Insurance - Building a better working world - EY - United … Niewold, Marc Welters. Met medewerking...

24
EYE on Finance 2014 • NUMMER 3 CEO NN Group Lard Friese: ‘Een beursgang is een uitstekend moment voor reflectie’ Insurance: waardecreatie

Transcript of Insurance - Building a better working world - EY - United … Niewold, Marc Welters. Met medewerking...

EYEon Finance2014 • NUMMER 3

CEO NN GroupLard Friese:

‘Een beursgang is een uitstekend

moment voor reflectie’

Insurance:waardecreatie

EYE ON

2 EYE on Finance | december 2014

CONTENT

EYE ON Finance is een periodieke uitgave van Ernst & Young

Accountants LLP voor relaties uit de financiële sector. Contact: EY

Brand, Marketing and Communications, postbus 2295, 3000 CG

Rotterdam, tel. 088 - 407 10 00, e-mail: [email protected].

Internet: www.ey.com/nl.

Redactie EY: Yvette Brus, Jennifer van Eekelen, Rob Gaillard,

Jan Niewold, Marc Welters. Met medewerking van Luc Quadackers

Ontwerp & vormgeving: GPR. communicatie, Amstelveen

Drukwerk: Drukkerij Gianotten

Disclaimer: EY kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de gevolgen

van activiteiten die worden ondernomen op basis van informatie in

deze uitgave. Dit magazine, de inhoud en de vormgeving ervan, zijn

eigendom van Ernst & Young Accountants LLP. Alle rechten worden

voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, openbaar

gemaakt, of voor al dan niet commerciële doeleinden worden

gebruikt, in enigerlei vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch,

mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier,

zonder schriftelijke toestemming van Ernst & Young Accountants LLP.

Eye on Finance is ook digitaal beschikbaar op onze website

www.ey.com/nl of via onze EY Insights app. In het kader van duur-

zaamheid streven wij ernaar om zo min mogelijk gedrukte exemplaren

te verspreiden. Wilt u dit magazine liever digitaal ontvangen, stuur

dan een email naar [email protected].

Colofon

Inhoud

03 Voorwoord door Jan Niewold Perspectief op waardecreatie(f)

16 Integrated thinking bij verzekeraarsRemco Bleijs en Rob Steensels

18 De gevolgen van gewijzigde consumentenbeschermingsregels voor de Europese verzekeringssector Jeroen van der Kroft en Jeroen Wiggers

21 AQR: een gewaarschuwde verzekeraar telt voor II Column door Alexander Beijer, Eelco Benard enHildegard Elgersma

04 Meer fietsen en minder biljartenHoogleraar en commissaris Jo van Engelen over het centraal stellen van de klant

15 ‘SBR wordt interessanter naar-mate het breder wordt toegepast’ Rijksregisseur Rob Kuipers over Standard Business Reporting

10 Kort NieuwsSurveys en overname Centre B.V. en CFORS B.V.

06 Waardecreatie bij verzekeraarsInterview met Lard Friese, CEO bij NN Group

22 Zeven vragen over Solvency IIPaul de Beus, Partner EY Financial Services Advisory, beantwoordt zeven vragen

12 ‘Het gaat om de klant’ Interview met Felix Tenniglo, managing partner van InShared

06

22

12

04

15

10

3Insurance: waardecreatie

Perspectief op waardecreatie(f)Verzekeraars moeten zich onderscheiden om te kunnen opstoten

in de vaart der volkeren. Daarbij worden zij geconfronteerd met

vele uitdagingen. De consument moet centraal staan, distributie-

modellen veranderen, de regelgeving is toegenomen, eenmalige

investeringen krijgen een permanent karakter en de rentestand

blijft voortdurend laag. En dat is nog maar een deel van de

ontwikkelingen.

Een vruchtbare richting ligt in waardecreatie. Maar welke waarde hebben de producten die je als verzekeraar aanbiedt? En welke aanvullende meerwaarde kun je klanten bieden? Hoe zorg je ervoor dat je als verzekeraar ook de waarde van je organisatie kunt borgen of verhogen voor andere stakeholders? Dat zijn stuk voor stuk essentiële vragen.

Een belangrijk deel van de artikelen in deze Eye on Finance gaat over waardecreatie. Wij interviewden Lard Friese over de waardedrijvers bij verzekeraars en de effecten van de recente beursgang van NN Group. Felix Tenniglo vertelt over de coöperatieve gedachte van InShared en over de digitalisering van de verzekeringsmarkt. Jo van Engelen vindt het centraal stellen van de klant in de financiële sector een goede gedachte, maar dan moeten we wel leren fietsen in plaats van biljarten. Remco Bleijs en Rob

Steensels schreven een artikel over integrated thinking en communicatie over waardecreatie bij verzekeraars.

Daarnaast bevat deze editie enkele artikelen over actuele onderwerpen. Rob Kuipers evalueert als Rijksregisseur Standard Business Reporting de stand van zaken bij verzekeraars op het gebied van SBR en XBRL. Jeroen van der Kroft en Jeroen Wiggers berichten over wijzigende regels voor verzeke-raars op het gebied van consumenten-bescherming. Alexander Beijer, Eelco Benard en Hildegard Elgersma bespreken hoe de ervaringen van banken bij de recente ‘comprehensive assessment’ van de ECB nuttig kunnen zijn voor verzekeraars. Tenslotte beantwoordt Paul de Beus zeven vragen over Solvency II.

Wij wensen u zoals altijd veel leesplezier en hopen u te inspireren richting ‘a better working world’.

EYE ON FINANCE

Jan NiewoldPartner EY en voorzitter Sector [email protected] 407 2734

VO

OR

WO

OR

D

EYE ON

4 EYE on Finance | december 2014

KLANT CENTRAAL

Jo van Engelen is hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen en de TU Delft. Hij heeft een ruime ervaring als bestuurder en commissaris. Op dit moment is hij onder andere commissaris bij Unigarant, Nedap en de Open Universiteit.

5Insurance: waardecreatie

In de financiële sector moet de klant verplicht centraal staan. Dat is een goede gedachte, maar

dan moeten we wel leren fietsen in plaats van biljarten. Aldus Jo van Engelen. Hoe zit dat?

Hoe gaat het met het centraal stellen van de klant in de financiële sector?‘Wij weten al decennia dat klantgerichtheid heel belangrijk is. Bestuurders en commissarissen in de financiële sector moeten sinds kort ook een eed of belofte uitspreken, waarbij ze beloven de klant centraal te stellen. Maar de vraag is hoe je klantgericht wordt. Dat proberen organisaties analytisch aan te pakken door het verzamelen, systematiseren, opslaan en gebruiken van infor-matie over klanten. Dat is een goed begin, maar bij productontwikkeling is het onvoldoende om alleen historische informatie als basis te nemen. Klanten moeten vooral met elkaar nadenken over wat ze willen. Daar zijn ze in onze ‘connec-ted society’ ook aan gewend geraakt.’

Co-creatie dus?‘De gangbare manier is inderdaad co-creatie, waarbij een organisatie fora organiseert, met klanten om de tafel gaat, vragen stelt en luistert. Vervolgens wordt het productaanbod daar zo goed mogelijk op afgestemd. Dat noem ik co-crea-tie 1.0. In co-creatie 2.0 probeer je klanten vooral met elkaar in contact te brengen. Dan kunnen ze zelf discussiëren over wat ze willen. Dat is veel informatiever en daarmee kansrijker. Klanten praten met elkaar veel opener, directer en meer vanuit hun eigen wensen. Het is ook veel efficiën-ter. Het is wel cruciaal om zelf goed te modereren en te luisteren naar wat klanten nu eigenlijk echt willen. Dat leidt tot een betere klantgerichtheid dan wanneer klanten alleen een kant-en-klaar idee krijgen aangereikt. Een heel moderne aanpak ook, nu bijna iedereen actief is op sociale media.’

Hoe gaat dat in de verzekeringssector?‘Verzekeraars vragen zich op dit moment af wat zij moeten en willen verzekeren. Daar wordt nog relatief weinig met klanten over gesproken. Het externe toezicht is primair gericht op maat- regelen die verplichten dat aan klanten veel informatie moet worden verstrekt, zodat zij precies weten wat zij kopen. Dat is een goede eerste stap. De volgende stap is echter om klanten met elkaar te laten nadenken over wat ze willen, waar ze behoefte aan hebben en hoe zij willen innoveren.’

Gaat dat lukken?‘Als klanten meer aan het stuur moeten zitten, dan vraagt dat een nieuwe vorm van bestuur en beheersing. Wat klanten samen bedenken kun je namelijk niet in een jaarplan vooruitplannen. De teugels moeten losser. Een mooie parallel daar-voor is het verschil tussen biljarten en fietsen. Van biljarten weten we fysisch precies hoe het werkt. Maar zelfs de beste driebanders stoten na een paar keer alweer mis. We kennen het spel dus van haver tot gort, maar we kunnen het niet. Van fietsen is in de wetenschap niet exact bekend hoe het werkt. We kennen het dus niet, maar we kunnen het wel, en goed ook. Bij extern toezicht hebben we op dit moment te weinig geschikte instrumenten in handen om de maat-schappij te leren fietsen, dus moet iedereen leren biljarten. Regelgeving leidt tot veel vastleggin-gen en eisen. Dat is goed, maar het is slechts het begin. We moeten ons realiseren hoe het fietsen gebeurt. Fietsen begint met een helder doel dat binnen een bepaalde tijd moet worden bereikt.

Fietsen is erop gebaseerd dat de berijder continu bezig is met kleine herstelacties. Bij biljarten doen we het omgekeerde. We proberen alles vooruit te bedenken en dan gaat al die informatie in één stoot via de pomerans naar de eerste bal. Dat leidt maar zelden tot het gewenste resultaat. Ik zou graag zien dat bestuurders, interne en externe toezichthouders en accountants, bovenop het bestaande nuttige instrumentarium, meer gaan fietsen en minder biljarten. Als we op straat bij iedere plas gaan afstappen en meten hoe diep die is dan komen we nooit thuis.’

Klanten moeten vooral met elkaar

nadenken over wat ze willen

Meer fietsen en minder biljarten

EYE ON LARD FRIESE

6 EYE on Finance | december 2014

Lard Friese studeerde Rechten aan de Universiteit van Utrecht. Het grootste deel van zijn werkzame leven werkte hij in de verzekeringssector, onder andere bij AEGON en ING. Momenteel is hij CEO en bestuursvoorzitter van NN Group. NN Group is een toonaangevende verzekeraar en vermogensbeheerder die actief is in meer dan 18 landen.

7Insurance: waardecreatie

Veel verzekeraars zijn actief bezig met de analyse en sturing van waardecreatie

voor hun belanghebbenden. Een beursgang is bij uitstek het moment om waarde-

creatie verder te optimaliseren. NN Group ging jongstleden juli met succes naar

de beurs. Alle reden voor een gesprek met CEO Lard Friese. Jasper Kolsters (EY)

interviewde Friese over de ‘raison d’être’ van de verzekeringssector, aandrijvers

van waarde en de effecten van een beursgang.

Hoe definieert u waardecreatie als verzekeraar?‘Waardecreatie is niet voor alle belanghebbenden van een onder-neming hetzelfde. Voor klanten is het belangrijk dat zij de producten en diensten die zij afnemen goed waarderen. Voor de aandeel- houderswaarde sturen wij vooral op de creatie van economische waarde. Maar bovenal willen wij een positieve kracht zijn in de samenleving waarin we opereren. Wij willen als internationale onderneming graag onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.’

Hoe vullen jullie die maatschappelijke dimensie in?‘Die hangt direct samen met de ‘raison d’être’ van onze sector. Wij proberen mensen inzicht te geven in de risico’s die ze lopen als gezin, als persoon, of als kleine of grote onderneming. Wij willen onze klanten in staat stellen om zelf te bepalen welke risico’s ze zelf willen nemen en welke risico’s men graag aan ons wil overdragen, omdat zij die bijvoorbeeld zelf niet kunnen dragen. Als wij dat goed doen, en blijven doen, dan voegen wij waarde toe aan de samenleving. Dat vind ik net zo belangrijk als waarde toevoegen aan aandeelhouders of waarde toevoegen aan klanten met onze producten en diensten. Je moet waardecreatie dus niet vanuit één perspectief benaderen.’

Hoe is waardecreatie geëvolueerd in het afgelopen decennium?‘Door de crisis en de gevolgen van de beleggingsverzekerings- problematiek is onze sector enorm veranderd. Er is nu een betere

aansluiting tussen ons bedrijf en de samenleving. Waardecreatie op korte en lange termijn zijn meer gebalanceerd. Daarnaast is het besef ontstaan dat waardecreatie niet ‘mutually exclusive’ is. Aandeelhouderswaarde stond lange tijd lijnrecht tegenover de waarde voor andere belanghebbenden. Dat is nu niet meer zo. De afzonderlijke perspectieven van waaruit waarde wordt gecreëerd leiden juist tot het gewenste geheel. Ze kunnen niet zonder elkaar. Een onderneming moet de ‘license to operate’ van alle belang- hebbenden bezitten om in de samenleving te kunnen opereren.’

Hoe geeft NN Group invulling aan waardecreatie?‘Het merkbeeld van NN Group is nieuw en we hebben een nieuw mantra bepaald. De mantra luidt ‘You Matter’. Wij zeggen daar-mee tegen alle klanten, aandeelhouders, medewerkers en andere belanghebbenden: ‘jij doet ertoe, wij luisteren naar jou, vertel ons wat jij belangrijk vindt’. Die input is een propeller voor onze activi-teiten en zo kunnen wij zelf ook een bedrijf worden dat er steeds meer toe doet. We hebben drie eenvoudige kernwaarden geformu-leerd. Die waarden zijn: ‘we care’, ‘we are clear’ en ‘we commit’. ‘We care’ betekent dat we ons werk doen met extra aandacht voor de klant. ‘We are clear’ betekent dat wij helder willen zijn over wat belanghebbenden van ons mogen en kunnen verwachten. ‘We commit’ betekent dat wij integer handelen en zaken doen met het oog op de toekomst. Die kernwaarden gaan we volledig integreren in onze bedrijfsvoering.’ ›››

Lard Frieseover waardecreatie bij verzekeraars

EYE ON

8 EYE on Finance | december 2014

LARD FRIESE

Is dat een belangrijke wijziging?‘Wij deden al veel goed, maar we kunnen echt nog verder verbeteren. Een beursgang is een uitstekend moment voor reflectie. Je wordt gedwongen om ongelofelijk goed te begrijpen ‘what makes the company tick’. Wij hebben per bedrijfsonderdeel en per productlijn bekeken hoe waarde wordt gecreëerd. Dat hebben wij vertaald in strategische en financiële doelstellingen. Vervolgens hebben wij de vraag gesteld of de juiste bemensing aanwezig is om de waarde daadwerkelijk tot uiting te laten komen.’

Wat is daar voor actie op ondernomen?‘Wij hebben ongeveer vijftig procent van onze top 175 leiders gewisseld, en zo’n zeventig procent van onze top 50 leiders. De wisselingen zijn voor een belangrijk deel intern opgelost. We hebben ook jonge competente mensen meer ruimte gegeven. Daarmee is een belangrijke voorwaarde gerealiseerd om de waarde-extractie die moet plaatsvinden, daadwerkelijk te laten gebeuren. Dat heeft veel energie gegeven en het geeft nog steeds veel energie. Het hele proces van de beursgang leidt tot vertrouwen en momentum in de organisatie.’

Waar gaat met name waardecreatie plaatsvinden?‘NN Group heeft uitstekende uitgangsposities in volwassen markten, zoals in Nederland, maar ook in groeimarkten in Centraal, Oost en Zuid Europa en in Japan. Bij de Nederlandse activitei-ten sturen wij vooral aan op het reduceren van kosten en het efficiënter maken van de platforms. Door een goede kapitalisatie hebben wij ook de ruimte om op een gebalanceerde manier hoger renderende beleggingen op onze balans te nemen. Bovendien kunnen wij nog veel verande-ren in onze productportefeuille. Met name in de pensioenmarkt in Nederland verwachten wij van defined benefit naar defined contribution pro-ducten te kunnen gaan. Dat biedt belangrijke perspectieven.’

En internationaal?‘De focus buiten Nederland ligt vooral op waar-decreatie door groei, zowel bij de verzekerings- als vermogensbeheer-activiteiten. Als de economie verbetert kan de onderpenetratie in levensverzekeringen en pensioenen worden omgezet in additionele groei. In de eerste helft van 2014 hebben wij al groei in verkoop kunnen realiseren.’

Wat speelt toenemende regelgeving voor rol?‘De regels van het spel veranderen enorm. Daar proberen wij ons goed en efficiënt op aan te passen. Ik heb echter wel zorgen over het waar-borgen van een ‘level playing field’. In Nederland hebben we de neiging om voor de muziek uit te lopen, om veel verder te gaan dan andere Europese landen. Als je een internationale partij bent, zoals wij, dan sta je soms op een achter-stand. Concurreren met de handen op de rug is lastig. Ik vind dat wij ons moeten blijven afvragen waar de regelgeving in onze sector voor is bedoeld. Die regelgeving is bedoeld om te zorgen dat de ondernemingen gebalanceerd blijven als het gaat om risico. Met een ‘unlevel playing field’ verhoog je juist het risico. Dat moet je dus niet willen. Deze kwestie vind ik veel te weinig terug in het debat hierover.’

U bent dus nog niet tevreden?‘Nee, ik heb een hekel aan zelfgenoegzaamheid. Geloof in eigen kunnen is wel belangrijk. Ik zie elke dag duizenden mensen ongelofelijk hard werken om de weerbarstige implementatie van de strategie vorm te geven. Ik ben ervan over-tuigd dat ons geloof in eigen kunnen ervoor zal zorgen dat we een goede toekomst tegemoet gaan.’

Ik heb een hekel aan zelfgenoegzaamheid

9Insurance: waardecreatie

EYE ON

10 EYE on Finance | december 2014

KORT NIEUWS

EY Global Insurance Consumer Survey 2014Verzekeraars doen al jaren hun best om het klantvertrouwen terug te winnen. Zij tonen meer transparantie en verbeteren hun dienst-verlening. Wat hebben deze inspanningen tot nu toe opgeleverd? De resultaten van de EY Global Insurance Consumer Survey 2014 schetsen hiervan een beeld. Aan de survey deden 24.000 klanten in dertig landen mee, waaronder 525 klanten in Nederland.

Over het algemeen zijn klanten tevreden over de dienstverlening, maar klanten met een schadeverzekering kennen een hogere tevredenheid dan klanten met een levensverzekering. Ook zijn nieuwe klanten meer tevreden dan bestaande klanten.

Zestig procent van de Nederlandse consumenten heeft vertrouwen in zijn verzekeraar. Dit is vergelijkbaar met andere West-Europese landen. Nederlandse klanten wisselen nauwelijks van verzekeraar. Het percentage klanten dat overweegt over te stappen behoort tot de laagste van Europa.

Vooral in de communicatie is nog veel ruimte voor verbetering. Het huidige aantal contacten is laag waardoor elk contactmoment een ‘moment of truth’ wordt, van een polismutatie tot een schade- of klachtenafhandeling. Klanten vinden dat hun verzekeraar te weinig met hen communiceert, bijvoorbeeld over polisvoorwaar-den en over klantspecifieke aanbiedingen. Email is het populairste communicatiemiddel, gevolgd door telefonie en persoonlijk contact. Klanten staan ook steeds meer open voor alternatieve communicatiemiddelen zoals mobiele apps en interactieve ondersteuning via webchats.

Download het volledige rapport met resultaten voor de Nederlandse markt op: http://www.ey.com/NL/nl/Industries/Financial-Services/Insurance

KORT NIEUWS

Anne van HallPartner EY Financial Services [email protected] 2908 3332

11Insurance: waardecreatie

Global Information Security Survey 2014: Get ahead of cybercrimeCyber-bedreigingen worden steeds ingenieuzer en beter georgani-seerd. In de Global Information Security Survey (GISS) van 2013 gaven wij aan dat ook als uw organisatie nog niet was aangevallen, de veiligheid zeker in het geding was, of uw organisatie op zijn minst een doelwit kan zijn van aanvallen. In de survey van 2014 tonen wij aan dat organisaties voortgang boeken met het bouwen aan cybersecurity. Toch geven de meeste respondenten aan dat slechts een ‘moderate level of maturity’ is bereikt bij het leggen van de fundamenten voor cybersecurity. In het rapport volgen wij de reis op weg naar volledige cybersecurity langs de fasen actie, adoptie en anticipatie. Alleen na afronding van alle fasen zal een organisatie daadwerkelijk voorbereid zijn op aanvallen.

Het rapport is beschikbaar via www.ey.com

KORT NIEUWSOvername Centre B.V. en CFORS B.V.EY maakte op 10 oktober jongstleden de overname bekend van Centre B.V. (Centre Consulting) en CFORS B.V. (CFORS). De overname versterkt de adviesdienstverlening van EY aan de financiële sector op het gebied van Enterprise Performance Management (EPM). Centre Consulting is opgericht in 2005 en ondersteunt grote internationale cliënten op het vlak van EPM, waaronder diensten gericht op financiële consolidatie, budgettering, planning en forecas-ting. CFORS is opgericht in 2012 en ontwikkelt software oplossingen voor banken en verzekeraars om te voldoen aan de nieuwe richtlijnen voor verslaglegging zoals Solvency II, CRD IV en IFRS 4. Er werken 30 medewerkers bij Centre Consulting en CFORS. Zij gaan op termijn over naar EY en worden onderdeel van de serviceline Advisory. Door de overname krijgen Centre Consulting en CFORS toegang tot een grotere internationale klantenkring, waardoor snellere groei mogelijk is.

Van links naar rechts: Klaas van de Geest, Mengfei Kainz, Bart Wolters, André ten Damme en Robert-Jan Hagens.

Tony de BosInformation Security Leader EY Financial [email protected] 407 2079

EYE ON

12 EYE on Finance | december 2014

INSHARED

Felix Tenniglo:

Klanten zeggen precies wat ze willen

13Insurance: waardecreatie

Hoe kun je als verzekeraar waarde creëren voor klanten?‘Bedrijven die zich richten op de klantwaarde presteren veel beter dan bedrijven die zich focussen op aandeelhouderswaarde. Dat blijkt onder andere uit een analyse van Roger Martin in de Harvard Business Review. Het gaat om de klant. Klanten willen optimaal gebruiksgemak en eenvoud. Dat is het belangrijkst, gegeven een goed product tegen een goede prijs. Wij hebben gemerkt dat klan-ten die zelf online hun zaken regelen vele malen meer tevreden zijn dan klanten die bijvoorbeeld bellen met een callcenter. Zelf zaken op een goede manier kunnen regelen geeft veel voldoening.’

Waarom doen niet meer verzekeraars dat?‘Het gebeurt wel tot op zekere hoogte, maar veel verzekeraars worstelen met een grote legacy aan systemen. Ze kunnen daar-door lastig meebewegen met wat de klant op andere vlakken allang gewend is. De klant doet al veel zaken via de mobiele tele-foon, iPad en desktop. Het regelen van verzekeringen moet daar ook in passen. Als een bedrijf niet doet wat de klant wil op het gebied van producten, service of prijs, dan stemt de klant met de voeten.’ ›››

Online verzekeraar InShared heeft een propositie

die behoorlijk afwijkt van andere verzekeraars.

InShared hanteert de coöperatieve gedachte.

Tachtig procent van de premies wordt gereserveerd

voor schade en twintig procent voor de bedrijfs-

voering. Als minder dan tachtig procent wordt

uitgekeerd aan schades dan gaat dat deel contant

terug naar de klanten. Sinds de oprichting in 2009

is drie keer een dergelijke jaarbeloning uitgekeerd.

Wat vinden klanten van deze propositie en hoe

creëert InShared waarde? Wij vroegen het aan

Felix Tenniglo, managing partner.

Felix Tenniglo studeerde Nederlands Recht en werkte ruim 20 jaar voor Achmea. Hij was jarenlang als directeur verantwoordelijk voor de marketing en verkoop van Centraal Beheer Achmea en FBTO. Tenniglo is samen met Herberth Samsom oprichter en initiatiefnemer van InShared.

Felix Tenniglo:

Klanten zeggen precies wat ze willen

EYE on Finance | december 201414

EYE ON INSHARED

We werken vanuit de gedachte van de

collectiviteit

Hoe ontdek je de wensen van de klant?‘Wij doen veel klantonderzoek. Wij nodigen bijvoorbeeld structureel klanten uit voor feedback-sessies, om iets te vertellen over hun ervaring met de afwikkeling van een verzekerings- kwestie. Het is heel goed als de direct betrokkenen in onzeorganisatie uit eerste hand vernemen hoe de afhandeling is ervaren. Dat doen wij om onze processen en communicatie te verbeteren richting de klant. Wij doen natuurlijk veel aan social monitoring en houden regelmatig zitzaksessies waarbij klanten met elkaar in gesprek gaan. Als wij nieuwe functionaliteit op de website ontwikkelen dan vragen wij aan de klanten om dat te beoordelen. Onze ervaring is dat klanten precies aangeven wat ze willen.’

Hoe ervaren klanten jullie bijzondere propositie?‘Het wordt enorm gewaardeerd. We werken vanuit de gedachte van de collectiviteit. Als wij een schade afwijzen doen we dat niet ten gunste van InShared, maar doen wij dat in het belang van de collectiviteit. Dat is de basisgedachte van verzekeren, en klanten snappen de solidariteit ten opzichte van de collectiviteit. Toch geven klanten aan dat ze het vervelend vinden om individueel geen jaarbeloning te ontvangen, terwijl ze zelf geen schade hebben gehad. Daarom zullen we naast de collectieve jaarbeloning ook gaan werken met een individuele beloning en een bonus-malus regeling. Dat hadden wij niet van tevoren bedacht, maar we luisteren naar de klant en spelen daar adequaat op in.’

Kunnen verzekeraars leren van andere sectoren?‘Wij werken in een industrie die onder scherp toezicht staat. Dat heeft een effect op de bedrijfsvoering van verzekeraars, maar ik ben ervan overtuigd dat verzekeraars heel veel kunnen leren van andere sectoren. De verzekeraars zitten niet in de meest revolutio-naire en innovatieve industrie. De groene kaart, bijvoorbeeld, komt bij wijze van spreken uit het stenen tijdperk.

Dat is een illustratie van het tempo waarin de industrie zich heeft aangepast aan de eisen van de maatschappij en consument. Daar zouden we beter mee om kunnen gaan als industrie. Neem als voorbeeld de zelfrijdende auto’s. Die gaan een groot effect hebben op de autoverzekeringen. We moeten goed kijken en leren om in te kunnen spelen op wat klanten de komende jaren belangrijk vinden.’

Wat is jullie toekomstvisie?‘De digitalisering op de verzekeringsmarkt zal alleen maar groeien. We zullen steeds meer toegroeien naar ‘mass customization’, waarbij we steeds beter in staat zullen zijn om ook de digitale online aanpak zo persoonlijk mogelijk te maken. De klant kan dan uit bouwstenen zijn eigen verzekeringsproduct samenstellen. De transparantie van organisatie richting klant zal ook toenemen, waardoor klanten meer zicht krijgen op het doen en laten van organisaties. Als je op een dergelijke open wijze vanuit de klant redeneert dan kun je altijd waarde blijven toevoegen.’

15Insurance: waardecreatie

EYE ON SBR

Wat doet de Rijksregisseur Standard Business Reporting (SBR)? ‘Met SBR proberen publieke en private partijen samen één set van standaarden te hanteren voor het administratieve berichtenverkeer in Nederland. XBRL is een van die standaarden. Ik word als Rijksregisseur geacht de inspannin-gen van de rijkspartijen binnen dat domein op elkaar af te stemmen. Ik leg ook verbinding met de private partijen die meedoen. Het is een publiek-privaat samenwerkingsverband waarbij de standaarden worden vastgesteld in overleg met de private partijen. De private partijen zijn bijvoorbeeld banken, financiële intermediairs, accountants, softwarebedrijven en werkgevers- en werknemersorganisaties. Mijn taak is om een spin in het web te zijn.’

Wat is het belang van SBR?‘SBR wordt interessanter naarmate het breder wordt toegepast. We willen naar een breed toe-gepaste maatschappelijke standaard voor het administratieve berichtenverkeer. Daarmee gaat de kwaliteit van informatie omhoog, worden administratieve lasten lager en neemt de maat-schappelijke winst exponentieel toe. Dat is de hoofdgedachte. De Belastingdienst vraagt grof geschat om meer dan tien miljoen berichten per jaar van werkgevers. De KvK en het CBS vragen soortgelijke administratieve gegevens. Het gaat in totaal om vele miljoenen gegevens, alleen al

bij de overheid. Het is lastig om concreet te bere-kenen wat het gaat opleveren want verhoging van kwaliteit, tijdigheid en actualiteitswaarde zijn lastig in euro’s te waarderen.’

Hoever zijn verzekeringsbedrijven met het invoeren van SBR? ‘Verzekeraars zijn zowel leveranciers als uitvragers van informatie. Ze zijn bijvoorbeeld leverancier op het gebied van vennootschaps- belasting- en btw-aangiften. Dat wordt ongetwij-feld goed en SBR-proof gedaan. Maar zij zijn ook zogenaamde uitvragers van informatie. Dat lijkt op wat banken doen. Banken zijn in 2009 aange-sloten bij het SBR-initiatief. Banken hebben voor kredietverlening dezelfde interesse in informatie als de Belastingdienst, Kamer van Koophandel en CBS. Banken zijn nu nog de enige private partij die als uitvrager meedoet aan het SBR-initiatief. Maar verzekeraars, pensioenfondsen en arbodiensten zijn logische partijen die daarbij kunnen komen. In Europa hebben verzekeraars, banken en pensioenfondsen ook te maken met XBRL, omdat de drie Europese toezichthouders XBRL als de enige standaard toepassen of willen gaan toepassen. Verzekeraars moeten dus natio-naal en internationaal XBRL gaan toepassen. Het is natuurlijk goed om bij het uitvragen van infor-matie ook in dezelfde standaard te denken. Daar liggen kansen, maar er zijn nog geen afspraken over gemaakt.’

Rob Kuipers is onder andere Rijksregisseur Standard Business Reporting.

Hij doet dat vanuit ABDTOPConsult. Wij vroegen hem naar de stand van

zaken op het gebied van SBR bij verzekeraars.

Wat voor advies wilt u meegeven aan verzekeringsbedrijven, op het gebied van SBR?‘Met de invoering van SBR wordt een moderne manier van informatie-uitwisseling bereikt, zodat de betrouwbaarheid en actualiteit van gegevens toenemen. De leveranciers worden ontlast door de standaardisering en er kan veel worden bespaard op het invoeren en controleren van gegevens. We zien dat het een werkende oplossing is. Verzekeraars moeten vooral niet proberen het wiel opnieuw uit te vinden. De bijbehorende auto rijdt immers al. Wij hebben er jaren over gedaan om te komen waar we staan en wij gunnen iedereen om op de rijdende wagen te springen. Wij staan ervoor open om daarbij te helpen.’

Hoe ziet SBR er over tien jaar uit?‘Als je tien jaar terugkijkt had ik niet kunnen voorspellen waar we nu zijn. Dat kan ik nu ook niet voor de situatie over tien jaar. Vanaf 2015 wordt in ieder geval een traject ingezet voor de jaarverslaggeving en we kijken nu ook meer naar de loongerelateerde belastingen. Ik hoop dat over tien jaar de doorontwikkelde XBRL en SBR breed zijn geaccepteerd als de standaard voor administratieve rapportages. De ambitie is om een onomstreden standaard neer te zetten voor het administratieve berichtenverkeer.’

SBR wordt interessanter

naarmate het breder wordt toegepast

EYE ON

16 EYE on Finance | december 2014

INTEGRATED THINKING

Integrated thinking bij verzekeraars

Bij integrated reporting wordt informatie over duurzaamheid verweven met

andere informatie die door een organisatie naar buiten wordt gebracht.

Informatie over duurzaamheid is echter nog te vaak een afzonderlijk deel van

het rapportageproces en van het jaarverslag. Ook bij verzekeraars. Wat is de

stand van zaken en hoe kan het beter? Een korte taxatie.

Communiceren over waardecreatieGoede integrated reporting ontstaat uit integrated thinking. Dat laatste houdt in dat strategische aspecten, risico’s en kansen, verslaggevings- aspecten en rapportageprocessen die met het zogenaamde ‘Environmental, Social en Governance’ (ESG) te maken hebben, verweven worden met de financiële aspecten die van oudsher worden benadrukt in de verslaggeving. Integrated thinking en reporting zet bedrijven aan om na te denken over de wijze waarop ze waarde creëren, over hun business model. Als je

het duurzaamheidsverslag alleen vastplakt aan het traditionele jaarverslag heb je het doel van integrated reporting niet bereikt. Juist de waar-decreatie komt dan onvoldoende tot uitdrukking.

De waarde van integrated reportingUit onderzoek blijkt dat gemiddeld twintig procent van de waarde van een organisatie wordt bepaald door het ‘financial capital’ van een orga-nisatie. Tachtig procent komt voort uit de andere ’capitals’, ofwel waarden, die zijn gedefinieerd in het raamwerk van de International Integrated

Reporting Council (het IIRC-Framework): intellec-tual capital, human capital, natural capital, social & relationship capital and manufactured capital. De zes waarden moeten als onderdeel van het waardecreatieproces terugkomen in integrated reporting. Het breder kijken dan alleen naar financiële doelstellingen en resultaten is op langere termijn beter voor de bedrijven zelf, voor de stakeholders en voor het maatschappelijk vertrouwen. En het leidt tot product- en diensten- innovaties.

Remco Bleijs en Rob Steensels

17Insurance: waardecreatie

Remco BleijsDirector Asset Management & Sustainability [email protected] 088 407 3935

Rob SteenselsSenior Manager Financial Accounting Advisory [email protected] 407 1875

Verzekeraars en integrated reportingVoor verzekeraars bestaan geen specifieke verplichtingen op het gebied van integrated reporting. Verzekeraars hebben vanuit Solvency II te maken met (rapportage)verplichtingen. Deze vertonen bepaalde raakvlakken met integrated reporting. Zo vraagt Solvency II onder andere om een Own Risk and Solvency Assessment (ORSA). Hierin dienen verzekeraars een eigen inschatting te maken van de voor hen relevante en van toepassing zijnde risico’s. Hier vallen ook ESG-gerelateerde risico’s onder. Voor verzekeraars zijn bijvoorbeeld ontwikkelingen in milieu en mobiliteit relevant omdat ze kunnen leiden tot veranderingen in hun productassorti-ment. De verzekeringsindustrie moet zichzelf de vraag stellen of in het kader van Solvency II voldoende aandacht wordt besteed aan de uitgangspunten van integrated reporting. Er wordt nog veel vanuit financial risk en financial capital gedacht en te weinig vanuit de andere capitals. ESG is nog onvoldoende ingebed in het beleggings- en risicobeleid van verzekeraars. Er is op dit punt bijvoorbeeld nog te weinig focus op toekomstige trends in de zin van voedsel-schaarste, global aging en natuurrampen door klimaatverandering.

Integrated reporting en de herziene EU RichtlijnDe herziene EU richtlijn ‘Bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen’ stelt dat alle organisaties van open-baar belang in Europa (ongeveer zesduizend) vanaf 2016 breder moeten gaan rapporteren over hun ESG-beleid en de uitvoering daarvan, inclusief de meting van het effect. Het verband tussen integrated reporting en de nieuwe richtlijn is vrij groot. Het is daarom verstandig om die twee zaken aan elkaar te koppelen. De nieuwe richtlijn krijgt naar verwachting in 2016 een Nederlandse wettelijke verankering die uiteinde-lijk ook het belang van integrated reporting benadrukt. Diverse partijen beseffen dit nog onvoldoende.

Het pad voorwaartsUit het EY-onderzoek ‘The Path Forward 2.0’ blijkt dat de afgelopen twee jaar stappen vooruit zijn gezet door de hele financiële sector op het gebied van duurzaamheid en integrated reporting. Zeker de verzekeraars die meedoen aan de pilot van IIRC steken boven andere verzekeraars uit. Toch kan het business model en het waardecreatie

proces nog beter worden uitgelegd, parallel aan de ontwikkeling van financiële en niet-financiële key performance indicators. Het begint met een strategie die duidelijk plaats biedt aan ESG facto-ren en die is verweven met andere, onder meer financiële, ontwikkelpaden. De strategie leidt tot een business model, dat vervolgens aangeeft wat de value drivers zijn (op welke onderdelen ga je waarde creëren) en die moeten leiden tot KPI’s. Die cirkel is nog bijna in geen enkel verslag zichtbaar, terwijl dat juist de kern is van integrated reporting.

18 EYE on Finance | december 2014

EYE ON REGELGEVING

De voortdurend veranderende regelgeving op nationaal, Europees en mondiaal niveau beïn-vloedt de strategieën, beleggingen en kapitaalvereisten van verzekeraars op grote schaal. Een belangrijk thema binnen de wet- en regelgeving is consumentenbescherming. Betere consumentenbescherming staat hoog op de agenda van de Europese Commissie en de Europese Autoriteit voor Verzekeringen en Bedrijfspensioenen (EAVB). Dit heeft geleid tot een aantal regelgevingsvoorstellen die de komende jaren grote effecten kunnen hebben op de strategische en operationele beslissingen van Europese verzekeringsmaatschappijen. In dit artikel worden de volgende regels nader onder de loep genomen: de herziene Richtlijn verzekeringsbemiddeling (IMD II), ‘Packaged Retail and Insurance-based Investment Products’, ofwel PRIIPs, en de EAVB-richtlijnen voor toezichts- en governancebeleid van verzekeringsproducten.

IMD IIHet doel van IMD II is om consumenten meer bescherming te bieden bij de aankoop van verze-keringsproducten. Hiervoor wordt, onder andere, het toepassingsgebied van de oorspronkelijke Richtlijn verzekeringsbemiddeling (IMD I) aan-zienlijk uitgebreid. Zo omvat de ontwerprichtlijn nu ook de directe verkoop van verzekeringspro-ducten door verzekerings- en herverzekerings-maatschappijen zonder tussenkomst van een tussenpersoon, en de verzekeringspolissen die als aanvulling op de verkoop van andere diensten worden verkocht. Hierdoor vallen ook aanbieders als reisbureaus en autoverhuurbedrijven binnen het toepassingsgebied. De ontwerprichtlijn

omvat tevens nieuwe eisen voor informatiever-schaffing aan de consument en voor het toezicht op producten en de interne governance.

PRIIPsHet PRIIPs-voorstel is bedoeld om de precontrac-tuele informatieverschaffing over producten te verbeteren. Dit is een reactie op het streven van de Europese Commissie om de vorm en inhoud van de essentiële beleggersinformatie in alle pro-motiematerialen te verduidelijken en te harmoni-seren. Het voorstel heeft de vorm van een verordening in plaats van een richtlijn. Dit bete-kent dat de eisen gelijktijdig worden omgezet in de wetgeving van de lidstaten en systematisch in

alle wetboeken worden opgenomen, zonder aan-vullende lokale uitvoeringsmaatregelen of natio-nale vrijstellingen. Voor alle EU-landen zullen dus dezelfde eisen gelden. Het toepassingsgebied van PRIIPs betreft bijna alle financiële instrumen-ten, waaronder beleggingsverzekeringen. Organisaties die beleggingsproducten ontwikke-len en binnen het toepassingsgebied vallen moeten voor elk beleggingsproduct dat zij op de markt brengen een beknopt document met essentiële en begrijpelijke beleggersinformatie opstellen. Dit wordt het ‘Key Investor Information Document’ (KIID) genoemd. Alle beleggingspro-ducten zijn onderhevig aan een goedkeurings-proces van de toezichthouder.

De gevolgen van gewijzigde consumentenbeschermingsregels voor de Europese verzekeringssector Jeroen van der Kroft en Jeroen Wiggers

19Insurance: waardecreatie

EAVB-richtlijnen voor toezichts- en governanceregelingen van verzekerings- productenOp 27 oktober 2014 publiceerde de EAVB een discussienota over de voorgestelde richtlijnen om de consument tijdens de eerste fasen van productontwikkeling beter te kunnen beschermen en onverantwoorde verkoop van verzekerings-producten met een gebrekkig productontwerp te voorkomen.

Alle verzekeraars in Europa worden verplicht om:

• Passende, effectieve en gedocumenteerde beleidsregels te ontwikkelen voor de governance en beheersing van producten, en deze regelmatig te evalueren.

• Mogelijke belangenverstrengelingen die tijdens het productontwikkelingsproces kunnen ontstaan te beperken.

• Klantsegmenten en hun behoeften te identificeren.

• Te waarborgen dat alle medewerkers over de juiste competenties beschikken.

• De resultaten en de geschiktheid van de producten voor de doelgroep voortdurend te monitoren en waar nodig corrigerende maatregelen te nemen als zich problemen voordoen, bijvoorbeeld wanneer een pro-duct niet aan de behoeften van de klant voldoet of een beperkte waarde heeft.

Gevolgen van de nieuwe regelgevingDe regelgeving inzake consumentenbescherming wordt in de loop van 2015 op alle Europese ver-zekeringsmarkten geïmplementeerd. Het effect zal verschillend zijn, afhankelijk van de mate van reeds bestaande regelgeving in het gebied waarin de verzekeraars actief zijn. Wel kunnen we aanzienlijke effecten verwachten op de onderstaande terreinen.

Aansluiting met lokale wetgevingEen grote uitdaging voor alle Europese verzeke-raars is het vinden van de aansluiting met lokale wetgeving. Het is van belang om een goede balans te vinden tussen de schaalvoordelen van een organisatie-brede implementatie en het detail van lokale wetgeving. Om hier toe in staat te zijn is het van belang om goed en helder overzicht te hebben van de wetgeving en hoe deze wordt vertaald in de lokale vereisten voor de verzekeringsbranche.

DataGezien de eisen ten aanzien van het verstrekken van essentiële beleggersinformatie en klant- gegevens, moet voor bijna elk aangeboden verzekeringsproduct een grote hoeveelheid aanvullende gegevens worden vastgelegd. Een belangrijk aspect daarbij wordt het bepalen van een duidelijke en eenduidige reeks datadefinities voor de nieuwe datavelden die nodig zijn om aan de regelgeving te voldoen. Daarnaast moeten de gegevens worden opgeslagen en geordend en moeten de beveiliging, eigendom en controle ervan worden gedefinieerd.

Klantgerichte activiteiten en processen Klantgerichte activiteiten zullen ingrijpend moeten worden aangepast. Nieuwe processen en procedures moeten worden ontwikkeld om aan de nieuwe eisen te kunnen voldoen en mogelij-kerwijs is ook een aanpassing in de bedrijfs- cultuur noodzakelijk.

Interne controleVeel verzekeraars moeten hun interne contro-lesysteem aanpassen of aanvullen met de nieuwe eisen. De tweede en derde lijn zullen hun kennis en capaciteit moeten uitbreiden om toezicht te kunnen houden op de naleving van de uitgebreide regelgeving.

MedewerkersVerzekeraars zullen waarschijnlijk aanvullende kennis, vaardigheden, middelen en capaciteiten moeten ontwikkelen om aan de nieuwe eisen te voldoen. Dit geldt met name voor landen waar de bestaande regelgeving op dit moment minder streng is. Daarnaast moeten alle medewerkers training krijgen over de nieuwe vereisten inzake consumentenbescherming en over de aanpassin-gen in systemen, processen of controlemaatre-gelen die mogelijk ingevoerd moeten worden om de naleving te bewaken.

ITOm de verplichte aanvullende gegevens te kunnen vastleggen en ordenen, moeten de verzekeringsadministratiesystemen worden aangepast en geactualiseerd. De aanvullende gegevens kunnen ook gevolgen hebben voor zowel de interne als externe management-›››

EYE ON

20 EYE on Finance | december 2014

rapportages die uit deze administratiesystemen of datawarehouses worden verkregen.

Markt en concurrentieDe voorgestelde wetgeving zal leiden tot trans-parantere producten en prijzen. Daardoor zal ook de concurrentie toenemen en gaan de prij-zen mogelijk omlaag.

Nadenken over de impactDe effecten van de recente ontwikkelingen in de regelgeving zullen per verzekeraars verschillen, afhankelijk van hun locatie, de landen waarin zij actief zijn en de huidige lokale regelgeving en toetsing van de bedrijfsvoering. Het is wel duidelijk dat de Europese toezichthouders zich vanaf 2015 steeds meer zullen richten op kwesties inzake consumentenbescherming. Verzekeringsmaatschappijen zullen daarom moeten bedenken welke gevolgen deze nieuwe regels voor hen kunnen hebben, zowel op strategisch als op operationeel niveau.

Jeroen van der KroftSenior Manager EY Financial Services [email protected] 407 1018

Jeroen WiggersSenior Advisor EY Financial Services [email protected] 407 2381

Klantgerichte activiteiten

zullen ingrijpend moeten worden aangepast

REGELGEVING

21Insurance: waardecreatie

Alexander BeijerPartner EY Financial Services [email protected] 407 1181

Eelco BenardManager EY Actuarial [email protected] 407 10 14

Hildegard ElgersmaExecutive Director EY Financial Accounting Advisory [email protected] 407 2581

Die assessment bestond uit een ‘Asset Quality Review’ (AQR) en een stresstest. Hoewel veel banken min of meer ‘hijgend’ de eindstreep hebben gehaald, zijn de resultaten goed te noemen voor de Nederlandse banken, zeker in Europees perspectief. Het was vaak bijzonder lastig om de door de ECB gevraagde informatie tijdig boven tafel te krijgen en deze op betrouw-baarheid en volledigheid te controleren. Op veel plekken zijn de processen niet voldoende op orde om de gevraagde data op te leveren. De banken zijn daar nu volop mee aan de slag.

Verzekeraars zijn natuurlijk geen banken, maar de elementen die een rol spelen bij de AQR van de ECB vertonen aanzienlijke gelijkenissen met het toezicht op verzekeraars. Verzekeraars moeten onder Solvency II ook veel gedetailleerde informatie opleveren in de zogenaamde ‘Quantitative Reporting Templates’ (QRT’s), onder andere over niet-standaard beleggings- producten. Rapporteren over dergelijke details legt behoorlijke druk op verzekeraars en hun vermogensbeheerders, net als bij banken. Het is lastig om de informatie op een beheerste en gecontroleerde wijze te produceren. Daarnaast is ook veel detailinformatie nodig voor het uit-voeren en rapporteren van de kapitaalberekenin-gen die per risico afwijken. In de laatste week van mei 2015 moeten voor het eerst over boekjaar 2014 staten worden opgeleverd ten behoeve van het interim regime van Solvency II. Tijdens dit interim regime handhaaft DNB nog niet formeel op deze Solvency II basis. Vanaf 1 januari 2016 treedt Solvency II volledig in wer-king, waarbij ook een beginpositie moet worden gerapporteerd. Veel verzekeraars zijn al langere tijd bezig met hun voorbereidingen op Solvency II, maar gezien de ervaringen van de banken met

de AQR wordt de impact op de processen en (tij-dige) beschikbaarheid van data misschien onder-schat.

Tijdens de AQR (en de stresstest) bij de banken bleek een veelheid aan data nodig die uit ver-schillende systemen moest komen. Dat heeft een enorm effect op de omringende processen en de kwaliteit van de data. Hoe krijg je al die data bij elkaar, hoe betrouwbaar zijn die data, wie is ver-antwoordelijk voor de data, welke waarderings-methoden en technieken worden gebruikt en hoe moet uiteindelijk worden gerapporteerd? En hoe moet bijvoorbeeld worden omgegaan met de legacy-IT-omgeving? De veelheid en diversiteit van systemen die veel banken en verzekeraars hebben verhogen de complexiteit. Verzekeraars zijn bovendien vaak afhankelijk van externe ver-mogensbeheerders, waarmee goede afspraken moeten worden gemaakt over tijdige aanlevering van betrouwbare informatie. Kortom, het is een uitdaging om alle informatie die nodig is tijdig boven tafel te krijgen. Wellicht ten overvloede: de gevraagde informatie overstijgt in hoeveel-heid en detaillering de informatie die normaliter benodigd is voor de jaarrekening en de interne management informative.

Financiële instellingen moeten ook vooruitkijken. Hoe kan de IT-infrastructuur zodanig worden ingericht dat bekende en onbekende vervolg- vragen van toezichthouders goed kunnen worden beantwoord? Flexibiliteit is dus van belang. Toezichthouders zullen op basis van de data die ze krijgen steeds meer gerichte vragen gaan stellen. Het data-gedreven toezicht zal naar verwachting een grote vlucht gaan nemen. Europese trends in toezicht zullen vroeg of laat hun weg vinden naar alle onder toezicht staande

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft op 4 november jongstleden het

toezicht op een aantal grote banken overgenomen van de nationale

Europese toezichthouders. Daaraan voorafgaand heeft de ECB de financiële

gezondheid van deze banken in kaart gebracht met een zogenaamde

‘Comprehensive Assessment’.

instellingen. Bij de AQR werd bijvoorbeeld gebruikgemaakt van het ‘challenger-model’. De ECB had een eigen waarderingsmodel voor kredietvoorzieningen om te komen tot een eigen berekening op basis van de data van de banken. Het was vervolgens aan de banken om de uit-komsten van dat model te evalueren. Daar is heel veel energie en afstemming in gaan zitten. Voor verzekeraars zien we niet direct dat de toe-zichthouder een eigen model gaat hanteren ter toetsing van de waardering. Wel is sprake van extra focus op de waarderingen van beleggingen tegen niet in de markt waarneembare prijzen. Verzekeraars moeten per belegging, op niveau van ID-code, aangeven en toelichten welke aan-names en methodieken zij hebben toegepast in de ‘Rapportage aan de toezichthouder’ die ook al over 2014 moet worden ingediend.

Resumerend. Bij banken is het lastig gebleken om de gevraagde informatie in het kader van de AQR tijdig boven tafel te krijgen. De eerste uit-vragen dateren van november 2013. De meeste banken zijn tot eind oktober 2014 volop bezig geweest om de data, de beschrijvingen van pro-cessen, accounting en dossiervorming bij elkaar te krijgen. Gezien de gelijkenis met de uitdagin-gen van Solvency II is een (extra) waarschuwing voor de verzekeraars dus geen overbodige luxe.

AQR: een gewaarschuwde

verzekeraar telt voor IIAlexander Beijer, Eelco Benard en Hildegard Elgersma

EYE ON AQR

22 EYE on Finance | december 2014

EYE ON SOLVENCY II

Met de technische uitvoeringsnormen uit oktober 2014 krijgt Solvency II steeds meer vastomlijnde vormen, maar is Solvency II nu ‘principles based’ of ‘rules based’? Paul de Beus, Partner EY Financial Services Advisory, beantwoordt zeven vragen over Solvency II.

1Is er nog wel speelruimte voor

verzekeraars om te optimaliseren?

Door het opstellen van een gestructureerde beslisboom met de ‘value drivers’ en de winst- en risicokarakteristieken kunnen verze-keraars diverse mogelijkheden overwegen die leiden tot een hoger potentieel rendement en/of een lager risicobeslag. Dit varieert van de keuze voor meer illiquide beleggingen tot het herstructureren van de juridische structuur van de verzekeraar.

2Hoe zit dat met de fiscale vraagstukken

binnen Solvency II?

Het verliesabsorberende effect van belastingen is momenteel een ‘hot topic’ bij veel verzekeraars, omdat dit de Solvency Capital Requirement (SCR) met maar liefst 25% zou kunnen verminderen. Maar het blijkt vaak lastig om voldoende betrouwbaar aan te tonen dat in de toekomst genoeg belastbare winst zal worden gegenereerd om een verlies als gevolg van een schok volledig in te lopen. DNB zal een robuuste onderbouwing verwachten. Dit vereist in de praktijk een nauwe samenwerking tussen finance- specialisten, actuarissen en fiscalisten. Veel verzekeraars kiezen daarom eerst voor het uitvoeren van een ‘sanity check’ op het gehanteerde tax-model en de onderliggende gegevens.

Zeven vragen over Solvency II

23Insurance: waardecreatie

3Waar kan ik operationeel

optimaliseren?

Solvency II stelt hogere eisen aan de snelheid en kwaliteit van rapportages. Bovendien komen deze rapportages bovenop de bestaande financiële rapportages. Om de schaarse capaciteit zo efficiënt mogelijk te benutten is een effectief ingericht rapportage-proces noodzakelijk. Het is bijvoorbeeld nodig om vast te stellen wie verantwoordelijk is voor welke onderdelen van de Solvency II rapportages. Omdat zowel de finance, actuariële en risk afdelin-gen een rol spelen in het tot stand komen van de rapportages zullen de betreffende processen veel meer op elkaar moeten worden afgestemd, geïntegreerd en geautomatiseerd, inclusief het Internal Control Framework.

4 Welke keuzes kan ik nog maken in de

berekening van de Solvency II markt-

waardebalans en in de berekening van

de SCR volgens de standaardformule?

De volatility adjustment kan worden toegepast, maar veel partijen onderzoeken ook hoe de matching adjustment kan worden toege-past (beide onder voorwaarden). Het voorgaande leidt ook tot evaluaties van de nieuwe keuzemogelijkheden in de beleggings-mix. Er zijn nog diverse keuzemogelijkheden, maar DNB vraagt vaker nadrukkelijk om een onafhankelijke validatie van de Solvency II technische voorzieningen, waarbij verzekeraars die een intern model hanteren tevens druk zijn met de validatie van de interne risico modellen.

5Hoe toon ik de effectiviteit van mijn

risicomanagementsysteem aan?

Dat vraagt de implementatie van een gestructureerd raamwerk waarmee de effectiviteit over verschillende dimensies wordt gemeten, zoals business units, processen, applicaties, cultuur, en risicogebieden. Een effectief risicomanagementsysteem is toe-komstgericht, is geïntegreerd met de strategie en business plan-ning van de organisatie, dekt de volledige organisatie, kent goede risk reporting, en richt zich op de essentiële risico’s, waardoor het bestuur wordt ondersteund in haar besluitvorming.

6Hoe zorg ik voor betrouwbare

data?

Dit vergt een effectief datamanagementproces dat begint met het opstellen van eenduidige datadefinities en eindigt met het continu monitoren en verbeteren van de kwaliteit van (belang-rijke) data. Ook zijn systemen nodig die het mogelijk maken om vanuit de brondata snel tot betrouwbare rapportages te komen. En uiteraard mensen en processen die hier een duurzaam geheel van maken.

7Welke mate van zekerheid wordt

door de stakeholders verwacht op de

Solvency II rapportages en hoe toon

ik dat aan? Het Solvency II kapitaalmanagement is voor verzekeraars en de polishouders van essentieel belang. Ook DNB en het algemene publiek verwachten betrouwbare rapportages en verzekeraars kunnen zich geen fouten meer permitteren. Daarom is het ver-krijgen van zekerheid van de interne of externe accountant over de betrouwbaarheid van de rapportages waardevol. De Solvency II rapportages moeten in ieder geval aan dezelfde betrouwbaarheidseisen voldoen als de jaarrekening.

Verzekaars kunnen zich geen fouten

meer permiteren

Paul de BeusPartner EY Financial Services [email protected] 407 1829

EYE ONEY | Assurance | Tax | Transactions | Advisory

Over EYEY is wereldwijd toonaangevend op de gebieden Assurance, Tax, Transaction enAdvisory services. Met de inzichten en de hoogwaardige diensten die wij bieden,dragen wij bij aan het versterken van het vertrouwen in de kapitaalmarkten eneconomieën overal ter wereld. Wij brengen toonaangevende leiders voort die doorsamen te werken onze beloften aan al onze stakeholders waarmaken. Daarmeespelen wij een cruciale rol bij het creëren van een beter functionerende wereld vooronze mensen, onze cliënten en de maatschappij.

De aanduiding EY verwijst naar de wereldwijde organisatie en mogelijk naar een ofmeer lidfirma’s van Ernst & Young Global Limited (EYG), die elk een afzonderlijkerechtspersoon zijn. EYG is een UK company limited by guarantee en verleent zelfgeen diensten aan cliënten. Voor meer informatie over onze organisatie, kijk op ey.com.

Over EY’s Financial ServicesWet- en regelgeving voor financiële ondernemingen wordt steeds strikter. Banken en verzekeraars staan voor de uitdaging om naast het effectiefbeheersen van risico’s ook te voldoen aan verwachtingen van uiteenlopendebelanghebbenden. Vermogensbeheerders en dienstverleners zien zich dagelijksgesteld voor uitdagingen als het beheersen van de organisatiegroei, risicovermindering, transparantie bieden en het accepteren van toezicht.EY stelt desgewenst een wereldwijd opererend team van deskundigen samen om ute helpen uw mogelijkheden maximaal te benutten. Onze mensen beschikken overzeer uitgebreide ervaring op het gebied van Assurance, Tax, Transaction enAdvisory. Bovendien zijn zij uitstekend toegerust om u te helpen inspelen op trendsin de markt zodat u uw doelen kunt verwezenlijken en effectiever kunt concurreren.Zo maakt EY het verschil.

© 2014 Ernst & Young Accountants LLP.Alle rechten voorbehouden.

140096ED 0715

Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemene leidraad. Ze isniet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van eenprofessioneel oordeel. Noch EYGM Limited, noch enig ander lid van de wereldwijde EY organisatie kanaansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of die ervan afzag te handelen tengevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid dient steeds een geschikte adviseur geraadpleegd te worden.

ey.com/nl