blc language courses les 12

blc language courses les 12

in deze les:

- looking back - les 12: de verjaardag - dialogue and vocabulary - grammar: verb + preposition - grammar: questions with verb + preposition - talking about birthdays and parties - pronunciation: s/z

blc language courses les 12

hoe vieren Nederlanders hun verjaardag, denk je?

- is er veel eten en drinken of juist niet? - dansen de mensen? - wie feliciteer je? - hoe laat kom je? - hoe laat ga je weer weg? - wat neem je mee?

blc language courses les 12

… en hoe vieren mensen in jouw land hun verjaardag?

- is er veel eten en drinken of juist niet? - dansen de mensen? - wie feliciteer je? - hoe laat kom je? - hoe laat ga je weer weg? - wat neem je mee?

blc language courses les 12

verb + preposition

Hij verlangt naar zijn vriendin. Ik denk ieder dag aan mijn hond. Alice geniet ontzettend van de zomer.

Martin is verliefd op Marieke. De kinderen zijn heel erg bang voor onweer.

38***

blc language courses les 12

1. denken aan – de vrouw 2. wachten op – de brief – al twee weken 3. genieten van – de zon – in Frankrijk 4. blij zijn met – het nieuwe huis

blc language courses les 12

questions with prepositions

Hij wacht op de trein. Waarop wacht hij?Hij wacht op zijn moeder. Op wie wacht hij?

Ze denken aan hun werk. Waaraan denken ze?Ze denken aan hun broer. Aan wie denken ze?

43**

blc language courses les 12

questions with prepositions

Waarop hoop je? Ik hoop op mooi weer.Waaraan denk je? Ik denk aan pannenkoeken.Waarover spreekt hij? Hij spreekt over de politiek.

Naar wie luister je? Ik luister naar de docent.Voor wie zorgt hij? Hij zorgt voor de baby.Op wie ben je verliefd? Ik ben verliefd op Marieke.

43**

blc language courses les 12

1. Hij wacht op de bus. …? 2. Ik denk aan mijn zus. …? 3. We zijn blij met onze auto. …?

4. Waaraan denk je? 5. Waarvoor ben je bang? 6. Tegen wie spreek jij?

blc language courses les 12

1. Welke feestdagen zijn in jouw land hetzelfde als in Nederland?

2. Welke feestdagen zijn typisch Nederlands?

3. En welke feestdagen vieren mensen alleen in jouw land? Vertel

iets over dat feest.

4. Welk feest vind je het leukst? Waarom?

5. Voor welke feesten krijg je een dag vrij?

6. Stel je voor (imagine): je bent de koning van Nederland. Welk

nieuw feest wil jij introduceren? Gebruik je fantasie.

blc language courses les 12

Nee, ik kijk alleen. Ik zoek een… Hoeveel kost …? Dat is te duur!

Kan ik u helpen? Ik heb hier … Dat is € …, alstublieft. Een fijne dag verder!

blc language courses les 12

In welk jaar ben je geboren?

Ik ben in 1980 geboren.

Op welke datum ben je jarig?

Ik ben jarig op 31 oktober.

blc language courses les 12

Lang zal ze leven, lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria,

in de gloria, in de gloria.

Zij leve hoog, zij leve hoog, zij leve hoog, zij leve hoog,

ja hoog, ja hoog, zij leve hoog.

blc language courses les 12

Lang zal ze leven, lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria,

in de gloria, in de gloria.

Er is er één jarig, hoera hoera! Dat kun je wel zien, dat is zij.

Dat vinden wij allen zo prettig, ja ja. En daarom zingen wij blij:

Zij leve lang, hoera hoera (3x)

blc language courses les 12

Lang zal ze leven, lang zal ze leven, lang zal ze leven in de gloria,

in de gloria, in de gloria.

Gefeliciteerd!

blc language courses les 12

review this lesson - #dutchgrammar-1: lessons 38, 43 - Heb je zin: episodes 33, 34, 35 - learn the vocabulary of this chapter

prepare for the next lesson - #dutchgrammar-1: lessons 49, 50 - #dutchgrammar-2: lesson 22 - Heb je zin: episode 36 - learn the vocabulary of the next chapter