Genetica

23
Genetica Genetica Schrijfregels bij genetica Schrijfregels bij genetica Dominant Dominant → Hoofdletter bv. A of → Hoofdletter bv. A of B B recessief → kleine letter bv. a recessief → kleine letter bv. a of b of b Homozygoot dominant → AA of BB Homozygoot dominant → AA of BB etc. etc. Homozygoot recessief → aa of bb Homozygoot recessief → aa of bb etc. etc. Heterozygoot → Aa of Bb Heterozygoot → Aa of Bb Intermediair → Hoofdletter I met Intermediair → Hoofdletter I met

description

Genetica. Schrijfregels bij genetica Dominant → Hoofdletter bv. A of B recessief → kleine letter bv. a of b Homozygoot dominant → AA of BB etc. Homozygoot recessief → aa of bb etc. Heterozygoot → Aa of Bb Intermediair → Hoofdletter I met superscript - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Genetica

Page 1: Genetica

GeneticaGeneticaSchrijfregels bij geneticaSchrijfregels bij genetica

Dominant Dominant → Hoofdletter bv. A of B→ Hoofdletter bv. A of B recessief → kleine letter bv. a of brecessief → kleine letter bv. a of b Homozygoot dominant → AA of BB Homozygoot dominant → AA of BB etc.etc. Homozygoot recessief → aa of bb etc.Homozygoot recessief → aa of bb etc. Heterozygoot → Aa of BbHeterozygoot → Aa of Bb

Intermediair → Hoofdletter I met Intermediair → Hoofdletter I met superscriptsuperscriptBv. IBv. IR R of Iof IWW. Homozygoot is dan I. Homozygoot is dan IRRIIR R of of IIWWIIW W en heterozygoot Ien heterozygoot IRRIIWW

Page 2: Genetica

X-chromosomaal X-chromosomaal → Hoofdletter X met → Hoofdletter X met superscriptsuperscript

Bv.Bv. X-chromosomaal dominant; XX-chromosomaal dominant; XAA

X-chromosomaal recessief; XX-chromosomaal recessief; Xaa

Bij mannen kan het dan dus; XBij mannen kan het dan dus; XAAy of Xy of Xaay zijn,y zijn,

Bij vrouwen; XBij vrouwen; XAAXXAA, X, XAAXXaa of X of XaaXXaa

Dihybride ongekoppeld → bv. AABB of Dihybride ongekoppeld → bv. AABB of aabb of AaBb etc.aabb of AaBb etc.

Dihybride gekoppeld → bv. Dihybride gekoppeld → bv. ABAB of of AbAb etc. etc.

ab aBab aB

Page 3: Genetica

Samenvatting basisstof 1 Samenvatting basisstof 1 t/m 3t/m 3

In de chromosomen bevindt zich de informatie voor de erfelijke eigenschappen van een organisme

aantal chromosomen per celkern is voor elk soort organisme constant

Karyogram (chromosomenportret): een afbeelding van de chromosomen van een cel, waarbij deze in paren zijn gerangschikt

De twee chromosomen van een paar zijn gelijk in lengte en in vorm (behalve de geslachtschromosomen bij een man)

Lichaamscellen mens: diploïd (2n) dus 46geslachtscellen mens: haploïd (n) dus 23

Bij bevruchting diploïde zygote

Page 4: Genetica

Samenvatting basisstof 1 Samenvatting basisstof 1 t/m 3t/m 3

Genotype: de verzameling genen in een cel

Gen: een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap.Allel is een synoniem voor genLocus: plaats van een gen op het chromosoom.

Fenotype: de waarneembare eigenschappen van een individu

Milieu hierdoor eventuele modificatie

Door tweelingonderzoek probeert men meer zicht te krijgen welke invloed het genotype en welke invloed milieufactoren hebben op het fenotype

de individuen van een eeneiige tweeling hebben hetzelfde genotype

Page 5: Genetica

Samenvatting basisstof 1 Samenvatting basisstof 1 t/m 3t/m 3Homozygoot: het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee gelijke genen

Heterozygoot: het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke genen

Dominant allel: een allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype.

Individuen waarbij een dominant gen tot uiting komt in het fenotype, kunnen homozygoot of heterozygoot zijn voor deze eigenschap

Recessief allel: een allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant gen aanwezig is.

Individuen waarbij een recessief gen tot uiting komt in het fenotype, zijn homozygoot voor deze eigenschap.

Onvolledig dominant allel: een dominant allel dat bij een heterozygoot individu een recessief gen ook enigszins tot uiting laat komen in het fenotype.Intermediair fenotype: twee ongelijke allelen komen beide tot uiting in het fenotype

Page 6: Genetica

Monohybride kruisingenMonohybride kruisingen

P-generatie (ouders, Parentes):P-generatie (ouders, Parentes):

♂♂ AA AA × × ♀♀ aa aa

F1-generatie (nakomelingen 1F1-generatie (nakomelingen 1ee generatie, generatie, Fili):Fili):

♂♂

♀♀

AA AA

aa AaAa AaAa

aa AaAa AaAa

Page 7: Genetica

Monohybride kruisingen Monohybride kruisingen (vervolg)(vervolg)

Als de F1 zich onderling voortplant (kruist)Als de F1 zich onderling voortplant (kruist)

noemen we de nakomelingen de F2(-noemen we de nakomelingen de F2(-generatie).generatie).

Dus F1;Dus F1; ♂♂ Aa Aa × × ♀♀ Aa Aa

F2:F2:

♂♂

♀♀

AA aa

AA AAAA AaAa

aa AaAa aaaa

Page 8: Genetica

Monohybride kruisingen Monohybride kruisingen (verhoudingen)(verhoudingen)

P: AA P: AA × aa × aa → F1: 100% Aa (genotype)→ F1: 100% Aa (genotype)

100% Dominant fenotype100% Dominant fenotype

P: Aa P: Aa × aa × aa → F1: 50% (→ F1: 50% (½) ½) Aa en 50% (Aa en 50% (½) ½) aaaa

50% Dominant fenotype en50% Dominant fenotype en

50% recessief fenotype50% recessief fenotype

P: Aa P: Aa × Aa × Aa → F1: 25% (→ F1: 25% (¼) ¼) AA, 50 % (AA, 50 % (½) Aa ½) Aa en en 25% (25% (¼) ¼) aaaa

75% (75% (¾) ¾) Dominant fenotype Dominant fenotype enen

25% recessief fenotype25% recessief fenotype

Page 9: Genetica

Monohybride kruisingen Monohybride kruisingen (Opdrachten)(Opdrachten)

Onderstaande link gaat naar een Onderstaande link gaat naar een pagina metpagina met

daarop oefenvragen en uitleg over het daarop oefenvragen en uitleg over het onderwerponderwerp

genetica:genetica:

http://webh01.ua.ac.be/funmorph/raoul/gregor/g(2).html

Page 10: Genetica

Autosomen en geslachtschromosomen

Autosomen: chromosomen zijn gelijk bij man en vrouw

Geslachtschromosomen: chromosomen zijn verschillend bij man en vrouw

Page 11: Genetica

Vrouw: XX

Man: Xy

De vader bepaald het geslacht

Page 12: Genetica

X-chromosomaalX-chromosomaal X-chromosomale eigenschappen X-chromosomale eigenschappen

bevinden zich ALLEEN op X-bevinden zich ALLEEN op X-chromosoom en NIET op y-chromosoomchromosoom en NIET op y-chromosoom

Dominante eigenschap:Dominante eigenschap: XXAA

Recessieve eigenschap:Recessieve eigenschap: XXaa

Vrouw: Vrouw: XXAA X XAA, X, Xaa X Xaa of X of XAA X Xaa

Man: Man: XXAAy of Xy of Xaayy

Page 13: Genetica

X-chromosomale ziektenX-chromosomale ziekten Soms is er een gen defect in een X-chromosoomSoms is er een gen defect in een X-chromosoom Dit kan een erfelijke ziekte opleverenDit kan een erfelijke ziekte opleveren Komt veel vaker voor bij mannen! Waarom?Komt veel vaker voor bij mannen! Waarom? Dominante eigenschap komt vaker voor bij Dominante eigenschap komt vaker voor bij

vrouwen! Waarom?vrouwen! Waarom?

Vaak is de ziekte recessiefVaak is de ziekte recessief Een man heeft maar 1 X-chromosoom, dus als Een man heeft maar 1 X-chromosoom, dus als

die een defect gen heeft die een defect gen heeft Ziek!! Ziek!! Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, als 1 Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, als 1

daarvan een defect gen heeft daarvan een defect gen heeft niet ziek niet ziek De kans op 2 chromosomen met defect gen is De kans op 2 chromosomen met defect gen is

veel kleinerveel kleiner

Page 14: Genetica

X-chromosomale ziektenX-chromosomale ziekten

kleurenblindheid hemofilie

Page 15: Genetica

SamenvattingSamenvatting

Mens: 23 paren chromosomen

22 paren autosomen

1 paar geslachtschromosomen

Xy = manXX = vrouw

X-chromosomale overerving: eigenschap staat ALLEEN op X-chromosoom en NIET op y-chromosoom

Voorbeeld kruising:Kleurenblindheid: (B=kleuren zien / b=kleurenblind)Heterozygote vrouw kruist met kleurenblinde man

P: XB Xb x Xb y XB Xb

Xb XB Xb Xb Xb

y XB y Xb y

Page 16: Genetica

Kleurenblindheid: (B=kleuren zien / b=kleurenblind)Homozygoot recessieve vrouw kruist met kleurenziende man

P: Xb Xb x XB y

Xb Xb

XB XB Xb XBXb

y Xb y Xb y

Meisjes zijn draagster maar niet kleurenblind.

Alle zonen zijn kleurenblind

Hemofilie van het type A is een X-gebonden recessieve ziekte. Een vrouw met hemofilie A huwt een gezonde man wiens vader hemofilie A had. Hoeveel kans lopen de dochters uit dit huwelijk dat ze hemofilie A zullen hebben ?

Page 17: Genetica

X-chromosomaal in X-chromosomaal in stambomenstambomen

Belangrijk! Zonen ontvangen hun X-chromosoom altijd van de moeder.

Dochters ontvangen één van hun X-chromosomen van de vader.

Erft de eigenschap ‘rood’ dominant of recessief over?

Ligt deze eigenschap op het X-chromosoom, op een autosoom of is dat met deze stamboom niet te bepalen?

Page 18: Genetica

Dihybride Dihybride kruisingenkruisingen

Twee soorten;Twee soorten;

Niet-gekoppelde overerving,Niet-gekoppelde overerving,

beide allelen liggen op beide allelen liggen op verschillende chromosomen.verschillende chromosomen.

Gekoppelde overerving,Gekoppelde overerving,

de beide allelen liggen op de beide allelen liggen op hetzelfde chromosoom.hetzelfde chromosoom.

Page 19: Genetica

Niet-gekoppelde overerving; de beide genen liggen op verschillende chromosomen dus meer combinaties in de voortplantingscellen (gameten)

AB Ab aB ab

AB AABB AABb AaBB AaBb

Ab AABb AAbb AaBb Aabb

aB AaBB AaBb aaBB aaBb

ab AaBb Aabb aaBb aabb

Kruisingstabel voor AaBb × AaBb

Page 20: Genetica

Verhouding die ontstaat is dus;

Fenotype; 9 Dominant voor beide: 3 Dominant A, recessief b: 3 recessief a, Dominant B : 1 recessief voor beide

Ongekoppelde dihybride kruising kun je zien als twee losse monohybride kruisingen die gecombineerd worden.

Kruising Aa × Aa; kans op aa =

Kruising Bb × Bb; kans op bb =

Kruising AaBb × AaBb; kans op aabb =

1/4

1/4

AB Ab aB ab

AB AABB AABb AaBB AaBb

Ab AABb AAbb AaBb Aabb

aB AaBB AaBb aaBB aaBb

ab AaBb Aabb aaBb aabb

¼ × ¼ = 1/16

Page 21: Genetica

Gekoppelde overerving, de beide genen liggen op hetzelfde chromosoom, er zijn dus niet meer combinatiemogelijkheden in de voortplantingscellen maar wel vaststaande combinaties.

Page 22: Genetica

Kruisingstabel voor DE × DEde de

DE de

DE DE

DE

DE

de

de DE

de

de

de

Page 23: Genetica

Maak de onderstaande opgaven;

1 Veronderstel dat de oogkleur van de mens zó overgeërfd wordt, dat bruine ogen veroorzaakt worden door een dominant autosomaal allel, en blauwe ogen door het overeenkomstige recessieve allel.Rood-groen-kleurenblindheid wordt overgeërfd als een X-gebonden recessief kenmerk.Een vrouw met blauwe ogen huwt een man met bruine ogen. De vader van de vrouw was kleurenblind. De moeder van de man had blauwe ogen. Welk deel van hun zonen zal blauwe ogen hebben én kleurenblind zijn? Geef je antwoord in breuken.

2 De volgende ongekoppelde overerving vindt plaats;

AabbDdEE × AaBbDdee

Bereken de kans dat het volgende genotype, aabbDdEe, in de nakomelingen voorkomt.

3 Twee bananenvliegen worden gekruist. Het vrouwtje is homozygoot voor drie eigenschappen, veroorzaakt door de dominante allelen P, Q en R. Het

mannetje is homozygoot voor drie eigenschappen, veroorzaakt door de recessieve allelen p, q en r. De genen zijn niet X-chromosomaal. Twee van de genen zijn gekoppeld. Deze koppeling wordt niet verbroken. Hoeveel verschillende typen geslachtscellen kan een vrouwtje uit de F1 maximaal maken als alleen wordt gelet op de genoemde genen?