Eindhoven University of Technology MASTER Verticale ... · Het is de bedoeling dat mede aan de hand...

91
Eindhoven University of Technology MASTER Verticale voorspanning in hoogbouw onderzoek naar de toepasbaarheid van verticale voorspanning ter verbetering van het statisch en dynamische gedrag van hoogbouw Hoekstra, J.W.J. Award date: 2003 Link to publication Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

Transcript of Eindhoven University of Technology MASTER Verticale ... · Het is de bedoeling dat mede aan de hand...

  • Eindhoven University of Technology

    MASTER

    Verticale voorspanning in hoogbouwonderzoek naar de toepasbaarheid van verticale voorspanning ter verbetering van hetstatisch en dynamische gedrag van hoogbouw

    Hoekstra, J.W.J.

    Award date:2003

    Link to publication

    DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.

    General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

    • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

    https://research.tue.nl/nl/studentthesis/verticale-voorspanning-in-hoogbouw(9f2e4c24-7a6c-47b6-928c-1d1a93e02b56).html

  • TU/e

    Ontwerp referentie stabiliteitsconstructie

    Onderwerp : Ontwerp van een niet voorgespannen referentie van de

    : stabiliteitsconstructie, kern en gevelbuis.

    Datum : 4 juli 2003

    Student : Jan Willem Jouke Hoekstra

    Studentnummer : 495489

    Capaciteitsgroep : Constructief Ontwerpen

    Privé adres : Weerestein 71

    : 3632 WZ Loenen aan de Vecht

    : 0294 23 43 69

    Afstudeeradres : Van der Vorm engineering

    : Planetenbaan 67

    : 3606 AK Maarssen

    : 0346 56 00 24

    Afstudeercommisie : Prof. Ir. C.S. Kleinman, hoogleraar betonconstructies TU/e

    : Prof. Dr. Ir. J.G.M. Kerstens, hoogleraar mechanica TU/e

    : Ir. A.F.H.M. Melssen, Directeur van der Vorm engineering

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    2

    INHOUDSOPGAVE

    1. INLEIDING 4

    2. NOTATIES EN EENHEDEN 5

    3. ALGEMEEN 8

    3.1 Gewichtsberekening 8

    3.2 Windbelasting 9

    4. STABILITEITS KERN 13

    4.1 1e en 2e orde berekeningen 13 4.1.1 Buigververvorming kern 14 4.1.2 Rotatie fundering 20

    4.2 Dynamische responsie 28

    4.3 Torsie 31

    4.4 Overzicht materialisering en resultaten 33

    5. GEVELBUIS 38

    5.1 Algemeen 38

    5.2 1e orde berekening 39 5.2.1 Conclusies 61 5.2.2 Optimalisatie dimensionering 64

    5.3 Dynamische responsie 73 5.3.1 Eigenfrequentie 73 5.3.2 Versnelling 78

    5.4 Overzicht 80

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    3

    6. NAWOORD 82

    7. LITERATUUR 83

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    4

    1. INLEIDING

    In eerste instantie heb ik voor mijn afstuderen een studie gemaakt van de invloed(en) van/ op

    verticale voorspanning. Om de verticale voorspanning in een bestaand hoogbouw ontwerp te

    testen is een kantoorgebouw in Amsterdam Zuidoost gekozen met een hoogte van 140 meter.

    Het is uiteraard belangrijk om de voordelen van verticale voorspanning te kunnen onderscheiden

    van een “niet” voorgespannen constructie vandaar dat ik een referentie heb gemaakt van hetzelfde

    gebouw dat hierboven is genoemd. De uitwerking van deze referentie wordt beschreven in dit

    verslag.

    De verticale voorspanning is voornamelijk bedoeld om een positief effect te hebben op het

    stabiliteitssysteem vandaar dat bij deze referentie vooral is gekeken naar de stabiliteit met aanvulling

    van trillingseisen. Het is daarnaast de bedoeling dat de berekeningsmethode die hierin worden

    gebruikt ook worden gebruikt bij het berekenen van de voorgespannen constructie, uiteraard met

    de juiste aanpassingen om de invloed van de voorspanning te verwerken.

    De eerste gedachte hoe dit verslag vorm te geven was om slechts een korte toelichting te

    schrijven bij de gebruikte formules en gemaakte berekeningen. Uiteindelijk heb ik besloten om

    toch een uitgebreider verslag te maken hoewel een groot deel daarvan voor iemand met een

    constructieve achtergrond niet nieuw zal zijn.

    Het is de bedoeling dat mede aan de hand van dit verslag het tussen colloquium zal worden

    gehouden waarna ik me zal richting op her toepassen van verticale voorspanning in het ontwerp.

    Maarssen,

    17 Februari 2003

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    5

    2. NOTATIES EN EENHEDEN

    A = Oppervlak doorsnede [mm²] of

    [m²]

    Ab = Oppervlakte betondoorsnede [mm²]

    Ap = Oppervlakte voorspanstaal doorsnede [mm²]

    As = Oppervlakte wapeningsstaal doorsnede [mm²]

    a = Versnelling [m/s²]

    b = Breedte doorsnede [mm]

    C = Rotatiestijfheid (fundering) [kN/m’]

    D = Dempingsfactor [ - ]

    d = Nuttige hoogte, betondoorsnede [mm]

    H = Gebouw hoogte [mm]

    h = Hoogte doorsnede [mm]

    Eb = Elasticiteitsmodulus beton [N/mm²]

    Ep = Elasticiteitsmodulus voorspanstaal [N/mm²]

    Es = Elasticiteitsmodulus wapeningsstaal [N/mm²]

    EI = Buigstijfheid [Nmm²]

    fb = Betontreksterkte [N/mm²]

    f’b = Betondruksterkte [N/mm²]

    fbm = Gemiddelde treksterkte van beton [N/mm²]

    fbr = Scheursterkte beton [N/mm²]

    f’ck = Kubusdruksterkte van beton [N/mm²]

    fp = Treksterkte voorspanstaal [N/mm²]

    fs = Treksterkte betonstaal [N/mm²]

    fe = Eigenfrequentie (eerste) [Hz; 1/s]

    FE = Eulerse knikkracht [kN]

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    6

    FPW = Werkvoorspankracht [kN]

    Fp = Aanvang voorspankracht in voorspanstaal [kN]

    GA = Afschuifstijfheid [kN]

    k = Veerstijfheid [1/m]

    n = Factor 2e orde effect [ - ]

    ns = Factor E-modulus wapeningsstaal/ E-modulus beton [ - ]

    np = Factor E-modulus voorspanstaal/ E-modulus beton [ - ]

    N’d = Normaaldrukkracht [kN]

    N’b = Normaaldrukkracht in beton [kN]

    m = Massa [kg]

    me = Meewerkende massa (voor bepaling eigenfrequentie) [kg]

    Me = Vloeimoment van het beton [kNm]

    Mr = Scheurmoment van het beton [kNm]

    Mu = Uiterst opneembaar moment van betondoorsnede [kNm]

    Mw = Moment ten gevolge van de windbelasting [kNm]

    Pwind = Gelijkmatig verdeelde windbelasting [kN/m²]

    qwind = Gelijkmatig verdeelde lijnlast [kN/m’]

    xu = Hoogte betondrukzone [mm]

    z = Hefboomsarm inwendig beton [mm]

    α n = Factor aanwezige normaalkracht/ uiterst opneembare normaalkracht [ - ]

    α p = Factor aanwezige voorspankracht/ uiterst opneembare normaalkracht [ - ]

    δ = Vervorming [mm]

    εb = Rek van beton in doorsnede [ - ]

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    7

    εs = Rek van wapeningsstaal in doorsnede [ - ]

    κ = Kromming van doorsnede [1/mm]

    ν = Snelheid [m/s]

    σ = Spanning in doorsnede [N/mm²]

    τ = Afschuifspanning in doorsnede [N/mm²]

    φ = Hoek [mm/rad]

    ω = Wapeningspercentage [ - ]

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    8

    3. ALGEMEEN

    In dit verslag zal worden omschreven hoe gekomen is tot de dimensionering van zowel de

    stabiliserende kern als de elementen van de gevelbuis . Tevens worden er een aantal resultaten

    gepresenteerd van onderzoeken naar verschillende invloeden. Dit is niet een eindrapport maar

    slechts een verslaglegging van de ontwikkeling van het referentieproject.

    Figuur 1: plattegrond en gevelaanzicht originele ontwerp.

    3.1 Gewichtsberekening

    De gewichtsberekening maak ik é é n keer en zal daarna voor de stabiliteitskern en de gevelbuis

    worden gebruikt. Tenzij veranderingen een invloed hebben op de dimensionering zal deze

    gewichtsberekening dus niet worden aangepast.

    De gewichtsberekening is gemaakt aan de hand van de bestaande plattegronden hierbij is gekozen

    voor een glasvliesgevel buiten de gevelkolommen. Voor de verdiepingsvloeren is gekozen voor

    een kanaalplaat met een dikte van 200 mm en een maximale overspanning van 8,5 meter,

    overspannend tussen de gevel en de kern. Voor de vloeren in de kern zijn breedplaat vloeren

    gekozen met een dikte van 200 mm. Door te kiezen voor een gestorte vloer wordt het

    makkelijker om sparingen te maken in de vloer. De kolommen zoals in de bestaande plattegrond

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    9

    worden gebruikt, 250 x 675 mm², neem ik over in de gevel. Voor de gevelbuisconstructie is het

    logischer om te kiezen voor vierkante kolommen of zelf kolommen die breder zijn dan dat ze diep

    zijn. Een keuze voor é é n van deze kolomvormen zal de stijfheid van de gevelbuis aanzienlijk

    vergroten. De gewichtsberekening is te vinden in de bijlage A.

    3.2 Windbelasting

    Omdat bij beide stabiliteitssystemen sprake is van hetzelfde gebouw en de verschillen tussen de

    stabiliteitssystemen in principe niet leiden tot een andere vorm van het gebouw is het mogelijk om

    voor beide stabiliteitssystemen dezelfde windbelasting te gebruiken. Deze windbelasting wordt

    bepaald met behulp van de NEN 6702 waarbij rekening is gehouden met een dynamische

    vergroting van de windbelasting, factor 1ϕ . Aangezien deze vergrotingsfactor mede afhangt van de

    eigenfrequentie kan er wel een verschil ontstaan tussen de twee gekozen constructie types. In

    bijlage A bevindt zich een Excel werkblad waarin de berekening van de windbelasting is gemaakt. In

    het onderstaande schema is de windbelasting zoals deze is bepaald weergegeven. De

    windbelasting wordt groter naarmate deze op een grotere hoogte aangrijpt maar hij is pas

    oplopend vanaf het punt dat de hoogte groter wordt dan de breedte. De windbelasting wordt

    bepaald met de volgende formules afkomstig uit NEN6702

    Ik zal deze wind belasting bepalen voor een tweetal hoogtes namelijk voor een hoogte van 32,4

    meter boven het maaiveld. Dezelfde waarde geldt voor het maaiveld niveau totdat de hoogte

    even groot is als de breedte blijft de windbelasting even groot. Daarnaast zal ik de waarde van de

    windbelasting bepalen aan de top, dus op 140 meter.Voor hoogtes tussen de 32,4 en 140 meter

    kan de windbelasting worden geïnterpoleerd . De windbelasting kan berekend worden met de

    volgende formules.

    weqindexdimrep p**C*C*Cp 1φ= art. 8.6.1.3

    Vooraf een aantal algemene gegevens benodigd voor het invullen van de formules.

    h, gebouwhoogte = 140 meter

    b, gebouwbreedte = 32,4 meter

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    10

    fe, eigenfrequentie = 1404242

    =h

    = 0,3 Hz (schattingsformule)

    ρ , soortelijk gewicht van lucht = 1,25 kg/m3

    Cdim in een factor die afhankelijk is van de afmetingen van het betreffende gebouw (art. 8.6.3):

    ( )( ) ( )

    =

    ++=

    ++

    =

    20

    1

    02900210940

    171

    713

    23

    2

    ,hln

    hIenb*,h*,,

    BmethI*

    B*hI*Cdim

    ( ) m,

    ,ln

    hI,,*,*,,

    B,,*

    ,*,*Cdim 150

    201401560

    43202901400210940

    187015071

    560150713

    23

    2 =

    ==

    ++==

    ++

    =

    Cindex is de windvormfactor voor druk, zuiging en wrijving van de wind (art. 8.6.4.1-6)

    Cd (druk) = 0,8; Cz (zuiging) = 0,4; Cw (wrijving) = 0,04

    Ceq is de drukvereffeningsfactor deze zal ik als 1 aanhouden (art. 8.6.5)

    Ceq = 1

    1φ is de dynamische vergrotingsfactor deze factor verrekend de dynamische windbelasting naar

    een statische belasting zodat de windbelasting als een statische belasting kan worden gerekend (art.

    8.6.6).

    ( )( )

    ( ) ( ) ( )

    =

    ++=

    +=

    +

    ++=

    20

    11601101

    03940

    02900210940

    171

    71

    32

    32

    321

    ,hln

    hIenb*f*,*h*f*,*D

    f*,E

    ,b*,h*,*,

    BmetB*hI*

    EB*hI*

    ee

    e

    φ

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    11

    ( ) ( ) ( ) m,

    ,ln

    hI,*,*,**,*,*,

    ,*,E

    ,*,*,*,

    Bmet,,*,*

    ,,*,*

    150

    201401330

    14030160114030101020

    3003940

    56002901400210940

    112156015071

    33056015071

    32

    32

    321

    =

    ==

    ++=

    =+

    ==+

    ++=

    φ

    De dynamische vergrotingsfactor is afhankelijk van de eigenfrequentie van een gebouw de

    eigenfrequentie die ik gebruik bij het bepalen van de windbelasting is een schatting en dus

    voor beide constructie type geldig. De eigenfrequentie die wordt gebruikt bij het

    berekenen van trillingen en dynamische responsie verschillen voor de kern en de

    gevelbuis.

    pw is de extreme stuwdruk afhankelijk van de locatie, bebouwing en hoogte (art. 8.6.2).

    ( )( ) ( ) ( ) ( )

    −=

    −=+=

    0

    0

    22

    1 5271z

    dzln*u*,zven

    zdzln

    kzImetzv***zI*p www

    ww ρ

    De volgende waardes, aangegeven in de onderstaande tabel zijn afhankelijk van de locatie en de

    bebouwing zoals ook in de norm staat (Bijlage A1). Voor de locatie geldt locatie 2, bebouwd, de

    waarde hiervoor zijn af te lezen in de onderstaande tabel.

    onbebouwd bebouwdgebied 1 2 3 1 2 3u 2,25 2,3 2,25 3,08 2,82 2,6z0 0,1 0,2 0,3 0,7 0,7 0,7dw 0 0 0 3,5 3,5 3,5k 1 1 1 0,9 0,9 0,9

    Tabel 1: overzicht stuwdrukgebieden en bijbehorende waardes.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    12

    ( ) ( )

    ( )

    ( ) ( )

    ( ) s/m,,

    ,ln*,*,ven

    ,

    ,,ln

    ,Imetm/kN,,*,**,*)(p

    s/m,,

    ,,ln*,*,,ven

    ,

    ,,,ln

    ,Imetm/kN,,*,**,*),(p

    w

    w

    w

    w

    673770

    531403252140

    150

    7053140

    90140831673725115071140

    252970

    534323252432

    20

    7053432

    9014027125292512071432

    222

    1

    222

    1

    =

    −=

    =

    −==+=

    =

    −=

    =

    −==+=

    Nu kunnen we op beide hoogtes de prep bepalen.

    22

    22

    47712124324322128311210404080870140

    51495314324325312711210404080870432

    m/kN,,*,),(qm/kN,,*,*),,,(*,)(p

    m/kN,,*,),(qm/kN,,*,*),,,(*,),(p

    reprep

    reprep

    ==⇒=++=

    ==⇒=++=

    De berekende windbelastingen zijn weergegeven in de onderstaande figuur.

    q(140) = 71,47 kN/m'

    q(32,4) = 49,51 kN/m'

    q(0) = 49,51 kN/m'

    Met deze windbelasting als basis kunnen we naar de stabiliteitsconstructies kijken.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    13

    4. STABILITEITS KERN

    Van beide stabiliteitselementen is de kern ongetwijfeld de meest gebruikte. De belasting afdracht is

    makkelijk te bepalen en bovendien is op een relatief simpele wijze is de vervorming en het 2 e orde

    effect te bepalen.

    In eerste instantie is er gezocht naar een kern die zo stijf is dat de vervorming acceptabel is. Aan de

    hand van de stijfheid van de gekozen kern wordt het 2e orde effect gecontroleerd.

    4.1 1e en 2e orde berekeningen

    Volgens de norm is een horizontale vervorming van minder dan 1/500ste van de hoogte

    acceptabel. In dit geval komt dat neer op 280 mm (hoogte = 140 m) deze vervorming bestaat uit

    twee componenten. De vervorming van het stabiliteitselement de kern en de rotatie van de

    fundering. Samen mogen zij een maximale vervorming van 280 mm (1/500ste) opleveren. Deze

    vervorming wordt evenredig verdeeld over beide vervormingen zodat voor beide een maximale

    vervorming van 140 mm of 1/1000ste toelaatbaar is.

    b

    h

    t

    Figuur 2: Plattegrond van de stabiliteitskern de gekozen betonkwaliteit is B45 in het werk gestort..

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    14

    4.1.1 Buigvervorming kern

    We beginnen met een aantal kernafmetingen waarbij de buigvervorming ten gevolgen van de

    eerder bepaalde windbelasting is berekend. Daarna is de knikfactor behorend bij de kernen

    bepaald. Ook de kritische kniklast en de tweede orde factor worden in tweeën bepaald samen

    uiteindelijk moet dit een tweede orde factor opleveren van om en nabij de 10. Wat betekend dat

    zowel voor de kern als de fundering een tweede orde factor wordt gevraagd van ongeveer 20. .

    De horizontale vervorming is berekend in een raamwerk programma (matrixframe), dit vanwege

    de vorm van de windbelasting. In eerste instantie wordt hier gerekend met een E-modulus van

    30.000 N/mm² om een eerste keuze te kunnen maken tussen de verschillende kernen. In Tabel 2

    is een opsomming van de belangrijkste gegevens bij een aantal kernen weergegeven.

    EI=

    EI k

    ern

    q wind = 52,39 kN/m'

    q wind = 72,6 kN/m'

    32,4

    met

    er10

    7,6

    met

    er

    140

    met

    er

    Figuur 3: schematering met bijbehorende gegevens.

    Afmetingenb t I A d 1/ M W N tgv W tgv M F Eulerse n-factor

    [mm] [mm] [mm4] [mm²] [mm] [N/mm²] [N/mm²] [N/mm²] [N/mm²] [N/mm²] [kN]kern 1 12600 500 5,91529E+14 24.200.000 183 765 17,97 10,52 10,97 geen 7,00 7.123.685 11,88kern 2 13600 500 7,50455E+14 26.200.000 144 971 15,29 8,95 10,13 geen 5,16 9.037.613 15,08kern 3 13600 600 8,80672E+14 31.200.000 123 1140 13,03 7,63 8,51 geen 4,52 10.605.791 17,69kern 4 14400 500 8,96365E+14 27.800.000 121 1160 13,55 7,93 9,55 geen 4,00 10.794.775 18,01kern 5 15400 400 9,0064E+14 24.000.000 120 1166 14,43 8,44 11,06 geen 3,36 10.846.263 18,09kern 6 15400 500 1,10389E+15 29.800.000 98 1429 11,77 6,89 8,91 geen 2,86 13.293.986 22,18

    Tweede ordeEigenschappen Vervormingen Spanningen Trekspanningen

    Tabel 2: Resultaten vervormingen van een aantal kernafmetingen berekend in Matrixframe.

    Bij dit schema horen de volgende gegevens:

    Betonkwaliteit : B45

    E-modulus (ongescheurd) : 30.000 N/mm²

    Traagheidsmoment : afhankelijk van afmeting kern.

    : zie tabel.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    15

    Toelichting tabel 2:

    Onder het kopje spanningen staan een drietal spanningen aangegeven. M is de spanning ten

    gevolge van het totale moment dat aanwezig is dit is een combinatie van het moment t.g.v. de

    windbelasting en het moment t.g.v. het overstek, een trekspanning. W is de spanning t.g.v. de

    windbelasting, dit is het variabele deel van de spanning, een trekspanning. Ten slotte N dit is de

    spanningen ten gevolge van de permanente belasting op de kern, een drukspanning. De

    drukspanning veroorzaakt door het eigen gewicht moet op zijn minst de trekspanning die wordt

    veroorzaakt door variabele windbelasting opheffen. Omdat ik geen trekspanningen in de contructie

    wil hebben ten gevolge de windbelasting. Bij geen van de kernen heft de permanente belasting de

    trekspanning volledig opheffen, de trekspanningen die overblijven moeten worden weggewapend.

    De Eulerse knikkracht (kritische kniklast) en de n-factor (tweede orde factor) die in de tabel

    worden aangegeven worden op de volgende manier bepaald. De formule voor de kritische

    kniklast gaat uit van (1,12 l )² in plaats voor een ingeklemde ligger gebruikelijke (2 l )² dit komt

    omdat het hier gaat om een gelijkmatig verdeelde normaalkracht.

    ( ) 12

    121 22

    −==

    nn:wordtvergrotingordedewaarbij

    NFnen

    ,EI*F e

    d

    EbuigE

    l

    π

    Van de kernen die in tabel 2 zijn weergegeven kies ik kern 6 deze lijkt vrij fors wanneer je kijkt naar

    de vervorming, daarentegen ligt de 2e orde factor wel dicht bij de 20. Bovendien zullen beide

    waarden ongunstig worden beïnvloedt door een afnemende stijfheid. Dit komt omdat voor de E-

    modulus die betrekking heeft op de tweede orde een te hoge waarde is aangehouden en doordat

    de kern is berekend als een gesloten buis waar in werkelijkheid sprake is van openingen voor de

    toegang tot de liften. Om de resultaten van de tweede orde en de vervorming dichter naar de

    werkelijkheid te krijgen is de kern als 3D model ingevoerd in Esa Prima Win hierbij is gewerkt met

    platen die de kernwanden en de vloeren in de kern schematiseren.

    De 3D schematisering van de kern is weergegeven in figuur 4. De constructie die is ingevoerd

    heeft 37 bouwlagen waarvan de onderste laag (Begane Grond) een verdiepingshoogte heeft van

    6,8 meter en de andere 36 verdiepingen een verdiepingshoogte van 3,7 meter. Totaal heeft dit

    gebouw een hoogte van 140 meter. De wanden op de verdiepingen bestaan uit 4 platen met een

    dikte van 500 mm hiervan zijn er 2 gesloten platen en twee hebben een opening van 3,0 *2,5

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    16

    meter precies in het midden. In het onderstaande schema zijn de ondersteuningen van de kern als

    veren weergegeven, dit schematiseert de verende inklemming van de kern. De stijfheid van veren

    is omgerekend van de rotatiestijfheid van de fundering , deze zal verderop in dit hoofdstuk worden

    besproken. In eerste instantie bepalen we vervorming van een ingeklemde kern in dit geval is de

    veerstijfheid oneindig.

    Y

    X

    PLAAT DIKTE 250 mm

    PLAAT DIKTE 500 mm

    PLAAT DIKTE 500 mm

    PLAAT DIKTE 500 mm

    PLAA

    T D

    IKTE

    500

    mm

    PLAA

    T D

    IKTE

    500

    mm

    PLAA

    T D

    IKTE

    500

    mm

    Z

    X

    Z

    YVEERSTIJFHEID K=639.184 kN/m'

    VEER

    STIJ

    FHEI

    D K

    =639

    .184

    kN

    /m'

    14900

    6800

    3700

    3700

    1400

    00

    1490

    0

    6800140000

    3700 3700

    Figuur 4: schematisering 3D invoer kernconstructie

    De E-modulus die in de lineaire computerberekening (Matrix Frame) is gebruikt ligt hoger dan de

    E-modulus die gebruikt mag worden om de 2e orde te bepalen. In de lineaire berekening wordt is

    een E-modulus aangehouden van 30.000 N/mm². Hieronder zal de E-modulus die gebruikt mag

    worden bepaald. De grote van de E-modulus waarmee gerekend mag worden is o.a. afhankelijk

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    17

    van de grote van het moment in de doorsnede en daarmee samenhangend of de doorsnede

    gescheurd of ongescheurd is. Het is uiteraard de bedoeling dat de doorsnede ongescheurd blijft,

    want ik had gesteld dat ik geen trekspanningen in de kern wilde ten gevolgen van de wind.

    Figuur 5 : spanning-rekdiagram van beton, rekenwaarde korteduur belasting zoals gebruikt bij 2e orde

    berekeningen.

    De volgende formules uit VBC worden gebruikt, omdat wind een kortdurende belasting is zullen

    de waardes voor een kortdurende belasting worden aangehouden. In figuur 5 is het bijbehorende

    spanningsrekdiagram van beton weergegeven. De rekenwaarde die hier voor de E-modulus wordt

    bepaald wordt gebruikt bij het bepalen het 2e orde effect.

    ( )

    kNm10*707,1M:)f*4,1(*WMntscheurmome

    mm10*111W:400.14*400.15*Wdsmomenttanweers

    mm/N62,4)45B(f:ff*h6,1ferktebuigtrekstgemiddelde

    mm/N62,4)45B(f:f*4,1fetreksterktgemiddelde

    mm/N3,3)45B(f:)f*05,005,1(*0,1frektetrekdruksttieverepresenta

    mm/N27)45B(f:f*6,0fedruksterkttieverepresenta

    6r

    'bmbrr

    3936

    136

    1

    2brbmbmbr

    2bmbrepbm

    2brep

    'ckbrep

    2'brep

    'ck

    'brep

    =+=⇒

    =−=⇒

    =≥−=⇒

    ==⇒

    =+=⇒

    ==⇒

    σ

    Omdat Mr groter is dan Mwind;d , 1,5 x 658.516 = 987,774 kNm, is de kerndoorsnede

    ongescheurd en kan voor de E-modulus de volgende waarde worden aangehouden:

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    18

    223 743266565514184510751

    mm/N.)B(E)dongescheur(Bvoorofmm/N.)B(E:*,

    fE rr

    'brep

    r === −

    Ten opzicht van de E-modulus die gebruikt is bij de schatting scheelt dit een factor 30.000/18.514

    =1,62.De stijfheid die gebruikt wordt voor het bepalen van de kritische kniklast wordt dus met

    deze factor verkleint. In de onderstaande tabel zijn de gegevens weergegeven van de 3D

    computerberekening en van de 2D berekening (matrix) zoals ook in tabel 2 is weergegeven.

    Hiertussen is een rij gereserveerd voor een kern zoals degene in tabel 2 maar nu met in plaats van

    een E-modulus van 30.000 N/mm² een E-modulus van 18.514 N/mm² zoals deze hierboven is

    bepaald, van deze kern zijn nooit de vervormingen berekend maar hiervan kan wel de tweede

    orde worden bepaald.

    Afmetingenb t I A d 1/ M W N tgv W tgv M F Eulerse n-factor

    [mm] [mm] [mm4] [mm²] [mm] [N/mm²] [N/mm²] [N/mm²] [N/mm²] [N/mm²] [kN]kern 6 2D 15400 500 1,10E+15 29.800.000 98 1429 11,77 6,89 8,91 geen 2,86 13.293.986 22,18kern 6 Er 15400 500 1,10E+15 29.800.000 11,77 6,89 8,91 geen 2,86 8.204.162 13,69kern 6 3D 15400 500 9,95E+14 29.800.000 175 801 13,06 7,64 8,91 geen 4,15 7.394.877 12,34

    Tweede ordeEigenschappen Vervormingen Spanningen Trekspanningen

    Tabel 3: aanpassing van waarde aan de "werkelijke" E-modulus (2D - Er) en toevoeging van opening in met

    3D invoer (Er – 3D)

    De tweede orde factor (n) hebben we met een factor van ongeveer 1,62 verlaagd . De verlaging

    van de stijfheid door de openingen is hierbij vergeleken laag, slechts een verkleining van 10 %

    (995/1100 = 0,90)

    Door openingen in de kernwanden neemt de stijfheid van de kern af, er ontstaan eigenlijk twee

    kerndelen die aan elkaar verbonden zijn met een latei boven de openingen. De stijfheid van de

    latei is belangrijk voor de samenwerking tussen de delen van de kern en dus bepaald die latei voor

    een deel de totale stijfheid van de kern.

    De vervorming die ontstaat bij het berekenen van de 2e orde groter is dan de 1/1000ste maal de

    hoogte (140 mm) dit is niet echt een probleem omdat de vervormingen die in deze tabel zijn

    aangegeven geen betrekking hebben op de vervorming in de gebruikstoestand. Wat meer zorgen

    baart is de hoogte (laagte) van de 2e orde factor, hiervan had ik vooraf vastgesteld dat deze

    ongeveer 20 moest zijn. Deze is nu slechts 12,34 en dat is misschien te laag. Toch houden we de

    gekozen kern voorlopig aan, de kern heeft nu een betonkwaliteit van B45 die eventueel kan

    worden verhoogd naar B65. Hierdoor zal de E-modulus dicht in de buurt 30.000 N/mm² komen.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    19

    Met de E-modulus die we gebruikt hebben is niet de vervorming berekend die kan worden

    gehanteerd voor de vervorming in bruikbaar grenstoestand, voor deze vervorming is de E-

    modulus groter. Het spanningrek diagram van beton dat gebruikt wordt om de vervorming in de

    gebruikstoestand te berekenen is de volgende.

    Figuur 6: spanning-rek diagram van beton voor de vervorming van korte duur belasting.

    We gaan weer uit van een ongescheurde doorsnede omdat we dat eerder voor dezelfde kern

    hadden bepaald voor het bepalen van de 2e orde. Voor de vervorming is het moment in de

    doorsnede kleiner dan voor de 2e orde geld dus zal nu de doorsnede ook ongescheurd blijven. De

    waarde voor de E-modulus die nu gebruikt mag worden voor een betonkwaliteit B45 is 33.500

    N/mm² de verhouding tussen deze waarde en de waarde die we eerder hebben gebruikt bij de

    tweede orde berekening kunnen we delen door de vervorming die door is berekend omdat dit

    rechtstreeks de buigstijfheid vergroot. Hierdoor wordt de vervorming in de BGT voor

    windbelasting:

    mm*.. 971755003351418

    =

    Deze vervorming is wel kleiner dan de verlangde 140 mm (1/1000ste ) het lijkt zelfs mogelijk om de

    kern iets te verkleinen, maar aangezien de 2e orde factor al aan de lage kant is lijkt dit geen optie te

    zijn.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    20

    Rotatie fundering

    De dimensionering van de kern is gedaan vervolgens kunnen we kijken naar de fundering en het

    daarbij horende palenplan. Het palenplan zal worden gebaseerd op sonderingen in de buurt van

    de locatie waar het gebouw komt te staan. Namelijk een sondering gemaakt voor een tweetal

    torens (A+B) aan de Bijlmerdreef in Amsterdam (voor sondering zie figuur 7). In overleg is

    gekozen voor de volgende palen: in de grond gevormde palen met een schacht diameter van 500

    mm met een voetdiameter van 550 mm deze zullen worden geheid tot een diepte van 35 meter

    onder NAP aangezien het maaiveld op een hoogte van ongeveer 4 meter onder NAP ligt hebben

    de palen een lengte van 31 meter. Aan de hand van de sonderingen is het draagvermogen van 1

    paal vastgesteld op 4.000 kN.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    21

    Figuur 7: sondering aan de Bijlmerdreef als representatief aangehouden voor de palen.

    Voor het bepalen van de rotatiestijfheid van de fundering is het noodzakelijk om de veerstijfheid

    van de individuele palen te berekenen. In bijlage A bevindt zich de berekening van de veerstijfheid

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    22

    van é é n paal. De berekening is opgezet zoals hieronder staat aangegeven. Het paaldraagvermogen

    wordt hierin gedeeld door een zakking die bestaat uit een zakking van de paalpunt en een

    elastische verkorting van de paal.

    fictiefpuntelpunteldd

    dpaal D*,wenE*A

    F*Iw,wwwmetwF

    zakkingermogenpaaldraagvk 010=+===

    Hierbij zijn de volgende gegevens bekend:

    Diameter ronde schacht = 500 mm

    Diameter voet = 550 mm

    Fictieve vierkante paal (b=h) = mm*r* 44325022 == ππ

    E-Modulus paal = 30.000 N/mm²

    Draagvermogen per paal = 4.000 kN

    mm,*,wenmm,.*

    *.*.w

    mm,,,wmetmm/N.,*.k

    puntel

    dpaal

    434443010052100030443

    10000400031

    482543405219731590521

    100004

    2

    3

    23

    ====

    =+===

    Er zijn een aantal palenplannen mogelijk, afhankelijk van de rotatiestijfheid die de palen verzorgen

    en natuurlijk het draagvermogen wat noodzakelijk is om het gebouw te dragen. Hierna zullen een

    aantal palenplannen worden toegelicht.

    Palenplan 1

    De rotatie stijfheid van de fundering is met de hand te berekenen wanneer de palen met elkaar

    verbonden zijn door een oneindig stijve balk.Dit houdt in dat de funderingsplaat een onmogelijke

    dikte moet hebben. We bekijken bij dit eerste palenplan alleen de palen die zich bevinden onder

    de kern. Deze kunnen worden berekend met een oneindig stijve balk . Het palenplan dat gebruikt

    wordt voor de stabiliteit met de bijbehorende schematisering ziet er dan uit zoals in figuur 8 is

    weergegeven.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    23

    De paalafstand is 1,62 meter wat groter is dan 3x de schachtdiameter van de palen. In de tekening

    zijn geen palen aangegeven onder de gevels; dit betekent niet dat er hier geen palen onder komen

    maar wel dat deze niet worden meegerekend voor de stabiliteit. De aangegeven palen geven een

    rotatiestijfheid van de fundering van 498.472.719 kNm.

    1620 1620 1620 1620 1620 1620 1620 1620 1620 162016200 Mw

    1620 1620 1620 1620 1620 1620 1620 1620 1620 162016200

    EI= 8

    veerstijfheid k= 11 * 156.973 N/mm' = 1.726.703 N/mm'

    Figuur 8: Plattegrond palenplan1 h.o.h. 1,62 meter enkel onder kern in een raster van 1,8 x 1,8 meter,

    daarnaast schema met oneindige stijve fundering.

    De kritische kniklast van de fundering wordt nu bepaald met de volgende formule, deze formule is

    opgesteld voor een gelijkmatige belasting (vandaar de factor 2):

    911

    4655990391217

    0391217140

    71947249822

    ,...

    d'NFn

    enslgvervokN....*C*F

    kffundering

    kf

    ===

    ===l

    Deze factor is te laag, ik concludeer hieruit dat er extra palen nodig zijn voor de stabiliteit. Deze

    palen komen onder de gevelser kan dan niet meer gerekend worden met een oneindig stijve

    funderingsplaat. Hierdoor wordt het ook bijna onmogelijk om met de hand de rotatiestijfheid van

    de fundering te bepalen.

    Palenplan 2

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    24

    Om te zorgen voor een grotere rotatiestijfheid van de fundering heb ik gekozen voor de

    onderstaande paalverdeling. Er is nu sprake van een paalafstand van 1,8 meter, ook onder de kern.

    Dit in tegenstelling tot het eerste palenplan waar de palen een onderlinge afstand hebben van 1,62

    meter. De berekening van de rotatiestijfheid kan in dit geval moeilijk worden gedaan met de hand

    vandaar dat de rotatiestijfheid van deze fundering wordt bepaald met behulp van de computer. De

    paalverdeling en de schematisering die gebruikt is in het ESA Prima win staan in figuur 9 en 10. Op

    de fundering wordt vervolgens een moment (kNm) aangebracht en aan de hand van de rotatie van

    de fundering ter plaatse van de kern kan de rotatiestijfheid worden bepaald.

    1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 180018000

    1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 180034200

    Figuur 9: Palenplan 2 palen in een raster van 1,8x1,8 meter zowel palen onder kern als gevel die meedoen

    voor de stabiliteit totaal 265 palen.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    25

    "Oneindig" stijve kern vloer (gearceerd)

    lijnvormige verende ondersteuning k=156.973/1,8=87.207 N/m'

    Verende ondersteuning k=156.973/ 1,8 = 87.207 N/mm'

    Funderingsplaat d= 1500 mm

    Mw

    Figuur 10 : schema voor invoer van de fundering bij palenplan 2 zoals in vorige figuur weergegeven.

    In het bovenstaande schema wordt een moment ingevoerd van 1.000.000 kNm (willekeurig) ,

    met de rotatie die dit moment veroorzaakt wordt op de volgende manier de rotatiestijfheid van de

    fundering bepaald.

    ϕMCfundering =

    Naast de dikte van de funderingsplaat zoals deze in het bovenstaande schema zijn weergegeven

    zijn nog twee verschillende diktes ingevoerd. De resultaten hiervan zij in tabel 4 weergegeven.

    FUNDERINGSPLAAT ROTATIE ϕ MOMENT ROTATIESTIJFHEID KRITISCHE n

    1000 mm 1,24*10-3 rad 1*106 kNm 806,5*106 kN/m’ 11,52*106 kN 19,2

    1500 mm 0,83*10-3 rad 1*106 kNm 1204,8*106 kN/m’ 17,21*106 kN 28,7

    2000 mm 0,58*10-3 rad 1*106 kNm 1724,1*106 kN/m’ 24,63*106 kN 41,1

    Tabel 4:Overzicht resultaten palenplan 2

    De verplaatsing aan de top ten gevolge van de rotatie van funderingwordt, als we kiezen voor de

    funderingsplaat van 1500 mm.

    mm,*

    **C

    *Mfundering

    rotatie 576101204

    140106586

    3===

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    26

    Hierdoor wordt de totale vervorming in gebruikstoestand van de constructie 97+76,5 = 173,5

    mm deze vervorming voldoet ruim aan de eis van 1/500ste van de hoogte en aan deze waarde te

    zien is het mogelijk om de stijfheid van de constructie te verkleinen.

    Uit tabel 4 is af te lezen dat de 2e orde factor (n) groot genoeg is. Omdat de 2e orde factor van de

    kern kleiner is dan de 20 die we hadden gewild moet de 2e orde factor voor de fundering groter

    zijn de 20. We kiezen voor de plaat met een dikte van 1500 mm. Hierdoor wordt de 2e orde

    factor van het totale gebouw:

    6381

    34121

    7281111

    ,,,nnn buigfundering=+⇒+=

    Hoewel deze waarde lager is dan 10 is hij wel acceptabel. Tegelijkertijd lijkt het onmogelijk om de

    kern minder stijf te maken omdat er zodoende problemen kunnen ontstaan met de 2e orde. Er

    moet rekening mee worden gehouden dat er onder het gebouw een funderingsplaat zit met een

    dikte van 1,5 meter en een afmeting van 34,2 x 34,2 meter met een gewicht van 1,5 x 34,2² 2400

    = 4,21*106 kg (=42.107 kN) De totale gebouw belasting wordt hierdoor 599.465 + 1,2 x

    42.107 = 650.000 kN verdelen we dit over de 265 palen dat is dit 650.000/265 = 2.453 kN per

    paal Dit blijft ruim onder het draagvermogen van 4000 kN per paal.

    Als we voor het gemak ervan uitgaan dat alleen de dubbele palenrijen bij de gevels het

    windmoment opnemen met een arm van 32,4 meter en 3681

    4322=

    ,,* palen. dan levert dit een

    reactiekracht per paal op van 384636432

    43765851 ,*,

    .*, = kN per paal tellen we dit op bij de 2.453 kN +

    846,3 =3.299,3 kN dan blijft dit onder het draagvermogen van de palen. Bovendien kunnen we

    constateren dat er geen trekkracht zal ontstaan in fundering want als ik de permanente belasting

    voor 90% reken blijft er een drukkracht in de constructie aanwezig. 0,9 x (401.000+42.107)/265

    – 846,3 = 1505 -846 > 0

    Palenplan 2B

    Bij deze 3e mogelijkheid is de paalverdeling hetzelfde als bij palenplan 2, het verschil met palenplan

    2 is echter dat er een randbalk is gemaakt. Deze randbalk krijgt een dikte van 1500 mm en de

    vloer tussen de kern en de gevel maken we dunner. Zo kan er een groot aantal m³ beton bespaart

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    27

    worden. Er zijn een drietal varianten met een vloerdikte van 500, 750 en 1000 mm en een

    randbalk van 1500 mm en 2000 mm.

    Funderingsplaat d= 500, 750 en 1000 mm

    Verende ondersteuning k=156.973/ 1,8 = 87.207 N/mm'

    lijnvormige verende ondersteuning k=156.973/1,8=87.207 N/m'

    "Oneindig" stijve kern vloer (gearceerd)

    Mw

    Randbalk 3800*1500

    Hierbij blijkt echter dat wanneer we kiezen voor een rand balk van 1500 mm dat de rotatie

    stijfheid van de fundering nooit op een niveau komt wat acceptabel is. Hieronder is een overzicht

    gegeven van de genoemde variaties en de bijbehorende gegevens.

    PLAAT BALK ROTATIE MOMENT ROTATIESTIJFHEID KRITISCH n

    500 mm 1500 mm 1,72*10-3 rad 1*106 kNm 581,4*106 kN/m’ 8,3*106 kN 13,8

    750 mm 1500 mm 1,43*10-3 rad 1*106 kNm 699,3*106 kN/m’ 10,0*106 kN 16,7

    1000 mm 1500 mm 1,20*10-3 rad 1*106 kNm 833*106 kN/m’ 11,9*106 kN 19,9

    1000 mm 2000 mm 1,16*10-3 rad 1*106 kNm 862,1*106 kN/m’ 12,3*106 kN 20,5

    Tabel 5: overzicht resultaten palenplan 2B

    Geen van de funderingsvarianten die in de tabel hierboven worden getoond zijn stijf genoeg. De

    keuze voor de fundering valt dus opde funderingsplaat met een dikte van 1500 mm. Waarbij de

    rotatie stijfheid (C) 1.204 *106 kN/m’ is.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    28

    4.2 Dynamische responsie

    Er is nu een keus gemaakt voor de dimensies van de verschillende onderdelen die van invloed zijn

    op de stabiliteit en vervorming van het gebouw. Voor hoogbouw is ook het dynamische gedrag

    belangrijk de belangrijkste onderdelen die bekeken dienen te worden zijn de trilling door de wind

    en de versnelling die ook door de wind veroorzaakt wordt,De eigenfrequentie van een gebouw is

    makkelijk te bepalen wanneer het gebouw wordt geschematiseerd als een uitkragende ligger met

    een gelijkmatig verdeelde massa. Met de stijfheid en de massa van het gebouw is op deze manier

    makkelijk de eigenfrequentie te bepalen. Vervolgens kan op twee manieren de versnelling bepaald

    worden. De makkelijkste en meest gebruikte manier is om het volgens de norm te doen. Maar de

    versnelling kan ook rechtstreeks worden afgeleid van de windresponsie van het gebouw.

    Vervolgens wordt er dan gekeken naar de overschrijdingskans die mag optreden, Voor die

    uitwerking en formules zie de bijlage A. Het bepalen van de eigenfrequentie en de versnelling met

    behulp van de norm zal ik hier wel uitschrijven.

    Allereerst bepalen we de eigenfrequentie van het ingeklemde gebouw dit doen we met behulp

    van de volgende formule. Hierbij worden dezelfde waardes gebruikt als bij het berekenen van de

    vervorming in de gebruikstoestand werden gebruikt.

    mkg..m

    mI

    m/N*.mm/N.E

    Hz,*..**.*,

    mEI*,fe

    14019198647

    995

    105003350033

    28014019198647

    10995500332523

    2523

    4

    262

    3

    6

    31

    ==

    =

    ==

    ===

    l

    l ππ

    Vervolgens bepalen we de meewerkende massa aan de top om een zelfde eigenfrequentie te

    krijgen.

    N/m'..**.*EI*3k

    kg..),*(

    ..)f(

    kmmk*f

    3

    ee

    ee

    00098034140

    10955500333

    00030011280200098034

    221

    3

    6

    221

    1

    ===

    ====

    l

    πππ

    Nu bepalen we de veerstijfheid van de fundering waarmee we de totale stijfheid kunnen

    uitrekenen.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    29

    funderingnkerfunderingnker kkkH

    CkEIk 1113 23 +=== l

    N/m'22.850.000k65.920.000..22.850.000

    N/m'65.900.0010*4351.292.112.k'm/N..k3

    funderingnker

    =⇒+=

    ===

    100098034

    11

    14000098034

    2

    Met de veerstijfheid van het totale gebouw en de berekende meewerkende massa kan vervolgens

    de eigenfrequentie worden berekend.

    Hz,11.300.00022.850.000*

    mk*fe

    e 226021

    21

    ===ππ

    Aan de hand van deze eigenfrequentie kan de maximale versnelling worden uitgerekend aan de

    hand van de formules in de norm.

    =

    +==

    20100

    611

    1

    12

    1

    12

    ,Hln*p

    EBEp**b*C*,a ;w

    ;wmtmax φρ

    φ

    ( ) ( ) 32323

    2

    02900210940

    12011201

    34400

    b*,h*,,B

    b*f*,*h*f*,*Df*,,E

    mee

    e

    ++=

    ++=

    Met de volgende waarde:

    Ct = 2 windvormfactor, 2 voor een vierkant gebouw

    bm = 32,4 m’ gebouwbreedte

    h = 140 m’ gebouw hoogte

    1ρ = 342.759 kg/m’ gewicht per strekkende meter gebouw (hoogte)

    E1 = 0,39

    B = 0,56

    D = 0,02

    2φ = 0,40

    fe = 0,23 Hz

    Leidt dit tot:

    amax = 0,07 m/s² Maximale versnelling aan de top

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    30

    Toelaatbaar is volgens de norm ongeveer 0,18 m/s² bij 0,23 Hz hieraan wordt dus voldaan.

    Figuur 11: toelaatbare piekversnelling volgens verschillende normen.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    31

    4.3 Torsie

    Ik heb tot nu toe gesproken over 1e orde, 2e orde, eigenfrequentie en versnellingen een punt waar

    ik het nog niet over heb gehad is torsie en de torsie eigenfrequentie. Torsie kan ontstaan als de

    windbelasting excentrisch aangrijpt of als het stabiliteits element excentrisch in het gebouw staat.

    Aangezien de kern in het exacte centrum van het gebouw staat kan er alleen torsie ontstaan

    doordat de windbelasting excentrisch aangrijpt. Volgens de Norm “belastingen en vervormingen”

    art. 8.6.2.5 moet op de helft van de breedte de volledige stuwdruk worden geplaatst en op de

    overgebleven helft 0,5 maal de stuwdruk, zoals in de onderstaande figuur aangegeven. De niet

    gelijkmatige over de breedte verdeelde stuwdruk zorgt voor een torsie moment.

    P wind 0,5* P windRespectievelijk 100% en 50% van de windbelasting verschil

    in windbelasting verdeeld over breedte zorgt voor torsie moment

    wordt opgevangen door de kern

    Figuur 12: Beeld van Torsie veroorzakende windbelasting

    Voor het bepalen van het aanwezige torsie moment wordt de oplopende q-last omgewerkt naar

    een gelijkmatig verdeelde q-last.

    kNm,*,'m/kNm,,*,*,M

    m/kN,,*,pingwindbelasttetanresulm/kN,,,p

    kN,*,*qm/kN,q*q*kNm.M

    torsie

    res;windwind

    wind

    819105140471364713618216041

    0410725007243218767

    1894061401876718767437658

    22

    122

    1

    =⇒==

    ==⇒==

    ===⇒== ll

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    32

    Met verhinderde welving is de wringstijfheid van de kern de maatgevende factor voor de

    vervorming die door het torsiemoment plaatsvindt.

    'm,,*vierkantomschrevennwandkerdevanmiddelijndedoorhetvanomtrek,Lm,,vierkantomschrevennwandkerdevanmiddelijndedoorhetvanoppervlak,A

    m,nwandkervandikte,t

    m,

    ,*,*L

    A*t*I:metbepaaldwordtheidWringstijf

    m

    m

    m

    m

    659914401222914

    50

    1654659

    012225044

    22

    42

    ==

    ==

    =

    ===ω

    Met deze torsie stijfheid kan vervolgens de rotatie van het gebouw worden bepaald voor deze

    rotatie is wel de glijdings modulus benodigd, die wordt op de volgende manier bepaald, ik ga

    hierbij uit van een B45 beton dus een E-modulus van 33500 N/mm² en een poison factor van 0,2

    22 958132012

    50033500332012

    mm/N.),(

    .Gmm/N.Een,)(

    EG =+

    =⇒==⇒+

    = υυ

    'mm,.**,*b***,**.*

    *,GI**M

    tt 940400321095710957

    16541095913214047136

    26

    21

    216

    3

    22===⇒=== −− φδφ

    ω

    l

    De rotatie ten gevolge van het torsie moment is klein, zelfs zo klein dat deze verwaarloosd kan

    worden, ik zal in het vervolg van dit verslag er niet verder op ingaan. Naast de eigenfrequenties

    van de richtingen loodrecht en parallel aan het gebouw is er ook een zogenaamde torsie

    eigenfrequentie vanwege de minimale torsie vervorming zal deze frequentie geen problemen

    veroorzaken en zal hierop niet worden ingegaan.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    33

    Correctie op 2e orde factor.

    In de uiterste grenstoestand (UGT) kan door het beton geen trek worden opgenomen waardoor

    het scheurmoment van de kern alleen word verhoogd door de normaaldrukspanning van het

    eigengewicht vermenigvuldigd met een factor 0,9 omdat deze gunstig werkt. Hierdoor ontstaat het

    volgende scheurmoment in UGT.

    kNm10*890400.14400.15000.438.265*9,0*10*9,123M:*WMntscheurmome

    mm10*111W:400.14*6/1400.15*Wdsmomenttanweers

    322

    9r

    'bmr

    39336

    1

    =−

    ==⇒

    =−=⇒

    σ

    Nu is het moment in de doorsnede (987.000 kNm) wel groter dan het scheurmoment. Wat

    inhoud dat de doorsnede gescheurd is. Het is echter niet zo dat op alle verdiepingen de kern is

    gescheurd, alleen op de eerste 6 verdiepingen is de kern gescheurd. In tabel 6 is een overzicht

    gegeven van de stijfheid van de verdiepingen.

    Aan de hand van de vervorming die de stijfheden per verdieping opleveren kan de stijfheid van de

    gehele kern worden bepaald. De stijfheid wordt met 10% verminderd vanwege de opening in de

    kern.

    5,9465.59910*7,5nkN10*70,5

    )000.140*12,1(10*42,1*

    )12,1(EIF

    Nmm10*42,133,227*8000.140*19,67

    8qEI

    6

    k6

    2

    192

    2

    2

    E

    21944

    =====

    ===

    ππ

    δ

    l

    l

    Deze factor is een stuk lager dan de 12,34 waarvan eerst sprake was heet leidt tot een totale

    vergrotingsfactor van:

    1,7n3,7

    17,28

    15,9

    1n1

    7,28n5,9465.59910*7,5n f

    6

    k

    ==+=

    ===

    Deze vergrotingsfactor is erg laag toch houden we deze aan.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    34

    wapening 1% # Verdiep Hoogte Wind EI rotatie vervorming

    [m] [m] q moment w0=1% verdiep totaal verdiep totaal37 3,7 140,0 67,187 0 1,55E+19 - - -36 3,7 136,3 67,187 115 1,55E+19 2,75E-08 0,0021 7,77 227,3335 3,7 132,6 67,187 1.035 1,55E+19 2,47E-07 0,0021 7,77 219,5634 3,7 128,9 67,187 2.874 1,55E+19 6,87E-07 0,0021 7,77 211,7933 3,7 125,2 67,187 5.634 1,55E+19 1,35E-06 0,0021 7,77 204,0232 3,7 121,5 67,187 9.313 1,55E+19 2,23E-06 0,0021 7,76 196,2531 3,7 117,8 67,187 13.912 1,55E+19 3,33E-06 0,0021 7,75 188,4930 3,7 114,1 67,187 19.431 1,55E+19 4,65E-06 0,0021 7,74 180,7429 3,7 110,4 67,187 25.869 1,55E+19 6,18E-06 0,0021 7,72 172,9928 3,7 106,7 67,187 33.227 1,55E+19 7,94E-06 0,0021 7,70 165,2727 3,7 103,0 67,187 41.506 1,55E+19 9,92E-06 0,0021 7,67 157,5726 3,7 99,3 67,187 50.703 1,55E+19 1,21E-05 0,0021 7,64 149,9025 3,7 95,6 67,187 60.821 1,55E+19 1,45E-05 0,0021 7,59 142,2624 3,7 91,9 67,187 71.859 1,55E+19 1,72E-05 0,0020 7,54 134,6723 3,7 88,2 67,187 83.816 1,55E+19 2,00E-05 0,0020 7,47 127,1322 3,7 84,5 67,187 96.693 1,55E+19 2,31E-05 0,0020 7,40 119,6621 3,7 80,8 67,187 110.490 1,55E+19 2,64E-05 0,0020 7,31 112,2620 3,7 77,1 67,187 125.206 1,55E+19 2,99E-05 0,0020 7,22 104,9519 3,7 73,4 67,187 140.843 1,55E+19 3,37E-05 0,0019 7,11 97,7318 3,7 69,7 67,187 157.399 1,55E+19 3,76E-05 0,0019 6,98 90,6317 3,7 66,0 67,187 174.875 1,55E+19 4,18E-05 0,0018 6,84 83,6416 3,7 62,3 67,187 193.271 1,55E+19 4,62E-05 0,0018 6,69 76,8015 3,7 58,6 67,187 212.586 1,55E+19 5,08E-05 0,0018 6,52 70,1214 3,7 54,9 67,187 232.822 1,55E+19 5,57E-05 0,0017 6,33 63,6013 3,7 51,2 67,187 253.977 1,55E+19 6,07E-05 0,0017 6,12 57,2712 3,7 47,5 67,187 276.052 1,55E+19 6,60E-05 0,0016 5,90 51,1511 3,7 43,8 67,187 299.047 1,55E+19 7,15E-05 0,0015 5,65 45,2610 3,7 40,1 67,187 322.961 1,55E+19 7,72E-05 0,0015 5,39 39,609 3,7 36,4 67,187 347.796 1,55E+19 8,32E-05 0,0014 5,10 34,218 3,7 32,7 67,187 373.550 1,55E+19 8,93E-05 0,0013 4,79 29,117 3,7 29,0 67,187 400.224 1,55E+19 9,57E-05 0,0012 4,46 24,326 3,7 25,3 67,187 427.817 1,52E+19 1,04E-04 0,0011 4,11 19,855 3,7 21,6 67,187 456.331 1,48E+19 1,14E-04 0,0010 3,72 15,744 3,7 17,9 67,187 485.764 1,45E+19 1,24E-04 0,0009 3,30 12,023 3,7 14,2 67,187 516.117 1,42E+19 1,35E-04 0,0008 2,85 8,712 3,7 10,5 67,187 547.390 1,39E+19 1,46E-04 0,0006 2,35 5,871 3,4 6,8 67,187 579.583 1,35E+19 1,58E-04 0,0005 1,81 3,520 3,4 3,4 67,187 611.335 1,32E+19 1,58E-04 0,0003 1,12 1,71

    0,0 67,187 642.539 1,26E+19 1,73E-04 0,0002 0,59 0,59

    15400x15400x500 B45

    Tabel 6: overzicht verdiepingen, met aanwezige moment en stijfheid.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    35

    Afmetingen kern:

    Lengte : 15.400 mm

    Breedte : 15.400 mm

    Dikte kern wand : 500 mm

    Breedte opening : 3.000 mm

    Hoogte opening : 2.500 mm

    Hoogte kern : 140.000 mm

    Betonkwaliteit : B45

    4.4 Overzicht materialisering en resultaten

    Deze paragraaf geeft een overzicht van de gekozen afmetingen en materiaalgegevens met hierbij

    de resultaten van dit hoofdstuk, deze kunnen later als “referentie” worden gebruikt bij de

    voorgespannen stabiliteitskern.

    3000

    1440015200

    1520

    014

    400

    Figuur 13: gegevens van de gevelbuis die als referentie dient.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    36

    1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 180018000

    1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 1800 180034200

    D vloer = 1500 mm

    D vloer = oneindig

    Figuur 14: gegevens bij het palenplan voor de stabiliteits kern.

    Voor het bepalen van de vervorming en de 2e orde zijn twee verschillende E-moduli gebruikt in de

    volgende figuur staan voor beton de spannings-rek diagrammen weergegeven voor beide gevallen.

    Uit de berekeningen blijkt dat er sprake is van een ongescheurde doorsnede, dit leidt tot een E-

    modulus voor respectievelijk UGT en BGT van 18.514 en 33.500 N/mm²

    Palen plan:

    Soort palen : in grond

    : gevormd

    Schacht diameter : 500 mm

    Voet diameter : 550 mm

    Lengte paal : 31.000 mm

    Draagkracht : 4.000 kN

    Veerstijfheid :159.973 kN/m’

    h.o.h. palen : 1.800 mm

    Aantal palen onder kern : 144 st.

    Aantal palen onder gevels : 121 st.

    Aantal palen totaal : 265 st.

    Dikte funderingsplaat : 1500 mm

    Rotatiestijfheid fundering : 1204,8*106 kN/m’

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    37

    Figuur 15: spanning rek diagram van beton voor een kortdurende belasting respectievelijk UGT en BGT.

    Met de bovenstaande gegevens werden de volgende resultaten berekend.

    Vervormingen: 2e orde

    Buiging kern : 97 mm Kritische kniklast kern : 7,39*106 kN

    Rotatie fundering : 76,5 mm Kritische kniklast fundering : 17,21*106 kN

    Totaal vervorming ; 173,5 mm Kritische kniklast totaal : 5,17*106 kN

    n-factor buiging kern : 12,3

    n-factor rotatie fundering : 28,7

    n-factor totaal : 8,6

    Dynamisch

    Eigenfrequentie : 0,23 Hz

    Maximale versnelling : 0,07 m/s²

    Deze gegevens dienen als referentie voor de voorgespannen stabiliteits kern.

    Ook bij een gesloten buis (kern) is het mogelijk dat er shear leg ontstaat (zie hoofdstuk gevelbuis)

    zie onderstaande figuren. Dit heeft ermee te maken dat de wanden van de kern niet oneindig stijf

    zijn, ook al zijn ze 140 meter hoog en aangezien de inklemming dit wel is ontstaat er een shear

    leg. De oplossing hiervoor is om te kiezen voor een verende inklemming in plaats van een volledig

    ingeklemd gebouw.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    38

    5. GEVELBUIS

    In dit hoofdstuk wordt een gevelbuis als stabiliteitsconstructie voor de kantoortoren omschreven

    en berekend. Daarnaast wordt een aantal invloeden op de stijfheid van de gevelbuis bekeken.Een

    belangrijk onderdeel van dit hoofdstuk zijn de berekeningsmethodes die worden gebruikt voor het

    berekenen van de verschillende onderdelen. Met behulp van deze berekeningsmethodes wordt

    de gevelbuisconstructie gedimensioneerd Ook zal er aandacht worden besteed aan de

    eigenfrequentie van de gevelbuisconstructie welke ingewikkelder is om te bepalen dan de

    eigenfrequentie van een kern. Dit komt doordat de vervorming niet alleen een buigvervorming is

    maar een combinatie van buiging en afschuiving.

    5.1 Algemeen

    De gewichtsberekening en de bepaling van de windbelasting die gemaakt zijn in het begin zullen

    worden gebruikt bij het berekenen van de gevelbuis. Omdat de paalplaatsing die gekozen is voor

    de kern in principe leidt tot een voldoende grote rotatiestijfheid van de fundering zal deze worden

    gebruikt. Ondanks hetzelfde palenplan zal de rotatiestijfheid wel wijzigen omdat het moment op

    een ander punt aangrijpt dan bij de kernconstructie deze moet dus wel opnieuw berekend

    worden.

    Figuur 16: Shearleg bij een niet gesloten en een niet gesloten gevelbuis.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    39

    Een gevelbuis werkt als een buis vanwege de samenwerking tussen dekolommen en liggers.

    Omdat het geen gesloten buis is zal de stijfheid kleiner zijn dan een gesloten buis. Omdat er geen

    sprake is van een gesloten buis ontstaat een effect dat shear leg wordt genoemd. Door shear leg

    wordt de reactie kracht in de hoeken groter dan bij een gesloten buis.Naar het midden toe wordt

    de reactie kleiner dan bij een gesloten buis. De stijfheid van een gevelbuisconstructie is daarom

    ook kleiner dan de stijfheid van een gesloten buis. Maar in elk geval zal de samenwerking van

    kolommen en liggers een grotere stijfheid opleveren dan de gevelkolommen los van elkaar. Een

    veel gebruikte kolom afstand is 7,2 meter, zo’n kolomafstand is te groot om een gevelbuis te

    vormen omdat bij deze afstand de samenwerking tussen de kolommen nihil is (uiteraard afhankelijk

    van de ligger afmeting). Er zal daarom bij een gevelbuis bijna altijd gekozen worden voor een

    kleinere kolomafstand. Voor elke hoogbouw is er in principe een ideale kolomafstand, zo heeft de

    Sears tower in Chicago een gevelbuis (gebundeld) met een kolomafstand van 4,8 meter. Voor de

    kantoortoren die ik uitwerk ligt een ontwerp waarbij de gevelkolommen een afstand van 1,8 meter

    h.o.h. hebben. In eerste instantie gebruikt ik deze h.o.h. afstand bij mijn berekeningen. .

    5.2 1e orde berekening

    Voor de dimensionering van de gevelbuis zal in eerste instantie kijken naar de horizontale

    vervorming van het gebouw ten gevolge van de windbelasting. Deze vervorming bestaat uit de

    vervorming (buiging en afschuiving) van de gevelbuis en de rotatie van de fundering. Voor de

    vervorming van gevelbuis gebruiken we alleen de stijfheden van de gevelbuis de extra stijfheid die

    wordt geleverd door vergeten we in dit verhaal. Ik gebruik hetzelfde palenplan dat gebruikt is

    voor de kern, de fundering zal wel een andere afmeting krijgen. Vanwege de gewijzigde

    krachtswerking en de andere funderingsafmeting moet de rotatiestijfheid bij dit palenplan opnieuw

    worden bekeken voor deze fundering.

    We scheiden de berekening van de totale vervorming in eerste instantie in de twee hierboven

    genoemde onderdelen ,deze berekenen we in eerste instantie ook apart. De vervorming van het

    totale gebouw moet kleiner zijn dan 1/500ste de hoogte , verdelen we dit over beide

    vervormingen dan mag in beide gevallen de vervorming niet groter zijn dan 1/1000ste van de

    hoogte, dit komt neer op 140 mm (waardoor de totale vervorming maximaal 280 mm wordt)

    met deze bovengrens voor de vervorming bepalen we de dimensies van de gevelbuis.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    40

    Er zijn 3 berekeningsmethode die ik wil gebruiken om de vervorming van de constructie te

    bepalen, allen zullen verderop in dit hoofdstuk nader worden verduidelijkt hieronder worden zij

    kort toegelicht.

    1. 2D raamwerk

    In eerste instantie wil ik een zo simpel mogelijke berekening maken die toch een goede

    indicatie geeft van de te verwachten vervormingen. Zo’n berekening moet een 2 dimensionale

    invoeren hebben om het zo simpel mogelijk houden. Er is gekozen voor een schematisering

    van een gevelbuis waarbij een kwart van de constructie wordt ingevoerd als 2D raamwerk,

    deze methode zal als eerste worden behandeld.

    2. 3D invoer

    De meest nauwkeurige methode is tevens de meest tijdrovende dit is een invoer van een 3D

    schematiseirng van de gehele constructie. Ik zal bij deze methode de gehele constructie,

    inclusief fundering invoeren. Zodat de gevonden vervorming zo realistisch mogelijk is. Tevens

    zal ik de rotatie van de fundering en de vervorming van de gevelbuis los van elkaar bekijken.

    Voor het bepalen van de grote van het tweede orde effect is dit noodzakelijk om de

    afzonderlijke vervormingen te weten.

    3. “Handberekening” afschuiving + buiging

    Beide berekeningen die hierboven kort zijn beschreven moeten worden ingevoerd in een

    computerprogramma. Daarom is deze derde methode is een “handberekening”. Bij deze

    methode wordt voor de gevelbuis zowel een buigstijfheid als een afschuifstijfheid vastgesteld.

    Vervolgens wordt zowel de buig als de afschuifvervorming per verdieping bepaald en bij elkaar

    opgeteld om de totale verplaatsing te vormen.

    Bij alle berekeningsmethode wordt in principe gebruikt gemaakt van een betonkwaliteit van B65

    waarbij wordt uitgegaan van een ongescheurde betondoorsnede waardoor van de rekenwaarde

    van de E-modulus van beton mag worden aangehouden voor een kortdurende belasting:

    223 5141845743266510751

    mm/N.)B(Eofmm/N.)B(E:*,

    fE rr

    'brep

    r === −

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    41

    De uitkomsten die hier worden berekend zijn geschikt voor het bepalen van de 2e orde UGT

    voor de vervorming BGT mag worden gerekend met een aanzienlijk hogere E-modulus. Ik zal in

    de vergelijkende berekeningen steeds de waarde gebruiken voor de kortdurende rekenwaarde

    zoals deze hierboven is uitgerekend. Aan het eind van deze paragraaf zal ik echter een aparte

    vervormingsberekening uitvoeren met de E-modulus die in dat geval mag worden gebruikt. Uit de

    berekening van de kern bleek dat de vergroting van de E-modulus rechtstreeks kan worden

    doorgevoerd naar vervorming zodat een extra berekening met een gewijzigde E-modulus niet

    nodig zal zijn, zolang er sprake is van een ongescheurde doorsnede.

    1. 2D invoer gevelbuis als raamwerk.

    De invoer bestaat in dit geval uit een kwart van de gevelbuis, deze methode is afkomstig uit het

    dictaat “hoogbouw” een omschrijving volgt.

    0,25*P wind

    A

    B

    F

    D

    C

    E

    I

    H

    G

    1 2 3 4 5 6 7 8 109J

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    42

    Iy 1-10 A B C D E F G H I J 10 9 8 7 6 5 4 3 2

    A= 8

    0,25

    * q

    win

    d

    1

    Op de hoek wordt alleen vervorming overgebracht

    0,5 * Iy

    Fictieve ligger 1/100 * h.o.h. kolom

    Geschematiseerd met Moment en verplaatsing in X richting als vrijheidsgraad

    Z

    X

    Figuur 17 en 18: Schematisering van een kwart van de gevelbuis.

    De geschematiseerde kolommen en liggers hebben de afmeting zoals hieronder in de tabel

    aangegeven.

    kolom Omschrijving Beton afmeting oppervlak Traagheidsmoment

    - Iy van 1-10 B65 Som van 1-10 Som van 1-10 Som van 1-10

    A Evenwijdig aan wind

    symmetrie

    B65 - oneindig ½ * standaard

    B - J Evenwijdig aan wind B65 Standaard l*b Standaard (Iy)

    1-10 Loodrecht op wind B65 Standaard l*b Standaard (Ix)

    ligger

    A- Pendel B65 - - Oneindig

    A-J Evenwijdig aan wind B65 Standaard l*b Standaard (Ix)

    1-10 Loodrecht op wind B65 Standaard l*b Standaard (Ix)

    J-10 Hoek B65 - - Oneindig

    Tabel 7: overzicht afmetingen van kolommen en liggers behorend bij het schema in figuur 16.

    In de plattegrond in figuur 18 is de gevelbuis te zien waarbij de kern niet is getekend. Een kwart

    van de constructie is genummerd en geletterd dit gedeelte wordt ingevoerd zoals in figuur 19 is

    weergegeven. De kolommen worden ingevoerd met de h.o.h. afstanden zoals deze in de

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    43

    gevelbuis voorkomen. De verbinding tussen de “zij” en “achter” gevel wordt gevormd door een

    fictieve ligger met een lengte van 1/100ste van de overspanning van de standaard liggers. De

    verbinding die tussen beide gevels gevormd wordt is alleen in staat om verticale vervormingen

    over te brengen; de fictieve ligger heeft een oneindige stijfheid. Deze verbinding heeft

    vrijheidsgraden in de X richting, rotatie en in de Y richting (DOF’s). Door deze schematisering zal

    de gevel loodrecht op de wind alleen in de verticale, z-richting vervormen deze vervormingswijze

    is te zien in figuur 20. Waar de gevel evenwijdig aan de wind een horizontale vervorming vertoont

    en de loodrechte gevel alleen een verticale verplaatsing krijgt. Deze manier van vervormen is

    conform de werkelijke vervorming van de gevelbuis want de gevel loodrecht op de wind zal nooit

    in deze richting vervorming.

    De liggers bij kolom 1 zijn ingeklemd om de symmetrie weer te geven, deze inklemming heeft wel

    de mogelijkheid om te verplaatsen in de z richting. Daarnaast is de eerste kolom van de “zij” gevel

    een kolom met een oneindig oppervlak zodat de verticale vervorming hier nul is, dit

    vertegenwoordigd ook de symmetrie van de constructie. Alle gevelkolommen zijn aan de

    onderkant ingeklemd.

    Figuur 19: Overzicht schema en vervormingen vanuit ESA prima Win.

    Z

    X

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    44

    Hoewel de kern voor een extra stijfheid zorgt houd ik die buiten de berekeningen omdat de

    samenwerking tussen een kern en een gevelbuis een verhaal apart is.

    Een kwart van de constructie wordt ingevoerd dus ook de wind belasting is een kwart van zijn

    werkelijke waarde. Hierdoor is de te verwachtten vervorming van de gehele constructie hetzelfde

    als de vervorming uit de berekening blijkt. Voor deze invoer is de windbelasting omgerekend naar

    een gelijkmatig verdeelde windbelasting. Hiermee is makkelijker een traagheidsmoment terug te

    rekenen uit de vervorming.

    'm/kN,,*q*'m/kN,q*q*kNm.Mwind 8161876718767437658 41412

    21 ===⇒== l

    Aan de hand van de gegevens uit deze tabel kunnen een aantal grafieken worden gemaakt waarin

    de invloed van de verschillende eigenschappen duidelijk te zien is.

    E-MODULUS H.O.H BREEDTE DIEPTE OPPERV. TRAAGH. BREEDTE HOOGTE TRAAGH. VERVORMING[N/mm²] [m] [mm] [mm] [mm²] [mm4] [mm] [mm] [mm4] [mm]

    A 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.000 20.833.333.333 210,2B 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 197,2C 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 450 1.400 102.900.000.000 189,1D 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 450 2.000 300.000.000.000 178,1

    B 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 197,2H 26.743 1,8 250 650 162.500 5.721.354.167 250 1.400 57.166.666.667 192,5I 26.743 1,8 250 750 187.500 8.789.062.500 250 1.400 57.166.666.667 146,5J 26.743 1,8 750 750 562.500 26.367.187.500 250 1.400 57.166.666.667 48,4

    H 26.743 1,8 250 650 162.500 5.721.354.167 250 1.400 57.166.666.667 192,4L 26.743 1,8 250 650 162.500 5.721.354.167 450 1.400 102.900.000.000 185,6M 26.743 1,8 250 650 162.500 5.721.354.167 450 2.000 300.000.000.000 179,9

    KOLOM LIGGER

    Tabel 8: overzicht ingevoerde gegevens met bijbehorende waarden en resultaten.

    In de bijlage zijn de computeruitvoeren van bij de berekeningen te vinden, in het verslag zijn alleen

    de resultaten in tabel- en grafiekvorm te vinden.

    In grafiek 1 en 2 is de invloed van de kolommen op de totale vervorming van de gevelbuis

    weergegeven. Aan grafiek 1 is te zien dat de vergroting van het traagheidmoment van de kolom

    een verkleining van de vervorming tot gevolg heeft. Daarentegen is in grafiek 2 te zien dat een

    toename van het oppervlak van de kolom niet altijd een afname van de vervorming tot gevolg

    heeft.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    45

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    0,0E+00 5,0E+09 1,0E+10 1,5E+10 2,0E+10 2,5E+10 3,0E+10

    TRAAGHEIDSMOMENT KOLOM in mm4

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    Grafiek 1: invloed van het traagheidsmoment van de kolom op de vervorming van de constructie.

    Dit heeft ermee te maken dat er vierkante en rechthoekige kolommen in de grafiek zijn

    weergegeven. Vierkante kolommen hebben ten opzichte van langwerpige kolommen een groter

    oppervlak en een lager traagheidsmoment. Blijkbaar is de invloed van het traagheidsmoment van

    de kolom op de stijfheid groter dan het oppervlak.

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    0,0E+00 1,0E+05 2,0E+05 3,0E+05 4,0E+05 5,0E+05 6,0E+05

    OPPERVLAK KOLOM in mm2

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    Rechthoekkige kolommen (B=250 mm) Vierkante kolommen

    Grafiek 2: Invloed van het oppervlak van de kolom op de vervorming van de constructie.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    46

    175

    180185

    190195

    200205

    210215

    0,0E+00 5,0E+10 1,0E+11 1,5E+11 2,0E+11 2,5E+11 3,0E+11 3,5E+11

    TRAAGHEIDSMOMENT LIGGER in mm4

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    kolom 450x450 kolom 650x250

    Grafiek 3: invloed traagheidsmoment ligger op vervorming gevelbuis.

    In grafiek 3 is voor een tweetal gevelbuisconstructies (kolommen 450x450 en kolommen 650 x

    250) de invloed van het traagheidsmoment van de ligger op de vervorming weergegeven. In de

    grafiek is te zien dat in eerste instantie de vervorming van de gevelbuis met kolommen 650x250

    kleiner is. Maar de invloed van het vergroten van het traagheidsmoment van de liggers is kleiner

    dan bij de gevelbuis met kolommen 450x450. Dit heeft ermee te maken dat het oppervlak van de

    kolommen 450x450 groter waardoor de constructie met de kolommen 450x450 uiteindelijk

    stijver zal zijn bij het toenemen van het traagheidmoment van de ligger. Daarentegen hebben de

    650x250 kolommen een groter traagheidsmoment waardoor bij een lage liggerstijfheid de

    vervorming kleiner is.

    De vervorming door afschuiving is afhankelijk van het oppervlak van de kolom en de vervorming

    door buiging afhankelijk van het traagheidsmoment. Als de buigstijfheid groter wordt door een

    toenemende samenwerking tussen de kolommen gaat de vervorming door afschuiving

    overheersen. In zo’n geval wordt de vervorming het kleinst bij de kolommen met het grootste

    oppervlak.

    Uit een vergelijking, die in het verslag pas later volgt, tussen de resultaten van de drie

    berekeningsmethodes kwam naar voren dat de 2D-raamwerk schematisering een aantal

    afwijkende resultaten geeft. Een mogelijke verklaring voor de verschillen die optreden is dat de

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    47

    schematisering zoals in figuur 18 en 19 is weergegeven niet geheel juist is. In deze schematisering

    hebben kolom J en 10 allebei het oppervlak van een volledige kolom. Dit terwijl zij samen de

    hoekkolom schematiseren dus het oppervlak van kolommen J en 10 moet de helft zijn van de

    hoekkolom.

    Met de wijzigingen die hierboven zijn aangegeven is opnieuw de vervorming berekend voor die

    punten die afweken van de andere berekeningsmethode. Hoewel door deze wijzigingen de

    vervorming wel iets in de goede richting wijzigt is de invloed niet zo groot dat het verschil wordt

    opgeheven. Het verschil is dus niet te verklaren door de onjuiste schematisering van de

    hoekkolom.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    48

    2. 3D invoer

    De 3D invoer is een redelijk exacte weergave van de constructie, bij de 3D invoer worden de

    volgende onderdelen ingevoerd: de gevelkolommen, gevelliggers en de vloeren. De kern wordt

    niet ingevoerd omdat deze niet voor de stabiliteit zorgt in dit verhaal. Een invoering van de kern

    zou een samenwerking tussen kern en gevelbuis betekenen wat zorgt voor een extra complicatie

    die in het kader van dit afstudeerproject niet wordt bekeken. De invoer van de gevelbuis is zo

    compleet mogelijk dus ook de fundering is aan de schematisering toegevoegd.

    De fundering is ook als aparte constructie ingevoerd. De palen onder fundering zijn hetzelfde als bij

    de kern maar omdat het windmoment op een andere manier aangrijpt moet de rotatiestijfheid van

    de fundering opnieuw worden bepaald. Deze zal groter zijn dan de rotatiestijfheid van de

    fundering van de kern. Het is een probleem om op de juiste manier het moment aan te brengen

    bij het invoeren van alleen de fundering. Ik heb dit opgelost door een oneindig stijf frame te maken

    wat is vastgemaakt aan de hoekpunten van de fundering. Dit levert weliswaar een lagere

    rotatiestijfheid op dan de werkelijkheid maar hij komt in de buurt.

    MwVerende ondersteuning k=156.973/ 1,8 = 87.207 N/mm'

    Oneindig stijf "frame" tbv overdracht moment

    Keldervloer d=350 mm

    Randbalk d=2000 mm

    3800

    2860

    038

    0036

    200

    3240

    0

    Figuur 20:invoer/ schematisering van de fundering onder de gevelbuis.

    De rotatiestijfheid van deze fundering zoals in het bovenstaande schema is aangegeven is

    2,195*109 kN/m’ dit is aanzienlijk groter dan de rotatiestijfheid van de kern 1,292*109 kN/m’ Dit

    komt doordat het moment nu niet in het midden maar aan de rand aangrijpt. Met deze waarde

    wordt de horizontale vervorming van het gebouw door de rotatie van de fundering:

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    49

    mmm,*,

    *.C*M

    rotatie 420420101952

    1404376589 ====

    Bij de volledige 3D invoer zal de rotatiestijfheid waarschijnlijk nog groter zijn en de vervorming dus

    kleiner.

    Z

    X

    Z

    Y Y

    X

    Mw

    140.

    000

    mm

    33*3

    700

    6800

    3700

    3700

    3700

    2860036200

    324003800

    2000

    3800

    3240

    0

    3684

    028

    600

    140.000 mm6800

    4440

    200033*3700 3700 3700 3700

    3800

    Figuur 21: Invoer 3D constructie met rotatiestijfheid fundering

    De volledige 3D-constructie is ingevoerd zoals deze eerder is gedimensioneerd. De kolommen,

    behalve de hoekkolommen, zijn vierkant 450 mm, de hoekkolommen hebben een afmeting van

    500 mm in het vierkant. De gevelliggers hebben een afmeting (b x h) 450 x 1400 mm². Tot slot

    de vloeren die worden ingevoerd als platen met een “grove” netverdeling en een dikte van 250

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    50

    mm. Alle betonnen constructie onderdelen zijn van een B65 kwaliteit, in tegenstelling tot de B45

    die in de kern werd gebruikt. De fundering zal op dezelfde manier worden ingevoerd als in figuur

    21 is geschematiseerd. In eerste instantie zal ik de verende ondersteuningen echter vervangen

    door oneindig stijve veren waardoor de gevelbuis als volledig ingeklemd kan worden beschouwd.

    Figuur 22: 3D schema met windbelasting en vervorming ten gevolge van windbelasting.

    De afmetingen van de constructieonderdelen variëren we om zo de invloed te kunnen bekijken

    zoals bij de 2D raamwerkberekening is gedaan. De invoergegevens met de resultaten staan in de

    onderstaande tabel, de complete computer uitvoer is terug te vinden in bijlage 4.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    51

    ROT STFHE-MODULUS OPP TRAAGH L*B OPP HO BR TRAAGH GEVELBUIS ROTATIE OVERSTEK TOTAAL

    [N/mm²] [mm2] [mm4] [mm*mm] [mm2] [mm4] [kN/m']*106 [mm] [mm] [mm] [mm] [mm]A 26.743 600 250 150.000 4,5E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 3.644 252,4 25,3 277,7 48,8 326,5B 26.743 600 250 150.000 4,5E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 - 252,4 0 252,4 32,8 285,2C 26.743 650 250 162.500 5,7E+09 650 422.500 1400 250 5,72E+10 3.644 209,7 25,3 235 44,5 279,5F 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 3.615 272,2 25,5 297,7 41,8 339,5D 26.743 750 250 187.500 8,8E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 - 163,8 0 163,8 27 190,8

    E 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 750 562.500 1400 450 1,03E+11 3.615 232,7 25,5 258,2 41,3 299,5F 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 3.615 272,2 25,5 297,7 41,8 339,5G 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 - 272,2 0 272,2 25,9 298,1H 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 250 62.500 1400 450 1,03E+11 3.615 312,1 25,5 337,6 42,4 380

    F 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 500 250.000 1400 450 1,03E+11 3.615 272,2 25,5 297,7 41,8 339,5I 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 500 250.000 1400 250 5,72E+10 3.615 283,2 25,5 308,7 41,8 350,5J 26.743 450 450 202.500 3,4E+09 500 250.000 1000 250 2,08E+10 3.615 298,3 25,5 323,8 41,7 365,5

    [mm*mm] [mm*mm]B*D

    VERVORMINGLIGGERHOEKKOLOM

    Tabel 9: overzicht invoer gegevens en resultaten 3D gevelbuis, wijzigingen t.o.v basis is weergegeven in het

    zwart.

    In deze tabel staan een aantal gegevens die een nadere uitleg behoeven. De vervorming is

    opgedeeld in drieën: gevelbuis, rotatie en overstek. De eerste twee zijn respectievelijk de

    vervorming van de (ingeklemde) gevelbuis en de vervorming t.g.v. de rotatie van de fundering. De

    derde is de vervorming die wordt veroorzaakt door de uitstekende verdiepingen op de 3e t/m de

    12e verdieping, deze vervorming is constant aanwezig (hoewel niet altijd in dezelfde mate) maar

    dient wel te worden opgeteld bij de vervorming door de windbelasting.

    Daarnaast is de rotatiestijfheid van de fundering groter dan eerder berekend bij de invoer van de

    fundering apart. De rotatiestijfheid wordt berekend uit het verschil tussen ingeklemde en verend

    ingeklemde gevelbuis uit het verschil in vervorming wordt op de volgende manier de rotatie

    stijfheid berekend.

    'm/kN*,,,

    *.C*Mingeklemdverend

    9106153227229770

    140437658=

    −⇒=

    − δδl

    Ook van de gegevens behorend bij de 3D invoer zijn grafieken gemaakt om de invloeden van

    verschillende afmetingen te onderzoeken. Bij deze 3D invoer is een variabele toegevoegd die bij

    de raamwerkberekening niet apart te veranderen was, namelijk de hoekkolom. Een toename van

    de afmeting van de hoekkolom leidt tot een afname van de vervorming. Je voegt materiaal toe op

    de plaats waar dit het meest nut heeft. Hoewel slecht 4 kolommen groter worden neemt de

    vervorming in redelijke mate af.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    52

    050

    100

    150200

    250300

    350400

    0 100.000 200.000 300.000 400.000 500.000 600.000

    OPPERVLAK HOEKKOLOM in mm²

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    vervorming gevelbuis vervorming t.g.v. rotatie fundering vervorming totaal

    Grafiek 4: invloed hoekkolom op vervorming.

    Uit de grafieken 5 en 6 die de invloed van de kolommen (exclusief hoekkolommen) op de

    vervorming aangeven volgt een zelfde conclusie als bij het 2D-raamwerk. Het traagheidsmoment

    heeft een grotere invloed op de stijfheid van de gevelbuis dan het oppervlak.

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    300

    0,0E+00 2,5E+09 5,0E+09 7,5E+09 1,0E+10

    TRAAGHEIDSMOMENT KOLOM in mm4

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    Grafiek 5: invloed traagheidsmoment kolom op vervorming

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    53

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    300

    0 50.000 100.000 150.000 200.000 250.000

    OPPERVLAK KOLOM in mm²

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    rechthoekige kolom (d=250 mm) vierkante kolom

    Grafiek 6: invloed oppervlak kolom op vervorming

    0

    50

    100

    150

    200

    250

    300

    350

    0,0E+00 2,0E+10 4,0E+10 6,0E+10 8,0E+10 1,0E+11 1,2E+11

    TRAAGMOMENT LIGGER in mm4

    VERV

    ORM

    ING

    in m

    m

    vervorming gevelbuis vervorming t.g.v. rotatie van fundering vervorming totaal

    Grafiek 7: invloed traagheidmoment ligger op vervorming

    De invloed van het vergroten van het traagheidsmoment van de liggers lijkt op het eerste gezicht

    slechts te leiden tot een kleine verkleining van de vervorming. In de grafiek 3 bij de 2D-

    raamwerkberekening is ook te zien dat bij een groter traagheidsmoment de afname van de

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    54

    vervorming nog maar minimaal is. En de bovenstaande grafiek geeft juist een stuk weer waar de

    invloed van het vergroten van het traagheidsmoment van de ligger minimaal is. Bij een lagere

    stijfheid van de ligger zal de vergroting van het traagheidsmoment van deze ligger veel meer

    uithalen.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    55

    3. Vervorming per verdieping, combinatie buiging en afschuiving.

    Bij beide invoeren die hiervoor beschreven zijn is het noodzakelijk om ze in te voeren in de

    computer bij deze laatste berekenings methode is er vanuit gegaan dat de vervorming van de

    gevelbuis wordt veroorzaakt door een combinatie van buiging en afschuiving de constructie wordt

    als volledig ingeklemd bekeken. Hierdoor kan op relatief makkelijke wijze de totale vervorming

    worden bepaald met een “hand” berekening. Een nadeel is dat het lastig is om de buigstijfheid en

    afschuifstijfheid exact te bepalen.

    De buigstijfheid wordt berekend met de regel van Steiner: ( )∑ ∑+ eigeni IA*c*E 2 waarbij de waarde voor alle kolommen wordt opgeteld. Deze waarde is het absolute maximum die de

    buigstijfheid kan aannemen hij zal in werkelijkheid kleiner zijn dan deze waarde aangeeft. De

    minimum waarde wordt bepaalt door de traagheidsmomenten van alle kolommen bij elkaar op te

    tellen. ∑ 3121 ii h*b**E . De werkelijke waarde van de buigstijfheid ligt ergens tussen deze twee

    waarden. Ik heb er in eerste instantie voor gekozen om de maximum waarde aan te houden

    omdat ik verwacht dat de werkelijke waarde daar dichter in de buurt zit. De vervorming wordt

    vervolgens per verdieping bepaald en in een spreadsheet gezet hierbij is de volgende formule

    gebruikt.

    22

    1 iiverd

    iverdverdiiverd;buig *q*MEI

    M*h*h l==== ∑ θθθθδ

    Twee gevels evenwijdig aan de windbelasting werken als "raamwerken" en bepalen de afschuifstijfheid van de

    gevelbuis.

    Met de regel van Steiner wordt de buigstijfheid van de gevelbuis bepaald.

    Figuur 23: Afschuifstijfheid en buigstijfheid bepalen totale vervorming.

  • TU/e technische universiteit eindhoven

    CONSTRUCTIE NIET VOORGESPANNEN

    56

    De afschuifstijfheid wordt bepaald door de twee gevels evenwijdig aan de windbelasting, de

    afschuifstijfheid van deze gevels, als raamwerk wordt bepaald met een formule voor de

    afschuifstijfheid per verdieping, waarmee vervolgens de afschuiving per verdieping wordt bepaald.

    verdverd;afsch

    verd

    cbverd

    verd GAh*x*qen

    hI

    bI*h

    E*GA =

    +

    =

    ∑∑

    δ

    11

    12

    Ook bij deze methode heb ik een aantal variaties aangebracht zodat er een beeld ontstaat van de

    invloeden van de verschillende variabelen. In tabel 9 is een variabele opgenomen die in geen van

    de andere berekeningsmethode is opgenomen namelijk de h.o.h afstand van de kolommen in de

    gevelbuis.

    E-MODULUS H.O.H BREEDTE DIEPTE OPPERV. TRAAGH. BREEDTE HOOGTE TRAAGH. BUIGING AFSCH. TOTAAL[N/mm²] [m] [mm] [mm] [mm²] [mm4] [mm] [mm] [mm4] [mm] [mm] [mm]

    A 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 600 4.500.000.000 48 297 345B 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.000 20.833.333.333 48 231 279C 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 48 220 268D 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 450 1.400 102.900.000.000 48 217 265E 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 450 2.000 300.000.000.000 48 214 262

    F 26.743 1,8 250 250 62.500 325.520.833 250 1.400 57.166.666.667 156 2.244 2.400C 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 48 220 268G 26.743 1,8 250 650 162.500 5.721.354.167 250 1.400 57.166.666.667 60 134 194H 26.743 1,8 250 750 187.500 8.789.062.500 250 1.400 57.166.666.667 52 89 141I 26.743 1,8 750 750 562.500 26.367.187.500 250 1.400 57.166.666.667 17 34 51

    J 26.743 0,9 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 24 111 135K 26.743 1,2 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 31 148 179C 26.743 1,8 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 48 220 268L 26.743 2,4 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 62 291 353M 26.743 3,6 450 450 202.500 3.417.187.500 250 1.400 57.166.666.667 89 431 520

    LIGGERKOLOM VERVORMING

    Tabel 10: invoer gegevens en resultaten "hand" berekening afschuif en buig vervorming

    Omdat de vervorming per verdieping wordt berekend kan er een vervormingslijn worden

    getekend hieruit valt goed op te maken hoe groot de buigvervorming en de afschuifvervorming is.

    De volgende grafiek geeft variant D (kolom 450x450, ligger 450x1400, h.o.h. 1,8 m) uit tabel 9

    grafi