nnovatiecontract Deltatechnologie 2014-2015 def

49
1 Dutch Delta Solutions Innovatiecontract Deltatechnologie 2014-2015

Transcript of nnovatiecontract Deltatechnologie 2014-2015 def

1

Dutch Delta Solutions

Innovatiecontract Deltatechnologie 2014-2015

2

Colofon Samenstelling Ad hoc werkgroep innovatiecontract 2014-2015: Jelke-Jan de With, De With/Taskforce Deltatechnologie Jana Steenbergen-Kajabová, Grontmij/Taskforce Deltatechnologie Paul van Dijk, van Oord/Taskforce Deltatechnologie Olga Clevering, Ministerie van Infrastructuur en Milieu Felix Wolf, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Bram Rosenbrand, Unie van Waterschappen Rik van den Bosch, Wageningen UR Sonja Karstens, Deltares/ Netwerk Deltatechnologie Met bijdragen van Ingrid Das, Boskalis/Taskforce Deltatechnologie Marjolein van Wijngaarden, ARCADIS Frank Goossensen, Arcadis/ NL Ingenieurs Peter van der Linde, Boskalis Hendrik Postma, Boskalis Stefan Aarninkhof, Boskalis Arjan van der Weck, Boskalis Mark Lindo, van Oord Gerrit Jan van de Pol, GMB Bas Reedijk, BAM Pieter Bergmeijer, Tidal Test Centre Henk Nieboer, Witteveen + Bos Waldo Molendijk, Lievensen Roel Posthoorn, Natuurmonumenten Ivo van der Linden, NWP Leendert van Damme, Ministerie van Economische Zaken Anne Reitsma, Ministerie van Economische Zaken Roeland Allewijn, Rijkswaterstaat Hans de Vries, Rijkswaterstaat Sjaak de Wit, Rijkswaterstaat Stefan Kuks, Unie van Waterschappen Corné Nijburg, Water Governance Centre Maarten Smits, Deltares Jurjen van Deen, Deltares Bonne van der Veen, Deltares Maya Sule, Deltares Lucas Janssen, Deltares Cees van de Guchte, Deltares Michiel Blind, Deltares Harry Baayen Caroline van der Salm, Wageningen UR Dorothee van Tol, Wageningen UR Martin Scholten, Wageningen UR Chris Bremmer, TNO Bart van den Hurk, NWO/ KNMI Nick van de Giesen, TU Delft Louis de Quelerij, TU Delft/ Centre of Expertise Deltatechnologie Marc Bierkens, NWO/Universiteit van Utrecht Eindredactie Sonja Karstens, Deltares/ Netwerk Deltatechnologie

3

Managementsamenvatting Doel van het innovatiecontract is om een gezamenlijke ambitie met commitment uit te spreken en innovatierichtingen neer te zetten. Tevens is het doel om mensen te enthousiasmeren om initiatieven op te pakken in de Topsector Water en om te participeren in projecten die in het contract staan genoemd.

In het contract geven we een gezamenlijke visie en strategie voor de thema’s waar we samen op willen innoveren. De ambitie die bedrijven, overheden en kennisinstellingen bij elkaar brengt is verdubbeling van de export van de watersector in 2020 en het vinden en toepassen van innovatieve oplossingen voor de opgaven voor een leefbare delta in Nederland.

Deltagebieden zijn dankzij hun gunstige ligging welvarend, rijk in natuurlijke hulpbronnen en hebben een hoge biodiversiteit. De helft van de wereldbevolking leeft in de Delta’s. Deze gebieden zijn kwetsbaar voor overstromingen, door zeespiegelstijging, bodemdaling, pieken in waterafvoer uit het achterland en perioden van watertekorten.

De Nederlandse Deltatechnologiesector biedt oplossingen voor de risico’s van het wonen in de Delta. Het gaat om technische en niet-technische oplossingen om het water te weren, benutten van energie uit water, beheren van het beschikbare zoetwater en tegengaan van verzilting en zorgen voor voldoende water voor de gebruiksfuncties landbouw, recreatie, scheepvaart, industrie, energievoorziening, natuur en drinkwater. Verder worden oplossingen geboden voor kostenefficiënt en betrouwbaar bouwen in Delta’s, waaronder beheer van kunstwerken.

In de sector is de overheid dominant als afnemer. Daarnaast kunnen ook de watergebruikers als afnemer worden gezien. De overheid mist het behalen van een concurrentievoordeel als prikkel voor innovatie. De overheid handelt vanuit een groot maatschappelijk belang en binnen een politieke context. Dit betekent dat er weinig ruimte is voor innovaties met groot risico op falen in praktijksituaties. Daarnaast heeft de overheid de plicht om veiligheid tegen de hoogste normen te leveren op een efficiënte manier. Dat vormt een motief om te zoeken naar nieuwe oplossingen, die betere resultaten leveren, goedkoper zijn en meer duurzaam zijn ten opzichte van traditionele methoden. Voordeel dat de sector heeft voor innovatie is dat de overheid met het HWBP en het Deltaprogramma een lange termijn perspectief biedt. Dat biedt de ruimte om te anticiperen en om verschillende innovaties op pilotniveau te ontwikkelen en te testen voordat ze toegepast worden in waterkeringen of het watersysteem. Door de samenwerking in de topsector water prikkelen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven elkaar tot vernieuwing en tot het tegengaan van de versnippering in de drie punten van de driehoek.

Voor het innovatiecontract 2014-2015 zijn de innovatieontwikkelingen en innovaties geclusterd in vier innovatiethema’s:

Waterveiligheid Waterbeheer Duurzame aanleg, beheer en onderhoud Ecologisch ontwerpen

Deze vier aspecten van Deltatechnologie maken het leven in de Delta mogelijk.

Om innovaties in deze thema’s te ontwikkelen en toe te passen in Nederland en internationaal zijn ontwikkelingen nodig op vier gebieden. Er is systeemkennis nodig over het functioneren van water- en bodemsystemen. Dit is voor de overheid van belang voor haar verantwoordelijk voor waterveiligheid en inrichting van het watersysteem. Voor het bedrijfsleven is systeemkennis nodig om inzicht te hebben in de werking van de innovaties die zij voorstellen en deze te kunnen toetsen in de praktijk. Het tweede dat nodig is dat kennis doorstroomt van hoogwaardig onderzoek naar de praktijk, zowel in het onderwijs als in het toepassen van nieuwe inzichten in de werkpraktijk. Daarvoor zijn nieuwe vormen van publiek

4

private samenwerking nodig, ook op het gebied van onderwijs. Veel innovaties in de Deltatechnologie zijn verbonden met ICT en sensortechnologie. Technieken voor monitoring, analyseren van grote hoeveelheden data, ondersteunende technieken zoals apps, visualisatietechniek, gaming maken het werken aan een Leefbare Delta efficiënter en de kwaliteit van de gegevens beter. Verder is om de samenwerking tussen actoren uit kennis, bedrijfsleven en overheid te versterken een goede governance nodig. Daarbij gaat om governance van innovatie zoals nieuwe financiële en bestuurlijke arrangementen die het innoveren in de driehoek verder gestalte geven en om het verdelen van de risico’s voor het ontwikkelen van innovaties tussen overheid en bedrijfsleven, zodat er geen obstakel ontstaat. Verder zijn er procesinnovaties nodig om de markt vroegtijdig te betrekken bij het bedenken van oplossingen voor de vraag van de overheid.

Om de ambitie te verwezenlijken van verdubbeling van de export op het gebied van deltatechnologie kennis en innovaties in 2020 zijn drie stappen nodig om de kansen die er liggen ook daadwerkelijk te verzilveren. De eerste stap is Nederland in te zetten als proeftuin. Er is ruimte nodig in uitvoeringsprojecten om innovaties in experimentele setting toe te passen. Om tot die proeftuinen te komen moeten we nieuwe samenwerkingsvormen ontwikkelen. We moeten met elkaar de ruimte creëren: fysiek, bestuurlijk, in processen voor besluitvorming en uitvoering, financieel en in tijd. Onderdelen daarvan zijn goed opdrachtgeverschap, leren vooropstellen, risicomanagement en zorgen voor opschaling van innovaties, zodat het niet bij een enkele toepassing blijft.

Een tweede stap is dat we Europa als springplank gebruiken. De EU richt zich sterk op het verbeteren van het innovatieve vermogen in Europa. De EU werkt veelal aan dezelfde obstakels als waar de Deltatechnologie sector mee te maken heeft, zoals nog onvoldoende kennisdoorstroming van fundamenteel onderzoek naar nieuwe toepassing en hoe innovatieve MKB bedrijven betrokken kunnen worden bij het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. We sluiten daarom zoveel mogelijk aan bij en maken ook qua financiering optimaal gebruik van Europese programma’s, zoals het European Innovation Partnership on Water, Horizon2020 en Joint Programming Initiatives.

De derde stap is dat we, om in het buitenland succesvol te zijn in het exporteren van onze kennis en oplossingen, meer gezamenlijk moeten optrekken. De Dutch Delta Approach met lange termijn perspectief en aandacht voor oplossingen die op korte termijn al toegepast kunnen worden trekt internationaal de aandacht. We moeten samen de sleutel vinden dat we als bedrijven elkaar versterken in plaats van tegen elkaar te tenderen. Nederland investeert ook in het versterken van de governance in het buitenland, wat op termijn moet leiden tot een betere planning en visie en financiën in landen in de Delta’s en daarmee investeringen in waterveiligheid en waterbeheer in de kwetsbare Delta’s.

Het ontwikkelen en testen van innovaties kost geld. De doelstelling van het topsectorenbeleid is dat de investeringen van het bedrijfsleven in R&D worden vergroot. Het bedrijfsleven ontvangt een TKI-toeslag van 25% op de middelen die geïnvesteerd worden bij een kennisinstelling. Waar we in de Deltatechnologiesector naar zoeken is naar een voortdurende wisselwerking met de overheid als eindgebruiker om tot innovaties te komen. Als de overheid meer innovaties gaat inkopen, krijgt de thuismarkt een stimulans voor het ontwikkelen van innovaties. Het kabinet zet er op in om 2,5% van het overheidsbrede inkoopbudget te besteden aan innovatiegericht inkopen. Ook alternatieven die structurele verankering van innovatiegericht inkopen als doel hebben, worden verkend. Om innovaties te kunnen ontwikkelen zijn vanuit de overheid maar ook vanuit het bedrijfsleven investeringen nodig. De bedragen die in het innovatiecontract worden genoemd zijn inspanningsverplichtingen, het zijn geen harde toezeggingen. Voor 2014 brengen overheden 26,2-26,6 M Euro, bedrijfsleven 20,1-20,5 M Euro en kennisinstellingen 11,2 M Euro in om nieuwe innovaties te ontwikkelen en toe te passen voor een Leefbare Delta in Nederland en internationaal. Voor 2015 brengen overheden 45,8-50,8 M Euro, bedrijfsleven 22,4-26,4 M Euro en kennisinstellingen 9,8 M Euro in. In totaal is de verwachte investering in 2014 57,5-58,3 M Euro en in 2015 78,0-87,0 M Euro.

5

Managementsamenvatting ................................................................................................................ 3 Voorwoord ......................................................................................................................................... 6 1 Ambitie en Doelen 2014-2015 .................................................................................................... 7

1.1 Een Innovatiecontract: wat en waarom? ........................................................................................................ 7

1.2 Uitgangspunten ............................................................................................................................................... 8

1.3 Leeswijzer ....................................................................................................................................................... 9

2 De deltatechnologiesector nader beschouwd ........................................................................... 11 2.1 Een wereldwijde uitdaging van formaat ....................................................................................................... 11

2.2 Wat is deltatechnologie? .............................................................................................................................. 12

2.3 Deltatechnologie als Nederlands exportproduct .......................................................................................... 12

2.4 De deltatechnologiesector in Nederland ...................................................................................................... 13

3 Innovatiethema’s ..................................................................................................................... 15 3.1 Overzicht ....................................................................................................................................................... 15

3.2 Waterveiligheid ............................................................................................................................................. 16

3.3 Waterbeheer ................................................................................................................................................. 17

3.4 Duurzame aanleg, beheer en onderhoud .................................................................................................... 18

3.5 Ecologisch ontwerpen .................................................................................................................................. 20

3.6 Belangrijke relaties ....................................................................................................................................... 22

4 Het fundament voor innovaties ................................................................................................ 24 4.1 Inleiding ......................................................................................................................................................... 24

4.2 Systeemkennis.............................................................................................................................................. 24

4.3 Human Capital en kennisdoorstroming naar de praktijk ............................................................................. 25

4.4 Data, modellering, ICT & monitoring ............................................................................................................ 26

4.5 Governance .................................................................................................................................................. 27

5 Hoe gaan we kansen in het buitenland verzilveren? ................................................................. 28 5.1 Inleiding ......................................................................................................................................................... 28

5.2 Nederland als proeftuin ................................................................................................................................ 28

5.3 Europa als springplank ................................................................................................................................. 30

5.4 De wereld in! ................................................................................................................................................. 33

6 Financiën en commitments ...................................................................................................... 36 Bijlagen ............................................................................................................................................ 40 Bijlage 1: Update innovatieprogramma’s innovatiecontract 2012-2013 .......................................... 40

Building with Nature ..................................................................................................................................................... 41

Flood Control ................................................................................................................................................................ 42

Leven met Zout............................................................................................................................................................. 43

Energiedijken ................................................................................................................................................................ 44

Digitale Delta ................................................................................................................................................................ 45

Duurzame deltasteden ................................................................................................................................................. 46

Bijlage 2: Ondersteuningsmogelijkheden vanuit Topsector Water ................................................... 48

6

Voorwoord Dit innovatiecontract is een product van de driehoek bedrijfsleven, kennisinstituten en overheid. Deze driehoek heeft elkaar nodig, de Deltatechnologiesector kan alleen goed functioneren als de drie punten van de driehoek met elkaar samenwerken. Samenwerken is ook elkaar uitdagen, zaken ter discussie stellen en lef tonen. Het maken van dit innovatiecontract heeft tot de nodige discussie geleid, en daarmee bijgedragen om ons, de Deltatechnologiesector, eens goed te bezinnen over het nut en de noodzaak van een innovatiecontract. De naam “innovatiecontract” geeft ons inziens een verkeerde indruk van dit document. Je kunt innovatie niet afdwingen. Ook is er niet echt sprake van een contract omdat de bedragen die in dit contract genoemd worden niet juridisch bindend zijn. Het Kernteam Deltatechnologie ziet het innovatiecontract meer als een intentieovereenkomst waarbij de partijen in de gouden driehoek samen koers bepalen om de eerder genoemde ambitie van verdubbeling van de omzet in 2020 te halen. Met dit contract willen we onze gezamenlijke ambities en intenties vastleggen: we willen eigenlijk een gezamenlijk perspectief voor de ‘Gouden Driehoek’ bieden. Het innovatiecontract is daarom opgesteld door een grote groep vertegenwoordigers vanuit de driehoek, die scherpe discussies gevoerd hebben over innovatie, samenwerking en uitdagingen. Wij vonden het inspirerend om op deze manier met elkaar aan de slag te gaan. Peter van der Linde, voorzitter Kernteam Deltatechnologie

7

Peter van der Linde (Boskalis/Vereniging van Waterbouwers): ‘Wemoeten proberen met elkaar eenomgeving te creëren waarin je ruimteschept. Dan krijg je de innovatie vanzelf.’

Stefan Kuks (Unie van Waterschappen):‘Dit innovatie-contract biedt wat mijbetreft echt een kader om gezamenlijkeprojecten te gaan doen.’

1 Ambitie en Doelen 2014-2015

1.1 Een Innovatiecontract: wat en waarom? Aanleiding tot dit innovatiecontract Het Ministerie van Economische Zaken heeft gevraagd om een update van het Innovatiecontract 2012-2013 voor 2014-2015 met daarin weergegeven aan welke inhoudelijke thema’s de komende twee jaar gewerkt gaat worden door welke partijen met welke inzet. Ambitie Bedrijven, overheden en kennisinstellingen in de Deltatechnologie vinden elkaar in de eerder uitgesproken ambitie van het Topteam Water om in 2020 tot een verdubbeling van de export van de Nederlandse watersector te komen. Dit innovatiecontract is een eerste stap in het concretiseren van de route waarlangs we deze ambitie willen bewerkstellingen. Dit doen we door gezamenlijk noodzakelijke en kansrijke innovaties op het gebied van deltatechnologie te signaleren, definiëren, ontwikkelen en uit te voeren. Met elkaar werken we daarmee aan oplossingen die nationaal en internationaal gevraagd worden om een leefbare delta te bewerkstellingen. Hierbij gaat het om vraagstukken op het gebied van waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid, waterbeheer, en klimaatadaptief en duurzaam inrichten van de delta zowel op het land als in het water. Van de sector voor de sector Met dit Innovatiecontract wil het Kernteam Deltatechnologie van Topsector Water laten zien dat ze onderkent dat overheid, bedrijven en kennisinstellingen ondanks dat ze ieder een eigen belang hebben wel hetzelfde doel nastreven: een leefbare delta. Ook onderkennen ze dat ze elkaar nodig hebben om dat doel te bereiken. De doelstelling van de drie partijen uit gouden driehoek met dit Innovatiecontract is om hierin hun gezamenlijke visie, ambitie en strategie op het gebied van innovatie vast te leggen en richting te geven aan hun handelen. Daarbij geldt de kanttekening en het voorbehoud dat in veel gevallen slechts sprake kan zijn van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting. Daarnaast kan het Innovatiecontract nieuwe deelnemers inspireren, enthousiasmeren en verleiden tot het starten van nieuwe samenwerkingsprojecten of het deelnemen aan bestaande projecten. Daarom is een beschrijving van de uitdagingen, de samenwerkingsvormen en de (nationale en internationale) financieringsmogelijkheden voor deze doelgroep opgenomen. Doel van dit Innovatiecontract Gelet op het bovenstaande heeft het Innovatiecontract als doel:

Gezamenlijke ambitie en commitments uitspreken en innovatierichtingen neer zetten Enthousiasmeren van potentiële initiatiefnemers en / of deelnemers.

8

Gerrit Jan van de Pol (GMB/MKB):‘Ik vind het belangrijk om MKBersvanuit concrete projectenstructureler aan te laten sluiten bijde kennisontwikkeling.’

Belangen Voor het bedrijfsleven geeft het innovatiecontract mogelijkheden voor vroegtijdige betrokkenheid en medebepaling van de kennisagenda. Ook biedt het innovatiecontract een kader voor de toeslagtoekenning op precompetitief onderzoek uitgevoerd binnen het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) en andere stimuleringsregelingen. De PPS1 projecten die daarvoor aangedragen worden moeten aansluiten op de thema’s die genoemd zijn in het innovatiecontract. Daarnaast laat het innovatiecontract onderwerpen zien waar de overheid de komende jaren in geïnteresseerd is en waar dus een potentiële markt voor is, in ieder geval binnen Nederland. Door zelf kennis op te doen door directe betrokkenheid bij onderzoek kan het bedrijfsleven een eigen portfolio opbouwen van projecten in de thuismarkt om daarmee de exportpositie (demo + ervaring) te versterken. Voor de overheid is het belangrijk om de beleidsopgaven op te nemen in het innovatiecontract en te vertalen in innovatiebehoeften en kennisvragen (die vervolgens door bedrijfsleven en kennisinstellingen worden aangepakt). Het gaat daarbij om de gehele beleidscyclus: van verkennen via begrijpen en beslissen naar ingrijpen en beheren. Het gaat daarbij niet alleen om innovatieve technische maatregelen, maar ook om innovaties in beslissings- en beheerondersteunend instrumentarium en governance. Het Innovatiecontract is voor de overheid bedoeld om te laten zien welke inzet het heeft in de topsector water.Daarnaast dient dit innovatiecontract ter rechtvaardiging en verantwoording van de besteding van publieke onderzoeksmiddelen. Voor de kennisinstellingen geeft het innovatiecontract richting aan het meerjarige onderzoek. Het draagt bij aan het waarborgen van de toepassing van kennis (zowel door overheid als bedrijfsleven). Het is daarnaast ook een legitimering voor de inzet van onderzoeksmiddelen waarbij de vraagsturing een belangrijke rol speelt. Voor universiteiten en hogescholen is het ook van belang dat door betrokkenheid bij het Topsector Water programma en de contacten met bedrijven en overheden de studie voor studenten aantrekkelijker wordt en daarmee een wervend karakter heeft voor de instroom.

1.2 Uitgangspunten Een aantal uitgangspunten van het innovatiecontract 2014/2015 ten opzichte van 2012/2013 op een rij gezet:

Verbeteren relatie Innovatiecontract en TKI-toeslagregeling In het innovatiecontract 2012/2013 stonden 6 business cases centraal: Building with Nature, Flood Control, Leven met Zout, Energiedijken, Digitale Delta en Duurzame Deltasteden. Het voordeel van de werkwijze met de business cases was dat het Innovatiecontract een duidelijke focus had. Echter bij de TKI toeslag ronde die volgde heeft alleen Building with Nature aanspraak gemaakt op de toeslag. De andere business cases leken niet in aanmerking te komen. Ook zijn er tijdens de TKI toeslag ronde twee projecten ingediend die geen rol speelden in het innovatiecontract 2012/2013. De samenhang tussen het innovatiecontract en de TKI toeslag was dus zeer beperkt, dat willen we dit keer verbeteren door te zorgen voor een kader dat maximaal ruimte biedt voor het ontwikkelen van publiek-private financiering van innovatieprojecten.

Inspirerend kader in plaats van concrete invulling De voortgang van de zes business cases uit het Innovatiecontract 2012/2013 staat beschreven in Bijlage 1. De afgelopen twee jaar is gebleken hoe lastig het is om de business 1 PPS = Publiek-private samenwerking met ‘in kind’ en in cash-bijdrage van de private sector. Er is ook PPP = Publiek-private programmering zonder in kind of cash bijdragen zoals gedefinieerd door de expertgroep spelregels van het Ministerie van Economische Zaken (EZ)

9

cases een stap verder te brengen. Gezien de ervaringen met het verloop van de business cases geloven we niet (meer) in het vooraf opschrijven wat er precies gaat of moet gaan gebeuren, hoe dat moet gebeuren en op welke gebieden innovaties zeker succesvol zullen zijn. We geloven wel dat de potentie en het zelforganiserend vermogen van de deltatechnologiesector groot genoeg is om met nieuwe ideeën, concepten en oplossingen te komen als wij zorgen voor een kader dat ruimte biedt maar ook inspireert door een aantal succesvolle PPSen in de etalage te zetten. De term business case is in dit contract sowieso vermeden. In de afgelopen periode is gebleken dat het geen goede term is. Het gaat meer om kennis- en innovatieprogramma’s. Hier wordt de trits innovatiethema-innovatieprogramma-innovatieproject gebruikt.

Financiering: zoektocht op maat noodzakelijk Bij de meeste business cases die in bijlage 1 beschreven zijn komt naar voren dat het rondkrijgen van de financiering en onduidelijkheid over de regels belangrijke oorzaken zijn van de beperkte voortgang. Gelukkig zijn er een aantal successen te melden: het commitment van ruim 2 Miljoen Euro per jaar (cash + in-kind) van private partijen en kennisinstellingen binnen EcoShape voor Building with Nature, ook voor de komende jaren; de samenwerkingsovereenkomst van 5,5 Miljoen Euro per jaar voor Digitale Delta en de EFRO subsidie voor Energiedijken. In het Innovatiecontract van 2012-2013 stond ook dat we het model van Building with Nature en Flood Control willen gebruiken voor andere innovatieprogramma’s. Building with Nature en Flood Control waren inspirerende innovatieprogramma’s waarin de driehoek avant la lettre met elkaar aan de slag was. Het nieuwe bedrijfslevenbeleid van de rijksoverheid kent minder subsidiemogelijkheden dan voorheen. De overheid probeert het ondernemerschap en de innovatie nu vooral te stimuleren met kredieten, garanties en fiscale voordelen. Hiermee is een geheel nieuwe situatie ontstaan. Uit ervaringen van de afgelopen twee jaar blijkt dat het model dat eerder in Building with Nature en Flood Control gehanteerd werd niet in de huidige constellatie kopieerbaar is (zie ook bijlage met de voortgang van de business cases). Het is duidelijk geworden dat een zoektocht op maat naar financiering voor elk innovatieprogramma/ innovatieproject noodzakelijk is waarbij koppeling aan bestaande uitvoeringsprogramma’s en -projecten een vereiste is.

Integrale benadering: Strategische kennisvragen ook in innovatiecontract In het innovatiecontract 2012-2013 waren de strategische kennisvragen niet opgenomen. Het gaat hierbij vooral om fysische en ecologische kennis van watersystemen, over de invloed van veranderende omgevingsfactoren en maatschappelijke ontwikkelingen en gevolgen van ingrepen. Dit zijn vragen die aan de basis liggen van besluitvorming, uitvoering en innovatie. Deze vragen worden veelal niet in PPS beantwoord, maar via publiek-private programmering (PPP). Bij PPS gaat het veelal om innovatie ondersteunende kennis in projecten.

Een deel van de middelen van NWO en Deltares worden voor PPP ingezet. Voor het Innovatiecontract 2014-2015 is besloten te kiezen voor een integrale benadering door zowel PPS als PPP mee te nemen, omdat we duidelijk willen laten zien dat onze ambities voor een Leefbare Delta niet zonder een goede kennisbasis verwezenlijkt kunnen worden.

1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beeld van de deltatechnologiesector geschetst: wat zijn de

uitdagingen waar we voor staan, waar speelt deltatechnologie op in en hoe kunnen we de Nederlandse deltatechnologiesector karakteriseren?

In hoofdstuk 3 wordt vervolgens aangegeven op welke innovatiethema’s we als sector willen focussen. Daarbij worden ook inspirerende voorbeeldprojecten gegeven om concreet te maken waar we als sector aan werken en waar we de komende jaren aan willen werken.

In hoofdstuk 4 wordt vervolgens ingegaan op het fundament dat nodig is om te komen tot innovaties: systeemkennis, Human Capital, data/model/ ICT ontwikkelingen en governance.

10

In hoofdstuk 5 komt onze strategie om de kansen in het buitenland te verzilveren en wat daar voor nodig is aan de orde.

In hoofdstuk 6 worden de financiën en het commitment van de verschillende partijen bij de verschillende thema’s weergegeven.

Voor mensen die geïnteresseerd zijn in de voortgang van de business cases uit het Innovatiecontract 2012-2013 is in bijlage 1 een update van de business cases opgenomen.

Voor mensen die aan de slag willen met de Deltatechnologie sector in de Topsector Water komen in bijlage 2 kort een aantal ondersteuningsmogelijkheden voor innovatie vanuit Topsector Water aan de orde.

11

2 De deltatechnologiesector nader beschouwd

2.1 Een wereldwijde uitdaging van formaat De helft van de wereldbevolking leeft op dit moment in delta’s, kust- en riviergebieden. En naar verwachting zal dit percentage in 2050 zelfs oplopen tot 70 procent. Delta’s hebben een enorm potentieel, maar zijn tegelijkertijd ook kwetsbaar. Doordat steeds meer mensen in deze gebieden komen te leven, en er steeds meer economische activiteiten plaatsvinden, neemt de druk op delta’s toe. Deltagebieden zijn door een gunstige geografische ligging welvarend, rijk in natuurlijke hulpbronnen, en hebben een hoge biodiversiteit. De meeste grote havensteden wereldwijd liggen in Delta’s. De zeeën nabij de kust kenmerken zich door een intensieve economische activiteit (de Noordzee is één van de meest intensief gebruikte zeeën ter wereld). Tegelijkertijd staan delta’s en de aangrenzende zeeën zwaar onder druk door de grote competitie voor natuurlijke hulpbronnen, ruimte en energie. Daarnaast is er risico op overstroming, bodemdaling, droogte en verzilting. Daarom en vanwege de effecten van klimaatverandering op waterveiligheid (zeespiegelstijging en extreme neerslag) en waterbeschikbaarheid is verdere verduurzaming van het gebruik van delta’s noodzakelijk. Er wonen wereldwijd ongeveer 100 miljoen tot 1 miljard mensen in gebieden die blootgesteld worden aan overstromingen die vaker dan eens in de 100 jaar voorkomen. Dit betekent dat bijna iedere generatie in deze gebieden met één of meerdere overstromingen vanuit zee of rivieren wordt geconfronteerd. Door de toenemende bevolking en bedrijvigheid, door zeespiegelstijging, veranderende rivierafvoeren en toename van neerslag en bodemdaling zullen in de komende twee generaties zowel het aantal blootgestelde mensen als de financiële gevolgen van een enkele overstroming in deze gebieden verdubbelen2,3. Waterveiligheid is daarmee een belangrijk maatschappelijk thema en staat als er slachtoffers vallen bij overstromingen ook sterk in de belangstelling van de media en dus het grote publiek. Wereldwijd leven circa 780 miljoen mensen zonder veilig drinkwater. Landen met waterproblemen ondervinden ernstige ziekten, misoogsten, armoede en beperkte kansen op economische groei. De oorzaken van waterproblemen lopen uiteen. Ook al regent het in sommige gebieden genoeg, dat regenwater wordt lang niet altijd opgeslagen als buffervoorraad voor droge periodes. Dit laatste geldt ook voor Nederland. Ook nemen, door klimaatverandering, periodes van extreem droogte toe. Dit terwijl wereldwijd het waterverbruik stijgt en door de daaruit voortkomende overexploitatie rivierafvoeren onder ecologische kritische waarden komen en het grondwaterpeil persistent daalt. Ook raken waterbronnen vervuild en zorgt klimaatverandering periodiek voor extreme droogte. Omdat deltagebieden bestaan uit slappe ondergrond en sedimentaire afzettingen met wisselende grondwaterniveau’s is het bouwen in deze gebieden een uitdaging. Daarnaast leiden het ontwateren van veengronden en overmatig onttrekken van grondwater tot bodemdaling, wat weer leidt tot een vergroot overstromingsrisico en schade aan gebouwen. Door al deze uitdagingen neemt ook de wereldwijde vraag naar kennis en nieuwe oplossingen op het gebied water, ondergrond én deltabeheer toe. Technologische doorbraken en vernieuwingen zijn nodig om het leven en werken in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken tegen aanvaardbare kosten.

2 OECD, ranking of the world’s cities most exposed to coastal flooding today and in the future, Environment Working Paper No. 1 (ENV/WKP(2007)1), 2007.

3 United Nations University, 2004, http://bit.ly/12ycdAt .

12

2.2 Wat is deltatechnologie? Om bovenstaande uitdagingen het hoofd te kunnen bieden staan in deltatechnologie staan de volgende onderwerpen centraal:

Buiten de deur houden van (ongewenst) water. Het gaat hierbij om waterkeringen (dammen, dijken en sluizen), stormvloedkeringen en andere hoogwaardige elementen die ons beschermen tegen het water. Aspecten op het gebied van veiligheid, natuur en economische ontwikkelingsmogelijkheden moeten meegenomen worden om tot duurzame en kosteneffectieve oplossingen te kunnen komen.

Gebruik van het watersysteem en de beheervragen die dit oproept. Hierbij kun je denken aan het op elkaar afstemmen van onderdelen en functies van de waterinfrastructuur zoals havens, kanalen en rivieren (onderdelen) en landbouw, wonen, natuur, energieopwekking (hydropower, biomassa, koeling), recreatie, vervoer over water (functies).

Het zorgen voor water van de juiste hoeveelheid en kwaliteit voor alle gebruiksfuncties inclusief landbouw en natuur.

Herstel en bescherming van aquatische en waterafhankelijke terrestrische ecosystemen door het treffen van inrichtingsmaatregelen en verduurzaming van gebruik van zoete, zoute en estuariene wateren.

Betrouwbaar en kostenefficiënt bouwen om wonen en werken in deze gebieden mogelijk te maken. Maar ook de inrichting en ruimtelijke planning in de delta in relatie tot waterveiligheid en waterbeheer vraagt de nodige aandacht. Ook landaanwinningen, havenontwikkeling en grondverbeteringen vallen hieronder.

2.3 Deltatechnologie als Nederlands exportproduct Nederland is één van de veiligste en meest leefbare dichtbevolkte deltagebieden in de wereld. Een prestatie die niet alleen gebaseerd is op onze internationale zeer gewaardeerde technologische kennis en kunde van waterbouw, maar tevens onze kennis van landbouw, natuur en landschap. Daarnaast heeft Nederland een unieke governance structuur op het terrein van waterbeheer. Deze ontwikkelingen zijn sterk gevoed door de historische lessen van overstromingen. Nederland is ook het enige land ter wereld waarbij het politieke draagvlak voor een lange termijn visie (100 jaar) op de waterproblematiek wettelijk is verankerd in de Deltawet. Het is dus niet zo vreemd dat andere landen geïnteresseerd zijn in de kennis en kunde van Nederland op het gebied van deltatechnologie. Er zijn volop kansen voor groei op het gebied van deltatechnologie gezien onze grote naamsbekendheid als Nederland op dit vlak en aangezien de wereldmarkt ook sterk groeit4,5,6. Mondiale groeikansen zijn aanwezig als gevolg van klimaatverandering en groei van de bevolking en de economieën in deltagebieden. De stijging van het zeewaterniveau en de benodigde adaptatiekosten zorgen voor een extra vraagimpuls. De kansen liggen vooral rond de thema’s ‘veiligheid’ en ‘leefbaarheid’ en in het bijzonder op het snijvlak van die twee. Deze thema’s volgen uit een analyse van de ontwikkelingen in de internationale markt en uit de kansen die de spelers voor het cluster zien7. 4 Boer en Croon, 2011, Topteam Water, discussiedocument nav analyse van (sub)clusters voor de Topsector Water

5 Global Water Intelligence (GWI), 2011. Global Water Market 2011. Media Analytics Ltd., United Kingdom.

6 NWP, 2010, Visie Water 2020, Den Haag

7 Panteia/Blueconomy, 2010, Het Nederlandse Deltatechnologie-cluster, economische waarde, internationale concurrentiekracht en arbeidsmarktperspectieven, Zoetermeer/Zaltbommel.

13

2.4 De deltatechnologiesector in Nederland Deltatechnologie is bij uitstek een sector waar de driehoek overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen duidelijk een gezamenlijk belang heeft. Iedereen heeft hetzelfde doel: een leefbare delta. Dat biedt een unieke en ideale voedingsbodem om samen te werken aan innovaties die helpen dat doel te bereiken. De bescherming tegen hoog water en de bewaking van de waterkwaliteit en waterkwantiteit zijn in veel landen primair publieke taken. In Nederland zijn Rijkswaterstaat en de waterschappen, maar ook provincies en gemeenten grotendeels verantwoordelijk voor de investeringen in de Nederlandse waterprojecten, met een jaarlijkse omvang van 7 tot 8 miljard Euro (Advies Topteam Water, juni 2011; red. noot: dit getal is Topsector Water breed dus inclusief watertechnologie)). Publieke partijen zijn daarmee de grootste vrager en afnemer van innovaties. Aan de ene kant is dit voor de overheid een gouden kans om haar maatschappelijke doelen te bereiken en de concurrentiepositie van het bedrijfsleven te versterken door uit te dagen tot innovatie, maar aan de andere kant ontbreken omdat het hier een overheidsmarkt betreft vaak één of meerdere innovatiedrijfveren die in sectoren met private afnemers en consumentenmarkten (zoals chemie en landbouw) wel voorkomen, bijvoorbeeld het verkrijgen van een concurrentie-voordeel. Nederlandse ingenieurs- en adviesbureaus, (water)bouwers en universiteiten en kennisinstellingen leveren diensten die wereldwijd bijdragen aan een leefbare delta. Veel MKB bedrijven zijn meer gericht op de Nederlandse en Europese markt. Aan zowel de kant van de overheid als aan de kant van het bedrijfsleven en bij de kennisinstellingen is er een noodzaak tot coördinatie, omdat de sector uit een groot aantal verschillende partijen bestaat. De afgelopen jaren is een verdere samenwerking bereikt, aan de kant van het bedrijfsleven met de Taskforce Deltatechnologie en aan de kant van de overheden in de koplopers waar waterschappen samenwerken met RWS en innovatievragen formuleren voor kennisinstellingen en bedrijfsleven. Verder hebben de kennisinstellingen Deltares en Wageningen UR een samenwerkingsconvenant getekend met als doel intensief van elkaars sterke kanten gebruik te maken en de opbouw van strategische kennis af te stemmen. De sector heeft een aantal kenmerken die innovatie bevorderen:

Grote omvang van de nationale markt. De overheid heeft daardoor veel sturingsmogelijkheden. Door de omvang van de investeringen kan de overheid, als zij de markt te prikkelt tot innovatie, een groot effect sorteren.

De overheid moet rekening houden met meerdere belangen. Dat is een stimulans voor innovaties die niet alleen het doel van veiligheid, maar ook andere doelen, zoals recreatie en natuur, dienen. Innovatie vindt vaak plaats op het grensvlak van disciplines en schijnbaar tegengestelde belangen. Daarbij speelt aan de andere kant ook dat voor het toepassen van andere concepten ook partijen uit andere sectoren moeten worden betrokken, zoals de landbouw, natuurbeheerders, gemeenten wat het proces niet altijd eenvoudig maakt.

In de watersector heeft de overheid een lange termijn perspectief: het Hoogwaterbeschermingsprogramma en Deltaprogramma, met een stip op de horizon voor lange termijn, bieden ruimte voor het uitdenken en uitproberen van andere benaderingen.

14

Uitgelicht: Deltaprogramma aanjager voor innovatie Het Deltaprogramma focust op de korte en de lange termijn opgave om ons land veilig en economisch aantrekkelijk te houden. Daarbij worden ambitieuze doelen gesteld. De werkwijze en de aanpak is in zichzelf innovatief en een exportproduct. Het Deltaprogramma wil de inhoudelijke doelen voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening bereiken met efficiënte, innovatieve oplossingen. Het Deltaprogramma heeft daarom actief de samenwerking met het bedrijfsleven en kennisinstellingen opgezocht binnen de Topsector Water, om bij te dragen aan het realiseren van de ambitie van de topsector: “kennis, kunde naar kassa”. De Topsector Water heeft met het Deltaprogramma een belangrijke thuismarkt, met name voor de clusters deltatechnologie en watertechnologie. De innovaties die deze clusters ontwikkelen, zijn niet alleen waardevol voor het Deltaprogramma, maar ook voor de internationale concurrentiepositie van de sector. Over en weer wordt samengewerkt om elkaar te versterken. Voor het Deltaprogramma zijn met name twee typen innovaties van belang: technische innovaties en procesmatige & beleidsmatige innovaties. Dit biedt vele kansen voor concrete toepassingen van innovaties en vervult een verbindende functie in relatie tot het buitenland. Wim Kuijken, Deltacommissaris Daarnaast zijn er in Nederland ook een aantal factoren die innovatie nog wel eens in de weg staan:

Waterveiligheid en watermanagement hebben een groot maatschappelijk belang, vanwege het mogelijke aantal slachtoffers en economische schade bij overstromingen. Rijkswaterstaat en de waterschappen hebben de professionele en publieke plicht om veiligheid tegen de hoogste normen te leveren. Hierdoor wordt vaak gefocust op technieken die zich ruimschoots bewezen hebben.

Dat innovatie plaatsvindt binnen het kader van publieke taken geeft weinig ruimte voor trial and error. De burger verwacht een efficiënte overheid. Dat maakt de ruimte voor bestuurders beperkt om te investeren in technieken die zich nog niet bewezen hebben en dus het risico in zich hebben te mislukken.

De sector bestaat zowel aan overheidszijde als aan bedrijfsleven zijde uit meerdere kleinere en grote organisaties met een verscheidenheid aan organisatorische culturen, werkwijzen, perspectieven, regelingen en belangen. Vaak wordt gezegd dat de deltatechnologiesector versnipperd is omdat er zo’n grote verscheidenheid aan gremia is, die vaak (vrijwel) hetzelfde beogen. Dat betekent dat het er veel uitwisseling op sector niveau nodig is en er tijd verstrijkt voordat een behoefte aan innovatie op grotere schaal wordt onderschreven en succesvolle verspreiding van innovatieve ideeën en praktijken zal plaatsvinden. Het vormen van consortia waarbij partners uit de gouden driehoek met elkaar leren werken en gezamenlijk aan een onderzoeks/innovatieagenda werken is een belangrijk middel om het nadeel van de diversiteitsfactor om te buigen in een voordeel (namelijk snellere uitwisseling van ideeën en ontwikkeling van een gemeenschappelijk denkraam).

Validatie van kennis en innovatie op prototypeschaal door toepassing bij concrete projecten op de thuismarkt is een onmisbare schakel. Voor het toepassen van nieuwe concepten is vaak een uitgebreid communicatietraject met belanghebbenden nodig. Flankerend onderzoek (voorspellen, meten en terugkoppelen) in samenwerking met opdrachtgevers tijdens de uitvoering is nodig voor de kennisontwikkeling. Bij toepassing van de innovatie op prototype schaal in het veld is vaak veel geld gemoeid. Dat maakt het testen van een innovatie lastig.

De betrokken bedrijven (aannemers, baggeraars, ingenieurs- en adviesbureaus) opereren in een markt met lage marges en beschikken meestal niet (zoals producenten in de maakindustrie) over een omvangrijke strategische kas voor Onderzoek en Ontwikkeling. Zij zijn wel bereid om menskracht beschikbaar te stellen (in kind) voor innovatieprojecten.

15

3 Innovatiethema’s

3.1 Overzicht In het innovatiecontract 2012-2013 vormden drie thema’s op de achtergrond een kader waarbinnen consortia met concrete en gefocuste business cases aan het werk waren:

Eco-engineering Waterveiligheid en slimme dijken Leefbare Delta

Op deze thema-indeling is nogal wat kritiek op gekomen vanuit diverse hoeken. Eén van de belangrijkste kritiekpunten was de terechte constatering dat Leefbare delta meer de overkoepelende doelstelling dan een apart thema was. Daarbij komt dat in het voorjaar van 2013 door het Programmabureau in opdracht van het Kernteam Deltatechnologie een uitvraag is gedaan voor kennisvragen. Het Programmabureau heeft daarbij zowel de vragen geïnventariseerd voor de kennisbasis van de sector als innovatieondersteunende kennis. In dit hoofdstuk gaat het met name om innovatieondersteunende kennis, dit wil zeggen kennis die nodig is om innovatieve projecten uit te kunnen voeren. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de benodigde basiskennis, d.w.z. de kennis die nodig is om te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, uitdagingen en benodigde ingrepen. Wat betreft innovatieondersteunende kennis zijn drie nieuwe thema’s boven komen drijven: beheer & onderhoud (inclusief de vervangingsopgave kunstwerken), zoetwatervoorziening en beheer van mariene ecosystemen. Ook komt veelvuldig terug dat meer aandacht voor de governance aspecten vereist is. Er is in dit innovatiecontract voor gekozen zo dicht mogelijk te blijven bij de oude thema-indeling om te zorgen voor herkenbaarheid en continuïteit, maar wel recht te doen aan de actualiteit door de nieuwe thema’s die naar voren zijn gekomen te betrekken. De Deltatechnologiesector heeft op basis van de voorgaande overwegingen ervoor gekozen om de kennisontwikkelingen en innovaties te clusteren in vier innovatiethema’s, te weten:

1. Waterveiligheid 2. Waterbeheer 3. Duurzame aanleg, beheer en onderhoud 4. Ecologisch ontwerpen

Deze vier thema’s hebben allen tot doel om een Leefbare delta mogelijk te maken: te leven, te wonen en te werken in deltagebieden, zoals in Nederland.

16

3.2 Waterveiligheid Urgentie Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in steden. En een flink deel van die steden ligt in delta’s. Delta’s die door klimaatverandering, toenemende bevolking en bedrijvigheid, veranderende rivierafvoeren en toename van neerslag en bodemdaling steeds kwetsbaarder worden. Het goed beschermen van delta’s tegen overstromen wordt daarmee steeds belangrijker. Onderwerpen in thema:

Beter begrijpen van morfologische en hydraulische veranderingen van watersystemen

Meerlaagsveiligheid: voorkomen van overstromingen, het beperken van de gevolgen van een overstroming en rampenbeheersing.

Innovatierichtingen:

Flood management en data/ICT Energie uit dijken Multifunctionele keringen (natuur, infra, gebouwen) floodproof’ inrichten van laaggelegen gebieden efficiënt, effectief en innovatief ontwerp en beheer van waterkeringen (bv

pipingoplossingen, insitu oplossingen) innovatieve oplossingen voor waarschuwingssystemen en crisismanagement

Voorbeeldprojecten waarvoor al commitment vanuit de driehoek bestaat:

IJkdijk Multifunctionele keringen (STW) Digitale Delta (zie bijlage 1) Energiedijken (zie bijlage 1) Tijdelijke en flexibele waterkeringen Tidal Test Centre Overdiepse Polder

Uitgelicht: Overdiepse polder: Boeren op een terp

In tijden van extreem hoogwater is de Bergsche Maas een bedreiging voor Noord-Brabantse dorpen en steden langs de rivier ter hoogte van Geertruidenberg tot 's-Hertogenbosch. Waterschap Brabantse Delta zorgt voor droge voeten en schoon water in West-Brabant en de uitvoering van de rivierverruiming in de Overdiepse polder van medio 2010 tot eind 2015. De 550 hectare Overdiepse Polder wordt omgetoverd tot waterbergingsgebied. Boeren bouwen op acht terpen een nieuw bedrijf met groeipotentie dankzij het zelf bedachte terpenplan. De andere boeren zetten hun bedrijf elders voort. Provincie Noord-Brabant heeft de plannen opgesteld. Het project krijgt subsidie van de Europese Unie. De Overdiepse Polder is één van de ruim dertig locaties van het rijksprogramma Ruimte voor de Rivier dat vier miljoen Nederlanders beschermt tegen overstromingen.

Betrokken partijen: Waterschap Brabantse Delta, Provincie Noord-Brabant, Ruimte voor de Rivier, Gemeente Geertruidenberg/Waalwijk, Van Oord Nederland BV, GMB infra BV en Oldenkamp BV

17

Uitgelicht: Tijdelijke en flexibele keringen

Op dit moment is vanuit het buitenland veel belangstelling voor wat Nederland in de aanbieding heeft op het gebied van tijdelijke en flexibele waterkeringen. Tijdelijke en flexibele keringen kunnen lokaal maatwerk bieden bij complexere bebouwde situaties in en nabij waterkeringen en kunnen noodoplossingen bieden bij rampen. In Delft is onlangs een demonstratiepolder met diverse tijdelijke waterkeringen geopend, getiteld Flood Proof Holland. Dit biedt een etalage van mogelijke oplossingen waar al een aantal buitenlandse delegaties zijn komen kijken.

Betrokken partijen: Dura Vermeer, BAM, GMB, DutchDam, BFDS, Green Soil Bag BV, Valorisatieprogramma Deltatechnologie, Waterschappen, Deltares

3.3 Waterbeheer Urgentie Delta’s worden gekenmerkt door een intensief landgebruik. Er bestaat door de ondiepe grondwaterstanden een nauwe interactie tussen grond- en oppervlaktewater. Een zorgvuldige inrichting en beheer van het gebied is dan ook noodzakelijk om een goede waterkwaliteit te handhaven of te verkrijgen. Door klimaatverandering nemen in bepaalde gebieden de risico’s op overstromingen toe en vrezen andere mogelijk nabijgelegen gebieden voor gebrek aan water. Zelfs binnen één gebied kunnen overstromingen en langdurige droogtes elkaar afwisselen. Gevolg is dat de waterafvoer via rivieren meer schommelt. Hierdoor zullen vaker extreem hoge en lage waterstanden voorkomen. Onderwerpen in thema:

Duurzame zoetwatervoorziening. Duurzame en rendabele zoute en estuariene ecosystemen Duurzaam watergebruik Leven met zout: naar duurzame inrichting Verziltingsbestrijding, zoet-zoutscheiding Zoetwaterbeschikbaarheid Waterverdeling (nationaal, stroomgebieden) Grondwater, opslag en gebruik Bodemdaling in relatie tot ontwatering en grondwateronttrekking

Innovatierichtingen: Dit vraagt om het slim managen van het water zodat risico’s op overstromingen worden beperkt en schoon en niet verzilt water ook beschikbaar is ten tijde van langdurige droogte. Dit thema richt zich dan ook op:

Slimmer en goedkoper meten en modelleren (waterstanden, waterkwaliteit en zout)

Early warning systems en risico-assessment Innovatieve zoet-zout scheidingsystemen en innovatief toepassen daarvan scheidingsystemen en optimalisatie van zoet en zout-watergebruik door

toepassing van watertechnologie en waterhergebruik en recycling strategieën. Beslissystemen voor besturing van sluizen en gemalen op maat. Integrale optimalisatie van het waterbeheer in een stroomgebied, door het

inzetten van informatie en monitoring technologie bij het afstemmen van landelijk waterbeheer, regionaal waterbeheer en waterbeheer in de landbouw.

Efficiënter gebruik van zoetwater ten behoeve van klimaatadaptatie (droogte, wateroverlast en verzilting). Het gaat hierbij zowel om technische, bestuurlijke als financiële innovaties waarbij in veel gevallen ook de landbouwsector betrokken zal moeten worden.

Het verder uitwerken van het concept waterdiensten om win-win te creëren tussen landbouw, natuur en waterbeheer.

Reduceren van emissies van diffuse verontreinigingen vanuit de landbouw en het vergroten van mogelijkheden voor natuurlijke waterzuivering.

18

Slim combineren van oppervlakte-en grondwaterbeheer (conjunctive groundwater and surface water use) door ruimte-tijd optimalisatie oppervlakte- en grondwatergebruik, rain-water harvesting, artificial recharge en aquifer storage and recovery

Remote monitoring: combinatie van remote sensing, modellering en meting als ondersteuning van het operationele waterbeheer.

Terugbrengen van watergebruik door toepassing van (combinaties van) monitoring, sensor technologie, remote sensing en simulatie modellen.

Voorbeeldprojecten waarvoor al commitment vanuit de driehoek bestaat:

Bellenscherm Leven met Zout (zie bijlage 1) Waterplanner Waterrijk

Uitgelicht: Bellenscherm

Een van de twee Krammerjachtensluizen krijgt een innovatief zoet-zout scheidingsysteem met verbeterde luchtbellenschermen, een waterscherm en een spoeldebiet. De verwachte voordelen hiervan zijn: sneller schutten en een besparing op beheer- en onderhoudskosten.

De innovatie ten opzichte van bestaande bellenschermen zit in een betere verdeling van de lucht die in het water wordt gepompt en in de combinatie met een waterscherm en een spoeldebiet. De luchtbellenschermen en het waterscherm scheiden het zoete en het zoute water door onder water een barrière te vormen waar het zoute water beperkt doorheen dringt. Het innovatieve systeem is uitgebreid onderzocht, zowel in het laboratorium van Deltares als in de praktijk, in de Stevinsluis (Afsluitdijk). Royal HaskoningDHV heeft het systeem vertaald in een innovatief ontwerp. Bij deze testen bleek dat het systeem zó goed werkte, dat Rijkswaterstaat er alle vertrouwen in heeft dat de pilot in de Krammerjachtensluis zal slagen en daarna kan worden ingebouwd in het gehele Krammersluizencomplex, ter vervanging van de nu aanwezige zoet-zout scheiding.

Betrokken partijen: Rijkswaterstaat, Royal Haskoning DHV Nederland BV en Deltares. De samenwerking ligt vast in een overeenkomst in het kader van de Topsector Water die de partijen 1 juli 2013 hebben ondertekend.

Uitgelicht: Waterplanner: Beter waterbeheer dankzij gebruikmaking van satellietbeelden

Een van de belangrijkste taken van een waterschap is te zorgen voor voldoende water. Niet te veel en niet te weinig. Daarom is het voor waterschappen van belang de hoeveelheid water die het beheergebied inkomt en verlaat nauwlettend te volgen. Dit gebeurt door het opstellen van de waterbalans van het beheergebied via hydrologische modellering. Veldwaarnemingen worden gebruikt om deze modellen te toetsen. Nadeel is de ‘grofmazigheid’ van deze metingen. Daar is nu een oplossing voor middels het beschikbaar komen van hoge resolutie satellietbeelden (25 m, wekelijkse dekking) via de Nationale Satelliet Dataportaal (NSD). In dit project wordt onderzocht hoe al deze data optimaal gecombineerd kan worden om de gewenste informatie te leveren.

Betrokken partijen: Alterra, Royal Haskoning/DHV, Waterschap Rijn en Ijssel, Nelen & Schuurmans

3.4 Duurzame aanleg, beheer en onderhoud Urgentie De algemene trend naar beperking van de maatschappelijke kosten voor aanleg, beheer en onderhoud vergt een verandering van het denken in de gehele levenscyclus van de “assets” om het even of het gaat om waterkeringen, waterbouwkundige constructies en installaties, natte en droge kunstwerken en andere infrastructuur die het leven in de delta mogelijk maakt. Een goed voorbeeld dat op dit moment in Nederland speelt is de vervangingsopgave natte kunstwerken bij Rijkswaterstaat. Tot 2040 zullen naar verwachting 52 sluizen het einde van hun ontwerplevensduur bereiken of onvoldoende schutcapaciteit hebben. Dit vormt voor

19

Rijkswaterstaat een grote uitdaging om daar op een duurzame en efficiënte manier mee om te gaan gezien de grote kosten die hiermee gepaard gaan. Een belangrijke doelstelling bij assetmanagement is een efficiënter onderhoud en minder kosten over de levenscyclus voor grootschalige ingrepen. Door de ruimte (ook in de tijd) efficiënt te benutten door goede planning en slim te ontwerpen met oog voor materiaalgebruik en de dynamiek van de tijd (veranderende belastingen, maar ook sociaal maatschappelijke veranderingen) kunnen synergie- en schaalvoordelen bereikt worden. Onderwerpen in thema:

Ontwikkeling van deltagebieden, planvorming, planning en ontwerp Duurzame en kostenefficiënte offshore engineering, haveninfrastructuur, kust en

rivierinfrastructuur; Bouwen op en in slappe bodems Vervangingsopgave kunstwerken en infrastructuur Bodemdaling Duurzame deltasteden - Smart Cities- slimme oplossingen voor klimaatadaptatie,

stedelijk waterbeheer en koppeling met energieopgave (Smart Cities) Interactie tussen water en ruimtelijke ordening: water en de leefbare stad

Offshore ontwikkelingen zoals Offshore windparken en andere activiteiten die Offshore (op zee) plaatsvinden, bijvoorbeeld deepsea mining in relatie tot het mariene ecosysteem

Innovatierichtingen

Life cycle benadering (van o.a. kunstwerken en infrastructuur) Nieuwe materialen en duurzaam (her)gebruik van grondstoffen en

bouwmaterialen Technieken om bodemdaling te voorkomen en tegen te gaan Meerwaarde uit data en monitoring voor ontwerp, beheer en onderhoud halen

Voorbeeldprojecten waarvoor al commitment vanuit de driehoek bestaat:

Self Supporting River Systems Geo Impuls Multiwaterwerk

Uitgelicht: GeoImpuls: Gedrag van veen in Bloemendalerpolder GeoImpuls is een Joint Industry Project waarbij veel private partijen betrokken zijn met en een aansprekende ambitie (50% minder geotechnisch falen in 2015). Een voorbeeldproject dat binnen GeoImpuls loopt is De Bloemendalerpolder ligt tussen de vestingstadjes Muiden en Weesp. Met de Vecht, Amsterdam en 't Gooi in de nabijheid, is het gebied aantrekkelijk om te wonen en te recreëren. Uit een geotechnisch vooronderzoek blijkt echter dat zettingen lastig te voorspellen zijn, wat risico's met zich meebrengt voor veel bouwers, projectontwikkelaars en opdrachtgevers. Binnen het Geo-Impulsproject Langetermijnmeting en modelvalidatie is een praktijkproef in de Bloemendalerpolder gestart. De proef bestaat uit het aanbrengen van een tweetal terpen met uitgebreide langdurige monitoring en voorafgaand veld- en laboratoriumonderzoek. Met de proefresultaten kan het gedrag van veen en daarmee het zettingsproces betrouwbaarder worden voorspeld om bouwkosten en bouwtijd te reduceren en beter te controleren. Betrokken partijen: Strukton, BAM, Boskalis, Heijmans, KWS, Van Hattum & Blankevoort, Van Oord, Ballast Nedam, Dura Vermeer; Arcadis, ProRail Witteveen+Bos, , Tauw, Movares, Fugro, Royal HaskoningDHV, Grontmij, CRUX; CURNET (COB, CUR B&I), Deltares, TU Delft, CROW, KIVI/Niria, Vereniging van Waterbouwers en Bouwend Nederland

20

Uitgelicht: MultiWaterWerk

Veel sluizen en stuwen onder beheer van Rijkswaterstaat zijn binnenkort - van enkele jaren tot 20 jaar - aan vervanging toe. Hiervoor gaat MultiWaterWerk.nl aan de slag. Het doel is om een uniform waterwerk te maken, dat overal in Nederland toegepast kan worden. Voor de verschillende functies die deze werken moeten bedienen, kan een opzet met aparte onderdelen een oplossing bieden. Dan kan voor iedere sluis of stuw de beste combinatie gemaakt worden. De uniformiteit levert uiteindelijk veel besparing op in het beheer en onderhoud van de werken.

Betrokken partijen: Rijkswaterstaat, Van Hattum en Blankevoort, Deltares

3.5 Ecologisch ontwerpen

Urgentie:

Deltagebieden hebben door hun gunstige geografische ligging een hoge bevolkingsdichtheid. Door de aanwezigheid van vruchtbare gronden, voldoende water en een grote stedelijke afzetmarkt is er veelal sprake van intensieve en hoogwaardige voedselproductie in deltagebieden. Grote zeehavens spelen een belangrijke rol voor aanvoer van grondstoffen en afvoer van producten uit deze sector. Al deze activiteiten grijpen in op de leefomgeving van mens en natuur en we zijn ons dan ook steeds meer bewust dat voor een duurzame ontwikkeling van de delta innovatieve methoden nodig zijn die gebruik maken van de synergie tussen het natuurlijk functioneren van ecosystemen en de maatschappelijk gewenste ontwikkeling.

De afgelopen jaren is op dit terrein het nodige fundamentele en toegepaste onderzoek verricht, onder andere door deelnemers aan het Ecoshape consortium in het kader van het Building with Nature programma. Ondanks de geboekte vooruitgang, zijn nog veel fundamentele vragen onbeantwoord en is er nader onderzoek nodig om de ontwikkelde kennis daadwerkelijk in de praktijk te kunnen toepassen.

Dit thema heeft een sterke link met de andere drie innovatiethema’s. Ecologisch ontwerpen is immers geen doel op zich maar een middel om te komen tot hoogwaardige, kosteneffectieve en daarmee breed gedragen oplossingen voor waterveiligheid, waterbeheer en duurzame aanleg, beheer en onderhoud. Daarmee draagt dit thema mede bij aan de daar genoemde doelen.

Onderwerpen in thema:

Het ontwikkelen en ontwerpen van technieken en methoden om synergie te verkrijgen tussen de natuurlijke functie van ecosystemen en gewenste maatschappelijke ontwikkelingen.

Bevorderen van ecosystemen door een innovatieve aanleg van infrastructurele werken

Gebruik van natuurlijke processen om infrastructurele werken te realiseren Zuivering van water door natuurlijke systemen Ecosysteemdiensten (bijvoorbeeld Green Infrastructure) Innovatieve deltaproductiesystemen

Innovatierichtingen:

“Natuurlijk Goedkoper!”. Doel van dit programma is de onderbouwing van een perspectief op kostenbesparingen (of anderszins relevante meerwaarde) op lopende en toekomstige hoogwaterveiligheid projecten via gerichte ontwikkeling en opschaling van kennis en kunde over ‘Building with Nature type’ voorlandoplossingen. De lopende HWBP2 projecten bieden een uitgelezen kans om het voorgestelde programma te realiseren.

21

Ontwikkelen en toepassen van Building with Nature concepten in kwetsbare tropische kustgebieden als mangrovekusten, koraal en zeegrassen.

Innovatieve methoden waarbij door aanpassing van de morfologie van beeksystemen zowel de hydrologie als de waterkwaliteit en ecologie worden verbeterd, alsmede de zuivering van water door natuurlijke systemen.

Inpassen van de ontwikkeling van infrastructuur als havens en vaarwegen in kwetsbare gebieden als de Waddenzee.

Vergroten van de acceptatie van Building with Nature oplossingen via (kwantitatieve) onderbouwing van het concept van ecosysteemdiensten

Ontwikkeling en toepassing van nieuwe normen rond baggerwerking, gebaseerd op de draagkracht van het lokale ecosysteem en gedegen voorspelling van impacts

De multifunctionele zoute polder: innovaties die nieuwe economische activiteiten binnendijks mogelijk maken zoals vis- en schelpdierenteelt, algenkweek gebruik makend van de hoge productiviteit van dit soort systemen.

Innovaties in nieuw en bestaand menselijk gebruik op zee en in kustwateren ten einde een verdere verduurzaming van het gebruik van mariene en estuariene ecoystemen te bewerkstelligen.(Denk bijvoorbeeld aan systemen of technieken die de effecten van onderwatergeluid door heien mitigeren, de bijvangst in de visserij minimaliseren of voorkomen en natuurvriendelijk baggeren).

Voorbeeldprojecten waarvoor al commitment vanuit de driehoek bestaat:

Building with Nature (zie bijlage 1) o Zandmotor Delfland o Voorlandoplossingen voor Hoogwaterveiligheidsvraagstukken

Markerwadden Nature Coast Vismigratierivier Eiwitproductie achter de dijk (Zeeuwse Tong en Kustlab)

Uitgelicht: Marker Wadden

Natuurmonumenten wil in het Markermeer een uniek natuurontwikkelingsproject realiseren: de Marker Wadden. Marker Wadden is een natuurherstelplan voor het Markermeer: een weergaloos vogelparadijs. Er is al veel resultaat geboekt; er is groot bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak, de ruimtelijke ordening procedures zijn in gang gezet (bestemmingsplan, MER) en het eerste geld is beschikbaar (€ 45 miljoen, waarvan €15 miljoen afkomstig van de Nationale Postcode Loterij en € 30 miljoen Rijksgeld). De innovaties liggen vooral op het vlak van het (ecologisch) herstel van Delta meren, het maken en consolideren van nieuw land. Daarnaast is er veel ruimte om te experimenteren met natuurlijke waterkeringen (door het ontbreken van wettelijke veiligheidsnormen) .De Taskforce Deltatechnologie (TFDT) wil Natuurmonumenten helpen om haar doelstellingen te bereiken met een optimale marktbenadering. De TFDT adviseert Natuurmonumenten de juiste prikkels bij de markt te leggen, die uiteindelijk resulteert aan de doelstelling. Hierdoor wordt een concrete bijdrage geleverd aan het creëren van een vogelparadijs van aanzienlijke omvang, een helder Markermeer en wordt de Markerwadden een internationale showcase van formaat voor Nederland!

Betrokken partijen: Natuurmonumenten, Rijkswaterstaat, Taskforce Deltatechnologie.

Uitgelicht: Oesterriffen Sinds de aanleg van de stormvloedkering in de Oosterschelde is sprake van geleidelijke erosie van de getijdenplaten, waardoor waardevolle habitat voor flora en fauna verdwijnt en de golfaanval op dijken lokaal kan toenemen. Als natuurlijke oplossing voor deze problematiek is op een drietal plaatsen in het estuarium een oesterrif aangebracht. Dergelijke riffen zijn in staat om golven te dempen, stroomsnelheden te verminderen en sediment in te vangen; bovendien zorgen de natuurlijke structuren voor een verrijking van het landschap. De aanpak is duurzaam omdat met een relatief geringe ingreep de belangrijke intergetijde habitats effectief beschermd worden. Bovendien gebeurt dit door aanleg van een levende structuur, die in staat is om mee te groeien met langjarige veranderingen zoals zeespiegelstijging. De goede ervaringen met oesterriffen in de Oosterschelde hebben een consortium van Nederlandse kennis- en marktpartijen geïnspireerd tot de toepassing van het concept ten behoeven kustverdediging in Bangladesh. Betrokken partijen: IMARES, Deltares, NIOZ, Van Oord, RHDHV, W+B, WUR, TU Delft.

22

3.6 Belangrijke relaties

3.6.1 NWO

De thema's die in dit innovatie-contract worden geadresseerd hebben veelal hun wortels in meer generieke onderzoeksonderwerpen waar NWO mee bezig is, zoals systeemkennis, ICT en monitoring en governance. NWO heeft in haar propositie 2014/2015 (deze is momenteel nog in de besluitvormingsprocedure) thema's en programma's opgenomen die bijdragen aan de ontwikkeling van deze generieke basiskennis. De voorgestelde programma's zijn deels een voortzetting van eerdere programma's, deels topsector-breed, en deels nieuwe programma's gericht op de scope van dit innovatiecontract, waarbij onderwerpen als waterbeschikbaarheid, ICT, leefbare delta’s, klimaatverandering en water-governance aan de orde zullen komen.

3.6.2 Andere deelsectoren binnen Topsector Water Door de sterke interacties binnen zoete en zoute watersystemen, de integrale veiligheids- en waterbeschikbaarheidsproblematiek in verstedelijkte delta’s en de interactie tussen kust, vaarweg en haveninfrastructuur, liggen er ook kansen in gezamenlijke kennisontwikkeling op bepaalde thema’s. De drie deelsectoren Maritiem, Watertechnologie en Deltatechnologie werken dan ook nauw samen. Met Watertechnologie ligt de link bij het vinden van oplossingen op het vlak van waterbeheer (tegengaan van verzilting, waterhergebruik, terugwinning van nutriënten) en bij inzet van innovaties op het gebied van deltatechnologie voor de onderhouds- en vervangingsopgaven voor de waterketeninfrastructuur (drinkwaterleidingen, rioolstelsels). Met Maritiem is er een link op het gebied van haveninfrastructuur, off shore constructies en winnen op zee. Om deze samenwerking verder vorm te geven, is met NWO afgesproken dat er in de periode 2014-2015 twee thematische calls komen op het vlak van onderzoek die de samenhang van de Topsector Water benadrukken. • De eerste thematische call (‘License to operate’) gaat over de interactie tussen technologie en de watersystemen (binnen en buiten de delta). Het gaat om kennis op het grensvlak van Aard- en Levenswetenschappen en Technologische wetenschappen. Deze is essentieel voor de natte waterbouw, toepassing van watertechnologie en allerlei maritieme en offshore operaties. De kennis is noodzakelijk om deze activiteiten verantwoord uit te voeren (‘license to operate’ ) en vormt uiteindelijk ook een concurrentievoordeel tegenover concurrenten. • De tweede thematische call (‘The New Delta’) gaat over de analyse van de watersystemen in de Delta. De focus ligt bij de integrale problematiek van klimaatverandering en de leefbare (verstedelijkte) delta en daarmee samenhangend de thematiek van de ‘City of the Future’, duurzaam transport via the Delta (‘the Blue Road’) en duurzame economische activiteiten.

3.6.3 Met andere topsectoren De thema’s binnen deltatechnologie hebben de grootste linken met de topsectoren Agro&Food, Energie, High Tech Systemen en materialen Topsector Energie: gebruik Smart Grids voor optimaliseren energieverbruik waterbeheer, Energiedijken, Wind op Zee. Relatie tussen energiegewassen, voedselveiligheid en waterbeschikbaarheid.

23

Topsector Agro&food: telen van andere gewassen of gemodificeerde variëteiten in verzilte gebieden en gebieden die te lijden hebben van droogte of waterschaarste. High Tech Systemen en Materialen: Sensoren De grote vraag hierbij is hoe we die links gaan benutten en uiteindelijk verzilveren. Tot nu toe worden veel mooie woorden gesproken over kansen voor innovaties op de grensvlakken maar we zien dat onderwerpen die echt cross-sectoraal zijn, zoals Leven met zout, ook tussen de wal en het schip dreigen te vallen.

Actie 2013-2014 Kernteam Deltatechnologie: plan maken hoe de cross overs verder uit te werken en te verzilveren

24

Frank Goossensen (Arcadis/ NLIngenieurs): ‘Het is juist ook bijinnovatie van belang dat weverder kijken dan onze neus langis, ook lange termijn en ookaandacht voor ontwikkelingen vanbuiten de praktijk van elke dag.’

4 Het fundament voor innovaties

4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het fundament dat benodigd is om te komen tot innovaties. Je zou kunnen zeggen dat dit fundament als een enabler voor innovaties optreedt. Dat fundament bestaat uit 4 onderdelen:

Systeemkennis (goede kennisbasis) Human Capital en kennisdoorstroming data/model/ ICT ontwikkelingen governance.

4.2 Systeemkennis

Voor overheden is het van groot belang dat voldoende fundamentele kennis aanwezig is over het functioneren van de water- en bodemsystemen waarvoor zij verantwoordelijk zijn en hoe de water- en bodemsystemen reageren op veranderingen in stressfactoren, zoals klimaatverandering, watergebruik en systeemvreemde stoffen. Immers alleen met een goede kennisbasis kunnen beslissingen genomen worden over het beheer van water- en bodemsystemen en de noodzaak om vaak ingrijpende maatregelen te laten verrichten. Voor het bedrijfsleven geldt dat de innovaties die zij voorstelt ook de gewenste resultaten moeten opleveren. Ook hiervoor is fundamentele systeemkennis noodzakelijk, die grotendeels samenvalt met de behoefte van de overheden.

We hebben het in dit Innovatiecontract met name over kennis als enabler voor innovaties maar daarnaast is kennis, ook fundamentele systeemkennis, één van onze grote exportproducten. We gebruiken het in onze advisering wereldwijd. Een voorbeeld: we dragen het concept van adaptief Deltamanagement overal ter wereld uit.

Bij systeemkennis als enabler voor innovaties en als exportproduct gaat het bijvoorbeeld om:

Kennis over kust, wadden en riviermorfologie en de gevolgen van klimaatverandering en ingrepen.

Kennis over getijdewerking en hydrodynamica. Kennis over het gedrag van zand en slib bij zandsuppleties en

baggerwerkzaamheden om er zo weinig mogelijk verstoring en vertroebeling optreedt. Ook hier is kennis nodig over het gedrag van bodemdeeltjes.

Kennis over het functioneren van ecosystemen en interacties tussen fysische en ecologie

Kennis over de interactie tussen gebouwde omgeving en het natuurlijk systeem Kennis over nieuwe stoffen en emissiepreventie Kennis over het voorspellen en de gevolgen van extreme weersomstandigheden en

maatregelen; Ontwikkelen van nieuwe beslissingsondersteunende modellen

25

Uitgelicht: Maasvlakte 2: Kennis- en innovatie-ontwikkeling on the job Voor Maasvlakte 2 is er een zeewering ontwikkeld die bestaat uit een combinatie van een harde zeewering (3,5 km) en een zachte zeewering (7,5 km). Deze combinatie heeft sterk bijgedragen aan het verlagen van de aanlegkosten, vermindering van onderhoud van de kustlijn en aan het duurzaamheidsgehalte. Er is ondermeer uitgebreid gekeken naar welk talud voor de vooroever geschikt was. Hierbij speelden systeemkennis over de morfologie, sedimenttransport en hydrodynamica een belangrijke rol.

Een andere innovatie die is ontwikkeld is de Blockbuster, een enorm apparaat waarmee grote blokken in de blokkendam vanaf het land over grote afstand met grote precisie konden worden geplaatst. Hierdoor was de Blokkendam op tijd klaar en kon onder budget worden opgeleverd.

Uitgelicht: Zandmotor: Kennisontwikkeling | De Zandmotor is een grote hoeveelheid zand in de vorm van een haak die vastzit aan de kust bij Ter Heijde. Door wind, golven en zeestroming verspreidt het zand zich langs de kust. Hierdoor groeit de kust op natuurlijke wijze aan. Dit levert een bijdrage aan de kustveiligheid op langere termijn én er ontstaat meer ruimte voor natuur en recreatie. Na verloop van tijd verdwijnt de haakvorm en ontstaan een bredere kust en bredere duinen, waardoor de kust veiliger is geworden. Een prachtige innovatie waar we trots op kunnen zijn als Nederland. De monitoring van bewegingen van het sediment van de zandmotor levert weer veel kennis op over sedimenttransport en de morfologie. Zo gaan innovatie-ontwikkeling en kennisontwikkeling hand in hand. Dit project Kennisontwikkeling Zandmotor is ook ter onderbouwing van de toepasbaarheid van het concept voor kustbeheer en de exporteerbaarheid naar het buitenland. Deze kennis zal worden opgedaan in de reeds lopende projecten ‘Kennismonitoring Zandmotor’ (gefinancieerd door RWS, EFRO en EcoShape) en het daaraan gekoppelde STW perspectief programma ‘NatureCoast’.

4.3 Human Capital en kennisdoorstroming naar de praktijk

De kennisparadox, namelijk een toonaangevende portfolio van hoogwaardig onderzoek op universiteiten, hogescholen en kennisinstellingen enerzijds maar tegelijkertijd het onvoldoende doorstromen van de resultaten hiervan naar de praktijk, geldt ook op het vakgebied van de Deltatechnologie.

Daarnaast is in het arbeidsmarktonderzoek van Panteia (2010) geconcludeerd dat er in de periode tot 2020 de totale vraag naar werknemers in het Nederlandse deltatechnologie cluster ca.10.000 fte’s zal bedragen. Het tekort voor afgestudeerden op hoger onderwijs zal daarbij oplopen tot 16%. De noodzaak om voldoende gekwalificeerde deltatechnologie professionals op te leiden is daarmee hoog.

Nieuwe vormen van publiek private samenwerking zijn ook op het gebied van het hoger onderwijs nodig. Enerzijds om de kwaliteit van de opleidingen op het gebied van deltatechnologie te verhogen en daarmee ook de aantrekkelijkheid voor studenten. Anderzijds om een intensievere samenwerking van de sector op het gebeid van toegepast onderzoek van de hogescholen te ontwikkelen die zal leiden tot een betere doorstroming van kennis naar bedrijven.

De initiatieven om gerelateerd aan de topsectoren zogenoemde Centres of Expertises vanuit HBO instelllingen en Centra voor Vakmanschap vanuit MBO instellingen te starten moet bijdragen aan de oplossing voor beide vraagstukken. De start in 2012 van het Centre of Expertise Deltatechnologie is een voorbeeld van anticipatie op deze ontwikkeling.

Onderwerpen die hierbij een rol spelen zijn:

Innovatieve methoden voor betrokkenheid van bedrijven bij de onderwijsvernieuwing van het hbo;

Entameren van vraaggestuurd toegepast onderzoek met inschakeling van studenten en bedrijven;

Het ontwikkelen van publiek private samenwerkingsverbanden gericht op intensieve interactie van onderwijs, onderzoek en valorisatie, sterk gedreven vanuit de vraagzijde van de sector zelf.

26

Jaap Kwadijk (Deltares): ‘Op dit momentzien we grote ontwikkelingen op het gebiedvan data, modellering en omgaan metinformatie die veel kansen bieden. Dit zitvaak juist op de grensvlakken van deverschillende thema's.’

Uitgelicht: Centre of Expertise Deltatechnology

De drie HBO instellingen HZ University of Apllied Sciences te Vlissingen (tevens penvoerder), Hogeschool Rotterdam en Van Hall Larenstein (als combinatie eerder actief onder de naam Dutch Delta Academy) hebben in 2012 de aanvraag ingediend om het Centre of Expertise Deltatechnology te starten. Het ministerie OCW heeft dit verzoek gehonoreerd met een startsubsidie voor 2013 en zal dit jaar besluiten over een voortzetting hiervan tot en met 2016.

Het CoE is een publiek privaat samenwerkingsverband dat er op gericht is de kennisontwikkeling en kennisdisseminatie op het gebied van deltatechnologie in Nederland te versnellen en wel vanuit drie drijfveren: 1. Opleiden van meer en beter gekwalificeerde hbo-professionals voor de arbeidsmarkt; 2. Versnellen van kennisvalorisatie en innovatie door grotere betrokkenheid van de sector bij vraaggestuurd en toegepast onderzoek en betere kennisspreiding en kennisdeling; 3. Versterken internationale oriëntatie in onderwijs en onderzoek om het Nederlandse hoger onderwijs en het internationale bedrijfsleven beter te positioneren. Daartoe wordt gesteund door het bureau van het CoE een groot aantal projecten gestart op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie in samenwerking met het bedrijfsleven en de overheid als sectorpartijen. Concrete projecten die op dit moment al spelen binnen het CoE Deltatechnologie: • Kennismanagement harde en zachte zeeweringen • Zelfredzame gemeenschappen • Buitendijkse kweek • Invloed drijvend bouwen • Internationalisering van onderwijs curricula van de DeltaAcademy van HZ Betrokken partijen: 3 hogescholen, 9 kennisinstellingen, 14 overheidsorganisaties en 20 bedrijven.

In het Kernteam Deltatechnologie is afgesproken dat de ontwikkeling van het Human Capital zoveel mogelijk via de projecten gebeurt. Dit gebeurt ook al op dit moment bijvoorbeeld bij Building with Nature waarbij combinaties gelegd worden met lesprogramma’s van de TU Delft, WUR en Hogeschool Zeeland. Het Kernteam zal monitoren wat er gebeurt en of dat voldoende is of dat er extra acties vereist zijn.

4.4 Data, modellering, ICT & monitoring

De internationale markt voor ICT groeit snel en biedt zeer veel potentie. Het is een domein waarin Nederland zich onderscheidend ontwikkelt en ook verder kan ontwikkelen. De internationale concurrentiepositie van de Nederlandse kennis en expertise op dit gebied is sterk. Vooral op het gebied van overstromingstoepassingen, en slim meten en monitoren heeft Nederland een voorsprong in de mondiale markt.

Het Nederlandse bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden bieden gezamenlijk een breed pallet aan diensten en producten op het gebied van Water en ICT. Bestaande Nederlandse producten betreffen onder andere kennismanagement, serious gaming, visualisatietechnieken, meet- en monitorinstrumentarium, sensortechnologie, ontwerp- of modelleringinstrumenten en zogenoemde Decision Support Systems (DSS). Toepassingsgebieden zijn onder andere te vinden in het optimaliseren van waterstromen voor de landbouw, het sturen in watersystemen en de reductie van overstromingsrisico’s.

Gaming, modellering, software-ontwikkeling en sensortechnologie zijn ook typisch gebieden waarin veel MKB bedrijven in Nederland actief zijn.

27

In het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon2020 van de Europese Unie neemt ICT ook een sleutelrol in. ICT toepassingen maken innovaties mogelijk, onder andere in het voorkomen van rampen en voor monitoring en sturing. Europese ruimtemissies (Galileo en GMES/Copemicus) maken een schat aan data beschikbaar, die mits toegankelijk gemaakt, leiden tot innovaties in monitoring en sturing voor waterveiligheid, waterbeheer, duurzame inrichting.

4.5 Governance

Governance is in ieder innovatiethema een belangrijk onderwerp. Het is een woord dat veel gebruikt wordt, wij zien het als sturing die nodig is om je doel te bereiken.

Nederland heeft een unieke kennispositie doordat we techniek en governance middels interdisciplinaire samenwerking weten te verbinden in de beleids- en uitvoeringspraktijk op basis van de principes: duurzaamheid, integraliteit en kwaliteit. De impact van het internationale werk kan vergroot worden door een verdere professionalisering van deze positie en vernieuwing van de internationale samenwerking.

Belangrijke aandachtspunten die in meerdere innovatiethema’s terugkomen hierin zijn:

Vernieuwende bestuurlijke en financiële arrangementen (onder meer samenwerking over grenzen heen van functies, ruimte- en tijdschalen, verdeling van verantwoordelijkheden) voor het samenwerken in de driehoek

Governance inzichten die bijdragen aan procesinnovaties om de innovatiebelemmeringen / uitdagingen uit hoofdstuk 2 aan te pakken

Effectieve monitorings- en reflectiemethoden om de (maatschappelijke) impact van geïmplementeerde innovaties en nieuwe concepten te bepalen, acceptatie van innovatieve technologieën (bv winning van schaliegas)

28

5 Hoe gaan we kansen in het buitenland verzilveren?

5.1 Inleiding

De ambitie is uitgesproken om te zorgen voor een verdubbeling van de omzet. De grote vraag is wat er nodig is om die ambitie te bereiken. De komende tijd zal er gewerkt worden aan een strategie om die ambitie concreet in te vullen met acties, maar in dit hoofdstuk zijn alvast een aantal elementen opgenomen die daarin een rol zullen spelen.

Actie Kernteam Deltatechnologie: ambitie van verdubbeling van omzet concreter uitwerken en kijken hoe gemonitord kan worden of we op de goede weg zitten om die ambitie te halen.

We zetten in op een strategie in drie stappen:

1. Nederland als proeftuin 2. Europa als springplank 3. De wereld in!

5.2 Nederland als proeftuin

5.2.1 Introductie Jaarlijks investeren de Nederlandse overheden zo’n 7-8 miljard Euro in waterprojecten (Advies Topteam Water, juni 2011). Tegelijkertijd zien we dat de opgaven alsmaar groter worden, dat het kabinet forse bezuinigingen wil doorvoeren en de internationale voorsprong van Nederlandse bedrijven onder druk staat. Door Nederland als proeftuin te gebruiken kunnen we ervoor zorgen dat we het geld dat geïnvesteerd wordt in waterprojecten kunnen aanwenden om bijvoorbeeld de veiligheid in Nederland nog beter te waarborgen en de watersector nationaal en internationaal te versterken. En daarmee tegelijkertijd invulling geven aan een innovatieve thuismarkt met ruimte voor experimenten en een etalage voor het buitenland van wat wij als Nederland in de aanbieding hebben.

5.2.2 Wat gaan we doen? We moeten gezamenlijk in de driehoek issues benoemen en aanpakken in concrete maatschappelijke opgaven/projecten die op dit moment maatschappelijk pregnant zijn (lastig op te lossen/ veel geld kosten: bijvoorbeeld HWBP, Deltaprogramma, kustversterking, kosten van beheer en onderhoud) waarmee het bedrijfsleven ook in het buitenland geld kan verdienen. Daarin willen we gezamenlijk optrekken in de driehoek overheid-privaat-kennis in het gehele proces: marktpartijen vroeger betrekken en kennisinstellingen ook later betrekken om hun kennis en de uitvoeringskennis van het bedrijfsleven dichter bij elkaar te brengen We willen prioriteit geven aan investeringen en oplossingen die bijdragen aan een kosteneffectievere uitvoering en kijken hoe het geld dat daarmee bespaard ingezet kan worden voor ontwikkeling van nieuwe innovaties (bv revolving fund).

29

Bart van den Hurk (KNMI/NWO): ’Ik zou ervoorwillen pleiten om in een vroege fase bij elkaarin de keuken te gaan kijken om elkaarswerelden beter te begrijpen: iemand van hetbedrijfsleven voor een dag in de week bij eenkennisinstelling en andersom. Dat vind ik ookeen voorbeeld van procesinnovatie.’

5.2.3 Wat is daarvoor nodig? We moeten nieuwe samenwerkingsvormen ontwikkelen die tot doel hebben om projecten sneller, beter en goedkoper te realiseren. Maar ook moeten we met elkaar ruimte creëren-fysiek, bestuurlijk, procesmatig en financieel - alsmede tijd waarbinnen met nieuwe oplossingen en toepassingen kan worden geëxperimenteerd. Om dit te bewerkstelligen is een andere manier van samenwerken nodig tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Hiervoor is procesinnovatie nodig. Dit kan door vernieuwing van de wijze waarop wordt samengewerkt. Hierbij is een veranderende rol en houding noodzakelijk en moeten belemmeringen worden omgebogen in kansen:

Samenwerking vanuit de Gouden Driehoek; verder verbeteren van de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen.

Een lerend programma: Het begint bij goede voorbeelden uit de praktijk en die door te vertalen naar het uitvoeren van projecten alsmede onderzoek (proeftuinen) in de beginfase van projecten.

Levensduurbenadering staat centraal: Aanleg, beheer en onderhoud kunnen gecombineerd worden bij voldoende schaalgrootte en benadering vanuit het systeem.

Goed opdrachtgeverschap/opdrachtnemerschap: verantwoordelijkheid van de partijen op basis van inhoudelijke kennis en kunde, heldere taak –en risicoverdeling (de partij die het risico kan beheersen, draagt het risico), outputgerichte definitie van de vraag (functioneel), verbetering contractvorming en transparant EMVI-beoordelingsproces

Vroegtijdig markt betrekken: Overheid moet niet zelf de oplossingen bedenken, maar moet duidelijk de innovatiebehoefte formuleren. Anderzijds komt het ook voor dat innovaties aan de overheid worden aangeboden, zonder dat hieraan een concrete innovatiebehoefte aan ten grondslag ligt, dus markt heeft daarin ook een verantwoordelijkheid.

Versnippering tegengaan bij zowel de kant van de overheid als bij het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Taskforce Deltatechnologie, samenwerking binnen koplopers van waterschappen samen met RWS en de Delta Alliance dragen hieraan bij.

Risicomanagement: door samen te werken kunnen risico’s dat een innovatie niet werkt opgevangen worden. Sector moet duidelijk stip op de horizon formuleren, waarin het op prototype schaal toepassen van innovaties als zoekproces wordt gepresenteerd. Een innovatie die niet slaagt is meestal geen mislukking: het levert nieuwe inzichten op. Naar analogie van de Energiefabriek, waarin doelstelling voor CO2 reductie en besparing op energiekosten een 12 waterschappen samen heeft laten werken binnen de Energiefabriek, waarin met STOWA de benodigde innovatiestappen zijn ontwikkeld en uitgeprobeerd en risico’s van de investering in de ontwikkeling techniek die zich nog niet bewezen heeft samen worden gedragen.

Opschaling van innovaties: van enkele toepassingen, naar toepassing breed nationaal en internationaal. Daarvoor is nodig dat de coördinatie, zowel aan marktzijde in de Taskforce Deltatechnologie als aan overheidszijde in koplopers verder doorgezet wordt.

Uitgelicht: Vier maatregelen Nederijn

De 4 maatregelen Nederrijn verlagen de kans op overstromingen in Elst, de Middelwaard, Tollewaard en Doorwerthsche Waarden als onderdeel van de Ruimte voor de Rivier projecten. Naast bescherming tegen overstromingen zet het programma in op een snel proces, ruimtelijke kwaliteit en een breed draagvlak in de omgeving. Om dit te bereiken werken we met een nieuwe contractvorm, het PDC-contract: Plan, Design en Construct. Het innovatieve zit in de P van plan. Traditioneel doet de opdrachtgever zelf de planstudie, maar in deze nieuwe vorm zorgen het ingenieursbureau en de aannemer samen voor het doorlopen van de procedures, de benodigde vergunningen en een ontwerp waar alle omringende partijen achter staan. Doordat er met het PDC-contract één partij aan het roer staat, is er ook één gezicht naar buiten. Bewoners, bedrijven, het waterschap, de gemeente en Rijkswaterstaat; ze spreken allemaal met de zelfde opdrachtnemer. En die partij is meteen degene die

30

de afspraken daadwerkelijk uitvoert. De verantwoordelijkheid integraal bij de markt leggen, levert tijdwinst op (oplevering één jaar eerder), een breed draagvlak in de omgeving en een lagere capaciteitsvraag aan opdrachtgeverkant die zich anders met de planstudie en raakvlakken had beziggehouden. Deze nieuwe werkwijze vereist lef, vertrouwen en een goed contract.. Een goed gedefinieerde opdracht en duidelijkheid over de risicoverdeling voorkomt misverstanden, uitstel en dus geldverspilling (project is binnen budget uitgevoerd).

Betrokken partijen: Rijkswaterstaat, Boskalis, Grontmij

5.3 Europa als springplank

5.3.1 Inleiding De Deltatechnologiesector wil graag de Europese fondsen en netwerken beter benutten, ook omdat de budgetten voor kennis en innovatie binnen Nederland op dit moment vrij beperkt zijn. De verschillende Europese fondsen bieden goede kansen om internationale, nationale en regionale samenwerking te versterken. Deelname aan Europese programma's en netwerken bieden goede kansen voor verdere marktontwikkeling van Nederlandse bedrijven in Europa, maar ook voor mondiale netwerken, die de mogelijkheden van de NL industrie of kennisinstellingen alleen te boven gaan.

5.3.2 Wat gaan we doen? De strategie die we hanteren als sector is dat we uitgaan van onze eigen ambitie en onderwerpen waar we mee bezig zijn. Daarbij is het interessant om nauwe aansluiting te zoeken bij financiering door Europese subsidies en te kijken hoe we deze middelen beter kunnen benutten. Dit zien we op dit moment al succesvol gebeuren bij bijvoorbeeld Energiedijken waarvoor een EFRO subsidie verkregen is. Tegelijkertijd passen onze ambities zeer goed binnen de Europese doelstellingen gericht op maatschappelijke uitdagingen en het stimuleren van de Europese innovatiekracht. We zorgen ervoor dat we Europa zo goed mogelijk kunnen benutten door:

beïnvloeding van de Europese agenda deelname aan Europese netwerken en initiatieven het vormen van Europese consortia zodat adequaat op Europese calls kan worden

geregeerd. Een aantal ontwikkelingen die mogelijk kansen bieden voor de NL Deltatechnologiesector:

Uitgelicht: Self Supporting Rivier Systeem (SSRS)

Door slimme aanleg en inrichting kan een rivier zichzelf onderhouden: ‘Self Supporting’. SSRS kijkt naar mogelijkheden om gebruik te maken van de natuurkracht. Hierdoor kan beheer en onderhoud veel goedkoper. In een Self Supporting Rivier Systeem worden duurzame oplossingen toegepast om beheer en onderhoud vorm te geven. Het sluiten van materiaalkringlopen, duurzame energie en (bio)diversiteit zijn belangrijke randvoorwaarden.

SSRS staat voor:

Een nieuwe manier van denken over beheer en onderhoud Een brede visie op het rivierenbeleid Veel meer samenwerking tussen alle ketenpartijen; het smeden van allianties Een nieuwe manier van aanbesteden Het toepassen van duurzame oplossingen Duurzame gebiedsontwikkeling Flexibel beheer

De Taskforce Deltatechnologie heeft voor het onderhoud van het Twentekanaal mee nagedacht over hoe de uitvraag dusdanig georganiseerd kan worden dat partijen uitgedaagd worden met innovatieve oplossingen te komen.

Betrokken partijen: Rijkswaterstaat, Deltares, Search BV, Taskforce Deltatechnologie

31

Het verbeteren van het innovatieklimaat staat de komende tijd centraal in Europa. Verdere vergroening/verblauwing van het Gemeenschappelijk Landbouw en

Visserijbeleid kansen voor de Deltatechnologiesector. Binnen Interreg en Life+ zijn er mogelijkheden voor de Deltechnologiesector Een aantal nieuwe focusgebieden in Horizon 2020 is van groot belang voor

deltatechnologie: o Blue growth: de potentie van de zee benutten; Blue Growth richt zich op

duurzaam omgaan met de bronnen van de oceaan (energie winning, delfstoffen) en herstel en beheer van visstanden. Hier ligt een koppeling met Building with Nature, energiewinning in zee (getijden, zoet-zout) en in geringe mate een crossover met Maritiem (off shore).

o Water innovation: waarde voor Europa verhogen; Water Innovation focust op gebruik van ICT voor betere sturing, zuiniger gebruik van water, inclusief watermanagement. Water Innovation is verbonden aan de agenda van European Innovation Partnership on Water, JPI Water en de Blueprint on Water.

o Disaster-resilience: de veiligheid van de maatschappij inclusief bescherming tegen rampen en adaptatie aan klimaatverandering staat hierbij centraal. Disaster Resilience richt zich ook op het risico van overstromingen.

Daarnaast bieden ook een aantal focusgebieden die ook raakvlakken hebben met

andere sectoren zoals ‘Sustainable food security’ en ‘Smart cities en communities’ en ‘Waste as a resource’ volop kansen.

NWO participeert ook actief aan een aantal internationale programma's, zoals de Joint Programming Initiatives (JPIs) op het gebied van:

Water (Water Challenges for a Changing World) Oceanen (Healthy and Productive Seas and Oceans) Urban (Urban Europe - Global Urban Challenges, Joint European Solutions) Climate (Agriculture, Food Security and Climate Change)

Daarnaast is NWO actief in de EIP's en IIASA-programma's op het gebied van Water. Deze internationale inbedding zal bijdragen aan de doelstellingen van dit innovatiecontract om een internationaal kennis- en innovatienetwerk op te bouwen, de internationale agendavorming te beïnvloeden en internationale uitbreiding van de afzetmarkt van Nederlandse instellingen te bevorderen.

Uitgelicht: Climate KIC: Europees Topsectorenbeleid

Climate KIC (Knowledge and Innovation Community) is een van de drie KIC’s van de European Institute of Innovation and Technology (EIT) met een budget van ca. 65 miljoen. De KICs zijn er onder andere op gericht om onderzoeksresultaten om te zetten in innovaties ten behoeve van economische ontwikkeling in Europa, en kan daarmee worden gezien als het Europese topsectorenbeleid. Alleen moet er wel bij vermeld worden dat de KIC’s ook sterk gekoppeld zijn aan maatschappelijke uitdagingen. Verschillende Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven die ook actief zijn in de Deltatechnologiesector, zijn actief betrokken bij het thema Land and Water Engineering for Adaptation (Wageningen-UR, Deltares en Arcadis). Hiermee wordt de wereld ook als proeftuin voor nieuwe innovaties gebruikt.

5.3.3 Wat is daarvoor nodig? De Nederlandse betrokkenheid bij Europees onderzoek vanuit de deltatechnologie is al erg groot: Veel partijen zijn al erg actief in Europese netwerken onder andere op het vlak van beïnvloeden van Europese kennis- en /of beleidsagenda’s en doen veel onderzoek met financiering uit Europa. De vraag is of en wat vanuit de Topsector Water nog aan acties nodig/ gewenst is op dit vlak. Onderwerpen die dan een rol spelen:

32

Willen we als sector meer gezamenlijk optrekken in Europa en elkaar efficiënter meenemen? Zo ja, Hoe meten wij dat dan, wetend dat je niet met alle NL-ers in een voorstel kunt zitten? Hoe voorkomen wij dan dat wij met elkaar concurreren?

Willen we als NL deltatechnologiesector ons meer gericht op een aantal thema’s inzetten? Zoja, welke doen? Wie gaat dat doen?

Zijn de financieringscondities van Horizon 2020 en andere Europese programma’s haalbaar voor alle partijen en zo nee: gaan we daar iets aan proberen te doen en hoe?

Actie Kernteam Deltatechnologie: bediscussiëren wat de huidige Europese strategie is vanuit Nederland en of die aanpassing/ extra acties behoeft. Een additioneel punt hierbij is strategiebepaling hoe Topsector Water zich verhoudt tot het Europese Kennis- en innovatiebeleid en wanneer we welke weg bewandelen.

33

5.4 De wereld in!

5.4.1 Inleiding De Topsector Water heeft eind 2012 een “Handreiking” opgesteld, die naast een aantal algemene aanbevelingen een eerste beschouwing geeft van kansen voor de watersector in 12 geselecteerde landen (BRICS, Singapore, Vietnam, Golfstaten, Turkije, Bangladesh, Indonesie, Mozambique). Terugkerende kansrijke thema’s op het gebied van deltatechnologie lijken overstromingsproblematiek/waterveiligheid, delta-aanpak, klimaatadaptatie, kustbeheer, havenontwikkeling, Water & ICT, en Water-Energie-Food-Waste nexuses, incl. urbane problematiek en innovatieve financieringsconstructies. Accenten zijn voor de gekozen landen niet allemaal identiek.

5.4.2 Wat gaan we doen? Met de Dutch Delta Approach naar het buitenland De Dutch Delta Approach omvat eigenlijk alle elementen van de manier waarop wij in Nederland deltatechnologie organiseren: Lange termijn planning en wetgeving om rampen te voorkomen, integrale benadering (waterveiligheid en ruimtelijke inrichting), multi-level governance en participatie, adaptief omgaan met onzekerheden en werken in de gouden driehoek. Deze aanpak wordt door het buitenland interessant gevonden. Ondermeer in Vietnam wordt nu al in samenwerking met Nederland aan een Deltaplan gewerkt dat qua benadering op veel punten vergelijkbaar is met ons Deltaprogramma. Essentiële elementen van deze aanpak zijn: het verbinden van een lange termijn visie aan korte termijn acties, een integrale, duurzame, solidaire en adaptieve aanpak, waarbij de financiering is mee georganiseerd en met de inbreng van hoogwaardige NL kennis in een sterk teamspel. Internationaal goed articuleren van rollen voor Overheid, Kennis en bedrijfsleven De articulatie van de rollen en taken van Overheid, Kennisinstellingen en private sector is ook internationaal van groot belang: overheid als wegbereider, kennispartijen als onafhankelijk verkenner en adviseur, bedrijfsleven voor de uitvoering. Het adagium “samen kom je verder” geldt onverkort, NL representatie moet in gezamenlijkheid plaats vinden. Uitgelicht: De Delta Alliance: Internationale Netwerk is instrumenteel voor kennisdeling en initiatie van business-cases De Delta Alliance is een internationaal kennis gedreven netwerk van partijen die betrokken zijn bij delta-problematiek, met consortia (wings) in 10 landen, waaronder de Water Mondiaal landen. In de Nederlandse Wing zijn het met name de kennisinstellingen en universiteiten die zich hieraan hebben verbonden, in buitenlandse Wings zijn soms ook private partijen en overheden nadrukkelijk partner. Het netwerk richt zich op kennisontwikkeling en kennisuitwisseling ten behoeve van het vergroten van de veerkracht van delta’s wereldwijd, het promoten van een integrale aanpak en het beschikbaar maken van kennis voor beleid en private sector. Daarmee is Delta Alliance een goed vehikel voor de buitenland ambities van de deltatechnologiesector: partijen kunnen toegang krijgen tot partijen in de Water Mondiaal landen en andere om lokale kennis en netwerken te mobiliseren. Tegelijk is de Delta Alliance een actor in het internationaal ontsluiten van nieuwe kennis zoals die wordt opgedaan in Nederland zelf in bijv. het Delta Programma, Kennis voor Klimaat, NWO-programma’s, en andere onderzoeksprojecten in relatie tot de speerpunten van de Top Sector Water. Met Kennis als invalshoek kan worden geanticipeerd op project-initiatie met betrokkenheid van de private sector op voor de Topsector Water relevante onderwerpen, in feite kennis als makel- en schakel instrument. Ter illustratie: De Delta Alliantie heeft samen met haar internationale wings knowledge gaps geïdentificeerd rond duurzame delta ontwikkeling. Verschillende landen hebben aangegeven dat er behoefte is aan kennis/expertise en tzt implementatie daarvan op thema’s als (i) Green Adaptation/Green Infrastructure/Building with Nature (oa als kosteneffectief alternatief op harde infrastructuur ter bescherming tegen overstromingen), (ii) omgaan met toenemende zoutindringing rond zoetwatervoorziening voor drinkwater en landbouw, (iii) gebruik van moderne IT-technologie (“from satellite to citizen”) voor early warning rond overstromingsdreiging en optimalisatie van de landbouw.

34

Wat doen we gezamenlijk, wat doet ieder voor zich? Vaak concurreren Nederlandse bedrijven met elkaar bij tenders uit het buitenland. Toch lijken er ook kansen te zijn om als Nederlands bedrijfsleven meer gezamenlijk op te trekken in het buitenland. Het is van belang met elkaar een sleutel te vinden waar gezamenlijk optrekken meerwaarde heeft en wat ieder voor zich doet. Uitgelicht: Een Oranje kaart voor Jakarta? In juni 2013 is afgesproken een Nederlandse propositie voor de ontwikkeling van (een deel van) Jakarta te ontwikkelen, inclusief enkele business cases. Het gaat er hierbij om gezamenlijk optrekken om meer uit deze markt te halen, naast wat de bedrijven al individueel doen en aan perspectieven hebben. Momenteel wordt door een brede groep van vertegenwoordigers uit het Nederlandse bedrijfsleven hard gewerkt aan de nadere uitwerking hiervan. Het NWP coördineert dat proces. De eerste contouren van meerwaarde voor gezamenlijk optrekken zijn inmiddels neergezet. De Nederlandse kracht en het onderscheidend vermogen ligt in Jakarta op het terrein van landaanwinning, kustbescherming/-ontwikkeling en havenontwikkeling, op basis van een integrale aanpak. Vooral de integratie van eco-engineering, stedelijke uitdagingen (drinkwater, sanitatie) en governance/ ‘decision making support tools’, op basis van een DB(F)M aanpak kan dit nog krachtiger maken. De komende maanden zal dit verder worden uitgewerkt en zullen keuzes worden gemaakt en strategieën worden verkend. Deelnemende bedrijven ‘NL kansen in Jakarta’: Arcadis, BAM (International), Boskalis, Deltares, Grontmij, HKV, ICH, Jakarta Jaya, The Green Manhattan, Kuiper Compagnons, McKinsey Indonesia, Rabobank, Rebel Group, Royal HaskoningDHV, Van Oord, Witteveen+Bos Internationale Capacity Building is “key” voor toekomstige opdrachtverwerving Capacity building bij individuen en organisaties internationaal is uiterst belangrijk om uiteindelijk voldoende en capabele counterparts te hebben voor de beoogde “demand” naar Nederlandse kennis en expertise en de uiteindelijke advisering over en uitvoering van maatregelen door NL kennisinstellingen en bedrijfsleven. Dit gebeurt op verschillende manieren:

Lokale universiteiten spelen een cruciale rol om de waterbouwers en watermanagers van de toekomst op te leiden. Daartoe is betrokkenheid van Nederlandse kennisinstellingen in het vorm geven van het curriculum en onderwijs een zeer interessante manier om de Nederlandse integrale aanpak te introduceren bij de toekomstige generatie.

Allumni-netwerken van UNESCO-IHE en andere onderwijsinstellingen kunnen hiertoe eveneens worden benut.

Uitgelicht: Capacity building in Vietnam De TU Delft is onder andere in Vietnam al meer dan 10 jaar betrokken bij het versterken van de Hanoi University of Water Resources. Deze unieke samenwerking heeft uitgemond in een zeer sterk partnerschap die verschuift van traditionele ontwikkelingssamenwerking richting academische samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. Daarmee staat de Nederlandse kennis en aanpak centraal in de uitdagingen waar de watersector in Vietnam zich voor geplaatst ziet. UNESCO-IHE heeft samen met Deltares en Alterra onder de vlag van de Delta Alliance over capacity building en de rol van kennisinstellingen daarin een propositie voor de Topsector Water geschreven: “Knowledge is Business for the Top Sector Water: Benefits from International Knowledge Networks” (dec. 2011).

5.4.3 Wat is daarvoor nodig?

Marktscans Het is zaak regelmatig marktscans te doen, die ook lokaal uitgebrachte tenders in kaart brengen. NWP kan hier een belangrijke rol in vervullen met de landen platforms. Een voorbeeld: Voor Brazilië hebben NWP, I&M, WVL en Deltares in het kader van Partners voor Water recent een aantal observaties bijeengebracht met betrekking tot kansen voor de watersector (draft).

35

Aandacht voor governance-aspecten Van belang daarbij is goed te kijken welke governance aanpak past bij welke cultuur of context. Het is ook duidelijk dat voor sommige landen geldende regelgeving (internationale tendering, belastingheffingen) het ondernemersklimaat bemoeilijkt (bijv. in Brazilië). Als de overheden in een land goed georganiseerd en betrouwbaar zijn, goede wetgeving hebben en ook zorgen voor handhaving daarvan, als er een financieel systeem is om infrastructuur ook te onderhouden en te beheren, als er planmatig gewerkt wordt en bij het maken van plannen zowel burgers als bedrijven kunnen participeren en die overheid de kennis en capaciteit heeft om die rollen uit te voeren, zal de bereidheid om te investeren in dat land van donoren, IFI's en bedrijven groter zijn. Dus in een land met stabiele beleids-, realisatie- en beheers-organisaties zullen de kansen voor de Nederlandse bedrijven toenemen. Hier is aandacht voor nodig en delen van ervaringen lijkt gewenst.

Daarnaast zijn van belang: duurzame internationale relaties, strategische planvorming en capaciteitsopbouw bij overheden in focuslanden door gebruik te maken van onze water governance kennis en een goede governance to governance relatie.

Leren van buitenlandse ervaringen Verder kijken dan je neus lang is niet alleen in de tijd van belang, maar ook over de grenzen heen: kijken naar wat er in het (verre) buitenland gebeurt juist ook als input voor innovatie in Nederland. Het bovenstaande is nu sterk van binnen naar buiten gericht. We gaan in Nederland dingen ontwikkelen en als die dan goed zijn gaan we ze exporteren (bijvoorbeeld via de Dutch Delta Approach). Het is van belang daarnaast ook veel meer van buiten(land) naar binnen(land) kunnen werken. Zodat je direct internationaal innoveert, waarmee je ook de exportmogelijkheden van innovaties in Nederland kunt vergroten. Daartoe willen we bouwstenen ontwikkelen voor betere exportmogelijkheden van de Dutch Delta Approach.

Kennis en ervaring opgedaan in Nederland in het Deltaprogramma of daaraan verbonden projecten zijn niet altijd direct in het buitenland inzetbaar. De gekozen oplossingen zijn gekoppeld aan de Nederlandse situatie: fysiek, sociaal-economisch, institutioneel, beleidsmatig, juridisch en politiek. Om de opgedane kennis en ervaring goed te kunnen gebruiken is het belangrijk om ze “los te weken”, te abstraheren van de Nederlandse context en ze om te zetten in inzichten, werkwijzen, processen, “tips and trics” die ook in andere landen goed gebruikt kunnen worden. Niet alles is in elke Delta overal over de wereld te gebruiken. Dat is ook niet nodig. Het doel is om een zich steeds vernieuwende bouwdoos te creëren, waarmee in ander delta’s op de Wereld een aanpak op maat gemaakt voor die situatie kan worden opgebouwd. Zeer waardevol materiaal voor het maken van deze bouwdoos is te vinden in de landen waar inmiddels ervaring is opgedaan met het “exporteren” van de Delta aanpak, zoals Vietnam, Indonesië, Bangladesh en Mozambique. Door deze ervaringen te confronteren en te integreren met de nieuwste inzichten opgedaan in Nederland ontstaat een krachtig instrument voor de export van Nederlandse kennis en expertise niet alleen in de vorm van adviesdiensten maar zeker ook het vervolg daarvan bij de uitvoering van grote integrale projecten in de delta’s van deze wereld.

36

Roeland Allewijn (Rijkswaterstaat):‘Het is zaak nu zo snel mogelijkconcreet te worden met elkaar. Wiewil waarvoor tekenen?’

6 Financiën en commitments Het is lastig om voor dit innovatiecontract harde commitments boven tafel te krijgen. We hebben daarom gezocht wat op basis van eerdere ervaringen realistische verwachtingen zijn. We zijn daarbij zoveel mogelijk uitgegaan van in cash bijdragen. De verwachting van het Kernteam Deltatechnologie is dat als ook de in kind bijdragen worden meegenomen het te investeren bedrag vanuit het bedrijfsleven 2-3 maal zo groot wordt. De in-kind bijdrage van adviesbureaus (Arcadis, Royal Haskoning DHV, Witteveen & Bos, HKV) en NGO (Wetlands Int.) aan Building with Nature is bijvoorbeeld 0,25 M Euro per jaar. Ook hebben we een ambitie geformuleerd die gebaseerd is op de ambitie die het Kabinet in de Bedrijfslevenbrief in september 2011 heeft uitgesproken. Het kabinet zet er op in om 2,5% van het overheidsbrede inkoopbudget te besteden aan innovatiegericht inkopen. Als we kijken naar de deltatechnologiesector waar Rijkswaterstaat (ordegrootte 1 Miljard) en de Waterschappen (ordegrootte 0,8 miljard) de grootste investeerders zijn, komen we uit op een ambitie van ordegrootte 45 Miljoen Euro per jaar vanuit de overheid. Zoals te zien is in de tabellen is dat ordegrootte de verwachte investering vanuit de overheid voor 2015. Het is daarbij van belang om duidelijk onderscheid te maken tussen onderzoek naar innovatie en investering in uitvoering van innovatieve werken. In hoofdstuk 2 is al aangegeven dat het in de praktijk brengen van een innovatie in de deltatechnologie heel duur is. Om een voorbeeld te geven: in het Bellenscherm investeert Rijkswaterstaat een paar ton in onderzoek, voor de realisatie is 2-5 miljoen Euro geraamd.

37

2014: globale inschatting inzet in M Euro Thema’s Bron

Water-veiligheid

Waterbeheer Duurzame aanleg, beheer en onderhoud

Ecologisch ontwerpen

Totaal

Private sector 20,1-20,51

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s Deltares2

2,4 2,4 10,63 2,4 17,8

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s WUR op deltatechnologie

0,8

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s TNO op deltatechnologie

0,1

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s TU Delft op deltatechnologie

?

Inzet private partners Centre of Expertise Deltatechnologie

0,7

Droomfonds Markerwadden (Natuurmonumenten)

0,7-1,1 0,7-1,1

Overheid 26,2-26,6 EZ4 5,3-5,7 I&M5 8 Waterschappen6 3,62 0,18 0,2 0,3 4,3 NWO7 3,5 Provincies8 PM EU KP 79 0,97 0,72 1,2 0,9 3,8 EU EFRO10 1,3 Kennisinstellingen 11,2 Deltares (SO)11 2,0 1,0 4,0 2,0 8,9 WUR/ Alterra12 0,8 0,4 1,2 TNO 0,2 0,2 HBO’s (Centre of Expertise Deltatechnologie)

0,9

Totaal 57,5-58,3 1 Hier komt de PPS met de nieuwe NWO calls nog bij. 2Hierbij is de private financiering van de Deltares onderzoeksprogramma’s als uitgangspunt genomen. De programma’s met meer dan 20% private financiering beschouwen wij als PPS en zijn meegerekend. Vooralsnog ligt het in de lijn der verwachting dat langs deze route ook de TKI toeslagen zullen worden aangevraagd. 3 In het thema duurzame aanleg beheer en onderhoud lopen veel Joint Industry Programs. 4 Dit betreft de EZ-bijdrage voor innovatie binnen MarkerWadden en een raming van de toeslag excl. de toeslag op PPS met NWO/STW 5 Hierbij is de bijdrage van RWS inbegrepen. 6 dit is de STOWA/ IJkdijk bijdrage aan het Innovatiecontract Deltatechnologie en de innovatiebijdrage vanuit HWBP 7 dit is een inschatting gebaseerd op 22 M die NWO richting Topsector Water programmeert voor de komende 2 jaar. Uitgaande van een evenredige verdeling over watertechnologie, maritiem en deltatechnologie zou het dan om ordegrootte 3,5 M per jaar gaan. Deze kan nog niet over de thema’s verdeeld worden aangezien er een open call over de gehele Topsector Water georganiseerd wordt.

38

8 Op dit moment is de investering vanuit de provincies nog onduidelijk aangezien Kansen voor West II volop in ontwikkeling is. Het komt waarschijnlijk in de richting van 180 mln. euro voor de Randstad, daarvan is 55-60% voor de prioriteit Innovatie, maar dit is dus nog niet gebonden aan Deltatechnologie. Het gaat dan om de periode 2014-2020. 9 op basis van onderzoeksprogramma’s Deltares 10 Hieronder vallen op dit moment met zekerheid Energiedijken en Valorisatieprogramma Deltatechnologie 11 Dit is het SO-budget van Deltares minus 0,6 M Euro (geprogrammeerd in het thema leefomgeving buiten Topsector Water), 1,0 MEuro die geprogrammeerd is in Watertechnologie en 0,3 M Euro die geprogrammeerd is in Maritiem. 12 Hier loopt de discussie nog over of dat al dan niet aan Topsector Water zal worden gelabelled, daar zijn een aantal voorwaarden aan verbonden.

39

2015: globale inschatting inzet in M Euro Thema’s Bron

Water-veiligheid

Waterbeheer Duurzame aanleg, beheer en onderhoud

Ecologisch ontwerpen

Totaal

Private sector 22,4-26,4 Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s Deltares2

2,4 2,4 10,6 2,4 17,8

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s WUR op deltatechnologie

0,8

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s TNO op deltatechnologie

Te verwachten inzet diverse private partners onderzoeksprogramma’s TU Delft op deltatechnologie

?

Inzet private partners Centre of Expertise Deltatechnologie

0,8

Droomfonds Markerwadden (Natuurmonumenten)

3-713 3-713

Overheid 45,8-50,8 EZ4 8,6-13,6 I&M5 24,3 Waterschappen6 3,57 0,18 0,2 0,3 4,25 NWO7 3,55 Provincies8 PM EU KP 79 0,97 0,72 1,2 0,9 3,8 EU EFRO10 1,3 Kennisinstellingen 9,8 Deltares (SO)11 2,1 1,1 3,0 1,3 7,510

WUR/ Alterra12 0,811 0,411 1,211 TNO 0,2 0,2 HBO’s (Centre of Expertise Deltatechnologie)

0,9

Totaal 78,0-87,0 13 Het gaat hierbij om de investering in de eerste fase van uitvoering, deze fase kan geheel als innovatief worden geoormerkt

40

Bijlagen

Bijlage 1: Update innovatieprogramma’s innovatiecontract 2012-2013

Positionering innovatieprogramma’s IC 2012-2013 in nieuwe thema’s

Innovatieprogramma WV WB DABO EO Building with Nature X X X Flood Control X X Digitale Delta X X X Leven met Zout X X Duurzame Deltasteden X X X Energiedijken X WV = Waterveiligheid WB = Waterbeheer DABO = Duurzame aanleg, beheer en onderhoud EO = Ecologisch ontwerpen

41

Building with Nature

1. Wat is er gebeurd na de vorming van het contract, welke stappen zijn ondernomen? Ecoshape heeft in 2012 het laatste jaar van het onder de MIAW gefinancierde programma Building with Nature afgerond. In datzelfde jaar is gewerkt aan het vormgeven van een nieuw programma, waarin de toepassing in de praktijk van het BwN-gedachtegoed centraal staat. In 2012 is het STW programma ‘’Nature Coast’’ door Ecoshape+partners gewonnen, waardoor het (onderzoeks) werk aan de Zandmotor een forse impuls heeft gekregen. In 2013 heeft NWO de call for proposals voor BwN gerelateerd onderzoek uitgezet, Ecoshape heeft gezorgd voor voldoende deelname aan de inzendingen vanuit haar netwerk Daarnaast heeft Ecoshape een voorstel voor EFRO financiering ingediend in samenwerking met de Gemeente Dordrecht o.g.v. kennisvalorisatie. Ook zijn voorbereidende stappen voor een Waddenfonds aanvraag voor BwN in en rond de Waddenzeehavens gezet en wordt er met Nederlandse waterschappen gekeken naar kansen voor samenwerking. Met IenM en de waterschappen wordt ook gekeken naar kansen voor het benutten van voorlanden als een ‘’natuurlijk goedkopere’’ oplossing voor hoogwaterveiligheid. Internationaal zijn de flinke stappen gezet in het uitwerken van kansrijke programma’s in Indonesië en Australië met lokale partners. Over alle (beoogde) programma’s heen, zorgt Ecoshape voor een zgn. “Framework programma’’ waarin wordt gezorgd voor het bundelen en opschalen van alle informatie, die dan ook weer beschikbaar is voor alle deelnemende partijen. 2. Waarin heeft dat geresulteerd (inclusief financiële bijdragen/ commitment in Euro's van verschillende partijen))? Het netwerk aan partners is groeiende, intussen zijn als nieuwe partners toegetreden HKV Lijn in Water en Wetlands International. Reeds bestaande Ecoshape partners hebben zich samen sterk gemaakt voor een tweede programma en hebben de daarvoor benodigde (co-)financiering toegezegd. In totaal is er zo voor ruim 12 miljoen euro beschikbaar, echter onder de voorwaarde dat deze inspanning minimaal verdubbeld wordt door externe financiering. 3. Waar zijn jullie tegenaan gelopen (belemmerende factoren)? Het vinden van externe financiering is niet eenvoudig in een tijd van krimpende budgetten en een beperkt aantal subsidieregelingen. Bovendien betekent dit dat er het totale programma uit verschillende ‘’deelfinancieringen’’ zal bestaan, dit in tegenstelling tot de werkwijze van de MIA-W (waarbij de SIW-regeling voor de financiering zorgde). De bijdrage van de overheid is in deze tweede fase onveranderd hard nodig, omdat zij naast partner, ook actief eindgebruiker van een aantal concepten zijn. In het programma Natuurlijk Goedkoper komen al deze belangen het meest zichtbaar bijeen. De financiering, zoals die in het innovatiecontract van 2012 was toegezegd is hiervoor cruciaal. Het blijkt echter moeilijk, tot nagenoeg onmogelijk, om deze gelden echt door Ecoshape te laten programmeren en/of door Ecoshape te laten besteden. Dit was wel de verwachting bij het sluiten van het innovatiecontract en cruciaal om tegemoet te kunnen komen aan de voorwaarden van de deelnemende partners. 4. Wat zijn de vervolgplannen en concrete acties voor komend jaar? Verder werken aan het opzetten van het tweede programma, dat nu steeds duidelijker contouren krijgt. De inhoud is nu niet meer beperkend, maar het regelen van financiering is nu de cruciale stap. Het innovatiecontract, dat nu gesloten wordt, zou duidelijk moeten maken hoeveel alle partners (incl. de overheid) hieraan willen bijdragen.

42

Flood Control

1. Wat is er gebeurd na de vorming van het contract, welke stappen zijn ondernomen? Flood Control en IJkdijk hebben in maart uitgesproken om met elkaar verder te willen gaan. Op dit moment wordt een nieuw programma vorm gegeven onder leiding van Harry Baayen. In dat programma worden projecten geëntameerd vanuit partijen in de Gouden Driehoek die vragen om een preconcurrentiële aanpak van partijen uit meerdere hoeken van de driehoek. Het programmatische karakter bestaat uit de samenhang in het werkgebied en het verbinden van de lessen en ontwikkelingen met volgende projecten. 2. Waarin heeft dat geresulteerd (inclusief financiële bijdragen/ commitment in Euro's van verschillende partijen))? Er is een bijdrage van 100.000 euro van RWS in het KPP onderzoek van Deltares ingepland voor de business case. Daarnaast waren er bijdragen vanuit STOWA en DGRW toegezegd. Tot nu toe is het niet gelukt om hierover concrete afspraken te maken. 3. Waar zijn jullie tegenaan gelopen (belemmerende factoren)? Onduidelijkheden rond de financiering. De vormgeving van de samenwerking tussen IJkdijk en Flood vraagt enige tijd. 4. Wat zijn de vervolgplannen en concrete acties voor komend jaar? Op de innovatie estafette willen we ons plan afhebben, commitment van alle betrokkenen partijen hebben en afspreken wat wij samen gaan realiseren. Dan laten we ook zien met welke (het liefst twee) projecten al van start zijn gegaan.

43

Leven met Zout

1. Wat is er gebeurd na de vorming van het contract, welke stappen zijn ondernomen?

We hebben het proces gevolgd om te achterhalen wat de modaliteiten zouden zijn, hoe we aan financiering konden komen, hoe de TKI regeling zou gaan werken, etc. Omdat LmZ een integrale aanpak van de zoutproblematiek voor ogen had en daarmee een duidelijke crossover-component heeft met Topsector Agro&Food hebben we het programma onder de aandacht gebracht van het boegbeeld TS Water en het boegbeeld TS Agro & Food. We hebben op basis van het LmZ-concept een zgn. Science Case gedefinieerd en ingediend bij STW, die echter nog niet gehonoreerd is. Enkele aspecten zijn ondergebracht bij het Kennisbasis programma van Wageningen UR.

2. Waarin heeft dat geresulteerd (inclusief financiële bijdragen/ commitment in Euro's van verschillende partijen)?

Tot nu toe weinig. De STW Science Case aanvraag zou een goede spin-off zijn, maar loopt nog.

3. Waar zijn jullie tegenaan gelopen (belemmerende factoren)?

In het begin was er veel onduidelijkheid over wat de topsector precies was en hoe de financiering zou verlopen. Dat heeft ongeveer een jaar geduurd. Bij het waterbeheer onderdeel waren de kennisinstellingen de initiatiefnemers, met name Wageningen UR. Er waren diverse private partijen die interesse hadden in het initiatief, maar er liggen nog geen financiële toezeggingen. Belangstelling is ook geuit door waterschappen en de STOWA. Bij het kustlab is de infrastructuur gefinancierd door o.a. de Postcode Loterij. Deze financiering stopt in 2014. Het onderdeel Eiwitproductie wordt ondersteund door het bedrijfsleven en is vanaf 2014 aan de orde als voortzetting van het project Zeeuwse Tong.

Omdat er binnen de regulieren onderzoeksprogramma’s van Wageningen UR geen reservering was voor de TS Water (alleen voor Tuinbouw en Agro & Food) was er lange tijd geen financiële ruimte voor de kennisinstellingen om echt aan de slag te gaan. Dus hebben we er voor gekozen om het proces te volgen, totdat er duidelijkheid kwam over mogelijke financiering. Het ministerie van EZ heeft er uiteindelijk, via het Kennisbasis programma van de Wageningen UR, voor gezorgd dat de voorbereidingen voor de business case Leven met Zout van start konden gaan.

Daarnaast blijken crossovers tussen topsectoren moeilijk te zijn: Leven met Zout is een mooi voorbeeld van een integrale aanpak, met integratie van onderdelen van watertechnologie, deltatechnologie en voedselproductie met het risico dat het nergens in de mainstream komt. De business case is geland bij Deltatechnologie, waarmee het uit beeld is geraakt bij het onderdeel watertechnologie van de TS Water en bij de TS Agro &Food.

4. Wat zijn de vervolgplannen en concrete acties voor komend jaar?

Voor het onderdeel Waterbeheer zetten we in op een samenwerking met STOWA en waterschappen Daarnaast zetten we in op de “multifunctionele polder”, het kustlab en de Zeeuwse Tong. Op deze onderdelen is er veel belangstelling van het bedrijfsleven. Het Ministerie van EZ heeft met de kennisinstellingen afgesproken dat een deel van de reguliere programmering van Wageningen UR in lijn gebracht moet worden met de innovatiedoelstellingen van de topsector Water, met name de onderdelen deltatechnologie en watertechnologie. De uitwerking dient wel bij te dragen aan natuurontwikkeling zoals is gespecificeerd aan Wageningen UR. Dit laatste dient nog bevestigd te worden door het Ministerie van EZ (Directie Agro kennis).

44

Energiedijken

1. Wat is er gebeurd na de vorming van het contract, welke stappen zijn ondernomen? Nadat duidelijk werd dat NWO en RWS niet financieel gingen bijdragen aan Energiedijken is op zoek gegaan naar andere financiële middelen en is een EFRO subsidie aanvraag ingediend. Ook zijn de vragen vanuit het bedrijfsleven scherper in beeld gebracht. Deze vraagarticulatie vormt de basis voor de verdere uitwerking van de werkplannen van de drie ennisinstellingen. 2. Waarin heeft dat geresulteerd (inclusief financiële bijdragen/ commitment in Euro's van verschillende partijen))? In februari van dit jaar is de positieve beschikking van EFRO Kansen voor West en de cofinanciering van de provincie Noord-Holland ontvangen. Het totale projectbudget bedraagt ca € 1,4 mln waarvan 80% wordt gefinancierd vanuit deze publieke fondsen. De eigen bijdrage van de projectpartners bestaat nagenoeg geheel uit in kind bijdragen. De partners zijn vanuit het bedrijfsleven Tocardo Tidal Turbines, REDstack en Strukton Civiel. De kennispartners zijn Deltares, ECN en EUR. Energy Valley is verantwoordelijk voor de communicatie en kennisdisseminatie. De algehele coördinatie is in handen van Tidal Testing Centre. De looptijd van het project is ongeveer 2,5 jaar. 3. Waar zijn jullie tegenaan gelopen (belemmerende factoren)? Belemmeringen voor de verdere ontwikkeling van Energiedijken zien we vooral in de nog beperkte belangstelling voor het thema vanuit de ministeries I&M en EZ hoewel de belangstelling groeiende is. In de tweede plaats zou Energiedijken baat kunnen hebben bij een daadwerkelijke positionering als cross-over thema. En niet in de laatste plaats is het belangrijk dat vanuit I&M en RWS proactief wordt meegewerkt om op korte termijn pilot- en demosites mogelijk te maken waar zowel met betrekking tot de technisch inhoudelijke als de governance aspecten ervaring kan worden opgedaan. 4. Wat zijn de vervolgplannen en concrete acties voor komend jaar?

Vraagarticulatie bedrijven definitief maken, verwachting september en op basis daarvan uitwerken werkplannen.

Op 19 september zal door Protide en Energiedijken met ondersteuning van de brancheorganisatie EWA een internationaal startcongres plaatsvinden waarin de energieopwekkende waterkering centraal staat.

Relatie leggen met de concrete projecten/ontwikkelingen rond de Afsluitdijk, de Brouwersdam en de Oosterscheldekering.

Met ondersteuning van met name de provincies Noord- en Zuid-Holland werken we aan het opzetten van een Action Group Energiedijken in het kader van EIP-Water. Basis voor de Action Group vormen de projecten EFRO Energiedijken, InterReg Protide, Expression of Interest Brouwersdam en Power DTP.

45

Digitale Delta 1. Wat is er gebeurd na de vorming van het contract, welke stappen zijn ondernomen? Er is in juni een officiële samenwerkingsovereenkomst getekend voor de start van een onderzoekstraject van een jaar. Partijen zijn RWS, IBM, Deltares, HH Delfland, & TU Delft als initiatiefnemers. Via de proeftuin "Fysieke Digitale Delta" en de klankbordgroep zijn een groot aantal andere bedrijven aangehaakt. Er is een "gate review" na zes maanden. 2. Waarin heeft dat geresulteerd (inclusief financiële bijdragen/ commitment in Euro's van verschillende partijen))? Het gaat om een totale investering van ongeveer Eu 5,5 miljoen over het eerste jaar. Aan het eind van het jaar zijn er een aantal opties uitgewerkt die het ontsluiten, inwinnen en verwerken van data kosten efficient moet verbeteren. De verschillende opties varieren van een volledig Intelligence Operation Center for Water (IOW) tot een vrij licht web-based structuur gebaseerd op te maken afspraken over standaarden. 3. Waar zijn jullie tegenaan gelopen (belemmerende factoren)? Het is niet altijd eenvoudig om in dot veld snel te schakelen. Gedeelteijk betreft dit simpelweg EU aanbestedingsregels. Om ervoor te zorgen dat het pre-competitieve karakter geborgd wordt, is er een "gateway review" commissie ingesteld die het proces op bepaalde punten (begin, halverwege) bewaakt. 4. Wat zijn de vervolgplannen en concrete acties voor komend jaar? Het uitvoeren van het onderzoeksprogramma dat vnl bestaat uit het implementeren van vijf use cases (een per initiatiefnemer). Het uitbreiden van het programma via de fysieke proeftuin in HH Delfland. Het verbreden van het initiatief naar andere prive, overheid, en kennis partijen.

46

Duurzame deltasteden Korte samenvatting: De Business case ‘Duurzame Deltasteden’ valt onder het thema ‘Leefbare Delta’ en richt zich op de zich ontwikkelende markt van duurzame stedelijke ontwikkeling in deltagebieden. De Nederlandse kennis en kunde om op een geïntegreerde wijze om te gaan met verstedelijkingsopgaven, waterbeheer en - governance en duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling mede in relatie tot klimaatverandering is wereldwijd bekend. Voor de thuismarkt zijn grote voordelen te behalen in het oplossen van grote maatschappelijke opgaven als klimaatadaptatie, energietransitie en efficiënter gebruik van grondstoffen.

1. Wat is er gebeurd na de vorming van het contract, welke stappen zijn ondernomen?

Er is ingezet op drie ontwikkellijnen op het gebied van Monitoring en ICT, Planning & Ontwerp en op Bouw & Constructie en op het verbinden hiervan met concrete proeftuinen. Na de vorming van het contract is ingezet op het tot stand brengen van (a) een regionaal cluster van partijen uit bedrijfsleven (Clean Tech Delta-partners), waaronder kennisinstellingen (TNO, Deltares) en regionale overheid (Gemeente Rotterdam, prov. Zuid Holland) en op (b) verbinding met de NWO/MinBuZa-DME-call ‘Urbanising Deltas of the World’. De opzet van een regionaal cluster ‘Duurzame Deltasteden’ is door het consortium vanuit de Clean Tech Delta ( Grontmij, TNO, Deltares, Gemeente Rotterdam), gesteund door Min I&M, Ingebracht in het ‘EFRO - Kansen voor West’-programma met een begroting van 1,8 MEuro en een eigen inbreng van 900 KEUro aan investeringsmiddelen. In dit initiatief stonden pilot-gerichte innovaties rond o.a. Heijplaat en Rotterdam Airport centraal.

2. Waarin heeft dat geresulteerd (inclusief financieële bijdragen/ commitment in Euro's van verschillende partijen))?

Voor de NWO-call ‘Urbanising Deltas of the World’ is in 2012 een bijdrage van 5 MEuro van het Ministerie van Buitenlandse Zaken verkregen en in november 2012 is de eerste tranche van 5,5 MEuro van deze NWO/MinBuZa-call, waarbij 5 -25% door consortia te cofinancierien. De lopende selectie van projecten wijst op een accent op academisch onderzoek. Het EFRO voorstel bleek achteraf niet voor financiering vanuit de Provincie in aanmerking te komen. Door consortiumpartijen wordt nu gericht gewerkt aan alternatieven met behoud van investeringspotentieel.

3. Waar zijn jullie tegenaan gelopen (belemmerende factoren)? Meeste belemmerende factoren hangen samen met de business modellen van de sector, in het bijzonder de consultancy, de bouw en de toeleverende (producerende) industrie. Het beleid van de Topsectoren is in belangrijke mate gericht op het stimuleren van R&D investeringen( in cash) van bedrijven bij kennisinstellingen. Deze aanpak sluit echter niet aan bij het business model van de marktpartijen die betrokken zijn bij het (her)ontwikkelen en beheren van stedelijke gebieden. Traditioneel wordt door deze bedrijven nauwelijks geïnvesteerd in eigen R&D; men maakt gebruik van de kennisontwikkeling die plaats vindt bij kennisinstellingen en loopt niet voorop in het introduceren van nieuwe oplossingen. Bovendien beschikken deze bedrijven niet of nauwelijks over R&D budget in deze tijd van crisis en stagnatie; men probeert hooguit aan de hand van de eigen kennis en expertise verbeteringen door te voeren die tot kostenvermidering en dus concurrentievoordeel kunnen leiden .De benodigde structurele verandering in de sector komt niet van de grond; het huidige beleid van de Topsector werkt eerder als een rem op investeringen in R&D en valorisatie van kennis dan als stimulans.

4. Wat zijn de vervolgplannen en concrete acties voor komend jaar? Om succesvol te kunnen zijn zal het business model van de business case bijgesteld moeten worden. Een investeringsimpuls in praktijkgerichte kennisontwikkeling is nodig om de sector uit het slop te halen. Grotee nadruk zou moeten liggen op innovatie van produkten(hardware) die gericht zijn op het duurzaam en adaptief oplossen van problemen maar ook op het

47

benutten van de economische en sociale kansen die het stedelijk systeem van ruimte, water, bodem en inrichting biedt . De mate van investeringsbereidheid van de sector in R&D zal mede afhangen van de investeringen van Nederlandse overheden en semi-overheden met betrekking tot infrastructuur, waterveiligheid en stedelijke ontwikkeling. Hun rol als launching customer in het leerproces dat zal leiden tot nieuwe oplossingen en technieken is in deze crisistijd van essentieel. Er wordt nu met partners gewerkt aan de opzet van een regionaal Innovatiecluster ‘Duurzame Deltasteden’ (oktober 2013). Hierbij wordt samengewerkt met “Kennis voor Klimaat”. Dit zal sterk verbonden zijn aan het bedrijvenplatform binnen Clean Tech Delta en van daaruit ook de innovatiecases voor de TKI-ronde 2014 inbrengen. Momenteel wordt hiervoor gewerkt aan cases op het gebied van mainports/airports (o.a. Rotterdam Emergency AirportREA), en op het gebied van meerlaagsveiligheid (Heijplaat). Andere potentiële cases vloeien voort uit de proeftuinen Klimaatadaptatie van het Deltaprogramma Nieuwbouw & Herstructurering,

48

Bijlage 2: Ondersteuningsmogelijkheden vanuit Topsector Water

Financiële instrumenten

TKI regeling

De TKI-toeslag stimuleert de privaat-publieke samenwerking binnen de programma’s van de TKI’s door private bijdragen aan de TKI-programma’s een impuls te geven. Een belangrijke voorwaarde is dat de inzet van de TKI-toeslag een meerwaarde moet opleveren voor het TKI-programma. TKI’s kunnen TKI-toeslag genereren met samenwerkingsprojecten. Dit noemen we de ‘grondslag’. De grondslag is de cash private bijdrage aan onderzoeksorganisaties die aan de Europese definitie voldoen. De TKI-toeslag wordt als volgt berekend: die grondslag maal 25%. De eerste 20.000 euro cash private bijdrage van een ondernemer levert een extra 15% TKI-toeslag op voor het TKI in 2013. Deze 15% komt bovenop de 25%. De TKI-toeslag wordt verleend aan het TKI. Vervolgens kan de TKI-toeslag ingezet worden voor nieuwe onderzoeksactiviteiten. Voor meer informatie zie: www.agentschapnl.nl/tki

MIT regeling (MKB innovatiestimulering Topsectoren)

Speciaal voor mkb-ondernemers biedt het ministerie van Economische Zaken instrumenten aan. Zo kan het mkb aansluiten bij innovatie-activiteiten binnen de topsectoren. Iedere topsector kiest welke instrumenten men wil inzetten om het mkb te betrekken. Vanuit Topsector Water wordt ingezet op Kennisvouchers, Haalbaarheidsstudies, R&D projecten, Netwerkactiviteiten en Innovatiemakelaars. Zie voor meer informatie: http://www.agentschapnl.nl/subsidies-regelingen/mit-regeling

Andere ondersteuningsmogelijkheden

Naast financiële ondersteuningsmogelijkheden zijn er ook een aantal gremia actief waar mensen die bezig zijn een innovatie van de grond te krijgen terecht kunnen voor ondersteuning. Het unieke karakter van Deltatechnologie is dat de concrete projecten altijd onderdeel zijn geweest van innovaties en kennisontwikkeling binnen de sector. In het korte bestaan van Topsector Water heeft het Kernteam Deltatechnologie een aantal projecten voor dit doel benoemd om beter gebruik te maken van de kansen die er binnen de sector zijn. Tevens heeft de verbetering van ontwikkeling van duurzame en economisch competitieve onderzoeken een hoge prioriteit. Ter ondersteuning hiervoor zijn verschillende actieve werkgroepen ingesteld, waarbij het Kernteam Deltatechnologie fungeert als de oren en ogen. Zij signaleren op proactieve wijze, bieden hulp, verbinden en vernieuwen. De experts zijn gegroepeerd in de werkgroepen:

• Werkgroep Innovatieversnelling (WGIV)

• Proeftuin NL

• Taskforce Deltatechnologie

Werkgroep Innovatieversnelling

De Werkgroep Innovatieversnelling (WGIV) is een groep professionals vanuit bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. Deze groep voert concrete acties uit om kennis en ervaringen te delen op het gebied van innovatieprocessen en biedt ondersteuning bij het omgaan met generieke belemmeringen in het innovatieproces. Mensen kunnen de werkgroep benaderen om te kijken of het mogelijk is tijdens één van de werkgroepbijeenkomsten hun case te

49

behandelen. Dit houdt in dat iemand iets komt vertellen over een innovatieproject waar hij/zij mee bezig is. Hij/zij stelt vervolgens een zo concreet mogelijke vraag over een belemmering waar tegenaan gelopen wordt. Vervolgens gaat de werkgroep meedenken over hoe de innovatie verder te helpen. De resultaten van de WGIV zijn terug te vinden op de website: www.snellerinnoveren.nl

Proeftuin NL

Proeftuin NL heeft als doel om in projecten te inventariseren waar ruimte is voor innovaties en kennisontwikkeling en kansrijke projecten te prioriteren om vervolgens ondersteuning te kunnen bieden. In overleg met het Kernteam Deltatechnologie wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn om voorstellen verder te helpen. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om het leggen van verbindingen, openen van deuren, suggesties geven voor financiering of helpen wegnemen van belemmeringen of ondersteuning vinden bij uitwerking voorstel. Indien er belemmeringen zijn om Proeftuin NL projecten mogelijk te maken heeft het Kernteam zich gecommitteerd om actief te bemiddelen om deze belemmeringen weg te nemen. Meer informatie: [email protected]

Taskforce Deltatechnologie

De Taskforce Deltatechnologie is opgericht om een extra impuls te geven aan Proeftuin NL door het bedrijfsleven (Vereniging van Waterbouwers, NL Ingenieurs en Bouwend Nederland). Deze experts zullen concrete voorstellen ontwikkelen om een zo gunstig mogelijk ‘speelveld’ te creëren waarbinnen het bedrijfsleven de mogelijkheid krijgt om innovaties te realiseren. Verder zal de Taskforce de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in het Kernteam Deltatechnologie ondersteunen.

MKB Loket

Het MKB loket richt zich op netwerkvorming, kennisopbouw en kennisverspreiding onder het MKB, en andersom het doorgeleiden van de behoeften vanuit het MKB naar Topsector Water. Wilt u als ondernemer samen met andere ondernemers producten, diensten of nieuwe markten ontwikkelen? Het MKB-loket brengt u in contact met:

andere ondernemers voor gezamenlijk nieuwe businesskansen. kennisinstellingen voor het scherp formuleren van uw kennisvraag. netwerken voor inspirerende bijeenkomsten voor nieuwe kennis rond bepaalde

thema’s. subsidieverlenende instanties voor uw onderzoeksprogramma(’s) of bestaande

regelingen. regionale initiatieven voor aansluitende werkzaamheden.

Het MKB-loket is ondergebracht bij Syntens Innovatiecentrum, voor meer informatie zie:

http://www.topsectorwater.nl/mkb-loket/