masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië...

41
LUMPY SKIN DISEASE BIJ HET RUND: EEN RISICO VOOR BELGIË? Aantal woorden: 12891 Wim Ost Studentennummer: 01204575 Promotor: Prof. dr. Piet Deprez Promotor: Prof. dr. Bart Pardon Onderdeel van de Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de diergeneeskunde Academiejaar: 2017 – 2018

Transcript of masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië...

Page 1: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

LUMPY SKIN DISEASE BIJ HET RUND: EEN RISICO VOOR BELGIË?

Aantal woorden: 12891

Wim Ost Studentennummer: 01204575

Promotor: Prof. dr. Piet Deprez Promotor: Prof. dr. Bart Pardon Onderdeel van de Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de diergeneeskunde Academiejaar: 2017 – 2018

Page 2: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid

of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen

inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden.

Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid

voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig

vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

Page 3: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

Voorwoord

Deze literatuurstudie heb ik geschreven in het kader van de masterproef voor de opleiding master in de diergeneeskunde. Dit werk had ik niet kunnen maken tot wat het is geworden zonder hulp. Daarom wil ik ten eerste de hoofdpromotor van dit werk, Prof. Dr. Piet Deprez, bedanken voor de uitstekende begeleiding en het verbeterwerk. Ook wil ik Dr. Kris De Clercq, onderzoeker bij het CODA-CERVA, bedanken voor de extra informatie en fotomateriaal die hij met mij wou delen. Ten slotte wil ik nog mijn ouders bedanken voor het extra nalezen van mijn literatuurstudie.

Page 4: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

Inhoud Voorwoord ............................................................................................................................................... 3

1 Samenvatting ................................................................................................................................... 5

2 Inleiding ........................................................................................................................................... 6

3 Literatuuroverzicht ........................................................................................................................... 8

3.1 Historiek van de verspreiding van Lumpy Skin Disease ......................................................... 8

3.2 Viruseigenschappen .............................................................................................................. 12

3.3 Klinisch verloop van de ziekte ............................................................................................... 13

3.4 Transmissiemogelijkheden .................................................................................................... 16

3.5 Diagnostiek ............................................................................................................................ 21

3.6 Behandeling ........................................................................................................................... 30

4 Beschouwingen ............................................................................................................................. 33

4.1 Gevaar voor België? .............................................................................................................. 33

4.2 Verwachte evolutie ................................................................................................................ 34

4.3 Welke beschermingsmaatregelen? ....................................................................................... 34

5 Conclusie ....................................................................................................................................... 36

6 Referenties .................................................................................................................................... 37

Page 5: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

5

1 Samenvatting

Deze literatuurstudie tracht een overzicht te geven van de beschikbare kennis over de runderziekte “Lumpy skin disease”, ook wel nodulaire dermatose genoemd. De gehanteerde bestrijdingspolitiek wordt eveneens besproken. Deze uit Afrika afkomstige runderziekte is geleidelijk via het Midden-Oosten opgerukt naar Europa en bevindt zich momenteel in een aantal Balkanlanden. De ziekte heeft een zware economische impact, zowel wat melk-, vlees- en lederindustrie betreft. De huidige kennis over mogelijke vectoren en de transmissiewegen is nog steeds te beperkt en vraagt bijkomend onderzoek. Het EFSA-panel heeft een rapport met bestrijdingsrichtlijnen en aanbevelingen opgesteld. De bestaande vaccins laten niet toe serologisch onderscheid te maken tussen besmette en gevaccineerde dieren. Dit is de reden waarom Europa preventieve vaccinatie van de rundveestapel van niet besmette landen momenteel niet toelaat. Gevaccineerde landen krijgen immers zware handelsbeperkingen opgelegd. De ontwikkeling van effectieve merker vaccins is noodzakelijk om de ziekte op een economisch en ethisch verantwoorde manier te bestrijden. De buurlanden van getroffen landen leggen preventief een grote voorraad vaccins aan en vormen aldus een grote bufferzone voor de overige EU-landen. De rundveesector dient door sensibiliseringscampagnes voldoende informatie over deze ziekte te krijgen, zodat veeartsen en veehouders snel het ziektebeeld van LSD, zoals het verderop in deze studie beschreven wordt, leren herkennen. Men kan zo zeer snel de gepaste bestrijdingsmaatregelen activeren, wat momenteel neerkomt op partiële stamping-out en vaccinatie van de volledige veestapel. Uiteindelijk besluit de auteur dat LSD geen onmiddellijk gevaar vormt voor België, maar dat waakzaamheid geboden blijft.

Page 6: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

6

2 Inleiding

Lumpy skin disease (runderpokkenziekte) is een virale ziekte die vooral runderen aantast, maar ook kan voorkomen bij sommige Afrikaanse diersoorten zoals giraffen, impala’s en oryxen. Deze ziekte uit zich klinisch (70% van de gevallen) door hoge koorts, soms oplopend tot meer dan 41°C en het ontstaan van nodules op de huid en organen die tot ulcera kunnen evolueren. Hierdoor wordt deze ziekte ook nodulaire dermatose genoemd. Alhoewel de mortaliteit rechtsreeks te wijten aan het virus niet echt hoog is (~3%), kunnen secundaire infecties de mortaliteit doen oplopen. Tevens is er een grote economische impact voor zowel de melkveehouderij als voor de vleesindustrie. De melkproductie daalt aanzienlijk en de huiden worden commercieel waardeloos. De ziekte geeft ook aanleiding tot anorexie en soms spontane abortussen.

Deze van oorsprong Afrikaanse runderziekte heeft zich langzaam een weg gebaand vanuit Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten richting Europa. Griekenland was het eerste EU-land waar de ziekte opdook in augustus 2015. De ziekte is waarschijnlijk Griekenland binnen gekomen via overdracht van besmette haarden in Turkije langs de Griekse grens. Tot op heden is Lumpy skin disease (LSD) vastgesteld in volgende Zuid-Europese landen: Albanië, Bulgarije, Griekenland, Kosovo, Montenegro, Macedonië en Servië. De overdracht is hoofdzakelijk vectorgebonden. Dit verklaart ook waarom de hoogste pieken van nieuwe besmettingshaarden in de zomermaanden vastgesteld worden. Eenmaal de ziekte opduikt in een bedrijf is, ondanks de door de landbouwer genomen quarantainemaatregelen, zeer snel de gehele veestapel aangetast. Men stelt nochtans vast dat doorheen het hele jaar besmettingen kunnen opduiken, wat dan weer doet vermoeden dat naast vectoroverdracht, direct contact met besmette dieren ook een kleine rol zou kunnen spelen. Het is duidelijk dat het virus er in slaagt om op een of andere manier te overwinteren in een vectorgastheer, waarschijnlijk een inheemse tekensoort.

De Europese Commissie beschouwt de bedreiging van onze veestapel door deze meldingsplichtige ziekte als ernstig. De commissie heeft het European Food Safety Authority (EFSA) opgedragen de recentste wetenschappelijke informatie over de verspreiding en bestrijding van de ziekte te verzamelen en ter beschikking te stellen van de lidstaten. Inmiddels heeft het EFSA verschillende rapporten gepubliceerd, die ook in deze literatuurstudie aangehaald worden. Initieel (2015) was de bestrijdingspolitiek gebaseerd op totale opruiming van besmette bedrijven en risicobedrijven. In 2016 is men overgegaan tot vaccinatie van de totale veestapel van een getroffen lidstaat met opruiming van de besmette bedrijven. Aangrenzende ziektevrije landen moeten een politiek van passieve surveillance hanteren. Preventieve vaccinatie is momenteel niet toegelaten, de EU laat slechts vaccinatie toe in de lidstaten waar een haard gesignaleerd is. Nochtans blijkt uit verslagen van EFSA (EFSA 2016 a) dat preventieve vaccinatie met een effectief vaccin betere resultaten geeft dan vaccinatie en ruiming na uitbraak. Kroatië is momenteel het enige land dat zijn veestapel gevaccineerd heeft zonder dat een besmettingshaard is vastgesteld.

Momenteel zijn er vele vaccins in de handel beschikbaar. Van deze vaccins zijn er nog geen die voldoen aan de EU richtlijnen. Daarom gebruikt men momenteel vaccins die geregistreerd zijn buiten de EU. De effectiviteit van deze vaccins wordt momenteel onderzocht in een vergelijkende studie uitgevoerd door het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA). De resultaten van deze studie zullen in de loop van komende jaren gepubliceerd worden, zodat de lidstaten weten welke vaccins men het best kan aanschaffen.

Een bijkomend probleem wat betreft de beschikbare vaccins is dat geen enkel vaccin toelaat een serologisch onderscheid te maken tussen gevaccineerde en geïnfecteerde runderen. Dit

Page 7: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

7

vormt omwille van de bijhorende handelsbeperkingen een bijkomende rem op het toelaten van preventieve vaccinatie.

Door het ontbreken van gerichte transmissiestudies is het exacte mechanisme van overdracht tot op heden niet volledig gekend. De voornaamste manier van verspreiding gebeurt via vectoren op een mechanische wijze. Het belang van rechtstreeks contact tussen geïnfecteerde en ziektevrije dieren is nog onduidelijk.

Een minder belangrijk probleem met LSD is dat een kleine hoeveelheid geïnfecteerde runderen nooit klinische symptomen vertoont, de zogenaamde subklinische gevallen. Nochtans vormen deze dieren een reëel besmettingsgevaar voor de rest van de kudde. Vooral de incubatietijd van ongeveer een week is een potentieel gevaar aangezien besmette dieren in deze periode nog geen klinische symptomen vertonen en toch reeds besmettelijk zijn. Beide groepen, subklinische gevallen en dieren tijdens de incubatieperiode, kunnen op die manier nog via bijvoorbeeld veetransport andere veestapels besmetten.

In deze literatuuranalyse trachten we de huidige toestand van de wetenschappelijke kennis over deze ziekte op te lijsten. Het inzicht over de wijze van verspreiding, de besmettelijkheid en effectieve maatregelen ter bestrijding vormen het onderwerp van lopende wetenschappelijke studies die hier ook worden aangehaald. We trachten eveneens te achterhalen wat de meest recente informatie over de beschikbare vaccins is. Hiervoor werd contact opgenomen met Dr. Kris De Clercq, onderzoeker bij het CODA-CERVA. Hij voert momenteel een studie uit over de effectiviteit van deze vaccins. Gecombineerd met onze kennis van de moderne veehouderij en het veetransport trachten we in te schatten in hoeverre deze ziekte een bedreiging vormt voor de Belgische veehouder. We maken duidelijk hoe de dierenarts, veehouder en vooral de regulerende overheidsdiensten (FAVV / FOD) zich maximaal kunnen voorbereiden mocht de ziekte opduiken in ons land.

Page 8: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

8

3 Literatuuroverzicht

3.1 Historiek van de verspreiding van Lumpy Skin Disease

Lumpy Skin Disease (LSD) is een van oorsprong Afrikaanse virale runderziekte die pas de laatste decennia ook opduikt buiten het Afrikaanse continent. De ziekte werd voor het eerst vastgesteld in Zambia in 1929 om 15 jaar later op te duiken in Botswana en Zuid-Afrika. De daaropvolgende decennia heeft de ziekte zich verder richting het noorden en westen van Afrika verspreid (Figuur 3-1).

Figuur 3-1: Verspreiding LSD doorheen het Afrikaanse continent Uit: Presentatie CODA 30 sep 2017

Tot 1989 kwam de ziekte enkel voor in sub-Sahara Afrika. De eerste LSD-uitbraak in Egypte werd vastgesteld in 1988 en in het zuiden van Israël in 1989. Bij de epidemieën van 2012 en 2013 dook het virus op in het noorden van Israël. Vervolgens werden er in de daaropvolgende jaren andere landen in het Midden-Oosten geconfronteerd met LSD-ziektehaarden (Figuur 3-2).Over Syrië zijn geen gegevens bekend omwille van de burgeroorlog die in het land heerst.

Page 9: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

9

Figuur 3-2: Verspreiding van LSD-haarden in het Midden-Oosten 2013-2014 Uit: EFSA Journal 2015;13(1):3986 pagina 15

In 2013 bereikte de ziekte Turkije waar ze migreerde van oost naar west en nu endemisch geworden is (Figuur 3-3).

Page 10: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

10

Figuur 3-3: Verspreiding LSD doorheen Turkije in 2015 Uit: EFSA Journal 2017;15(4):4773 pagina 16

In augustus 2015 dook LSD voor het eerst op in Griekenland dat daardoor het eerste EU-land is waar de ziekte werd vastgesteld (Cyprus buiten beschouwing gelaten). Vermoedelijk is de ziekte Griekenland binnen gekomen via overdracht uit besmette haarden in Turkije langs de Griekse grens. Griekenland paste dus als eerste de opgelegde maatregelen van de EU toe. Deze maatregelen waren echter nog niet op punt gesteld. Ze bevatten het instellen van een beperkte vaccinatiezone en liet nog steeds de mogelijkheid bestaan levende besmette dieren naar slachthuizen te transporteren. Dit was te wijten aan de toenmalige beperkte kennis over deze exotische ziekte. Als gevolg hiervan doken er doorheen Griekenland nog vele nieuwe besmettingshaarden op en werd het duidelijk dat er een nieuw plan van aanpak nodig was voor de EU. Men zag ook dat de grootste uitbraken zich situeerden rond de zone van de Evros delta. Dit deed wetenschappers vermoeden dat de verspreiding eventueel kon gebeuren door bloedzuigende insecten die in deze vochtige omgeving floreren.

In de lente van 2016 werden er haarden vastgesteld in Bulgarije, gevolgd door Macedonië en Servië. Bulgarije werd voor het eerst getroffen in de periode april-mei 2016. Bulgarije reageerde echter anders dan Griekenland. In de plaats van slechts een beperkte zone rond de haarden te vaccineren, vaccineerden ze de ganse zuidelijke helft van het land. Dit w as niet conform met de visie van de EU uit 2015. Deze methode bleek de ziekte echter goed tegen te houden want ze verspreidde zich wel verder westwaarts naar Macedonië en Servië, maar niet naar de noordelijke helft van het land. Pas tegen het einde van de zomer dook de ziekte op in het noorden van Bulgarije, vermoedelijk vanuit haarden in Servië. Op het einde van de zomer werden ook Albanië, Kosovo en Montenegro getroffen door deze runderziekte. Vanaf oktober nam het aantal nieuwe haarden drastisch af tot bijna nul. Dit was een gevolg van de aangepaste visie van de EU over de bestrijding van LSDV (het gehele land wordt nu gevaccineerd met levend verzwakt vaccin en een totaalverbod op vervoer van besmette dieren

Page 11: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

11

met partiële stamping out). Op de onderstaande kaarten (Figuur 3-4) is goed te zien hoe de ziekte zich van zuidoost naar noordwest verspreid heeft door de Balkan.

Figuur 3-4: Verpreiding van LSD doorheen de Balkan in 2016 Uit: EFSA Journal 2017;15(4):4773 pagina 17

Page 12: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

12

3.2 Viruseigenschappen

Classificatie

LSD wordt veroorzaakt door het LSD virus (LSDV). Dit virus classificeert men onder de familie van de Poxviridae. Deze familie wordt onderverdeeld in 2 subfamilies, namelijk de Entomopoxvirinae en de Chordopoxvirinae. De subfamilie Entomopoxvirinae omvat 31 species onderverdeeld in 3 genera. Deze subfamilie heeft voornamelijk insecten als natuurlijke gastheer. De Chordopoxvirinae omvatten 38 species onderverdeeld in 10 genera. Deze subfamilie heeft voornamelijk vertebraten als natuurlijke gastheer en is dus op diergeneeskundig vlak de belangrijkste. Het genus Capripoxvirus valt onder deze subfamilie. In dit genus worden 3 species ondergebracht, namelijk LSDV, schapenpokkenvirus (SPPV) en geitenpokkenvirus (GTPV).

Morfologie

De Capripoxvirussen zijn elektronenmicroscopisch niet van elkaar te onderscheiden. Ze zijn groot, gaande van 260 nm tot 320 nm, bezitten een enveloppe en hebben een baksteenvormige morfologie (Figuur 3-5)

Figuur 3-5: LSDV ("Neethling" type) vergroting 200.000 X Uit: Onderstepoort Journal of Veterinary Research 1966; 33(1) pagina 7

Genotypering

Op genetisch vlak bezit het LSDV een dubbelstrengige DNA keten. Deze is ongeveer 151 kbp groot, met een centrale coderingsregio afgebakend door herhaalde eindsequenties die 2,4 kbp groot zijn. Het bevat 156 putatieve genen (Tulman et al., 2001). Als men het SPPV- en het GTPV-genoom vergelijkt met het LSDV-genoom, stelt men 97% nucleotidengelijkheid vast. Alle genen die aanwezig zijn in het SPPV- en het GTPV-genoom komen ook voor in het LSDV-genoom. Er zijn 9 LSDV genen die vermoedelijk te maken hebben met virulentie en gastheerselectiviteit die gedeeltelijk afwijken van de genen in het SPPV- en GTPV-genoom. Bovendien bezit het LSDV ook een uniek gen (LSDV132) en een aantal andere genen die niet voorkomen in het SPPV- en GTPV-genoom. Dit suggereert dat deze een belangrijke rol spelen in de specificiteit voor runderen als gastheer (Tulman et al., 2002).

Page 13: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

13

Chemische stabiliteit

Het LSDV is een stabiel virus. Het virus wordt pas geïnactiveerd na blootstelling aan een temperatuur van 55°C gedurende 2 uren of aan een temperatuur van 65°C gedurende 30 minuten. Het kan zelfs nog geïsoleerd worden uit 10 jaar oude huidnodules bewaard aan een temperatuur van -80°C en uit cultuurvloeistoffen bewaard voor 6 maanden aan een temperatuur van 4°C. Op kamertemperatuur kan het virus voor een lange periode overleven. Zo kan het virus 18 dagen overleven in gedroogde huiden, 33 dagen in necrotische nodules en 35 dagen in gedroogde korsten. LSDV is stabiel in een pH-bereik van 6,6 tot 8,6 gedurende 5 dagen (bij een temperatuur van 37°C). Men kan het virus door gebruik van hoge alkalische en acidogene stoffen snel inactiveren. Ook is het LSDV gevoelig aan zonlicht. Zo kan het virus in donkere omgevingen (zoals stallen) maanden overleven. Verscheidene vetoplosbare solventen zoals ether (20%), chloroform, formaline (1%), fenol (2%/15 min.), natriumhypochloride (2-3%), jodiumzouten, quaternaire ammoniumzouten,… kunnen het virus inactiveren (OIE. Technical disease cards, 2017).

3.3 Klinisch verloop van de ziekte

Niet alle runderen geïnfecteerd met LSDV ontwikkelen klinische symptomen, ongeveer 30 tot 70% van alle geïnfecteerde dieren worden ziek (persoonlijke communicatie K. De Clercq 2017). Deze subklinische aangetaste dieren zijn wel viremisch en kunnen dus het virus verder doorgeven (EFSA AHAW Panel, 2015). De reden waarom niet alle besmette dieren het ziektebeeld ontwikkelen, is tot op heden onbekend. Een mogelijke hypothese is dat deze dieren in hun genen een natuurlijke resistentie vertonen. Een andere mogelijkheid heeft te maken met de lichaamsgeur van deze dieren, die minder aantrekkelijk zou kunnen zijn voor de vector, waardoor het rund slechts door een klein aantal insecten gestoken wordt. Hierdoor zou de virustiter in het dier (zelfs met vermenigvuldiging in het dier) onder de drempel voor het ontwikkelen van klinische symptomen blijven.

De incubatietijd gerapporteerd voor deze ziekte varieert afhankelijk van de geconsulteerde bron. Zo wordt meestal 4 tot 14 dagen vastgesteld onder experimentele omstandigheden (OIE. Technical disease cards, 2017; EFSA AHAW Panel, 2015). Onder veldomstandigheden rapporteert EFSA een periode van 2 tot 4 weken (EFSA AHAW Panel, 2015). LSD kent bij de runderen die de ziekte vertonen een acute fase die verder evolueert in een chronische fase.

De acute fase

De acute fase bestaat uit een persisterende bifasische koorts die kan oplopen tot 41°C (EFSA AHAW Panel, 2015). Deze koorts kan tot 2 weken aanhouden. Ten gevolge van deze hoge koorts kan men bij lacterende dieren een daling in melkgift waarnemen. Bij drachtige dieren kan dit eveneens leiden tot abortus. Bovendien wordt deze koorts vergezeld van een verhoogde sereuze tot muceuze traan- en neusvloei (Figuur 3-6). Deze kunnen verder ontwikkelen tot een conjunctivitis en rhinitis, waarbij de conjunctivitis in zeldzame gevallen verder kan evolueren tot troebelheid van de cornea en zelfs blindheid van het dier. Wat ook zeer typisch is in de acute fase, is het veelvuldig speekselen (Figuur 3-7), vergrote lymfeknopen, depressie en gebrek aan eetlust. In zeer acute gevallen kan er zeer uitgesproken subcutaan oedeem optreden ter hoogte van de ventrale delen van het lichaam zoals het cossum, borst, poten, uier, scrotum of vulva. Bovendien kan er ook inflammatie van de gewrichten en pezen optreden. Het dier wordt hierdoor stram en weigert te bewegen. Deze oedemateuze huid kan na verloop van tijd (meer in de chronische fase) necrotisch worden en beginnen afschilferen. Tevens kunnen diepe ulcers ontstaan die secundair geïnfecteerd kunnen worden. Dekstieren kunnen tijdelijk tot zelfs permanent infertiel worden ten gevolge van de orchitis en testiculaire

Page 14: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

14

atrofie. Bij koeien kan dit leiden tot tijdelijke infertiliteit (anoestrus) die enkele maanden kan duren (EFSA AHAW Panel, 2015; OIE. Technical disease cards).

Figuur 3-6: Verhoogde sereuze tot muceuze

traan- en neusvloei Uit: Presentatie CODA 30 sep 2017

Figuur 3-7: Overvloedig speekselen Uit: Presentatie CODA 30 sep 2017

De chronische fase

De chronische fase ontwikkelt zich meestal binnen de 2 dagen na de eerste koortsopstoten. Deze fase wordt vooral gekenmerkt door de aanwezigheid van pijnlijke nodules op de huid. Ze kunnen overvloedig voorkomen over heel het huidoppervlak (Figuur 3-8,Figuur 3-9) of bestaan slechts uit enkele nodules op specifieke delen van het lichaam. Deze predilectieplaatsen zijn de huid van: scrotum, uier, vulva, perineum, kop, nek en ledematen (Figuur 3-10). Deze nodules zijn rond, afgelijnd, solide, uitpuilend en kunnen een diameter hebben van 5 tot 50 mm. De kleinste nodules zijn moeilijk visueel waar te nemen, maar op de tast (met de hand langs de huid strijkend) kan men ze wel degelijk voelen. Het weefsel van de nodules bevat huidweefsel en subcutis, bij de grotere nodules is ook het spierweefsel betrokken. Bovendien bezitten de dieren in deze fase ook kleine vesikels in de mondholte, neusholte, keelholte, trachea, longen en over gans het verloop van het spijsverterings- en geslachtsstelsel. Deze mucosale vesikels en huidnodules kunnen in de mildere gevallen (de kleine nodules/vesikels) spontaan verdwijnen of in ergere gevallen (de grote nodules/vesikels) necrotiseren deze verder tot ulcers (Figuur 3-11). Vervolgens kunnen deze ulcers secundair bacterieel geïnfecteerd worden of er kan zelfs myiasis optreden ter hoogte van de huidulceras. Het merendeel van de necrotiserende nodules wordt echter fibrotisch, en blijven maanden- tot jarenlang aanwezig.

Page 15: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

15

De dieren in deze chronische fase zijn ook erg anorectisch (Figuur 3-9) en vertonen muceuze tot mucopurulente traan- en neusvloei (ten gevolge van secundaire bacteriële infectie) met veelvuldig speekselen (EFSA AHAW Panel, 2015; OIE. Technical disease cards; Kahrs, R.F. 2001; Scott, R.R.H. 2008)

Figuur 3-8: Nodules op de huid

Uit: Presentatie CODA 30 sep 2017

Figuur 3-9: Nodules op de huid, anorexie

Uit: Presentatie CODA 30 sep 2017

Figuur 3-10: Nodules op typische predelictieplaatsen

Uit Presentatie CODA 30 sep 2017

Page 16: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

16

Figuur 3-11: Ulceraties bij LSD Uit: Presentatie CODA sep 2017

Alle huidletsels leiden tot een gedaalde waarde of het volledig waardeloos worden van de huiden. De morbiditeit in een kudde varieert sterk afhankelijk van de geconsulteerde bron, zo kan deze gaan van 3 tot 80%. Deze klinische letsels, rechtstreeks veroorzaakt door het virus, zorgen voor een mortaliteit rond de 3% (Scott, R.R.H. 2008). Deze stijgt echter sterk als het kalveren betreft en als de letsels secundair bacterieel geïnfecteerd worden en dus leiden tot een pneumonie, veralgemeende dermatitis, mastitis,… Deze stijging is echter nog in geen enkele geraadpleegde bron grondig onderzocht, waardoor hierover geen cijfermateriaal kan worden weergeven. Ten gevolge van deze secundaire infecties is de nodige herstelperiode voor LSD zeer lang.

3.4 Transmissiemogelijkheden

Gastheer

Capripoxvirussen zijn meestal gastheer specifieke virussen, maar er zijn slechts weinig data beschikbaar over de vatbaarheid van wilde herkauwers voor LSD. Er is wel een studie uitgevoerd waar verschillende wilde herkauwerspecies experimenteel geïnfecteerd werden met LSDV van de Neethling stam (Young, E., et al. 1970). In deze studie werden een giraffenkalf, een impalakalf, 2 buffelkalveren en 2 volwassen gnoes geïnfecteerd. Enkel de giraf en de impala vertoonden klinische ziekteverschijnselen. De giraf vertoonde alle typische klinische symptomen van LSD en stierf 15 dagen na het verschijnen van de eerste letsels. Bij de impala was er een lange incubatieperiode van 25 dagen vooraleer er zwelling optrad. Er ontstonden nodules over heel het lichaam die uiteindelijk necrotiseerden. Het dier vermagerde extreem en verloor tot 25% van zijn lichaamsgewicht. De ziekte verliep hier zeer snel, want 6 dagen na het verschijnen van de eerste letsels stierf het dier. Daarentegen vertoonden de buffelkalveren en gnoes geen klinische symptomen. Ondanks dat experimentele infectie met LSDV bepaalde wilde herkauwers kan aantasten, zijn er nog geen bevestigde besmettingshaarden vastgesteld bij deze wilde herkauwers in de vrije natuur (Babiuk, S., et al.

Page 17: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

17

2008). Dit leidt tot de conclusie dat deze wilde species geen significante rol spelen in de verspreiding van de ziekte of als reservoir voor het virus.

De normale gastheer van LSDV is het rund, maar ook hier is een verschil vast te stellen in de vatbaarheid voor de ziekte. Zo blijken de runderen afkomstig van de Bos taurus (Holstein-Friesian, Jersey, …) vatbaarder te zijn en meer ernstige klinische symptomen te vertonen bij infectie door LSDV dan de runderen afkomstig van de Bos indicus ( Afrikaanse zeboe,…). Ook de mortaliteit is lager bij de Bos indicus (Davies, F.G. 1991). Het is niet geweten welke genetische factoren een invloed hebben op dit verschil in intensiteit van de klinische symptomen (Babiuk, S., et al. 2008). Rapporten over uitbraken lijken te suggereren dat vooral zeer jonge kalveren, lacterende dieren en ondervoede dieren de zwaarste klinische symptomen vertonen. Vermoedelijk is dit te wijten aan afname van de cellulaire immuniteit (Hunter, P., Wallace, D. 2001). Bij Holstein-Friesian koeien in Oman draagt het intensief melken en de hoge omgevingstemperaturen bij tot toenemende stress, waardoor de klinische symptomen verergeren. De plaatselijke runderrassen hebben er veel minder last van (Tageldin, M.H., et al. 2014).

Page 18: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

18

Volgens EFSA Journal (2015) kan LSDV aangetoond worden in besmette levende runderen voor een periode die afhankelijk is van het geteste gastheermateriaal (Tabel 3-1).

Tabel 3-1: Detectieperiode van LSDV in verschillende gastheermaterialen uit: EFSA Journal 2015; 13(1):3986 pagina 12

Directe transmissie

Alhoewel aangetoond is dat het virus langdurig in huidschilfers aanwezig is, is er nog geen afdoende bewijs dat direct huidcontact een belangrijke vorm van transmissie vormt. Een studie die een wiskundig model opstelde over de verschillende transmissieroutes van een LSD uitbraak in Israël (Magori-Cohen, R., et al. 2012), toonde aan dat de verspreiding in die specifieke uitbraak volledig te verklaren was door indirecte transmissie. Ook het experiment waar 7 geïnfecteerde dieren gedurende een maand gehuisvest werden samen met niet geïnfecteerde dieren, zonder aanwezige vectoren, toonde aan dat de dieren geen klinische tekenen vertoonden en negatief testten met de serum neutralisatietest (Carn, V.M., Kitching, R.P. 1995). Men kan besluiten dat directe transmissie door contact met besmette dieren een ondergeschikte rol speelt in de verspreiding van de ziekte. Verder onderzoek naar het belang van direct contact blijft wenselijk. Het sporadisch opduiken van infecties tijdens de

Page 19: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

19

wintermaanden, wanneer er zo goed als geen vectoractiviteit is, lijkt immers te suggereren dat direct contact toch een kleine rol kan spelen (persoonlijke communicatie K. De Clercq 2017).

Een mogelijke directe transmissie via sperma is experimenteel aangetoond (Irons, P.C., et al. 2004), waar 6 seronegatieve stieren geïnfecteerd werden met uit het veld geïsoleerde LSDV stam. Twee van hen ontwikkelden een erge vorm van LSD, 2 een milde vorm en 2 een voorbijgaande koorts. De spermastalen van de stieren met zware klinische symptomen waren via PCR positief van dag 10 tot 159 in het ene geval en van dag 8 tot 132 in het andere geval. Bij een van de stieren met milde symptomen, bleek het sperma via PCR positief tussen dag 10 en 21. Hieruit kan men besluiten dat LSDV over langere periodes uitgescheiden wordt in sperma, zelfs lang na het verdwijnen van de klinische symptomen. In een studie van Annandale et al. (2012) is aangetoond dat vaarzen de ziekte kunnen ontwikkelen na artificiële inseminatie met LSDV bevattend sperma. 3 van de 7 vaarzen opgenomen in deze studie, vertoonden reeds 10 dagen na inseminatie hevige klinische symptomen (vooral t.h.v. het geslachtsstelsel). Aan het eind van de studie testten 5 vaarzen seropositief. Men heeft vervolgens uit 2 van de aangetaste vaarzen embryo’s geoogst. Deze embryo’s testten positief op het LSDV-DNA gebruikmakend van een PCR-test. Er bestaat geen standaardprocedure om de aanwezigheid van LSDV in sperma systematisch op te sporen. Vervoer van sperma tussen LSDV besmette landen naar LSDV vrije landen vormt een potentieel risico.

Een casusrapport van Rouby S. en Aboulsoud E. (2016) vermeldt de aanwezigheid van LSDV in een prematuur 1 dag oud kalf, geworpen door een koe die in de 7de maand van de dracht klinische symptomen van LSD vertoonde. Het kalf vertoonde veralgemeende huidletsels en tekenen van immaturiteit. Het kalf stierf 36 uur na de geboorte, waarna een post-mortem en histopathologisch onderzoek gebeurde. De aanwezigheid van Neethling LSDV-DNA werd aangetoond door middel van PCR. ELISA-testen en serumneutralisatietesten bevestigden de aanwezigheid van antilichamen tegen het LSD virus. Hieruit werd besloten dat het virus in utero overgedragen werd op de foetus. De wenselijkheid van prioritaire vaccinatie van drachtige koeien in LSDV besmette landen vergt verdere studie aangezien vaccinatie ook als neveneffect kan leiden tot spontane abortus ten gevolge van de zogenaamde “Neethling disease”. Ook het effect van besmetting tijdens verschillende stadia van de dracht vraagt nog bijkomend onderzoek.

Indirecte transmissie

Algemeen wordt aangenomen dat LSDV voornamelijk mechanisch overgedragen wordt via bloedzuigende arthropoda. De studie over de eerste uitbraak van LSD in Israël (augustus 1989), suggereert dat de transmissie door een door wind gedragen vector vanuit Egypte moet hebben plaatsgevonden (Yeruham, I., et al. 1995). Dit vermoeden wordt gestaafd door het feit dat er in de getroffen kuddes geen nieuwe dieren vanuit andere landen geïntroduceerd waren. Er werd reeds aangetoond dat de Stomoxis calcitrans na voeden op besmette dieren het virus met zich meedraagt (Weiss, 1968). Bovendien stelt men ook vast dat de ziekte vooral voorkomt in periodes van warm en vochtig weer, langs waterlopen en rivierdelta’s, een ideale omgeving voor hoge concentraties aan bloedzuigende arthropoda (Tuppurainen, EM.S. en Oura, C.A. 2012). Behalve S. calcitrans zijn er nog verschillende andere arthropoda die geschikt zijn als vector voor LSDV. hieronder volgen een aantal waar reeds onderzoek naar verricht werd.

Een eerste groep van bloedzuigende arthropoda zijn de bijtvliegen. Hier zijn de Stomoxis

calcitrans (stalvlieg) en de Haematobia irritans (hoornvlieg) de belangrijkste potentiele vectorkandidaten, aangezien deze in grote aantallen aanwezig zijn in de getroffen landen. Men heeft tot nu toe enkel het belang van de stalvlieg in verschillende studies onderzocht. De betrokkenheid van de S. calcitrans bij het uitbreken van LSD is aangetoond in een studie (Kahana-Sutin, E., et al. 2016), waar men vliegen die in de stallen voorkwamen heeft gevangen

Page 20: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

20

en de variatie in hun aantallen in de loop van het jaar in kaart heeft gebracht. Zo kon men duidelijk een correlatie aantonen tussen hoge aantallen S. calcitrans en hoge aantallen besmette dieren. In een andere studie kon men het virus in de stalvlieg via PCR terugvinden (Weiss, 1968). Er is echter ook een studie die aantoont dat men LSDV tot 1 dag na het voeden op een LSDV besmet dier kan terugvinden in de stalvlieg. Deze stalvliegen konden echter geen ziekte veroorzaken wanneer ze zich vervolgens bij gezonde dieren gingen voeden (Chihota, C.M., et al. 2003). In deze studie werd de vector pas op dagen 1, 2 en 3 toegestaan zich te voeden op een niet geïnfecteerd dier. Dit scenario stemt echter niet overeen met het werkelijke voedingsgedrag van de S. calcitrans. In realiteit zal een stalvlieg meerdere dieren bijten tijdens eenzelfde voedingsperiode. Door 24 uur te wachten zal de virustiter waarschijnlijk al te laag geworden zijn om LSD uit te lokken bij onbesmette dieren, wat het EFSA eveneens vermoedt (EFSA AHAW Panel, 2015).

Men zou ook verwachten dat de gewone vliegen die overvloedig aanwezig zijn, zoals de Musca

domestica en de Musca automnalis potentiele vectoren kunnen zijn. De redenering hierachter is dat deze vliegen zich voornamelijk op neusvocht, tranen en bloed van open wondjes voeden en eveneens zich op meerdere dieren per dag voeden. Vermits LSDV terug te vinden is in neusvloei, traanvocht en bloed van besmette dieren, zou het virus via de monddelen van de vliegen kunnen overgedragen worden. Het is reeds bewezen dat deze vliegen hierdoor goede vectoren zijn voor andere ziekteverwekkers zoals bacteriën en nematoden. Tot op heden is er nog geen onderzoek uitgevoerd naar de overdracht van LSDV door deze kandidaat vectoren, vermoedelijk omdat een studie (Carn, V.M. en Kitching, R.P. 1995) suggereert dat parenterale inoculatie nodig is om een effectieve besmetting te veroorzaken.

Dazen (Tabanidae) kunnen eveneens een groot aantal ziekteverwekkers van dier tot dier overdragen (zoals Trypanosoma evansi, Besnoitia besnoiti,…). Bovendien zijn ze ook in grote aantallen aanwezig in kuddes en zijn het bijtende insecten die een onderbroken voedingspatroon vertonen. Hierdoor kan men verwachten dat dazen betere potentiele vectoren zijn dan gewone vliegen, maar onderzoek hiernaar ontbreekt.

Aangezien muggen stekende insecten zijn die rechtstreeks contact hebben met de bloedbaan van de gastheer, mogen we verwachten dat ze ideale vectoren voor LSDV zijn. In de mathematische studie van de verschillende transmissieroutes (Magori, R. et al. 2012), blijkt echter dat de periode tussen 2 bloedmalen van een Culex spp. te lang is om LSDV succesvol over te brengen. De gemiddelde tijd tussen 2 opeenvolgende bloedmalen is 7 dagen. Dit bloedmaal wordt ten gevolge van hun aangepast steekapparaat zelden onderbroken, waardoor mechanische overdracht tijdens eenzelfde voedingsperiode minder waarschijnlijk is (Magori, R. et al. 2012). Uit een studie (Chihota, C.M. et al. 2003) blijkt dat LSDV na 7 dagen zelfs met PCR niet meer aan te tonen is in de besmette muggen. In diezelfde studie wordt voor de Culicoides spp. (knutten) vastgesteld dat zelfs na 1 dag geen LSDV meer teruggevonden wordt in het insect. Knutten voeden zich maar eens per 3 dagen en zullen hierdoor dus ook geen geschikte vector voor LSDV zijn. Een mogelijke uitzondering bij de muggen kan de Aedes

aegypti (de gelekoortsmug) zijn. In landen waar deze mug veel voorkomt kan het een mogelijke vector zijn aangezien deze mug zich eens om de 3 dagen voedt en aangetoond is (Chihota, C.M. et al. 2001) dat de mug tot 6 dagen na de maaltijd nog een voldoende hoge virustiter heeft om het virus over te dragen. In de LSD-uitbraken van 2012-2013 in Israël speelden muggen vermoedelijk geen rol omdat hun aantal in de periode van uitbraak veel lager was dan die van de S. calcitrans (Kahana-Sutin, E. et al. 2016).

De laatste jaren komen teken in het vizier als mogelijke vector voor LSDV. Het zijn eveneens insecten die zich voeden met het bloed van de gastheer en uitgesproken monddelen hebben die kunnen bijdragen tot mechanische transmissie. Rhipicephalus appendiculatus is tijdens

Page 21: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

21

een experiment (Tuppurainen, E.S.M., et al. 2013b) gevoed op besmet vee en voor de afloop van de maaltijd overgebracht op niet besmet vee. De onbesmette koeien werden viremisch en vertoonden milde klinische symptomen van LSD. Ook met Amblyomma hebraeum teken is experimenteel mechanische transmissie geslaagd (Lubinga, J.C., et al. 2015). Bovendien heeft deze studie ook aangetoond dat het virus transstadieel aanwezig blijft in de teek. Nimfen van de A. hebraeum hebben zich kunnen voeden op besmet vee. Nadien werden ze als volwassen teek teruggeplaatst op onbesmette dieren, die vervolgens klinische symptomen van LSD vertoonden. De succesvolle overdracht van LSDV is vastgesteld aan de hand van bloedtesten, real-time PCR, …

Verticale transmissie van LSDV in de teek Rhipicephalus decoloratus is aangetoond (Tuppurainen, E.S.M., et al. 2013a). In dit experiment zijn larven van de R. decoloratus

geplaatst op besmet vee. Nadat ze hun hele levenscyclus tot volwassen teek doorlopen hebben op het besmet vee, zijn volwassen vrouwelijke teken geoogst. Vervolgens heeft men deze teken eieren laten leggen en de daaruit voortkomende larven geplaatst op onbesmet vee. Deze koeien werden viremisch en vertoonden milde klinische symptomen waaronder de karakteristieke huidletsels. Gelijkaardige vaststellingen zijn gedaan met de A. hebraeum en de R. appendiculatus (Lubinga, J.C., et al. 2014c). Dit bewijs van transovariële transmissie van LSDV speelt een rol in het scenario waarbij de teek in een kudde als reservoir dient voor LSDV. De transmissie is dus duidelijk niet enkel mechanisch. Lubinga, J.C., et al. (2014a) toonden aan dat het LSDV terug te vinden was in het speeksel, de klieren, haematocyten, ovaria, testes en het spijsverteringsstelsel. Dit leidt eveneens tot de vaststelling dat teken als biologische vectoren kunnen dienen. Alhoewel in voorgaande in vivo experimenten biologische transmissie is aangetoond, heeft men dit nog niet kunnen repliceren in vitro (Tuppurainen, E.S.M., et al. 2015). Het experiment waarbij besmette teken aan (Zuid-Afrikaanse) wintertemperaturen werden blootgesteld gedurende 2 maanden (Lubinga, J.C., et al. 2014b), bewijst dat teken wel degelijk als reservoir kunnen dienen tussen 2 opeenvolgende LSD uitbraken.

Het belang van gecontamineerde gemeenschappelijke eet- en drinkbronnen bij de verspreiding van LSD is nog niet door studies aangetoond. Ook de overdracht via manipulatie door de mens van het ene dier op het andere is nog niet bestudeerd, maar is vermoedelijk onbetekenend. Zeker gezien direct contact zoals hierboven beschreven, een geringe rol speelt in de transmissie. Transmissie van LSDV door het gebruiken van gecontamineerde naalden, die in aanraking kwamen met bloed of nodules van dieren met LSD is nog niet in studies experimenteel bewezen.

Indirecte transmissie via vectoren is de voornaamste wijze van verspreiding van LSD. Het is duidelijk dat meerdere vectoren een rol spelen in de transmissie van het LSDV. De voornaamste vectoren die zorgen voor de snelle verspreiding tussen de kuddes zijn bloedzuigende arthropoda die een onderbroken voedingspatroon vertonen, zoals bijtende vliegen. De betrokken spp. zijn streekgebonden en komen periodisch in grote aantallen voor. Tussen deze piekperiodes in kunnen teken dienen als biologisch LSDV-reservoir. Wat Europa betreft, zijn er nog geen transmissiestudies uitgevoerd die gebruik maken van onze lokale Diptera (tweevleugeligen) en Ixodida (teken) spp.

3.5 Diagnostiek

LSD is een wettelijk aangifteplichtige ziekte. Deze ziekte is zoals in vorige paragraaf (transmissiemogelijkheden) vermeld, een ziekte die zich op korte tijd zeer snel kan verspreiden met ernstige economische schade tot gevolg. Omwille van de indirecte vectortransmissie, kan het virus zich zeer snel spreiden in een kudde en tussen kuddes die dicht bij elkaar gelegen

Page 22: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

22

zijn. Hierdoor kan het virus zeer snel in sprongen een gans land doorkruisen. Door deze snelle verspreidingskracht dringt de noodzaak zich op om ziektegevallen snel te detecteren. Hierbij is het noodzakelijk dat boeren hun kuddes die vrij op de weide grazen toch dagelijks controleren, anders kan de ziekte wekenlang ongedetecteerd in de kudde aanwezig zijn. Eveneens is het zeer belangrijk dat de overheden van de risicolanden bewustmakingscampagnes organiseren, zodat iedereen die met runderen omgaat een basiskennis heeft van deze ziekte. Hierna worden er verschillende diagnostische methoden en hun effectiviteit besproken.

Diagnose aan de hand van klinische symptomen

In endemische gebieden kan men ernstig geïnfecteerde kuddes zeer snel identificeren aan de hand van de combinatie van enkele typische klinische tekens. Deze diagnostische methode is in LSD-vrije landen onvoldoende en vereist extra laboratoriumonderzoek door de bevoegde nationale autoriteiten.

De meest herkenbare klinische signalen zijn de hoge bifasische koorts (tot 41°C), huidnodules, veelvuldig speekselen, traan- en neusvloei, lymfadenitis en oedeem. Bovendien kan de verspreiding van de ziekte naar een andere kudde waar geen direct contact mee is, een extra indicatie zijn voor de diagnose van LSD (Kahrs, R.F. 2001). Op deze manier kan men nooit 100% zeker zijn of de diagnose correct gesteld is. Dit is zeker het geval bij kuddes waar de klinische tekenen eerder mild voorkomen, of wanneer men de diagnose moet stellen in donkere stallen of indien er slechts enkele sporadische gevallen in de kudde aanwezig zijn. In zo’n gevallen is diagnose van LSD aan de hand van klinische symptomen zelfs moeilijk voor de meest ervaren dierenartsen. Hierbij kan men een zeer grote lijst met differentiaaldiagnoses formuleren.

Differentiaaldiagnoses voor LSD zijn (OIE. Technical disease cards):

• Bovine herpesvirus type 2 (BHV-2) • Bovine papulaire stomatitis virus (parapoxvirus) • Bovine virale diarree (pestvirus) • Boosaardige katharaal koorts (ovine herpesvirus) • Mond- en klauwzeer (Aphthovirus) • Besnoitiose • Hypoderma bovis infectie • Onchocercose • Demodex infectie • Beten van insecten en/of teken met de geassocieerde urticaria • Dermatophilus congolensis infectie • Fotosensibilisatie • Huidtuberculose • Pseudokoepokken virus (parapoxvirus) • Runderpest • Vaccinia virus en koepokken virus (Orthopoxvirussen)

Bovine herpesvirus type 2 infectie is echter een mildere ziekte vergeleken met LSD. Het geeft eveneens nodulaire huidletsels, maar deze huidnodules zijn oppervlakkiger en meestal gelokaliseerd op bepaalde zones van de huid. De nodules zijn hier ondiep, hebben een vlak oppervlak met ingestulpt centrum en ulcereren minder (Figuur 3-12). Deze verdwijnen ook sneller en laten een haarloze plek op de huiden achter zonder deze te beschadigen. Omdat deze ziekte zo sterk gelijkt op LSD, zeker ten gevolge van de sterke individuele variatie in

Page 23: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

23

expressie tussen de verschillende individuen, wordt BHV-2 infectie ook wel de pseudo lumpy skin disease (PLSD) genoemd. Een gecombineerde infectie van LSDV en BHV-2 kan voorkomen, maar is zeer onwaarschijnlijk buiten het Afrikaanse continent. In sommige gevallen kan men beide ziektes enkel onderscheiden door middel van laboratoriumonderzoek. Zo kan men LSD van PLSD onderscheiden aan de hand van histopathologisch onderzoek. LSDV heeft intracytoplasmatische inclusielichaampjes en bij BHV-2 worden daarentegen intranucleaire inclusielichaampjes aangetroffen (Kahrs, R.F. 2001).

Figuur 3-12: Pseudo Lumpy Skin Disease veroorzaakt door BHV-2 Oppervlakkige nodules met ingestulpt centrum Uit: Brenner, J.; Veterinary Record (2009) 165, pagina 539

In sommige gevallen kunnen ziektes die mucosale letsels veroorzaken, verward worden met een milde vorm van LSD. Deze ziektes kunnen onder andere Bovine papulaire stomatitis virus (Figuur 3-13), Bovine virale diarree (BVD) (Figuur 3-14), Boosaardige katharaal koorts (BKK) (Figuur 3-15) en Mond- en klauwzeer (MKZ) (Figuur 3-16) zijn (EFSA AHAW Panel, 2015).

Figuur 3-13: Boviene papulaire stomatitis

Uit:Cursus van Prof. Deprez P. Geneeskundige ziekteleer van de grote huisdieren (2016)

Figuur 3-14: Mucosale letsels door BVD virus

Uit:Cursus van Prof. Deprez P. Geneeskundige ziekteleer van de grote huisdieren (2016)

Page 24: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

24

Figuur 3-15: Boosaardige katharaal koorts

Uit:Cursus van Prof. Deprez P. Geneeskundige ziekteleer van de grote huisdieren (2016)

Figuur 3-16: Mond- en klauwzeer

Uit:Cursus van Prof. Deprez P. Geneeskundige ziekteleer van de grote huisdieren (2016)

Hypoderma bovis geeft eveneens grote nodules, maar deze zijn enkel gelokaliseerd ter hoogte van de ruggenwervels (Figuur 3-17). Bovendien bezitten deze nodules een centrale opening waarlangs de larven naar buiten kunnen treden. Besnoitiose (Figuur 3-18), demodex infectie, onchocercose en beten van insecten en/of teken met de geassocieerde urticaria kan men onderscheiden van LSD aan de hand van histologisch onderzoek (Scott, R.R.H. 2008).

Figuur 3-17: Hypoderma bovis Uit: INRA 2015 © INRA, Chantal Boulard

Figuur 3-18: Besnoitiose op runderpoot Uit: Ryan, E.G et.al. Veterinary Record 2016; 178 pagina 610

Dermatophilus congolensis infectie (Figuur 3-19) komt wereldwijd voor en zorgt voor veralgemeende nodulaire korstvorming op de huiden van de dieren. Het kan verward worden met de necrotische ulceratieve letsels van LSD, zeker als deze letsels secundair bacterieel geïnfecteerd zijn, maar ze zijn meestal minder necrotisch en minder nodulair in vergelijking met LSD. Bovendien kan men via een huidafschraapsel de actinomyceten van de huidschimmel terugvinden, wat niet het geval is bij LSD (Kahrs, R.F. 2001).

Page 25: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

25

Figuur 3-19: Dermatophilus infectie rund Uit:Cursus van Prof. Deprez P. Geneeskundige ziekteleer van de grote huisdieren (2016)

Een andere aandoening die niet vermeld is op de lijst met differentiaaldiagnoses, maar zeker in landen die vaccineren tegen LSD in het lijstje thuishoort, is de zogenaamde “Neethling disease” (Figuur 3-20). Deze aandoening kan optreden bij enkele runderen (<0,5%) die gevaccineerd zijn met het levend verzwakt vaccin voor LSD (van de Neethling stam). De nodules die hierdoor optreden zijn veel kleiner en de koorts is minder hoog, maar voor het overige is het symptomenbeeld gelijkaardig aan dat van LSD (De Clercq 2017).

Figuur 3-20: Neethling disease Uit: Presentatie CODA sep 2017

Histologisch en elektronenmicroscopisch onderzoek

Voor lichtmicroscopisch onderzoek moet men eerst een biopsie van een verse nodule nemen. Deze nodule mag echter nog niet geülcereerd zijn. Het biopt moet de volledige dikte van de nodule bevatten. Op deze preparaten kan men verscheidene histopathologische letsels vinden. Zo ziet men dat de epidermis een sterke hyperkeratose (zones van zowel ortho- als parakeratose) en acanthose vertoont. Als men goed naar deze acanthose kijkt, ziet men dat

Page 26: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

26

dit deels het gevolg is van een ballonerende degeneratie van de stratum spinosum (Figuur 3-21). Bovendien kan men in de epidermis ook de necrose van de keratinocyten waarnemen. De dermis en subcutis worden vooral gekenmerkt door een ontstekingsbeeld met veel oedeem, waardoor de dermis er gezwollen uitziet. Lymfocyten, neutrofielen en macrofagen zijn daar in grote aantallen aanwezig, met enkele zones van fibroblast proliferatie en omgeven door veel extracellulair vocht. In iets oudere letsels kan men in de dermis ook tromboses en een vasculitisbeeld waarnemen. Wat zeker opvalt zijn de eosinofiele intracytoplasmatische inclusielichaampjes die men terugvindt in de gezwollen keratinocyten, epidermis (Figuur 3-21), macrofagen, fibroblasten en endotheelcellen (Scott, R.R.H). Het is zeker van belang dat de biopten vers zijn, want in oude letsels zijn deze inclusielichaampjes afwezig en treedt er snel coagulatie en colliquatieve necrose op waardoor het weefsel onherkenbaar wordt (Figuur 3-22) (Kahrs, R.F. 2001). Bovendien kunnen verscheidene andere ziektes soortgelijke histopathologische letsels teweegbrengen, waardoor deze methode vooral beschouwd moet worden als diagnose ondersteunend.

Figuur 3-21: Runderhuid (HE-kleuring, x1200)

met ballonerende degeneratie van het stratum spinosum, intracytoplasmatische inclusielichaampjes (zie pijlen) Uit: Neamat-Allah; Veterinary World 8 (9), pagina 1132

Figuur 3-22: Subcutaan spierweefsel (HE-

kleuring, x1200) met ernstige colliquatieve necrose en calcificaties Uit: Neamat-Allah; Veterinary World 8 (9), pagina 1133

Men kan de biopten of vocht geaspireerd uit de lymfeknopen elektronenmicroscopisch onderzoeken. De methode van virusisolatie uit huidnodules brengt het gevaar op contaminatie met schimmels en bacteriën met zich mee. Om de kans op het terugvinden van het virus te verhogen, kan hiervoor best eerst het virus opgekweekt worden in een celcultuur van kalver- of lammercellen (beste resultaat op nierweefsel of testisweefsel). Het LSDV groeit zeer traag in celculturen waardoor de tussenstap van het cultiveren van het virus voorafgaand aan elektronenmicroscopisch onderzoek niet uitgevoerd kan worden als men een snelle diagnose nodig heeft. Men zal in dat geval het onderzoek op de biopt zelf moeten uitvoeren. Tijdens het elektronenmicroscopisch onderzoek kan men een virus vaststellen van de genus Capripoxvirus. Capripoxvirussen zijn echter elektronenmicroscopisch niet van elkaar te onderscheiden en gelijken zeer sterk op de Orthopoxvirussen. Ze zijn groot, gaande van 260 nm tot 320 nm, bezitten een enveloppe en hebben een baksteenvormige morfologie. Dus elektronenmicroscopisch onderzoek ontbeert de nodige sensitiviteit, is zeer duur en vergt ervaren personeel. Deze diagnostische methode kan dus best enkel gebruikt worden ter bevestiging van de gestelde diagnose, aangezien deze methode, zonder opkweek, zeer snel is.

Page 27: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

27

Hematologisch en serum biochemisch onderzoek

De invloed van LSD op de bloedwaarden is tot op heden slechts in een aantal wetenschappelijke artikels onderzocht. In een van deze studies (Abutarbush, S.M., 2015) werden er van 129 dieren die klinisch besmet waren met LSDV bloedstalen genomen en deze stalen werden onderzocht voor een aantal bloedparameters. In de resultaten vond men enkele afwijkende parameters die echter nooit bij 100% van de testobjecten teruggevonden werden. In de tabel hieronder worden de parameters overlopen die in deze studie het meest opvallend waren en dus een hulpmiddel kunnen zijn voor de diagnose van LSD. Volgens de auteur zijn deze voornamelijk te wijten aan het hevige ontstekingsproces en de complicaties van de ziekte zoals de anorexie met bijhorende afnemende spiermassa.

Tabel 3-2: Mogelijke hematologische en biochemische afwijkingen en hun relatieve voorkomen bij klinisch LSDV besmette runderen. Naar: Abutarbush, S.M.; The Journal of Infection in Developing Countries 2015;9(3) pg 284-285

Hematologische en biochemische serologische bevindingen

% testdieren die deze parameter vertonen

leukocytose 18,2 leukopenie 8,7 gedaalde hematocriet 18,3 gedaalde “mean corpuscular volume” (MCV)

43,7

gedaalde “mean corpuscular hemoglobin” (MCH)

14,3

gedaalde “mean corpuscular hemoglobin concentration” (MCHC)

11,5

thrombocytopenie 25,3 hyperfibrinogenemie 69 hyperprotiënemie 59,6 hyperalbuminemie 37,2 gedaalde creatinine concentratie 65,8 hyperkalemie 9,6 hyperchloremie 10,4

In een andere studie (Şevik, M., et al. 2016) werd er vooral gefocust op de serum parameters die op cardiale, hepatische en renale schade wijzen. Hier vond men dat slechts enkele parameters, namelijk aspartaat aminotransferase, alkaline fosfatase, totale proteïne concentratie en creatinine concentratie significant verhoogd waren in het serum van de zieke dieren. Deze afwijkende waarden suggereren lever- en nierfalen, maar kunnen door nog vele andere aandoeningen veroorzaakt worden.

Men kan besluiten dat er nog veel onderzoek moet gebeuren over de hematologische en serum biochemische veranderingen in het bloed van LSDV besmette runderen. Tot nu toe kan men deze diagnostische methode enkel en hoogstens gebruiken als een extra indicatie voor de diagnose van LSD. De sensitiviteit en specificiteit zijn tot op heden niet bepaald. Bovendien is de kans klein dat dit een betrouwbare diagnostische test wordt. Daarnaast zou verder hematologisch en serologisch onderzoek op LSD aangetaste dieren, een duidelijker beeld kunnen scheppen van de pathogenese en zou eventueel kunnen helpen in het ontwikkelen van een effectievere behandelingsstrategie.

Page 28: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

28

Antilichaam detectie testen

Serum neutralisatietesten zijn momenteel de gouden standaard voor de detectie van antilichamen tegen het genus Capripoxvirus (OIE. Technical disease cards). Deze testen hebben een hoge specificiteit (kan tot bijna 100% gaan), maar met een te grote variatie in sensitiviteit. De sensitiviteit van deze test varieert, afhankelijk van laboratorium, tussen 70 en 96%. Daardoor missen de testen te veel mild zieke dieren met lage antilichaamtiters (EFSA AHAW Panel, 2015). Deze testen vergen ook zeer veel tijd en zijn arbeidsintensief. Hierdoor zijn deze neutralisatietesten niet geschikt om als enige diagnostische test te gebruiken en kan men deze ook niet gebruiken om grote kuddes te screenen.

Een andere antilichaam-detectietest is de indirecte immunofluorescentietest. Deze diagnostische test werd vroeger gebruikt voor de diagnose van geiten- en schapenpokken. In 2008 werd deze diagnostische test geëvalueerd voor gebruik als serosurveillance in kuddes, om de met LSD besmette kuddes snel te identificeren. Deze test zou de diagnose van 45 serumstalen tegelijk toelaten, maar kan vals positieve resultaten opleveren in geval van andere poxvirussen. De onderzoekers vermelden in hun studie (Gari et al., 2008) dat deze test een sensitiviteit heeft van 92% en een specificiteit van 88%.Volgens de EFSA AHAW Panel van 2015, is de interpretatie van dit onderzoek echter subjectief. Deze test heeft nog verdere standaardisatie nodig vooraleer men deze test met betrouwbaarheid kan gebruiken.

Momenteel zijn onderzoekers van verschillende farmaceutische bedrijven bezig met de ontwikkeling van nieuwe diagnostische kits voor de detectie van LSDV-antistoffen. Deze testkits zijn vooral gebaseerd op de methode van de “enzyme-linked immunosorbent assay” (ELISA). Deze diagnostische methode werd vroeger ook gebruikt voor de screening van schapen- en geitenkuddes op de aanwezigheid van het schapen- en geitenpokkenvirus. Hierbij kenden de testkits van de verscheidene farmaceutische bedrijven een sensitiviteit met een variatie van 70 tot 100% en een specificiteit met een variatie van 84 tot 100% (EFSA AHAW Panel, 2015). Deze grote variaties kan men dan ook verwachten bij de testkits voor LSD, die momenteel in ontwikkeling zijn. Dit wil dus zeggen dat niet alle testkits even betrouwbaar zijn en men dus voor gebruik de sensitiviteit en specificiteit van de testkit moet nagaan voor men een uitspraak doet.

De agargel immunodiffusietest is een zeer eenvoudige test en vereist niet veel laboratorium-ervaring en materiaal. Deze test heeft echter volgens het EFSA AHAW Panel van 2015 een te lage sensitiviteit en specificiteit. Bovendien kan deze test kruisreageren met virussen van de genus parapoxvirus. Dit geheel zorgt ervoor dat deze diagnostische test onbetrouwbaar is voor diagnostisch gebruik.

De “OIE. Technical disease cards” vermeldt nog een laatste diagnostische methode van antilichaamdetectie. De Western blotting zou een hoge specificiteit en sensitiviteit bezitten, maar is zeer duur en is moeilijk uit te voeren. Omdat de test economisch niet verantwoord is, wordt niet verder ingegaan op deze diagnostische methode.

Het grootste nadeel van deze serologische antistofdetectietesten is dat men tot op heden geen onderscheid kan maken tussen LSDV besmette dieren en de dieren die gevaccineerd zijn tegen LSD. Dit is voornamelijk te wijten aan het vaccineren van de dieren met levend verzwakt virus dat dezelfde antigenen bezit als het wild type virus. Hierdoor kan men deze testen enkel gebruiken voor de diagnose van LSD in LSD-vrije landen. In deze landen is bovendien bevestiging voor de aanwezigheid van het virus door de nationale overheden nodig via PCR met een hogere betrouwbaarheid. Een bijkomend nadeel van deze detectietesten is dat een besmet dier slechts na ongeveer 2 weken na infectie antistoffen ontwikkeld heeft, waardoor deze testen niet gebruikt kunnen worden voor vroege diagnose. Ook kan men met deze

Page 29: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

29

serologische testen geen onderscheid maken tussen de 3 andere virussen van het genus Capripoxvirus (OIE. Technical disease cards).

Antigendetectietesten (levend virus of viraal DNA)

Deze diagnostische testen zijn de enige testen die men kan gebruiken om de diagnose van LSD te bevestigen. Momenteel is de CaPV real-time PCR de gouden standaard, maar er is veel onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe betrouwbare diagnostische testen, zeker naar testen die men in veldomstandigheden zou kunnen gebruiken.

De standaard diagnosetest in de EU voor LSD bij klinisch zieke dieren is tot op heden de

capripoxvirus (CaPV) real-time PCR. Deze test kan viraal DNA detecteren van de genus capripoxvirus, met een aanvaardbare specificiteit en sensitiviteit. Deze diagnostische test heeft volgens het EFSA AHAW Panel van 2015 een grotere sensitiviteit dan de CaPV gel-based PCR methode. Zo vindt men in de literatuur dat in 5 van de 7 studies de real-time PCR een sensitiviteit van ongeveer 100% benadert, terwijl dit voor de CaPV gel-based PCR methode maar in 1 van de 2 studies zo is. De real-time PCR is een eenvoudige, betrouwbare, snelle, goedkope en kwantitatieve methode die men op grote schaal kan toepassen. Men kan deze test gebruiken op bloed (in EDTA buisje), neusvocht, speeksel, huidbiopten, korsten en sperma van de te testen dieren. Het nadeel van deze methode is dat men geen onderscheid kan maken tussen de LSDV, SPPV, GTPV en het verzwakt levend vaccinstam. De voorwaarde om via PCR de aanwezigheid van LSDV aan te tonen is dat men de test uitvoert in het tijdsbestek dat het LSDV aanwezig is in de geteste lichaamsvloeistoffen van de gastheer. Dit is vooral van belang bij subklinische dieren waar dit venster vrij beperkt is (Tabel 3-1). Dit vormt dus een probleem in de landen waar alle leden van de capripoxvirussen aanwezig zijn of waar er veel wilde herkauwers vrij rondlopen, evenals in landen waar men vaccineert met de levend verzwakt vaccinstam of met het SPPV bevattend vaccin. Daar heeft men nood aan specifiekere PCR-methodes om onderscheid toe te laten.

De species-specifieke real-time PCR is een PCR-methode (gepubliceerd in 2011), die een specifiek 200 basenparen lang DNA-segment kan detecteren in het Capripoxvirus gastheerspecificiteitsgen (het GPCR gen). Hierdoor kan men met deze PCR-test een duidelijk onderscheid maken tussen LSDV, SPPV en GTPV. Dit biedt mogelijkheid om klinisch zieke dieren met LSD symptomen te diagnosticeren in gebieden die gevaccineerd zijn met het SPPV bevattend vaccin en in gebieden waar veel wilde herkauwers vrij rondlopen. Deze methode vergt echter duurder laboratoriummateriaal dan de gewone real-time PCR en vergt beter getraind personeel.

De DIVA real-time PCR-methode is een recent ontwikkelde diagnostische methode die het wild type LSDV kan onderscheiden van de levend verzwakt vaccinstam (Agianniotaki , EI., et al., 2017). Men kan het verschil in basenparen in de GPCR gen regio tussen wild type LSDV en het levend verzwakt vaccinstam onderscheiden. Deze methode is een noodzaak voor het correct bestrijden van LSD in gevaccineerde landen, waar dus nevenreactie op het vaccin kan voorkomen en niet mag verward worden met de echte LSD. Net zoals de species-specifieke real-time PCR, vergt deze diagnostische methode duurder laboratoriummateriaal dan de gewone real-time PCR en beter getraind personeel.

Er is momenteel ook nog een recombinase polymerase amplification assay (RPA-assay) voor de detectie van LSDV (Shalaby, M.A., 2016). Deze methode zou men in veldomstandigheden moeten kunnen gebruiken en zou 2 tot 15 minuten duren. Volgens de studie zou de sensitiviteit en specificiteit van deze diagnostische methode gelijk moeten zijn aan deze van de CaPV real-time PCR, maar dit is nog niet geverifieerd door andere studies. Door gebruik te maken van gesynthetiseerde RPA-primers en exo-probes, die complementair zijn aan specifieke

Page 30: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

30

basenparenketens in de GPCR gen regio, zou men een onderscheid moeten kunnen maken tussen de verschillende capripoxvirussen. De resultaten vallen in de studie echter tegen, waardoor deze test dus nog geen onderscheid kan maken tussen de capripoxvirussen. Als men ervoor kan zorgen dat deze diagnostische methode optimaal zou werken, kan dit een sterke bijdrage leveren voor de controle en eradicatie van LSD in endemisch besmette gebieden.

Momenteel is er volgens het EFSA AHAW Panel van 2015 een Cow-side PCR-test in ontwikkeling. Deze zou eenvoudig te hanteren zijn, zou in veldomstandigheden kunnen gebruikt worden en zou binnen het uur resultaten moeten kunnen geven. Als deze diagnostische methode na validatie ook nog betrouwbaar blijkt, kan deze een sterke bijdrage leveren voor de controle en eradicatie van deze ziekte, zoals de RPA-assay hierboven.

De CaPV gel-based PCR-methode is een goedkopere methode dan de CaPV real-time PCR en is minder gevoelig aan technische problemen. Daarom wordt dit voornamelijk gebruikt als het labo geen CaPV real-time PCR ter beschikking heeft. Deze methode is echter trager, vergt beter getraind personeel en heeft een lagere sensitiviteit in vergelijking met de CaPV real-time PCR (zoals hierboven vermeld). Ondanks de lagere sensitiviteit in vergelijking met de CaPV real-time PCR, zijn de sensitiviteit en specificiteit nog hoog genoeg om een betrouwbare diagnose te formuleren. Zoals bij de CaPV real-time PCR zijn er verschillende andere aanpassingen aan deze methode beschreven waardoor men ook hier onderscheid kan maken tussen de capripoxvirussen.

3.6 Behandeling

Therapeutisch

In endemische gebieden zoals Afrika en sommige landen uit het Midden-Oosten is de meest realistische optie, het opstarten van een symptomatische behandeling. Dit wordt ingegeven door het feit dat stamping out in deze landen economisch en humanitair niet haalbaar is. Deze symptomatische behandeling bestaat uit preventieve of curatieve breedspectrum antibioticabehandeling tegen de eventuele secundaire bacteriële infecties. Het toedienen van ontstekingsremmers tegen de hoge koorts en om het comfort van het dier tijdelijk te verbeteren is aangewezen. Het best wordt hiervoor gebruik gemaakt van NSAID’s maar corticosteroïden kunnen ook gebruikt worden voor een korte periode tijdens de koortspiek. De dieren moeten beschikken over voldoende eten en drinken. Indien mogelijk wordt er ook een vloeistoftherapie ingesteld en kan men na bacteriologisch onderzoek een nauwer spectrum antibioticum gebruiken (Kahrs, R.F, 2001;. Scott, R.R.H, 2008).

Preventief

In volgende alinea’s worden kort de verschillende mogelijke preventieve maatregelen opgesomd en besproken. Niet al deze maatregelen zullen effectief en zinvol blijken te zijn.

Er bestaan verschillende vaccins die vandaag ingezet worden bij het bestrijden van LSDV. Dit zijn zowel homologe als heterologe levende verzwakte vaccins. De heterologe vaccins zijn gebaseerd op het SPPV of het GTPV. Ben-Gera et al (2015), hebben aangetoond dat het homologe vaccin gebaseerd op de Neethling stam veel effectiever is dan de heterologe vaccins. Momenteel is Dr. K. De Clercq van het CODA-CERVA bezig met een vergelijkende studie van de commercieel beschikbare levende verzwakte vaccins en de recent ontwikkelde geïnactiveerde vaccins. De resultaten van deze studie zijn echter nog niet gepubliceerd. Uit persoonlijke communicatie met Dr. K. De Clercq blijkt dat sommige levende verzwakte vaccins betere bescherming bieden dan de nieuwe geïnactiveerde vaccins. Tussen de verschillende levende verzwakte vaccins blijkt er ook een groot verschil te zijn wat effectiviteit betreft.

Page 31: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

31

Volledige vaccinatie blijkt de meest effectieve preventieve maatregel om de ziekte te bestrijden, maar door het ontbreken van een goed DIVA (differentiation of infected from vaccinated animals) vaccin, kan men tot op heden geen serologisch onderscheid maken tussen gevaccineerde dieren en dieren geïnfecteerd met het wild type virus (Tuppurainen, E. S.M. en Oura, C.A., 2012). Een mogelijk nadeel dat het gebruik van homologe levende verzwakte vaccins met zich meebrengt is dat in sommige gevallen milde klinische symptomen van LSD kunnen optreden. Dit is de zogenaamde “Neethling disease”. Het gebruik van levende verzwakte SPPV- en GTPV-vaccins in landen waar deze ziektes niet meer voorkomen, houdt steeds het risico van herintroductie van deze ziektes in (OIE. Technical disease cards).

Het bestrijden van vectoren gebruik makend van insecticiden, is een weinig bestudeerd onderwerp. Uit de EFSA AHAW Panel (2015) wordt aangehaald dat het gebruik van besproeien en wassen met insecticiden weinig effectief bleek tijdens de uitbraken van 2014 in Azerbeidzjan, Iran, Libanon, Egypte en Palestina. Insecticiden in combinatie met insectenwerende producten kunnen eventueel op karkassen gebruikt worden om het aantal vectoren die zich voeden op deze karkassen te beperken en zo de verspreiding via deze weg tegen te gaan.

In de EFSA AHAW Panel (2016) wordt er besloten dat partiële stamping out (opruiming van alleen de aangetaste dieren) en totale stamping out (opruiming van alle dieren in de haarden) even effectief kan zijn om de verspreiding onder controle te krijgen. Dit vereist dan wel dat er een vaccinatiecampagne gevoerd wordt waarbij het vaccin minimaal 75% van de gevaccineerde dieren effectief beschermt. Als echter het vaccin 40% of minder van de gevaccineerde dieren beschermt, blijkt volledige stamping out effectiever te zijn dan partiële stamping out. Dit werd besloten na vergelijking van 3 uitbraken in Israël. In 1989 werd er in Israël gebruik gemaakt van het levend verzwakt SPPV-vaccin in combinatie met totale stamping out. Deze tactiek bleek de verspreiding van de ziekte tegen te houden. Bij de volgende uitbraak in 2007 werden vooral bedrijven getroffen waarvan de dieren gevaccineerd waren met het levend verzwakt SPPV. Men kan dus concluderen dat het stoppen van de verspreiding tijdens de uitbraak van 1989 vooral te danken was aan het beleid van totale stamping out en niet aan het levend verzwakt SPPV-vaccin, wat dus inefficiënt bleek te zijn. Men paste dus in 2007 nogmaals dezelfde manier van aanpak toe als in 1989, omdat men toen nog niet beschikte over een beter vaccin. In 2012 werd Israël nogmaals getroffen met een LSD-uitbraak. Ditmaal werd het levend verzwakt LSDV-vaccin van de Neethling stam gebruikt voor de bescherming van de melkkoeien en het levend verzwakt SPPV-vaccin in een 10 keer hogere dosis dan tijdens de uitbraken van 1989 en 2007, voor de vaccinatie van de vleeskoeien. Deze vaccins resulteren in een hoger beschermingspercentage dan bij het voormalig levend verzwakt SPPV-vaccin. De vaccinatiecampagne werd gecombineerd met een beleid van partiële stamping out en bleek even effectief te zijn om de verspreiding van de ziekte onder controle te houden, dan de manier van aanpak in 1989 en 2007. De nieuwe aanpak in 2012 leidde tot minder economisch verlies voor de boeren en was ethisch correcter dan de aanpak in 1989 en 2007.

Het bezitten van een quarantaineafdeling in een aangetast rundveebedrijf wordt als weinig effectief beschouwd, aangezien de verspreiding van de ziekte gebeurt door bijtende bloedzuigende insecten. Wat men wel kan doen, is de aangetaste bedrijven trachten te isoleren van de nog niet aangetaste bedrijven via het instellen van schutkringen.

Uiteraard blijft het hanteren van goede hygiënemaatregelen een must voor de preventie van de verspreiding van LSD. Deze hygiënemaatregelen slaan vooral op het niet hergebruiken van naalden en minder op het reinigen van handen en omgeving. Dit komt omdat het virus in de

Page 32: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

32

bloedbaan moet geraken in een voldoende hoge dosis om de ziekte uit te lokken (zoals vermeld bij de transmissie van LSD).

Visie Europa

In 2015 (EFSA AHAW Panel, 2015; persoonlijke communicatie met K. De Clercq 2017):

• Geen preventieve vaccinatie. • Invoer van levende dieren uit derde landen van het Middellandse- en Zwarte Zee-

gebied naar de EU is verboden. • Volledige opruiming van besmette kuddes (totale stamping out). • Instellen van beschermingszones (3 km), surveillance zones (10 km) en schutkringen

(20 km). • Indien nodig enkel vaccinatie toegelaten in de schutkringen. • Verplaatsingen van dieren en dierlijke producten is niet toegestaan in de schutkringen.

Een uitzondering hierop vormt het vervoer van vers vlees, behandelde vleesproducten, gepasteuriseerde melk voor humane consumptie. Ook het afvoeren van levende dieren naar het slachthuis is nog toegelaten.

Vanaf juli 2016 (EFSA AHAW Panel, 2016; persoonlijke communicatie K. De Clercq 2017):

• Bewustmakingscampagnes voor landbouwers en veeartsen om sneller de klinische symptomen van LSD te herkennen.

• Geen preventieve vaccinatie, maar bij uitbraak moet de volledige veestapel van de getroffen lidstaat gevaccineerd worden.

• Invoer van levende dieren uit derde landen van het Middellandse- en Zwarte Zee-gebied naar de EU is verboden.

• Opruiming van klinisch aangetaste dieren (partial stamping out). • Instellen van beschermingszones (3 km), surveillance zones (10 km) en schutkringen

(20 km). • In de schutkringen geldt een volledig verbod op verplaatsing van levende runderen,

sperma, eicellen, embryo’s, melk en melkproducten bestemd voor dierlijk gebruik. Ook het vervoer van onbehandelde dierlijke producten zoals bijvoorbeeld huiden is verboden.

Page 33: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

33

4 Beschouwingen

4.1 Gevaar voor België?

Wanneer we in beschouwing nemen hoe LSD in het recente verleden evolueerde en migreerde, stellen we vast dat de ziekte langzaam oprukt vanuit het zuiden. Dit gebeurt voornamelijk in kleine stappen, van buurland tot buurland. De reden hiervoor is hoogst waarschijnlijk de beperkte periode waarin de vector besmettelijk blijft en de beperkte mobiliteit van deze vectoren. De afgelopen jaren is de ziekte op deze wijze tot in de Balkan geraakt. Mocht deze tendens zich ongehinderd kunnen verderzetten, zou dit op termijn een reëel gevaar voor de Belgische veestapel kunnen betekenen.

In de loop van 2016 heeft Europa, door middel van de gewijzigde richtlijnen van het EFSA-Panel, de toenemende kennis over de ziekte en het ontwikkelen van steeds effectievere vaccins, het oprukken van LSD kunnen indammen. Bovendien hebben alle buurlanden van de getroffen Balkanlanden een voldoende voorraad aan levend verzwakt vaccin om, indien nodig, snel te kunnen overgaan tot volledige vaccinatie van hun rundveestapel. In de praktijk vormen deze landen daardoor een grote bufferzone voor de West-Europese landen. Zelfs al blijft het gevaar door deze maatregelen ver verwijderd van België, toch blijft waakzaamheid geboden omwille van de enorme economische impact die deze ziekte kan hebben. Verder onderzoek naar transmissie en bestrijding van deze ziekte blijft aangewezen.

Alhoewel België een relatief grote importeur van rundvee is, blijkt uit de cijfers van de intracommunautaire handel van levende dieren in de EU, dat het overgrote deel van de import van rundvee afkomstig is uit onze buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Uit deze gegevens over het jaar 2016 blijkt ook dat de uitwisseling van levend rundvee tussen België en de buurlanden van de getroffen Balkanlanden onbestaand of zeer beperkt was.

Het gevaar dat LSD migreert, gebruikmakend van grote sprongen tot in België, omwille van legaal veetransport of handel in huiden en dergelijke, is zo goed als onbestaand. Een besmet land mag volgens de EFSA-Panel richtlijnen geen rundvee en rundveeproducten exporteren naar andere landen. Uit onderzoek blijkt trouwens dat vectoren die eventueel met transport van andere diersoorten zoals paarden meekomen, hun besmettelijkheid zo goed als volledig verloren hebben, gezien de duur van het transport en de benodigde dosis van LSDV om de ziekte uit te lokken (zie bovenstaand literatuur gedeelte en publicatie ANSES 2017). Illegaal transport is echter nooit uit te sluiten, waardoor een nul-risico niet bestaat en waakzaamheid ook hier aangewezen blijft.

Prof. Claude Saegerman van de ULg en dr. Kris De Clercq van het CODA-CERVA hebben momenteel samen 3 artikels ingediend ter goedkeuring voor publicatie, waarin zij met Franse gegevens en met behulp van 2 QIRA-modellen (Quantitative infection risk assessment) 3 verschillende risicomodellen voor introductie van LSD formuleren. Deze modellen worden dan vervolgens aangepast aan de Belgische context. Het eerste artikel beschrijft het risicomodel voor introductie van LSD door vectoren die meekomen met het veetransport. Het tweede artikel behandelt het risicomodel voor introductie van LSD ten gevolge van levend veetransport zelf. Ten slotte gaat het laatste artikel over het introductierisico op basis van het huidige verspreidingspatroon. In deze publicaties tracht men het gevaar op introductie van deze runderziekte in België in te schatten. Aangezien deze artikels bij het schrijven van deze masterproef nog niet gepubliceerd zijn, kan nog geen informatie over de resultaten gegeven worden.

Page 34: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

34

4.2 Verwachte evolutie

Door de opmars van LSDV gedurende het laatste decennium richting Europa, worden er steeds meer onderzoeksprojecten opgestart om de kennis over LSDV te vergroten. Vooral de transmissieroutes van LSDV, de mogelijke vectoren (vooral de Europese inheemse soorten) en de mogelijke natuurlijke reservoirs van het virus verdienen de nodige aandacht. Er zal in de toekomst meer kennis beschikbaar komen over de periode waarin de vector besmettelijk blijft. De eventuele voortplanting van het virus in de vector (biologische vector) en de wijze van mechanische overbrenging zal duidelijker worden door bijkomend transmissieonderzoek (dr. Kris De Clercq, CODA-CERVA) en de analyse van de huidige uitbraken. Er is ook nog bijkomende kennis nodig over de rol die kleine herkauwers, subklinisch geïnfecteerde dieren, wilde vogels en wilde herkauwers kunnen spelen in de epidemiologie van LSD. De rol van de aanwezigheid van LSDV in dierlijke secreties en producten zoals melk, vlees en huiden en hun mogelijke impact op de transmissie van LSDV dienen verder onderzocht te worden.

Op dit ogenblik is er een studie lopend van dr. Kris De Clercq (CODA-CERVA) naar de effectiviteit van de bestaande commercieel beschikbare vaccins. Deze studie zal het meest effectieve vaccin identificeren. Verwacht wordt dat de levend verzwakte vaccins het meest effectief zullen blijken. De zoektocht naar een geïnactiveerd vaccin dat ook effectief is, zal vroeg of laat een kandidaat-vaccin opleveren. Dit is een eerste stap in het ontwikkelen van een goed werkend vaccin dat serologisch onderscheid toelaat tussen geïnfecteerde en gevaccineerde dieren. Het gebruik van dergelijk vaccin levert vele voordelen op, waaronder het minder streng toepassen van handelsbeperkingen voor de getroffen landen. Bijwerkingen zoals het ontwikkelen van “Neethling disease” of dergelijke terugmutaties naar het originele virus zijn uitgesloten, waardoor het vaccin veilig kan ingezet worden.

De huidige effectieve vaccins zijn allen van niet-Europese oorsprong. In de toekomst zullen er door Europa goedgekeurde vaccins in de handel verschijnen, die dan verplicht aangewend zullen moeten worden door de Europese dierenartsen in de bestrijding van LSD. Hopelijk zullen deze nieuwe vaccins even effectief of effectiever blijken te zijn dan de huidig toegepaste vaccins.

Het doel van alle onderzoek naar LSDV is te komen tot een volledige eradicatie van LSD in Europa. LSD volledig uitroeien in Afrika is, gezien de populatie van wilde herkauwers, de overvloedige aanwezigheid van geschikte vectoren en het geringe belang dat de bevolking hecht aan de bestrijding van deze ziekte, waarschijnlijk te hoog gegrepen. De ziekte zal vermoedelijk endemisch blijven in het Afrikaanse continent.

4.3 Welke beschermingsmaatregelen?

Aangezien de economische impact van LSD niet te onderschatten is, is het de taak van de overheid en de bedrijfsdierenarts om te zorgen voor een blijvende bewustmaking van de sector. Dit kan gebeuren door een sensibiliseringscampagne die eventueel door Europa gesponsord wordt, via vulgariserende publicaties in landbouwtijdschriften of andere communicatiekanalen. Deze verhoogde bewustwording laat toe een effectieve passieve surveillance te realiseren. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om de overheid toe te laten om zeer snel te reageren bij het opduiken van de ziekte in ons land.

Deze bewustmakingcampagne dient de veearts en veehouder bij te brengen welke maatregelen effectief zijn in de bestrijding van de ziekte en welke maatregelen zinloos zijn. Het creëren van een quarantaine binnen het besmette bedrijf is, gezien de mobiliteit van de vectoren, zinloos. De campagne herinnert de veearts aan zijn wettelijke verplichtingen bij het

Page 35: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

35

vaststellen van een aangifteplichtige ziekte en het frist zijn kennis van de klinische symptomen van LSD op, zodat een vroege diagnose mogelijk wordt.

De EU laat geen import van levende dieren toe die afkomstig zijn uit derde landen van het Middellandse- en Zwarte Zee-gebied. Ook afgeleide producten zoals sperma, embryo’s, melk en melkproducten bestemd voor dierlijk gebruik of onbehandelde dierenhuiden zijn niet toegelaten. Dit zijn preventieve maatregelen om de import en verspreiding van LSD tegen te gaan.

Eenmaal de ziekte met zekerheid is vastgesteld in ons land, dient de Belgische overheid zich te houden aan de regels opgesomd in het recentste EFSA rapport. In het EFSA rapport van juli 2016 is Europa afgestapt van de politiek van volledige stamping out zonder vaccinatie, aangezien dit geen aantoonbaar beter resultaat opleverde dan partiële stamping out (enkel opruimen van klinisch aangetaste dieren) in combinatie met vaccinatie van de volledige rundveestapel. Er dienen schutkringen en beschermingszones ingesteld te worden rond de besmette bedrijven waarin bijkomende restricties gelden.

Naar mijn oordeel is de politiek van enkel opruimen van dieren met klinische symptomen gecombineerd met vaccinatie de aangewezen bestrijdingsmethode. Bij de klinische groep is het LSDV een veel langere periode aanwezig dan bij subklinische besmette dieren. Bij deze laatsten is het virus slechts voor korte periode in de lichaamssecreties aantoonbaar (Tabel 3-1).

De overheid dient een voldoende voorraad van het meest effectieve vaccin aan te leggen zodra LSD in een buurland opduikt. Deze voorraad dient voldoende groot te zijn om de gehele Belgische rundveestapel te vaccineren. Om deze vaccinatiecampagne snel te laten verlopen dient de overheid een op voorhand uitgewerkt distributieplan te voorzien dat de hele logistieke keten beslaat. Eventueel kan LSD dan toegevoegd worden aan de lijst met uitzonderingen van vaccinaties voor aangifteplichtige ziektes, zodat de veehouder deze vaccinaties zelf kan uitvoeren eens de bedrijfsdierenarts hem de vaccins ter beschikking stelt en hem de wijze en hoeveelheid van toediening schriftelijk meedeelt. Het resultaat moet een zeer snelle vaccinatie van de gehele Belgische rundveestapel opleveren.

Page 36: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

36

5 Conclusie

Zoals blijkt uit bovenstaande literatuurstudie zijn er nog veel domeinen die nog verder onderzocht dienen te worden. Vooral op gebied van vectoren, transmissiewegen en de ontwikkeling van effectieve vaccins die serologisch onderscheid toelaten is er nog heel wat werk te verrichten. Door de huidige gehanteerde LSDV bestrijdingspolitiek van het EFSA-panel is er niet onmiddellijk een gevaar dat de ziekte zou opduiken in België. De niet besmette Balkanlanden vormen een grote bufferzone met allen een grote voorraad aan vaccins. Niettemin is het belangrijk dat onze dierenartsen en rundveehouders alert blijven voor de mogelijke symptomen van LSD. Dit is noodzakelijk om zeer snel de ziekte te kunnen indijken en het economisch verlies tot een minimum te beperken. Alhoewel het risico voor België minimaal is, is het beter om het volgende gezegde toe te passen: “Hope for the best, but prepare for the worst.”.

Page 37: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

37

6 Referenties

Abutarbush, S.M., 2015. Hemotological and serum biochemical findings in clinical cases of cattle naturally infected with lumpy skin disease. The Journal of Infection in Developing Countries 9(3), 283-288

Agianniotaki , EI., Chaintoutis, SC., Haegeman, A., Tasioudi, KE., De Leeuw, I., Katsoulos, PD., Sachpatzidis, A., De Clercq, K., Alexandropoulos, T., Polizopoulou, ZS., Chondrokouki, ED. 2017. Development and validation of a TaqMan probe-based real-time PCR method for the differentiation of wild type lumpy skin disease virus from vaccine virus strains. Journal of Virological Methods 249, 48-57

Ali, H., Ali, A.A., Atta, M.S., Cepica, A. 2012. Common, emerging, vector-born and infrequent abortogenic virus infections of cattle. Transboundary and Emerging Diseases 59, 11-25

Annandale, C.H., Holm, D.E., Ebersohn, K., Venter, E.H. 2014. Seminal Transmission of Lumpy Skin Disease Virus in Heifers. Transboundary and Emerging Diseases 61, 443-448

ANSES publication. 2017. Risk of introduction of lumpy skin disease into France. ANSES opinion Collective expert report March 2017.

Babiuk, S., Bowden, T.R., Boyle, D.B., Wallace, D.B., Kitching, R.P. 2008. Capripoxviruses: An Emerging Worldwide Threat to Sheep, Goats and Cattle. Transboundary and Emerging Diseases 55, 263-272

Brenner, J., Sharir, B., Yadin, H., Perl, S., Stram, Y. 2009. Herpesvirus type 2 in biopsy of a cow with possible pseudo-lumpy-skin disease. Veterinary Record. 165, 539-540

Carn, V.M., Kitching, R.P. 1995. An investigation of possible routes of transmission of lumpy skin disease virus (Neethling). Epidemiology and Infection. 114, 219-226

Chihota, C.M., Rennie, L.F., Kitching, R.P., Mellor, P.S. 2001. Mechanical transmission of lumpy skin disease virus by Aedes aegipti (Diptera: Culicidae). Epidemiology and Infection 126, 317-321

Page 38: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

38

Chihota, C.M., Rennie, L.F., Kitching, R.P., Mellor, P.S. 2003. Attempted mechanical transmission of lumpy skin disease virus by biting insects. Medical and Veterinary Entomology. 17, 294-300

Davies, F.G. 1991. Lumpy skin disease an African capripox virus disease of cattle. Veterinary Research Laboratory 147, 489-503

EFSA. 2016. Event report: Strengthening regional cooperation in South East Europe and Middle East for prevention and control of Lumpy Skin Disease (LSD). EFSA supporting publication, 1059-1078

EFSA. 2017. Scientific report on lumpy skin disease : I. Data collection and analysis. EFSA Journal 15(4), 4773-4827

EFSA AHAW Panel (EFSA Panel on Animal Health and Welfare). 2015. Scientific Opinion on lumpy skin disease. EFSA Journal 13(1), 3986-4059

EFSA AHAW Panel (EFSA Panel on Animal Health and Welfare). 2016. Statement: Urgent advice on lumpy skin disease. EFSA Journal 14(8), 4573-4600

Gari, G., Biteau-Coroller, F., LeGoff, C., Roger, F. 2008. Evaluation of indirect fluorescent antibody test (IFAT) for the diagnosis and screening of lumpy skin disease using Bayesian method. Veterinary Microbiology 129 (3-4), 269-280

Hunter, P., Wallace, D. 2001. Lumpy skin disease in southern Africa: a review of the disease and aspects of control. Journal South Africa Veterinary Association. 72 (2), 68-71

INRA, 2015. Ivermectin conquers a parasitic disease: bovine hypodermosis. http://www.inra.fr/en/Scientists-Students/Animal-biology/All-reports/Anti-parasitic-drugs-humans-and-animals-united-in-the-same-fight/Ivermectin-conquers-a-parasitic-disease-bovine-hypodermosis (bezocht 1 mei 2018)

Irons, P.C., Tuppurainen, E.S.M., Venter, E.H. 2005. Excretion of lumpy skin disease virus in bull semen. Theriogenologie 63, 1290-1297

Kahana-Sutin, E., Klement, E., Lensky, I., Gottlieb, Y. 2016. High relative abundance of the stable fly Stomoxys calcitrans is associated with lumpy skin disease outbreaks in Israeli dairy farms. Medical and Veterinary Entomology ,DOI: 10.1111/mve.12217

Page 39: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

39

Kahrs, R.F. 2001. Viral Diseases of Cattle, Second Edn. Iowa State University Press, Ames, Iowa, USA, pp. 281-286

Lubinga, J.C., Clift, S.J., Tuppurainen, E.S.M, Stoltsz, W.H., Babiuk, S., Coetzer, J.A.W., Venter, E.H. 2014a. Demonstration of lumpy skin disease virus infection in Amblyomma

hebraeum and Rhipicephalus appendiculatus ticks using immunohistochemistry. Ticks and tick-borne Diseases 5, 113-120

Lubinga, J.C., Tuppurainen, E.S.M., Coetzer, J.A.W., Stoltsz, W.H., Venter, E.H. 2014b. Evidence of lumpy skin disease virus over-wintering by transstadial persistence in Amblyomma hebraeum and transovarial persistence in Rhipicephalus decoloratus ticks. Experimental and Applied Acarology 62, 77-90

Lubinga, J.C., Tuppurainen, E.S.M., Coetzer, J.A.W., Stoltsz, W.H., Venter, E.H. 2014c. Transovarial passage and transmission of LSDV by Amblyomma hebraeum, Rhipicephalus appendiculatus and Rhipicephalus decoloratus. Experimental and Applied Acarology 62, 67-75

Lubinga, J.C., Tuppurainen, E.S.M., Mahlare, R., Coetzer, J.A.W., Stoltsz, W.H., Venter, E.H. 2015. Evidence of Transstadial and Mechanical Transmission of Lumpy Skin Disease Virus by Amblyomma hebraeum Ticks. Transboundary and Emerging Diseases 62, 174-182

Lubinga, J.C., Tuppurainen, E.S.M., Stoltsz, W.H., Ebersohn, K., Coetzer, J.A.W., Venter, E.H. 2013. Detection of lumpy skin disease virus in saliva of ticks fed on lumpy skin disease virus-infected cattle. Experimental and Applied Acarology 61, 129-138

Magori-Cohen, R., Louzoun, Y., Herziger, Y., Oron, E., Arazi, A., Tuppurainen, E., Shpigel, N.Y., Klement., E. 2012. Mathematical modelling and evaluation of the different routes of transmission of lumpy skin disease virus. Veterinary Research 43, 1-13

Munz, E.K., Owen, N.C., 1966. Electron microscopic studies on lumpy skin disease virus type “neethling”. Onderstepoort Journal of Veterinary Research 33 (1), 3-8

Neamat-Allah, A.N.F. 2015. Immunological, hematological, biochemical, and histopathological studies on cows naturally infected with lumpy skin disease. Veterinary World 8 (9), 1131-1136

Page 40: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

40

OIE. Technical disease cards. http://www.oie.int ( laatst geüpdatet juli 2017)

Ryan, E.G., Lee, A., Carty, C., O’Shaughnessy, J., Kelly, P., Cassidy, J. P., Sheehan, M., Johnson, A., de Waal, T. 2016. Bovine besnoitiosis (Besnoitia besnoiti) in an Irish dairy herd. Veterinary Record 178: 608

Rouby, S., Aboulsoud, E., 2016. Evidence of intrauterine transmission of lumpy skin disease virus. The Veterinary Journal 209, 193-195

Scott, R.R.H. 2008. Blackwell’s five – minute veterinary consult: Ruminant, Third Edn. John Wiley & Sons, Hoboken, New Jersey, USA, pp. 490-491

Şevik, M., Avci, O., Doğan, M., İnce, Ö.B., 2016. Serum Biochemistry of Lumpy Skin Disease Virus-Infected Cattle. BioMed Research International 2016, Article ID 6257984, 6 pages

Shalaby, M.A., El-Deeb, A., El-Tholoth, M., Hoffmann, D., Czerny, C., Hufert, F.T., Weidmann, M., El Wahed, A.A., 2016. Recombinase polymerase amplification assay for rapid detection of lumpy skin disease virus. BMC Veterinary Research 12, 244-249

Tageldin, M.H., Wallance, D.B., Gerdes, G.H., Putterill, J.F., Greyling, R.R., Phosiwa, M.N., Mohammed Al Busaidy, R., Issa Al Ismaaily, S. 2014. Lumpy skin disease of cattle: an emerging problem in the Sultanate of Oman. Tropical Animal Health and Production 46, 241-246

Tulman, E.R., Afonso, C.L., Lu, Z., Zsak, L., Kutish, G.F., Rock, D.L. 2001. Genome of Lumpy Skin Disease Virus. Journal of Virology 75 (15), 7122-7130

Tulman, E.R., Afonso, C.L., Lu, Z., Zsak, L., Sur, JH., Sandybaev, NT., Kerembekova, UZ., Zaitsev, VL., Kutish, G.F., Rock, D.L. 2002. The genomes of sheeppox and goatpox viruses. Journal of Virology 76 (12), 6054-6061

Tuppurainen, E. S.M., Lubinga, J.C., Stoltsz, W.H., Troskie, M., Carpenter, S.T., Coetzer, J.A., Venter, E.H., Oura, C.A. 2013a. Evidence of vertical transmission of lumpy skin virus in Rhipicephalus appendiculatus ticks. Ticks and tick-borne Diseases 4, 329-333

Tuppurainen, E. S.M., Lubinga, J.C., Stoltsz, W.H., Troskie, M., Carpenter, S.T., Coetzer, J.A., Venter, E.H., Oura, C.A. 2013b. Mechanical transmission of lumpy skin disease virus by Rhipicephalus appendiculatus male ticks. Epidemiology and infection 141, 425-430

Page 41: masterproef Lumpy skin disease bij het rund een risico ...€¦ · Zambia (1929) naar Ethiopië (1957) en Egypte (1988) en zo verder via het Midden-Oosten ... De resultaten van deze

41

Tuppurainen, E. S.M., Oura, C.A. 2012. Lumpy skin disease: an emerging threat to Europe, the Middle East and Asia. Transboundary and emerging diseases 59, 40-48

Tuppurainen, E. S.M., Oura, C.A. 2014. Lumpy skin disease: an African cattle disease getting closer to the EU. Veterinary Record 175 (12), 300-301

Tuppurainen, E.S.M., Venter, E.H., Coetzer, J.A.W., Bell-Sakyi, L. 2015. Lumpy skin disease: Attempted propagation in tick cell lines and presence of viral DNA in field ticks collected from naturally-infected cattle. Ticks and Tick-Borne Diseases 6(2), 134-140

Weiss, K.E. 1968. Lumpy skin disease virus. Virology Monographs. Third Edn. Springer Verlag, Vienna, New York, USA, pp. 111-131

Yeruham, I., Nir, O., Braverman, Y., Davidson, M., Grinstein, H., Haymovitch, M., Zamir, O. 1995. Spread of lumpy skin disease in Israeli dairy herds. The Veterinary Record 137, 91-93

Young, E., Basson, P.A., Weiss, K.E. 1970. Experimental infection of game animals with lumpy skin disease virus (prototype strain neethling). Onderstepoort Journal of Veterinary Research 37 (2), 79-88