Brancherapport monitor
-
Upload
design-delicious-design-delicious -
Category
Documents
-
view
223 -
download
0
description
Transcript of Brancherapport monitor
Bran
cherap
port 2
00
9 K
ankerp
atiënten
org
anisaties
09 Brancherapport
Kankerpatiëntenorganisaties
Bran
cherap
port 2
00
9 K
ankerp
atiënten
org
anisaties
3Brancherapport 2009
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1.0 Inleiding 6
1.1 Het Brancherapport en het doel van
de Monitor 6
1.2 Dataverzameling 6
1.3 Leeswijzer 7
2.0 Organisatie 10
2.1 Deelnemende organisaties 10
2.2 Bestuursvorm 11
2.3 Ledenaantal 11
2.4 Ledenwerving 14
2.5 Doelgroep van kankerpatiëntenorganisaties 16
2.6 Taken 18
2.7 Tevredenheidmeting 19
3.0 Informatie en communicatie 22
3.1 Werkdoelen van kankerpatiëntenorganisaties 22
3.2 Informatieverstrekking aan leden,
belangstellenden, zorgverleners 22
3.3 Communicatie met de achterban 25
3.4 Cursussen en themabijeenkomsten 26
3.5 Ondersteuning van de NFK 27
4.0 Vragen en klachtenopvang 30
4.1 Vragen 30
4.2 Klachten 30
5.0 Belangenbehartiging 34
5.1 Collectieve belangenbehartiging 34
5.2 Contacten met zorgverzekeraars 38
5.3 Resultaten, doelstellingen en invloed 39
5.4 Ondersteuning van NFK bij collectieve
belangenbehartiging 41
5.5 Individuele dienstverlening 43
6.0 Lotgenotencontact 46
6.1 Vorm en doel van lotgenotencontact 46
6.2 Doelgroepen lotgenotencontact 49
6.3 Faciliteiten lotgenotencontact 50
6.4 Ondersteuning 51
6.5 Evaluatie lotgenotencontact 51
7.0 Beschikbare menskracht 54
7.1 Vrijwilligers 54
7.2 Betaalde krachten 58
8.0 Financieel overzicht 62
8.1 Inkomsten 62
8.2 Uitgaven 63
9.0 Samenwerking 68
9.1 Samenwerking met andere
patiëntenorganisaties 68
9.2 Internationale samenwerking 70
10.0 Knelpunten 72
11.0 Behaalde resultaten 76
11.1 Gebruik Brancherapport en
spiegelrapporten 77
12.0 Good practices 80
12.1 Resultaten good practices 80
13.0 Conclusies 82
13.1 Kerntaken 82
13.2 Tevredenheidmeting 84
13.3 Organisatie 84
13.4 Factsheet 85
13.5 Knelpunten en resultaten 86
13.6 Slotbeschouwing 86
Bijlage 1 Good practices 2008 90
Bijlage 2 Afkortingenlijst 98
Colofon 101
6 Brancherapport 2009
Inleiding
1.0
1.1
1.2
Inleiding
Het Brancherapport en het doel van de Monitor
In 2009 is, voor het vierde jaar op rij, een Monitor uitgevoerd door Prismant en het Verwey
Jonker Instituut om de activiteiten van de Patiënten- en Consumentenbeweging in Nederland
in beeld te brengen. De Monitor wordt uitgevoerd in opdracht van een samenwerkingsverband
van koepels voor patiënten- en consumentenorganisaties: CG-Raad, CSO, LOC, LSR, LPGGz,
NPCF, Per Saldo, Platform VG en Zorgbelang Nederland.
De Monitor en het daaraan gekoppelde brancherapport hebben in de eerste plaats een
externe functie. De patiënten- en consumentenbeweging laat aan andere partijen zien wat de
organisaties doen. Wat is het bereik van deze activiteiten? Wat wordt bereikt met de (vrijwillige)
inzet van burgers op het terrein van preventie en voorlichting, lotgenotencontact en belangen-
behartiging? De Monitor toont fondsen, zorgverzekeraars en overheden wat patiënten/consumenten-
organisaties doen met de beperkte middelen waarover zij beschikken.
Naast externe verantwoording heeft de Monitor een interne functie. Patiënten- en consumenten-
organisaties krijgen inzicht in hun eigen prestaties én in de prestaties van andere, soortgelijke
organisaties. Dit kan kennis zijn over kerngegevens van patiënten- en gehandicaptenorganisaties,
goede praktijken of kennis over achtergronden. Die gegevens kunnen worden benut voor de
verdere professionalisering van de organisaties.
KWF Kankerbestrijding en de NFK (Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties)
hebben in 2007 en 2008 aan Prismant de opdracht gegeven om de gegevens die verzameld
worden met de Monitor weer te geven in een brancherapport. De federatie NFK bestaat sinds
1991 en is voortgekomen uit het Landelijk Platform voor Verenigingen van Kankerpatiënten.
De NFK steunt aangesloten kankerpatiëntenorganisaties door hen van informatie te voorzien
en in hun werk te faciliteren. Tevens behartigt de NFK (in onderlinge samenwerking) de
gezamenlijke belangen van (ex-)kankerpatiënten en hun naasten. De uitkomsten van de
Monitor worden benut om kankerpatiëntenorganisaties te ondersteunen en de positie en
belangen van (ex-)kankerpatiënten in zorg en maatschappij te versterken.
In dit rapport worden de resultaten van de Monitor Kankerpatiëntenorganisaties weergegeven.
Het is mogelijk om een trendanalyse van de resultaten uit te voeren. De uitkomsten van de
Monitor 2009 worden vergeleken met de uitkomsten van de vorige Monitor.
Dataverzameling
De gegevens die in dit brancherapport worden gepresenteerd hebben betrekking op de resultaten
van het bestuursjaar 2008. De peildatum is 31 december 2008. Ook deze keer zijn alle kanker-
patiëntenorganisaties aangeschreven. Van de 25 kankerpatiëntenorganisaties hebben 23
organisaties de vragenlijst ingevuld. Dat is een respons van 92%.
Aan de Monitor die voor de gegevensverzameling is gebruikt, ligt een set van prestatie-
indicatoren ten grondslag. Deze indicatoren weerspiegelen de kerndoelen van de patiënten- en
consumentenorganisaties: informatie en voorlichting, belangenbehartiging en onderlinge
contacten tussen patiënten/budgethouders. Daarnaast houdt een aantal prestatie-indicatoren
verband met het (interne) verenigingsleven (verantwoording naar de leden, vrijwilligersbeleid,
financiering en de verhouding tussen vrijwilligers en beroepskrachten).
7Inleiding
1In
leid
ing
1.3
Een stuurgroep toetst de set van prestatie-indicatoren en vult ze, indien nodig, op grond
van feedback van deelnemende organisaties aan. Door de constante kern van vragen is een
vergelijking met voorgaande jaren mogelijk. Tevens worden de organisaties uitgenodigd om
‘good practices’ (inspirerende voorbeelden) en knelpunten te formuleren.
Voor extra inzicht in de resultaten worden kankerpatiëntenorganisaties opgesplitst in ‘klein’
(<500 leden1), ‘middelgroot’ (500-2000 leden) en ‘groot’ (>2000 leden).
Leeswijzer
In dit Brancherapport presenteren wij de gegevens van 23 kankerpatiëntenorganisaties.
In het tweede hoofdstuk is aandacht voor de organisatievorm, de doelgroepen en de taken
van kankerpatiëntenorganisaties. In daaropvolgende hoofdstukken worden de kerntaken
van de organisaties belicht: informatie en communicatie (hoofdstuk 3), vragen en klachten
(hoofdstuk 4), belangenbehartiging (hoofdstuk 5) en lotgenotencontact (hoofdstuk 6).
Hoofdstuk 7 beschrijft de beschikbare menskracht; zowel de betaalde krachten als de
vrijwilligers. Daarna volgt een hoofdstuk met financiële resultaten. Hoofdstuk 9 bespreekt
de samenwerking met andere patiëntenorganisaties en de internationale contacten.
In hoofdstuk 10 worden knelpunten toegelicht, terwijl hoofdstuk 11 de behaalde resultaten
op een rijtje zet. In hoofdstuk 12 worden inspirerende voorbeelden, de zogenaamde ‘good
practices’ beschreven. Het laatste hoofdstuk (13) sluit af met een samenvatting en conclusie.
1 Onder ‘leden’ worden, gezinsleden en donateurs verstaan
10 Brancherapport 2009
Organisatie
Organisatie
Deelnemende organisaties
De respons onder de kankerpatiëntenorganisaties was dit jaar zeer hoog. Van de 25 organisaties
die bij de NFK zijn aangesloten, hebben 23 organisaties de vragenlijst ingevuld.
Een respons van 92%. In onderstaande tabel zijn de deelnemende organisaties weergegeven.
Net als vorig jaar is er een onderscheid gemaakt tussen kleine organisaties (<500 leden),
middelgrote (500-2000 leden) en grote (>2000 leden) kankerpatiëntenorganisaties. Er hebben
twaalf kleine, zeven middelgrote en vier grote organisaties deelgenomen aan de Monitor.
Overzicht deelnemende kankerpatiëntenorganisaties aan de Monitor
Grootte organisatie Organisatie
klein Stichting Kernzaak 4
Stichting Longkanker
Contactgroep GIST/Life Raft Group
Belangenvereniging von Hippel-Lindau
Stichting Polyposis Contactgroep
Vereniging Waterloop 4
AVN (Asbestslachtoffers Vereniging Nederland)
Vereniging HNPCC
Stichting DOORGANG 4
Contactgroep Stamceltransplantaties 4
Stichting Allochtonen en Kanker 4
Stichting Klankbord
midden Stichting Contactgroep Leukemie
Stichting Melanoom
Stichting Contactgroep Prostaatkanker
Stichting Olijf
Patiëntenvereniging NSvG (stembandlozen) 4
Contactgroep Kahler en Waldenstrom Patiënten
LymfklierkankerVereniging Nederland
groot Vereniging Cerebraal
Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK)
Nederlandse Stomavereniging
BorstkankerVereniging Nederland
De twee ontbrekende kankerpatiëntenorganisaties zijn: Belangengroep M.E.N. en Stichting
Jongeren en Kanker.
De meeste organisaties zijn op zowel landelijk als lokaal niveau actief: 65% van de organisaties
geeft aan op beide niveaus actief te zijn. De overige organisaties (35%) zijn alleen op
landelijk niveau actief. Geen van de organisaties is alleen op lokaal niveau actief.
2.0
2.1
Tabel 2.1
2 Onder ‘leden’ worden leden, gezinsleden en donateurs verstaan
3 klein (<500 leden), midden (500-2000 leden) en groot (>2000 leden)
4 Deze organisaties hebben de Monitor 2008 niet ingevuld.
11Organisatie
2
2.2
2.3
Bestuursvorm
Iets meer dan de helft (52%) van de kankerpatiëntenorganisaties heeft als bestuursvorm een
stichting; de rest kent een verenigingsvorm.
Ledenaantal
Kankerpatiëntenorganisaties hebben leden, gezinsleden en/of donateurs. Kleine organisaties
hebben gemiddeld 227 leden. Een jaar eerder hadden deze organisaties gemiddeld 262 leden.
De middelgrote organisaties hebben gemiddeld 1.196 leden, een jaar eerder gemiddeld 1.255
leden. De grote organisaties hebben gemiddeld 5.091 leden, tegenover gemiddeld 4.738 leden
een jaar daarvoor. Voor kleine en middelgrote organisaties betekent dit een kleine
ledendaling, voor grote organisaties een ledenstijging. Hierbij moet opgemerkt worden dat
de samenstelling van de kleine en middelgrote groep enigszins verschilt ten opzichte van
een jaar eerder.
In onderstaande drie figuren is het aantal leden van kleine, grote en middelgrote organisaties
in de jaren 2007 en 2008 grafisch weergegeven. Hieruit blijkt dat bij de meeste organisaties
het aantal leden is toegenomen. De gemiddelde ledenstijging is 10% (minimaal 1% tot maxi-
maal 40%). Bij drie organisaties is er sprake van een daling van het aantal leden, variërend
van 1% tot 37%. In de groep kleine kankerpatiëntenorganisaties hebben Stichting Klankbord
en Stichting Allochtonen en Kanker de meeste leden (ruim 400). Met name bij Stichting
Klankbord is er in 2008 een grote toename van het aantal leden ten opzichte van 2007.
Bij Contactgroep GIST/Life Raft Group is juist een relatief grote afname van het aantal leden
te zien. Bij de middelgrote en grote kankerpatiëntenorganisaties is er een kleine toename van
het aantal leden.
12 Brancherapport 2009
Organisatie
Aantal leden 2007 en 2008 voor kleine organisaties (nr. 1.2)
Aantal leden 2007 en 2008 voormiddelgrote organisaties (nr. 1.3)
Figuur 2.1
Figuur 2.2
Stichting Klankbord
Stichting Allochtonen en Kanker
Contactgroep Stamceltransplantaties
Stichting DOORGANG
Vereniging HNPCC
AVN (Asbestslachtoffers)
Vereniging Waterloop
Stichting Polyposis Contactgroep
Belangenvereniging von Hippel-Lindau
Contactgroep GIST/Life Raft Group
Stichting Longkanker
Stichting Kernzaak
Stichting Jongeren en Kanker
Belangengroep M.E.N.
0 1 0 0 2 0 0 3 0 0 4 0 0 5 0 0
2008 2007
Lymfklierkanker Vereniging Nederland
Contactgroep Kahler en Waldenstrom Patiënten
Patiëntenvereniging NSvG (stembandlozen)
Stichting Olijf
Stichting Contactgroep Prostaatkanker
Stichting Melanoom
Stichting Contactgroep Leukemie
2008 2007
0 5 0 0 1 0 0 0 1 5 0 0 2 0 0 0
13Organisatie
2O
rga
nisa
tie
Aantal leden 2007 en 2008 voor grote organisaties (nr. 1.4)
In figuur 2.4 is weergegeven hoe het aantal leden zich verhoudt tot het aantal donateurs en
familieleden voor de jaren 2007 en 2008. Ruim tweederde van de achterban bestaat uit leden.
In vergelijking met 2007 zijn er in 2008 procentueel iets minder leden en iets meer donateurs.
Verdeling leden en donateurs (n=23) (nr. 1.5)
In 2008 is er een toename bij kleine kankerpatiëntenorganisaties van gemiddeld 9 nieuwe
leden. Dit is hoger dan het aantal leden (4) dat hun lidmaatschap heeft opgezegd. Het aantal
familieleden en donateurs is niet gewijzigd. De achterban van kleine organisaties vertoont
daarmee in 2008 een lichte stijging (2%). In 2007 was er nog een groei van 9%.
Middelgrote organisaties hebben in 2008 gemiddeld 75 nieuwe leden5 kunnen verwelkomen.
Gemiddeld 59 leden hebben hun lidmaatschap opgezegd. Het aantal familieleden en donateurs
is licht toegenomen. De achterban van middelgrote organisaties is daarmee in 2008 met 1%
licht gestegen. In 2007 was er een groei van 6%.
Figuur 2.3
Figuur 2.4
Borstkanker Vereniging Nederland
Nederlandse Stomavereniging
Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK)
Vereniging Cerebraal
2008 2007
0 1 0 0 0 2 0 0 0 3 0 0 0 4 0 0 0 5 0 0 0 6 0 0 0 7 0 0 0 8 0 0 0
5 Onder ‘leden’ worden leden, gezinsleden en donateurs verstaan
Leden
Donateurs
Familieleden
2008 2007
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0%
14 Brancherapport 2009
Organisatie
Grote kankerpatiëntenorganisaties hebben in 2008 gemiddeld 601 nieuwe leden kunnen
verwelkomen. Gemiddeld 328 leden hebben hun lidmaatschap opgezegd.
Het aantal familieleden nam met 6% toe, het aantal donateurs met 2%. De achterban van
grote organisaties is daarmee in totaal met gemiddeld 6% gestegen. In 2007 was er een
groei van 3%.
Geconcludeerd kan worden dat in 2008 de achterban voor zowel kleine-, middelgrote- als
grote kankerpatiëntenorganisaties is toegenomen.
In de Monitor is gevraagd om aan te geven hoeveel procent van de doelgroep (patiënten of
gehandicapten) is aangesloten bij de lidorganisatie. Kleine en grote kankerpatiëntenorganisaties
geven aan ongeveer een kwart van de doelgroep te bereiken, terwijl de middelgrote
organisaties 11% van hun doelgroep weten te bereiken.
Ledenwerving
Ruim een kwart van de kankerpatiëntenorganisaties (26%) heeft ervaring met campagnes
gericht op het werven van leden of donateurs. Nadere bestudering van de resultaten laat zien
dat het met name grote organisaties betreft (zie figuur 2.5). Middelgrote organisaties hebben
er de minste ervaring mee.
Ervaring met campagnes gericht op het werven van leden of donateurs (n=23) (nr. 1.7)
Geen enkele kankerpatiëntenorganisaties krijgt bij deze werving ondersteuning van de
koepelorganisatie. Eenderde van de organisaties geeft aan dat deze ondersteuning gewenst
is. De andere organisaties hebben er geen behoefte aan. Uit nadere analyse blijkt dat alleen
kleine organisaties behoefte hebben aan deze ondersteuning; van deze groep heeft tweederde
al eerder aangegeven ondersteuning te wensen.
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties leden en/of donateurs werven is met een
gemiddelde van 58 (op een schaal van 0 [nooit] tot 100 [continu]) vrij laag. De mediaan
(de middelste waarde van alle respondenten) is 55. De spreiding in de antwoorden is in
onderstaande figuur weergegeven. Hieruit blijkt dat de mate waarin organisaties leden
en/of donateurs werven zeer verdeeld is.
Figuur 2.5
2.4
Groot
Midden
Klein
0 % 1 0 % 2 0 % 3 0 % 4 0 % 5 0 % 6 0 %
15Organisatie
2O
rga
nisa
tie
Mate waarin organisatie leden en/of donateurs werft (n=6) (nr. 1.8)
De wijze waarop kankerpatiëntenorganisaties leden en/of donateurs werven, is weergegeven
in onderstaande figuur. De helft van de organisaties heeft doelstellingen gesteld en een plan
van aanpak geformuleerd. Een enkele organisatie heeft een communicatieplan of een
PR-campagneplan opgesteld. Bijna alle organisaties geven aan daarnaast op andere wijze
leden of donateurs te werven, zoals een bezoek en contactmoment met de doelgroep, via
folder of website, contacten met transplantatiecentra, een voorlichter aan het bed van de pa-
tiënt, door middel van kringbesturen en lotgenotencontact. Daarnaast bezoekt een medewerker
van het kantoor regelmatig de kringbesturen om voorlichting en informatie te geven.
Wijze waarop organisatie leden en/of donateurs werft (n=12) (nr. 1.9)
Aan de organisaties is gevraagd wat zij hebben bereikt op het gebied van leden/donateur-
werving naar aanleiding van bovengenoemde activiteiten. Een aantal organisaties benadrukt
de groei van het aantal leden. Een organisatie heeft een groei van 12% gerealiseerd, een andere
een groei van 60% in twee jaar tijd. Een deel van deze aanwas betrof de groei van niet-patiënten.
Een andere organisatie heeft binnen een jaar ruim 600 leden en donateurs bereikt met voor-
lichtingsbijeenkomsten en informatiemarkten. Een kankerpatiëntenorganisaties meldt dat 50%
van de bezochte, te opereren patiënten zich opgeeft als nieuw verenigingslid. Verder krijgt 40%
een gratis Jaarabonnement op de Tweede Stem, waarna 80% alsnog lid wordt. Tot slot noemt
een KPO dat veel nieuwe leden zich aanmelden na doorverwijzing door artsen of verpleeg-
kundigen in transplantatiecentra.
Figuur 2.6
Figuur 2.7
Doelstellingen gesteld
Plan van aanpak
geformuleerd
Communicatieplan/PR
campagneplan
Anders
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0% 9 0%
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
9 96 05 03 0
2
1
0
16 Brancherapport 2009
Organisatie
Aan de organisaties is gevraagd in welke mate de NFK ondersteunt bij het werven van leden
en donateurs. Dit kon op een schaal van 0 tot 100 aangegeven worden, waarbij 0 staat voor
geen ondersteuning en 100 voor maximale ondersteuning. De mate van ondersteuning wordt
met een gemiddelde van 1 beoordeeld (geen ondersteuning). Onderstaande figuur laat de
spreiding van de antwoorden zien. De mediaan (middelste waarde van alle antwoorden) is 0.
Zes organisaties hebben deze vraag beantwoord, waarvan er vijf aangeven dat er geen
ondersteuning is (score 0). Volgens een organisatie is er minimale ondersteuning (score 5).
Mate waarin NFK ondersteunt bij werven van leden en donateurs (n=6) (nr. 1.10)
Slechts een kankerpatiëntenorganisatie vermeldt dat de NFK het belang van patiënten-
organisaties onderstreept en uitdraagt. Een andere organisatie pleit er juist voor dat de NFK
een grote wervingscampagne start. Dit is in haar eigen belang. Ook voor de NFK is de lage
participatie van patiënten namelijk een grote zwakte.
Vervolgens is gevraagd welke ondersteuning van de NFK gewenst is bij het werven van leden
en donateurs. Zes organisaties hebben deze vraag beantwoord, waarvan twee organisaties
aangeven geen (directe) steun te wensen. Een kankerpatiëntenorganisatie bepleit indirecte
steun. Door andere activiteiten uit handen te nemen, kunnen zij nog beter leden werven.
Als specifieke wens wordt genoemd: actievere benadering van de potentiële doelgroep en het
meenemen van patiëntenorganisaties bij koepeloverleg. Een kankerpatiëntenorganisatie geeft aan
dat de mogelijkheden voor werving langs twee lijnen lopen: werving via de ziekenhuizen/artsen en
werving via een grote actie waarbij de televisie als medium wordt ingeschakeld.
Doelgroep van kankerpatiëntenorganisaties
Kankerpatiëntenorganisaties richten zich op verschillende doelgroepen (zie onderstaande
figuur). Betrokkenen vormen voor de meeste organisaties een doelgroep. Onder betrokkenen
wordt verstaan de directe kring om patiënten heen, zoals familie, vrienden en kennissen.
Andere belangrijke doelgroepen zijn patiënten met een chronische aandoening en zorgverleners.
Dit geldt met name voor de grote kankerpatiëntenorganisaties. Aan kankerpatiëntenorga-
nisaties is gevraagd de omvang van hun doelgroep aan te geven. Voor kleine kankerpatiën-
tenorganisaties is de doelgroep gemiddeld 10.703 personen, variërend van minimaal 30 tot
maximaal 50.000 personen.
Figuur 2.8
2.5
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
50
5
4
3
2
1
0
17Organisatie
2O
rga
nisa
tie
Doelgroep kankerpatiëntenorganisaties (n=23) (nr. 1.12)
Middelgrote kankerpatiëntenorganisaties hebben een gemiddelde doelgroep van 13.734
personen, met een minimum van 525 en een maximum van 50.000 personen.
De grote kankerpatiëntenorganisaties hebben gemiddeld 17.693 personen in hun doelgroep:
minimaal 80 en maximaal 28.000 personen.
Twee kankerpatiëntenorganisaties (klein en middelgroot) merken op dat hun doelgroep
zeer moeilijk te definiëren valt. Daardoor is het voor hen moeilijk een schatting te geven.
Er zijn enkele doelgroepen die moeilijker bereikt worden. In onderstaande figuur is weer-
gegeven welke dit zijn. 2008 en 2007 zijn met elkaar vergeleken. Met name allochtonen
worden nog steeds als een lastig bereikbare doelgroep gezien. Opvallend is dat in 2008
meer organisaties (50%) moeite hebben om jong volwassenen (18-30 jaar) te bereiken.
De categorie ‘anders’ betreft ‘patiënten in het algemeen’. Een kankerpatiëntenorganisatie geeft
bijvoorbeeld aan dat onder ouderen met leukemie de participatiegraad slechts 5% is. Een andere
organisatie merkt op dat slechts 5% van alle personen met een transplantatie lid wordt.
Organisaties noemen verschillende mogelijkheden om hun achterban te raadplegen.
De meest gebruikte manier is via directe ledenraadpleging; via de website, de digitale
nieuwsbrief of het verenigingsmagazine. Bijna 80% maakt hier gebruik van.
Daarnaast raadpleegt ruim tweederde van de organisaties de achterban door middel van
een ledenvergadering. De rest van de organisaties doet dit via afdelingsbesturen.
In 2007 gebeurde ledenraadpleging iets meer via directe ledenraadpleging en minder via
een ledenvergadering. Een kankerpatiëntenorganisatie geeft aan dat ledenraadpleging
plaatsvindt via een digitaal stomapanel en landelijke en regionale dagen.
Figuur 2.9
Betrokkenen
Patiënten met een chronische aandoening
Zorgverleners
Ouders
Zorgconsumenten
Gehandicapten
Anderen
groot midden klein
0% 2 0% 4 0% 6 0% 8 0% 1 0 0%
18 Brancherapport 2009
Organisatie
Moeilijk te bereiken doelgroepen (n=23) (nr. 1.13)
Raadplegen achterban (n=23) (nr. 1.14)
Taken
Kerntaken van de kankerpatiëntenorganisaties zijn informatie en voorlichting, belangenbehartiging
en lotgenotencontact. De meeste kankerpatiëntenorganisaties geven aan dat deze taken voor hen
even belangrijk zijn (figuur 2.12). Slechts één kankerpatiëntenorganisatie ziet belangenbehartiging
als belangrijkste taak. In 2007 waren er nog twee organisaties die dit vonden. Deze organisatie
merkt wel op dat lotgenotencontact en informatie niet vergeten worden. Uitsplitsing van data naar
groepsgrootte toont aan dat voor alle grote organisaties de drie taken even belangrijk zijn. 25% van
de kleine en 14% van de middelgrote organisaties vindt lotgenotencontact het belangrijkste.
Figuur 2.10
Figuur 2.11
2.6
Allochtonen
Jong volwassenen (18-30)
Jongeren (13-18)
Kinderen (0-12)
Familieleden
Ouderen (>65)
Volwassenen 30+
Alleenstaanden
Anders
2008 2007
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0%
Directe ledenraadpleging
Via leden- of donateurs vergadering
Via raadpleging van afdelingsbesturen
Anders
2008 2007
0% 2 0% 4 0% 6 0% 8 0% 1 0 0%
19Organisatie
2O
rga
nisa
tie
Taken kankerpatiëntenorganisaties (n=23) (nr. 1.15)
Tevredenheidmeting
Het periodiek evalueren van tevredenheid onder de achterban van kankerpatiëntenorganisaties
is een belangrijk instrument om de waardering van leden te meten. De periodieke evaluatie
biedt organisaties concrete informatie om het eigen functioneren kritisch tegen het licht te
houden en zo nodig bij te stellen door middel van verbeteracties. Kortom: een tevredenheid-
meting levert stuurinformatie om de eigen organisatie te professionaliseren.
Ze is een onderdeel van de verbetercyclus.
In 2008 hebben vier van de 23 kankerpatiëntenorganisaties onder de leden een tevredenheid-
meting uitgevoerd. In 2007 deden dit vier van de 19 organisaties. Het betreft kleine en grote
organisaties. Middelgrote organisaties hebben geen tevredenheidmeting uitgevoerd.
2.7
Alledrie even belangrijk
Lotgenotencontact
Belangenbehartiging
Informatie en voorlichting
Anders
2008 2007
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0%
Figuur 2.9
22 Brancherapport 2009
Informatie encommunicatie
Informatie en communicatie
Werkdoelen van kankerpatiëntenorganisaties
Het geven van informatie en voorlichting is één van de kerntaken van kankerpatiënten-
organisaties. Uit onderstaande figuur 3.1 blijkt dat bijna alle kankerpatiëntenorganisaties als
werkdoelen op dit gebied zien: het verspreiden van kennis over diagnostiek, het verbeteren
van de communicatie tussen patiënten en behandelaars en de versterking van de positie
van mensen met deze aandoening. Ook in 2007 waren deze thema’s de belangrijkste
werkdoelen. Ongeveer tweederde van de kankerpatiëntenorganisaties adviseert de leden
ook over zorgverlening en behandelmethoden en levert een bijdrage aan de zelfstandigheid
van mensen met deze aandoening. Opvallend is de toename van organisaties die zich
bezighouden met begeleiding van of nazorg aan familie.
Andere werkdoelen die kankerpatiëntenorganisaties noemen zijn: juridische ondersteuning
en informatie over medicijnen; contacten met hooggeleerden, ziekenhuizen en
paramedici; informatie aan scholen en de bredere omgeving van kinderen met kanker.
Werkdoelen op het gebied van informatieverstrekking en voorlichting (n=22) (meerdere antwoorden mogelijk)
Informatieverstrekking aan leden, belangstellenden, zorgverleners
Om hun leden, belangstellenden en zorgverleners te informeren, gebruiken de kanker-
patiëntenorganisaties verschillende informatiekanalen (figuur 3.2). Evenals in 2007
gebruiken ze allemaal een website om hun leden en belangstellenden te informeren.
Opvallend is de afnemende populariteit van met name de schriftelijke nieuwsbrief en
het tijdschrift en ook de informatiebijeenkomsten. Tevens worden persoonlijke contacten,
e-mail, publicaties en cursussen minder ingezet als informatiemedia.
Andere informatiemiddelen die organisaties noemen zijn: een jaarlijkse contactdag,
folders en klinische lessen.
Figuur 3.1
3.1
3.2
3.0
Verspreiden kennis over diagnostiek,
behandeling en zorgverlening
Verbeteren communicatie tussen
patiënten en behandelaars
Versterking van positie van mensen
met deze aandoening
Leden adviseren over zorgverlening
en behandelmethoden
Bijdrage aan zelfstandigheid
van mensen met deze aandoening
Begeleiding van of nazorg aan familie
Informatie over regelgeving
Informatie over zorgverzekering
Informatie over onderwijs
Anders
2008 2007
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
23Informatie en communicatie
2O
rga
nisa
tie
Wijze van informeren (n=22) (meerdere antwoorden mogelijk)
3.2.1 Website en forum
Alle kankerpatiëntenorganisaties hebben een eigen website. Negen organisaties registreren
het aantal unieke bezoekers6. Eén kleine organisatie trok in 2008 300 bezoekers.
Vier middelgrote organisaties hadden gemiddeld 47.394 bezoekers. De websites van de
vier grote organisaties kregen in verhouding minder bezoekers dan die van de middelgrote
organisaties, namelijk 23.995. Vijf kankerpatiëntenorganisaties bieden op hun website ook een
forum/chatroom aan. Gemiddeld namen per dag 68 bezoekers aan een forum/chatroom deel.
3.2.2 Nieuwsbrief
Negen kankerpatiëntenorganisaties (klein en middelgroot) hebben een schriftelijke nieuws-
brief. Bij kleine organisaties verscheen in 2008 gemiddeld drie keer een nieuwsbrief;
bij middelgrote was dit gemiddeld vier keer. De kleine organisaties hadden een oplage van
gemiddeld 396 exemplaren, de middelgrote groep bracht gemiddeld 1.731 exemplaren uit.
Ondanks het gegeven dat in 2008 de schriftelijke nieuwsbrief minder wordt gebruikt in
vergelijking met 2007, is het gebruik van de elektronische nieuwsbrief in 2008 nauwelijks
toegenomen. Slechts vijf organisaties brachten een elektronische nieuwsbrief uit, waarvan
twee kleine en drie grote organisaties. De kleine organisaties verstuurden in 2008 gemiddeld
twee keer een elektronische nieuwsbrief; de grote organisaties negen keer.
De oplage van de elektronische nieuwsbrief was gemiddeld 221 exemplaren voor de kleine
organisaties, en 2.543 voor de grote organisaties.
3.2.3 Tijdschrift
Ongeveer de helft van het aantal kankerpatiëntenorganisaties bracht in 2008 een tijdschrift
uit. Kleine organisaties brachten gemiddeld ieder kwartaal een tijdschrift uit. Bij middelgrote
en grote organisaties gebeurde dit gemiddeld vijf keer per jaar. De grootte van de organisatie
is van invloed op de gemiddelde oplage, immers: hoe groter de organisatie, hoe meer
leden geïnformeerd moeten worden. Kleine organisaties hadden in 2008 een gemiddelde
oplage van 451 tijdschriften. Middelgrote en grote organisaties hadden een oplage van
respectievelijk 2.600 en 6.100 exemplaren.
Figuur 3.2
Website
Informatiebijeenkomsten
Persoonlijke contacten
Tijdschrift
Schriftelijke nieuwsbrief
Publicaties
Elektronische nieuwsbrief
Cursussen
Anders
2008 2007
% 1 00 % 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0% 9 0% 1 0 0%
6 Toelichting unieke bezoeker: een persoon die een website bezoekt.
Een unieke bezoeker kan elke dag een website maximaal één keer bezoeken.
24 Brancherapport 2009
Informatie encommunicatie
3.2.4 Boekjes, brochures en folders
Evenals in 2007 hebben ook in 2008 15 kankerpatiëntenorganisaties nieuwe titels uitgebracht.
Onder titels wordt verstaan: boekjes, brochures en folders. Middelgrote en grote organisaties
gaven gemiddeld drie verschillende titels uit, kleine organisaties vijf titels.
De meeste boekjes, brochures en folders gingen over de organisatie of over een aandoening
of ziektebeeld. Andere onderwerpen zijn: informatie over behandelmethoden, lichamelijke
en psychische gevolgen, medische informatie en informatie over hulpmiddelen.
Minder vaak voorkomende thema’s zijn: preventie, informatie over gezonde leefwijze en
informatie over werk. Onder het kopje ‘anders’ vallen:
- juridische zaken
- informatie over voeding
- kwaliteitseisen zorg
- omgaan met kinderkanker
- informatie over zorginstellingen
- uiterlijke verzorging
- aanvullende geneeswijzen
- palliatieve zorg
Bij de splitsing naar grootte van organisatie (zie figuur 3.3) is het meest opvallend dat alle
grote organisaties titels uitbrachten over de thema’s: ‘lichamelijke en psychische gevolgen’
en ‘aandoening of ziektebeeld’. Ongeveer de helft van de kleine en middelgrote organisaties
hebben soortgelijke titels. Alle kleinere organisaties brengen boekjes, brochures of folders uit
over de eigen organisatie, terwijl dit maar voor een kwart van de middelgrote en de helft van
de grote organisaties geldt.
Thema’s van boekjes, brochures en folders (n=15) (meerdere antwoorden mogelijk)
3.2.5 Persberichten en contacten
In 2008 hebben 20 kankerpatiëntenorganisaties persberichten uitgegeven. Van deze groep
hebben kleine en middelgrote organisaties ongeveer één à twee persberichten uitgegeven,
terwijl de grote organisaties er gemiddeld zes leverden. Ook zijn 20 organisaties in 2008
benaderd door de pers voor interviews, op persconferenties etc.
Figuur 3.3
Medische informatie
Werk
Gezonde leewijze
Lichamelijke en psychische gevolgen
Preventie
Hulpmiddelen
Behandelmethoden
Aandoening of ziektebeeld
Organisatie
Anders
groot midden klein
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
25
2O
rga
nisa
tie
Kleine organisaties hadden gemiddeld vier perscontacten; middelgrote organisaties twee,
grote organisaties hadden gemiddeld 19 keer contact met de pers.
Communicatie met de achterban
Zestien kankerpatiëntenorganisaties hanteren in 2008 een interactieve manier van
communiceren met de leden en/of donateurs. Evenals in 2007 wordt het meest gebruik
gemaakt van de online vraag-en-antwoord functie en een forum/chatbox (figuur 3.4).
Ook andere multimediatechnieken zijn in 2008 in opmars. Zo werd in 2007 nog geen
gebruik gemaakt van het online melden van klachten. In 2008 voltrekt 16% van de
interactieve communicatie zich via dit medium.
Grote en middelgrote organisaties maken relatief meer gebruik van een chatroom/forum in
vergelijking met kleinere organisaties. Het aanbieden van online vraag-en-antwoord gebeurt
in verhouding veel door middelgrote organisaties.
Moderne multimediatechnieken (n=16) (meerdere antwoorden mogelijk)
In figuur 3.5 wordt weergegeven welke klassieke communicatietechnieken organisaties
gebruiken om met hun achterban te communiceren. Kleine organisaties gebruiken met name
de netwerkdagen en de enquête. Ook de grote organisaties doen dit. Daarnaast maken ze
relatief veel gebruik van panels. Opvallend is dat middelgrote organisaties in vergelijking met
kleine en grote organisaties van alle klassieke communicatietechnieken minder gebruik maken.
Klassieke communicatiemiddelen (n=16) (meerdere antwoorden mogelijk)
3.3
Figuur 3.4
Figuur 3.5
Elektronische panels (discusie) 5%
CHatroom / Forum 24%
Online vraag en antwoord 27%
Videoboodschappen 3%
Online melden van klachten 16%
Electronische enquête 11%
Anders 14%
Elektronische panels (discusie) 5%
CHatroom / Forum 24%
Online vraag en antwoord 27%
Videoboodschappen 3%
Online melden van klachten 16%
Electronische enquête 11%
Anders 14%
Panels (discussie) 17%
Enquête 29%
Netwerkdagen 33%
Anders 21%
Informatie en communicatie
26 Brancherapport 2009
Informatie encommunicatie
Cursussen en themabijeenkomsten
De meerderheid van de kankerpatiëntenorganisaties (17) organiseert jaarlijks cursussen/thema-
bijeenkomsten voor verschillende doelgroepen. Figuur 3.6 geeft de verdeling naar
doelgroepen weer.
Cursussen of bijeenkomsten voor eigen leden worden het meest georganiseerd. Kleine en
middelgrote organisaties hielden gemiddeld 11 keer zo’n cursus of bijeenkomst (tabel 3.1).
De grote organisaties hebben in 2008 gemiddeld 25 cursussen of bijeenkomsten georganiseerd.
Zeven kankerpatiëntenorganisaties gaven cursussen of themabijeenkomsten voor zorg- en
dienstverleners en voor zorgconsumenten of naasten. Cursussen of bijeenkomsten voor
docenten en studenten zijn slechts door zes organisaties gehouden. Opvallend is dat
de middelgrote organisaties in 2008 gemiddeld 79 keer een bijeenkomst of cursus voor
docenten en studenten organiseerden. Dit hoge gemiddelde wordt veroorzaakt door één
kankerpatiëntenorganisatie dat maar liefst 152 cursussen/bijeenkomsten gaf.
Verdeling doelgroepen cursussen/themabijeenkomsten (n= 17) (meerdere antwoorden mogelijk)
Aantal georganiseerde cursussen en themabijeenkomsten in 2008
Doelgroep Aantal Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde
Kankerpatiënten klein middelgroot groot
Eigen leden 17 11 11 25
Zorgverleners/dienstverleners 7 10 1 10
Docenten of studenten 6 2 79 11
Zorgconsumenten of naasten 7 7 13 18
Ondersteuning van de NFK
De kankerpatiëntenorganisaties in deze Monitor is gevraagd om op een schaal van 0 tot
100 aan te geven in welke mate zij ondersteuning van de NFK ontvangen op het gebied van
informatie en voorlichting, waarbij 0 staat voor geen ondersteuning en 100 voor maximale
ondersteuning. In figuur 3.7 is de spreiding van de antwoorden weergegeven.
De mate waarin door NFK ondersteuning wordt verleend, is met een gemiddelde van 26 laag.
De mediaan (middelste getal van alle respondenten) ligt op 18.
Figuur 3.6
Tabel 3.1
3.4
3.5
Eigen leden 46%
Zorgverleners / dienstverleners 19%
Docenten of studenten 16%
Zorgconsumenten of naasten 19%
27
2O
rga
nisa
tie
De kleine organisaties geven een gemiddeld cijfer van 32. Middelgrote organisaties geven
gemiddeld 19 en de grote organisaties 15. Vier organisaties melden dat ze geen ondersteuning
ontvangen van de NFK op het gebied van informatie en voorlichting.
Zeven organisaties ontvangen informatie via diverse kanalen, zoals een nieuwsbrief,
ledenbericht en een tijdschrift. Twee organisaties worden ook via commissies en werk-
groepen geïnformeerd en gesteund. Andere vormen van ondersteuning die worden
genoemd zijn: medewerking op medicijnengebied; de mogelijkheid tot het bijwonen van
vergaderingen; ondersteuning bij de ontwikkeling van een nieuwe website; ondersteuning
via (kankersoortoverstijgende) folders. Ook collectief overleg is een voorbeeld van
ondersteuning (bijvoorbeeld met betrekking tot hulpmiddelen, geneesmiddelen en
verzekeringszaken).
Op de vraag welke ondersteuning nog meer wenselijk is, antwoorden vier organisaties dat zij
geen extra ondersteuning willen. Op het gebied van PR willen drie organisaties extra steun
van de NFK. Andere vormen van gewenste ondersteuning zijn bijvoorbeeld: meer algemene
informatie en voorlichting over het nut en de noodzaak van patiëntenverenigingen én meer
specifieke informatie gericht op zeldzame erfelijke aandoeningen. Daarnaast wordt meer
aandacht gevraagd voor de kleinere patiëntenverenigingen (gericht op zeldzame erfelijke
aandoeningen). Zij willen meer exposure in bijvoorbeeld publicaties en in persberichten van
de NFK. Tot slot wordt een samenvattende presentatie van bereikte resultaten, bijvoorbeeld
op het gebied van belangenbehartiging, wenselijk gevonden.
Mate van ondersteuning (n=20)Figuur 3.7
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
0 9 10 15 19 25 29 30 35 45 50 65 75
5
4
3
2
1
0
Informatie en communicatie
30 Brancherapport 2009
Vragen en klachtenopvang
Vragen en klachtenopvang
Vragen
Ongeveer de helft van de deelnemende kankerpatiëntenorganisaties houdt een registratie bij
van binnengekomen informatievragen. Dit is een toename ten opzichte van het jaar daarvoor,
toen slechts eenderde van de organisaties registraties bijhield. Veel binnengekomen vragen
gingen (evenals in 2007) over de behandeling en diagnose, aanbod en functie van de organi-
satie en over het aanbod van zorg en dienstverlening (figuur 4.1). Kleine organisaties kregen
gemiddeld de meeste vragen over behandeling en diagnose. De grote organisaties kregen
gemiddeld de meeste vragen over andere onderwerpen dan genoemd. Daarnaast ontvingen
ze relatief veel vragen over het aanbod en functie van de organisatie. Over middelgrote
organisaties is geen informatie beschikbaar.
Onderwerpen van informatievragen (n=8)
Klachten
Acht kankerpatiëntenorganisaties hebben in 2008 klachten ontvangen. Bij de meeste
organisaties komen de klachten per e-mail binnen, gevolgd door telefonische melding.
Slechts vijf organisaties registreren de binnengekomen klachten. Hiervan geven drie organisaties
aan hoeveel klachten zij per onderwerp krijgen. In figuur 4.2 is het totale aantal klachten
per onderwerp weergegeven. Hieruit blijkt dat de meeste klachten in 2008 (net als in 2007)
gaan over overheidsinstellingen. Daarnaast werden in 2008 relatief veel klachten ingediend
over behandeling. Opvallend is dat er in 2007 gemiddeld veel klachten over onderwerpen
als overheidsinstanties, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en de eigen organisaties werden
ingediend. In 2008 is het aantal klachten over deze onderwerpen aanzienlijk afgenomen.
Over behandeling en medicatie wordt gemiddeld wel meer geklaagd.
De acht kankerpatiëntenorganisaties die in 2008 klachten ontvangen, hebben deze klachten
zelf in behandeling genomen en afgehandeld. Het gros van de klachten is afgehandeld met een
advies. Verder wordt ruim eenderde van de klachten afgehandeld door bemiddeling. Een klein
aantal klachten is afgehandeld met verwijzing naar de klachtencommissie van de eigeninstelling.
4.0
4.1
4.2
Figuur 4.1
Behandeling en diagnose
Aanbod / functie van uw organisatie
Aanbod zorg / dienstverlening
Maatschappelijke participatie
Hulpmiddelen
Financiën (uitkering, etc.)
Wet- en regelgeving
Klachten
Wonen
Anders
2008 2007
0 50 100 150 200 250 300 350 400 450
31Vragen en klachtenopvang
2
Org
an
isatie
Ook wordt in enkele gevallen doorverwezen naar andere partijen, zoals de Stichting Eerlijke
Geneesmiddelen voorziening en de CG-Raad. Slechts drie organisaties gebruiken de
geregistreerde vragen en klachten voor de ontwik-keling van beleid en visie.
Gemiddeld aantal ontvangen klachten per onderwerp (n=3)
Wijze afhandeling klachten (n=17)
Figuur 4.2
Figuur 4.3
2008 2007
Overheidsinstanties
Behandeling
Medicatie
Zorginstellingen
Zorgverzekeraars
Zorgbaanbieders
Eigen organisatie
Hulpmiddelen
Zorgverlening
Anders
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50
Advies 41%
Bemiddeling 35%
Verwijzing naar
klachtencommissieinstelling 6%
Anders 18%
34 Brancherapport 2009
Belangenbehartiging
Belangenbehartiging
Collectieve belangenbehartiging
Collectieve belangenbehartiging is een belangrijke kerntaak van kankerpatiëntenorganisaties.
Het beleid van overheden, financiers, zorgaanbieders, bedrijven en dienstverleners wordt
beïnvloed om de zorg voor mensen met een aandoening of handicap te verbeteren en hun
maatschappelijke positie te versterken. Via verschillende informatiekanalen, zoals cliënten-
panels, themawerkgroepen, externe klachtensignalering en interne signaleringsoverleggen
worden gegevens en ervaringen van leden gebundeld en geconcretiseerd.
Deze ‘ervaringskennis’ wordt gebruikt als input voor collectieve belangenbehartiging.
Kankerpatiëntenorganisaties worden bij collectieve belangenbehartiging ondersteund door
de NFK. Zelf houden de organisaties zich minder bezig met collectieve belangenbehartiging.
Ze richten zich meer op individuele belangenbehartiging. Daarbij gaat het om ondersteuning
van leden van de organisatie, onder andere in de vorm van lotgenotencontact en klachten-
bemiddeling.
In figuur 5.1 zijn verschillende activiteiten in het kader van collectieve belangenbehartiging
weergeven. Veel activiteiten zijn gericht op het verbeteren van diagnose en behandelmethoden,
kwaliteitsverbetering en het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek. Opvallend is verder
dat kankerpatiëntenorganisaties in 2008 hun activiteitenaanbod hebben uitgebreid. Er zijn
vooral meer activiteiten ontplooid op het gebied van ondersteunen van een gezonde leefstijl,
verbetering van toegang tot voorzieningen en verbetering van diagnose en behandelmethoden.
Binnen de categorie ‘anders’ worden activiteiten genoemd als ‘juridische ondersteuning’,
‘klinische lessen’ en ‘informatie overdracht over kanker’.
Activiteiten collectieve belangenbehartiging (n=23) (BEL1)Figuur 5.1
5.1
5.0
2008 2007
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Verbeteren van diagnoses en behandelmethoden
Kwaliteitsverbetering en vernieuwing
Bevorderen van wetenschappelijk onderzoek
Toegang tot voorzieningen verbeteren
Verbetering van de maatschappelijke participatie
Erkenning en toelating van geneesmiddelen
Ondersteunen van een gezonde levensstijl
Inbreng in internationale netwerken
Preventie
Verbeteren beeldvorming over doelgroep
Versterken zelfredzaamheid van doelgroep
Actieve bemoeienissen met zorginkoop
Anders
Versterken maatschappelijke positie van doelgroep
Verbeteren van de inkomenspositie van leden
Bewerkstelligen gezonde leer- en/of werkomgeving
Vervoer
35Belangenbehartiging
2
Org
an
isatie
Opsplitsing in grootte van organisatie laat zien dat de grote kankerpatiëntenorganisaties het
meest actief zijn op het gebied van belangenbehartiging (zie figuur 5.2). Op het gebied van
‘vervoer’ zijn alleen grote kankerpatiëntenorganisaties actief. Opvallend is verder dat grote
organisaties zich minder bezighouden met belangenbehartiging op het gebied van ‘erkenning
en toelating van geneesmiddelen’.
Activiteiten collectieve belangenbehartiging (n=23) (BEL2)
Een aantal activiteiten waarop kankerpatiëntenorganisaties zich richten met betrekking tot
collectieve belangenbehartiging zijn ‘belegd’ bij de NFK. Het gaat om activiteiten als ‘kwaliteits
verbetering en vernieuwing’ en ‘erkenning en toelating van geneesmiddelen’.
In figuur 5.3 is weergegeven welk percentage van de organisaties (ingedeeld naar grootte)
activiteiten heeft belegd. Hieruit valt op te maken dat alle grote kankerpatiëntenorganisaties
activiteiten als ‘verbetering maatschappelijke participatie’, ‘actieve bemoeienissen met zorg-
inkoop’ en ‘verbeteren van inkomenspositie van leden’ bij de NFK hebben neergelegd.
Voor middelgrote organisaties geldt dat voornamelijk voor de activiteit ‘kwaliteitsverbetering
en vernieuwing’, voor kleine organisaties is dat de activiteit ‘erkenning en toelating van
geneesmiddelen’.
Figuur 5.2
groot midden klein
Verbeteren van diagnoses en behandelmethoden
Kwaliteitsverbetering en vernieuwing
Bevorderen van wetenschappelijk onderzoek
Toegang tot voorzieningen verbeteren
Verbetering van de maatschappelijke participatie
Erkenning en toelating van geneesmiddelen
Ondersteunen van een gezonde levensstijl
Inbreng in internationale netwerken
Preventie
Verbeteren beeldvorming over doelgroep
Versterken zelfredzaamheid van doelgroep
Actieve bemoeienissen met zorginkoop
Anders
Versterken maatschappelijke positie van doelgroep
Verbeteren van de inkomenspositie van leden
Bewerkstelligen gezonde leer- en/of werkomgeving
Vervoer
0% 20% 40% 60% 80% 100%
36 Brancherapport 2009
Belangenbehartiging
Activiteiten belegd bij de NFK (n=13) (BEL3)
Drie van de 23 kankerpatiëntenorganisaties participeren in de werkgroep ‘collectieve
belangenbehartiging’ van de NFK. Het gaat hierbij om één kleine, één middelgrote en
één grote organisatie. Deze organisaties nemen deel aan onder andere de ‘commissie
maatschappelijke participatie’, de ‘commissie kwaliteit van zorg’, de ‘commissie
medicijnenbeleid’ en de ‘klankbordgroep scholing’.
Uit figuur 5.4 blijkt dat collectieve belangenbehartiging net als in 2007 met name is gericht
op zorgaanbieders, zorgverzekeraars en de lokale overheid. Binnen de categorie ‘anders’
worden partijen genoemd als ‘farmaceuten’ en ‘academische ziekenhuizen’.
Partijen waarop collectieve belangenbehartiging is gericht (n=18) (BEL6)
Figuur 5.3
Figuur 5.4
groot midden klein
Verbeteren van diagnoses en behandelmethoden
Kwaliteitsverbetering en vernieuwing
Bevorderen van wetenschappelijk onderzoek
Toegang tot voorzieningen verbeteren
Verbetering van de maatschappelijke participatie
Erkenning en toelating van geneesmiddelen
Ondersteunen van een gezonde levensstijl
Inbreng in internationale netwerken
Preventie
Verbeteren beeldvorming over doelgroep
Versterken zelfredzaamheid van doelgroep
Actieve bemoeienissen met zorginkoop
Anders
Versterken maatschappelijke positie van doelgroep
Verbeteren van de inkomenspositie van leden
Bewerkstelligen gezonde leer- en/of werkomgeving
Vervoer
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Zorgaanbieders 29%
Zorgverzekeraars 29%
Lokale overheden 6%
Provinciale overheid 2%
Landelijk overheid 22%
Vervoersbedrijven 4%
Scholen / opleidingsinstituten 6%
Patiëntenorganisaties 2%
37
2
Org
an
isatie
Alle grote organisatie richten zich op de landelijke overheid en de zorgaanbieders, middelgrote
en kleine organisaties doen dat in mindere mate (zie figuur 5.5). Meer dan 80% van de kleine
en middelgrote organisaties richt zich ook op zorgverzekeraars.
Alleen middelgrote organisaties richten zich op patiëntenorganisaties en de provinciale
overheid. Verder richten alleen grote organisaties zich op vervoersbedrijven.
Partijen waarop collectieve belangenbehartiging is gericht naar grootte organisatie (n=18) (BEL7)
In het behartigen van de belangen van de achterban werken de meeste kankerpatiëntenorganisaties
samen met andere organisaties, zoals andere patiëntenorganisaties, de NFK, koepelorganisaties
en zorgaanbieders. In mindere mate werken ze samen met de lokale, provinciale- en landelijke
overheid (zie figuur 5.6).
Gezamenlijk naar buiten treden (n=19) (BEL4)
Figuur 5.5
Figuur 5.6Zorgaanbieders 8%
Zorgverzekeraars 5%
Lokale overheden 2%
Provinciale overheid 2%
Landelijk overheid 7%
Vervoersbedrijven 2%
Scholen / opleidingsinstituten 2%
Patiëntenorganisaties 23%
NFK 27%
Overige koepelorganisaties 10%
Anders 12%
groot midden klein
Patiëntenorganisaties
Scholen / opleidingsintituten
Vrervoersbedrijven
Landelijke overheid
Provinciale overheid
Lokale overheden
Zorgverzekeraars
Zorgaanbieders
0% 2 0% 4 0% 6 0% 8 0% 1 0 0%
Belangenbehartiging
38 Brancherapport 2009
Belangenbehartiging
Alle kleine organisaties treden samen met de NFK naar buiten. Middelgrote en grote organisaties
doen dat in mindere mate. Grote organisaties opereren samen met andere patiëntenorganisaties;
voor middelgrote en kleine organisaties geldt dat in mindere mate (figuur 5.7).
Gezamenlijk naar buiten treden (n=19) (BEL5)
Contacten met zorgverzekeraars
Negentien kankerpatiëntenorganisaties (83%) hebben contacten met zorgverzekeraars.
In 2007 was dit nog maar 37%. Hierbij worden de contacten in 10% van de gevallen geheel
onderhouden door de NFK, 30% van de organisaties onderhoudt de contacten samen met de
NFK en 60% onderhoudt geheel zelfstandig (zonder ondersteuning van de NFK) de contacten
met zorgverzekeraars.
De meeste kankerpatiëntenorganisaties onderhouden net als in 2007 contacten met de
zorgverzekeraars Agis en Menzis. De NFK is samen met enkele organisaties in gesprek met deze
zorgverzekeraars over zorginkoop. Tevens valt op dat het aantal kankerpatiëntenorganisaties
dat contacten onderhoudt met CZ en Achmea is toegenomen. Eén organisatie onderhoudt
contacten met alle zorgverzekeraars. Contacten in beperkte mate zijn er met Azivo, Fortis,
Delta Lloyd, ONVZ, OZ, De Friesland, DSW en Zorg en Zekerheid.
De meeste grote kankerpatiëntenorganisaties onderhouden alleen contacten met Agis, Menzis,
CZ en Zorgverzekeraars Nederland. Kleine kankerpatiëntenorganisaties onderhouden meer
contacten met DSW, Achmea en Agis. Middelgrote organisaties onderhouden voornamelijk
contacten met CZ, Menzis en Agis.
Figuur 5.7
5.2
groot midden klein
Anders
Overigekoepelorganisaties
NFK
Patiëntenorganisaties
Scholen / opleidingsinstituten
Vervoersbedrijven
Landelijke overheid
Provinciale overheid
Lokale overheden
Zorgverzekeraars
Zorgaanbieders
0 % 2 0 % 4 0 % 6 0 % 8 0 % 1 0 0 %
39
2
Org
an
isatie
Contacten met zorgverzekeraars (n=18) (BEL8)
Resultaten, doelstellingen en invloed
De mate waarin collectieve belangenbehartiging leidt tot gewenste resultaten en gestelde
doelstellingen is met een gemiddelde score van 56 (op een schaal van 0 [‘niet’] tot 100
[‘in grote mate’] niet hoog. De mediaan (de middelste waarde van alle respondenten) ligt op 61
is daarmee bijna net zo laag. Dit betekent dat de organisaties slechts in beperkte mate in staat
zijn om via collectieve belangenbehartiging gewenste resultaten en gestelde doelstellingen te
behalen. In figuur 5.9 is te zien hoe de scores uiteenlopen (minimum van 10 en een maximum
van 100). Grote organisaties lijken beter in staat om de gewenste resultaten te behalen.
Behaalde resultaten en doelstellingen (n=19) (BEL9)
Figuur 5.8
5.3
Figuur 5.9
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
10 20 21 31 40 50 60 61 70 71 73 75 80 90 100
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
2008 2007
0% 40%20% 60% 80% 100%
Agis
Menzis
CZ
Achmea
Zorgverzekeraar Nederland
Unive
DSW
De Friesland
Anders
Zorg en Zekerheid
VGZ
Trias
Salland
OZ
ONVZ
Fortis
Delta Lloyd
Azivo
Amersfoortse
Belangenbehartiging
40 Brancherapport 2009
Belangenbehartiging
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties invloed hebben op externe partijen inzake collectieve
belangenbehartiging is met een gemiddelde score van 45 vrij laag. De mediaan ligt op 42 en
is daarmee nog lager. Dit betekent dat de organisaties in hun collectieve belangenbehartiging
slechts moeizaam in staat zijn om invloed uit te oefenen op externe partijen.
In figuur 5.10 is weergegeven hoe de scores zijn verdeeld. Ze lopen zeer uiteen (minimum van
0 en een maximum van 90). Opvallend is dat een deel van de kankerpatiëntenorganisaties wel
in staat is om veel invloed uit te oefenen op externe partijen.
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties invloed uitoefenen op externe partijen. (n=19) (BEL10)
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties tegenwicht (invloed/macht) ervaren van externe
partijen is met een gemiddelde score van 50 vrij laag. De mediaan (de middelste waarde
van alle respondenten) ligt eveneens op 50. Dit betekent dat de organisaties verdeeld zijn in
de mate waarin zij invloed ervaren van externe partijen. Deze verdeeldheid is goed waar te
nemen in figuur 5.11. Opvallend is dat er organisaties zijn die veel invloed ervaren van externe
partijen en andere die weinig invloed ervaren.
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties tegenwicht ervaren van externe partijen (n=19) (BEL11)
Figuur 5.10
Figuur 5.11
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
0 5 10 20 25 30 34 50 70 74 75 80 90
4
3
2
1
0
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
0 5 20 30 37 40 49 50 55 60 61 70 75 80 100
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
41
2O
rga
nisa
tie
Ondersteuning van NFK bij collectieve belangenbehartiging
De ervaringsdeskundigheid van kankerpatiëntenorganisaties op het gebied van collectieve
belangenbehartiging wordt door de organisaties zelf geschat op een score van 52.
De mediaan ligt op 55. Dit betekent dat de ervaringsdeskundigheid vrij laag is en voor
verbetering vatbaar.
In figuur 5.12 is weergegeven hoe de scores (scheef) zijn verdeeld. Een groot aantal
organisaties beoordeelt hun ervaringsdeskundigheid als laag.
Ervaringsdeskundigheid van kankerpatiëntenorganisaties (n=19) (BEL12)
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties ondersteuning ontvangen van de NFK bij het
behartigen van collectieve belangen is met een score van 37 zeer gering. De mediaan ligt op
22, hetgeen nog lager is. Dit betekent dat kankerpatiëntenorganisaties weinig ondersteuning
ontvangen van de NFK bij collectieve belangenbehartiging.
In figuur 5.13 is weergegeven hoe de scores zijn verdeeld. Een groot aantal kankerpatiënten-
organisaties geeft aan weinig ondersteuning te ontvangen.
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties ondersteuning ontvangen van NFK (n=19) (BEL13)
5.4
Figuur 5.12
Figuur 5.13
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
10 21 35 50 60 70 75 79 90 99 100
4
3
2
1
0
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
0 10 20 22 42 70 70 72 75 80 100
6
5
4
3
2
1
0
Belangenbehartiging
42 Brancherapport 2009
Belangenbehartiging
De mate waarin de NFK invloed heeft op externe partijen inzake collectieve belangen-
behartiging is met een gemiddelde score van 60 (op een schaal van 0 [‘niet’] tot 100 [‘in
grote mate’]) redelijk hoog. De mediaan (de middelste waarde van alle respondenten) ligt
eveneens op 60. Dit betekent dat de NFK beter in staat is dan de afzonderlijke kanker-
patiëntenorganisaties samen, om invloed uit te oefenen op externe partijen inzake collectieve
belangenbehartiging. Enkele kankerpatiëntenorganisaties geven ook aan dat dit de
taak en toegevoegde waarde is van de NFK.
In figuur 5.14 is weergegeven hoe de scores zijn verdeeld. Hieruit valt op te maken dat de
verdeling zeer uiteenloopt (minimum van 10 en een maximum van 90).
Opvallend is dat een redelijk groot deel aangeeft dat de NFK matig is staat is om invloed uit te
oefenen op externe partijen.
De mate waarin NFK invloed kan uitoefenen op externe partijen (n=19)
De ondersteuning die van de NFK wordt ontvangen inzake collectieve belangenbehartiging
is voornamelijk gericht op ziekteoverstijgende belangenbehartiging voor alle 25 aangesloten
lidorganisaties. De NFK treedt op als vertegenwoordiger van alle kankerpatiëntenorganisaties.
Daarnaast houdt de NFK de organisaties op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in
behandelingen én politieke en maatschappelijke veranderingen. Op basis van deze informatie
kunnen kankerpatiëntenorganisaties afwegen welke acties moeten worden ondernomen.
Andere vormen van ondersteuning vanuit de NFK zijn:
• Scholingengemeenschappelijkebelangenbehartiging
• Contactenmettweewetenschappelijkemedewerkersendeelnameaanhet
voorzittersoverleg van NFK
• Ondersteuningbijprojecttransparantiekwaliteithematologischezorg
• BegeleidingbijdeechelonneringvandeZiekenhuizen(transparantmakenvandezorg)
• Ondersteuningerkenningasbestose
• Ondersteuningbijerkenningvannieuwemedicijnen
Figuur 5.14
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
10 30 50 50 60 60 68 70 71 75 82 85 90
5
4
3
2
1
0
43
2O
rga
nisa
tie
Naast de ondersteuning die de NFK (tot tevredenheid van de kankerpatiëntenorganisaties)
uitvoert, hebben enkele organisaties aanvullende behoeften. Daarbij gaat het om: ondersteuning
in onderhandelingen met ziektekostenverzekeraars; ondersteuning bij medicijnbeleid, werk
en kanker, kwaliteit van leven; scholing van beleidsmedewerkers/kantoormedewerkers;
ondersteuning bij het aanvragen van subsidies; wetenschappelijke ondersteuning;
ondersteuning bij allerlei politieke items. Ook wensen enkele organisaties hun naams-
bekendheid bij zorgverleners en doelgroepen te verbeteren. Eén organisatie heeft behoefte
aan ondersteuning bij het meewerken aan het landelijk bevorderen en invoeren van de
structurele jaarlijkse, preventieve controles voor patiënten met een zeldzame erfelijke aan-
doening in de academische ziekenhuizen.
Individuele dienstverlening
Tien kankerpatiëntenorganisaties (53%) bieden individuele dienstverlening aan.
Kleine kankerpatiëntenorganisaties hebben gemiddeld 74 personen geholpen (in 2007 waren
dit gemiddeld 31 personen), terwijl middelgrote organisaties gemiddeld meer dan 400 personen
hielpen (in 2007 waren dit eveneens gemiddeld 400 personen). Grote organisaties hebben
gemiddeld ongeveer 140 personen geholpen (in 2007 waren dit gemiddeld 400 personen).
Er werden in 2008 vooral hulpvragen beantwoord (zie figuur 5.15).
Andere vormen van individuele dienstverlening zijn: ervaringsadviezen, het verstrekken van
hulpmiddelen, doorverwijzing, lotgenotencontact en juridische hulp bij dossiers IAS.
Vormen van individuele dienstverlening (n=21) (BEL15)
* Korting voor leden regelen, bijdragen aan sport en vakantieactiviteiten
5.5
Figuur 5.15
Hulpvragen beantwoord
Individuele keuzeondersteuning*
Individuele diensten
Anders
2008 2007
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Belangenbehartiging
46 Brancherapport 2009
Lotgenotencontact
Lotgenotencontact
Vorm en doel van lotgenotencontact
Alle kankerpatiëntenorganisaties zijn actief op het gebied van lotgenotencontact.
Dit wordt door zeven organisaties (32%) landelijk georganiseerd. Vijftien organisaties
(68%) organiseren lotgenotencontact zowel op lokaal als landelijk niveau. Geen van de
kankerpatiëntenorganisaties organiseert lotgenotencontact alleen op lokaal niveau.
Lotgenotencontact vindt voornamelijk plaats via telefonische gesprekken, e-mailcontact,
groepsbijeenkomsten en via de website (forum); zie figuur 6.1. Het aantal organisaties dat speciale
dagen organiseert of buddy’s inzet, is in vergelijking met 2007 meer dan gehalveerd.
Een andere vorm van lotgenotencontact is het organiseren van sportdagen voor jongeren.
Zowel kleine, middelgrote als grote kankerpatiëntenorganisaties organiseren lotgenotencontact
op dezelfde wijze.
Vormen van lotgenotencontact (n=21) (LOT1)
De doelen zijn ten opzichte van 2007 voor alle kankerpatiëntenorganisaties vrijwel hetzelfde
gebleven. Wel is opvallend dat organisaties zich minder richten op zelfwaardering van
patiënten/gehandicapten/ouders. Bijna alle organisaties geven aan dat het doel van lotgenoten-
contact is om onderlinge steun te bieden, informatie te verschaffen en ervaringen uit te wisselen
(zie figuur 6.2). Een ruime meerderheid beoogt met lotgenotencontact ook de zelfwaardering
te versterken en erkenning van de aandoening te bevestigen.
Achttien kankerpatiëntenorganisaties (78%) geven aan dat lotgenotencontact wordt gecombi-
neerd met andere activiteiten (zie figuur 6.3). Zij combineren lotgenotencontact voornamelijk
met voorlichting. Daarnaast combineert de helft van de organisaties lotgenotencontact ook met
recreatieve activiteiten.
Figuur 6.1
6.1
Telefonisch gesprek
Via e-mail
Groepsbijeenkomsten
Via website
Speciale dagen
Anders
Buddy’s
2008 2007
0% 20% 40% 60% 80% 100%
6.0
47Lotgenotencontact
2O
rga
nisa
tie
Grote kankerpatiëntenorganisaties combineren lotgenotencontact overwegend met recreatieve
activiteiten, sporten/bewegen en voorlichting. Middelgrote organisaties combineren
lotgenotencontact met recreatieve activiteiten en voorlichting. Kleine organisaties combineren
lotgenotencontact voornamelijk met voorlichtingsactiviteiten.
Doel lotgenotencontact (n=22) (LOT3)
Andere activiteiten waarmee lotgenotencontact wordt gecombineerd zijn: ledenvergadering,
juridische ondersteuning, informatie middagprogramma, gezamenlijk lunchen en professionele
trainingen.
Activiteiten waarmee lotgenotencontact gecombineerd wordt (n=19) (LOT4)
Figuur 6.2
Figuur 6.3
Onderlinge steun
via herkenning
Uitwisseling van ervaring
Informatieverschaffing
Bevestiging van erkenning
Versterking zelfwaardering
patiënten / gehandicapten / ouders
Anders
2008 2007
0 % 2 0 % 4 0 % 6 0 % 8 0 % 1 0 0 %
Voorlichting
Recreatieve activiteit
Samen sporten / bewegen
Anders
Vakantie
Zelfhulp
Maatjes project
2008 2007
0% 2 0 % 4 0 % 6 0 % 8 0 % 1 0 0 %
48 Brancherapport 2009
Lotgenotencontact
Kankerpatiëntenorganisaties organiseerden op landelijk en lokaal niveau gemiddeld 80
bijeenkomsten voor lotgenoten. Het aantal bijeenkomsten bedroeg in 2008 minimaal drie.
Maximaal werden er maar liefst 301 bijeenkomsten georganiseerd. Gemiddeld werden de
meeste bijeenkomsten (78) op lokaal niveau gehouden. Vergeleken met 2007 (32) is het
aantal bijeenkomsten sterk gestegen. Op landelijk niveau zijn in 2008 gemiddeld twee
bijeenkomsten georganiseerd; beduidend minder is dan op lokaal niveau. De organisaties
die de meeste bijeenkomsten organiseerden, behoren tot de categorie middelgroot en groot
(zie figuur 6.5.). Grote organisaties organiseerden in 2008 gemiddeld 166 bijeenkomsten,
middelgrote organisaties 78 en kleine gemiddeld 14 bijeenkomsten.
Gemiddeld aantal georganiseerde bijeenkomsten voor lotgenoten (n=15) (LOT5)
Een grote meerderheid (83%) van de organisaties registreerde net als in 2007 het aantal
deelnemers aan de bijeenkomsten van lotgenotencontact. Gemiddeld hebben per organisatie
935 mensen deelgenomen (minimaal 65 en maximaal 2.746 deelnemers). Dit komt neer op
gemiddeld 12 deelnemers per bijeenkomst.
Uit figuur 6.6 valt op te maken dat het gemiddelde aantal deelnemers ten opzichte van 2007
fors is gestegen. Dit geldt vooral voor middelgrote (16 deelnemers) en grote organisaties
(17 deelnemers). Voor kleine organisaties (12 deelnemers) is het gemiddelde constant gebleven.
Het gemiddelde aantal deelnemers per bijeenkomst is in figuur 6.1 weergegeven.
Vijftien van de 23 kankerpatiëntenorganisaties (65%) zetten hun website in voor lotgenoten-
contact. Vier organisaties registreren het aantal mensen dat via de website lotgenotencontact
heeft. Bij deze organisaties hebben in 2008 gemiddeld 33 mensen dagelijks lotgenotencontact via
de website. Dit aantal is in vergelijking met 2007 (21) aanzienlijk gestegen.
Figuur 6.4
0 2 0 4 0 6 0 8 0 1 0 0 1 2 0 1 4 0 1 6 0 1 8 0 2 0 0
groot midden klein
49
2O
rga
nisa
tie
Gemiddeld aantal deelnemers aan bijeenkomsten voor lotgenotencontact, ingedeeld naar grootte van organisatie
(n=19) (LOT6)
Doelgroepen lotgenotencontact
Lotgenotencontact wordt met name georganiseerd voor volwassen patiënten, partners en
naasten. Het wordt in mindere mate georganiseerd voor jeugdige patiënten, kinderen van
patiënten en nabestaanden. Enkele kankerpatiëntenorganisaties organiseren lotgenoten-
contact voor mensen die de aandoening hebben overleefd en voor donoren.
Verdeling doelgroepen waarvoor lotgenotencontact wordt georganiseerd (n=23) (LOT7)
Figuur 6.5
Figuur 6.6
6.2
groot midden klein
0 5 0 0 1 0 0 0 1 5 0 0 2 0 0 0 2 5 0 0 3 0 0 0
2 0 0 8
2 0 0 7
2008 2007
Volwassenen patiënten / gehandicapten
Partners van patiënten / gehandicapten
Jeugdige patiënten / gehandicapten
Nabestaanden
Ouders van patiënten / gehandicapten
Kinderen van patiënten / gehandicapten
Mantelzorgers
Anders
0% 2 0% 4 0% 6 0% 8 0% 1 0 0%
Lotgenotencontact
50 Brancherapport 2009
Lotgenotencontact
Faciliteiten lotgenotencontact
Drie kankerpatiëntenorganisaties geven aan dat er altijd een beroepskracht aanwezig is bij
lotgenotencontact, bij elf organisaties wisselt dit, negen organisaties geven aan dat er nooit
een beroepskracht aanwezig is.
Bijna alle kankerpatiëntenorganisaties (96%) stelden in 2008 faciliteiten beschikbaar voor
lotgenotencontact (in 2007 was dit 79%). Door 78% van de organisaties wordt een vergader-
ruimte beschikbaar gesteld. Hulpmiddelen worden door 26% gefaciliteerd (figuur 6.7).
Andere faciliteiten die beschikbaar worden gesteld, zijn: verblijf, expertise, lunch, scholing,
onkostenvergoeding, intervisie en begeleiding door een vrijwilliger.
Beschikbaar gestelde faciliteiten voor bijeenkomsten lotgenotencontact (n=23) (LOT9)
Zes organisaties gebruiken hulpmiddelen bij lotgenotencontactgroepen. De meest gebruikte
hulpmiddelen zijn een beamer, schrijfbenodigdheden en een laptop/computer (zie figuur 6.8).
Hulpmiddelen bij lotgenotencontact (n=23) (LOT10)
Figuur 6.7
Figuur 6.8
6.3
2008 2007
Vergaderruimte
Anders
Hulpmiddelen
Vervoer
0 % 2 0 % 4 0 % 6 0 % 8 0 % 1 0 0 %
Telefoon 11%
Beamer 22%
Schrijfbenodigdheden, zoals
papier en pennen 17%
Laptop / computer 22%
Internet 6%
Video- / dvd-speler 11%
Handleiding (methodiek:
hoe geef je het lotgenotencontact
vorm) 11%
51
2
Org
an
isatie
Ondersteuning
De mate waarin kankerpatiëntenorganisaties ondersteuning ontvangen van de NFK is met een
gemiddelde score van 8 (op een schaal van 0 [‘niet’] tot 100 [‘in grote mate’]) erg laag.
De mediaan (de middelste waarde van alle respondenten) ligt zelfs op 0. Dit betekent dat de
NFK volgens hen bijna geen ondersteuning verleent bij het organiseren van lotgenotencontact.
Figuur 6.9 De mate waarin NFK ondersteuning verleent bij organiseren van lotgenotencontact (n=14)
De ondersteuning die wordt ontvangen heeft betrekking op training van contactpersonen die
lotgenotencontact organiseren.
Overigens geven meerdere organisaties aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning bij het
organiseren van lotgenotencontact. Enkele organisaties hebben wel behoefte aan ondersteuning
op de volgende onderwerpen:
• Hetverzorgenvanmailingsenuitnodigingen
• Facilitaireenmateriëleondersteuning
• Adviesoverhetverkrijgenvansprekersopdebijeenkomsten
Evaluatie lotgenotencontact
Evaluatie is een belangrijk instrument om verbeteringen te realiseren. Echter, slechts 65% van
de kankerpatiëntenorganisaties (65%) evalueert lotgenotencontact (in 2007 was dit nog 89%).
In figuur 6.10 is weergegeven op welke manier dit gebeurde. De evaluatie vond mondeling zowel
met groepsdeelnemers als met gespreksleiders plaats én via schriftelijke raadpleging van de
deelnemers. Bij de categorie ‘anders’ is niet weergegeven op welke wijze deze evaluatie plaatsvond.
Evaluatie lotgenotencontact (n=23)(LOT11)
6.4
6.5
Figuur 6.10
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
0 5 5 10 10 12 74
8
6
4
2
0
Schriftelijke raadpleging deelnemers
Mondelinge evaluatie met gespreksleiders
Mondelinge evaluatie met groepsdeelnemers
Anders
Lotgenotencontact
54 Brancherapport 2009
Beschikbaremenskracht
Beschikbare menskracht
Vrijwilligers
De meeste organisaties hebben gegevens over vrijwilligers op zowel landelijk als lokaal
niveau. Al is er wel een verschil naar grootte van organisatie. Kleine organisaties hebben
vooral gegevens op landelijk niveau.
Niveau waarop gegevens van vrijwilligers beschikbaar zijn (n=23) (nr. 7.1)
Landelijk niveau (exclusief lokaal niveau)
Gemiddeld waren bij de acht organisaties die alleen gegevens op landelijk niveau
beschikbaar hebben, 15 vrijwilligers actief. Dit varieerde van zeven tot 30 vrijwilligers.
Het betreft vrijwel alleen kleine organisaties.
Onderstaande figuur laat zien dat het grootste deel van de vrijwilligers op landelijk niveau zich
bezighoudt met lotgenotencontact. Opvallend is dat een groot deel actief is in bestuursfuncties.
Lokaal niveau
Slechts één (grote) organisatie heeft alleen gegevens over vrijwilligers op lokaal niveau.
Het gaat om 300 actieve vrijwilligers. De meeste zijn ingezet voor lotgenotencontact (150) en
informatievoorziening (125). Enkele vrijwilligers zijn ingezet voor belangenbehartiging (25) en
organisatie en administratie (20). Geen van deze vrijwilligers is ingezet voor bestuursfuncties.
Landelijk en lokaal niveau samen
Gemiddeld waren bij de 14 kankerpatiëntenorganisaties die over gegevens op zowel lokaal als
landelijk niveau beschikken, 56 vrijwilligers actief. Dit varieert van vijf tot 155 vrijwilligers.
Het betreft zowel kleine, middelgrote als grote organisaties. Voor vijf kleine organisaties was
het gemiddelde aantal vrijwilligers 19. Zes middelgrote organisaties hadden gemiddeld 57
vrijwilligers. De drie grote organisaties uit deze groep hebben gemiddeld 116 vrijwilligers.
Onderstaande figuur laat zien dat het grootste deel van de vrijwilligers, op landelijk en
lokaal niveau, zich bezighoudt met lotgenotencontact. Daarnaast is een groot deel actief op
het gebied van informatievoorziening.
Figuur 7.1
7.1
7.0
Landelijk en lokaal niveau samengenomen
Lokaal niveau
Landelijk niveau (exclusief lokaal niveau)
0% 2 0% 4 0% 6 0% 8 0% 1 0 0%
Groot
Midden
Klein
55Beschikbare menskracht
2
Taken vrijwilligers landelijk niveau (exclusief lokaal niveau) (n=8) (nr. 7.2)
Taken vrijwilligers landelijk en lokaal niveau samengenomen (n=14) (nr. 7.3)
De gemiddelde leeftijd van vrijwilligers is 51 jaar (idem 2007). De leeftijd varieert van
minimaal 34 jaar tot maximaal 67 jaar. Er zijn iets meer vrouwelijke vrijwilligers (55%).
Een jaar eerder was dit 58%.
De meeste vrijwilligers zijn al langer werkzaam binnen de organisatie (figuur 7.4).
Opvallend is dat dit met name voor de grote organisaties geldt. Het gaat dan om meer dan 5 jaar.
Bij kleine organisaties is dit voornamelijk twee tot vijf jaar.
Vrijwilligersbeleid is met name bij grote en kleine kankerpatiëntenorganisaties in ontwikkeling.
Ongeveer eenderde van de kleine organisaties heeft (nog) geen vrijwilligersbeleid.
Van de kankerpatiëntenorganisaties met een vrijwilligersbeleid hebben allen een onkosten-
vergoeding (figuur 7.6). De meeste organisaties bieden daarnaast ook scholing en training aan.
Verder is er inspraak bij het vrijwilligersbeleid en zijn er juridische regelingen.
Slechts enkele organisaties werken met functioneringsgesprekken, een (competentie)profiel
voor vrijwilligers en schriftelijke werving- en selectieprocedures. Eén organisatie merkt op
dat er te weinig menskracht is om de verschillende activiteiten uit te voeren.
Figuur 7.2
Figuur 7.3
Lotgenotencontact
Bestuursfuncties
Organisatie en administratie
Informatievoorziening
Belangenbehartiging
0 1 2 3 4 5 6 7
Aantal vrijwilligers
Lotgenotencontact
Informatievoorziening
Bestuursfuncties
Belangenbehartiging
Organisatie en administratie
0
Aantal vrijwilligers
5 1 0 1 5 2 0 2 5 3 0 3 5
56 Brancherapport 2009
Beschikbaremenskracht
Tijd dat vrijwilligers verbonden zijn aan de organisatie (n=23) (nr 7.4)
Vrijwilligersbeleid (n=23) (nr 7.5)
In hoeverre werven kankerpatiëntenorganisaties actief vrijwilligers? Onderstaande figuur toont
dat dit sterk varieert. Opsplitsing naar grootte laat zien dat kleine organisaties middelmatig
werven (score 51) en middelgrote organisaties wat vaker (score 70). Grote organisatie scoren er
met 60 tussenin.
Daarnaast is gevraagd in welke mate de NFK organisaties ondersteunt bij het vrijwilligersmanage-
ment, bijvoorbeeld in de vorm van deskundigheidsbevordering. De organisaties konden dit op een
schaal van 0 tot 100 weergeven, waarbij 0 staat voor geen ondersteuning en 100 voor maximale
ondersteuning. Figuur 7.8 laat de spreiding van antwoorden zien.
Hieruit blijkt dat de meeste organisaties van mening zijn dat er nauwelijks sprake is van steun
vanuit de NFK. De score varieert van 0 tot 81, met een gemiddelde van 22. Middelgrote orga-
nisaties beoordelen de ondersteuning het hoogst (29), kleine en grote organisaties zijn minder
positief (17 respectievelijk 20).
Figuur 7.4
Figuur 7.5
groot midden klein
> 5 jaar
2 -5 jaar
1 - 2 jaar
1/2 - 1 jaar
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0%
ja in ontwikkeling nee
Groot
Midden
Klein
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0%
57
2
Org
an
isatie
Vormgeving vrijwilligersbeleid (n=19) (nr. 7.6)
Over de ondersteuning die de NFK biedt, wordt zeer divers geoordeeld. Een organisatie vindt de
ondersteuning goed, maar wel beperkt. Een organisatie vindt dat er te weinig ondersteuning is,
een ander vindt het redelijk. Daar staat tegenover dat een organisatie constateert dat de geboden
ondersteuning passend is bij het niveau dat de organisatie nu nodig heeft en aan kan. Twee orga-
nisaties zijn van mening dat met name het cursusaanbod voor vrijwilligers goed is. Een organisatie
meldt dat de NFK van hun vereniging maximale medewerking krijgt en in reactie deze medewerking
ook terug ontvangt. Een andere organisatie suggereert ontwikkeling en scholing gezamenlijk aan te
bieden via de NFK, waardoor er verbreding van het aanbod ontstaat. En dan is er nog de opmerking
dat het cursusaanbod de laatste twee jaar sterk verbeterd is. Tot slot merkt een organisatie op dat
bijwoning van ondersteuningsaanbod voor veel vrijwilligers organisatorisch en fysiek soms lastig is.
Figuur 7.6
Onkostenvergoedingsregeling
Scholing en trainingsaanbod
Inspraak bij het vrijwilligersbeleid
Juridische regelingen
Teambuilding dagen
Vrijwilligers hebben taakomschrijving
Selectiegesprekken
Jaarlijks vrijwilligersdag
Eindejaarsattentie
Intervisiebijeenkomsten
Begeleiding van beroepskrachten
Vrijwilligerscontracten
Ontvangen kosteloos het verenigingsperiodiek
Functioneringsgesprekken
(afspraken-, voortgangs- en (competentie)
profiel gebruikt voor vrijwilligers
Schriftelijke wervings en selectieprocedure
Anders
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Beschikbare menskracht
58 Brancherapport 2009
Beschikbaremenskracht
Betaalde krachten
De meeste kankerpatiëntenorganisaties, met name kleine organisaties, hebben geen
beroepskrachten. Ze besteden taken uit aan een dienstverlenende instelling die wel met
beroepskrachten werkt. Vergeleken met 2007 traden grote verschuivingen op. Het aantal
organisaties met beroepskrachten is gehalveerd.
Een organisatie meldt dat zij wel samenwerkt met beroepskrachten van de NFK.
Een andere organisatie geeft aan dat ze bij voldoende financiële middelen, professionals
in dienst zal nemen.
Vormgeving vrijwilligersbeleid (n=19) (nr. 7.6)
Mate waarin NFK ondersteuning biedt bij vrijwilligersmanagement (n=19)
Bij één kleine organisatie werkt één betaalde kracht. Een middelgrote organisatie heeft drie
betaalde krachten. Drie grote organisaties hebben gemiddeld zeven betaalde krachten.
Bij de kleine organisaties heeft één beroepskracht de organisatie in 2008 verlaten, net als
bij de grote organisaties.
7.2
Figuur 7.7
Figuur 7.8
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
3
2
1
0
1 0 09 08 18 07 67 57 06 56 25 02 52 01 0
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
8 17 35 15 04 03 42 51 050
10
8
6
4
2
0
59
2
Org
an
isatie
Vijf kleine organisaties hebben gemiddeld drie externe krachten, drie middelgrote organisaties
twee en een grote organisaties heeft tien externe krachten.
Acht organisaties hebben een budget voor externe betaalde krachten. Dit budget was in
2008 gemiddeld € 12.713,50 per organisatie. In 2007 was dit nog € 23.960,-. Het budget dat
kleine kankerpatiëntenorganisaties gemiddeld aan externe beroepskrachten besteden is
€ 9.765,- (n=4). Middelgrote organisaties besteden gemiddeld € 4.216,- (n=3).
Betaalde krachten (n=23) (nr. 7.9)
Eén grote organisaties besteedt gemiddeld € 50.000,- aan externe beroepskrachten.
Het gemiddelde aantal FTE’s is 0,3 voor kleine en 0,7 voor middelgrote organisaties.
Bij grote organisaties is gemiddeld 4,5 FTE aan beroepskrachten beschikbaar. Het aantal
FTE’s is voor alle groepen meer dan vorig jaar: destijds was er 0,2 FTE beschikbaar voor
kleine en middelgrote organisaties, bij grote organisaties was 3,4 FTE beschikbaar.
Beroepskrachten kunnen op verschillende gebieden werkzaam zijn. Onderstaande figuur laat zien
dat ze bij ongeveer driekwart van de organisaties werkzaam zijn op het gebied van organisatie,
administratie en financiën. 60% zet beroepskrachten in op het gebied van informatie en
voorlichting. Bij beleidsontwikkeling en belangenbehartiging worden weinig beroepskrachten
ingezet. Slechts eenderde van de organisaties doet dat.
Gebieden waarop beroepskrachten werkzaam zijn (n=15) (nr. 7.10)
Figuur 7.9
Figuur 7.10
Zelf geen, wel bij
externe uitbesteding
Geen beroepskrachten
Interne beroepskrachten
Interne en externe
beroepskrachten
2008 2007
0% 5% 1 0% 1 5% 2 0% 2 5% 3 0% 3 5% 4 0% 4 5%
Organisatie / administratie / financiën
Informatie en voorlichting
Lotgenotencontact
Beleidsontwikkeleling van de organisatie
Belangenbehartiging
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0% 6 0% 7 0% 8 0%
Beschikbare menskracht
60 Brancherapport 2009
Beschikbaremenskracht
In tabel 7.1 is voor de verschillende werkgebieden het aantal FTE weergegeven. Opvallend is
dat voor belangenbehartiging de meeste FTE’s beschikbaar zijn, terwijl uit figuur 7.10 blijkt dat
weinig organisaties hier beroepskrachten voor inzetten. Verder gaan veel FTE’s naar organisatie,
administratie en financiën. Een kankerpatiëntenorganisatie merkt op dat zij alleen ZZP-ers in
dienst hebben en geen mensen van een dienstverlenend bedrijf. De gegevens hierover zijn niet
ingevuld.
Aantal FTE voor werkgebieden
Aantal FTE
Belangenbehartiging 0,9
Organisatie/administratie/financiën 0,8
Informatie en voorlichting 0,5
Beleidsontwikkeling van de organisatie 0,5
Lotgenotencontact 0,4
De gemiddelde leeftijd van betaalde krachten is 44 jaar (in 2007 was dit 51 jaar).
De minimale leeftijd is 28 jaar en de maximale leeftijd 60 jaar. Er zijn meer vrouwelijke,
betaalde krachten: 61% is vrouw (in 2007 was dit 83%).
Aan de organisaties is gevraagd of zij worden ondersteund in hun werkgeverschap.
Ongeveer de helft van de organisaties (47%) bevestigt dit. De meeste organisaties geven
aan dat de ondersteuning is ondergebracht bij een administratiebureau. De NFK speelt
hier geen rol in. Andere opties zijn ‘P&O’ of ‘GAMMA dienstverlening voor uitbetaling’.
Organisatie waar ondersteuning is ondergebracht (n=7) (nr. 7.11)
Kankerpatiëntenorganisaties besteden verschillende activiteiten uit. Bij de zeven organisaties
die deze vraag hebben beantwoord, gaat het met name om de administratie en de boekhouding.
Meer specifiek: salarisadministratie, personeelsadministratie, ledenadministratie, financiële
administratie en jaarrekening. Verder wordt uitbesteed: redactie tijdschrift, vertrouwenspersoon,
tekstschrijven, interviews, ICT ondersteuning en mailings.
Figuur 7.11
Administratie bureau
Accountantsbureau
NFK
Andere koepelorganisatie
Adviesbureau
Anders
0 % 1 0 % 2 0 % 3 0 % 4 0 % 5 0 % 6 0 %
62 Brancherapport 2009
Financieel overzicht
Financieel overzicht
Inkomsten
De gemiddelde inkomsten voor kleine kankerpatiëntenorganisaties bedragen in 2008
€ 70.099,-, voor de middelgrote organisaties € 140.157,- en voor grote organisaties € 571.153,-.
In onderstaande tabel is naar grootte van organisatie inzichtelijk gemaakt waar dit geld vandaan
komt. Opvallend is dat kleine organisaties het meeste geld ontvangen via het subsidiefonds
PGO, terwijl middelgrote en grote organisaties het meeste geld ontvangen via subsidie van
KWF Kankerbestrijding. Verder is opvallend dat voor kleine organisaties de farmaceutische
industrie een grote bron van inkomsten is. Met name voor deze verenigingen komt slechts een
klein deel (5%) van de inkomsten uit contributie. Bij middelgrote (11%) en grote organisaties
(20%) is dit meer. Subsidies vanuit het bedrijfsleven, van zorg-verzekeraars en uit collectes van
zorgverzekeraars vormen geen bron van inkomsten.
Ontvangen gelden naar grootte organisatie
Bron Aantal Gemiddelde Gemiddelde Gemidelde
KPO’s Klein Midden Groot
Via lidmaatschap/contributie leden
en/of donateurs 23 € 3.325,- € 14.961,- € 114.402,-
Via subsidie Fonds PGO 11 € 32.685,- € 48.711,- € 139.862,-
Via subsidie KWF 23 € 14.045,- € 57.850,- € 175.128,-
Via donaties, legaten en erfstellingen 13 € 5.588,- € 11.190,- € 43.167,-
Via subsidie vanuit farmaceutische industrie 5 € 12.267,-
Via subsidie vanuit zorgverzekeraars 2 € 2.500,-
Via subsidie vanuit andere fondsen 5 € 19.469,-
Via subsidie vanuit bedrijfsleven zorgverzekeraars 1
Via collectes zorgverzekeraars 0
Overig 12 € 2.189,- € 4.945,- € 79.125,-
Totaal € 70.099,- € 140.157,- € 571.153,-
Uit een vergelijking met de algemene patiënten- en gehandicaptenorganisaties valt op dat de
kankerpatiëntenorganisaties, en met name de kleine organisaties, meer geld ontvangen via het
subsidiefonds PGO dan de reguliere PG-organisaties. Natuurlijk ontvangen deze PG-organisaties
geen subsidie van KWF Kankerbestrijding. Zij krijgen een vergelijkbaar percentage via subsidie
vanuit andere fondsen. Het ontvangen van gelden vanuit lidmaatschap en contributie verschilt
meer tussen de kankerpatiëntenorganisaties onderling dan tussen kankerpatiëntenorganisaties
en overige PG-organisaties.
Eén organisatie geeft aan dat zij een behoorlijke reserve hebben uit het verleden.
Daarom hebben zij minder subsidie aangevraagd dan waar zij op basis van aantallen
leden/donateurs recht zouden hebben. Voor deze organisatie was tot aan het eind van
2008 KWF de enige subsidieverstrekker.
Tabel 8.1
8.1
8.0
63
2O
rga
nisa
tie
Verdeling ontvangen gelden (n=23) (nr. 8.1)
PG = patiënten- en gehandicaptenorganisaties
Uitgaven
De gemiddelde uitgaven in 2008 voor een kleine kankerpatiëntenorganisatie bedroegen
€ 40.848,-. Voor middelgrote organisaties was dit € 134.165,-, voor grote organisaties
€ 580.356,-. De kleine organisaties hebben in vergelijking met het voorafgaande jaar iets
hogere uitgaven (in 2007 was dit € 31.440,-). Bij middelgrote organisaties valt er een sterke
stijging te constateren (in 2007 € 98.160,-). De grote organisaties bleven redelijk constant
(in 2007 was dit € 591.953,-)
Figuur 8.1
8.2
Via subsidie KWF
Via subsidie Fonds PGO
Via lidmaatschap / contributie leden
en / of donateurs
Overig
Via donaties, legaten en erfstellingen
Via subsidie vanuit andere fondsen
Via subsidie vanuit zorgverzekeraars
Via subsidie vanuit farmaceutische industrie
Via collectes zorgverzekeraars
Via subsidie vanuit bedrijfsleven
zorgverzekeraars
groot midden klein PG
0% 1 0% 2 0% 3 0% 4 0% 5 0%
Financieel overzicht
64 Brancherapport 2009
Financieel overzicht
In tabel 8.2 staat een specificatie van de uitgaven. Er is een uitsplitsing gemaakt naar
vaste en variabele lasten. Opvallend is dat bij kleine en grote organisaties de variabele
lasten een kleiner deel uitmaken van de totale uitgaven dan bij de middelgrote organisaties
(respectievelijk 12% en 9% tegenover 25%). Kleine organisaties geven ongeveer evenveel
uit aan informatie en voorlichting als aan lotgenotencontact. Middelgrote organisaties
geven meer uit aan lotgenotencontact, terwijl grote organisaties juist veel meer uitgeven
aan informatie en voorlichting. Alle organisaties besteden duidelijk minder geld aan
belangenbehartiging. Wat betreft variabele lasten geven kleine en middelgrote organisaties
meer uit aan beleidsadvies, terwijl grote organisaties meer uitgeven aan accountkosten.
Een organisatie geeft aan dat overige vaste lasten ‘personeelskosten’ betreft.
Specificatie uitgaven
Bron Aantal Gemiddelde Gemiddelde Gemidelde
KPO’s Klein Midden Groot
Vaste lasten
Informatie en voorlichting 22 € 8.657,- € 23.662,- € 217.273,-
Belangenbehartiging 20 € 3.802,- € 6.910,- € 40.091,-
Lotgenotencontact 21 € 7.848,- € 33.076,- € 98.602,-
Overig 15 € 15.737,- € 36.547,- € 169.964,-
Subtotaal vaste lasten € 36.043,- € 100.196,- € 525.931,-
Variabele lasten
Beleidsadvies 9 € 2.382,- € 4.748,- € 6.375,-
Accountkosten 7 € 1.230,- € 2.500,- € 11.051,-
Overig 7 € 1.193,- € 26.721,- € 37.000,-
Subtotaal variabele lasten € 4.805,- € 33.970,- € 54.425,-
Totaal € 40.848,- € 134.165,- € 580.356,-
Een organisatie vermeldt dat in het kader van verdere professionalisering (versterking van
de continuïteit) de kosten de komende jaren zullen oplopen. Een andere organisatie merkt
op dat in hun jaarverslag van 2008 niet alles is gesplitst in vaste en variabele kosten.
De arbeid van vrijwilligers is gratis, de uitbestede arbeid van de backoffice niet.
In figuur 8.3 is het verschil tussen inkomsten en uitgaven visueel weergegeven voor zowel kleine,
middelgrote als grote organisaties. Opvallend is dat kleine organisaties een positief bedrijfs-
resultaat behalen, terwijl grote organisaties juist een negatief bedrijfsresultaat behalen.
Tabel 8.2
65
2O
rga
nisa
tie
Verdeling uitgaven naar grootte organisatie (n=23) (nr. 8.2)
Inkomsten min uitgaven
Figuur 8.2
Figuur 8.3
Informatie en voorlichting
Lotgenotencontact
Belangenbehartiging
Accountkosten
Beleidsadvies
Overige vaste lasten
Overige variabele lasten
groot midden klein
0% 5% 1 0% 1 5% 2 0% 2 5% 3 0% 3 5% 4 0%
klein midden groot
€ 35.000
€ 30.000
€ 25.000
€ 20.000
€ 15.000
€ 10.000
€ 5.000
€ 0
- € 5.000
- € 10.000
- € 15.000
Financieel overzicht
68 Brancherapport 2009
Samenwerking
Samenwerking
Samenwerking met andere patiëntenorganisaties
De meeste kankerpatiëntenorganisaties (19 van de 23) werkten in 2008 samen met andere
patiëntenorganisaties. Een grote meerderheid werkte, net als in het voorgaande jaar, samen
met andere categoriale organisaties en met de NFK. Figuur 9.1 laat zien dat de grootte van
de organisatie van invloed is op de samenwerkingsrelaties. Zo werken relatief veel grote
organisaties samen met Zorgbelang-organisaties en overige koepelorganisaties. Voor kleine
en middelgrote organisaties geldt dit veel minder. Zij werken meer samen met de NFK.
Bij samenwerking met andere organisaties wordt vertegenwoordiging in externe organen
genoemd, zoals het Instituut Asbestslachtoffers (IAS), Stichting BETER, KWF en de
International Confederation of Childhood Cancer Parent Organisations.
Organisaties waarmee samenwerking plaatsvindt (n=19)
Aan de kankerpatiëntenorganisaties is gevraagd in welke mate wordt samengewerkt met de NFK.
De organisaties konden dit op een schaal van 0 tot 100 aangeven, waarbij 0 staat voor geen
samenwerking en 100 voor maximale samenwerking. Onderstaande figuur laat de spreiding van
antwoorden zien. Hieruit blijkt dat de meeste organisaties van mening zijn dat er weinig samen-
werking is met de NFK. Gemiddeld is er een score van 23, variërend van 5 tot 51. De mediaan
(middelste score van alle respondenten) ligt op 18.
De meeste samenwerking vindt net als in 2007 plaats op het gebied van belangenbehartiging, in-
formatieverstrekking en voorlichting én,kwaliteitsverbetering en vernieuwing van zorg (figuur 9.3).
Opvallend is dat zowel grote als middelgrote organisaties niet samenwerken met andere organisa-
ties ten behoeve van de organisatie rondom lotgenotencontact.
Middelgrote organisaties werken verder ook niet samen op gebieden als: het delen van faciliteiten,
het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en het onderhouden van internationale contacten.
Onder ‘andere vorm van samenwerking’ (zie figuur 9.3) wordt verstaan: rondom bestuurlijke zaken,
externe communicatie en projectmanagement en rondom het uitbrengen van de nieuwsbrief.
Figuur 9.1
9.1
9.0
Andere categoriale organisaties
Familieorganisaties
Zorgbelangorganisaties
Cliëntenraden
NFK
Overige koepelorganisatie
Anders
groot midden klein
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
69Samenwerking
2
Org
an
isatie
Mate van samenwerking met NFK (n=6)
Samenwerkingsgebieden (n=19) (meerdere antwoorden mogelijk)
18 van de 23 kankerpatiëntenorganisaties werken samen op landelijk niveau. Slechts vijf
organisaties hebben samenwerkingsverbanden op lokaal niveau. Ruim eenderde vermeldt dat
deze samenwerking tot de beoogde resultaten leidt (figuur 9.4). Bij ongeveer een kwart van
de organisaties zijn de resultaten nog niet bekend. Geen van de organisaties is van mening
dat de samenwerking tot niets leidt.
Figuur 9.2
Figuur 9.3
groot midden klein
Informatieverstrekking en voorlichting
Organiseren van lotgenotencontact
Belangenbehartiging
Delen van faciliteiten
Uitwisseling van informatie
Stimuleren van wetenschappelijk onderzoek
Onderhouden van internationale contacten
Kwaliteitsverbetering en vernieuwing zorg
Andere vorm van samenwerking
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Aa
nta
l K
PO
’s
Score op schaal van 0 tot 100
5 11 25 39 51
2
1
0
70 Brancherapport 2009
Samenwerking
Samenwerking leidt tot beoogde resultaten (n=19)
Ongeveer 40% van de kankerpatiëntenorganisaties ervaart knelpunten in de samenwerking met
andere patiëntenorganisaties. Knelpunten die genoemd worden, zijn:
- Te weinig capaciteit (mankracht)
- Te weinig tijd voor structureel overleg
- Angst voor verlies van eigen identiteit
- Gebrekkige taakverdeling en afstemming met NFK
- Slecht functionerende bestuursleden
- Andere bestuursvorm (stichtingen versus verenigingen)
- Gebrek aan kennis van de andere patiëntenverenigingen
Internationale samenwerking
Zes kankerpatiëntenorganisaties hebben naast landelijke en lokale contacten ook internationale
contacten met organisaties met overeenkomstige doelstellingen. Dit is minder dan in 2007 toen
elf organisaties aangaven internationale contacten te onderhouden.
Opvallend is dat alle grote organisaties internationale contacten hebben. Slechts 11% van de kleine
en 20% van de middelgrote organisaties onderhoudt contacten met kankerpatiëntenorganisaties
in het buitenland.
Figuur 9.4
9.2
Ja 37%
Deels 37%
Moet nog blijken 26%
72 Brancherapport 2009
Knelpunten
KnelpuntenKankerpatiëntenorganisaties noemen verschillende knelpunten, waar zij als organisatie
tegenaan lopen en waar ze met andere organisaties over zouden willen praten.
In figuur 10.1 is weergegeven welke knelpunten dat zijn. De knelpunten zijn vergeleken met 2007
overwegend hetzelfde gebleven. Belangrijke bottleneck zijn overbelasting van actieve vrijwilligers
en bestuursleden en het feit dat er weinig aanmeldingen zijn van nieuwe vrijwilligers.
Verder ervaren steeds meer organisaties problemen aangaande verdere professionalisering
van de organisatie, de moeilijke bereikbaarheid van de doelgroep en het aansturen en scholen
van vrijwilligers.
Knelpunten 2007 en 2008 (n=20) (KNEL1)
De meeste middelgrote en kleine organisaties ervaren als knelpunt dat weinig nieuwe vrijwilligers
zich aanmelden en dat de aanwezige vrijwilligers en bestuursleden overbelast zijn (figuur 10.2).
Bij grote organisaties zijn overbelasting van actieve vrijwilligers en bestuursleden,
professionalisering van de organisatie, aansturen en scholen van vrijwilligers de grootste
knelpunten. Het binden van vrijwilligers aan de organisatie en de bereikbaarheid van specialisten
worden als minder belangrijke knelpunten beschouwd.
Over het algemeen kan opgemerkt worden dat kleine en middelgrote organisaties meer
tegen knelpunten aanlopen dan grote organisaties. Verder kan geconstateerd worden dat
genoemde knelpunten vooral intern gericht zijn: zowel op het eigen functioneren als op de
eigen doelgroep.
Figuur 10.1
10.0
2008 2007
Overbelasting van actieve vrijwilligers en bestuursleden
Weinig aanmelding nieuwe vrijwilligers
Professionalisering organisatie
Moeilijk bereikbaarheid van de doelgroep
Aansturen en scholen van vrijwilligers
Gebrek aan goede bestuursleden
Afname van het aantal vrijwilligers
Anders
Vrijwilligers voor langere tijd binden aan de organisatie
Slechte bereikbaarheid van specialisten
N.v.t.
0% 20% 40% 60% 80% 100%
73Knelpunten
2O
rga
nisa
tie
Knelpunten kankerpatiëntenorganisaties (n=21) (KNEL2)
Eén van de belangrijkste knelpunten is dat kankerpatiëntenorganisaties (en andere patiënten-
organisaties) nog niet voldoende worden erkend door zorgverzekeraars en werkgevers.
Patiëntenorganisaties zijn nog geen volwaardige (derde) partij.
Andere knelpunten die genoemd worden zijn het bereiken van potentiële donateurs en
medewerking van zorgaanbieders bij het verstrekken van informatie over de kankerpatiënten-
organisatie aan hun patiënten. Verder stellen enkele organisaties dat zij onvoldoende in staat
zijn om te lobbyen en de politiek te beïnvloeden.
Eén van de organisaties wijst op een praktisch knelpunt. Het is moeilijk bijeenkomsten en
vergaderingen te organiseren als betaalde krachten overdag willen vergaderen, terwijl de
vrijwilligers alleen in de avonduren kunnen.
Kankerpatiëntenorganisaties pakken knelpunten op verschillende manieren aan.
Een aantal organisaties heeft een plan opgesteld om bestuursleden en vrijwilligers actief
te werven. In het verlengde van dat plan hebben enkele organisaties zich ingeschreven bij een
vrijwilligersvacaturebank. Daarnaast krijgen kankerpatiëntenorganisaties ook ondersteuning van
de NFK of van een externe adviseur.
Figuur 10.2
groot midden klein
Overbelasting van actieve vrijwilligers en bestuursleden
Weinig aanmelding nieuwe vrijwilligers
Professionalisering van de organisatie
Moeilijk bereikbaarheid van de doelgroep
Gebrek aan goede bestuursleden
Afname van het aantal vrijwilligers
Aansturen en scholen van vrijwilligers
Vrijwilligers voor langere tijd binden aan de organisatie
N.v.t.
Anders
Slechte bereikbaarheid van specialisten
0% 20% 40% 60% 80% 100%
74 Brancherapport 2009
Knelpunten
Via de NFK zijn ook enkele adviseurs van SesamAcademie ingeschakeld om ondersteuning
te bieden. Een externe adviseur kan een bijdrage leveren aan het werven van vrijwilligers en het
opstellen van een vrijwilligersbeleid, maar ook de professionalisering en het beter functioneren
van bestuursleden bevorderen. Eén organisatie heeft in 2008 een coachingstraject via de NFK
gevolgd. Ook heeft een organisatie administratieve en ICT-taken (secretariaat) bij de koepel
ondergebracht, omdat zij zelf te weinig vrijwilligers heeft voor structurele bestuurstaken.
Tot slot zoeken enkele organisaties ook naar samenwerking met andere patiëntenorganisaties.
Op de vraag of kankerpatiëntenorganisaties behoefte hebben aan ondersteuning van de NFK
bij het aanpakken van knelpunten, wordt door een aantal organisaties aangegeven dat zij
hierover al in gesprek zijn of al afspraken hebben gemaakt. Echter, enkele organisaties
melden dat zij bewust geen ondersteuning wensen, omdat zij van mening zijn dat zij de
knelpunten zelf kunnen aanpakken. Een andere organisatie vertelt dat zij meer van de NFK
had verwacht. Voor de meeste organisaties is de behoefte aan ondersteuning bij het
oplossen van knelpunten zeker aan de orde.
Door kankerpatiëntenorganisaties worden de volgende wensen aangegeven:
- Er is behoefte aan ondersteunende faciliteiten die (nog) niet worden aangeboden
- De toegevoegde waarde van de NFK ligt vooral in organisatieoverstijgende zaken en niet
op het gebied van de individuele patiëntbenadering
- Het verbeteren van de participatiegraad is de eerste prioriteit. Dat moet leiden tot een
grotere vijver van bestuursleden en vrijwilligers waaruit geput kan worden
- De NFK zou heel goed kunnen faciliteren in het bij elkaar brengen van KPO’s. Kennisdelen
en samenwerken met andere kankerpatiëntenorganisaties kan bij beperkte capaciteit zeer
effectief en efficiënt werken
- De NFK kan organisaties ondersteunen bij het vergroten van de naamsbekendheid;
ook KWF Kankerbestrijding zou hierbij kunnen helpen
- Ondersteuning bij het aansturen en scholen van vrijwilligers
76 Brancherapport 2009
Behaalde resultaten
Behaalde resultaten
In 2008 zijn diverse resultaten behaald door de verschillende kankerpatiëntenorganisaties.
De resultaten zijn hieronder gegroepeerd in categorieën.
• Informatieencommunicatie
- Verdere professionalisering van nieuwsbrief en website. Zodanig dat we met weinig
vrijwilligers toch een goed resultaat kunnen behalen
- Goede voorlichting en lotgenotencontact
- Opzetten nieuwe website
- Heruitgave van het informatieboekje in samenwerking met de SIG NSV
- Start van de nieuwe website
- Vernieuwde nieuwsbrief
- Voortdurend succes van Het HNPCC-Lynch Journaal
- Veel informatie verstrekt via website en voorlichtingsbijeenkomsten
- Vrijwilligerscommunicatie verbeterd middels regelmatige digitale nieuwsflitsen en het
nieuwe vrijwilligersmagazine ‘Chapeau’
- Organisatie Internationaal Symposium te Maastricht op 30-10-2008
• Kwaliteit
- Project Wat is Goede Zorg (opstelling kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief)
- Organisatie van een aantal zeer succesvolle klinische lessen
• Lotgenotencontact
- Continuïteit van lotgenotencontact
• Ledenenvrijwilligers
- Meer leden geworven
- Toenemende groei van leden bewerkstelligd
- Groeiend aantal leden gerealiseerd
- Bekendheid vergroot en daarmee veel nieuwe leden geworven
• Professionaliseringorganisatie
- Wij zijn een traject ingegaan m.b.t. deskundigheidsbevordering en professionalisering
van de regio-organisatie
- Nieuw bestuur, nieuwe directie, start met professionalisering.
- Start met de professionalisering van de SCP
- Besluit genomen en in gang gezet over advisering door een externe partij over
de noodzakelijke versterking van de organisatie
- De continuïteit van de Contactgroep GIST is gewaarborgd door tijdig in een
coachingstraject te stappen.
• Samenwerking
- Bestuurlijke samenwerking met andere lidorganisatie
- Structureel overleg medische koepelorganisaties
- Samenwerking met zes kleine verenigingen voor zeldzame erfelijke aandoeningen.
Nu verenigd in Stichting BETER
11.0
77Behaalde resultaten
2O
rga
nisa
tie
• Richtlijnontwikkeling
- Publicatie van de richtlijn
• Overig
- Benoeming hoogleraar
- Er is een Amerikaanse advocaat gevonden die zich wil inzetten voor de leden om ze te
helpen bij de aanvraag van een uitkering bij de Amerikaanse asbestindustrie.
De ‘good practices’ die in het volgende hoofdstuk (12) staan beschreven, zijn ook behaalde
resultaten.
Gebruik Brancherapport en spiegelrapporten
Vijf van 23 kankerpatiëntenorganisaties hebben het Brancherapport dat eind 2008 verscheen,,
binnen de eigen organisatie gebruikt om beleid aan te passen. Enkele voorbeelden:
• Wijzijnvanmeningdathetbrancherapporteenredelijkbeeldgeeft,zodatweernaarkijken
• Hetbrancherapportisbesprokeninhetbestuur.Actieszijnuitgezet,maardoorgebrek
aan bestuursleden/vrijwilligers niet allemaal uitgevoerd
• Hetbrancherapportgeefteengoedereflectieoponseigenfunctioneren
• Wijhebbenhetbrancherapportgebruiktvoordeevaluatievandewerkzaamheden
• Opbasisvanhetbrancherapportproberenwijknelpuntenoptelossenbijdeeigenvereniging
• Hetbrancherapporthebbenwijgebruiktomeenbeteresamenwerkingmetandere
organisaties op te bouwen
In 2008 is ook voor iedere kankerpatiëntenorganisatie een spiegelrapport uitgebracht.
Slechts vier organisaties hebben dit rapport binnen de eigen organisatie gebruikt.
Een organisatie heeft het gebruikt voor het opstellen van een nieuw beleidsplan.
Voor een tweede organisatie gaf het spiegelrapport aanleiding om aandachtspunten te
selecteren die verbeterd moesten worden.
11.1
80 Brancherapport 2009
Good practices
Good practices
In dit hoofdstuk presenteren wij de ‘good practices’ van kankerpatiëntenorganisaties.
Het gaat om één of meerdere successen, waarbij praktijkervaring centraal staat.
Een ‘good practice’ gaat uit van een techniek, methode, proces, activiteit of methodiek, die
effectief is gebleken om een bepaald resultaat te behalen. ‘Good practices’ dienen als
geslaagde praktijkvoorbeelden voor andere kankerpatiëntenorganisaties. Ze bieden organisaties
de mogelijkheid om te leren van de ervaringen van anderen. Een kritische noot: de ‘good
practice’ van een organisatie is niet noodzakelijk altijd een ‘good practice’ voor een andere
organisatie. Een goed begrip van de context, de randvoorwaarden en de ‘Kritieke Succes
Factoren’ is essentieel.
Resultaten good practices
‘Beschrijf een of meerdere van de successen van uw organisatie’, zo luidde het verzoek aan
de patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Het leidde tot reacties van zestien organisaties
met in totaal 34 ‘good practices’.
De meeste ‘good practices’ (53%) hebben betrekking op het onderwerp informatie en
communicatie. Hieronder vallen onder meer: het ontwikkelen en verspreiden van
boekjes/brochures/folders/nieuwsbrief; bijwonen en organiseren van familiedag en
lezingen; opzetten en doorontwikkelen vernieuwde website; het opzetten van voorlichting/een
voorlichtingscampagne; klinische lessen.
De belangrijkste doelstelling met betrekking tot informatie en communicatie is het vergroten
van de bekendheid van kankerpatiëntenorganisaties en de aandoening waarvoor ze staan.
Enkele organisaties ervaren een tekort aan kennis bij burgers en professionals over bepaalde
aandoeningen en de ervaringen die door mensen met een beperking zijn opgedaan.
Kennis vergroten, maar ook kennis delen is een belangrijke doelstelling.
Overige doelstellingen zijn voorlichting en het werven van nieuwe leden.
De overige ‘good practices’ die worden genoemd, zijn verdeeld over verschillende onderwerpen:
activiteiten ontwikkelen voor jongeren, lotgenotencontact (delen en verwerken van ervaringen),
het realiseren van vergoeding bij zorgverzekeraar voor een bepaalde aandoening, kwaliteit
verbeteren van diagnostiek en behandeling (o.a. het ontwikkelen van zorgpaden), ondersteuning
van mensen met een beperking/patiënten en ondersteuning van leden, het positioneren als
gesprekspartner, richtlijnontwikkeling (verbeteren van kwaliteit) en participeren bij zorginkoop.
Uit bovengenoemde onderwerpen,blijkt dat de ‘good practices’ (successen van organisaties)
zich voornamelijk beperken tot informatie en communicatie. Dit zijn kennelijk onderwerpen
waaraan veel belang wordt gehecht.
Een volledig overzicht van ‘good practices’ van de kankerpatiëntenorganisaties in 2008 vindt
u in bijlage 1.
12.0
12.1
82 Brancherapport 2009
Conclusies
ConclusiesVan de 25 kankerpatiëntenorganisaties die bij de NFK zijn aangesloten, hebben 23 organi-
saties aan de Monitor deelgenomen en gegevens aangeleverd. Het betreft twaalf kleine
(<500 leden7), zeven middelgrote (500-2000 leden) en vier grote (>2000 leden) kankerpa-
tiëntenorganisaties. De respons is opnieuw hoog; het voorgaande jaar was deze 75%, deze
keer maar liefst 92%. De hoge respons is voor een belangrijk deel het gevolg van de persoon-
lijke benadering door KWF en NFK. Organisaties werden direct benaderd met het verzoek om
aan de Monitor deel te nemen.
Bij de meeste kankerpatiëntenorganisaties trad in 2008 een lichte groei van het aantal leden
op. Bij drie organisaties was sprake van een daling. Al met al is een lichte stijging te constate-
ren in de vertegenwoordiging van kankerpatiënten door kankerpatiëntenorganisaties.
Een kwart van de organisaties heeft ervaring met het actief werven van leden of donateurs.
Met name grote organisaties zijn hierin bedreven. Een opmerkelijke uitkomst is dat tweederde
van de organisaties aangeeft geen behoefte te hebben aan ondersteuning bij het werven van
nieuwe leden. Uit nadere analyse blijkt dat dit vooral geldt voor middelgrote en grote organi-
saties.
De belangrijkste doelgroep van kankerpatiëntenorganisaties zijn ‘betrokkenen van patiën-
ten’. Hieronder wordt verstaan de directe kring om patiënten heen, zoals familie, vrienden en
kennissen. Na ‘betrokkenen’ vormen patiënten met een chronische aandoening de belangrijk-
ste doelgroep. Het blijkt voor kankerpatiëntenorganisaties moeilijk om de omvang van hun
doelgroep concreet te maken. Voor kleine en middelgrote organisaties blijkt het zelfs moeilijk
om hiervan een schatting te geven.
Enkele doelgroepen zijn voor kankerpatiëntenorganisaties moeilijk te bereiken. Net zoals een
jaar eerder worden allochtonen als een lastig bereikbare doelgroep gezien. Opvallend is ook
dat meer organisaties moeite hebben om jong volwassenen (18-30 jaar) te bereiken.
Kerntaken
De drie kerntaken ‘informatie en voorlichting’, ‘belangenbehartiging’ en ‘lotgenotencontact’
zijn voor kankerpatiëntenorganisaties even belangrijk.
Op het gebied van informatie en voorlichting zijn de belangrijkste taken: het verspreiden van
kennis over diagnostiek, behandeling en zorgverlening, het verbeteren van de communicatie
tussen patiënten en behandelaars én de versterking van de positie van mensen met deze aan-
doening. Opvallend is de toename van organisaties die zich bezighouden met begeleiding van
of nazorg aan familie.
Om hun leden te informeren, gebruiken organisaties verschillende informatiekanalen.
Opvallend is de afnemende populariteit van de schriftelijke nieuwsbrief, het tijdschrift en de
informatiebijeenkomsten. Steeds populairder wordt de website. Alle organisaties hebben een
eigen website, die meestal frequent wordt bezocht. Bovendien worden websites in toenemende
mate gebruikt voor lotgenotencontact. Ondersteuning van de NFK bij informatie en voorlichting
wordt als zeer summier ervaren. Dit is een opvallende constatering, aangezien enkele kanker-
patiëntenorganisaties via de NFK ondersteuning krijgen van adviseurs van SesamAcademie.
De organisaties wensen ondersteuning van de NFK op het gebied van PR-activiteiten, bijvoor-
beeld bij het formuleren van informatie en het geven van voorlichting over nut en noodzaak van
13.0
13.1
7 Onder ‘leden’ worden leden, gezinsleden en donateurs verstaan
83Conclusies
2O
rga
nisa
tie
patiëntenverenigingen, maar ook bij meer specifieke informatie gericht op zeldzame, erfelijke
aandoeningen. Daarnaast wordt meer aandacht gevraagd voor kleinere patiëntenverenigingen
(die gericht zijn op zeldzame erfelijke aandoeningen) in bijvoorbeeld publicaties en persberichten
van de NFK.
Het grootste deel van de kankerpatiëntenorganisaties organiseert cursussen en thema-
bijeenkomsten. Deze worden voor verschillende doelgroepen georganiseerd, maar voorname-
lijk voor eigen leden.
Ruim de helft van de kankerpatiëntenorganisaties houdt een registratie bij van binnengeko-
men informatievragen. Veel van die vragen gaan, evenals het voorgaande jaar, over behan-
deling en diagnose, aanbod en functie van de patiëntenorganisatie en over het aanbod van
zorg- en dienstverlening. Vijf organisaties hebben een klachtenregistratiesysteem. Echter,
maar drie organisaties zijn in staat het totale aantal klachten dat binnen is gekomen weer
te geven. Evenals in 2007 gaan de meeste klachten over overheidsinstanties. Daarnaast
worden relatief veel klachten ingediend over behandelingen. Kankerpatiëntenorganisaties
kunnen met een adequaat klachtenregistratiesysteem een belangrijke signaalfunctie hebben.
Die mogelijkheid zou meer benut mogen worden. De klachten kunnen als input dienen voor
belangenbehartiging.
Op het gebied van belangenbehartiging hebben de kankerpatiëntenorganisaties en de
NFK de taken verdeeld. Koepelorganisatie NFK heeft een belangrijke rol in de collectieve
belangenbehartiging. De lidorganisaties richten zich overwegend op individuele belangen-
behartiging; bijvoorbeeld ondersteuning aan leden in de vorm van lotgenotencontact en
bemiddeling. Voor het behartigen van de belangen van de achterban werken de meeste kan-
kerpatiëntenorganisaties samen met andere organisaties, de NFK, diverse koepelorganisaties
(zoals Zorgbelang) en zorgaanbieders.
De mate waarin collectieve belangenbehartiging leidt tot gewenste resultaten (en gestelde
doelstellingen) wordt door de kankerpatiëntenorganisaties niet hoog ingeschat. Zij geven aan
dat zij weinig invloed hebben op externe partijen. Mogelijk komt dit omdat zij zich onvoldoen-
de deskundig achten. De invloed van de NFK op externe partijen wordt door de lidorganisa-
ties met een magere voldoende beoordeeld, al schatten ze die invloed wel hoger in dan hun
eigen invloed.
De ondersteuning vanuit NFK bij het vormgeven van collectieve belangenbehartiging wordt
als zeer gering ervaren. De afstand tussen de NFK en de lidorganisaties lijkt groot te zijn.
Kankerpatiëntenorganisaties hebben vooral behoefte aan ondersteuning op het gebied van
onderhandelingen met ziektekostenverzekeraars, ontwikkeling van medicijnbeleid, werk en
kanker, kwaliteit van leven, scholing beleidsmedewerkers/kantoormedewerkers, het aanvra-
gen van subsidies, wetenschappelijke ondersteuning en ondersteuning bij allerlei politieke
onderwerpen. Ook wensen enkele organisaties hun naamsbekendheid bij zorgverleners en
doelgroepen te verbeteren.
Alle kankerpatiëntenorganisaties zijn actief op het gebied van lotgenotencontact. Zowel kleine,
middelgrote als grote organisaties doen dit vooral via telefonische gesprekken, e-mailcon-
tact, groepsbijeenkomsten en forums (website). De belangrijkste doelen zijn het bieden van
onderlinge steun, het uitwisselen van ervaringen en informatieverschaffing.
84 Brancherapport 2009
Conclusies
Lotgenotencontact wordt vooral georganiseerd voor volwassen patiënten, partners en naasten.
Bijna alle organisaties voeren na afloop ook een evaluatie uit. Er valt een verschuiving in de
aard van het lotgenotencontact te constateren. Het contact wordt tegenwoordig vaker vorm-
gegeven in een actieve sfeer van gezamenlijke deelname aan activiteiten. Ook vindt lotgenoten-
contact tegenwoordig vaker online plaats via de eigen website. De organisaties regelen de
lotgenotencontacten zelf. Zij ontvangen hierbij geen steun van bijvoorbeeld de NFK.
Tevredenheidmeting
In 2008 hebben slechts vier van de 23 kankerpatiëntenorganisaties een tevredenheidmeting
uitgevoerd. Het periodiek evalueren van de tevredenheid van de achterban is een belangrijk
instrument om de waardering van leden te meten. Het geeft de organisaties concrete informatie
in handen om het eigen functioneren kritisch te evalueren en indien nodig bij te stellen met
verbeteracties. Een tevredenheidmeting biedt stuurinformatie om de eigen organisatie te
professionaliseren en kan onderdeel zijn van een verbetercyclus. Het is onduidelijk waarom
kankerpatiëntenorganisaties niet meer gebruik maken van dit meetinstrument.
Organisatie
De meeste vrijwilligers zijn betrokken bij de kerntaak ‘lotgenotencontact’. Daarnaast zijn veel
vrijwilligers actief in bestuursfuncties. Acht organisaties hebben alleen gegevens van het aantal
vrijwilligers op landelijk niveau, veertien organisaties hebben gegevens van zowel vrijwilligers
die lokaal als landelijk actief zijn. De meeste vrijwilligers verbinden zich voor langere tijd
aan een organisatie. Opvallend is dat bij grote organisaties de meeste vrijwilligers meer dan
vijf jaar ‘in dienst’ zijn, terwijl bij kleine organisaties de meeste vrijwilligers twee tot vijf jaar
‘verbonden’ zijn. Het is onduidelijk of dit te maken heeft met de aard van de aandoening die
de organisatie vertegenwoordigt.
Het vormgeven van vrijwilligersbeleid wordt heel divers ingevuld. Hier past de kanttekening
dat de meeste organisaties aangegeven dat het vrijwilligersbeleid nog in ontwikkeling is.
Eenderde van de kleine organisaties had in 2008 geen vrijwilligersbeleid.
De meeste organisaties hebben geen beroepskrachten in dienst. Zij besteden bepaalde taken
uit aan dienstverlenende instellingen. Acht kankerpatiëntenorganisaties hebben een budget
voor externe (betaalde) krachten. Dit budget is gemiddeld €12.713,- per organisatie.
De meeste beroepskrachten zijn werkzaam op het gebied van organisatie, administratie en
financiën. Bij beleidsontwikkeling en belangenbehartiging worden beroepskrachten het
minst ingezet.
Aan de organisaties is gevraagd of zij worden ondersteund in hun werkgeverschap.
Voor ongeveer de helft geldt dit niet. De organisaties die wel worden ondersteund hebben
meestal hun administratieve taken ondergebracht bij dienstverlenende instellingen.
De NFK heeft hierin geen taak.
Kankerpatiëntenorganisaties ontvangen het grootste deel van hun inkomsten uit subsidies
van fondsen. De belangrijkste subsidiegever is KWF Kankerbestrijding. Daarnaast ontvangen alle
organisaties inkomsten via lidmaatschap/contributie. Opvallend is dat voor kleine organisaties
de farmaceutische industrie een grote bron van inkomsten is. Uit een vergelijking met algemene
patiënten- en gehandicaptenorganisaties valt op dat kankerpatiënten-organisaties, en met name
de kleine organisaties, meer geld ontvangen via subsidies van het Fonds PGO dan PG-organisaties.
13.2
13.3
85
2O
rga
nisa
tie
Het ontvangen van gelden vanuit lidmaatschap en contributie verschilt meer tussen kankerpatiënten-
organisaties onderling dan tussen kankerpatiëntenorganisaties en overige PG-organisaties.
De uitgaven van kleine, middelgrote en grote organisaties verschillen aanzienlijk. In 2008
bedroegen de gemiddelde uitgaven van kleine organisaties € 40.848,-. Voor middelgrote
organisaties was dit € 134.165,-, bij grote organisaties € 580.356,-. In vergelijking met het
voorafgaande jaar is met name bij middelgrote organisaties een sterke stijging van de uitgaven
te zien. Verder is opvallend dat bij kleine en grote organisaties de variabele lasten een kleiner
deel uitmaken van de totale uitgaven dan bij middelgrote organisaties. Vaste lasten blijven
voor kleine en grote organisaties de grootste kostenpost. Alle organisaties geven procentueel
het meeste geld uit aan informatie en voorlichting en aan lotgenotencontact. Opvallend is dat
kleine organisaties een positief bedrijfsresultaat behalen, terwijl grote organisaties juist een
negatief bedrijfsresultaat bijschrijven.
De meeste kankerpatiëntenorganisaties (19 van de 23) werken samen met andere patiënten-
organisaties. Een grote meerderheid werkt samen met koepelorganisaties (met name NFK)
en met andere categoriale patiëntenorganisaties. De grootte van de organisatie is daarbij van
invloed. Kleine en middelgrote organisaties werken meer samen met de NFK en minder met
bijvoorbeeld Zorgbelang-organisaties en andere koepelorganisaties (zoals CG-raad en NPCF)
dan grote organisaties. Echter, de meeste organisaties zijn toch van mening dat er (te) weinig
samenwerking is met de NFK.
De meeste samenwerking vindt, net als in 2007, plaats op het gebied van belangenbehartiging
en kwaliteitsverbetering en vernieuwing van zorg. Opvallend is dat zowel grote als middelgrote
organisaties niet samenwerken met andere organisaties op het gebied van lotgenotencontact.
Driekwart van de kankerpatiëntenorganisaties geeft aan dat er knelpunten zijn in de samen-
werking met andere patiëntenorganisaties, zoals te weinig capaciteit, te weinig tijd, gebrekkige
taakverdeling, cultuurverschillen en angst voor verlies van eigen identiteit. Ook worden de
(gebrekkige) competenties van bestuursleden als knelpunt ervaren.
Factsheet
In de volgende tabel zijn enkele feiten op een rij gezet. Dit is de som van enkele kerngegevens
van de 23 deelnemende kankerpatiëntenorganisaties.
Totaal aantal leden 24.553
Totaal aantal vrijwilligers 1.200
Totaal aantal interne beroepskrachten 26
Totaal aantal externe beroepskrachten 32
Totaal aantal binnengekomen vragen 7.844
Totaal aantal ontvangen klachten 56
Totaal aantal uitgegeven titels 48
Aantal unieke bezoekers websites 924.853
Aantal lotgenotenbijeenkomsten lokaal 1.173
Aantal lotgenotenbijeenkomsten landelijk 44
Inkomsten totaal € 2.506.341
Uitgaven totaal € 2.756.255
13.4
Conclusies
86 Brancherapport 2009
Conclusies
Knelpunten en resultaten
Kankerpatiëntenorganisaties willen in de samenwerking met andere organisaties ervaringen
uitwisselen over belangrijke knelpunten, zoals de overbelasting van actieve vrijwilligers en
bestuursleden en het feit dat er weinig aanmeldingen zijn van nieuwe vrijwilligers. Verder
ervaren steeds meer organisaties problemen met de professionalisering van de organisatie,
de moeilijke bereikbaarheid van de doelgroep en het aansturen en scholen van vrijwilligers.
De meeste middelgrote en kleine organisaties ervaren als belangrijkste knelpunt dat te weinig
nieuwe vrijwilligers zich aanmelden. Bij grote organisaties zijn overbelasting van actieve
vrijwilligers en bestuursleden, professionalisering van de organisatie en het aansturen en
scholen van vrijwilligers de belangrijkste knelpunten.
Bovengenoemde knelpunten zijn vooral intern en op het eigen functioneren gericht.
Andere knelpunten die genoemd worden, zijn: het bereiken van potentiële donateurs en het
betrekken van zorgaanbieders bij het voorlichtingsproces. Als extra knelpunt wordt de beperkte
invloed op de politiek genoemd. De wijze waarop organisaties knelpunten aanpakken
verschilt enorm. Opvallend is dat enkele organisaties hierbij gericht ondersteuning zoeken.
Andere organisaties doen dat overigens bewust niet.
De kankerpatiëntenorganisaties hebben in 2008 diverse mooie resultaten behaald op thema’s
als informatie en communicatie, kwaliteit, lotgenotencontact, leden en vrijwilligers,
professionalisering van de organisatie, samenwerking en richtlijnontwikkeling. De meeste
‘good practices’ waren gericht op informatie en communicatie. Enkele andere ‘good practices’
zijn: activiteiten ontwikkelen voor jongeren, lotgenotencontact (delen en verwerken van
ervaringen), het realiseren van vergoeding bij zorgverzekeraars, het positioneren als
gesprekspartner en richtlijnontwikkeling.
Slotbeschouwing
Uit de gegevens van de Monitor kan geconstateerd worden dat het bereik van kankerpatiënten-
organisaties veel verder reikt dan alleen de eigen leden. Zo hebben de websites van de
organisaties gemiddeld 92.453 bezoekers, terwijl er in totaal 24.553 leden8 zijn. Gezien het
feit dat de website een steeds belangrijkere rol gaat spelen in informatieverstrekking, voor-
lichting en het lotgenotencontact, zal het bereik van de organisaties zeker verder groeien.
Er is nog geen duidelijke taakafbakening tussen collectieve en individuele belangenbehartiging.
Al wordt collectieve belangenbehartiging voornamelijk toebedeeld aan de NFK, toch is het zo
dat zowel kankerpatiëntenorganisaties als de NFK zich op dit terrein bewegen.
De reden voor deze diffuse taakafbakening kan zijn dat kankerpatiëntenorganisaties (nog)
niet tevreden zijn over de wijze waarop de NFK invulling geeft (en ondersteuning biedt) inzake
collectieve belangenbehartiging. Daarnaast is collectieve belangenbehartiging vaak niet
gericht op de lokale overheid. Dit komt wellicht doordat een infrastructuur voor collectieve
belangenbehartiging in de regio ontbreekt. Op dit punt valt mogelijk winst te behalen.
Hoewel de kankerpatiëntenorganisaties steeds meer als volwaardige partij worden gezien,
missen vooral de kleine en middelgrote organisaties middelen en mogelijkheden om echt een
verschil te maken in het zorgbeleid. Ze zijn te klein om een krachtige stem te laten horen en
zijn daardoor extra afhankelijk van andere partijen. Wat betreft menskracht steunen zij bijna
volledig op vrijwilligers. Door het gebrek aan betaalde krachten zijn zij een groot deel van de
tijd bezig met invulling van bestuursfuncties, waardoor minder tijd over blijft voor kerntaken.
Kleine en middelgrote organisaties ervaren de meeste knelpunten.
13.5
13.6
8 Onder ‘leden’ worden leden en gezinsleden verstaan
87
2O
rga
nisa
tie
Het ontbreekt de organisaties aan vaardigheden en kennis om het patiëntenperspectief te
verwoorden. Mede daarom zullen ze de vaardigheden en competenties van hun vrijwilligers
moeten verhogen. Alleen dan kunnen ze hun invloed vergroten en een betere invulling geven
aan collectieve belangenbehartiging. Een andere optie is dat de NFK voor de kleine lidorgani-
saties invulling geeft aan de collectieve belangenbehartiging op basis van de ervaringen van
hun leden. Het ontbreken van voldoende vaardigheden en kennis om het patiëntenperspectief
te verwoorden, kan ook komen doordat nog onduidelijk is wat het patiëntenperspectief precies is.
Een eerder uitgevoerd onderzoek wijst er op dat modellen en theorieën die het ‘patiënten-
perspectief’ beschrijven nog moeten worden ontwikkeld. Een leerstoel kan bijdragen aan de
ontwikkeling van een ‘body of knowledge’ die ‘evidence-based’ is. Door het patiëntenperspectief
in onderzoek nadrukkelijker een plaats te bieden, wordt niet alleen antwoord gegeven op
medisch inhoudelijke vraagstukken, maar ook op de impact/invloed van de problematiek op
de patiënt en vice versa.
Hoewel de organisaties aangeven dat de drie kerntaken (informatie en voorlichting, belangen-
behartiging en lotgenotencontact) even belangrijk zijn, blijkt dat de meeste vrijwilligers worden
ingezet voor lotgenotencontact. Dit sluit aan bij het gegeven dat de kerntaak belangen-
behartiging voor een deel is gedelegeerd aan de koepelorganisatie NFK, met name waar het gaat
om die op het gebied van kanker. In het rapport ‘De kracht van diversiteit’ wordt voorgesteld
om de kerntaken van patiëntenorganisaties uit te breiden. Het is echter de vraag of ze die
uitbreiding op dit moment aankunnen. Twee bijkomende kerntaken zijn: kwaliteitstoetsing en
dienstverlening. Ten aanzien van kwaliteitstoetsing is het een optie om er gezamenlijk invulling
aan te geven. Bijvoorbeeld zoals dit op het gebied van bloedkanker en dikkedarmkanker
gebeurt. De NFK ondersteunt clusters van lidorganisaties rondom een specialisme bij het
realiseren van een kwaliteitstoets van de zorg.
Het besturen van kankerpatiëntenorganisaties behoeft aandacht. Door zichzelf een spiegel voor
te houden en hun beleid en beleidscyclus te evalueren kunnen organisaties komen tot een betere
functievervulling en professionalisering van hun organisatie. Instrumenten die hiervoor ingezet
kunnen worden, zijn de spiegelrapportages, die voor elke organisatie afzonderlijk worden gemaakt.
Daarnaast voorziet de NFK in ondersteuning door de SesamAcademie bij implementatie van door
lidorganisaties gewenste verbeterinitiatieven.
Conclusies
90 Brancherapport 2009
Bijlagen
Bijlage 1 Good practices 2008
KPO 1 Voorbeeld 1
Soort activiteit Inbrengen van patiëntenperspectief bij zorginkoop
Op wie gericht Ziekenhuizen en zorgverzekeraars
Doel Inbreng patiëntenperspectief bij zorginkoop door zorgverzekeraars
voor DBC borstkanker
Samenwerking met NFK, Zorgbelangorganisaties, andere kankerpatiëntenorganisaties,
zorgverzekeraars en ziekenhuizen
Status van activiteit In Groningen is een pilot afgerond
Beoogd resultaat Patiëntenperspectief ingebracht. Goede richtlijnen voor zorginkoop
ontwikkeld
KPO 1 Voorbeeld 2
Soort activiteit Prothese voorlichting in Delft
Op wie gericht Mensen die na een borstoperatie zich willen voorbereiden op de
aanschaf en het gebruik van een borstprothese
Lokaal of regionaal
Doel Mensen gelijkwaardige gesprekpartner laten zijn op moment van
aanschaf. Mogelijke onzekerheid over dagelijkse praktijk verminderen.
Informatie verschaffen
Samenwerking met Mammacare verpleegkundigen
Status van activiteit In Delft bezoeken bijna alle patiënten/cliënten de prothesevoorlichting
door vrijwilligers. Samenwerking met mammacare verpleegkundige
is optimaal
Beoogd resultaat Gesterkte en geïnformeerde cliënten. Alle voorlichtingsgesprekken
worden (onafhankelijk) geëvalueerd
KPO 1 Voorbeeld 3
Soort activiteit Lotgenotencontact/voorlichting
Op wie gericht Doelgroep/subdoelgroep, bijv. congres voor Jonge Vrouwen mei 2008
Lokaal of regionaal
Doel Veel informatie verschaffen over behandeling, bijwerkingen en psycho-
sociale aspecten van de ziekte/behandelingen. Terzijde faciliteren van
lotgenotencontact door ontmoeting met mensen die met dezelfde
vragen komen
Samenwerking met Diverse sprekers op congres/standhouders ter info voor bezoekers
Status van activiteit Eenmalige activiteit mei 2008 in Woerden. Veel bezoekers, goede
sfeer, nuttige bijeenkomst
Beoogd resultaat Doelgroep vrouwen tot 45 jaar met borstkanker heeft goede onafhan-
kelijke informatie verkregen in een plezierige sfeer
91Bijlagen
2O
rga
nisa
tie
KPO 2 Voorbeeld 1
Soort activiteit Uitgeven van boekje Kwaliteitscriteria vanuit patiëntenperspectief
Op wie gericht VHL-patiënten
Lokaal of regionaal
Doel Het verkrijgen van een eenduidige behandeling in alle academische
ziekenhuizen
Samenwerking met Stichting BETER
Status van activiteit Afstudeer opdracht uitgegeven
Beoogd resultaat Invoering en medische acceptatie van de door de VHL-vereniging
opgestelde criteria
KPO 2 Voorbeeld 2
Soort activiteit Jaarlijks 4 maal uitgave van verenigingsblad
Op wie gericht Leden en connecties
Lokaal of regionaal
Doel Voorlichting en informatie geven
Samenwerking met Bestuursleden
Status van activiteit Vernieuwde uitvoering
Beoogd resultaat Het uiterlijk verbeteren en uitvoering beter leesbaar maken voor
de leden
KPO 2 Voorbeeld 3
Soort activiteit Invoeren van een DBC voor jaarlijkse preventieve controles voor
VHL-patiënten
Op wie gericht VHL-patiënten
Lokaal of regionaal
Doel Het verkrijgen van een structurele invoering, financiering en registratie
van jaarlijkse preventieve controles voor patiënten met een zeldzame
erfelijke aandoening.
Samenwerking met Stichting BETER
Status van activiteit Een zorgbureau opdracht gegeven voor het bekijken van de mogelijk-
heden en het invoeren van traject om het geheel ingevoerd te krijgen
Beoogd resultaat Het eerste traject is uitgevoerd. Voor het volgende traject (invoering,
registratie en financiering) is advies gevraagd
KPO 3 Voorbeeld 1
Soort activiteit Samenwerking organisatie
Op wie gericht leden van beide verenigingen
Lokaal of regionaal
Doel informatie
Samenwerking met St. Klankbord
Status van activiteit uitgave folder
Beoogd resultaat
92 Brancherapport 2009
Bijlagen
Bijlage 1 Good practices 2008
KPO 3 Voorbeeld 2
Soort activiteit Informatie over sportief bewegen
Op wie gericht leden
Lokaal of regionaal
Doel gezond leven
Samenwerking met sportinstructeurs
Status van activiteit uitgave folder
Beoogd resultaat uitgave folder
KPO 3 Voorbeeld 3
Soort activiteit Structureel overleg met medisch koepelorganisaties
Op wie gericht Medici en paramedici
Lokaal of regionaal
Doel uitwisseling, knelpunten oplossen en waar mogelijk gezamenlijk beleid
Samenwerking met NWHHt en PWHHT
Status van activiteit twee keer per jaar overleg
Beoogd resultaat gezamenlijk beleid
KPO 4 Voorbeeld 1
Soort activiteit Samenwerken met Schiphol
Op wie gericht douane medewerkers en management van Schiphol
Lokaal of regionaal
Doel Kennis vergroten en inzicht geven over wat een stoma is en hoe dit te
herkennen in de bodyscan
Samenwerking met Management Schiphol
Status van activiteit afspraak is om dit onderwerp regelmatig te bespreken in een
bilateraal overleg
Beoogd resultaat voorkomen van onnodige fouilleren
KPO 4 Voorbeeld 2
Soort activiteit Project “zorginkoop”
Op wie gericht De partijen die betrokken zijn bij de stomazorg in het ziekenhuis
Lokaal of regionaal
Doel Verbeteren van de kwaliteit van de stomazorg
Samenwerking met Provinciale Zorgbelangorganisaties en desbetreffende ziekenhuizen
en zorgverzekeraars
Status van activiteit Lopend
Beoogd resultaat Verhoging van de kwaliteit van de stomazorg
KPO 4 Voorbeeld 3
Soort activiteit Jong
Op wie gericht jongeren van 16 tot 40 jaar
Lokaal of regionaal
Doel activiteiten ontwikkelen die goed aansluiten bij de wensen en
behoeften van jonge stomadragers
Samenwerking met Jongeren
Status van activiteit Lopend
Beoogd resultaat gerealiseerde uitgave ‘Jong’ en jongerenactiviteiten als ‘Stoma in
actie sport en wellness dag’
93
2O
rga
nisa
tie
KPO 5 Voorbeeld 1
Soort activiteit Patiëntenboek
Op wie gericht Iedereen die (als patiënt) met lymfklierkanker wordt geconfronteerd
Lokaal of regionaal
Doel a. Informatie over ziekte
b. Attenderen op LVN
Samenwerking met Ziekenhuizen (in verband met verspreiding)
Status van activiteit Permanent
Beoogd resultaat a. Steun patiënten en hun naasten
b. Naamsbekendheid
KPO 5 Voorbeeld 2
Soort activiteit Wereld lymfklierkankerdag (WLKD)op 15 september
Op wie gericht Algemeen publiek
Lokaal of regionaal
Doel a. Bekendheid symptomen lymfklierkanker
b. Naamsbekendheid vereniging
Samenwerking met Farmaceutische industrie Roche
Status van activiteit Jaarlijkse dag met voorbereidingsbijeenkomsten
Beoogd resultaat Naamsbekendheid vereniging
KPO 6 Voorbeeld 1
Soort activiteit Nieuwsbrief
Op wie gericht Aangesloten leden en aspirant leden
Lokaal of regionaal
Doel Informatievoorziening en indirect ledenwerving
Samenwerking met Ziekenhuizen
Status van activiteit Nieuwsbrief is dit jaar vernieuwd en sterk verbeterd. Voor 2009 is het
plan om de verspreiding in ziekenhuizen te verbeteren
Beoogd resultaat Bereiken van de doelgroep (50.000 in potentie), met als gevolg groei van
aantal donateurs, zodat de belangenbehartiging versterkt kan worden
KPO 7 Voorbeeld 1
Soort activiteit Nieuwe patiëntenfolder
Op wie gericht Gericht op patiënten, potentiële patiënten (werving) en op artsen
(attenderen op bestaan patiëntenorganisaties)
Lokaal of regionaal
Doel Bekendmaken met ons. Belangrijkste hulpmiddel
Samenwerking met Stadsdrukkerij Amsterdam en gespecialiseerde medisch
communicatiedeskundige
Status van activiteit Afgerond. 2e druk in 2009 al bereikt
Beoogd resultaat Grote verbetering
Bijlagen
94 Brancherapport 2009
Bijlagen
Bijlage 1 Good practices 2008
KPO 7 Voorbeeld 2
Soort activiteit Uitbesteding BackOffice, databeheer, aanmeldingsactie, boekhouding,
vergaderlocatie, notuleren e.d. alle op een plaats
Op wie gericht BackOffice intern. Doel capaciteit vrijmaken voor externe activiteiten
Lokaal of regionaal
Doel Capaciteit vrijmaken en afbreukrisico beperken
Samenwerking met MOS te Nijkerk
Status van activiteit Afgerond in 2009
Beoogd resultaat Minder kwetsbaar, professioneler, maar wel afhankelijk van
continuïteit subsidie
KPO 8 Voorbeeld 1
Soort activiteit Meerijden met de Ride for the Roses
Op wie gericht Zaadbalkanker patiënten, familie en vrienden
Lokaal of regionaal
Doel Erkenning voor patiënten, delen van ervaringen en verwerking
Samenwerking met Stichting Ride for the Roses
Status van activiteit Elk jaar, nu voor de 6e keer
Beoogd resultaat Onderlinge verbondenheid is enorm vergroot! Voor velen een inspiratie
om door te vechten tegen hun ziekte en vertrouwen terug te krijgen
KPO 9 Voorbeeld 1
Soort activiteit Lotgenotencontact
Op wie gericht Prostaatkankerpatiënten en hun naasten
Lokaal of regionaal
Doel Herkenning
Samenwerking met HDI
Status van activiteit Volledig actief
Beoogd resultaat Goed met veel waardering
KPO 9 Voorbeeld 2
Soort activiteit Belangenbehartiging
Op wie gericht Zorgverleners, zorgverzekeraars, politiek
Doel Zorgpaden ontwikkelen voor optimale zorg
Samenwerking met Zorgverzekeraars, zorgverleners
Status van activiteit Zijn in de beginfase
Beoogd resultaat Kost veel tijd maar het komt er aan
KPO 10 Voorbeeld 1
Soort activiteit Het Huidfonds voor intensivering van activiteiten
Op wie gericht Doelgroep
Doel Naamsbekendheid en voorlichting bevorderen
Samenwerking met
Status van activiteit Gestart en voortgaand
Beoogd resultaat Naamsbekendheid bevorderen
95
2O
rga
nisa
tie
KPO 11 Voorbeeld 1
Soort activiteit Klinische lessen
Op wie gericht Zorgverleners in transplantatiecentra;hematologisch verpleegkundigen
in opleiding
Doel - laten zien wat een SCT-patiënt tegenkomt na ontslag uit ziekenhuis
- onderstrepen wat een patiëntenorganisatie voor een patiënt kan
betekenen
- vergroten bekendheid met de Contactgroep SCT in ziekenhuis en bij
patiënten
Samenwerking met Verpleegkundigen in transplantatiecentra
Status van activiteit actief, doorlopend
Beoogd resultaat - verpleegkundigen kunnen SCT-patiënten beter voorbereiden
- meer mensen worden lid van de Contactgroep
KPO 12 Voorbeeld 1
Soort activiteit KanjerKetting, een gestructureerd beloningssysteem voor kinderen
met kanker
Op wie gericht Kinderen van 0 - 18 jaar
Doel Het ondersteunen van kinderen met kanker tijdens de behandeling
met een gestructureerd beloningssysteem; het aanreiken van een
middel om de communicatie met andere patiënten en met de omgeving
(zoals school) te bevorderen; het ondersteunen van kinderen met een
blijvende en tastbare herinnering aan de periode van behandeling;
het bieden van een tastbare herinnering aan gezinnen waar het kind
aan kanker overleden is
Samenwerking met De kinderoncologische centra.
Status van activiteit Uitbreiding van het project in andere landen van de EU.
Beoogd resultaat De Kanjerkralen helpen bij de begeleiding, de voorlichting en de
communicatie. Bezig zijn met de kralen leidt af van de eigenlijke ingreep.
Het inbrengen van een sonde is bij sommige kinderen bijvoorbeeld ineens
geen probleem meer. De kinderen lezen met hun ouders de ketting terug
en praten over wat er gebeurd is. De kralen zetten aan om nog eens extra
uit te leggen wat te gebeuren staat. Ouders bereiden hen aan de hand
van de ketting voor op wat er staat te gebeuren. Zo krijgen kinde-
ren meer grip op de onzekere situatie. De ketting is ook aanleiding met
andere patiëntjes te praten over de behandeling. Ook gebruiken kinderen
de kanjerketting om uitleg te geven aan opa’s en oma’s, vriendjes en
vriendinnetjes en klasgenootjes. De kinderen kijken echt uit naar de kraal
die zij als beloning aan hun ketting kunnen toevoegen
KPO 11 Voorbeeld 2
Soort activiteit Uitgave informatieboekje “Een stamceltransplantatie gehad, en dan...?”
Op wie gericht allen die een SCT gehad hebben; verpleegkundigen
Doel geven van informatie over gevolgen van een SCT; van instanties die
men kan benaderen voor hulp; tips om met beperkingen om te gaan
Samenwerking met SIG NSV (Nederlandse Stamceltransplantatie Verpleegkundigen)
Status van activiteit actief, periodieke herziening
Beoogd resultaat - geven van informatie
- vergroten naamsbekendheid van de Contactgroep
Bijlagen
96 Brancherapport 2009
Bijlagen
Bijlage 1 Good practices 2008
KPO 12 Voorbeeld 2
Soort activiteit Uitgave informatieboekje “Een stamceltransplantatie gehad, en dan...?”
Op wie gericht Allen die een SCT gehad hebben; verpleegkundigen
Doel Geven van informatie over gevolgen van een SCT; van instanties die
men kan benaderen voor hulp; tips om met beperkingen om te gaan
Samenwerking met SIG NSV (Nederlandse Stamceltransplantatie Verpleegkundigen)
Status van activiteit
Beoogd resultaat Het is een meerjarig project, vanaf juni 2008 komen de eerste
producten
KPO 13 Voorbeeld 1
Soort activiteit Juridische ondersteuning. Momenteel kunnen leden van ons via een
Amerikaans advocatenkantoor schadeclaims indienen in de VS
Op wie gericht Onze leden
Doel Extra financiële uitkering boven op de uitkering van de SVB bank
Samenwerking met Amerikaans advocatenbureau
Status van activiteit Door de SVB bank nog niet erkend. Zij willen dit geld weer innen van
onze leden
Beoogd resultaat Allereerst dat wij iets kunnen betekenen voor die nabestaanden waarvan
de partner voor 1997 is overleden en die nooit een uitkering hebben
gekregen. De huidige nieuwe leden die alleen maar in aanmerking komen
voor een TAS of TNS uitkering nog een extraatje bezorgen
KPO 14 Voorbeeld 1
Soort activiteit International Symposium d.d. 30-10-2008 te Maastricht “No Policy
Without Patients”
Op wie gericht Op alle partners/stakeholders die betrokken zijn bij ontwikkeling
van gezondheidsbeleid op Europees en nationaal niveau: patiënten,
artsen, politici, beleidsmakers, vertegenwoordigers van industrie
Doel De rol van patiëntenorganisatie als gelijke partner binnen
beleidsontwikkeling verduidelijken
Samenwerking met European Myeloma Platform
Status van activiteit Symposium is gerealiseerd met deelnemers uit 17 Europese landen
die alle betrokken partijen vertegenwoordigden. Het Symposium
werd opgevolgd met een Ronde Tafel Conferentie (de dag volgend
op het Symposium) om de resultaten verder uit te werken. Het
Symposiumrapport omschrijft de inhoud van het Symposium en de
uitwerking van de discussies tijdens de RTC. Dit zal gebruikt worden
om een strategieplan voor het European Myeloma Platform verder uit
te werken
Beoogd resultaat Duidelijke richtlijnen/ strategieën opzetten voor EMP en haar nationale
MM lid organisaties
97
2O
rga
nisa
tie
KPO 14 Voorbeeld 2
Soort activiteit Samenwerkingsverband
Hematologische ver, NFK en de HOVON
Op wie gericht Ziekenhuizen
Doel Niveau van de zorg voor de hematologische patiënt verbeteren en
transparant maken
Samenwerking met Zie boven
Status van activiteit Vragenlijst voor de Ziekenhuizen is praktisch gereed. Tijdschema
voorziet dat e.e.a. in het najaar van 2009 gereed is
Beoogd resultaat Duidelijkheid voor patiënt waar beste zorg wordt geboden
KPO 15 Voorbeeld 1
Soort activiteit Het HNPCC-Lynch Journaal
Op wie gericht Leden Donateurs en “medische wereld”
Doel Informatieverstrekking
Samenwerking met PPC, Stichting Doorgang en Maag- lever- Darmstichting voor artikelen
Een tiental andere redacties
Status van activiteit Loopt nog steeds door
Beoogd resultaat Er is een netwerkje ontstaan van redacties die informatie met elkaar delen,
zodat er eigenlijk geen informatie over het hoofd gezien kan worden
KPO 15 Voorbeeld 2
Soort activiteit Jaarlijkse informele Familiedag
Op wie gericht Leden, donateurs en partners
Doel Informatieverstrekking, ervaringen uitwisselen en Jaarvergadering van
de Vereniging
Samenwerking met n.v.t.
Status van activiteit Jaarlijks terugkerend “gebeuren”
Beoogd resultaat Mensen met HNPCC Lynch bij elkaar brengen. Ervaring uit laten
wisselen en het gevoel geven dat ze er niet alleen voor staan
KPO 15 Voorbeeld 3
Soort activiteit Website
Op wie gericht Iedereen
Doel Informatie geven
Samenwerking met NFK
Status van activiteit Nieuwe website is in de lucht met een mooie frisse uitstraling. Verder
kunnen we nu wel webinformatie ophalen over aantallen bezoekers en
dergelijke zodat we beter kunnen gaan bekijken wat wel en niet scoort
bij de bezoekers van de site
Beoogd resultaat Meer bezoekers naar de site trekken en daardoor wellicht ook meer
leden en donateurs binnenhalen voor de vereniging
KPO 16 Voorbeeld 1
Soort activiteit Bezoek aan patiënten in hun huis
Op wie gericht Patiënten en hun families
Doel Ondersteunen, adviseren
Samenwerking met Ziekenhuizen en huisartsen
Status van activiteit Wordt steeds uitgebreider, krijgen laatste tijd veel verzoeken
Beoogd resultaat Zo veel mogelijk patiënten bereiken en wegwijs maken
Bijlagen
98 Brancherapport 2009
Bijlagen
Bijlage 1 Good practices 2008
KPO 16 Voorbeeld 2
Soort activiteit voorlichtingsbijeenkomsten over kanker bij allochtone organisaties
Op wie gericht Alle allochtonen
Doel Informeren over kanker en bespreekbaar maken van ziekte kanker
Samenwerking met Met bestaande patiëntenorganisaties, ziekenhuizen
Status van activiteit In 2009 gaan wij minimaal een bijeenkomst per maand organiseren
Beoogd resultaat Ziekte kanker bespreekbaar maken en taboe doorbreken onder
allochtonen
KPO 16 Voorbeeld 3
Soort activiteit Lezingen aan artsen en verpleegkundigen
Op wie gericht Artsen en verpleegkundigen
Doel Komen tot betere communicatie tussen allochtone patiënten en de
Nederlandse hulpverleners
Samenwerking met Ziekenhuizen
Status van activiteit Tot nu toe hebben wij in acht ziekenhuizen lezingen gegeven.
Er liggen nu vier nieuwe verzoeken.
Beoogd resultaat Artsen weten hoe zij om kunnen gaan met allochtone patiënten
Bijlage 2 Afkortingenlijst
ALV Algemene Ledenvergadering
crAZ cliëntenraad Academische Ziekenhuizen
Fonds PGO Fonds patiëntenorganisaties, gehandicaptenorganisaties en
ouderenbonden
GIST Gastro Intestinale Stroma Tumor
IAS Instituut Asbestslachtoffers
KWF Koningin Wilhelmina Fonds voor de Nederlandse Kankerbestrijding
NFK Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
NHG Nederlands Huisartsen Genootschap
NPCF Nederlands Patiënten en Consumenten Federatie
NSvG Patiëntenvereniging voor stembandlozen
NWHHT Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren
P/G-organisaties Patiënten- en gehandicaptenorganisaties
TRMP Thalidomide Risk Management Programma
101Colofon
Colofon
KWF Kankerbestrijding
KWF Kankerbestrijding gaat al 60 jaar voorop in
de strijd. Dat doen we niet alleen. Maar samen met
patiënten, artsen, wetenschappers, collectanten,
donateurs, bedrijven en veel… heel veel vrijwilligers.
Samen strijden we voor minder kanker, meer genezing
en een betere kwaliteit van leven.
Naast het subsidiëren van onderzoek en het geven van
voorlichting, wil KWF Kankerbestrijding de kwaliteit
van leven van kankerpatiënten verbeteren. Om het
laatste te bereiken financiert KWF Kankerbestrijding de
Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties
en de 25 daarbij horende patiëntenorganisaties.
Uitgave
KWF kankerbestrijding
Postbus 75508
1070 AM Amsterdam
Telefoon 020 5700500
Fax 020 675 03 02
www.kwfkankerbestrijding.nl
Prismant
Prismant is partner van CC Zorgadviseurs en Walvis
ConsultingGroep. Samen bieden wij organisaties en
professionals in de zorgsector deskundige advies,
onderzoek, opleidingen en informatiebeheer. De drie
organisaties zijn al jaren actief op het gebied van
zorg en welzijn. Met deze samenwerking breiden wij
onze specialistische kennis en expertise sterk uit.
Zo kunnen wij onze diensten nog beter toespitsen
op elke specifieke vraag.
Auteurs
Prismant:
Dr. H.C.M. Kamphuis
D.J. Homberg, MSc.
K.D. Hekkert, MSc.
Drs. S.J.W. de Kroon
Vormgeving
Design Delicious Vormgeving
Druk
Nederlof Repro
Bran
cherap
port 2
00
9 K
ankerp
atiënten
org
anisaties
NFK
Churchilllaan 11 - 15e etage
3527 GV Utrecht
T (030) 291 60 90
F (030) 604 61 01
www.nfk.nl
KWF Kankerbestrijding
Delflandlaan 17
1062 EA Amsterdam
T (020) 570 05 00
F (020) 675 03 02
www.kankerbestrijding.nl
Bran
cherap
port 2
00
9 K
ankerp
atiënten
org
anisaties