Le Corbusier & Chapelle de Ronchamps

download Le Corbusier & Chapelle de Ronchamps

of 30

Transcript of Le Corbusier & Chapelle de Ronchamps

Chapelle Notre-Dame-du-HautColline de Bourlmont, Ronchamp, Frankrijk

Een ontwerp van Le Corbusier

ESSAY CKV HANS BROEKHUIJSEN 1e jaar zij-instroom Opleiding Docent Muziek CODARTS Conservatorium Rotterdam

2

"Here we will build a monument dedicated to nature and we will make it our lives' purpose."

Architectuur is de synthese van de hogere kunsten. Architectuur is vorm, volume, kleur, geluid, muziek.

Le Corbusier, Le Livre de Ronchamp, 1961

3

4

INHOUDSOPGAVE

HOOFDSTUK 1: INLEIDING ..................................................................................... 7 HOOFDSTUK 2: DOEL EN ONDERZOEKSVRAGEN ....................................................... 9 HOOFDSTUK 3: LE CORBUSIER ............................................................................. 11 CHARLES-EDOUARD JEANNERET ................................................................................ REIZEN ALS INSPIRATIEBRON ................................................................................... ZWITSER JEANNERET WORDT FRANSMAN LE CORBUSIER.................................................... UITGANGSPUNTEN ................................................................................................ CULTURELE STROMING ........................................................................................... RELIGIE EN POLITIEK ............................................................................................. INVLOED OP ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW ................................................................ 11 11 11 12 12 13 13

HOOFDSTUK 4: DE CHAPELLE NOTRE-DAME-DU-HAUT............................................. 15 ONTSTAAN EN HISTORISCHE CONTEXT ......................................................................... OPDRACHT EN DOEL .............................................................................................. UITGANGSPUNTEN ................................................................................................ MATERIAAL EN TECHNIEK ........................................................................................ VORM EN THEMAS ................................................................................................ REFERENTIE NAAR ANDERE KUNSTWERKEN .................................................................... RECEPTIE VAN DE KAPEL ......................................................................................... INVLOED OP ANDERE BOUWWERKEN ............................................................................ 15 16 16 16 17 19 19 21

HOOFDSTUK 5: ANALYSE EN CONLUSIE ................................................................. 23 MIDDELEEUWSE IDEALEN VAN SCHOONHEID .................................................................. 1. Proportie (Proportio/Consonantia)................................................................ 2. Licht (Claritas) .......................................................................................... 3. Allegorie ................................................................................................... KANT: SCHOONHEID EN BELANGELOOSHEID................................................................... PEVSNER: DRIE EIGENSCHAPPEN VAN ARCHITECTONISCHE SCHOONHEID ................................. CONCLUSIE: BUT IS IT ART? .................................................................................... PERSOONLIJK: DUS JIJ NOEMT DIT KUNST!? .................................................................. 23 23 24 24 25 26 26 27

HOOFDSTUK 6: LITERATUUR ................................................................................ 29

5

6

HOOFDSTUK 1: INLEIDING Het onderwerp van dit essay vormt de Chapelle Notre-Dame-du-Haut. Dit kerkje is een ontwerp uit het begin van de jaren vijftig van de bekende Franse architect Le Corbusier. De kapel bevindt zich op de 500 meter hoge heuvel Bourlmont, een van de laatste uitlopers van de Vogezen, bij het voormalige mijnwerkersstadje Ronchamp in het oosten van Frankrijk. De reden voor de keuze van Ronchamp als onderwerp voor dit essay ligt in de grote indruk die dit bouwwerk op mij maakte toen ik er voor de eerste keer mee in aanraking kwam. Dat was op de middelbare school, tijdens een les kunstgeschiedenis. De docent toonde zelfgemaakte dias van diverse kunstwerken en gebouwen. Op een daarvan stond een afbeelding van het verbazingwekkende bouwwerk van Le Corbusier, waardoor meteen mijn aandacht werd getrokken. Wat was dat voor een vreemde paddestoelachtige vorm? Waartoe diende dit gebouw? Vond ik het mooi, of juist een beetje afstotend? De docent vertelde dat het hier ging om een kapel, een gebouw dat diende als kerk. Dat verbaasde mij nog meer. Mijn ervaring met kerkgebouwen tot dan toe bestond hoofdzakelijk uit de grote, vaak wat donkere oude kerken of de haast nog grauwere nieuwbouwontwerpen, zoals het zeventiger jaren oecumenische kerkgebouw waar mijn ouders me vrijwel wekelijks mee naar toenamen. Kon een vreemd gebouw als dat van Le Corbusier ook dienen als kerk? Strookte dat met de functie die zon gebouw behoort te hebben? Er werden nog meer dias van de kapel getoond, waaronder vele van het interieur met zijn verrassende lichtval. Dit droeg er mede toe bij dat het ontwerp altijd in mijn geheugen is blijven hangen. Toen zich zon vijftien jaar later tijdens een vakantie in Frankrijk de gelegenheid voordeed een bezoekje aan Ronchamp te brengen, had ik de omrit er graag voor over. En terecht, want de live-versie maakte nog veel meer indruk. Feitelijk bestaat het gehele complex naast de kapel zelf nog uit een kapelaanwoning en een onderkomen voor een tuinman, een klokkentoren en een aarden piramide met een herdenkingsmonument voor gevallenen in WO I. Hoewel deze elementen onmiskenbaar deel uitmaken van Le Corbusiers totaalplan voor Ronchamp, laat ik ze verder buiten beschouwing en richt ik me in het vervolg van dit essay alleen op de kapel.

7

Le Corbusier

8

HOOFDSTUK 2: DOEL EN ONDERZOEKSVRAGEN

Het doel van dit essay is een beschrijving te geven van de Chapelle Notre-Dame-du-Haut van Le Corbusier en die te koppelen aan enkele kunsttheorien die aan bod zijn gekomen in de collegereeks CKV. Daartoe heb ik de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Is de Chapelle Notre-Dame-du-Haut van Le Corbusier te beschouwen als een kunstwerk of is het alleen op te vatten als een religieus bouwwerk? Om deze vraag te kunnen beantwoorden komen de volgende onderwerpen aan bod: Le Corbusier als architect van de Chapelle Notre-Dame-du-Haut (hoofdstuk 3) De Chapelle Notre-Dame-du-Haut: ontstaansgeschiedenis, beschrijving, invloeden en perceptie (hoofdstuk 4) Beschrijving van relevante kunsttheorien, analyse en conclusies (hoofdstuk 5) Het essay eindigt met een literatuuropgave in hoofdstuk 6. Opmerking: Afgelopen jaren is de Chapelle Notre-Dame-du-Haut meerdere malen in het nieuws geweest vanwege plannen die er bestaan om het terrein rondom de kapel te renoveren. De eigenaar van kapel bij Ronchamp en de grond waar die op staat, de stichting L'Association Oeuvre Notre-Dame-du-Haut, heeft daarvoor de befaamde architect Renzo Piano benaderd, die een ontwerp maakte waarin onder meer in de heuvelwand enkele verblijven voor een daar te vestigen zusterorde staan getekend. Ook zou de heuvel met de kapel gedeeltelijk ontbost moeten worden. Jean-Franois Mathey, voorzitter van de stichting, in gesprek met Volkskrant-journalist Arie-Jan Korteweg: We wilden een nieuwe bezieling voor deze plek. De kapel is meer dan een simpel historisch monument. Het artistieke en het religieuze moeten elkaar hier in evenwicht houden1. Het plan van Piano heeft een ware internetoorlog ontketend. Voorstanders en tegenstanders vliegen elkaar in de haren en beide kampen hebben on-line petities opgesteld. Inzet van de discussie is de vraag of Piano het recht heeft om het landschapsontwerp van Le Corbusier aan te passen. Om mijn essay niet te uitgebreid te laten worden en me te beperken in de te besteden tijd, heb ik deze discussie verder buiten beschouwing gelaten.

Het renovatieplan van Renzo Piano.

1

Korteweg, 2008

9

Le Corbusier op de cover van TIME Magazine, mei 1961

10

HOOFDSTUK 3: LE CORBUSIER

In dit hoofdstuk geef ik een beschrijving van Le Corbusier en zijn vele en veelzijdige activiteiten op het gebied van architectuur, stedenbouw en (andere) kunstvormen. Charles-Edouard Jeanneret Le Corbusier werd geboren in 1887 in het Zwitserse La Chaux-de-Fonds als CharlesEdouard Jeanneret. De stad in de Zwitserse Jura ontleende haar bestaansrecht aan de horloge-industrie en Charles-Edouard leek voorbestemd om ook daar zijn carrire in te gaan maken. Zijn docent aan de lokale kunstopleiding zag echter al snel meer in zijn leerling en moedigde hem aan om een carrire in de architectuur na te streven. Ook stuurde hij Jeanneret op reis om Europa te ontdekken, een reis die moest voeren langs culturele, industrile en folkloristische hoogtepunten. Reizen als inspiratiebron Jeannerets trektochten voerden hem onder meer door Toscane, Wenen, Parijs, Duitsland en Griekenland. Tijdens deze reizen deed hij inspiratie op, waar hij zijn hele leven op terug zou vallen. Zo vormde het Parthenon een inspiratiebron voor de Notre-Dame-duHaut. De kennismaking in Parijs met het werk met gewapend beton van August Perret was van beslissende invloed voor zijn favoriete bouwmateriaal. De invloeden hadden echter niet alleen betrekking op architectuur en bouwen. In Parijs ontdekte Jeanneret Nietzches Also Sprach Zarathustra en maakte diens gebod Word wie je bent tot zijn eigen2. Dat betekende in zijn geval de ontwikkeling tot een haast volledige uomo universale in de kunsten. Want naast architect is Le Corbusier bekend als schilder, beeldhouwer, ontwerper van wandtapijten, stedenbouwkundige, meubelontwerper en schrijver van pamfletten, tijdschriften en boeken.

Werken van Le Corbusier: schilderij, publicatie en stedenbouwkundig plan voor Parijs.

Zwitser Jeanneret wordt Fransman Le Corbusier Begin jaren twintig publiceerde Jeanneret samen met schilder Amde Ozenfant het tijdschrift LEsprit Nouveau, een gellustreerd internationaal overzicht van hedendaagse activiteiten. Vele van zijn artikelen daarin onderschreef hij met het pseudoniem Le Corbusier, een naam die waarschijnlijk gebaseerd is op de namen van zijn voorvader (Lecorbsier) en van de schilder Le Fauconnier. Gaandeweg ondertekende hij al zijn werken met dit pseudoniem. In de jaren twintig nam Le Corbusier ook de Franse nationaliteit aan.

2 Cohen, 2004

11

Uitgangspunten Le Corbusier's artikelen over architectuur en stedenbouw uit LEsprit Nouveau werden later gebundeld in het boek Vers Une Architecture (1923), dat kan worden gezien als zijn eerste manifest. Andere belangrijke publicaties van zijn hand werden Urbanisme (1925), La Ville Radieuse (1935) en het Charte dAthnes (1943), allen over moderne stadsplanning en stedenbouw en Le Modulor (1950), met een algemeen maatsysteem voor architectuur. Le Corbusier was een grote voorstander van een functionele benadering van het ontwerp van woningen. Onze ingenieurs zijn gezond en viriel, actief en nuttig, evenwichtig en tevreden met hun werk, riep hij uit in Vers une nouvelle architecture (1923), terwijl onze architecten gedesillusioneerd en werkloos, verwaand of chagrijnig zijn. Dat komt doordat ze binnenkort niets meer te doen hebben. We hebben geen geld meer om historische gedenktekens op te richten. Ondertussen moet iedereen zich wel kunnen blijven wassen! Onze ingenieurs verschaffen de mogelijkheden daartoe en zij zullen onze bouwers zijn3. Culturele stroming Samen met ontwerpers als Ludwig Mies van der Rohe, Walter Gropius en Theo van Doesburg wordt Le Corbusier vaak ingedeeld bij stromingen als de Internationale Stijl, het Functionalisme en het Modernisme. Hij benaderde de architectuur vanuit een zeer pragmatische visie: Een huis is een machine om in te leven, is een van zijn bekende uitspraken. De machines die hij het meest bewonderde waren moderne autos, turbines en vooral grote oceaanstomers. Zijn architectuur sprak over zon, wind en zee4. Zoals al eerder opgemerkt, was Le Corbusier naast architect ook schilder en beeldhouwer. Zijn schilderijen tonen op het eerste gezicht overeenkomst met het werk van Picasso. Als meubelontwerper is hij terug te vinden in vele standaardwerken, naast tijdgenoten als Gerrit Rietveld, Marcel Breuer, Ludwig Mies van der Rohe en opvolgers als Charles & Ray Eames. Bekende meubelontwerpen van Le Corbusier zijn onder meer de fauteuil LC2 en de chaise longue B306.5

Werken van Le Corbusier: Schilderij, fauteuil LC2 en chaise longue B306/LC4.

3 Geciteerd in Botton, 2006 4 Rybczynski, 1998 5 Fiell, 2001

12

Religie en politiek Le Corbusier werd opgevoed als protestant in de Albigenzer/Kathaarse leer. Later verklaarde hij zichzelf echter als een athest. Volgens Thiel-Siling vertoonde hij echter ook een neiging tot panthesme, met zijn opvattingen dat alles (en iedereen) goddelijk is en er geen grens is tussen het goddelijke en het natuurlijke.6 Uit Le Corbusier's ideen over architectuur en stedenbouw blijkt duidelijk een sociaal en politiek bewustzijn, hoewel dat volgens mij een bepaalde naviteit vertoont. Zo probeerde hij tijdens de Tweede Wereldoorlog tevergeefs aansluiting te krijgen bij de Vichyregering, vooral om haar te winnen voor zijn denkbeelden over de inrichting van steden. Direct na de oorlog bood hij zijn diensten aan bij de voormalige Rsistence, om hen te assisteren bij de planvorming voor de wederopbouw. Dit laatste resulteerde in zijn eerste opdracht van de Franse staat: de Unit dHabitation in Marseille. Deze enorme woonfabriek, compleet met winkels, hotel en op het dak een sportruimte en peuterspeelzaal, was bedoeld om op een efficinte en humane wijze zoveel mogelijk mensen te huisvesten die in de oorlog hun woning hadden verloren7.

Le Corbusiers Unit dHabitation, Marseille, en het dakterras van deze woonfabriek.

Invloed op architectuur en stedenbouw De ideen, ontwerpen en kunstwerken van Le Corbusier hebben grote invloed op de hedendaagse architectuur en stedenbouw. Om een voorbeeld te noemen: Hij was een van de meesters in de toepassing van beton en maakte zelfs bouwwerken waarvan de betonnen gevels onafgewerkt bleven en zo de ruwe vormen van de bekisting weergaven. Daarmee werd hij een grondlegger van het Brutalisme. Zijn toepassing van beton brut in Ronchamp en vele van zijn andere ontwerpen was een belangrijke inspiratiebron voor vele architecten, waar onder Kenzo Tange en Louis I. Kahn8. Le Corbusier kwam op 27 augustus 1965 om het leven door een hartstilstand tijdens het baden in de door hem zo geliefde zee bij Roquebrune-Cap-Martin in Zuid-Frankrijk. De Franse schrijver en minister van Culturele Zaken Andr Malraux eerde de architect enkele dagen later met een uitvaartdienst in het Louvre. Als invloedrijk architect is Le Corbusier opgenomen in TIME Magazines lijst met de honderd meest invloedrijke personen van de twintigste eeuw.

6

Thiel-Siling, 1998 7 Cohen, 2005 8 Tietz, 1999

13

Maquette van de Chapelle Notre-Dame-du-Haut

14

HOOFDSTUK 4: DE CHAPELLE NOTRE-DAME-DU-HAUT

In dit hoofdstuk geef ik een beschrijving van Le Corbusiers kapel Notre-Dame-du-Haut. Ik ga achtereenvolgens in op het ontstaan en de historische context, de opdracht, het doel en de uitgangspunten van het ontwerp, de gebruikte materialen, de vormen en themas van de kapel, de referentie van de kapel naar andere kunstwerken, de receptie en de invloed op andere bouwwerken. Ontstaan en historische context De door Le Corbusier ontworpen Chapelle Notre-Dame-du-Haut bevindt zich op een 500 meter hoge heuvel luisterend naar de naam Bourlmont. Vanaf de top van deze uitloper van de Vogezen heb je een weids uitzicht. Richting het noorden zie je de toppen van de Vogezen, richting het oosten kijk je naar het plaatsje Belfort, westwaarts valt het Langres-plateau waar te nemen en in het zuiden de Jura, waarin Le Corbusier's geboorteplaats La-Chaux-de-Fonds ligt. De Bourlmont, die 150 meter boven Ronchamp oprijst, is een heuvel die al eeuwenlang werd vereerd als een heilige plaats. In de oudheid fungeerde de plek als een Heidense zonnetempel. De Romeinen stichtten er een fort, waarna de Christenen het in de vierde eeuw na Christus aanwezen als een van hun heilige plaatsen. In de negentiende eeuw vormde het een plaats van een spontane bedevaart van Fransen en Duitsers die hier voor het eerst samenkwamen op 8 september 1873 om te danken voor de beindiging van de Frans-Pruisische oorlog (1870-1871)9. Al vanaf de dertiende eeuw waren er heilige bouwwerken te vinden op de Bourlmont. Dat begon met een kapel die veel pelgrims trok. Op het dak daarvan werd later een grote Maria geplaatst. In 1913 werd zij echter getroffen door de bliksem, waarna de kapel in vlammen opging. De nieuwe kapel, kort daarna op dezelfde plaats gebouwd, werd in 1944 weggebombardeerd10.

De Chapelle Notre-Dame-du-Haut op de heuvel Bourlmont bij het plaatsje Ronchamp

9 Frampton, 2001 10 Korteweg, 2008

15

Opdracht en doel Na WO II besloot een opdrachtcomit, bestaande uit een advocaat, een fabrikant en een pastoor, om de kerk weer op te bouwen. Daarbij wilde men echter zoveel mogelijk besparen op de materiaalkosten. Gewapend beton leek daarvoor de beste oplossing. Dat was een van de redenen waarom men bij Le Corbusier terechtkwam als architect. Hij was immers een van de grote meesters van de betonbouw11. Een andere reden dat de opdracht voor het ontwerp van een nieuwe kapel naar Le Corbusier ging, was de invloed van de Franse priester Pierre Charles Marie Couturier. Deze Vader Couturier (1897-1954) was een Dominicaans monnik met een grote bewondering voor kunst en architectuur. Volgens deze oprichter van het blad Artsacr was ware kunst heilig. Hij was dan ook de drijvende kracht achter enkele van de belangrijkste religieuze kunstwerken van de twintigste eeuw, zoals de Chapelle du SaintMarie du Rosaire in Vende, met een interieur van Matisse en de Notre Dame de Toute Grace de Plateau dAssy, met kunstwerken als mozaeken, wandtapijten en wandschilderingen van onder meer Braque, Matisse en Chagall. Couturier was er van overtuigd dat de afnemende aanhang voor de christelijke kerk in de twintigste eeuw grotendeels te wijten viel aan die kerk zelf, die veel te veel bouwwerken van middelmatige artistieke kwaliteit liet neerzetten. In Le Corbusier zag Vader Couturier een hoogstaand architect die dat tij misschien kon keren. Daarom kreeg de architect niet alleen de opdracht voor Ronchamp maar ook nog een voor een klooster in La Tourette (1960). Couturier overleed echter in 1954 en zou geen van beide werken voltooid aanschouwen12. Uitgangspunten Het door Le Corbusier te ontwerpen gebouw moest op normale dagen toegang en onderdak kunnen bieden aan een handvol bezoekers, maar op enkele bijzondere dagen aan wel zon 15.000 pelgrims. Een van Le Corbusier's uitgangspunten voor de complexe vormen van de kerk werd daarom een akoestische paraboolvorm, toegepast in de oostelijke muur, bedoeld om het geluid van een openluchtdienst bij het buitenaltaar te kunnen reflecteren richting de verzamelde pelgrims op de heuvel13. Een ander belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp was het uitgestrekte heuvelachtige landschap van het Belfort Gap tussen Belfort en Dijon. Deze topografie is terug te vinden in de dynamische lijnen van de faades in de vorm van een 'acoustique paysagiste'14. Materiaal en techniek De Chapelle is grotendeels opgetrokken uit gewapend beton. Le Corbusier kwam begin jaren twintig voor het eerst in aanraking met de toepassingsmogelijkheden van dit nieuwe materiaal bij Auguste Perret in Parijs. Perret, een van de pioniers in het gebruik van het nieuwe materiaal, bouwde in 1924 de Notre Dame du Raincy, waarin de architectuur werd gereduceerd tot een betonnen steunkorset. Het schip steunt op slanke pijlers waarop het gewelf van ruw beton rust, terwijl de gevelwand zo veel openingen heeft dat het daglicht bijna ongehinderd het interieur () kan binnenstromen.15 Ongetwijfeld is deze kerk van invloed geweest op Le Corbusiers ontwerp voor Ronchamp. Ook de Chapelle Notre-Dame-du-Haut is grotendeels opgebouwd uit beton. Maar schijn bedriegt. Het dak ziet er uit als een zware massieve schelp, maar is in werkelijkheid geconstrueerd als een soort vliegtuigvleugel, met twee frames en een ombouw. Ook de muren doen zeer massief aan, vooral de zuidelijke wand, maar zijn in werkelijkheid niet dragend. Ze zijn samengesteld uit gewelfde vlakken en zuilen van gewapend beton met daaroverheen de binnen- en buitenbekleding en de pleisterlaag. Tussen de muren en het dak bevind zich een smalle sleuf waardoor licht naar binnen dringt in de kerk.11

TIME Magazine, 1955 12 Frampton, 2001; Stathaki, 2007 13 Glynn, 2008 14 Thiel-Siling, 1998 15 Tietz 1998, p.21

16

Het interieur van de Chapelle Notre-Dame-du-Haut.

Bij een eerste inspectie van de bouwlocatie had Le Corbusier al snel door dat de heuvel onbereikbaar was voor grote bouwwerktuigen en aanvoer van zwaar bouwmateriaal. De kerk is daarom vrijwel volledig met de hand gebouwd. Als bouwmateriaal en grondstof voor het beton werden overgebleven oude stenen van de verwoeste vorige kerk gebruikt, die her en der op de plek te vinden waren. Vorm en themas Le Corbusier zag in de locatie op de Bourlmont-heuvel een uniek kans om de mensheid te verenigen met de kosmos. Hij verdiepte zich ook in de geschiedenis van de kerk aan de hand van een boek van ene kanunnik Belot en kwam daardoor op het idee een woord dat aan de plaats gericht is te ontwerpen, als een soort antwoord op de horizon16 Een van de wat meer concrete uitgangspunten voor het ontwerp was het Parthenon. In 1910 bracht ik zes weken door bij het Parthenon. Op 32-jarige leeftijd had mijn bewustzijn haar toekomstige richting bepaald. Werkzame uren in het openbarende licht van de Acropolis. Hachelijke uren die een benauwende twijfel teweegbrachten over de (ware) kracht van onze krachten en de (ware) kunst van onze kunst17. Le Corbusier probeerde het ontwerp en de maatvoering van het Parthenon te doorgronden. Zijn bevindingen vormden een inspiratiebron voor de kapel. Ook de Modulor, Le Corbusiers eigen maatsysteem voor architectuur, gebaseerd op de Gulden Snede en de reeks van Fibonacci, was een uitgangspunt voor het ontwerp. In een artikel over de kapel zegt schrijfster en publiciste Germaine Greer hierover: Hoewel alles aan Ronchamp uitbundig is, staat Le Corbusiers Modular-principe ten grondslag aan alles, zoals duidelijk wordt uit zijn tekeningen. Het organiserende Modular-principe maakt de gelijktijdige expressie van orde en energie mogelijk. De diepe eerbied die elk aspect van het gebouw uitstraalt, is niet voor God, noch voor de gepleisterde heiligen, maar voor de menselijkheid, die de inspiratiebron vormde voor de Modulor zelf.18 Het exterieur van de kapel wordt gevormd door de combinatie van convexe (bolle) en concave (holle) vormen van de witgepleisterde massieve wanden, vergelijkbaar met die van een schaaldier. Deze vormen lijken afgeleid te zijn van de houten sculpturen Ozon en Ubu die Le Corbusier samen met de Bretonse meubelmaker Joseph Savina maakte in de periode 1940-1947. Deze vormen zouden volgens hem reageren op de visuele akoestiek van het landschap19.

16 Cohen, 2005 17 Le Corbusier in het voorwoord van Livre de Ronchamp, 1957; Guardian, 2007 18 Greer, 2007 19 Frampton, 2001

17

Le Corbusiers maatsysteem Le Modulor en zijn sculptuur Ozon op. 1 (1947)

De noordelijke gevel wordt gedomineerd door de twee identieke maar gespiegelde lichttorens, waartussen zich de ingang voor dagelijks gebruik bevindt. Het samenspel van de verticale, horizontale en vierkante raamopeningen en de steile open trap naar de sacristie verlevendigen de algehele vorm. In de westgevel zijn geen ramen te vinden. In het dal van de hellende daken bevindt zich daar een waterspuwer, waarvan de vorm doet denken aan de neusvleugels van een paard20.

Notre-Dame-du-Haut: noordgevel en westgevel met waterspuwer

Niet alleen bij een beschrijving van de gevel wordt verwezen naar een schaaldier. De bijzondere vorm van het ruwbetonnen schelpvormig dak wordt vaak vergeleken met de lege schaal van een krab. Dat idee zou afkomstig zijn van een dode krab die Le Corbusier in 1946 vond op een strand van Long Island. Een vorm die ook terug te vinden in schalen die hij weergaf op zijn schilderijen uit de jaren dertig21. Naast een krabschaal wordt de vorm van het dak van de kapel ook wel vergeleken met die van een paddenstoel of een vliegtuigvleugel. Ook zijn wel genoemd een hunebed, een duif en de rocknroll-kuif van Elvis.

20 Thiel-Silling, 1998 21 Cohen, 2005

18

Interieur van de Chapelle Notre-Dame-du-Haut met de bijzondere lichtinval.

In een van de grootste vensteropeningen in de massieve gevels bevindt zich een sculptuur van een Madonna-met-kind. Dit beeld is een restant uit de vorige kapel op de Bourlmont-heuvel. Het kreeg deze prominente plaats in de oostelijke wand, zodat het zowel zichtbaar is binnen in de kerk als van buiten tijdens diensten in de open lucht. Referentie naar andere kunstwerken Hoewel Notre-Dame-du-Haut totaal anders is dan elke andere kerk die ooit is gebouwd, roept het volgens sommigen de gehele historie van Westerse kerken in herinnering. De duimvormige lichttorens van de zijkapellen zouden bijeengebracht kunnen zijn van de overblijfselen van primitieve modderstenen kerken in Syri of Palestina. De diepe openingen in de schuine wanden met hun hoekige neggen en hun schuine randen orkestreren en verspreiden het zonlicht op dezelfde manier als de zorgvuldig gepositioneerde ramen in de Hagia Sophia. De lichtbundels die de zijkapellen binnendringen, zouden herinneren aan het heiligdom van Serapsis in de villa van Hadrianus zoals dat in 1911 door Le Corbusier was geschetst. Hij omschreef het als een 'mysterieuze holte', waarin hij 'een truc had ontdekt'. De verrassende zonwering aan de zuidmuur, met zijn nissen die baden in een door kleur gemoduleerde helderheid lijken de muren van de Sidi Brahim-moskee in El Atteuf voor de geest te roepen, die de architect in 1931 ontdekte tijdens zijn bezoek aan de Pentapolis in de Algerijnse Mzab.22 Receptie van de kapel Ik heb een oord van stilte, van gebed, van vrede en innerlijke vreugde willen creren () De sensatie van gezegend te zijn inspireert onze inspanningen/daden. Sommige dingen zijn heilig, andere niet, onafhankelijk van of ze religieus zijn of niet, sprak Le Corbusier over zijn schepping in de inaugurele rede op 25 juni 1955, waarna hij het werk overdroeg aan de priesters van Ronchamp. Een van hen, Abb Besanon, noemde de22 Greer, 2007; Cohen, 2005

19

kerk in een eerste reactie echter ongoddelijk en onbeholpen. Later draaide hij bij: Ik neem alles wat ik gezegd heb terug. Ik vind de kerk mooi en ben er van overtuigd dat mensen er in kunnen bidden. Misschien was hij overtuigd door de Dominicaanse Vader Regamey, beheerder van de Matisse-kapel in Vence, die Le Corbusiers ontwerp kenmerkte als hard en zacht tegelijkertijd, net als de Evangelin. Een van de eerste vakbroeders van Le Corbusier die de kerk bezochten was de Zwitserse architect Hermann Bauer, die het gebouw roemde als meer een beeldhouwwerk dan een architectuurproduct23. Andere critici en bewonderaars van Le Corbusier reageerden echter op het gebouw met irritatie en beschuldigden de architect op triomfantelijke danwel bezorgde wijze van het verraden van zijn eigen principes. De bekende kunst- en architectuurhistoricus Nikolaus Pevsner (1902-1983) beschreef de kapel als a manifesto of a new irrationalism en waarschuwde zelfs voor een herhaling van een dergelijk experiment. Anderen beschreven het werk als romantisch, ultra-subjectief of barok, en dat was niet bepaald bedoeld als compliment. Le Corbusier reageerde enkele malen op de kritiek, onder meer in het voorwoord van zijn Livre de Ronchamp. Hij kreeg ook steeds meer bijval van andere architecten. Ook de opvatting dat hij zijn eigen regels zou hebben verloochend, werd weerlegd. Bij een nadere beschouwing is het () duidelijk dat de kapel alleen gezien kan worden als een voortzetting en synthese van Le Corbusiers eerdere werk, staat bijvoorbeeld te lezen in het boek Icons Of Architecture24. De kapel is zeer geliefd bij architectuurliefhebbers. Zozeer zelfs, dat ze opnieuw uitgroeide tot een bedevaartsoord: jaarlijks komen honderdduizend bezoekers naar de afgelegen uitloper van de Vogezen. Dat zijn al lang niet meer louter gelovigen. De kapel van Le Corbusier is een icoon van de moderniteit geworden. Het deelt de plaats van het meest populaire gebouw van de twintigste eeuw eigenlijk alleen met het Sydney Opera House25. Le Corbusier zelf was, in zijn hoedanigheid als (bijna-)totaalkunstenaar nog niet helemaal tevreden. Naast de indrukwekkende architectuur, de gebrandschilderde ramen, het email kunstwerk op de zuidelijke deur (allen van zijn hand), wilde hij nog meer. In zijn in 1961 uitgegeven Livre de Ronchamp uitte hij de volgende wens: Ik heb nog een idee om perfectie te bereiken bij Ronchamp en dat is dat er muziek zou moeten zijn. Muziek die automatisch uitstraalt uit de kapel en een beroep doet op de onbekende luisteraar. Al eerder, in 1954, benaderde Le Corbusier Edgar Varse om een bij het gebouw passend muziekstuk te componeren26. Tot op heden heeft de kapel echter nog geen eigen compositie. Le Corbusier bereikte dit totaalkunstwerk wel in 1958 in de vorm van het Pome lectronique in het Philips-paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Brussel, in samenwerking met een van zijn leerlingen, de Griekse architect en componist Yannis Xenakis en met Varse.

23 24 25 26

TIME, 1955 Thiel-Siling, 1998 Cohen, 2005 Cohen, 2005

20

Philips-paviljoen, Brussel 1958 en een beeld uit daar vertoonde Pome lectronique

Invloed op andere bouwwerken Naast Ronchamp bouwde Le Corbusier nog twee kerkelijke werken. Ten eerste was dat het dominicanenklooster van La Tourette (1960) aan de rand van Lyon, een indrukwekkend gebouw van beton brut met bijzondere lichttorens. Voor dit ontwerp werkte hij samen Xenakis, die bij de indeling van de vensters in een van de gevels uitging van de Modulor. Al eerder verwerkte Xenakis dit maatprincipe in zijn bekende compositie Metastasis (1953-1954).

Le Corbusier: Couvent La Tourette, Lyon en lEglise de Saint-Pierre, Firminy-Vert

Het tweede religieuze werk van Le Corbusier na Ronchamp is de Kerk van Saint-Pierre in Firminy-Vert, nabij Saint Etienne. Die werd pas geopend in 2006, nadat het gebouw van 1978 tot 2003 in half afgebouwde en dichtgetimmerde staat was. Het ontwerp was al van 1960, maar de bouw startte pas in 1973, acht jaar na het overlijden van Le Corbusier. Ook dit ontwerp wordt gekenmerkt door beton brut, een organische vorm (die doet denken aan een koeltoren) en een bijzondere lichtinval. Ronchamp werd het meest invloedrijke model voor de vele nieuwe kerken die gebouwd werden in de jaren vijftig en zestig. Enkele voorbeelden: de Kathedraal in Brasilia van Oscar Niemeijer en de Kerk van het Licht in Osaka, ontworpen door Tadao Ando. Op de on-line architectuurgids Mimoa27 is een hele webpagina gewijd aan moderne kerkgebouwen. In vrijwel alle ontwerpen die daar worden getoond is wel de invloed van Le Corbusier's kapel terug te vinden.

27

www.mimoa.eu/browse/projects/church/

21

De Kerk van het Licht van Tadao Ando en de Cathedrale te Brasilia van Oscar Niemeijer

De organische betonnen vormen van de Chapelle Notre-Dame-du-Haut zijn een inspiratiebron geweest voor vele architecten. Denk bijvoorbeeld aan de TWA-terminal van Eero Saarinen in New York en het Guggenheim Museum in Bilbao van Frank O. Gehry.

Eero Saarinen: TWA terminal, New York en Frank O. Gehry: Guggenheim Museum, Bilbao

22

HOOFDSTUK 5: ANALYSE EN CONLUSIE

In dit hoofdstuk bespreek ik enkele theorien over kunst, die aan bod zijn gekomen in de colleges CKV en worden beschreven in het boek Maar is het Kunst? Van Cynthia Freeland. Ook kom ik terug op de kenmerken van architectuur van Nikolaus Pevsner en benoem ik mijn eigen maatstaven voor kunst. Ten slotte zal ik proberen de vraag te beantwoorden of Ronchamp gezien kan worden als een echt kunstwerk. Middeleeuwse idealen van schoonheid Aan de hand van de kathedraal van Chartres bespreekt Cynthia Freeland in Maar is het kunst? de Middeleeuwse idealen voor een waarlijk kunstwerk. Zij noemt hierbij het gedachtegoed van Thomas van Aquino (1224-1274) en diens drie hoofdprincipes voor een schone schepping als een kathedraal: proportie, licht en allegorie28. Ook Umberto Eco bespreekt deze principes in De geschiedenis van de Schoonheid, vooral de eerste twee. Hij benoemt ze als Proportio/Consonantia en Claritas29. Omdat het bij de Ronchamp net als bij Chartres gaat om een religieus bouwwerk, lijkt het mij interessant om eens te kijken of deze principes ook van toepassing zijn op de Chapelle Notre-Damedu-Haut. 1. Proportie (Proportio/Consonantia) Het principe van proportie is gebaseerd op ideen van denkers uit de Romeinse tijd, zoals de heilige Augustinus. Het houdt in dat de geometrie van een kathedraal moet bijdragen aan zijn muzische harmonie. Die geometrie was maatgevend voor het ontwerp van de kerk zelf, die werd gebouwd in de vorm van een kruis, waarbij de armen van het kruis in verhouding stonden met de armen van de menselijke figuur30. Eco vermeldt dat verhoudingen in de architectuur van Griekse tempels overeen komt met verhoudingen die bepalend zijn voor muzikale intervallen. Ze zijn gebaseerd op berekeningen van Pythagoras. In de Renaissance wordt weer teruggegrepen op deze opvattingen, door onder meer Leonardo Da Vinci, Drer (in zijn Vier Boeken over de Proportie bij de Mens) en Luca Pacioli. Deze laatste schreef het boek De Goddelijke Proportie, waarmee hij de gulden snede bedoelde. Vele hedendaagse wetenschappers hebben volgens Eco geprobeerd om aan te tonen dat de beginselen van een ideale proportie- met inbegrip van die van de gulden snede- terug te vinden zijn in alle werken van alle tijden31.

Le Corbusier: maatsysteem Le Modulor en schets voor de omgeving van Ronchamp

Is er bij de Chapelle Notre-Dame-du-Haut ook sprake van een ontwerp met de juiste proporties? Staan de maten van de kapel in verhouding tot die van de menselijke figuur? Het lijkt mij uit mijn beschrijving van Le Corbusier als architect van de menselijke maat28 29 30 31

Freeland, 2004 Eco, 2005 Freeland, 2004 Eco, 2005; p.64-66, p.95

23

en zijn toepassing van de Modulor bij het ontwerp van de kapel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. 2. Licht (Claritas) Het tweede Middeleeuwse principe voor schoonheid is gebaseerd op de vroeg-Christelijke tweedeling tussen het (goddelijke) licht en het (aardse) slijk. De aanwezigheid van licht in een kathedraal wordt daarom gezien als een zichtbaar bewijs van de aanwezigheid van God. Volgens Aquino betekent licht Claritas en verwijst het naar innerlijke helderheid en vormgeving. Claritas is ook de reden dat dingen met een heldere kleur mooi worden genoemd32. De kapel van Ronchamp is in mijn ogen een waar feest van helderheid en licht. Aan de buitenkant zijn heldere kleuren te vinden in het smetteloze wit van de buitengevels, de rode en groene deur in de noordgevel en Le Corbusiers hoofdzakelijk met primaire kleuren gemaakte kunstwerk op de zuidelijke deur. Het interieur van de kapel wordt gekenmerkt door een zeer verrassend spel van (natuurlijk) licht. In een architectuurgids wordt dit als volgt beschreven: De overhellende, gebogen wanden, de vloer die naar beneden helt richting het koor en het zwevende dak vormen een organische ruimte waarvan de plasticiteit geaccentueerd wordt door de dramatische lichtinval en de polychrome kleurstelling. De verzonken vensteropeningen zijn gevuld met gekleurd en transparant glas met ontwerpen van Le Corbusier zelf en het licht dat de ruimte binnendringt wordt gereflecteerd door de witgepleisterde wanden33.

Impressies van de lichtinval in de Chapelle Notre-Dame-du-Haut

3. Allegorie Het derde principe van de middeleeuwse esthetica was volgens Freeland de allegorie. Dit houdt in dat een kathedraal en alle elementen daarvan verwijzen naar het goddelijke. Volgens Thomas van Aquino was de allegorie de logische manier om aanwezigheid van God te begrijpen34. Is er in de Chapelle Notre-Dame-du-Haut ook sprake van zulke allegorien? Frampton wijst er op dat de bijzondere dubbel-schelp vorm van het dak zowel doet denken aan een vliegtuigvleugel als aan de romp van een schip. Deze bouwkundige referentie verwijst volgens hem naar de historische verbintenis tussen het maritieme en het kerkelijke, zoals terug te vinden in de dubbele betekenis van het woord schip als vaartuig en als middendeel van een kerk35. In die opvatting bevat de kapel, net als de middeleeuwse kathedralen, een schip, dat verwijst naar het goddelijke.32 33 34 35

Freeland, 2004; p. 45; Eco, 2005; p. 88 Thiel-Silling, 1998 Freeland, 2004 Frampton, 2001

24

Enkele schetsen van Le Corbusier: Notre-Dame-du-Haut en een schip.

Le Corbusier was zelf niet gelovig, en vertoonde zelfs een aangeboren wantrouwen jegens de katholieke kerk. Toch nam hij de opdracht voor het ontwerp van een kapel bij Ronchamp wel aan. De allegorien die hij daarin creerde verwijzen niet zozeer naar God of het goddelijke, maar naar een meer algemeen hogere. Hij zag de opdracht als een uitgelezen kans om min of meer buiten de religie om de mensen met de kosmos te verenigen. Het bouwwerk moet volgens Le Corbusier plaatsgericht zijn. Hij komt met het idee van een woord dat aan de plaats is gericht.36 De kapel viert de opkomst en ondergang van de zon, tezamen met het komen en gaan van de seizoenen, gentegreerd in de levenscyclus en de ritmische orde van de natuur37. De beroemde Engelse architect James Stirling toonde aan dat de kapel door zijn rijkdom aan visuele metaforen ook een object werd voor toe-eigening door het postmodernisme38. Kant: schoonheid en belangeloosheid Een andere benadering van kunst die Freeland bespreekt in Maar is het kunst? is die van de filosoof Immanuel Kant (1724-1804). Volgens hem zijn mooie dingen doelmatig. We beschouwen een object als mooi als het een innerlijke harmonie bevordert of onze geestelijke vermogens vrij spel biedt; we noemen iets mooi als het dit genot ontlokt. Om prachtige kunst te maken is menselijk genie vereist, het specifieke vermogen materiaal zo te manipuleren dat het de geestelijke vermogens in harmonie brengt, waardoor de toeschouwers met afstandelijk genot reageren. Kortom, volgens Kant wordt de esthetiek ervaren wanneer een zinnelijk object onze emoties, ons intellect en onze verbeelding stimuleert39. Is de kapel van Ronchamp in staat om ons als bezoekers te 'raken' in onze geest en/of onze ziel? Naar mijn eigen ervaring is dat zeker zo. Zelfs enkele dia's van het gebouw maakten op mij al een grote indruk en zetten me aan het denken. Ook kunst- en architectuurdeskundigen beschrijven deze eigenschap van Le Corbusier's schepping: Wanneer men op Le Corbusier's expressieve vormgeving in Ronchamp ingaat, zich openstelt voor de lijn- en lichtvoering en probeert de architectuur met eigen ogen te ervaren en te begrijpen, dan lijkt het waarnemen van deze sculpturale architectuur een meditatief karakter te krijgen die de functie van het gebouw als heilige ruimte op een unieke manier onderstreept40. In een tijd en een maatschappij waar vorm ook een functie heeft, kan een gebouw naast een religieuze dimensie ook een esthetisch overdonderende dimensie hebben, die ook niet-praktiserenden kunnen ervaren. Esthetiek is dan tot een nieuwe religie verworden, gekenmerkt door een hirarchie conform deze in de Kerk, dewelke mensen dicteert hoe ze best hun leven inrichten- in de meest brede zin van het woord. 4136 37 38 39 40 41

Moor, 2007 Frampton, 2001 Thiel-Silling, 1998 Freeland, 2004; p. 22-24 Tietz, 1999 p. 64 De Vocht, 2002

25

Een meer praktische ervaring dat de kapel mensen raakt komt van Broeder Patrice, een Waalse Franciscaner monnik, die in de zomermaanden bij de Chapelle verblijft om er groepen rond te leiden, zich te ontfermen over de pelgrims en te helpen bij de zondagse missen: We zien hier mensen die gehaast zijn, maar ook zoekers. De dialoog tussen kapel, schoonheid en natuur is hier zo sterk. Dat roept vragen op, van gelovigen, maar vooral van niet-gelovigen. 42 Pevsner: drie eigenschappen van architectonische schoonheid Zoals al eerder in dit essay genoemd, was de kunst- en architectuurhistoricus Nikolaus Pevsner (1902-1983) een van de weinigen die Le Corbusier's bouwwerk niet wisten te waarderen. Hij noemde het ontwerp a manifesto of a new irrationalism. Welke maatstaven voor architectuur hield hij er op na? "A bicycle shed is a building; Lincoln Cathedral is a piece of architecture. Nearly everything that encloses space on a scale sufficient for a human being to move in is a building; the term architecture applies only to buildings designed with a view to aesthetic appeal. Die esthetische aantrekkingskracht kan zich op de volgende drie manieren manifesteren: in de gevel van een gebouw, de volumes of het interieur.43. Het eigenaardige is dat de kapel van Ronchamp volgens mij juist op deze drie maatstaven bijzonder hoog scoort. Het gebouw heeft uitzonderlijke gevels, kent bijzondere volumes en verrast ons met een zeer indrukwekkend interieur. Wat mij betreft heeft het dan ook zeker de status van een 'piece of architecture', met esthetische aantrekkingskracht.

Chapelle Notre-Dame-du-Haut: bijzondere faade en volumes

Conclusie: But is it art? Daarmee kom ik meteen bij de vraag of de Chapelle Notre-Dame-du-Haut naast een 'piece of architecture' ook kan worden beschouwd als een 'piece of art'. Naar mijn idee heb ik hierboven aangetoond dat het werk voldoet aan de voorwaarden van twee van de door Freeland behandelde kunsttheorien. Dat biedt voldoende bewijs om deze vraag met een volmondig ja te beantwoorden. Bovendien zijn de drie kenmerken van architectuur duidelijk aanwezig in het ontwerp van Le Corbusier, hoewel de opsteller van

42 43

Korteweg, 2008 Pevsner

26

deze kenmerken Pevsner daar kennelijk anders over dacht. Bij elkaar voldoende redenen om de Ronchamp als een volwaardig kunstwerk te beschouwen. Persoonlijk: Dus jij noemt dit kunst!? Aangezien kunst en schoonheid gezien wordt als iets subjectiefs is de vraag of ikzelf Le Corbusier's creatie als een kunstwerk beschouw misschien nog wel belangrijker. Daarvoor zal ik eerst onder woorden brengen wat ik versta onder kunst. Om iets kunst te noemen moet het voor mij voldoen aan meerdere van de volgende kenmerken: Verrassing: oproepen van verwondering en bewondering Emotie: oproepen van gevoelens van genot of juist afkeer Schoonheid/esthetiek: het moet mooi (of bijzonder) van vorm zijn, in juiste verhoudingen en kleurstelling Originaliteit: het moet een andere kijk op de zaken geven, iets tonen dat nog niet eerder is vertoond Confrontatie: het moet aan het denken zetten, misschien zelfs wel shockeren Contemplatie: het moet de mogelijkheid bieden tot bezinning Adaptatie: inpassing in de omgeving, het landschap

Toegepast op de Notre-Dame-du-Haut, kunnen we al snel concluderen dat dit bouwwerk aan vrijwel al deze kenmerken voldoet. Le Corbusiers ontwerp riep bij een eerste confrontatie tijdens de les kunstgeschiedenis op de middelbare school bij mij al een veelheid van gevoelens en meningen op, waaronder verwondering, verbazing en enthousiasme: Daar wil ik zijn, daar wil ik naartoe. Hoewel het gebouw in eerste instantie een nogal logge indruk maakte (hunebed), gaf het na langere tijd van bekijken op fotos een sterke indruk van schoonheid. De kleurstelling van het exterieur, met het serene wit van de gevels, het grijze van het ruwbetonnen dak en enkele primaire kleurdetails, is volgens mij bijzonder en mooi. Bij een bezoek aan Ronchamp bleek dat de kapel op een bijzondere wijze was ingepast in het landschap. Het (met de auto) beklimmen van de heuvel, langs een smal slingerweggetje, geeft je een gevoel naar iets bijzonders op te stijgen. Na achterlaten van de auto op de parkeerplaats wordt het laatste deel lopend afgelegd, waar de kapel langzamerhand als een betonnen reuzepaddenstoel voor je oprijst. Het gebouw nodigt uit om volledig te bekijken, er omheen te lopen en zelf om je hand op het massief ogende witgepleisterde beton te leggen. Eenmaal binnen in de kapel volgt een nieuwe sensatie in de vorm van het verrassende licht dat in verschillende kleuren uit de onregelmatige vensters schijnt. Onmiskenbaar is hier sprake van een bijzondere schoonheid, die aanzet tot bezinning, al dan niet vanuit een religieus oogpunt. De ervaring met de kapel heeft zich bij mij genternaliseerd tot een ankerpunt, een rustpunt om aan terug te denken. Het was een van mijn eerste ervaringen met het begrip/verschijnsel architectuur, en heeft me hier enthousiast voor gemaakt. Als algemene conclusie kunnen we stellen dat Le Corbusiers Chapelle Notre-Dame-duHaut zowel gezien vanuit enkele formele kunsttheorien als vanuit mijn opvatting over kunst te kenmerken is als een bijzonder kunstwerk.

27

Le Corbusier bij een plastiek van zijn maatsysteem Le Modulor

28

HOOFDSTUK 6: LITERATUUR

Botton, Alain de (2006), De architectuur van het geluk, Atlas, Amsterdam/Antwerpen Cohen, Jean-Louis (2005), Le Corbusier 1887-1965, Lyrische architectuur in het machinetijdperk, Taschen, Kln De Vocht, Sam (2002), notre-dame-du-haut ronchamp 1950-1955 als authentiek cultuurproduct, http://users.telenet.be/architectsamdevocht/library/archiTEXTure/NOTRE%20DAME.pdf Eco, Umberto (red.) (2005), De geschiedenis van de Schoonheid, Bert Bakker, Amsterdam Fiell, Charlotte & Peter (2001), Chairs, Taschen, Kln Frampton, Kenneth (2001), Le Corbusier, Thames & Hudson (World of Art), London Freeland, Cynthia (2004), Maar is het kunst? Een inleiding in de kunsttheorie, Prometheus, Amsterdam Glynn, Simon (2003, updated 2008), Chapel of Ntre Dame du Haut, Ronchamp, France, Le Corbusier 1955, www.galinsky.com/buildings/ronchamp Greer, Germaine (2007), A concrete version of dizzy rapture, in The Guardian, Thursday 18 October 2007, http://www.guardian.co.uk/artanddesign/2007/oct/18/architecture3 Guardian, The (2007), Profile of Le Corbusier In his own words, Thursday 18 October 2007, http://www.guardian.co.uk/artanddesign/2007/oct/18/architecture Korteweg, Ariejan (2008), De zusters veroveren Ronchamp, in Volkskrantreizen.nl, 11 september 2008, http://www.volkskrantreizen.nl/redactie/ariejankorteweg/artikel10245474/de_zusters_veroveren_r onc Lampugnani, Vittorio Magnago (red.) (2006), Lexicon van de architectuur van de twintigste eeuw, Sun, Amsterdam Moor, Hans (2007), Le Corbusier en de stille en zekere plek, http://www.essayonarchitecture.com/users/096708/public/sites/www.essayonarchitecture.com/im ages/stories/essaynederland/Le%20Corcusier%20en%20de%20stille%20en%20zekere%20plek%2 0%201.pdf Pevsner, www.pevsner.co.uk; http://en.wikipedia.org/wiki/Nikolaus_Pevsner Rybczynski, Witold (1998), The Architect LE CORBUSIER, in TIME Magazine, Monday, Jun. 08, 1998, http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,988492,00.html Stathaki, Ellie, Henrietta Green and staff (2008), Notre Dame du Haut, in: The Guardian, Thursday 18 October 2007, http://www.guardian.co.uk/artanddesign/2007/oct/18/architecture1 Thiel-Siling, Sabine (red.) (1998), Icons of architecture, The 20th century, Prestel, Munich-LondonNew York Thome, Christina (1995), Korte biografie van Le Corbusier (1887-1965), Tietz, Jrgen (1998), Geschiedenis van de architectuur in de 20e eeuw, Knemann, Keulen TIME (1955), Art: Chapel in Concrete, TIME Magazine, Monday Jul. 18 1955, http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,866504,00.html TIME (1999), TIME 100 Persons of the Century, http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,991227-1,00.html

29

30