dwer-gen, mijwerkers, steenkolen, stoffig, zwaar werk, ...

43




Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop 0 MAD-faculty 0 Horecazaak 0 Cultuurcentrum 0 Andere: de mijnen zelf

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn van Waterschei van vroe-ger


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: Ik was zelf mijnwerker


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Koolputters, “de put”, de cités, wij zaten vaak op café, steenkool, helm, stofmasker, lange en zware dagen, stakingen, slui-ting nog meegemaakt, veel buitenlanders (Italianen, Turken, Marokkanen, …), Zwart-berg, schoon werk, moeilijk afscheid, ...

44


Nummer: 22Geslacht: man vrouwLeeftijd: 20 jaarWoonplaats: Leuven



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn en misschien naar City (van Genk?)




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Onder de grond, stoffig werk, geen zonlicht, karretjes, kolen, vrienden van mijn grootvader, ...

45


Nummer: 23Geslacht: man vrouwLeeftijd: 23 jaarWoonplaats: Hechtel



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn die hier vroeger was.




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, zwaar en gevaarlijk werk, iets met kolen, oude films, veel ontploffingen, lijkt mij eenzaam onder de grond, ...

46


Nummer: 24Geslacht: man vrouwLeeftijd: 20 jaarWoonplaats: Bilzen



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Naar de mijn




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, kolen, doolhof van gangen, gangen tot 100 meter diep, touwen en houwelen of boren, ...

47


Nummer: 25Geslacht: man vrouwLeeftijd: 18 jaarWoonplaats: Lommel



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijn?




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Zwarte mannen, stof en aarde, vuile handen, goud en metalen, ...

48





Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De oude mijn van Waterschei


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school 0 boeken 0 musea 0 internet 0 andere: Het cultuurcentrum


Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers dolven steenkool op, in verschillende ondergrondse gangen, gingen met de liftschacht naar beneden, was een harde en zware taak, veel immigranten uit Italië, Spanje, Turkije, enz. overgekomen om te werken, de mijnen gesloten sinds begin jaren 90, nog steeds veel toeristische bezoe-kers met interesse voor de mijnstreek in Limburg, ...

49


Nummer: 27Geslacht: man vrouwLeeftijd: 19 jaarWoonplaats: Tongeren



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De oude mijn op deze plaats




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mijnwerkers, ondergrondse gangen, zwarte kolen, stofwolken, mannen met helmen en houwelen, diep in de aarde, ...

50


Nummer: 28Geslacht: man vrouwLeeftijd: 17 jaarWoonplaats: Riemst



Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? De mijn?




Welke kenmerken verbindt u aan het mijnverleden? Mannen die in de mijn werkten, opgravingen, diep in de grond, ...

51


9.3.3 Percentages:

Geslacht: man: 16 (57%) Vrouw: 12 (43%)

Leeftijd: ≤25: 19 (68%) > 25: 9 (32%)

Woonplaats: Genk: 6 (21%) Limburg (niet Genk): 20 (72%) Buiten Limburg: 2 (7%)

Bezoekt u de C-Mine: 0 dagelijks: 19 (68%) 0 wekelijks: 5 (18%) 0 maandelijks: 1 (4%) 0 jaarlijks: 3 (10%)

Welke gebouwen van de C-mine heeft u reeds bezocht? 0 Euroscoop: 24 (86%) 0 MAD-faculty: 17 (61%) 0 Horecazaak: 24 (86%) 0 Cultuurcentrum: 12 (43%) 0 Andere: 6 (21%) • Atelier Piet Stockmans • Tentoonstellingen • Fitness: 1 • Pop-up shop: 2 • Mijnen: 1

Waarnaar verwijst de naam ‘C-mine’ volgens u? Mijn: 28 (100%)

Kent u de vroegere functie van de twee mijntorens die centraal staan op het domein? Ja: 0 energiegebouw: 1 (4%) 0 liftschacht: 6 (21%) 0 barenzaal 0 badzaal Nee: 21 (75%)

52


Hoe hebt u tot nu toe kennis verworven over het mijnverleden? 0 school: 26 (93%) 0 boeken: 4 (14%) 0 musea: 10 (36%) 0 internet: 6 (21%) 0 andere: 5 (18%) • Vroegere mijnwerkers: 2 • Rondleiding: 1 • Zelf mijnwerker: 1 • Cultuurcentrum: 1

Hoe beoordeelt u uw eigen kennis over het mijnverleden in Limburg? 0 uitstekend: 3 (11%) 0 goed: 2 (7%) 0 gemiddeld: 7 (25%) 0 weinig: 9 (32%) 0 zeer beperkt: 7 (25%)

9.4 Brainstorm

afzondering vuil klasseverdeling werktuigen mijnwegen geld goud metalen mysterie lift gevaar labeur stof zwart - wit foto’s samenhorigheid zwart geen zonlicht wijken doolhof grot

53

stress kanarie pikhouweel helmen duisternis cafe afwezigheid ontploffinsgevaar aarde diepte dynamiet gangen Minesuit vertier opgravingen schachten herinneringensteenkool Minecraft eenzaamheid


9.5. Producten

9.5.1 MINELIFE kauwgom:

9.5.2 Coca Coal cola:

54


9.5.3 Côal d’Or chocolade:

9.5.4 Mijnbouw sigaretten:

55


9.5.5 Mijnbouw arbeid koffie:

9.6 Automaat

56

R3SEARCH

Onderzoekspaper

Education

Transcript of Onderzoekspaper