Ekonomika Alumni | Ekonomika Alumni - ECONnect · 2018. 8. 23. · • Alumni & Friends Actuariaat...

44
ECON nect Students@FEB Ekonomika haalt felbegeerde derde plaats Education@FEB Econopolis Chair Lecture: Hal Varian Research@FEB The Academic Hero of Laurens Cherchye FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI DRIEMAANDELIJKS P706331 AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MASSPOST 4DE JAARGANG • DEC.2016-JAN.FEB.2017 Alumni@FEB Vyncke nv onderneming van het jaar

Transcript of Ekonomika Alumni | Ekonomika Alumni - ECONnect · 2018. 8. 23. · • Alumni & Friends Actuariaat...

  • 1

    ECONnect

    Students@FEB

    Ekonomika haalt fel begeerde derde plaats

    Education@FEB

    Econopolis Chair Lecture: Hal Varian

    Research@FEB

    The Academic Hero of Laurens Cherchye

    FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI • DRIEMAANDELIJKSP706331 • AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MASSPOST • 4DE JAARGANG • DEC.2016-JAN.FEB.2017

    Alumni@FEB

    Vyncke nv ondernemingvan het jaar

    mailto:Students@febmailto:Education@febmailto:Research@febmailto:Alumni@feb

  • Inhoud

    Education@FEB p 23

    Alumni@FEB p 4

    Research@FEB p 32

    Students@FEB p 36

    • Ekonomika haalft felbegeerde derde plaats p 36• Major in de kijker: Productie & Logistiek p 38• Student in het buitenland p 40

    • AFC p 42• Activiteiten Ekonomika p 43

    • Econopolis Chair Lecture: Hal Varian p 23• Leerstoel Belgian Business Champions p 25• Alumni & Friends Actuariaat Leuven p 27

    • Best Opinion award Klaas Lenaerts p 28• Administratief Directeur@FEB p 30

    • The Academic Hero of Laurens Cherchye p 32• Awards and appointments p 34

    • Denguehack.org p 35

    • Ekonomika feest 2016 p 4• Ondernemers Trofee 2016 p 7• Uplace Mechelen p 8• AFE p 10• Vyncke nv Onderneming van het jaar p 14

    • Interview Guido Van Camp p 16• Alumni@west-vlaanderen: Barco p 17• Column Andreas Tirez p 19• Boekbespreking Erik Buyst p 21

    mailto:Education@febmailto:Alumni@febmailto:Research@febmailto:Students@febmailto:Directeur@febmailto:Alumni@west-vlaanderen

  • Op weg naar alweer eensterk Ekonomikajaar! De maand december is voor velen een periode van geschenken en familiefeesten.Sinterklaas en de zwarte en/of roetpieten zijn nog maar net het land uit of de Kerstmanmaakt zijn intrede om het einde van 2016 in te luiden. De maand december staatechter ook garant voor de klassieke jaaroverzichten: momenten van persoonlijkebezinning over de gemaakte beloftes en de goede voor nemens van het begin vanhet jaar en de ene al succesvoller dan de andere (met als klassieke repliek: “maarvanaf 1 januari 2017 gaan we er echt voor”).

    Met het bestuur van Ekonomika Alumni konden we niet achterblijven. En met enigetrots kan ik in dit voorwoord dan ook meegeven dat we in 2016 niet minder dan 42 activiteiten helemaal zelf georganiseerd hebben waarbij we 2.135 ingeschreven/bevestigde aanwezigen mochten verwelkomen!! Jaar na jaar blijf ik verwonderd over het enthousiasme dat deze talrijke vrijwilligers opbrengen om een activiteit teorganiseren uit liefde voor Ekonomika Alumni en de Faculteit! Ik begin mijn lijst vandankbetuigingen dan ook graag met het uitvoerig bedanken van alle bestuursledenen medewerkers van onze talrijke deelverenigingen alsook de ondersteuning vanuithet centraal bestuur! Ik kijk alvast uit naar de vele, steeds weer originele nieuwjaars -recepties die in januari 2017 zullen worden georganiseerd!

    Niet enkel de vereniging is in continue beweging, ook de Faculteit heeft de nodigeveranderingen gekend in het voorbije jaar. Zo was er begin januari de opening vanhet nieuwe FEB House of Students of College Premonstreit (waar een deel van de Faculteit nu gehuisvest is), waren er de verkiezingen van de nieuwe campus -decanen, werden er nieuwe programma’s aangeboden in het Engels en wordt de Faculteit een steeds grotere partner in het inter nationale onderwijsgebeuren (met de talloze internationale uitwisselings overeen komsten als beste bewijs). We appreciëren het dus des te meer dat de Faculteit zich als partner nr. 1 blijftaanbieden voor alles wat onze alumniwerking aanbelangt (evenementen, ECONnect,kruisbestuiving van kennis ...).

    Jammer genoeg hebben we in het afgelopen jaar ook afscheid moeten nemen van enkele voormalige bestuursleden die er mee voor gezorgd hebben dat deAlumnivereniging gegroeid is tot waar ze nu voor staat, en nog verder zal groeienzoals zij het hadden gewild!

    Tot slot zou ik ook nog even willen vooruitblikken naar een alvast boeiend 2017 meto.a. decaan/rectorverkiezingen, een hernieuwde samenwerking met de KU Leuven –Dienst Alumni, een intensievere samenwerking met Ekonomika Studenten enuiteraard veel nieuwe topactiviteiten voor onze leden! Ik hoop alvast met jullie temogen klinken op het nieuwe jaar tijdens één van onze talrijke nieuwjaarsrecepties,van west tot oost over het centrum in Vlaanderen!

    Ik wens jullie dan ook namens Ekonomika Alumni en de Faculteit FEB een spetterend 2017!

    Ludovic Deprez

    ECONnect

    3

  • Ekonomika Feest 2016: in hogere sferen in de EngelenburchtHet jaarlijkse feest van Ekonomika Alumni vond op 15 oktober 2016 plaats in hetunieke decor van de Engelenburcht in Tildonk. Dit is de ontwijde kloosterkerk vanhet oude Ursulinenklooster en dat geeft een heel aparte sfeer. Het programma zelfstond in het teken van duurzaam ondernemen, waarbij het initiatief Exchange, dat succesvol ondernemen in het Zuiden promoot, speciaal in de verf werd gezet.Niemand minder dan Dirk Vyncke, vader van oud-preses Peter Vyncke en zijn broerDieter die enkele dagen later samen de prestigieuze titel van ‘Ondernemer van het Jaar 2016’ in ontvangst mochten nemen, leidde dit thema in. Dirk Vyncke isnamelijk voorzitter van Exchange vzw. De hele academische zitting was vakkundigin elkaar gestoken door jubilerende preses Eva Follet, met haar Ekonomika-ploegvan destijds Ploeg Route 66.

    4

    Alumni@FEB

    mailto:Alumni@feb

  • Dirk Vyncke: “Exchange is een Belgische vzw die uitgaat vanhet principe dat succesvol ondernemerschap een krachtig enblijvend instrument is tegen armoede. Wij werken vraag gestuurd.De voorstellen moeten van de lokale bedrijven komen, somsbeginnende kmo’s. Wij willen hen vooruit helpen met management-en technisch advies. Onze selectiecriteria zijn zowel kwalitatiefals kwantitatief van aard. De professionals die wij van hieruitsturen zorgen voor de broodnodige kennisuitwisseling tussenondernemers en professionals uit Noord en Zuid. Geografischligt het hoofdaccent op Sub-Sahara Afrika.”

    Bedrijven blijken met zeer diverse vragen naar Exchange tekomen: het uitwerken van een groeistrategie, verbetering vanmarktkennis, het ontwikkelen van een social media strategievoor prospectie en verkoop, het verhogen van de kwaliteit vande productie en/of dienstverlening, ... Voldoet de aanvraag aande selectiecriteria, dan gaat Exchange op zoek naar de geschikteexpert. Die staat het bedrijf dat de vraag stelde bij voor een kortemaar intense periode (gemiddeld 12 werkdagen). Uiteindelijk is het de ondernemer uit het Zuiden die beslist of het oké is. De uitgezonden expert werkt vrijwillig, en krijgt dus geen financiëlevergoeding. Samen zoeken beide ondernemers naar een oplossingvoor de gestelde uitdaging. Voor de expert uit het Noorden ishet een indrukwekkende multiculturele ervaring. Jaarlijks voertExchange nu al een 250-tal projecten uit.

    DEME

    Een straffe getuigenis van duurzaam ondernemerschap werddaarna gebracht door niemand minder dan Alain Bernard, Ceovan baggerwerken- en bouw- en milieutechnologiegroep DEME.

    Hij schetste vooreerst de indrukwekkende evolutie van DEMEdat in 1991 als fusiebedrijf is ontstaan uit Dredging International,Baggerwerken Decloedt en Tideway. Sindsdien werd de groepverrijkt met nog een 10-tal andere overnames. Fier kon AlainBernard de laatst beschikbare cijfers van de groep (2015)mede delen: een omzet van 2,3 miljard euro, en een EBITDA van500 miljoen euro. Het bedrijf is een echte mutinational, actief inmeer dan 90 landen en beschikkend over een vloot van meerdan 100 schepen, naast aanvullend drijvend en ander materiaal.Contracten worden meestal in partnerschap aangegaan. Nietminder dan 4.500 mensen, meestal hooggeschoolden, hebbenbij DEME een arbeidsovereenkomst.

    Enkele spraakmakende projecten die DEME heeft gerealiseerdof bezig is te realiseren: het verbreden en het verdiepen van hetnieuwe Suez-kanaal, alsook van het Panama-kanaal, uitbreidingvan wereldhavens zoals Singapore, Antwerpen en Rotterdam,of het gewoonweg aanleggen van nieuwe havens, zoals deNew Hamad Port in Doha Qatar.

    Prioritaire aandacht gaat naar kwaliteit, gezondheid, veiligheid(‘safety first’) en het daaraan verbonden risk management. Bij DEME wordt permanent aan de toekomst gedacht, vandaardat ‘innovatie’ als een kernactiviteit wordt beschouwd.

    DEME wil zich bovendien inschrijven in het duurzaam onder nemen.Het bedrijf is één van de grote verdedigers van initiatieven zoalshet hierboven genoemd Exchange, en van ‘ Ondernemers voorOndernemers’.

    5

  • Alumni@FEB

    ‘Coastal protection’ is ook een activiteit die in stijgende lijn gaat,zeker met de opwarming van het klimaat. In Ghana bv. werd overeen lengte van 20 kilometer de kust verhoogd en beschermdtegen o.a. de zeepeilstijging. Ook in Nederland werkt DEMEmee aan de bescherming van de kustlijn en duinen. DEME isallicht ook bekend vanwege grote bergingswerken, zoals bv.het verwijderen van de gezonken Flinterstar. Minder gekend isDEME voor zijn innovatieve milieuprojecten, bv. het grote zonne -park in Zelzate, Terranova, maar ook de aanleg van offshorewind parken (bv. in Schotland en Noord-Ierland). En niet tevergeten de vele projecten van landwinning, zowel bij onzeNoorderburen als bv. in het Midden-Oosten.

    Duurzaamheid, dat betekent ook ’Corporate Social Responsibility’.Alain Bernard: “Dat zit nu ook in ons DNA. Met de FoundationDEME4Life willen we zowel onze verantwoordelijkheid opnementen aanzien van lokale gemeenschappen als in partnerschapgrote projecten opzetten. Eén heel belangrijk project wil ik hiertoch wat nader toelichten: het uitbaggeren van de Congostroom.”

    “De Congostroom is de slagader van Congo”, aldus Alain Bernard.“Het baggerwerk op de Congostroom is dus cruciaal voor hetland en eigenlijk een relatief kleine klus, maar met een gigantischeimpact. Als resultaat geraken grote schepen opnieuw tot in de

    havens van Boma en Matadi. En ligt er eindelijk weer voedselin de winkels. DEME leidde er een veertigtal lokale experts opom regelmatig baggerwerken uit te voeren aan de stroom zodatdie bevaarbaar blijft. De Congo-stroom heeft gemiddeld eendiepgang van 4 à 5 meter, wij proberen nu naar 8 meter te gaan.In 2014 startte DEME een publiek-private samenwerking metLa Congolaise des Voies Maritimes (CVM), een overheids organi -satie die instaat voor het onderhoud van de Congo-stroom. Om het project te kunnen financieren betalen de rederijen diede Congo-stroom bevaren een tol aan het project, in functie vanhun tonnage. Het is dus geen eenmalig project, maar één datop duurzame wijze de continuïteit verzekert, en bijgevolg helptde economie op eigen benen te doen staan.”

    En dan volgde een verzorgde receptie, met een heuse loterijvoor een Spaans verblijf in Marbella, gevolgd door een intensavondfeestje, waar de jubilarissen uit handen van hun jubileum -preses Eva Follet hun ereteken ontvingen. Voor sommigenbegon pas dàn het feest, en het duurde daarna nog wel even.Op de website www.ekonomika-alumni.be kan u een hele leukeen uitgebreide fotoreportage vinden.

    Fa Quix

    6

    mailto:Alumni@febhttp://www.ekonomika-alumni.be/

  • 7

    Congostroom levensvatbaar houdendoor regelmatige baggerwerken

    In 2014 startte DEME, wereldwijd expert in baggerwerk en grootschalige landwinning, een Publiek-Private samen -werking met ‘La Congolaise des voises Maritimes’ (CVM).Deze overheidsorganisatie staat in voor het onderhoud vande Congostroom, één van de belangrijkste economischedraaischijven van het land. Zonder regelmatige baggerwerkendreigt de Congostroom te verzanden en kunnen onvoldoendeschepen de rivier bevaren. Het hoofddoel van het project is dan ook het garanderen van een continue diepgang van26 voet. Om er zeker van te zijn dat het baggerproject in de toekomst zelfstandig kan worden verdergezet, worden

    nieuwe bemanningen opgeleid. Het gaat om 40 Congolese studenten. De hogere officieren krijgen een opleiding aan de Zeevaart school in Antwerpen en worden door DEME begeleid in de baggertechnieken. De derde partner voor ditwerk is Het Antwerps Havenbedrijf. Naast de begeleiding van het project als onafhankelijke toezichthouder, treedt het ook op als technische consultant voor het complexe hydrologische verhaal. De reders die de Congostroom met hun schepen aandoen, betalen hiervoor een tol aan het project om de activiteiten te financieren.

    Lieven Durt, directeur DEME: “We geloven bij DEME dat ontwikkeling ontstaat door ondernemerschap. Je moet de lokalebevolking de middelen geven die leiden tot zakendoen. Gewoon geld geven werkt niet.”

    DEME en African Drive laureaten van de‘Ondernemer voor Ondernemers Trofee 2016’Op 18 oktober 2016 hebben DEME en African Drive uit handenvan Vice-Eerste minister Alexander De Croo, minister vanOntwikkelingssamenwerking, en bijgestaan door de voorzittervan de jury, ere-ambassadeur Johan Swinnen, de ‘Ondernemervoor Ondernemers Trofee 2016’ ontvangen. Ondernemersvoor Ondernemers reikt de trofee tweejaarlijks uit en beloontBelgische bedrijven die duurzaam ondernemerschap in hetZuiden stimuleren. DEME sleepte de prijs in de wacht voor zijnbaggerproject aan de Congostroom (zie ook artikel over hetEkonomika-feest). Het bedrijf leidt 40 experts op om regelmatige

    baggerwerken uit te voeren aan de Congostroom, waardooréén van de belangrijkste economische aders van het land,levens vatbaar blijft. African Drive veroverde de trofee in dekmo-categorie voor zijn duurzame bussen in Benin.

    Ondernemers voor Ondernemers wil het ondernemerschapin het Zuiden op duurzame wijze ondersteunen vanuit endoor ondernemers van bij ons.

    www.ondernemersvoorondernemers.be

    (vlnr) Alain Bernard, CEO van DEME, directeur Lieven Durt, Anne en JimmyMusambi en Magali Bruggeman

    ©Tim Buelens

    African Drive wint trofee in de kmo-categorie

    Busvervoer is in Benin één van de belangrijkste vervoersmiddelen. Zowel voorde bedrijfswereld als voor personenvervoer maken goede busverbindingeneen wereld van verschil in het land. African Drive, een 25-tal Vlaamse sociaalgeëngageerde ondernemers, ondersteunt met het project ‘Baobab Express’lokaal ondernemerschap in Benin. 22 nieuwe bussen garanderen er milieu -vriendelijk transport. African Drive stimuleert lokale chauffeurs te stappen ineen franchise-model, waardoor zij kunnen proeven van ondernemerschap.Daarnaast ondersteunt het bedrijf de dochtermaatschappij van Baobab Expressdagelijks met raad en daad. Vanuit België worden 60 Beniners gecoacht.

    Chris Van Assche, CEO African Drive: “Aanvankelijk was ons onder nemerschapniet zo eenvoudig omdat in Benin de ambtenarij hoogtij viert. Maar gaandeweg is het onze bedoeling om van de chauffeursfranchisenemers te maken.”

    Tot slot kaapte Falerno Groep de aanmoedigingsprijs in de kmo-categorie weg. Het bedrijf verdeelt drinkbaar waterin de regio van Kibanseke, een arme wijk buiten Kinshasa, Congo. Omdat het water zich dankzij het netwerk van Falernodichter bij de bevolking bevindt, ondervindt de plaatselijke bevolking een aanzienlijk tijdsoverschot. Het aantal school -gaande kinderen is aanzienlijk gestegen en het aantal watergerelateerde ziektes gedaald.

    Chris Van Assche, CEO van African Drive, en Fried Vancraen, CEO van Materialise

    ©Tim Buelens

    Björn Macauter, [email protected]

    7

    http://www.ondernemersvoorondernemers.be/mailto:[email protected]

  • Alumni@FEB

    8

    Alumni@FEB

    Dit zal in een regio die zwaar werd geteisterd door bedrijfssluitingen (Renault 1997 enSabena 2001, verhuis van een stuk DHL naar Leipzig 2004) gedurende de bouwfase5.627 jobs bezorgen, plus nog eens 3.250 op permanente basis als Uplace volledig draait.Er zal ook 6.000 m² groen worden gecreëerd.

    CREATIEF ONDERNEMENOp 8 september 2016 waren een zestigtal leden van de Alumni van Ekonomika van deKU Leuven op de desolate site komen opdagen om te luisteren naar het verhaal van KristofLemahieu, de rechterhand van Verhaeghe. Uplace wordt eigenlijk geleid door het trio BartVerhaeghe, Luc Verelst en Jan Van Lancker. Deze laatste is CEO. Eerste aandeel houderis Luc Verelst, die zich samen met de jonge Bart Verhaeghe van bouwondernemerontpopte tot een grote logistieke speler; hun EURINPRO hebben ze inmiddels verkochtaan de Australische vastgoedgigant Goodman, om miljoenen vrij te maken en om de handenplus brains vrij te hebben voor de verwezenlijking van Uplace. Meerderheids aandeel houderen grote inspirator en bezieler is Bart Verhaeghe, ook bekend van voetbalclub Club Brugge.

    Aanvankelijk dacht het trio aan een gewone kantorensite maar toen in 2006 alle beschik -bare gronden waren aangekocht werd ruimer gekeken, op basis van wat Bart aan deColumbia Business School had opgestoken van de professoren Smith en Porter, met hunconcepten van ‘experience economy’ en ‘value investment’. Het zou niet zomaar eenkantorencomplex worden of zomaar een shopping mall. Gebaseerd op de noties van‘luxe 2.0’ enerzijds en van het ‘demanding life’ van de moderne mens anderzijdsontstond een totaal en multifunctioneel belevenisconcept. Werk, ontspanning, horeca,het zat allemaal in het concept van Uplace dat in 2007 werd geconcretiseerd en waarovermet de Vlaamse overheidsadministratie in alle fazen zeer nauw overleg werd gepleegd.

    Met drie opeenvolgende Vlaamse regeringen werden ‘brownfieldconvenants’ geslotenen allerhande vergunningen werden afgeleverd (voor handelsvestiging, voor herbe -stemming van het reconversiegebied, milieuvergunning enz.).

    Uplace betekent nu concreet 270 winkels allerhande (over 72.000 m², dus groter danWijnegem), 52.000 m² kantoren rond een spectaculaire toren, een cinemacomplex metsamen 2.000 zitplaatsen, een theater met 3.000 plaatsen, een themapark, een hotel metminstens 180 kamers, allerhande fitness- en wellnessruimtes, een vijftigtal bars en restaurants,zonder de 5.908 parkeerplaatsen te vergeten, evenveel als in de nabijgelegen luchthaven.

    Nog voor de eeuwwisseling kocht de flamboyante Vlaamse topondernemer Bart Verhaeghe zijn eerste lap grond op een verlaten industrieterrein in Machelen,een echt ‘brownfield’ in de schaduw van het viaduct van Vilvoorde, om er ‘iets unieks’mee te doen. Inmiddels is de lap grond uitgebreid tot 12,5 ha, zijn 80 miljoen eurogespendeerd, is het ‘brownfield’ gesaneerd (na Convenants met drie Vlaamseregeringen), zijn ontelbare procedures (incl. inspraakprocedures) doorlopen en zittentientallen topjuristen, financiële en fiscale specialisten, architecten en allerhandeexperts te zwoegen om dat unieke project rond te krijgen. Volgend jaar, dus achttienjaar na de start, hoopt Verhaeghe (amper 51) de eerste spade in de grond te kunnensteken. Twee jaar later, in 2019 moet het spectaculaire Uplace zijn deuren openen.

    Uplace Machelen: gaat in2017 de spade in de grond?

    mailto:Alumni@feb

  • 9

    EN DE MOBILITEITSPROBLEMEN?Daarvoor rekent Uplace op het thans uitgevoerde klaverblad(aansluiting Ring/E19), de binnenkort te starten heraanleg vande Woluwelaan, de nabijheid van trein, tram en bus, de bouwvan een op 200 meter afstand gelegen station van het GEN(Gewestelijk ExpresNet). Er is ook de geplande ringtram vanJette tot Zaventem. Men wil ook experimenteren met een slimproject van thuisbezorging van de aangekochte goederen,zodat de bezoekers sneller geneigd zullen zijn met het openbaarvervoer te komen.

    Toen in 2014 alle vergunningen en effectrapporteringen in ordewaren verbrak de Raad van State plots de milieuvergunning,het besluit over de herbestemming van het reconversiegebieden de stedenbouwkundige vergunning. De Raad vond dat deoverheid onvoldoende garanties gaf inzake toegankelijkheid.

    Zowel Kristof Lemahieu als nadien Bart Verhaeghe op de zetelvan Uplace in het kasteel van Bever zijn er echter vast vanovertuigd dat, nu alles nog eens met de diverse overheden isoverlopen, alle nodige vergunningen voor het einde van dit jaar(2016) zullen binnen zijn. Dan kan men in 2017 beginnen tebouwen en gaat het hele complex nog vóór 2020 open!

    ALWEER EEN SHOPPING CENTER?Eerst de feiten. Er zijn in België per 100.000 inwoners veelminder shopping centers dan in de buurlanden; er is dus nogwat potentieel. Zijn drie shopping centers op 10 km afstand(Uplace Machelen, Neo op de Heizel en Docks aan de VanPraet brug in Laken) niet wat veel? Ach, die andere zijn eigenlijkgeen concurrenten; ze spreken andere deel- en doelpubliekenaan en ze dragen geen ‘globaal belevingsconcept’ uit.

    Precies daarom laat Uplace zich niet van de wijs brengen methet argument ‘dat de tijd van de shoppingcentra voorbij zou zijn’en dat in de VS sommige shopping malls staan te verkommeren.Men denkt dus echt een nieuwe dimensie te hebben gegevenaan het shoppen/werken/ontspannen.

    De initiatiefnemers geloven niet dat de distributiesector in denabije centra als Vilvoorde, Leuven en Mechelen door UplaceMachelen zal worden weggedrumd. De politici uit die stedenmaken zich dus ten onrechte zorgen. In de diverse foldersworden ettelijke uitbaters van handelszaken en horecabedrijvenaangehaald die eerder denken dat Uplace ook hun omzet zalten goede komen.

    EEN ONDERNEMER MET EEN MISSIEOp de zetel in Strombeek-Bever toonde Bart Verhaeghe zichals een volbloed ondernemer, die in 2003 velen verbaasde metzijn boekje “Zeg niet tegen mijn moeder dat ik ondernemer ben”.Dertien jaar en veel tegenkanting ten spijt heeft de man diepassie als drijfveer heeft, nog niets van zijn strijdlust ingeboet.Hij ontpopte zich tot een bevlogen management goeroe enmaatschappijcriticus. Hij hekelde de risicoaversie in onzesamenleving, het gebrek aan ondernemingszin, het algemeenverspreide pessimisme, het toenemend gebrek aan vertrouwen,de individualisering, het gebrek aan verantwoordelijkheidszin,de schrik voor verandering. Daardoor zijn er haast geen onder -nemers die nog durven ondernemen, noch politici die de eind -verantwoordelijkheid durven nemen, voorbij de waan van de dag.

    Zo zijn we in dit land in een toestand terechtgekomen, waarinhooguit 27 % van de bevolking bijdragen tot de welvaart, terwijl de overige 73 % aan het ontvangende einde staan. Deze omgekeerde piramide is op termijn onhoudbaar en moetvroeg of laat omkieperen. Want een overheidsbeslag van 54 %is veel te hoog en onhoudbaar, het versmacht het ondernemers -initiatief. Verhaeghe weet dat het anders kan, zo leert zijn ervaringmet Zwitserland waar hij een tijdje woonde.

    Om onze toekomst veilig te stellen had Verhaeghe vijf boodschappen: • neem risico, en aanvaard dat je niet altijd alles kan winnen;• waardeer mensen die ondernemen en blijf ze steunen, ook

    als ze falen;• verminder de inmenging van de overheid;• sta positief tegenover verandering;• herstel de meritocratie, maar geef de maatschappij die je

    veel gaf, ook veel terug.

    Zoals Ekonomika-AFE-voorzitter Philippe Rooseleer in zijn dank woord zei, waren alle deelnemers opgetogen over dezeboeiende dag en onder de indruk van het gehoorde.

    Guido Naets, gewezen koepelvoorzitter van Alumni Lovanienses

    BART VERHAEGHE’SBOODSCHAP AAN JONGEONDERNEMENDE MENSEN

    Uplace-topman en bezieler Bart Verhaeghe isondanks zijn nog jonge leeftijd (51) al lang eengevierd en succesvol zakenman. Wat is zijnboodschap aan jonge mensen die het alsondernemer willen maken?

    “Vooreerst: durf dromen. En geloof in jezelf om jedromen waar te maken. Laat je niet ontgoochelendoor tegen slagen en blijf daar niet op sakkeren.Neen, wees integendeel positief, neem verant -woordelijkheid op, ontdek nieuwe dingen. En ja, je zal fouten maken, maar leer daar vooraluit. En nog een belangrijke waarde: geduld. Wees geduldig. Dat houdt ook in dat je zorgvuldigwerkt aan een strategie. En volg die dan ook. Laat je niet afleiden, hou focus, ‘the eye of thetiger’. En weet dat je je moet onderscheiden. Durf anders te zijn, bouw innovatie in als kernpuntin je strategie. Maar werk niet te impulsief, niet atrandom, baseer je op facts and figures, op onder -zoek. Besef ook dat je het niet alleen zal kunnen.Denk aan je team, en werk zelf ook met eencoach, en kies dan een veeleisende coach, dieopen en eerlijk is. Zorg ook zelf goed voor je team.Ijkpunt is dat je hen behandelt zoals je zelf zouwillen behandeld worden. Maak een sterk team,het beste team, en zie het als een troef dat ze op hun domein (veel) beter zijn dan jezelf.”

    Fa Quix

  • Alumni@FEB

    10

    Professor Meuleman stelde verder dat het makkelijk 18 tot 24 maanden kan duren voor men de juiste ‘prooi’ vindt en hetis niet uitzonderlijk dat er 500 kandidaat-bedrijven op één ofandere manier de revue passeren. Niet te onderschatten is dateen overnameproces ook een emotionele rollercoaster teweeg -brengt. De ideale deal? Bedrijven met een omzet tussen de 2 en de 5 miljoen euro, met 10 à 20 werknemers, en waar menminder dan 300.000 euro aan eigen middelen in investeert, zo vindt toch het overgrote deel (80 %) van de kandidaat-overnemers.

    Belangrijk is dat men op een bepaald ogenblik moet ‘springen’,eens men de hele overnameprocedure heeft doorlopen.Valkuilen kunnen zijn: te weinig ervaring als ondernemer of alsondernemende persoon, te weinig kennis van de business waarmen in stapt, te veel dromen waardoor men blijft praten maarhet niet doet. “Maar”, zegt professor Meuleman, “ondernemenis dus niet alleen iets voor klassieke starters of start-ups, maarzeker ook iets voor ondernemende mensen die een bestaandeonderneming willen overnemen.”

    AMBIORIX

    Peter Vavedin schetste het bewogen leven van Ambiorix, van schoenenfabriek tot modebedrijf. In tegenstelling tot anderebusinesses, zoals Coca-Cola waar Peter Vavedin eerdergewerkt heeft, is de fashion business een georganiseerde chaos.Ambiorix, door George Steyns in Verviers al in 1895 opgericht,stond te koop, zo hoorde Peter Vavedin in 2007. Uiteraard kende

    “Ondernemer worden door een bedrijf over te nemen” was het thema van het jaarlijksevent van Ekonomika Alumni for Entrepreneurship (AFE), in het kader van de GlobalEntrepreneurship Week, omgedoopt door de economisten tot “Passie voor Onder -nemen”. Miguel Meuleman, professor Entrepreneurship aan de Vlerick BusinessSchool en aan het Imperial College in Londen gaf het kader waarin we deze startendeondernemers, beter gezegd ‘overnemers’ moeten situeren. “Een buy-out doen isiets heel anders dan een start-up, die baadt in grote onzekerheid. Een bestaandbedrijf overnemen geeft daarentegen meer zekerheid omdat er een trackrecord is dat men kan verderzetten. Voor de overnemer is er wel vaak het probleem van de lange zoektocht naar het vinden van het juiste bedrijf.”

    AFEOndernemers die een ondernemingovernamen. Hoe deden ze dat?

    Miguel Meuleman

    Peter Vavedin en Philippe Rooseleer

    mailto:Alumni@feb

  • hij het merk van degelijke lederen heren schoenen uit Tongeren,maar niemand durfde de stap te zetten om Ambiorix over tenemen. Er waren inderdaad veel uitdagingen, niet in het minsthet feit dat Ambiorix de laatste schoenenfabrikant in België wasen is. Uit de SWOT-analyse kwam toch heel wat interessanteinformatie naar boven. De focus op één merk zat eigenlijk goed.Drie elementen bleken cruciaal: topkwaliteit, topcomfort endesign dat de markt volgt. Vavedin maakt het onderscheidtussen design en high fashion. High fashion beperkt zich tot detop 1 % van de markt, terwijl design met 10 % van de markt (in volume) daar net onder zit. Design is trendvolgend en legt de focus op het creëren van hoge toegevoegde waarde.Dat is ook nodig met een loonkost van 37 à 40 euro per uur inde fabricage. “In de schoenenmarkt is het designsegment dusgoed voor 9 à 10 % van het volume maar dat staat wel vooréén derde van de omzet van de markt. Het gaat dan ook omschoenen vanaf 150 euro.”

    “Enige producent van schoenen in België zijn, stelt natuurlijkeen aantal uitdagingen. Eén daarvan is dat je de toeleveranciers,de expertise, de machines, ... niet meer in België vindt, maarallemaal uit het buitenland moet halen, hetgeen de productiehier extra duur maakt, naast de hoge loonkosten van 37 à 40 europer uur in de fabricage.” Om de loonkosten toch enigszins ondercontrole te houden en dure schoenen toch betaalbaar te houdenis een deel van de productie, met name het stikwerk, uitbesteedaan India. Aldus kon de productietijd hier in dit hogeloon kosten -land worden teruggebracht van drie naar één uur per schoen.”

    De communicatiestrategie is heel belangrijk, en voor heren -schoenen is de rol van de vrouw zéér belangrijk. Want liefst 53 %van de vrouwen speelt een (grote) rol bij de aankoop vanherenschoenen. Niet verwonderlijk dat presentator en film -regisseur Erik Van Looy uithangbord is van het merk Ambiorix.“In onze advertenties bewerken we dan ook een aantal vrouwen -bladen. Maar we hebben sinds kort ook een eigen magazine‘Out-of-the-box’ dat een uniek verhaal brengt van bekendemannen. Naast een juiste communicatie- en marketingstrategieis ook de distributie een heikel punt. Daar zien we ook heel watbeweging. De zelfstandige schoen handel met bediening komt

    in de verdrukking. Wij proberen wel met een aantal richtlijnenen ‘verplichte’ aanbevelingen op het vlak van presentatie enverkoopprijzen de winkelier bij te staan. Maar we zien ook datwe andere kanalen moeten bewerken. Zo hebben we drieflagship stores (Brussel 2010, Antwerpen 2012 en Hasselt 2013),boetiek stores en werken we ook in grootwarenhuizen met eenshop-in-shop. En daarnaast is ook e-commerce een groteuitdaging. De individualisering van de consument vangen weop door hem via onze website zijn schoen zelf te laten samen -stellen, maar zo’n website kost veel geld. Voor e-commercewerken we verder samen met schoenenketen Torfs en proberenwe onze aanpak voortdurend te vernieuwen.”

    Peter Vavedin ziet toch toekomst voor de industrie, ook deschoenenindustrie, in België. “Wanneer een innovatief business -model wordt gehanteerd moet dit lukken, maar ook als gevolgvan de verwachte stijgende transportkosten, niet in het minstomwille van de CO2-emissies en de daaraan verbondenklimaatuitdagingen. Import zal daardoor duurder worden”.www.ambiorix.be

    SPRIMOGLASS

    Sprimoglass heeft net als Ambiorix al een hele geschiedenisachter zich want opgericht in 1892. Sprimoglass is een onaf -hankelijke glastransformator die vlakglas verwerkt tot dubbel-en drie dubbellagig glas, dit snijdt en klaarmaakt voor verwerkingdoor raam- en deurfabrikanten. Sprimoglass haalt een omzetvan ca. 50 miljoen euro door ruim 1 miljoen m² meerlagig glaste maken in de site in Sprimont op een oppervlakte van 26.000 m².Er werken ca. 300 mensen.

    Frédéric De Gucht schetste de zeven stappen van de over -name zoals hij die heeft beleefd bij de overname van Sprimoglass.“Het belangrijkste is om je ‘target’ te vinden. Hoe vind je eenover te nemen bedrijf? Je moet rondkijken, netwerken (recepties!),maar vooral veel geduld hebben om de goede match te vinden.Je zal ook geld moeten vinden, dus begrijp ook de banken enhun key performance indicators.

    In het kader van de Global EntrepreneurshipWeek organiseert Ekonomika AFE telkens eeninteressante debatavond met getuigenissen vanstraffe ondernemers. Drijvende kracht van AFEis voorzitter Philippe Rooseleer.

    In de voorbije twee edities lag de focus eerst opondernemers die een bedrijf hebben opgericht,met getuigenissen van Lampiris, Soprimat,Destiny en World of Waw. Vorig jaar werd gekekennaar het belang en de specificiteit van familie -bedrijven met daaronder Duvel, Willemen Groep,

    De Saedeleir Textile Platform en Colora/BossPaints. Het thema van 2016: beginnen alsondernemer door een bedrijf over te nemen.Getuigenissen waren er van Peter Vavedin vanAmbiorix, Frédéric De Gucht van Sprimoglass enAnnemie Baeyaert van Resigrass.

    Het event is niet mogelijk zonder de steun vanDe Bank van Breda, trouwe sponsor van AFE,en op het event bij Ambiorix vertegenwoordigddoor Wannes Gheysen, verantwoordelijkeOpvolging & Overnames bij De Bank van Breda.

    EKONOMIKA ALUMNI FOR ENTREPRENEURSHIP – AFE

    11

    http://www.ambiorix.be/

  • Vervolgens moet je de waarde van je target bepalen.” Dat isheel simpel, zegt Frédéric De Gucht, “cash is king”. “Je hoeftgeen ingewikkelde financiële berekeningen te maken, maar jemoet wel uitrekenen hoeveel cash je op het einde van de maandoverhoudt. Bij een overname moet je met twee zijn, zowel deverkoper als de koper moeten er tevreden mee zijn, bijgevolg ishet niet heilzaam van aan bottom fishing te doen, teneinde eenwrang gevoel bij de verkoper te vermijden. De derde fase is deletter of intent waarin de waarde van de overname geschatwordt alsook waar het stappenplan bepaald wordt. Belangrijkis dat je exclusiviteit claimt, als enige over nemer, en last but notleast, een way out als de EBITDA en de net value bijvoor beeldniet blijken te kloppen met wat afgesproken was.”

    “Want dan komt de precieze bepaling van de waarde en dewaardevalidering. Daar heb je externe, neutrale adviseurs voornodig, want maak je geen illusies”, aldus De Gucht, “je bent zelfniet meer neutraal, je zit er te dicht op of je wil het te zeerhebben. Due diligence is bijgevolg noodzakelijk maar zet erspeed achter, werk dag en nacht maar in detail, en kijk vooralgoed naar wat de value drivers zijn en of er geen legal issuesspelen, dit zijn twee belangrijke factoren bij de due diligence.Vervolgens zitten we in de kern van het debat: de negotiatie vande deal. Je maakt een aandelen verkoopsovereenkomst en eenshareholderagreement, alsook de documenten met de banken.En ook hier weer: omring u met goede adviseurs, in dit geval,zeker ook een goede advocaat en probeer weer niet hetonderste uit de kan te halen maar streef naar een fair dealtussen alle aandeel houders, anders komen er vroeg of laat tochweer spanningen opduiken. En trek ook het proces niet te lang,zet er tempo in. Werk ook aan clausules die ervoor zorgen datde info die je gekregen hebt ‘juist’ is en dat de prijs van deovername zakt of dat u een compensatie van de verkoper krijgtindien deze info niet blijkt te kloppen.”

    “Eens de deal rond is, moet je natuurlijk nog de deal kunnenbetalen, en dan volgt de zoektocht naar geld. In tegenstellingtot wat de meesten denken is dit eigenlijk de gemakkelijkstestap. In België is er heel veel geld en private equity beschikbaar.Banken zijn eager om een goede deal te doen maar zij kijkennatuurlijk ook naar uw businessplan. Zoek een goed evenwichttussen schuld en eigen vermogen en denk ook aan het gebruikvan quasi equity, bijvoorbeeld achtergestelde leningen die uwfinanciële deal sluitend maken. Naast banken zijn er ook deinvestors. Die willen risicovol investeren, maar presenteer heneen deal die rond is, en als die goed is, dan zullen ze weltoehappen.”

    “Finaal is er dan het ondertekenen, het closen van de deal.”Frédéric De Gucht: “Mijn belangrijkste lessen bij de overnamevan een onderneming? Je moet hard werken, 12 tot 14 uur per dag,ook vandaag nog. Je moet grinta hebben, er punch insteken,durven springen, maar je moet ook een beetje geluk hebben.Want hoe ben ik op Sprimoglass gekomen? Door een toevalligcontact op een receptie waar iemand de naam Sprimoglass lietvallen als mogelijk over te nemen onderneming. En tot slot: methet bedrijf dat je overneemt, daar moet het ook cultureel meeklikken: let op de bedrijfs cultuur en het sociaal klimaat. En tenallerlaatste: laat je bij de verschillende fases door expertenbegeleiden. www.sprimoglass.be

    RESIGRASS

    Het meest bijzondere ondernemersverhaal komt van AnnemieBaeyaert, nu eigenaar van het bedrijf Resigrass. Het bedrijfmaakt, distribueert en installeert premium kunstgras, vooralvoor landscaping van hoge kwaliteit, en dekt de verschillendemarktsegmenten af. Kunstgras, aldus Annemie Baeyaert, heeftenorm veel voordelen: zowel economisch als esthetisch enecologisch. Meteen maakte Annemie Baeyaert een beetjepubliciteit voor haar product en nodigde ze iedereen uit om eenseen kijkje te nemen op haar website.www.resigrass.com

    12

    Frédéric De Gucht

    Annemie Baeyaert

    Alumni@FEB

    http://www.sprimoglass.be/http://www.resigrass.com/mailto:Alumni@feb

  • 13

    De stap naar ondernemerschap bleek absoluut niet evidentvoor Annemie Baeyaert, in de mate dat zij een zeer succes volleloopbaan, vooral bij KatoenNatie, had gekend gedurende bijna30 jaar. En waarom dan toch die overstap naar onder nemer -schap? Annemie Baeyaert: “Wel, vooreerst de ‘goesting’ om eeneigen bedrijf te leiden, kortom de passie voor ondernemen. Wat ik wou doen? Ik had geen idee! En ik had geen geld! Hoe ben ik eraan begonnen? Mijn zoektocht is eerst gestartlangs de bekende kanalen van PMV, Voka, de banken, anderenetwerken, ... Maar dat leverde toch niet snel iets bruikbaarsop. Dan ben ik het kanaal van de makelaars gaan opzoeken.Zij spoorden mij aan om dossiers kritisch door te nemen encriteria voor mezelf te bepalen, bijvoor beeld: wat wil ik dat mijn toekomstige bedrijf mij te bieden heeft? Voor mij warenbijvoorbeeld groeipotentieel en export potentieel belangrijk, en er moest natuurlijk een ‘klik’ zijn met het over te nemenbedrijf. Uiteindelijk ben ik dan terecht gekomen bij Resigrass, al zei mij dat op het eerste gezicht niets. Maar de makelaardrong aan en uiteindelijk is bij mij de ‘klik’ gekomen.”

    “Als ik nu op die overname terugblik, wat zijn dan belangrijkeelementen waarvan ik vind dat een potentiële overnemer dievoor ogen moet houden? Vooreerst dat je ervoor moet zorgendat je het hele overnameproces onder controle houdt. Je moethet stuur zelf vasthouden. En vergeet ook niet het personeelvan het overgenomen bedrijf te informeren, gerust te stellen,aan te moedigen, ... Vaak is dit een punt dat over het hoofdwordt gezien. Verzorg ook goed de communicatie met deklanten en de leveranciers, zodat zij het vertrouwen in u alsovernemer blijven behouden. Uiteraard ben ik ook akkoord

    met vorige sprekers om je doorheen het hele proces profes -sioneel te laten begeleiden, bijvoorbeeld om de due diligencete doen, het financieel plan op te stellen, ... en ook om je kritischte houden. Want eenmaal dat je ‘verkocht’ bent aan het over te nemen bedrijf, voelt dat aan als verliefd zijn, en iedereen weet dat men dan niet meer kritisch is. En datkritisch blijven betekent ook dat je moet opletten voor ‘lastminute’ opsmuk of opportunistische overeenkomsten van hetlaatste moment.

    Aan Annemie Baeyaert gevraagd wat goed en minder goedging, antwoordde ze rechtuit: “De makelaar was een pluspunt,was echt een buffer. De goede due diligence, want ik heb geenlijken in de kast gevonden daarna, en ook de financiering isgoed rondgeraakt. Wat minder goed ging, in mijn geval, warenenkele onvoorziene eisen van de verkoper, en ook dat je tochafhankelijk blijft van externe financiers. Ik had ook niet mogentoestaan dat de vorige eigenaar die nog verschillende rechts -zaken lopen had, die zelf mocht behartigen. Nog een tip: laat inde due diligence niet alleen het financiële evalueren, maar ookde IT, want dat is in mijn geval onvoldoende gebleken.” Intussenheeft Annemie Baeyaert nog een tweede bedrijf overgenomenCosy Lounge www.cosy-lounge.com en een derde. “Maar datis meer een frivoliteit in de wijnhandel, al weet je nooit wat datnog kan worden”

    Annemie Baeyaert heeft duidelijk de spirit van het onder nemer -schap te pakken!

    Fa Quix

    (vlnr) Frédéric De Gucht, Peter Vavedin, Lawrence Landeloos, Marijke Beel, Miguel Meuleman, Wannes Gheysen, Annemie Baeyaert, Jelle Van Winckel en Philippe Rooseleer

    http://www.cosy-lounge.com/

  • Alumni@FEB

    14

    ONDERNEMERSCHAP

    CEO Peter Vyncke, die samenmet zijn broer Dieter (COO),de dagelijkse leiding van hetbedrijf in handen heeft -nadat vader Dirk Vyncke ditenkele jaren geleden heeftovergelaten aan zijn beidezoons - kan indrukwekkendecijfers voorleggen. Vyncke nvheeft in de periode 2010-2015de omzet met liefst 148 %doen stijgen tot 100 miljoeneuro, de toege voegde waardemet 115 % tot 25,7 miljoeneuro en de tewerkstellingmet 51 % tot 334 eenheden.

    Het gros van de omzet wordt gehaald in het buitenlandwaarbij Vyncke nv, naast België, vestigingen heeft in Tsjechië,Maleisië, Brazilië en China. In essentie houdt Vyncke nv zichbezig met industriële energie-installaties waarbij energiewordt gehaald uit het verbranden van organisch afval. Vyncke nvdoet dit op een duurzame en milieuverantwoorde wijzewaarbij zij zorgen voor een zo gesloten mogelijke cirkel.Houtverwerkende bedrijven, plantages of voedingsbedrijvenkunnen zo de afvalstoffen die ze normaal naar een verwerkings -installatie moeten transporteren zelf verbranden en deenergie daaruit gebruiken in hun productie processen.

    Fa Quix

    Op dinsdag 18 oktober 2016 werd in Aula2000 op de Heizel, Vyncke nv (specialist in energietechnieken uit Harelbeke)gelauwerd tot ‘Onderneming van het Jaar 2016’, georganiseerd door EY.

    Vyncke nv uit Harelbeke‘Onderneming van het Jaar 2016’: proficiat!

    Oud-Ekonomika-preses Peter Vyncke presenteert de indrukwekkende groeicijfersvan Vyncke nv in Harelbeke

    Vreugde-uitbarsting bij de vele Vynckeneers bij de bekendmaking van deuitslag van de Onderneming van het Jaar 2016 van EY in een tot de nokgevulde Aula 2000 op de Heizel.

    CEO Peter Vyncke

    ©Fedustria

    ©Fedustria

    ©Fedustria

    mailto:Alumni@feb

  • Debatavond Ekonomika Young AlumniEr is de jongste jaren veel gezegd engeschreven over de vakbonden in België.Daarom vonden we het hoog tijd om RudyDe Leeuw (ABVV) en Hans Maertens (VOKA)uit te nodigen om de rol van vakbonden voorjongeren toe te lichten. Op 21 novemberkwamen beide heren naar Leuven!

    Zijn vakbonden te veel bezig met het beschermen van verworvenrechten van babyboomers? Beschadigt dit de rechten niet vande toekomstige generaties? Zorgt de vakbond voor zo veelmogelijk jobbehoud in moeilijke tijden, of jaagt hun houding netbedrijven weg naar het buitenland (denk aan ING, logistiek in e-commerce, ...)? Hoe kan de vakbond zijn rol heruitvinden om ook voor de jongeren van vandaag de welvaartsstaat tebehouden in hun toekomst?

    We legden deze en andere prangende vragen voor aan deze 2 heren, die met elk een eigen scherpe visie en op flegmatiekewijze antwoorden boden. Daarnaast lieten we met Tom Horréen Frederik Cardon ook jonge leden van de vakbond enerzijds,en de werkbond anderzijds, aan het woord.

    15

    (vlnr) Peter Vyncke, Graaf Paul Buyse (juryvoorzitter), Vice-Premier Kris Peeters, Dirk Vyncke, Rudy Braes (Managing Partner EY Belgium), Dieter Vyncke

    (vlnr) Frederik Cardon (werkbond), Hans Maertens (VOKA), Tom Horré (ex-ACLVB), Rudy De Leeuw (ABVV)

  • Alumni@FEBAlumni@FEB

    Interview met Guido Van Campover de Verenigingvoor Economie

    U HEEFT IN DE ZOMER VAN 2016 NA VIER JAARHET VOORZITTERSCHAP VAN DE VERENIGINGVOOR ECONOMIE (VVE) DOORGEGEVEN AAN DEUNIVERSITEIT VAN ANTWERPEN, MAAR WAT IS DE VVE EIGENLIJK?De Vereniging voor Economie is een overkoepelende verenigingvan de alumniverenigingen van de faculteiten economie vande 5 Vlaamse universiteiten en ook een samen werkings orgaanvoor die faculteiten zelf. De VVE vervult dus een unieke rolomdat het de enige plaats is waar die 5 faculteiten elkaarformeel ontmoeten en kunnen overleggen, zowel van de kantvan de alumniverenigingen als van de faculteiten zelf. Dezedubbele rol wordt weerspiegeld in de vernieuwde samen -stelling van de Raad van bestuur waar we streven naar eengelijke vertegenwoordiging van alumni en van academici.

    EN WAT DOET DE VVE CONCREET? WAT KAN DE VVE DOEN VOOR DE ECONOMISTEN EN DE OPLEIDINGEN IN DE FEB?Elke alumnivereniging mag jaarlijks een of meerdere eigenactiviteiten openstellen voor de andere alumni aan dezelfdevoorwaarden als voor de eigen alumni: dat vergroot hetbereik natuurlijk aanzienlijk en de organiserende verenigingwordt daarvoor ook financieel gesteund door de VVE. Om de2 jaar organiseert de VVE ook een “VVE-dag” waarop jongedoctorandi hun onderzoek kunnen voorstellen aan huncollega’s of aan academici van andere faculteiten: zij krijgendan ook feedback over hun onderzoek en een zekere exposure.Op die dag worden ook 2 wetenschappelijke artikels beloondmet de VVE-prijs, één voor een niet-gepubliceerde paper enéén voor een gepubliceerde paper. Sinds kort mogen diepapers ook in het Engels opgesteld zijn vermits we daarmeede internationale trend volgen.

    De VVE organiseerde vroeger nog een 2-jaarlijks economischcongres maar door het over aanbod aan dergelijke, vooralinternationale, fora en de moeilijk heden die we ondervondenom steun van het bedrijfsleven hiervoor te krijgen zoeken wenu een andere formule die terug meer weerklank zou kunnengeven aan het (bedrijfs-) economisch onderzoek in Vlaanderen.Het is daarbij tevens de bedoeling een verbindende rol te spelentussen academici, alumni, het bedrijfsleven en de politiek.

    WELKE ROL SPEELT EKONOMIKA ALUMNI (EA) IN DE VVE? EN WAT IS DE FUNCTIE VAN DEFACULTEITEN EN HUN RESPECTIEVELIJKEDECANEN?De VVE werd indertijd opgericht onder impuls van de Leuvenseeconomisten. EA heeft altijd een actieve rol gespeeld in deVVE en speelt die nog altijd: de congressen die door EA en dooronze faculteit georganiseerd werden, waren altijd de meestsuccesvolle. Maar zoals gezegd hebben die congressen hunbeste tijd gehad. We zoeken nu samen met de anderealumniverenigingen naar een nieuwe invulling van onze rol.Door de recente wijziging van de statuten is de rol van defaculteiten opnieuw belangrijker geworden in de VVE omdatgebleken is dat er nood was aan een formeel overlegorgaantussen de faculteiten economie.

    HOE ZIET U DE TOEKOMST VAN DE VERENIGINGVOOR ECONOMIE? WAT IS DE TOEGEVOEGDEWAARDE VOOR EKONOMIKA ALUMNI EN DE FEB?Bij de voorbereiding van de laatste statutenwijziging is geblekendat er gemeenschappelijke belangen waren tussen de faculteiten.Het komt er nu op aan dat draagvlak te concretiseren doorkennisuitwisseling, netwerking, gezamenlijke standpunten endoor het stimuleren van het wetenschappelijk onderzoek.Door de waarde van ons diploma op peil te houden en ookte verdedigen zal dit dan ook ten goede komen aan dealumni. Ook de alumniverenigingen moeten nu samen uitmakenhoe ze hun rol zien in de VVE.

    KAN U KORT UW PROFESSIONELE CARRIÈRE EN UW HUIDIGE PROFESSIONELE ACTIVITEITENSCHETSEN?Als voorzitter van de VVE was ik wel een uitzondering op de regeldat de voorzitter altijd een academicus moest zijn, mijn aca -de mische carrière was een beetje te kort om op dat labelaanspraak te kunnen maken: ik ben nl. maar 1 jaar assistentgeweest aan de faculteit FEB, na mijn studies in Chicago eindjaren ‘70. Sinds 1981 werk ik op de Nationale Bank, sinds enigejaren op het HR-departement. De NBB speelt op verschillendevlakken een belangrijke rol in het economisch en weten schap -pelijk onderzoek in Vlaanderen: dit is dan toch een beetje eenacademisch element in mijn loopbaan.

    16

    Alumni@FEB

    mailto:Alumni@feb

  • 17

    Barco streeft naar global leadershipin geconnecteerde visualisatie systemenvoor professioneel gebruik

    Barco is een bedrijf met een omzet van meer dan 1 miljard euroen is actief in drie hoofdmarkten: entertainment (50 %), enter -prise (29 %) en healthcare (21 %).

    Nico Van Herzeele: “In entertainment gaat het hoofzakelijk omdigitale projectie in cinema’s zoals bijvoorbeeld Kinepolis. Maar ook voor events is Barco zeer gekend, bv. voor alle beeldenen het projectiesysteem op het Eurovisiesongfestival, de optredensvan Adèle, ... Een andere markt waar er focus wordt gelegdbinnen entertainment is de retail & advertising waarbij wij displayszetten in de winkels. Op te merken valt dat wij omschakelen vanlamp-gebaseerde projectoren naar laser (fosfor) technologie endaarnaast in de retail & advertising markt hoofdzakelijk gebruikmaken van (flexibele) LED-technologie. Onze toestellen moetentop zijn: onze projectoren alsmede onze erbijhorende licht- enaudiosystemen. De klanten kiezen voor Barco omdat wij top -kwaliteit en topbetrouwbaarheid leveren, maar tegelijkertijd ookecologisch sterk zijn, bijvoorbeeld door onze energiebesparing.”

    “De tweede markt is die van de enterprise. Wij rusten heel veelmeeting rooms van bedrijven uit. Hier zijn wij gekend voor onze‘click share’ (button)-technologie. Maar we zijn vooral bekendvan de zogenaamde controlekamers waarbij ook de evolutievan LCD-gebaseerde (via LED) naar Laser-gebaseerde techno -logie naar voor komt. Enkele voorbeelden: de controle kamervan de Belgische spoorwegen die de Noord-Zuidverbinding ingoede banen leidt. Of de nieuwskamers van de VRT en deVTM. Maar we kijken ook steeds verder in de toekomst enblijven ons ook verder concentreren op virtual reality, waardoorwij voor engineering bureaus 3D visualisatie van bv. boord -platformen aanleveren, of virtual reality in 3D voor designers van auto’s.”

    “De derde grote markt is deze van de healthcare. Die is in volleontwikkeling. Het is onvoorstelbaar hoeveel van onze beeld -schermen en technologieën in bv. de ziekenhuizen worden gebruikt.

    “Het is inderdaad de bedoeling dat wij marktleider zijn en waar reeds het geval(digital cinema, healthcare) ook blijven in de markten waarin wij met onzetechnologieproducten en -diensten actief zijn”, zegt Nico Van Herzeele, IT DirectorCompetence Center Lead Business Enablement. “We zijn actief in meer dan 90 landen maar de headquarters blijven in België, hier in Kortrijk.”

    ALUMNI@WEST-VLAANDEREN

    mailto:ALUMNI@west-vlaanderen

  • Via de geavanceerde netwerkconnectiviteit is er bv. de mogelijkheidom in het operatiekwartier op interactieve (digitale) wijze meteen buitenlandse chirurg een operatie uit te voeren. Maar er isnatuurlijk ook nog de diagnostische beeldvorming, de chirurg ischeimagovorming en de interactieve patiëntenzorg (de behan delendearts die het hele dossier van de patiënt op zijn scherm kanoproepen) door middel van eenvoudige handelingen via eenzeer gebruiksvriendelijke user-interface. U zal niet noodzakelijkonze naam op deze toestellen vinden omdat wij hier samen -werken met grote leveranciers zoals General Electric, Siemens,Agfa Healthcare, Philips ... Heel wat visualisatietoestellen in hetziekenhuis AZ Groeninge in Kortrijk komen bv. van bij ons. We zijn gekend voor onze scherpte en hoge resolutie. In hetoperatiekwartier streven wij naar volledig geïntegreerde oplos -singen zonder kabels, want kabels zijn alleen maar potentiëlehaarden van infectie.”

    Barco werkt in totaal met ± 3.400 personen wereldwijd waarvanbinnen afzienbare tijd zo’n 1.250 op de nieuwe ‘One Campus’in Kortrijk.”

    Tot slot wou Nico Van Herzeele nog even ingaan op de vijf nieuwewerkwijzen die Barco heeft ingevoerd:

    “Één, er zijn geen vaste bureaus, alleen maar flex desks en welhome zones (preferred work environment fora). Ten tweede, zijnwij output and outcome driven, hetgeen betekent dat wij vertrouwengeven aan onze mensen en dat zij op een autonome wijze deaan hen gestelde doelstellingen (‘targets’) moeten halen. Ten derdehebben wij ook shared workspace, het zijn standaard uitgerusteworkplaces, hetgeen ook impliceert dat wij daar ook vanverwachten dat dit clean workspaces zijn, er wordt bv. niet gegeten aan de bureaus. En ook zeer belangrijk: wij willen‘powerful meetings’, waarbij wij basisregels en meeting tipshebben opgesteld om zo effectief en efficiënt mogelijk tevergaderen. Maar het belangrijkste is toch dat wij door deintegratie van onze koffieruimte en restaurant met de workspacesde interactie tussen onze mensen willen bevorderen. Omdat wijgeloven dat de meeste nieuwe en creatieve ideeën ontstaandoor interacties tussen mensen.”

    Fa Quix

    DE ‘ONE CAMPUS’ VANBARCO

    Sinds Koning Filip op 27 mei 2016 de nieuwe Barcohoofdkantoren in het President Kennedypark inKortrijk officieel opende, is de zogenaamde ‘One Campus’ van Barco de opvallende nieuwehoofdzetel van deze technologiereus.

    In het centrum van de campus staat ‘The Circle’een futuristisch ogend cirkelvormig gebouw in glas.Het is tevens het transparante icoon van Barco en neemt een centrale plaats in op de campus.Wanneer u als bezoeker in de buurt bent valt ditgebouw ongetwijfeld meteen op. Met een diametervan 75 meter en 25 meter hoogte is dit monumentaalgebouw een nieuwe landmark in Kortrijk geworden.

    ‘The Circle’ is samen met ‘The Lab’ en ‘The Pulse’een geheel van kantoren, meeting centers, onder -zoeks- en ontwikkelingsruimtes, demonstratie ruimtes,een auditorium, een filmzaal en een bedrijfs restaurant.De hoofdfunctie van het gebouw is een ontmoetings -plaats te zijn voor de werknemers en de bezoekersvan Barco. De niet-alledaagse ronde vormen ende interne verbindingen maken dat de werknemerselkaar meer tegenkomen. En dat creëert eenlevendige sfeer met uitwisseling van ideeën eninteractie van creativiteit. Immers, creatievemensen vormen de kern van het bedrijf.

    Alumni@FEB

    18

    mailto:Alumni@feb

  • Nood aan een eerlijk debat over globaliseringJonathan Holslag (VUB) gaf eind oktober in De Morgen forse kritiek op het huidigesysteem van globalisering. Hij schuwt daarbij de grote woorden niet. Zo steltHolslag met zekerheid dat de middenklasse eraan gaat.

    De aanleiding voor deze sombere toekomst voorspelling doorHolslag is een uitspraak van een Roemeense truckchauffeur inBelgië, die stelt dat hij zijn job haat en liever bij zijn kinderen wil zijn.Voor Holslag zijn dit de moderne slaven die onze globaliseringin stand houden. Zelf ben ik helemaal niet zo zeker of de modaleRoemeen zoveel slechter af is door die globalisering. Integen -deel zelfs. Sinds de val van de Muur is het reële bruto binnen -lands product per hoofd van de bevolking meer dan verdubbeld.België is in die periode met ongeveer een derde gegroeid.

    Het is wel zo dat in Roemenië het aandeel van de geproduceerdewelvaart dat naar lonen gaat, sterk gedaald is, van 75 procentin 1991 naar 45 procent in 2016. Maar die daling werd dusruimschoots gecompenseerd door de sterk gegroeide economie,waardoor de gemiddelde Roemeense loontrekkende in 2016nog steeds een kwart rijker is sinds de val van de Muur. In Belgiëis dat overigens bijna 30 procent, omdat het loonaandeel in die25 jaar nauwelijks afnam en nu nog steeds iets minder dan 60 procent bedraagt. Maar ook de gemiddelde Roemeen is inde globaliserende wereld dus beter af.

    Wat geldt voor de Roemenen, geldt nog veel sterker voor dehonderden miljoenen Chinezen die in een paar decennia uit debittere armoede zijn geklommen nadat hun economie werdopengesteld voor internationale handel. Dat is zonder meer eentopprestatie. Maar dat betekent niet dat de globalisering zonderfouten is. Zo is het transport van goederen sterk gestegen, watbelastend is voor het milieu. Die kosten zouden door de vervuilersmoeten worden betaald, wat voor het transport via vliegtuig ofboot nog lang niet voldoende het geval is.

    Een ander probleem is de sociaal-economische impact vanglobalisering. Globaal genomen is deze vaak positief, maar binnenéén land zijn er zowel winnaars als verliezers. De winnaars winnenmeer dan de verliezers verliezen, maar als verliezer heb je daarniet veel aan: je relatieve positie wordt slechter. Het is dan welmogelijk dat de winnaars de verliezers zouden compenseren éndat de winnaars nog steeds meer overhouden.

    Daarvoor is er dus solidariteit en herverdeling nodig, wat neerkomtop een faire belastingstructuur en een sterke sociale zekerheid.In een globaliserende wereld is het dan ook een stap in deverkeerde richting indien men die solidariteit en herverdeling zouafbouwen. Iedereen moet kunnen profiteren van de weldadenvan de globalisering. Dát zou dan ook het pleidooi moeten zijn:meer globalisering is nodig, op voorwaarde dat die gepaardgaat met een sterke solidariteit van winnaars met verliezers.

    Jonathan Holslag reageerde in een tweede opiniestuk in De Morgen op de bovenstaande repliek van mezelf en op eenopiniestuk van Peter De Keyzer, voormalig hoofdeconoom vanBNP Paribas Fortis. Wat opviel was dat Holslag deze keer welde grote woorden vermeed. Meer nog, wie de twee opinie -stukken van Holslag naast elkaar zou leggen, zou zich kunnenafvragen of ze door dezelfde persoon geschreven waren. Er wasniets in het tweede opiniestuk te vinden dat nog maar enigszinslijkt op een uitspraak als “de middenklasse gaat eraan” of “ik gruwvan deze globalisering”. Integendeel, ook Holslag erkent dat deglobalisering ons zeker baten heeft opgeleverd, maar hij wilgewoon nadenken om ze nog beter te maken.

    Toch had Holslag ook nu nog een paar kritieken die opmerkelijkwaren. Zo erkent hij dat Chinezen en Koreanen nu een hogerinkomen hebben, maar “de prijs die ze daarvoor betalen isgigantisch: vereenzaming, stress, depressies, zelfmoord neigingen”.Dat is een straffe stelling en het zou een belangrijk elementkunnen zijn in de kritiek op de globalisering en op economischegroei zoals die nu in de opkomende landen wordt gerealiseerd.Helaas onderbouwde hij deze straffe stelling nergens. En zelfheb ik hier nog niets over gelezen als zou dat een grootprobleem zijn en dat dat probleem zoveel groter zou zijn danvroeger. Ik ben echter geen expert terzake, enkel een geïnteres -seerde leek. Als Holslag hierover cijfers of degelijke studies kentdie inderdaad een negatieve evolutie kunnen aantonen, dan moethij hiernaar verwijzen, eventueel heel kort. Zoniet, dan zou hijals wetenschapper die uitspraken niet mogen doen.

    COLUMN ANDREAS TIREZ

    19

  • Alumni@FEB

    20

    En zelfs al zouden depressies en stress en andere psychischeziekten toegenomen zijn, dan nog moet je dat afzetten tegende baten die de sterk toegenomen welvaart gebracht heeft. Het isvolgens mij een straffe stelling dat mensen die in bitterearmoede leefden toch beter af zijn dan de huidige Chinezen enKoreanen. Ik kan dat maar moeilijk vatten.

    Holslag vindt ook dat Peter De Keyzer en ikzelf “de discussiezo dogmatisch voeren”. “Alsof elk voorstel om de globaliseringte verbeteren een populistisch plot is van de PVDA”, schrijft hij.Ook deze kritiek verrast. Zowel De Keyzer als ikzelf geven inonze kritiek immers duidelijk aan dat de huidige globaliseringgebreken vertoont en geven beiden aan hoe we dit zoudenkunnen verbeteren. Zo stelt De Keyzer bijvoorbeeld heel duidelijkdat er meer onzekerheid is omtrent jobs en dat mensen moetengeholpen worden om aan een job te geraken. “Ze verdienen denodig zorg en aandacht”, schrijft De Keyzer. Ik schuif dan weer naarvoren dat externe kosten (zoals vervuiling) moeten geïnternaliseerdworden (wat ik ook al eens schreef, als reactie op een studentvan Holslag die ten strijde trok tegen Pink Lady’s, geïmporteerdeappels). Overigens pleit nagenoeg elke econoom voor het“internaliseren van de externaliteiten”. Ik geef bovendien aan datde verliezers van de globalisering moeten gecompenseerdworden. En ook andere economen hebben deze forse kritiekop de globalisering al duidelijk geuit. Zo schreef professor PaulDe Grauwe tien jaar geleden al dat de milieukosten moetengeïnternaliseerd worden.

    Ik til persoonlijk relatief zwaar aan het feit dat Holslag zijn criticizoals De Keyzer en mezelf dogmatisch noemt. Op deze maniercreëert Holslag een stroman door je tegenstanders subtielbepaalde standpunten aan te wrijven die ze niet innemen. Het iseen oneerlijke manier van debatteren en is nefast voor hetpublieke debat. Anderzijds durf ik niet te beweren dat ik hetnooit gedaan heb of nooit zal doen. Het is zeer menselijk omhet te doen. Maar dat maakt het niet minder nefast. Het publiekdebat verdient beter.

    Het belangrijkste punt van mijn kritiek op Holslag is echter dathij te vaag blijft over wat hij dan wel wil veranderen, buiten hetinternaliseren (of vermijden) van externe kosten. Holslag zegtwel dat hij zijn alternatief voor een ‘betere’ globalisering wilverduidelijken, maar doet dat dan niet. Ik citeer Holslag uitvoerig:

    Maar laat me eerst verduidelijken wat ik bedoel met ‘beter’. Mijn uitgangspunt daarbij is altijd: hoe wil ik dat de wereld eruitziet waarin ik zelf oud word en waarin ik mijn kinderen zieopgroeien? Cynische zielen zullen misschien aanvoeren dat diteen overweging is voor watjes, voor mensen zonder realiteits -besef, mensen die niet doorhebben hoe darwinistisch dezewereld is. Wel, ik durf te stellen dat ik in mijn onderzoek steevastde vinger leg op het feit dat deze wereld een bijzonder akeligeplek is en dat we moeten vechten om onze veiligheid, onzewelvaart en onze waardigheid te handhaven.

    Maar waar ik niet in meega, is dat we in die strijd onze menselijk -heid moeten opofferen: dit is nét een strijd om meer menselijkheid.Dat is voor mij een rode draad door het werk van alle denkersover machtspolitiek heen, zoals Sun Tzu, Kautilya, Thucydides,Machiavelli: de leider mag nog zo schrander zijn in het bezigen

    van de macht, als hij het algemeen belang niet bevordert, het welzijnvan zijn mensen, gaat hij eraan. Macht zonder doel is opportunisme.

    Dit is geen verdui del ij king. Het is vaag heid troef. Een beteregloba li sering betekent voor Holslag dat “we onze menselijkheidniet mogen opofferen”, en dat “we het algemeen belang moetenbevorderen”. Hey, dat vind ik ook allemaal; en alle mensen vangoede wil samen met mij.

    Op het einde van zijn tweede opiniestuk gaat Holslag wel evenin op de essentie van het verschil in visie op globalisering invergelijking met Peter De Keyzer en mezelf, wanneer hij zichafvraagt waarom lokaal produceren zo slecht zou zijn enwanneer hij pleit voor een meer zelfredzame economie met kortereketens. Opnieuw wordt er hier gebruik gemaakt van een stroman,gezien noch ik, noch De Keyzer, tegen een lokale economiepleiten. Globalisering betekent immers niet dat het allemaal perse elders moet geproduceerd worden. Het betekent wel dat debarrières voor vrijhandel zoveel mogelijk weggenomen wordenen dat het dus elders kan geproduceerd en ingevoerd wordenof hier kan geproduceerd en uitgevoerd worden (en als de theorievan de comparatieve voordelen klopt, zal dat effectief ookdeels gebeuren). Het is dan aan de markt, lees: de consumenten,om te kiezen, idealiter met alle externe kosten geïnternaliseerd,van wie ze koopt. Daar is geen waarde-oordeel over nodig.

    Maar ook hier blijft Holslag veel te vaag. Hij schrijft: “De essentieis dus dat we opnieuw meer op eigen kracht voorzien in deessentiële behoeften en dat we met de globalisering vooraluitwisselen wat ons bijzonder maakt op het gebied van stijl, smaak,cultuur, wetenschap en technologisch vernuft.”

    Het is één zinnetje, maar er schuilt volgens mij een grondigandere visie op globalisering achter, dan die van bijvoorbeeldPeter De Keyzer en mezelf. En dat is legitiem, zelfs interessant.Mijn kritiek is echter dat Holslag deze grondig andere visie nietuitwerkt. Het is dus voor mij gissen waarom hij die andere visieheeft, wat hij er precies mee bedoelt en hoe hij dat wil implemen -teren. Om een voorbeeld te geven: betekent dit dat we zelfredzaammoeten zijn wat betreft voedselproductie (toch een essentiëlebehoefte)? Zo ja, dan roept dit heel wat vragen op, zoals: is ergeen of enkel beperkte invoer mogelijk (en welke producten welen welke niet)? Ook geen uitvoer? Van wie wel en niet eventueelinvoeren? Waarom is dit nodig? Hoe ga je dat in EU invoeren?Aantal antwoorden op deze vragen: nul.

    Kortom, ik vind het debat over globalisering nuttig, omdat ereffectief verbeteringen mogelijk en nodig zijn. Ik denk echter nietdat het debat goed gevoerd kan worden zoals Jonathan Holslagdit nu doet. Ik stel voor de grote woorden te schuwen, straffestellingen beter te onderbouwen, geen stromannen te gebruikenen, vooral, precies aan te duiden wat je wil veranderen aan dehuidige globalisering en waarom en hoe je dat wil. En wie weetgeef ik Holslag aan het einde van de rit wel gelijk ...

    Andreas Tirez

    mailto:Alumni@feb

  • 21

    Verrassend om vast te stellen dat sommige sociaaleconomische uitdagingeneigenlijk al ruim een eeuw meegaan in dit land. Zoals het uitstelgedrag om denoodzakelijke structuurhervormingen door te voeren. Dat was al zo in de jaren ‘30na de Grote Depressie. En dat was zelfs zo in de zogenaamde gouden jaren ‘60.“Kom in dit land nooit met iets nieuws op de proppen, want dat wordt nietbeloond”, zo waarschuwde premier Theo Lefevre toen al. Het is dus vermetel te verwachten dat in dit nu vele malen complexere land grote hervormingenmogelijk zouden zijn. Dat is in grote mate de teneur van het zeer lezenswaardigeboek ‘Het Gestolde Land’ (*) van professor Erik Buyst, gewoon hoogleraareconomische geschiedenis aan de faculteit FEB van de KU Leuven, en van Kristof Smeyers, cultuurhistoricus die o.m. aan de universiteit van Oxford en de Nationale Bank van België werkte.

    BOEKONOMIKAHET GESTOLDE LAND: EEN ECONOMISCHEGESCHIEDENIS VAN BELGIË

    Uit het boek leren we alleszins dat de geschiedenis vaak eengrotere én langere impact heeft dan we denken. En dat wesommige kwesties al veel langer meesleuren dan we denken.Toen ons land in 1914 in de Eerste Wereldoorlog werd getrokken,was het de vijfde grootste economie ter wereld. Wallonië waszelfs de derde rijkste regio ter wereld. Vόόr 1914 stond Belgiënog symbool voor de veerkracht van de vrijhandel en het

    potentieel van de moderne industrie. Maar de oorlog had deindustrie nagenoeg volledig verwoest en de economie groten -deels lamgelegd. Dat verwerkingsproces verliep moeizaam, enzou ruim dertig jaar duren. Voormalig Premier Paul Van Zeeland(premier van 1935 tot 1937) had blijkbaar ook de illusie vansnelle grote hervormingen na een tijdje opgegeven. Het boekdaarover: “Dat verwerkingsproces ging bovendien gepaard metenkele cruciale evoluties die de fundamenten legden voor detransformaties na de Tweede Wereldoorlog: de latere premierPaul Van Zeeland beschreef die periode voor het land als ‘eenreeks pogingen tot volwassenwording’. Daarmee bedoelde hijdat de karaktertrekken van het naoorlogse België een langevoorgeschiedenis kenden. Zowel concepten als gemengdeeconomie, als communautaire kwesties en de sociale zekerheidvan na 1945 hadden hun wortels in dat woelige interbellum, in dat Belgische verwerkingsproces.”

    Maar ondanks die pogingen tot transformaties, zagen we tochvooral het probleem van de inertie en het uitstelgedrag toen alopdoemen. Buyst en Smeyers daarover: “Want bovenal zadeldehet trauma van de wereldoorlog België op met een drang naarstatus-quo. De oorlog had de poten onder de economieweggezaagd. Het land stelde zijn ambities noodgedwongen bij.Kristof Smeyers Erik Buyst

  • Alumni@FEB

    22

    Honderd jaar later heeft het land te kampen met enkelehardnekkige clichés, zoals dat ‘Belgisch compromis’. Zij zijn hetresidu van de geschiedenis. Het zijn deze Belgische clichés diein dit boek worden blootgelegd. Zij gaven het economischspeelveld vorm. Maar zij stolden ook het economisch beleid,net in een eeuw dat de wereldeconomie met zevenmijlslaarzende toekomst in sprong.”

    En het boek is ook interessant en nuttig om één en ander terelativeren in de huidige context. Daartoe is zeker het eerstehoofdstuk ‘In het oog van de storm 1919-1944’ bijzonderverhelderend. Is er anno 2016 veel sociale onrust, met o.a.betogingen en stakingen tegen het regeringsbeleid? Sommigebronnen gewagen van niet minder dan 14 sociale conflicten(betogingen en stakingen) sinds deze regering Michel I aan demacht is (sinds oktober 2014). Veel? In 1919 alleen al telde hetland 366 stakingen, gemiddeld dus één élke dag.

    Een andere parallel met vandaag vinden we bij de vermaardesocialistische voorman Hendrik De Man van de BelgischeWerkliedenpartij BWP. Reeds in 1921 hield hij een pleidooi tenvoordele van het Duitse volk, en dat in een sfeer van revanchismetegen de voormalige oorlogsvijand. De Man argumenteerde dateen stabiel en levensvatbaar Europa niet kan bestaan “waarinhet Duitse volk tot een eeuwige armoede, een eeuwige uitstotingen een eeuwige vernedering veroordeeld zou zijn”. Hij werduitgejouwd. De voorzitter van de BWP Emile Vandervelde liethem weten: “Gij hebt gelijk, maar de massa is nog niet in staatdit in te zien”. Trekken we dit door naar de Brexit, de uitstap vanhet Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, dan doemendezelfde revanchistische gevoelens, langs beide zijden, op. Het zorgt ervoor dat we afstevenen op een ‘hard Brexit’ dat een substantieel negatieve impact zal hebben op de groei enwelvaart in de EU, maar méér nog in Groot-Brittannië. De rationelepleidooien voor een ‘soft’ of een ‘smooth’ Brexit vallen voorals -nog op een koude steen.

    En ook onze hoge staatsschuld is niet van gisteren: die bedroegin 1921 nagenoeg 140% van het bruto nationaal product.Sindsdien voert ons land een ‘eeuwigdurend gevecht’ om ditsubstantieel omlaag te krijgen. Het ligt nog altijd boven de 100%.

    Het interbellum zag ook het communautaire voor het eerstprominent opduiken in het economisch debat. “Zo stelde mendat de rijkdommen van de overwegend Vlaamse middenstandwerden overgeheveld naar de Brusselse en Waalse grootindustrie en financiële kringen.” (1926)

    En dan nog een les uit de jaren ‘30 voor vandaag. De crisis dievolgde na de beurscrash van 1929 zette de vrijhandel op dehelling. Ook toen was België een open uitvoereconomie en deprotectionistische koerswijzigingen in de rest van de wereldhadden dus zeer nadelige gevolgen voor onze uitvoer en vooronze industriële productie die in de eerste maanden van 1930al met een vierde gedaald was. Laat ons hopen dat het met hetprotectionisme van Trump niet zo’n vaart zal lopen …

    Elk van de vijf hoofdstukken na dit eerste zijn bijzonder leerrijk(Het Belgische mirakel (1944-1958), Arme staat, rijke burger(1959-1973), De zieke man van Europa (1973-1989), Een pluseen is een (1989-1999) en Het Grote Gelijk (1999-2015)). Veel grote namen passeren de revue zoals de reeds genoemdePaul Van Zeeland en Hendrik De Man, maar ook GastonEyskens, Achiel Van Acker, Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene,Guy Verhofstadt, en nog zovele meer en hun specifieke rol inde sociaaleconomische ontwikkeling van ons land.

    Het boek leest heel vlot – als een trein – maar laat dit nu netmisschien het enige minpuntje zijn: soms verlies je daardoor hetoverzicht in een bepaalde periode. Enkele schemaatjes, bv. overde regeerperiodes, met bv. welke regeringen, in elk hoofdstukhadden zeker tot dat overzicht kunnen bijdragen.

    Maar dat neemt niet weg dat iedere economist dit boek ‘Het Gestolde Land’ eigenlijk gelezen zou moeten hebben wilhij/zij met kennis van zaken meepraten in het actuele sociaal -economische debat van vandaag.

    Fa Quix

    (*) Het Gestolde Land, een economische geschiedenis vanBelgië, Erik Buyst en Kristof Smeyers, Uitgeverij Polis, 512 p.,

    24,95 €, ISBN 978-94-6310-137-0

    mailto:Alumni@feb

  • 23

    “A physicist, a chemist, and an economist had to complete achallenge. They were all given a barometer – which measuresair pressure – and the challenge was to measure the height ofa building. The physicist said “no problem, that’s so easy”, and hetook the elevator to the top of the building, threw the barometeroff the roof, and timed its descent to ground. With a simplecalculation he measured the height of the building. Then thechemist. “Easy, no problem”, he said, and measured the airpressure on the ground, took the elevator to the top, measuredthe air pressure again, and used his measures to calculate theheight of the building. At last, the economist. “Easy” he said,and he went to the janitor and told him that he could have “this nice and accurate barometer”, if he told the economisthow tall the building is.”

    Hal Varian – born in the United States (Ohio, 1947) – opened hislecture with this little anecdote. He used this story to clarify the core task of economists: studying incentives. Accordingly, he claimed that when technology can improve the measurementof incentives, this would enrich the profession. And who can better

    tell about incentives, information, and technology than Google’scurrent Chief Economist? Hal Varian obtained his BSc. in Economicsfrom MIT, his MA in Mathematics, and PhD in Economics bothfrom the University of California Berkeley, after which he taughtand published extensively in micro and information economics.He is Google’s Chief Economist since 2007. He focused on the role of computers and outlined four opportunities providedby computer mediated transactions.

    1. DATA EXTRACTION AND ANALYSISHal Varian argued how Google Trends can help businesses andeconomists with collecting data. This software provides data onwhen and where a certain search term is entered into Google.One can easily check in which period and in which country orstate people look for particular products or information. GoogleTrends is publicly available on trends.google.com.

    Besides data extraction, Google Trends is valuable for analyseswhen one finds strong correlations between specific searchterms and particular events. When (unobservable) event A isaccompanied with an increase in search term B, indicators canbe improved and powerful predictions made. Unemploymentfigures, for instance, are used as indicator for recessions.However, unemployment data is often based on unemploymentbenefit applications, whereas people wait some months afterbecoming unemployed to apply for benefits. Based on historicaldata, Hal Varian showed that search terms related to unemploymentbenefits are much better indicators for recessions. The searchterms of today, tell something about yesterday or tomorrow. He referred to this technique as “nowcasting”: predicting thepresent and the near future.

    2. CUSTOMIZATION AND PERSONALIZATIONGoogle Trends can also facilitate data management for specificresearch questions. A producer of mobile phones approachedGoogle with the question whether it should emphasize in theiradvertisements that their phones are produced in the US.Subsequently, a survey was held throughout the country, and onefound that states were quite heterogeneous in their preferencefor “US made” products. A clear understanding of the underlyingdifference was however hard to find. Accordingly, Google Trendswas used to see which Google search terms were the bestpredictors of the survey response. The words “Chevrolet”,“firearms”, and “country music” had apparently the highestcorrelation with the survey response. That is, rank the statesaccording their survey response and search terms, than thesewords had the highest correlation: People from ratherconservative states want US made products.

    On October 4, Hal Varian gave the first Econopolis Chair Lecture.Faculty members and KU Leuvenalumni gathered in the Max WeberAuditorium to learn from Google’sChief Economist. Hal Varian gave avibrant and eye-opening speech on the role of computers in economictransactions.

    Hal Varian“Computer Mediated Transactions”

    ECONOPOLIS CHAIR LECTURE

  • Education@FEB

    3. EXPERIMENTATION AND CONTINUOUS IMPROVEMENTSoftware can help improving one’s experiments or analyses. For instance in determining the direction of causality. Considerthe following problem. A marketing manager is interested in theeffect of advertisements on sales. However, how does he knowwhether the advertisements works when the business onlyadvertises in the important seasons? Hal Varian suggested thatsoftware can help to train a model based on historical data, and to simulate sales figures after advertisements during pastperiods without advertisements. This gives the manager aninsight in the effects of marketing.

    4. CONTRACTUAL INNOVATION (ENFORCE CONTRACTS)Finally, Hal Varian argued how computers may help to improvecontracts. For instance, the old model of advertising was: “You payme to show your advertisement, and some people might cometo your store”. Whereas the new model became: “I will showyour advertisement to some people, and you only pay me forthose who actually went to your store”. Another example is thereduction of transaction costs. For taking a taxi, for instance.The taxi driver does not know whether you are going to pay,and you do not know whether the driver uses the fastest route.Computers – for instance as used by Uber – can decreasethese transaction costs.

    ACADEMIC APPLICATIONHal Varian’s examples stem from business applications anddemands encountered at Google. But what may Google Trendsmean for Academia? Is it an acceptable source for data, for instance,measuring public attention? When we insert “Google Trends” in “Google Scholar” (the irony) we find hundreds academicpapers – from epidemiology to politics – that use Google Trendsas research tool. It is used for example to measure marketsentiment in “Tweets, Google Trends, and sovereign spreads in the GIIPS”, whereas “Google trends: a web-based tool for real-time surveillance of disease outbreaks” claims that GoogleTrends can detect flu outbreaks seven till ten days earlier thanconventional systems. It seems that Google Trends found itsway in academic research as well.

    The stories, examples and figures Hal Varian used during hislecture were fascinating and convincing. No one doubts theconvenience and importance of the computer for statistical andeconomic analyses, but the Chief Economist shared his viewsin a compelling manner. Hal Varian received the KU LeuvenMedal of Honour in the Humanities and Social Sciences for hisexceptional academic work.

    Sebastiaan Wijsman

    t weare ghT

    yenhW

    erves nY it Ed aiu dok yro

    ouy

    enttogror f

    kroer wttebeunitnot c- i

    t weare ghT

    detcennoy cat. Sdlrog wnion toissir muf ot oras ps ae

    erves nY it Ed aiu dok yro

    td ad aliuo b

    enttogror f

    mailto:Education@feb

  • Het VBO, de KU Leuven en de UCL hebben op 6 oktober 2016 plechtig de Leerstoel‘Belgian Business Champions’ boven de doopvont gehouden. Met deze Leerstoel willende betrokken organisaties meer aandacht schenken aan bedrijven die succesvolomgaan met strategische en maatschappelijke uitdagingen en meer internationalezichtbaarheid geven aan deze succesverhalen. Prof. Luc Sels (decaan van de FaculteitEconomie en Bedrijfswetenschappen (FEB) van de KU Leuven) en Prof. Pierre Semal(UCL) zullen de titularissen worden van deze Leerstoel en willen studenten uit beideuniversiteiten de kans geven om uit deze verhalen te leren.

    Leerstoel ‘BelgianBusiness Champions’

    Deze Leerstoel wil een reeks seminars organiseren waar CEO’svan groeiende en succesvolle Belgische ondernemingen (ofdochtermaatschappijen van internationale bedrijven) aantonenhoe zij hun bedrijf in een nieuwe richting gestuurd hebben.Die nieuwe richting kan zijn op het vlak van management,strategie, innovatie, overnames, ... Daarnaast zullen heel watBelgische cases besproken worden die betrekking hebbenop deze voorbeelden, en dit als ‘Harvard-type’ business cases.Op deze manier hopen de drie organisaties dat de casesinternationaal enige weerklank kunnen krijgen.

    Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO:“Er bestaan vandaag weinig of geen ‘Harvard type’ businesscases over Belgische succesverhalen, ook al hebben wij weleen aantal kampioenen onder onze Belgische bedrijven. We willen een platform geven aan succesvolle CEO’s om hunkennis te delen met Belgische studenten uit de economischeen bedrijfswetenschappen.”

    Luc Sels, decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfs weten - schappen aan de KU Leuven: “Studenten moeten de kanskrijgen om zich in te leven in de complexe dilemma’s waarmeebedrijfsleiders geconfronteerd worden op strategische kantel -momenten. Een goede business case is daartoe het besteinstrument. Door cases van Belgische bedrijven te gebruiken,geven we hen het gevoel dat succesverhalen ook hiergeschreven kunnen worden. Dat is belangrijk voor de ambitievan onze studenten, maar ook voor de toekomst van onsbedrijfsleven.”

    Pierre Semal, vice-decaan internationale aangelegenhedenvan de Louvain School of Management aan de UCL: “Wat hetproject ook mag zijn, als men wil slagen, is het echt nood -zakelijk om goed zijn sterktes en zijn zwaktes te kennen. De performante Belgische bedrijfsleiders zijn de beste getuigenom aan onze studenten uit te leggen wat onze troeven zijnvandaag, hoe ze naar waarde te schatten en waar ze aandachtaan moeten schenken. Wij gaan dat naar de studenten toe

    o.a. invullen met het seminarie on current economical,managerial and political issues.”

    Rik Torfs, rector van de KULeuven, verheugde zich, in zijngekende flegmatieke stijl met onderkoelde humor, over dezenieuwe Leerstoel en wel om meerdere redenen. Hij begonmet te stellen dat hij niet zoals de andere sprekers met eenPowerpoint-presentatie ging werken: “Ik heb geen powernoch point”, maar deelde vooral het optimisme dat vanuitdeze Leerstoel wordt ‘gepredikt’, hetgeen dicht aanleunttegen zijn vakgebied.

    25

    Decaan Luc Sels en Philippe Lambrecht (VBO)

    Pieter Timmermans (VBO), Rector Rik Torfs en Michèle Sioen (VBO)

  • Education@FEBEducation@FEB

    “We kunnen beter maar wat optimistisch zijn in onze samen -leving. België en Europa missen dit en het is net dat optimismedat we nodig hebben om er iets van te kunnen maken. En metdeze Leerstoel mikken we niet op de halve finale, op eenbronzen medaille, nee we gaan meteen voor de absolute glorie.”

    Rector Torfs hoopt dat deze Leerstoel er ook toe zal bijdragenom mensen ondernemend te maken. Bovendien vindt hij dehernieuwde samenwerking over de taalgrens heen met deUCL een absoluut pluspunt: “De taalgrens mag geen ijzerengordijn worden, erger dan een landsgrens. Deze VBO-Leerstoelbewijst dat we een gemeenschappelijke taal spreken, de taalvan de innovatie. Bovendien is deze Leerstoel de uitdrukkingvan een gemeenschappelijke visie op de toekomst, ook oplangere termijn. Hiermee proberen we het dagdagelijkse vande ‘politique politicienne’ te doorbreken en te werken aan eenduurzame toekomst, een lichtend pad te zijn, zoals de linkseguerrillabeweging in Peru waarvan sommigen in deze zaal ineen illuster verleden misschien nog fan van zijn geweest”,sloot rector Rik Torfs met een kwinkslag af.

    Ook UCL-rector Vincent Blondel reageerde in dezelfde zinover deze leerstoel. Hij is blij over zowel het gekozen themaals de samenwerking tussen UCL en KU Leuven. Hij beklem -toonde dat de UCL een groeipool is in Waals-Brabant, en bijgevolgvoor heel Wallonië. “De UCL en de eraan verbonden zieken -huizen stellen 1 % voor van de economie van Wallonië /Brussel. De UCL heeft ook van in het begin gemikt op de valorisatie van de kennis door de oprichting van eenwetenschapspark waarin duizenden jobs werden gecreëerd.Eén voorbeeld: IBA dat wereldleider is geworden in de medischetechnologie, meer bepaald de protontechnologie. We willendie succesverhalen ook ruimer naar de buitenwereld meehelpen verspreiden. Dankzij deze Leerstoel ‘Belgian BusinessChampions’ zal dit ook mogelijk worden.”

    Fa Quix

    mailto:Education@feb

  • 2727

    Vrijdagnamiddag 30 september 2016. De eerste weekvan het nieuwe academiejaar zit er op. Terwijl Leuvenlangzaam leegloopt, vult de universiteitshal zichmet het kruim van de Belgische verzekeringswereld.Allen hebben ze één zaak gemeen: deze actuarissenbehaalden hun diploma aan de KU Leuven. Voorsommigen is dit diploma nog kraakvers, anderenkunnen dankzij hun zilveren lokken niet verbergendat hun KU Leuven-tijd al tot een iets verder verledenbehoort. Een bonte mix van jong en minder jong kwameen namiddag luisteren, bijpraten en netwerken.

    De jaarlijkse alumni-activiteit, georganiseerd door Alumni &Friends Actuariaat Leuven, is dit jaar extra speciaal, want het75-jarige bestaan van de vakgroep wordt gevierd. Het is eenkleine vakgroep, die in 1941 werd opgericht. ‘Een kind van zijntijd,’ aldus decaan Luc Sels in zijn speech, ‘typerend dat eenopleiding in verzekeringen wordt opgericht in volle oorlogstijd,een tijd van crisis en onzekerheid. En laat nu net onzekerheidspek voor de bek van de actuaris zijn.’ Ook voor rector Torfsis de balans tussen zekerheid en onzekerheid één van dekenmerken die het actuariaat typeert, want ‘welke mate vanzekerheid is leefbaar?’ vroeg hij zich openlijk af tijdens zijnvoordracht. ‘We zijn constant op zoek naar zekerheid, maar eencomplete zekerheid, zoals de dag van je overlijden kennen, zou onleefbaar zijn.’ Een moeilijk evenwicht dat ook het beroepvan actuaris karakteriseert, aldus Torfs.

    Er werd niet enkel achterom gekeken op de viering, prof. KatrienAntonio wierp al een blik op de toekomst van het actuariaat.‘Een actuarieel onderwijsprogramma, dat wordt gevoed, opgetilden gestuwd door een onmisbare companion: een rijke, actieveen visibele onderzoeksagenda. En omgekeerd. Dit samenspelleidt er toe dat de overlevingskans (waarover in de titel wordtgesproken n.v.d.r.) erg dicht bij 1 mag uitkomen.’ Ambitieuzewoorden, waaruit we enkel maar kunnen afleiden dat de toekomstvan het actuariaat verzekerd is.

    Ook lovende woorden ontbraken niet op de viering. En dat opverschillende fronten. Vooreerst voor de vakgroep, die door decaan

    Sels werd beschreven als ‘een kleine kern, maar met veel meerimpact dan de headcount zou doen vermoeden.’ Daarnaastook voor actuarissen, niets minder dan ‘herauten van de menselijkegoedheid’ volgens rector Torfs. Een logisch gevolg van alleberekeningen, die helpen tot de generositeit, aldus Torfs. ‘Als wegeen cijfers hebben, weten we niet wanneer we genereus zijn.Actuarissen scheppen een kader waarbij we kunnen zeggenwanneer we meer doen dan normaal.’ Een redenering waarmenig aanwezige zich leek in te herkennen, getuige de glimlachop ieders gezicht.

    Ten slotte waren er ook lovende woorden voor professor-emeritusMarc Goovaerts bij zijn aanstelling tot zevende verdienstelijk KU Leuven actuaris: een oude traditie die enkele jaren geledenopnieuw van onder het stof werd gehaald door de alumni-vereniging. Volgens prof. Jan Dhaene was de keuze voor MarcGoovaerts snel gemaakt. ‘Hoewel de voorgaande verdienstelijkeKU Leuven actuarissen allen mensen uit de praktijk waren, was al vrij snel duidelijk dat Professor Goovaerts deze titel meerdan wie dan ook verdiende bij deze vijfenzeventigjarige viering,zowel voor zijn impact op het actuarieel onderwijs aan KU Leuven en daarbuiten, als op de internationale erkenningvan de onderzoeksgroep. Naast een vermaard academicus, is hij o.a. ook stichtend redacteur van ‘Insurance: Mathematicsand Economics’, één van de belangrijkste actuariële wetenschap -pelijke tijdschriften.’ Een gedachte die Prof. Dr. Omer Gebizliogluvan de Universiteit van Ankara, promotor van het eredoctoraatvan Marc Goovaerts aan diezelfde universiteit, tijdens zijn laudatiomeer dan bevestigde.

    Het officiële gedeelte van de viering werd afgesloten door gastprof.Dominique Beckers, mede-oprichter van Alumni en FriendsActuariaat Leuven, die het nieuwe boek ’75 jaar actuariaat aanKU Leuven’ voorstelde, een bundel vol reflecties over het heden,het verleden en de toekomst van het actuariaat in Leuven. Met de nieuwe publicatie onder de arm, werd tijdens deafsluitende receptie en walking dinner het glas geheven op devoorbije 75 en de komende 25 jaar actuariaat in Leuven.

    Saar Dhaene

    Pr (X ≥ 100 jaar | X ≥ 75 jaar)De actuariële opleiding aan KU Leuven bestaat 75 jaar. De actuariële onderzoeksgroep maakt

    zich sterk dat bovenstaande kans, wat de opleiding tot actuaris betreft, zeer dicht bij 1 ligt.

  • 28

    INTRODUCTIONYou don't have to live a hundred years to see yourworld change into something unrecognizable. For these days, many things that young people oncetook for granted are in danger of becoming a luxury,most notably security, freedom of movement, andemployment. Those who were born after the Cold Warhave never known a Europe where they had to queue toenter a railway platform or to cross a national border. They couldalways travel quite a distance before having to change money,apply for a visa or show their ID. They could study, work, live andshop wherever they wanted throughout most of the continent.

    Nowadays however, some people think that a Europe where allof this is impossible is more desirable. After all, without theSchengen area, we can stop terrorists from entering our country,and we can stop foreigners from freeloading on our socialsecurity system. Without the common currency, our economiesw