FrieslandCampina Sensory Branded Cheese - lutine.nu stage FrieslandCampina.pdf · 2 Inleiding Mijn...

21
FrieslandCampina Sensory Branded Cheese Eindverslag Lutine Schoemaker 3-1-2014

Transcript of FrieslandCampina Sensory Branded Cheese - lutine.nu stage FrieslandCampina.pdf · 2 Inleiding Mijn...

   

FrieslandCampina

Sensory Branded Cheese

Eindverslag

Lutine Schoemaker

3-1-2014

1

Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................................................................ 2  

1   De leerdoelen en beroepsrollen ............................................................................................................. 3  1.1   De leerdoelen ................................................................................................................................ 3  

1.2   De beroepsrollen ........................................................................................................................... 4  

2   Beeldvorming: De “setting” van de stage en algemene indruk .............................................................. 5  

3   Beschrijving van het leerproces ............................................................................................................. 6  3.1   Het voorbereiden en begeleiden van sensorische testen .............................................................. 6  

3.2   Het analyseren van sensorische testen ....................................................................................... 10  

3.3   Monitoring van het QDA-panel en de technologen ...................................................................... 10  

3.4   De presentaties ........................................................................................................................... 12  3.5   Het samenwerken en de communicatie ...................................................................................... 12  

3.6   Stagelopen bij een internationaal bedrijf ..................................................................................... 14  

3.7   Eindanalyse ................................................................................................................................. 15  

4   Evaluatie relatie theorie-praktijk ........................................................................................................... 16  

5   Evaluatie begeleiding ........................................................................................................................... 17  6   Conclusie ............................................................................................................................................. 18  

7   Literatuurlijst ........................................................................................................................................ 20  

Bijlage I: Grafieken ............................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.  

Bijlage II: Ervaringsverslag stageadres ................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.  

2

Inleiding Mijn stage vindt plaats bij FrieslandCampina op de afdeling Sensoriek, Branded Cheese in Wageningen. Mevrouw X is mijn stage begeleidster en is werkzaam als sensorisch analist van de afdeling Branded Cheese.

FrieslandCampina is één van de grootste zuivelbedrijven ter wereld en voorziet jaarlijks meer dan één biljoen consumenten van zuivelproducten in Europa, Azië en Afrika (FrieslandCampina, z.d.).

Naast de bekende zuivel producten maakt FrieslandCampina ook ingrediënten en halffabricaten voor babyvoeding, de voedingsindustrie en de farmaceutische industrie (FrieslandCampina, z.d.).

FrieslandCampina heeft meerdere vestingen in Nederland. In Wageningen zit sinds dit jaar het Innovation Centre. In deze vestiging bevinden zich bijna alle R&D afdelingen die vanuit verschillende vestigingen naar Wageningen zijn verhuisd.

In Wageningen zijn verschillende afdelingen op het gebied van productontwikkeling, onderzoek en sensoriek voor de ontwikkeling zuivelproducten. Daarnaast is er een proeffabriek waar producten die in ontwikkeling zijn op kleine schaal worden geproduceerd.

De afdeling Sensoriek bestaat uit verschillende afdelingen: Branded Cheese, Dairy Based Beverages (DBB) en Research. De afdeling Branded Cheese is verantwoordelijk voor de merkkazen zoals Milner en Frico. Daarnaast is er nog de afdeling Basic Cheese, zij houden zich voornamelijk bezig met kostenbesparing. De afdeling DBB is o.a. verantwoordelijk voor de toetjes en zuiveldranken.

Mijn belangrijkste stageopdracht is het opzetten en begeleiden van de technologenkeuring voor de productontwikkelaars / kaastechnologen. Met deze keuring wil een technoloog bijvoorbeeld onderzoeken of een verandering in het proces effect heeft op de consistentie van de kaas. Voorheen deden de technologen hun keuring op papier en nu is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de faciliteiten van de afdeling sensoriek. Dit houdt in dat de keuring plaats vind in de panelhokjes en dat ik de keuring voorbereid en de data analyseer. Naast het organiseren van de technologenkeuring heb ik ook andere keuringen georganiseerd en/of meegeholpen met de uitvoering.

In dit verslag beschrijf ik mijn leerproces tijdens mijn stage met behulp van de leerdoelen en competenties.

3

1 De leerdoelen en beroepsrollen In het verslag verwijs ik naar de leerdoelen en de competenties met een afkorting. Hierdoor is het verslag prettig leesbaar en is het herkenbaar waarbij welke leerdoelen en beroepsrollen de onderdelen van het leerproces horen.

1.1 De leerdoelen Ik heb vijf leerdoelen geformuleerd voor mijn stage. Deze leerdoelen heb ik geformuleerd aan de hand van mijn ervaring tijdens de opleiding en na de eerste kennismaking met de stage opdracht.

Leerdoel 1:

Mijn houding naar een groep toe is zelfverzekerd en daadkrachtig, dit laat ik zien door het geven van twee interactieve PowerPoint presentaties aan het QDA-panel over kaas en gezondheid en hoe kaas gemaakt wordt.

Leerdoel 2:

Mijn vaardigheden in het voorbereiden en uitvoeren van sensorische testen/keuringen zijn verbeterd doordat ik vier verschillende sensorische keuringen ga uitvoeren, namelijk; QDA-panel kaas, de keuring Boerenland, Technologen keuring en de Keuring NH.

Leerdoel 3:

Mijn statische vaardigheden zijn duidelijk verbeterd doordat ik gegevens kan analyseren met statistische programma’s zoals FIZZ Calculation.

Leerdoel 4:

Mijn algemene kennis over sensorische kennis is verbeterd door gebruik te maken van de flexplekken en minimaal één dag mee te lopen met een sensorische test gegeven door de sensoriek Dairy Based Beverages (DBB).

Leerdoel 5:

Mijn Engelse schrijfvaardigheden ga ik verbeteren door minimaal één rapport in het Engels te schrijven.

4

1.2 De beroepsrollen Hieronder geef ik weer aan welke beroepsrollen ik deze stage hebt gewerkt. Niet alle punten van de beroepsrol zijn mogelijk van (geheel) toepassing geweest. Dit heb ik aangegeven met n.v.t. of deels.

1.2.1 Beroepsrol Voorlichter V1.Werkt methodisch

V2. Werkt evidence based

V3. Werkt doelmatig, efficiënt, effectief en proactief

V4. Werkt multidisciplinair en zoekt actief de samenwerking

V5. Zorgt voor een goede relatie

V6. Past adequate communicatieve vaardigheden toe aangepast aan, cultuur, afkomst, taal en functiebeperking

V7. Oefent het beroep uit vanuit een internationaal en multicultureel perspectief (n.v.t)

V8. Denkt en handelt klant (cliënt) gericht

V9. Weegt gegevens en verschillende oplossingsrichtingen af om tot een realistisch doel te komen (n.v.t.)

V10. Reflecteert ten aanzien van eigen handelen

V11. Heeft een brede actuele vakkennis over voeding en diëtetiek (n.v.t.)

V12. Kiest een methode van voorlichting / voorlichtingsplan

V13. Ontwerpt en ontwikkelt voorlichtingsplan en zorgt dat het voorlichtingsmateriaal is afgestemd op de doelgroep wat betreft doel, functionaliteit en aantrekkelijkheid

V14. Voert voorlichtingsplan uit en/of coördineert de uitvoering en evaluatie

1.2.2 Beroepsrol Onderzoeker O1. Werkt methodisch

O2. Werkt evidence based

O3. Werkt doelmatig, efficiënt, effectief en proactief

O4. Werkt multidisciplinair en zoekt actief de samenwerking

O5. Zorgt voor een goede relatie

O6. Past adequate communicatieve vaardigheden toe aangepast aan, cultuur, afkomst, taal en functiebeperking.

O7. Oefent het beroep uit vanuit een internationaal en multicultureel perspectief (n.v.t.)

O8. Denkt en handelt klant (cliënt) gericht

O9. Weegt gegevens en verschillende oplossingsrichtingen af om tot een realistisch doel te komen (n.v.t.)

O10. Reflecteert ten aanzien van eigen handelen

O11. Heeft een brede actuele vakkennis over voeding en diëtetiek (n.v.t.)

O12. Kiest de juiste onderzoeksmethode / design en adviseert over opzet en uitvoering

O13. Initieert (diëtistisch/voedingskundig) onderzoek en formuleert opdracht/vraag/probleem/doelstelling (n.v.t.)

O14. Kiest (in overleg) juiste onderzoeksmethodiek /-design en voert onderzoek uit / participeert in onderzoek (deels)

O15. Gebruikt de passende onderzoeksmethode en technieken en rapporteert adequaat, doelgericht en correct.

5

2 Beeldvorming: De “setting” van de stage en algemene indruk

Als sensorisch analist is het belangrijk dat je kunt werken met het programma FIZZ en dat je beschikt over statistische kennis. Daarnaast is het een pre dat je kennis hebt van kazen. Je moet zelf ook mee kunnen keuren, dus getraind zijn op het keuren van kaas is nodig. Dit kan door middel van een interne training. Bij statistische kennis gaat het over het interpreteren van de uitslagen van bijvoorbeeld een ANOVA of een PCA. Bij kaas kan een niet significant resultaat op een bepaald attribuut toch wel van belang zijn om mee te nemen, ervaring is dus ook belangrijk. Daarnaast zijn communicatieve vaardigheden van belang. De afdeling sensoriek werkt voornamelijk samen met de afdeling product ontwikkeling (technologen) en marketing. De afdeling marketing komt met een nieuw idee, vervolgens gaat de afdeling productontwikkeling er mee aan de slag. Om te beoordelen of dit product aan de verwachtingen voldoet wordt het vervolgens getest door het QDA-panel in het lab van Sensoriek. Dit testen kan ook nodig zijn na een wijziging in een receptuur of in het productieproces. Wat is de invloed van deze wijziging op de smaak, consistentie van uiterlijk van de kaas? Aan de hand van de resultaten van het QDA-panel wordt een rapport geschreven. De resultaten worden vervolgens gecommuniceerd naar de opdrachtgever.

Bij FrieslandCampina doen ze veel aan product ontwikkeling. Afgelopen jaar is Koe en Geit op de markt gebracht. Dit is een 30+ kaas van geiten en koe melk. In het QDA-panel zijn verschillende recepturen van de koe en geit getest. Het QDA-panel is niet alleen van belang bij de productontwikkeling maar is er ook op getraind dat er veranderingen in kwaliteit van de kaas waar genomen kunnen worden. Melk heeft nooit precies dezelfde samenstelling door bijvoorbeeld het voer van de koeien, dit kan van invloed zijn op de smaak van de kaas.

Mijn visie op het bedrijfsleven is veranderd, op de voedingsmiddelenindustrie en ook zeker op een bedrijf als FrieslandCampina. Ik kom uit de gezondheidszorg en had hiervoor, op een snuffel en mini stage na, geen ervaring in het bedrijfsleven. De sfeer binnen FrieslandCampina is ontspannen en gemoedelijk.

Tijdens mijn stage ben ik een dag bij het FrieslandCampina Institute in Amersfoort geweest. De afdeling is verantwoordelijk voor de communicatie over gezonde voeding en zuivel naar de (zorg)professionals, hiervoor ontwikkelen ze o.a. informatie materiaal en bezoeken ze congressen. FrieslandCampina Institute is betrokken bij de communicatie rondom het onderzoek SEANUTS. Dit onderzoek gaat over de voedingstoestand van kinderen t/m 12 jaar in Zuid Oost Azië is mede tot stand gekomen met de (financiële) steun van FrieslandCampina.

6

3 Beschrijving van het leerproces In dit hoofdstuk ga ik vertellen over mijn stage. In het verslag zal ik met de afkortingen uit het vorige hoofdstuk aangeven op welke competentie(s) of leerdoel(en) het aansluit.

Een goede voorbereiding is het halve werk. Met dit in gedachten heb ik aan het begin van 2013 het boek Proeven van Succes van Joep Brinkman aangeschaft. Dit boek heb ik voordat mijn stage begon doorgelezen. In dit boek staat alle basiskennis die nodig is voor het voorbereiden, uitvoeren en analyseren van sensorisch onderzoek. Hierdoor wist ik gelijk waar stagebegeleider het over had toen ze vertelde over het QDA-panel, de panelhokjes en de attributen. Deze basiskennis heeft mij enorm geholpen om gelijk goed van start te kunnen gaan. (O1, 2, 3)

3.1 Het voorbereiden en begeleiden van sensorische testen Tijdens deze stage heb ik verschillende sensorische testen voorbereid voor verschillende keuringen (O 14, 15):

• QDA-panel Het QDA-panel is een getraind panel voor analytisch onderzoek. Analytisch houdt in dat het om objectieve bevindingen gaat en niet of dat het wel of niet lekker wordt bevonden (liking). (…).

• Technologenkeuring Dit is de keuring van de kaastechnologen. Kaastechnologen zijn de productontwikkelaars van de afdelingen Branded Cheese en Basic Cheese. Middels deze keuring kunnen ze beoordelen of bijvoorbeeld een wijziging in de receptuur het gewenste effect heeft op de kaas.

• NH keuring Dit is de keuring die FrieslandCampina uitvoert voor de inkopers van X en Y.

• Kwaliteitsmonitor Ieder kwartaal vindt er een keuring plaats met kaaskeurders van de verschillende kaasfabrieken in Nederland. Tijdens deze keuring wordt de algemene kwaliteit van verschillende kazen gekeurd.

• Monitoring QDA-panel en technologen Het doel hiervan is om de vaardigheid in het keuren van de technologen en de QDA panelleden in beeld te brengen.

• Boerenland keuring (…).

Voor het aanmaken van de testen ben ik ingewerkt door een inmiddels oud collega en heb ik het protocol gebruikt. Dit protocol is er om de (nieuwe) sensorisch analisten wegwijs te maken met software programma FIZZ en te zorgen dat de testen volgens de juiste richtlijnen worden gemaakt. FIZZ is een software programma om sensorische testen aan te maken, uit te voeren en te analyseren (Biosystems, z.d.).

In grote lijnen zijn de keuringen hetzelfde maar door iets fout te doen in de kleine details kan er iets wezenlijks fout gaan. Het is dus belangrijk om nauwkeurig te werken.

In het voorbereiden en het uitserveren van de monsters zijn er een paar grote verschillen tussen het QDA-panel en de technologenkeuring:

• Bij het QDA-panel worden de kazen de dag van te voren in de stoof op 17 graden gelegd. Bij de technologen in de koeling. Dit betekent dat de monsters in de uren voor de keuring nog op temperatuur moeten komen in de stoof.

• Bij het QDA-panel krijgt men de monsters één voor één aangereikt. Bij de technologenkeuring krijgen de keurders alle monsters in één keer aangereikt in maximaal vier boortjes per bakje.

7

• Bij het QDA-panel zijn de codes uniek. Bij de technologenkeuring worden dezelfde codes gebruikt (wel in andere volgorde) zodat de resultaten nabesproken kunnen worden.

(O1, 2, 3 ,8, 14, 15)

Voor de technologenkeuring heb ik nog een temperatuur meting gehouden van de boormonsters om te kijken hoe lang het duurt voordat de boortjes in de 17 graden stoof op temperatuur zijn gekomen. Dit was twee uur. Daarom begin ik ruim twee uur van te voren met de voorbereidingen. Het aanmaken van de testen en het coderen van de bakjes doe ik een dag van te voren. (O3, 8, 14, 15)

3.1.1 QDA In het begin van mijn stage heb ik geholpen bij het uitvoeren van de keuring van het QDA-panel met als doel om ervaring te krijgen met het voorbereiden en uitvoeren van sensorische testen. Bij het voorbereiden heb ik geholpen het klaarmaken van de monsters. Dit waren plakjes of blokjes kaas. Tijdens de keuring hielp ik mee met het uitserveren van de monsters. Ieder kreeg panellid zijn of haar monsters met unieke codes. Als er tijdens de keuring een panellid een probleem had met FIZZ hielp ik mee om deze op te lossen. Twee keer hebben we de test op papier laten doen. Bij de eerste papierenversie heb ik alle lijnschalen opgemeten en de resultaten ingevoerd in Excel. Vervolgens kon ik deze data in een resultfile in FIZZ zetten. Ook na de eerste weken was ik altijd bereid om bij te springen mochten er extra handen nodig zijn.

(O1, 2, 3, 4, 5, 12, 14)

3.1.2 Technologenkeuring De technologenkeuring speelde een belangrijke rol tijdens mijn stage. De technologen deden hun keuringen altijd op papier, waarna ze de data in Excel moesten overtypen. Daarnaast hadden ze geen panelhokjes. Het viel mij op tijdens een keuring in het lab dat je bewust en onbewust beïnvloed wordt. Dit komt de betrouwbaarheid van de resultaten niet ten goede.

Om onder andere de bovenstaande redenen is er besloten dat de technologen gebruik mogen gaan maken van de faciliteiten van de afdeling Sensoriek. Dit houdt in dat een medewerker/stagiair van het sensorisch team, de test maakt en klaar zet, de monsters voorbereid en de data globaal analyseert. De keuring vindt dan individueel plaats in de panelhokjes onder gecontroleerde omstandigheden. Aan mij was de taak om de technologenkeuring op te zetten en de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren op mij te nemen.

(O2)

3.1.3 Het opzetten van de technologenkeuring Voordat ik echt van start kon gaan met de technologenkeuring moest er nog wel het een en ander gebeuren. Met collega M heb ik nog een paar keer een overleg gehad voor de details: hoe moet de test er uit gaan zien, de presentatie van de monsters, de uitnodiging, de proefsessie en het verdelen van de taken van mij en de technologen: wie is waar verantwoordelijk voor. Daarnaast kon ik bij haar terecht met specifieke vragen. (O1, 2, 3, 5, 6, 12, 15)

Voor de test moesten er nieuwe pagina’s en attributen aangemaakt worden in FIZZ. Deze kunnen dan vervolgens in elke test voor de technologenkeuring gebruikt worden.

8

De attributen van de technologenkeuring zijn: Consistentie: lengte, stevigheid, smedigheid. Smaak: rijping, zout, zuur, zoet, bitter en notig.

De uitnodiging voor de proefsessie voor technologen heb ik opgesteld en laten reviewen door collega M.

(O1, 2, 3, 10, 12, 14)

De proefsessie was een succes. Het doel hiervan was de kennismaking met het keuren in de hokjes met het programma FIZZ. De deelnemende technologen waren enthousiast. Aan de hand van de nabespreking heb ik een checklist gemaakt met daarin de belangrijkste punten voor het organiseren van een keuring in de hokjes. Deze heb ik gemaild naar de kaastechnologen. (O4, 5, 8)

3.1.4 Het uitvoeren van de technologenkeuring Naarmate ik vaker een keuring had gedaan werd ik steeds meer losgelaten en kreeg ik meer verantwoordelijkheid. De technologen die aan de keuringen meededen pakte het keuren in de hokjes snel op. Af en toe kwam er een technoloog voor het eerst keuren in de hokjes en ik legde dan kort uit hoe de keuring in de hokjes in zijn werk gaat. Na de keuring was er de mogelijkheid voor de technologen om de resultaten gelijk te bespreken, eventueel werd er een ANOVA gemaakt.

(O8, 10)

Bij FrieslandCampina is een internationaal bedrijf, niet alleen zijn de mailtjes en is de verslaglegging in het Engels, er werken ook een aantal Engelstalige medewerkers / studenten. Student X, een student productontwikkeling, waar ik twee keer mee heb samengewerkt is Engelstalig. Student X komt uit Indonesië. Het was heel leerzaam en leuk om met haar samen te werken. Omdat ze wat verlegen en terughoudend overkwam heb ik mij hierop aangepast door zelf ook wat terughoudender te zijn.

Een paar weken na de proefsessie waren de gemaakte afspraken bij alle technologen niet meer even duidelijk. In overleg met collega E (kaastechnoloog), had ik een mail gestuurd met daarin de belangrijkste punten en een aantal updates rondom het reserveren van de panelhokjes. Een kaastechnoloog vroeg of dat het document over de technologenkeuring ook op share point (intranet) kon komen te staan. Dit vond ik een goed idee. Er was al een protocol over de technologenkeuring, deze was echter verouderd en nog in het Nederlands. Het protocol heb ik aangepast aan de huidige situatie en vertaald in het Engels. De checklist die ik voor de proefsessie had gemaakt heb ik aangepast en vertaald.

(O2, 3, 4, 5, 6, 8, 12)

Uiterlijk een dag van te voren, meestal eerder, kreeg ik via de mail informatie voor de keuring (aantal kazen, deelnemers en eventuele bijzonderheden). De technoloog zorgde ervoor dat de kazen een dag van te voren, duidelijk gelabeld, in de koeling op het sensorisch lab lagen. Met de voorbereidingen; het maken van de test, coderen van de bakjes, het boren van de kazen / snijden van de plakjes, het opstarten van de test, klaarzetten van water en crackers was ik twee tot drie uur bezig. In het begin was dit langer doordat ik minder vaardig was in het boren van de kazen en het aanmaken van de testen.

Voor collega E heb ik een nieuwe attribuutlijst gemaakt met daarin het attribuut liking i.p.v. notig. Het was goed om hier weer even mee bezig te zijn.

Voor drie technologen heb ik meerdere keuringen georganiseerd; collega B, student X en collega E.

Van collega E kreeg ik complimenten dat ze de samenwerking als zeer prettig ervaart. Ook van de stagebegeleider van student X kreeg ik complimenten en bedankjes voor het gebruik van de panelhokjes

(O1, 3, 4, 8)

9

3.1.5 Analyseren van de technologenkeuring Rondom het analyseren van de data zijn een aantal afspraken gemaakt met de technologen. De technologen werken niet met het programma FIZZ maar hebben zelf een programma en Excel om de data te analyseren.

Voor de technologen maak ik een Excel bestand met daarin de volgende punten:

• Productinformatie van de kazen. • Ruwe data met daarin de outliers gemarkeerd en de opmerkingen die gemaakt zijn in FIZZ. • ANOVA.

De outliers zijn de resultaten die twee maal de standaard deviatie van het gemiddelde afwijkt en mogen daarom niet mee doen met de verdere analyse van de resultaten. Maar omdat het aantal deelnemers aan de technologenkeuring laag is (7-9), is het niet verstandig om de outliers uit de data te halen. Om outliers te kunnen verwijderen zijn er 10 keurders nodig. Dit aantal is nog niet gehaald.

(O1, 2, 3, 8, 15)

Van de ruwe data maak ik vervolgens een ANOVA (Analysis of variance). In bijlage I, figuur 1, is een ANOVA te zien met daarbij de uitleg. Een ANOVA geeft per attribuut de gemiddelden van de verschillende kazen weer en laat zien of de kazen op de verschillende attributen significant van elkaar verschillen.

(O15)

3.1.6 NH keuring Deze keuring was georganiseerd voor de kaas inkopers van X en Y om de door hun gevraagde wijziging in het receptuur van de kaas te keuren. Deze keuring vond aan het begin van mijn stage plaats. Tijdens deze keuring werden verschillende kazen gekeurd, waaronder de kaas met het oude en het nieuwe receptuur. Deze keuring vond twee keer plaats, voor beide keuringen heb ik de test aangemaakt en de keuring begeleid. Van te voren had ik de test met collega M doorgelopen, ondanks dat, zat er toch nog een foutje in. Hierdoor moest op de ochtend van de keuring de testen opnieuw aangemaakt worden en alle bakjes opnieuw gecodeerd. Dit zorgde bij mij wel voor wat spanning, ik baalde enorm. Het is een goede leerschool geweest van waar ik de volgende keer op moet letten. Soms lijkt iets vanzelfsprekend, maar dan is de test toch net even wat anders. (O6, 8, 10)

3.1.7 Kwaliteitsmonitor Deze keuring vindt vier keer per jaar plaats. Voor deze keuring worden de kaaskeurders van de verschillende kaasfabrieken in Nederland uitgenodigd. Het doel van deze keuring is om de huidige kwaliteit van de kazen te monitoren en om discussies aan te gaan over het keuren van de kazen. De kaaskeurders bepalen zelf of dat een kaas goed of niet goed genoeg is voor verkoop. Vandaar dat deze kwaliteits monitoring wel heel belangrijk is. Voor deze keuring was het nodig dat de test opnieuw werd gebouwd, dit heb ik samen met een oud stagiair gedaan. Dit was mijn eerste kennismaking met het aanmaken van een test in FIZZ. Voor de tweede keuring heb ik zelf de test aangemaakt en de keuring verder voorbereid. Het boren van de 24 kazen werd door een kaaskeurder uit Wolvega gedaan. Aan hem heb ik nog wat tips gevraagd voor het boren. Dat heeft mij enorm geholpen bij het boren van de kazen voor de technologenkeuring die erna nog kwamen. (O3, 4, 10)

10

3.1.8 Boerenland keuring De Boerenland keuring is een heel andere keuring vergeleken met de andere keuringen. (…) De resultaten heb ik vervolgens met Excel en FIZZ geanalyseerd. Hier heb ik een Engelstalig rapport over geschreven.

(O4, 6, 12, 14, 15)

3.2 Het analyseren van sensorische testen FIZZ Calculation wordt gebruikt bij de analyse van de data. Hiermee kunnen veel verschillende analyses gedaan worden. In bijlage I zijn een paar voorbeelden uitgelegd.

Voor de technologenkeuring heb ik alleen ANOVA’s gemaakt. Voor de monitoring van de technologen en het QDA-panel heb ik verschillende analyses gedaan. Dit was een goede oefeningen voor mijn statistische kennis en vaardigheden.

De analyse van de monitoring van het QDA-panel heb ik in opdracht van collega A (panelleider QDA-panel) uitgevoerd en van de technologen in opdracht van mijn stagebegeleider. Dit heb ik verder uitgewerkt bij het volgende hoofdstuk; Monitoring van het QDA-panel en de technologen.

3.3 Monitoring van het QDA-panel en de technologen Het doel van de monitoring is om een beeld te krijgen van hoe de panelleden scoren op de verschillende attributen en of ze onderscheid kunnen maken tussen de verschillende kazen. Hieruit kan worden opgemaakt waar nog training nodig is. De monitoring van de technologen heb ik georganiseerd, voorbereid, geanalyseerd en een rapport geschreven. Van de monitoring van het QDA-panel heb ik de data geanalyseerd, een rapport geschreven en een training bijgewoond. Beide rapporten heb ik in het Engels geschreven. (O15)

3.3.1 Monitoring QDA Om goed voorbereid te zijn op het overleg met collega A heb ik het protocol over de monitoring van het panel goed doorgelezen en onduidelijkheden gearceerd. In dit protocol staat stapsgewijs beschreven welke analyses er nodig zijn en waarom. Tijdens het overleg hebben we besproken welke analyses ik ga doen. Daarnaast heeft ze verteld welke attributen ze belangrijk vind en wat ze verwacht van de resultaten. Ik vroeg mij af of dat ze zelf ook de kazen hebben gekeurd om te kijken of de kazen aan de verwachtingen voldoen, aangezien kazen onderling sterk kunnen verschillen. Dit is niet zo. In het protocol staat beschreven dat er twee redenen kunnen zijn wanneer kazen op een attribuut niet significant van elkaar verschillen, namelijk: de kazen zijn op dat attribuut niet waarneembaar verschillend genoeg of het panel kan geen onderscheiding maken. Door van te voren als sensorisch team de kazen voor te keuren kan bepaald worden of dat de kazen aan de verwachtingen voldoen. (O1, 2, 3, 6, 14)

3.3.2 Monitoring technologen Voor de analyse van de technologen heb ik overleg gehad met mijn stagebegleider. Naast de analyses voor het QDA-panel heb ik ook nog een aantal andere aanvullende analyses gedaan om inzicht te krijgen in het niveau van het keuren.

De kazen die gebruikt zijn voor de monitoring, verschillen zo ten opzichte van elkaar dat alle attributen aan de orde komen en dat ook zoveel mogelijk de gehele lijnschaal gebruikt wordt. Dus een hele jonge kaas en een hele oude kaas, maar ook de kazen die er tussen in zitten: jong belegen en belegen. Van de technologen werd verwacht dat ze twee keuringen bij gingen wonen, omdat de kazen twee keer (in duplo) werden gemeten. Voor de monitoring waren in totaal acht momenten gepland voor een keuring, dit om zo

11

veel mogelijk technologen de kans te kunnen geven om twee keer mee te kunnen doen. Het streven was om zoveel mogelijk technologen te laten keuren en dit doel is behaald. (O1, 2, 3, 4, 6, 8, 14)

Het was niet vanzelfsprekend dat ik gelijk 16 aanmeldingen zou hebben. De week na het versturen van de uitnodiging heb ik geïnventariseerd wie wanneer mee ging doen met de keuring. Vervolgens ben ik de andere technologen gaan benaderen. Toen heb ik toch nog twee technologen kunnen strikken. Daarnaast heb ik nog een aantal technologen gemaild. Het is belangrijk om er actief mee bezig te zijn. Iedereen heeft het erg druk. Voor het boren van de kazen (acht stuks) heb ik hulp gevraagd aan collega M en collega V. Dit zijn twee collega’s die zelf niet mee hoeven te keuren en dus de kazen mogen zien. Voor de eerste keuring was niet zoveel animo. Ik heb gevraagd of ze ook bij een ander moment aan konden schuiven. Dit was mogelijk. De laatste keuring had ik zelfs het maximaal aantal keurders; twee keer acht. (O3, 4, 5, 6)

Voor deze keuring heb ik nog weer iets nieuws geleerd over FIZZ van collega M. Ik had namelijk acht losse testen aangemaakt en zag zelf in dat dit met de dataverwerking heel veel tijd gaat kosten. Collega M gaf aan dat je ook één test kan maken en dat deze bij alle keuringen gebruikt kan worden. Het voordeel is dat alle data gelijk goed staat in één file. (O3, 4, 10)

3.3.3 Analyse data monitoring QDA-panel en de technologen In de bijlage staan een aantal figuren van de dataverwerking van de monitoring van het QDA-panel en de technologen. In de bijlage zijn grafieken te vinden van de ANOVA, PCA by attribute, judge performance graph, met daarbij aanvullende uitleg.

De volgende analyses heb ik gemaakt:

• ANOVA, geeft aan of de kazen op de attributen van elkaar verschillen. • Tukey value, geeft de standaard deviatie weer. • Kendall’s W (alleen bij het QDA-panel), geeft weer of de ranking van de panelleden met elkaar

over een komen. Dus of alle panelleden de kazen in dezelfde volgorde de score hebben gegeven van 0 tot 100.

• Principale componentenanalyse (PCA) by attribute. In de bijlage is een duidelijk weergegeven hoe deze PCA er uit ziet als er goed op wordt gescoord en wanneer het beter kan.

• Judge performance graph. Dit is een grafiek waarop kan worden afgelezen hoe het individu scoort ten opzichte van de rest van de groep. Maar ook of er goed is gescoord op de duplo meting en of dat er onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende kazen op dat attribuut. Dus in hoeverre de breedte van de lijnschaal wordt gebruikt bij het scoren.

• ANOVA van de duplo metingen (alleen technologen). Als het goed is zijn deze resultaten niet significant omdat het om dezelfde kazen gaat.

• In de ruwe data de hoogste-, laagste score en de standaard deviatie aangegeven (alleen technologen).

• De resultaten van het QDA-panel en de technologen naast elkaar in een tabel van de attributen: consistentie, smedig, zoet, zuur, zout, bitter en notig.

Het was heel leerzaam om hier mee bezig te zijn. Dit was een mooie kans om met de verschillende analyses te kunnen oefenen. Doordat de technologen en het QDA-panel heel verschillend zijn, zijn de resultaten en de rapporten toch wel verschillend geworden. Het kwam ook op het goede moment in het tweede deel van mijn stage omdat ik daardoor genoeg ervaring had met het panel en de technologen om waarde te kunnen hechten aan de resultaten en om het complete plaatje te kunnen zien.

12

De resultaten van het onderzoek heb ik gepresenteerd aan de technologen. (O1, 2, 14, 15).

3.4 De presentaties Deze stage heb ik twee keer een presentatie gegeven aan het QDA-panel. Dit was ook een leerdoel van mij. Het QDA-panel is pas afgelopen zomer gestart en had nog niet zoveel kennis van kaas en over hoe kaas gemaakt wordt.

Omdat ik het belangrijk vind dat de presentatie aansluit bij de doelgroep ben ik als eerste gaan inventariseren waar de behoefte ligt. Hier kwamen een aantal leuke en nuttige punten naar voren die ik mooi kon verwerken in de presentaties. Het QDA-panel heb ik o.a. tips gegeven hoe ze op een panel dag rekening kunnen houding met hun voeding op het gebied van (verzadigd) vet en de zoutconsumptie.

Voor informatie voor de presentaties heb ik gemaild met de Cheese Academy. Hier heb ik twee presentaties van ontvangen. Verder heb ik informatie van de site van het voedingscentrum gehaald (Voedingscentrum, z.d). Daarnaast heb ik de Goodness of milk en de Goodness of cheese gelezen (FrieslandCampina, 2010, FrieslandCampina 2013). De informatie is wetenschappelijk onderbouwd en speciaal geschreven door en voor de medewerkers van FrieslandCampina. (V1, 2, 3, 4, 6, 8, 10, 12, 13,14)

De tweede presentatie ging over het maken van kaas. Zelf had ik hier ook nog niet heel veel kennis over. Om deze reden heb ik een afspraak gemaakt met een kaastechnoloog collega R. Van te voren heb ik vragen bedacht die interessant zijn voor het QDA-panel maar ook voor mij. Op aanraden van collega R heb ik twee sites bekeken::

• http://www.zuivelonline.nl/?pageID=1058 • http://www.hyfoma.com/nl/content/voedingsmiddelen-branches-processing-bereiding-

productie/zuivel/kaas/ (Zuivelonline, z.d., Hyfoma, z.d.)

Beide presentaties heb ik geprobeerd kort en bondig te houden met ruimte voor vragen en opmerkingen. De panelleden kwamen met veel vragen en opmerkingen waar ik dan zo goed mogelijk antwoord op wilde geven. Ik kreeg veel positieve feedback over het presenteren en de inhoud, zowel mondeling als via het beoordelingsformulier. Dit heb ik gemaakt aan de hand van mijn leerdoel en de competenties van de rol Voorlichter. De feedback van de eerste presentatie heb ik meegenomen in de tweede presentatie. Het was goed om te horen en lezen dat ze dit terug konden zien in de presentatie.

De tweede presentatie vond ik ook beter gaan dan de eerste presentatie ondanks dat ik meer tekst had en wat ik vertelde voor een groot gedeelte ook nieuw voor mij was.

Mijn presentatievaardigheden zijn verbeterd, maar voor het afstuderen, zal het nog beter moeten. Dan moet ik onder een flinke druk presenteren door de hoge verwachtingen van de beoordelaars. Ik zal het komende half jaar dit nog vaak gaan oefenen. (V1, 2, 3, 4, 6, 8, 10, 12, 13, 14)

3.5 Het samenwerken en de communicatie Een goede samenwerkingsrelatie met collega’s vind ik ontzettend belangrijk. Een goede samenwerking bestaat voor een groot gedeelte uit vertrouwen. Dit vertrouwen verkreeg ik door het maken van wederzijdse afspraken en het naleven van deze afspraken. Vertrouwen in mij door mijn stagebegeleider is van groot belang geweest om mij zelfstandig te laten werken. Reflectie speelt hierin een belangrijke rol. Regelmatig zat ik met mijn stagebegeleider om de week door te nemen en nieuwe afspraken te maken rondom mijn werkzaamheden. Daarnaast heb ik voor de keuring van Boerenland en de

13

technologenkeuring ook veel met collega M overlegd. In het begin was mijn stagebegeleider of collega M ook aanwezig bij een technologenkeuring. Ik heb laten zien dat ik het goed kan organiseren en was het dan ook niet meer nodig dat er een van hen bij aanwezig was.

(O3, 4, 5, 8)

Voor de technologen was deze manier van keuren nieuw. Communicatie is dan van belang om de keuringen goed te laten verlopen. Eenmaal bij een keuring van collega E hadden we het kaasboren aan het begin van de middag gepland en toen kwam collega E ook nog te laat. Ze gaf aan dat ze iemand is van aan de late kant en dat ik dat ook vooral moest aangeven. Ik heb toen de afspraak gemaakt met haar dat ik voortaan toch zoals gewoonlijk ’s ochtends de voorbereidingen ga doen. Daarna is het steeds prima verlopen. (O5, 8, 10)

Tijdens mijn stage heb ik regelmatig bijgesprongen bij de werkzaamheden op het sensorisch lab vanwege ziekte van collega’s of problemen met FIZZ. Hier heb ik nooit een probleem van gemaakt en ben flexibel genoeg om mijn werkzaamheden even op zij te schuiven. Als ik in de gaten had dat het druk was vroeg ik ook altijd of mijn hulp gewenst was. Ook heb ik geholpen met het aandragen van oplossingen en voorstellen gedaan. Bijvoorbeeld om de kasten bij de panelhokjes te gebruiken om de voorraad bekers, tissues etc. te bewaren. De panelleden kunnen dan zelf de voorraad in hun hokje kunnen aanvullen. Dit hadden ze bij DBB en dat leek mij ook wel handig voor bij kaas. (O2, 3, 4)

3.5.1 Dairy Based Beverages Om kennis te maken met de afdeling Dairy Based Beverages (DBB) heb ik een ochtend meegeholpen met het draaien van het panel en een training bijgewoond.

Het QDA-panel van DBB werkt op een iets andere manier dan bij kaas. DBB komt ook van een andere vestiging en heeft mede daardoor ook een andere werkwijze. Het is wel de bedoeling dat de werkwijze van beide sensorische teams in de toekomst op elkaar worden afgestemd.

Een paar verschillen tussen DBB en kaas:

• De panelleden van DBB hebben de attributen met eigen aantekeningen op papier bij zich in de hokjes. Bij kaas staat de algemene uitleg van het attribuut op het scherm achter een vraagteken.

• De panelleden van DBB krijgen pas het volgende product aangereikt als iedereen klaar is. • De referenties staan aangegeven op de lijnschaal met een kleurtje. Bij kaas wordt dit niet gedaan

vanwege een te grote batchvariatie.

Aansluitend op de keuring was er een training met melkproducten. Deze training was gericht op geur, smaak en nasmaak van de melk. (O4, 11)

3.5.2 Rondleiding proeffabriek Tijdens mijn stage heb ik een rondleiding door de proeffabriek gekregen van collega L. Hij is één van de twee kaasmakers.

In de proeffabriek worden de kazen gemaakt die nog in ontwikkeling zijn en dus nog niet op de markt liggen. Er wordt geëxperimenteerd met wijzigingen in recepturen en processen. Vervolgens kunnen de kazen worden gekeurd door de technologen en het QDA-panel. (O4, 11)

14

3.5.3 FrieslandCampina Institute Het leek mij erg leuk om een dagje mee te lopen bij het FrieslandCampina Institute. Deze dag heb ik gesproken met F., de manager, en geholpen met het bijwerken van het voorlichtingsmateriaal. Ik mocht twee schijnwerpers, dit is een folder waar beklopte informatie staat over een specifiek onderwerp, bijwerken. Deze gingen over Lactose intolerantie en Gezond eten en drinken voor jonge kinderen. Deze schijnwerpers heb ik nagekeken op inhoud, tekstueel, of de informatie nog voldoet aan de huidige richtlijnen en wetenschappelijke informatie. Dus ook de referenties checken en kijken of er recentere informatie beschikbaar is. Hiervoor heb ik gezocht op database zoals Pubmed. Daarnaast is er een nieuwe huisstijl, de veranderingen in de opmaak heb ik ook aangegeven in het document.

FrieslandCampina Institute is verantwoordelijk voor de voorlichting en communicatie over zuivel en gezonde voeding naar zorgprofessionals. Op de site kunnen zorgprofessionals informatie vinden en (gratis) folders en gesprekskaarten bestellen. Daarnaast wordt er regelmatig een congres bezocht voor het geven van een presentatie en netwerken en voorlichtingsavonden georganiseerd voor specifieke doelgroepen bijvoorbeeld gewichtsconsulenten. Om goed op de hoogte te blijven van de behoeften vanuit het werkveld worden ook vergaderingen van organisaties zoals de Nederlandse Vereniging Diëtisten bijgewoond. Voor het verrichten van onderzoek werkt de afdeling samen met universiteiten in binnen en buitenland.

(V1, 2 3, 4, 11, 13)

3.5.4 Meet the collega’s In de eerste maanden van de opening van het nieuwe gebouw was er om de twee weken een lunchpresentatie. Elke keer georganiseerd door een andere afdeling. Dit had als doel om de verschillende afdelingen en daarbij de collega’s te leren kennen. Ik ben verschillende lunchmeetings bezocht. Het was erg leuk en interactief. Bij de Sensory spot, georganiseerd door de afdeling Sensoriek van Branded Cheese, DBB en Research, heb ik nog geholpen met het klaarzetten van drie testen: met melk, kaas en chocolade melk. Het leek mij erg leuk en leerzaam om te doen. Mijn hulp was van harte welkom. (O4, 5)

3.6 Stagelopen bij een internationaal bedrijf FrieslandCampina is een internationaal bedrijf. Dit is ook te merken in het bedrijf. De policy is dat alle rapporten en presentaties in het Engels zijn. Daarnaast zijn de algemene mails in het Nederlands en met daaronder de Engelse vertaling. Er werken ook mensen van buiten Nederland die Engels praten. Zo heb ik samengewerkt met student X een stagiaire op de afdeling Branded Cheese, productontwikkeling. Samen met student X heb ik twee technologenkeuringen georganiseerd.

Tijdens de lunch heb ik ook een paar keer aan tafel gezeten met Engelstalige collega’s. Verder heb ik het nog met een collega een gesprek gehad over het uitvoeren van een afstudeeropdracht in Maleisië bij Dutch Lady. Helaas waren daar geen mogelijkheden voor mij.

De rapporten heb ik in het Engels geschreven. Daarnaast heb ik het protocol voor de technologenkeuring en de checklist vertaald in het Engels. (O6, 15)

15

3.7 Eindanalyse

Kort en bondig de feedback van mijn collega’s:

Sterke eigenschappen Minder sterke eigenschappen Pro actieve, kritische en sociale houding. Schrijfvaardigheden: het “to the point” rapporteren. Methodisch werken, data lezen en interpreteren. Statistische vaardigheid is gezien mijn opleiding

goed, maar verdient extra aandacht om hier als beroepsbeoefenaar mee verder te kunnen.

Leert snel nieuwe vaardigheden / werkzaamheden.

Geduldig en komt ontspannen over in stressvolle situaties.

Behulpzame en fijne collega.

16

4 Evaluatie relatie theorie-praktijk De theorie vanuit de opleiding sluit niet heel goed aan op de stage. Tijdens de opleiding is wel aandacht besteed aan sensorisch onderzoek, maar dit was minimaal. Ik wist van het bestaan van een driehoekstest en een paarsgewijze test. Om mijn kennis op te krikken heb ik het boek Proeven van succes van Joep Brinkman gelezen. Dit is echt een aanrader voor iedereen die sensorisch onderzoek interessant vindt. Hierin wordt ingegaan op alle aspecten van sensorisch onderzoek.

17

5 Evaluatie begeleiding De begeleiding van mijn stagebegeleidster heb ik als heel prettig ervaren. Ze liet mij al heel snel vrij en gaf me veel verantwoordelijkheden. Regelmatige zaten we even om de week door te spreken en de plannen voor de komende weken te bespreken. Wat fijn was is dat ze goede feedback kon geven op stukken die ik had geschreven. Bij andere collega’s kon ik ook altijd terecht met vragen.

De begeleiding vanuit de opleiding vond ik ook prima. Docent G is een keer langs geweest bij FrieslandCampina en ik heb een individueel gesprek gehad.

Helemaal volgens verwachting.

Ik ben naar twee terugkomdagen geweest. De eerste keer was met de voltijders. Het was leuk om andere studenten te spreken die ook in het bedrijfsleven een stage hadden. Het was een nuttige dag. Ik heb nog feedback gehad van een headhunter op mijn CV. De tweede keer was met de compacters. Tijdens deze bijeenkomst werden ingegaan op dilemma’s en intervisie gesprekken gehouden. Ik had wat verteld over het FrieslandCampina Institute. Hiervoor heb ik gekozen omdat de mede compacters gekozen hebben voor een paramedische stage.

18

6 Conclusie Tijdens mijn stage heb ik goed aan mijn leerdoelen kunnen werken. De stage heb ik met succes afgerond en ik heb veel positieve reacties gekregen van collega’s. Ik heb genoeg in huis om als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag te kunnen. Hieronder staat mijn conclusie beschreven voor elk leerdoel en elke beroepsrol.

Leerdoel 1:

Mijn houding naar een groep toe is zelfverzekerd en daadkrachtig, dit laat ik zien door het geven van twee interactieve PowerPoint presentaties aan het QDA-panel over kaas en gezondheid en hoe kaas gemaakt wordt.

Dit leerdoel heb ik behaald. Ik heb twee presentaties gegeven waarbij ik de tweede presentatie de feedback van de eerste presentatie goed heb opgepakt. Ik voel mij een stuk zelfverzekerder. In februari kom ik nog een keer terug om nog een derde presentatie te geven, ditmaal aan de technologen.

Leerdoel 2:

Mijn vaardigheden in het voorbereiden en uitvoeren van sensorische testen/keuringen zijn verbeterd doordat ik vier verschillende sensorische keuringen ga uitvoeren, namelijk: QDA-panel kaas, de keuring Boerenland, Technologen keuring en de Keuring NH.

Dit leerdoel heb ik behaald. Deze stage heb ik ruimschoots de kans gekregen om ervaring te krijgen met het voorbereiden en begeleiden van de sensorische keuringen. Hierdoor heb ik ook veel kunnen oefenen met het programma FIZZ voor het aanmaken van de testen. Voor de bovenstaande keuringen was elke test net weer iets anders. Het praktische werk zoals het boren van de kazen vond ik een erg leuke afwisseling met de werkzaamheden achter het bureau. Ik kan nu geheel zelfstandig de keuringen voorbereiden en begeleiden. Daarnaast kan ik goed inspelen op eventuele problemen met FIZZ.

Leerdoel 3:

Mijn statische vaardigheden zijn duidelijk verbeterd doordat ik gegevens kan analyseren met statistische programma’s zoals FIZZ Calculation.

Dit leerdoel heb ik behaald. Voor de technologen heb ik een aantal analyses gemaakt: een ANOVA met daarin de hoogste en laagste scores gearceerd en de ruwe data met de outlier analyse. Ik ben heel blij dat de monitoring van het QDA-panel en de technologen binnen mijn stage vielen, hierdoor heb ik met veel verschillende analyses in FIZZ Calculation kunnen werken. Door de rapporten ook na te bespreken heb ik ook geleerd hoe ik de resultaten in de grafieken moet interpreteren. Doordat er tijdens de opleiding niet veel aandacht is besteed aan statistiek mis ik statistische kennis achter de analyse. Wil ik hiermee verder dan zal ik de leercurve die ik hier heb ingezet verder moeten doortrekken om tot een hoger niveau te komen,

19

Leerdoel 4:

Mijn algemene kennis over sensorische kennis is verbeterd door gebruik te maken van de flexplekken en minimaal één dag mee te lopen met een sensorische test gegeven door de sensoriek Dairy Based Beverages (DBB).

Dit leerdoel heb ik behaald. Naast mijn eigen werkzaamheden heb ik andere activiteiten ondernomen om andere afdelingen en collega’s te leren kennen. Zo heb ik het volgende ondernomen: gebruik gemaakt van de flexplekken, rondleiding gehad door de proeffabriek, dagje geholpen bij FrieslandCampina Institute, dagje geholpen bij DBB, “meet the collega’s” lunchmeetings bezocht, productontwikkelaar en een kaastechnoloog geïnterviewd en naar de stagedag geweest. Ik heb altijd veel interesse in anderen getoond en daardoor veel leuke gesprekken gehad.

Leerdoel 5:

Mijn Engelse schrijfvaardigheden ga ik verbeteren door minimaal één rapport in het Engels te schrijven.

Dit leerdoel heb ik behaald, met een verbeterpuntje. Uiteindelijk heb ik meer dan verwacht in het Engels geschreven: drie rapporten, een protocol, een checklist en een presentatie. De uitwerkingen voor de technologen waren ook in het Engels maar de hoeveelheid Engelse tekst was hierbij niet noemenswaardig veel. Voor een toekomstige baan zal ik, in dien van toepassing, een cursus zakelijk Engels volgen.

Aan mijn schrijfvaardigheden kan ik nog veel verbeteren. Ik moet een verslag echt meerdere malen doorlezen en bijschaven om er een beknopt geheel van te kunnen maken. Het “ to the point” schrijven kan nog een stuk verbeterd worden.

Beroepsrol Voorlichter Alle punten die van toepassing waren (zie hoofdstuk 1) heb ik behaald. Voor deze beroepsrol heb ik twee presentaties gegeven aan het QDA-panel. In de eerste presentatie vertelde ik over de relatie tussen gezondheid en kaas. Door van te voren aan het QDA-panel te vragen waar de behoeften lagen kon ik een presentatie geven die goed aansloot op hun kennisniveau. Door een evaluatieformulier te laten invullen heb ik goed inzicht gekregen in mijn sterke en minder sterke punten. De beroepsrol kwam te weinig naar voren om te kunnen zeggen dat ik een brede en actuele vakkennis heb op het gebied van voeding en diëtetiek. Met betrekking tot kaas is mijn kennis zeer zeker verbeterd.

Beroepsrol Onderzoeker

Deze beroepsrol heb ik gehaald. Ook hier waren een aantal punten niet of gedeeltelijk van toepassing. De reden hiervoor was dat alles volgens protocollen gaat. Met welke methode de data wordt geanalyseerd staat vast. Hierdoor kwamen O14 en 15 maar gedeeltelijk aan de orde en 9 en 13 helemaal niet. Ik heb veel kunnen oefenen met het maken van verschillende analyses en het interpreteren ervan. Daarnaast heb ik tijdens mijn stage wel samengewerkt met een Engelstalige collega, maar ik heb het beroep niet uitgeoefend vanuit een internationaal en multicultureel perspectief (O7). Tijdens deze stage kwam mijn diëtetische kennis niet van pas.

20

7 Literatuurlijst Brinkman, J.H.M. (2012). Proeven van Succes: Sensorisch onderzoek: technieken, procedures en toepassingen. Amsterdam: W. van Slooten.

Fizz by Biosystemes (z.d.). FIZZ. Geraadpleegd op 16 december 2013, van http://www.biosystemes.com/fizz.php

FrieslandCampina (z.d.). Over ons. Geraadpleegd op 16 december 2013, van http://www.frieslandcampina.com/nederlands/about-us/frieslandcampina-and-you.aspx

Hyfoma (2013). Kaas. Geraadpleegd op 16 december 2013, van http://www.hyfoma.com/nl/content/voedingsmiddelen-branches-processing-bereiding-productie/zuivel/kaas/

Steijns, J. (2010). The Goodness of Dairy: Learn and spread the message. FrieslandCampina

Voedingscentrum (z.d.) Encyclopedie. Geraadpleegd op 17 december 2013, van http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie.aspx

Weijzen, P., Thijs-Verhoeven, I.(2013). Cheese Story: The Goodness of Cheese. FrieslandCampina

Zuivelonline (z.d.). Kaasbereiding. Geraadpleegd op 16 december 2013, van http://www.zuivelonline.nl/?pageID=1058