ABAB info, december 2016
-
Upload
ababaccountantsenadviseurs -
Category
Small Business & Entrepreneurship
-
view
33 -
download
0
Transcript of ABAB info, december 2016
S A M E N S T E L L E N VA N J A A R R E K E N I N G E N - A U D I T E N A S S U R A N C E ( I N T E R N AT I O N A L E ) F I S C A L E A D V I S E R I N G - J U R I D I S C H E
A D V I S E R I N G - S A L A R I S A D M I N I S T R AT I E - PAY R O L L A D V I E SH R S E R V I C E S - B E D R I J F S KU N D I G E A D V I S E R I N G - C O R P O R AT E
F I N A N C E - I N KO M E N S- E N E S TAT E P L A N N I N GP E N S I O E N A D V I S E R I N G - R U I MT E L I J K E O R D E N I N G E N M I L I E U
M E D I AT I O N - S U B S I D I E-A D V I S E R I N G - A D M I N I S T R AT I E V E D I E N S T V E R L E N I N G - AUTOMATISERINGSADVIES
VASTGOEDADVISERING
ABAB infoDecember 2016
• WBSO2017:Maaktualgebruikvandezeinteressanteregeling?
• Bijtellingautovandezaak
• Belastingheffingoververmogeninbox3
abab.nl abab.nl 2 7
Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van financiële beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.
Er zijn meer subsidiemogelijkheden dan u denkt! Subsidiefocus adviseert u graag over de geschikte regeling voor uw project.
SBIR: subsidie voor innovaties in het mkbEen mooi voorbeeld hiervan is het Small Business
Innovation Research Programma (SBIR). Dit programma
ontstond met de Verenigde Staten als voorbeeld. Daar
besteden overheidsinstellingen jaarlijks een vast
percentage van hun onderzoeks- en ontwikkelingsbudget
bij het innovatieve midden- en kleinbedrijf (mkb).
SBIR is een competitie, waarbij de ondernemingen met de
beste offertes een opdracht krijgen voor een haalbaarheids-
onderzoek. De ondernemingen met de meest kansrijke
haalbaarheidsonderzoeken krijgen opdracht hun product
verder te ontwikkelen.
Een SBIR-traject bestaat uit 3 fasen:
■ fase 1, haalbaarheidsonderzoek;
■ fase 2, toegepast onderzoek en ontwikkeling;
■ fase 3, marktrijp maken.
Op het moment dat een tender is uitgeschreven, mag de
ondernemer een offerte indienen. Die bevat een oplossing
voor het maatschappelijke probleem dat de tender
omschrijft. De beste haalbaarheidsonderzoeken mogen het
haalbaarheidsonderzoek uitvoeren, zoals omschreven in de
offerte voor het overeengekomen offertebedrag.
Naast de wat meer bekende regelingen maakt Subsidiefocus ook regelmatig gebruik van de minder bekende subsidieregelingen voor haar relaties.
Na de uitvoering van de haalbaarheidsonderzoeken
worden de beste projecten uitgenodigd om het
onderzoeks- en ontwikkelproject uit te voeren. Alle
haalbare ideeën uit fase 1 gaan hiervoor met elkaar de
competitie aan. De beste projecten voeren vervolgens het
onderzoeks- en ontwikkelproject uit voor het overeen-
gekomen offertebedrag. Het is dus niet mogelijk om pas
in fase 2 in te stromen als er niet is meegedaan aan fase 1.
Voor fase 3 is er geen financiering beschikbaar.
De SBIR-oproepen verschillen flink van elkaar, maar
hebben allemaal een maatschappelijk karakter. Zo heeft
Subsidiefocus onder andere subsidieaanvragen ingediend
voor SBIR-oproepen voor reductie in de stal van
ammoniakemissie en integraal duurzame stal- en houderij-
systemen.
Let op de gebruikelijkloonregeling
Voor een directeur-grootaandeelhouder (dga), in dienst bij zijn eigen bv, geldt de zogenaamde gebruikelijkloonregeling. Die houdt in dat een dga voor zijn werkzaamheden een gebruikelijk salaris moet ontvangen. Zorg ervoor dat u voldoet aan de regeling en voorkom een correctie en boete.
De Wet op de Loonbelasting 1964 stelt het gebruikelijk
loon bij een volledig dienstverband op minimaal € 44.000
(2016). Daarnaast mag het loon van de dga nietlager zijn
dan dat van de meest verdienende werknemer. Alleen
wanneer de continuïteit van de onderneming in gevaar
komt, mag de dga werken voor een lager gebruikelijk loon.
Stem dit af met de Belastingdienst om problemen te voor-
komen.
gevolgen hebben voor de hoogte van uw gebruikelijk loon.
Sommige dga’s verrichten slechts zeer beperkte
werkzaamheden voor hun (beleggings)bv. Bedraagt het
loon daardoor minder dan € 5.000, mag in het geheel
worden afgezien van loon.
Verruiming per 1 januari 2017 voor innovatieve start-upsPer 1 januari 2017 verruimt de overheid de gebruikelijk-
loonregeling voor innovatieve start-ups. Voor dga’s van
bedrijven die speur- en ontwikkelingswerk verrichten en
die voor de toepassing van de S&O-afdrachtvermindering
als starter worden aangemerkt, staat het gebruikelijk loon
gedurende de eerste drie jaar vast op het wettelijk
minimumloon (2016: circa € 20.000). Deze regeling geldt in
principe tot 1 januari 2022.
Tip! Zorg ervoor dat u voldoet aan de gebruikelijkloonregeling.
Bij een controle beoordeelt de Belastingdienst uw loon.
Voldoet u niet aan de regeling? Dan kan de Belasting
dienst correcties met boete opleggen.
Tip! Verricht u (nagenoeg) geen werkzaamheden meer voor
uw bv, maar ontvangt u nog wel een klein salaris? De
regels voor het fictief loon gelden niet bij een gebruikelijk
salaris dat niet hoger is dan € 5.000.
Tip! Dividend uitkeren kan voordeliger zijn dan het ontvangen
van salaris. Vraag aan uw adviseur wat in uw geval
voordeliger is.
RegelsAls hoofdregel stelt u uw loon ten minste op het hoogste
van de volgende bedragen:
■ 75% van het loon uit de meest vergelijkbare
dienstbetrekking;
■ Het hoogste loon van de overige medewerkers;
■ Minimaal € 44.000.
De regeling kent een doelmatigheidsmarge van 25%.
Dit betekent dat uw loon 25% lager mag zijn dan zakelijk
gebruikelijk zou zijn in het economisch verkeer.
Hoogte van het loonBij de vaststelling van de hoogte van het gebruikelijk loon
is ook het hoogste loon van uw ‘gewone’ medewerkers van
belang. Met ingang van 2015 is de groep medewerkers,
waarvan men het loon in aanmerking moet nemen,
uitgebreid met medewerkers van verbonden vennoot-
schappen. Bent u bijvoorbeeld partner (belastingadviseurs,
accountants, medici, advocaten of architecten) binnen een
samenwerkingsverband? Dan kan deze uitbreiding
Subsidie voor samenwerking tussen mkb-ondernemers in Zuid-Nederland & Vlaanderen
Bent u een innovatieve mkb-ondernemer, gevestigd in de regio Zuid-Nederland en werkt u samen met een partner uit Vlaanderen? De subsidieregeling CrossRoads2 is dan wellicht dé regeling voor uw innovatieve activiteiten.
CrossRoads2 is onderdeel van het Interreg V programma
Vlaanderen – Nederland, gefinancierd uit het Europees
Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor grens-
overschrijdende samenwerking.
CrossRoads2 stimuleert duurzame grensoverschrijdende
samenwerkingen tussen mkb‘ers die kansrijke innovatieve
projecten op het gebied van product, proces of de
ontwikkeling van aanverwante diensten uitvoeren. De
focus ligt op crossovers tussen de volgende sectoren:
high-tech systemen, chemie & materialen, agrofood,
life sciences & health, cleantech, biobased economy en
logistiek en maintenance.
Haalbaarheidsstudies innovatieprojectProject gericht op het aantonen van technische en/of
commerciële haalbaarheid van een innovatieproject.
Het project wordt uitgevoerd door een externe partij
abab.nl abab.nl 6 3
naar keuze. De kosten bedragen minimaal € 15.000. Het
subsidiepercentage bedraagt vijftig procent, met een
maximum van € 10.000. Het project mag maximaal zes
maanden duren.
InnovatieprojectenProjecten gericht op het demonstreren van een
prototype van een nieuw proces of product en/of daaraan
gekoppelde dienst. Het samenwerkingsverband bestaat
uit minimaal één mkb-bedrijf, gevestigd in Zeeland,
Nederlands Limburg of Noord-Brabant en één mkb-bedrijf
uit Vlaanderen. De kosten bedragen minimaal € 50.000.
Het subsidiepercentage bedraagt 45 procent met een
maximum van € 135.000 en het project mag maximaal
achttien maanden duren.
In beide gevallen worden de subsidieaanvragen
beoordeeld op onder andere grensoverschrijdende
meerwaarde, mate van innovatie en competenties van de
uitvoerders.
Aanvragen subsidieHet subsidiebudget bedraagt € 7,25 miljoen, € 6,75 miljoen
is beschikbaar gesteld voor de innovatieprojecten. De
overige € 0.5 miljoen is beschikbaar voor de haalbaarheids-
studies. De tweede tenderronde is open van 1 oktober tot
en met 31 december 2016.
Na deze periode volgen er nog twee tenderrondes binnen
het CrossRoads2 programma, namelijk:
■ 1 januari 2017 tot en met 31 maart 2017
■ 1 april 2017 tot en met 30 juni 2017
U kunt weer een aanvraag (laten) indienen binnen de WBSO-regeling (Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk) voor 2017. Wilt u uw financiële lasten van research and development (R&D) projecten verlagen en voert u de R&D werkzaamheden zelf als onderneming uit? Dan is de WBSO- regeling interessant voor u.
WBSO 2017: Maakt u al gebruik van deze interessante regeling?
Deze fiscale stimuleringsregeling voor speur- en ontwik-
kelingswerk geldt voor iedere ondernemer in Nederland,
ongeacht hoe groot uw bedrijf is en in welke bedrijfstak u
actief bent. De projecten moeten betrekking hebben op
onderzoek naar of ontwikkeling van technisch nieuwe
(onderdelen van) producten, processen of programmatuur.
Uw fiscaal voordeel met WBSOAls loonbelastingplichtige draagt u minder loonbelasting
af terwijl u als zelfstandige een vaste aftrek krijgt voor
S&O-uren. Het WBSO-loonbelastingvoordeel wordt
berekend over het totaal aan S&O-loonkosten plus de
overige kosten en uitgaven (of het forfaitaire bedrag voor
kosten en uitgaven).
Voor loonbelastingplichtigen drukt dit zich uit in een
vermindering van de af te dragen loonbelasting van 32%
(40% voor starters) over de eerste € 350.000 van het totaal
aan kosten en uitgaven in 2016. Over het merendeel
bedraagt de vermindering 16%.
Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties vervangt VAR
Op 1 mei 2016 trad de wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) in werking. Een systeem met modelovereenkomsten vervangt sindsdien de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR).
Tip! Modelovereenkomsten zijn niet verplicht. Wel moet u
afspraken met zzp’ers schriftelijk goed vastleggen.
Dit kan in een modelovereenkomst of in een eigen
overeenkomst.
Voortaan kan de Belastingdienst zowel de opdrachtnemer
als de opdrachtgever verantwoordelijk houden voor
verschuldigde loonheffingen als de arbeidsrelatie tussen
beide partijen achteraf kwalificeert als een (fictieve)
dienstbetrekking. Zolang de opdrachten worden uitge-
voerd conform de door de Belastingdienst goedgekeurde
modelovereenkomst, heeft u zekerheid dat er geen
naheffing van loonheffingen plaats zal vinden.
Blijkt achteraf dat u dit niet deed, dan heeft u niet langer
deze zekerheid.
Voor de periode tussen 1 mei 2016 tot minimaal 1 januari
2018 geldt een overgangsrecht. In deze periode kunnen
opdracht-gevers en zzp’ers hun werkwijze waar nodig aan-
passen. In deze periode geldt een inspanningsverplichting.
De Belastingdienst houdt in deze periode toezicht, maar
handhaaft nog niet. U bent overigens niet verplicht om te
werken met modelovereenkomsten. Partijen mogen ook
een eigen overeenkomst toepassen. Zorg er bij gebruik van
modelovereenkomsten voor dat u niet handelt in strijd met
de ‘geel gemarkeerde’ passages uit de modelovereen
komsten.
De aftrek die voor zelfstandig ondernemers geldt vanaf
2017, maakt de overheid pas december definitief bekend.
In 2016 kon het voordeel voor zelfstandig ondernemers
oplopen tot wel € 18.729. Wij verwachten dat starters in
2017 soortgelijke voordelen kunnen behalen. U krijgt een
vaste aftrek van € 12.484 en voor startende zelf standigen
is er nog een extra aftrek van € 6.245, als u als zelfstandige
ondernemer minstens 500 S&O-uren maakt.
Aanvragen subsidieHet aanvraagregime voor de WBSO is flexibel zodat
doorlopend aanvragen kunnen worden ingediend. In totaal
kan maximaal 3 keer per kalenderjaar WBSO worden
aangevraagd voor een periode van 3 tot 12 maanden.
Meer weten?Heeft u vragen over deze regeling of de mogelijkheden
voor uw organisatie? Neem dan contact op met één van de
adviseurs van Subsidiefocus via telefoonnummer
073-6465475 of stuur een e-mail naar
Giften
Giften aan het algemeen nut beogende instellingen en aan steunstichtingen SBBI zijn aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De giften moeten wel meer bedragen dan 1% van het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner samen. De drempel bedraagt minimaal € 60. De totale aftrek kan niet hoger zijn dan 10% van het gezamenlijke verzamelinkomen.
Als u gedurende een reeks van jaren grotere giften doet
aan dezelfde instelling, is het voordeliger om dit te doen
in de vorm van een periodieke uitkering. De aftrekdrempel
geldt namelijk niet voor dergelijke giften als de looptijd
ten minste vijf jaar bedraagt en er een schenkingsakte is
opgemaakt.
Voor giften aan culturele instellingen geldt een
vermenigvuldigingsfactor, waardoor de aftrekpost groter
uitvalt. De vermenig-vuldigingsfactor is 1,25 voor
particulieren en 1,50 voor bedrijven die onder de
vennootschapsbelasting vallen.
Tip! Vanwege de aftrekdrempel kan het raadzaam zijn uw
geplande giften voor twee jaar te bundelen en in één
jaar te doen.
Let op!
Periodieke giften zijn ook aftrekbaar zonder
drempel als ze gedaan worden aan verenigingen
die 25 of meer leden hebben en die niet
vennootschapsbelastingplichtig zijn.
abab.nl abab.nl 4 5
Belastingheffing over vermogen in box 3
De zogeheten vermogensrendementsheffing is opgenomen in box 3 en wordt daar – na aftrek van schulden – van een belastingplichtige (en zijn partner) belast. Vanaf 1 januari 2017 verandert het stelsel van een fictief rendement naar een forfaitair rendement. Het forfaitaire rendement wordt vanaf 2017 gebaseerd op de landelijke gemiddelde verdeling van het box 3-vermogen over spaargeld en beleggingen. Het rendement wordt elk jaar weer opnieuw vastgesteld, voorafgaand aan het belastingjaar.
Daarbij gaat de Belastingdienst uit van een fictief rendement van 4% en een belastingtarief van 30%. Per saldo komt dit
neer op een belastingheffing van 1,2% over het positieve vermogen. Op basis van de voorlopige vastgestelde rendementen
bedraagt het forfaitaire rendement vanaf 1 januari 2017:
Vermogen Vermogensmix Forfaitair rendement Fiscale druk
€ 0 tot € 25.000 Vrijgesteld 0%
€ 25.000 tot € 100.000 Sparen 67% - beleggen 33% 2,91% 0,87%
€ 100.000 tot € 1.000.000 Sparen 21% - beleggen 79% 4,69% 1,41%
€ 1.000.000 en meer Beleggen 100% 5,50% 1,65%
Tip 4! Wilt u een bedrag schenken aan uw (klein)kinderen?
Schenkingen vóór 31 december 2016 verlagen uw
rendementsgrondslag per 1 januari 2017. Wanneer
het box 3-vermogen van uw (klein)kind binnen de
vrijstelling blijft, is het ontvangen bedrag niet in box 3
belast.
Tip 5! Gebouwen (geen woningen) worden in box 3
opgenomen voor de waarde in het economische
verkeer. De WOZ-waarde is hiervoor slechts een
indicatie. Bij grote belangen kan het voordelig zijn
om een taxateur de waarde te laten bepalen. Als deze
vastgestelde waarde (fors) lager is dan de WOZ-
waarde, levert dit een besparing op.
Heffingsvrij vermogenVoor iedere belastingplichtige geldt vanaf 2017 een
heffingsvrij vermogen van € 25.000. Partners hebben
samen recht op een heffingsvrij vermogen van € 50.000.
De verdeling van de grondslag kan invloed hebben op de
belastingdruk in box 3, namelijk wanneer u een schijfgrens
overschrijdt. Voor partners werkt een 50/50-verdeling
optimaal, omdat het tarief progressief is. Zo benut u de
vrijstelling van € 25.000 tweemaal.
De extra verhoging van het heffingsvrije vermogen voor
ouderen verviel per 1 januari 2016.
WOZ-waardering Voor de waardering van (verhuurde) woningen in box 3
moet u uitgaan van de WOZ-waarde. Voor verhuurde
woningen onder huurbescherming mag u een van de
huurprijs afhankelijke waardedruk in aanmerking nemen.
Tip 1! Voor een tot het box 3-vermogen behorende woning is
de belastingheffing direct afhankelijk van de vast-
gestelde WOZ-waarde. Bent u het niet eens met de
door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde? Maak
bezwaar!
Tip 2! Door (grote) betalingen naar voren te halen en vóór
31 december 2016 te betalen, verlaagt u de grondslag
in box 3 en bespaart u box 3-heffing.
Tip 3! Valt uw vermogen in de hogere schijven? Dan kunt u
overwegen om (een gedeelte van) uw vermogen naar
een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening
over te hevelen.
Bijtelling auto van de zaak
Rijdt u op jaarbasis meer dan 500 privé-kilometers in een auto van de zaak? Dan geldt een bijtelling privégebruik auto in de inkomstenbelasting. Vanaf 1 januari 2017 vervalt de lage bijtelling voor hybride auto’s. Alleen voor 100% elektrische auto’s geldt nog een laag bijtellingspercentage van 4%. Voor de overige auto’s wordt de bijtelling 22%.
Voor eerder geregistreerde auto’s zijn gedurende 60 maanden de toen geldende percentages van toepassing.
Welke bijtelling van toepassing is, is afhankelijk van het jaar waarin het eerste kenteken voor de auto is afgegeven.
Gebeurde dit in 2016 voor het eerst, dan is de bijtelling als volgt:
Eerste kenteken 2016
CO2-uitstoot in gram per kilometer Percentage van de cataloguswaarde
0 4%
Tussen de 0 en 50 15%
Tussen de 50 en 106 21%
Meer dan 106 25%
Eerste kenteken 2017
CO2-uitstoot in gram per kilometer Percentage van de cataloguswaarde
0 4%
Meer dan 106 22%
Voor auto’s ouder dan 15 jaar geldt een bijtelling over de
waarde in het economische verkeer. Het percentage van de
bijtelling is dan 35%.
Voor bestelauto’s waarmee niet privé wordt gereden,
geldt een alternatieve regeling: de verklaring uitsluitend
zakelijk gebruik. Met een dergelijke verklaring verklaart
een werknemer – of ondernemer – geen enkele kilometer
privé te rijden met de zakelijke bestelauto. Het bijhouden
van een kilometeradministratie is dan niet nodig. De
Belastingdienst houdt toezicht met flitsauto’s. Daarnaast
kan de Belastingdienst digitale gegevens bij derden
opvragen om te verifiëren of de kilometeradministratie
klopt met de feiten. Denk hierbij aan tankgegevens,
parkeergegevens en andere digitaal vastgelegde
gegevens.
Tip 4! Wilt u een nieuwe zakelijke auto aanschaffen?
Laat de accessoires ná registratie van het kenteken
inbouwen, de bijtelling is dan lager!
Tip 5! Door een wetswijziging per 1 januari 2017 wordt het
bijtellingspercentage voor privégebruik aangepast. In
sommige gevallen is het mogelijk een auto eerder in
te ruilen om de komende 60 maanden nog te
profiteren van een lage bijtelling. Wilt u een hybride
auto aanschaffen, doe dit dan uiterlijk 31 december
2016. Zo profiteert u nog van een lager bijtellings-
percentage. Wanneer de uitstoot groter is dan
106 g/km kunt u de aanschaf beter uitstellen tot
januari 2017. U hebt dan niet te maken met een
jaarlijkse bijtelling van 25%, maar van 22%.
Tip 1! Rijdt u minder dan 500 privé-kilometers met uw auto
van de zaak? Houd dan een sluitende kilometer-
registratie bij. Als deze kilometerregistratie volledig
en sluitend is, betaalt u geen bijtelling.
Tip 2! Heeft u een bestelauto waarmee niet privé wordt
gereden? Onderteken dan de ‘verklaring uitsluitend
zakelijk gebruik’ en overhandig deze aan uw
adviseur. Met zo’n verklaring is het bijhouden van een
kilometerregistratie niet langer nodig.
Tip 3! Let er op dat u de grens van 500 kilometer niet nét
op het einde van het jaar overschrijdt. Overschrijdt u
op 29 december de 500 kilometer, dan is de bijtelling
voor het hele jaar van toepassing.
abab.nl abab.nl 4 5
Belastingheffing over vermogen in box 3
De zogeheten vermogensrendementsheffing is opgenomen in box 3 en wordt daar – na aftrek van schulden – van een belastingplichtige (en zijn partner) belast. Vanaf 1 januari 2017 verandert het stelsel van een fictief rendement naar een forfaitair rendement. Het forfaitaire rendement wordt vanaf 2017 gebaseerd op de landelijke gemiddelde verdeling van het box 3-vermogen over spaargeld en beleggingen. Het rendement wordt elk jaar weer opnieuw vastgesteld, voorafgaand aan het belastingjaar.
Daarbij gaat de Belastingdienst uit van een fictief rendement van 4% en een belastingtarief van 30%. Per saldo komt dit
neer op een belastingheffing van 1,2% over het positieve vermogen. Op basis van de voorlopige vastgestelde rendementen
bedraagt het forfaitaire rendement vanaf 1 januari 2017:
Vermogen Vermogensmix Forfaitair rendement Fiscale druk
€ 0 tot € 25.000 Vrijgesteld 0%
€ 25.000 tot € 100.000 Sparen 67% - beleggen 33% 2,91% 0,87%
€ 100.000 tot € 1.000.000 Sparen 21% - beleggen 79% 4,69% 1,41%
€ 1.000.000 en meer Beleggen 100% 5,50% 1,65%
Tip 4! Wilt u een bedrag schenken aan uw (klein)kinderen?
Schenkingen vóór 31 december 2016 verlagen uw
rendementsgrondslag per 1 januari 2017. Wanneer
het box 3-vermogen van uw (klein)kind binnen de
vrijstelling blijft, is het ontvangen bedrag niet in box 3
belast.
Tip 5! Gebouwen (geen woningen) worden in box 3
opgenomen voor de waarde in het economische
verkeer. De WOZ-waarde is hiervoor slechts een
indicatie. Bij grote belangen kan het voordelig zijn
om een taxateur de waarde te laten bepalen. Als deze
vastgestelde waarde (fors) lager is dan de WOZ-
waarde, levert dit een besparing op.
Heffingsvrij vermogenVoor iedere belastingplichtige geldt vanaf 2017 een
heffingsvrij vermogen van € 25.000. Partners hebben
samen recht op een heffingsvrij vermogen van € 50.000.
De verdeling van de grondslag kan invloed hebben op de
belastingdruk in box 3, namelijk wanneer u een schijfgrens
overschrijdt. Voor partners werkt een 50/50-verdeling
optimaal, omdat het tarief progressief is. Zo benut u de
vrijstelling van € 25.000 tweemaal.
De extra verhoging van het heffingsvrije vermogen voor
ouderen verviel per 1 januari 2016.
WOZ-waardering Voor de waardering van (verhuurde) woningen in box 3
moet u uitgaan van de WOZ-waarde. Voor verhuurde
woningen onder huurbescherming mag u een van de
huurprijs afhankelijke waardedruk in aanmerking nemen.
Tip 1! Voor een tot het box 3-vermogen behorende woning is
de belastingheffing direct afhankelijk van de vast-
gestelde WOZ-waarde. Bent u het niet eens met de
door de gemeente vastgestelde WOZ-waarde? Maak
bezwaar!
Tip 2! Door (grote) betalingen naar voren te halen en vóór
31 december 2016 te betalen, verlaagt u de grondslag
in box 3 en bespaart u box 3-heffing.
Tip 3! Valt uw vermogen in de hogere schijven? Dan kunt u
overwegen om (een gedeelte van) uw vermogen naar
een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening
over te hevelen.
Bijtelling auto van de zaak
Rijdt u op jaarbasis meer dan 500 privé-kilometers in een auto van de zaak? Dan geldt een bijtelling privégebruik auto in de inkomstenbelasting. Vanaf 1 januari 2017 vervalt de lage bijtelling voor hybride auto’s. Alleen voor 100% elektrische auto’s geldt nog een laag bijtellingspercentage van 4%. Voor de overige auto’s wordt de bijtelling 22%.
Voor eerder geregistreerde auto’s zijn gedurende 60 maanden de toen geldende percentages van toepassing.
Welke bijtelling van toepassing is, is afhankelijk van het jaar waarin het eerste kenteken voor de auto is afgegeven.
Gebeurde dit in 2016 voor het eerst, dan is de bijtelling als volgt:
Eerste kenteken 2016
CO2-uitstoot in gram per kilometer Percentage van de cataloguswaarde
0 4%
Tussen de 0 en 50 15%
Tussen de 50 en 106 21%
Meer dan 106 25%
Eerste kenteken 2017
CO2-uitstoot in gram per kilometer Percentage van de cataloguswaarde
0 4%
Meer dan 106 22%
Voor auto’s ouder dan 15 jaar geldt een bijtelling over de
waarde in het economische verkeer. Het percentage van de
bijtelling is dan 35%.
Voor bestelauto’s waarmee niet privé wordt gereden,
geldt een alternatieve regeling: de verklaring uitsluitend
zakelijk gebruik. Met een dergelijke verklaring verklaart
een werknemer – of ondernemer – geen enkele kilometer
privé te rijden met de zakelijke bestelauto. Het bijhouden
van een kilometeradministratie is dan niet nodig. De
Belastingdienst houdt toezicht met flitsauto’s. Daarnaast
kan de Belastingdienst digitale gegevens bij derden
opvragen om te verifiëren of de kilometeradministratie
klopt met de feiten. Denk hierbij aan tankgegevens,
parkeergegevens en andere digitaal vastgelegde
gegevens.
Tip 4! Wilt u een nieuwe zakelijke auto aanschaffen?
Laat de accessoires ná registratie van het kenteken
inbouwen, de bijtelling is dan lager!
Tip 5! Door een wetswijziging per 1 januari 2017 wordt het
bijtellingspercentage voor privégebruik aangepast. In
sommige gevallen is het mogelijk een auto eerder in
te ruilen om de komende 60 maanden nog te
profiteren van een lage bijtelling. Wilt u een hybride
auto aanschaffen, doe dit dan uiterlijk 31 december
2016. Zo profiteert u nog van een lager bijtellings-
percentage. Wanneer de uitstoot groter is dan
106 g/km kunt u de aanschaf beter uitstellen tot
januari 2017. U hebt dan niet te maken met een
jaarlijkse bijtelling van 25%, maar van 22%.
Tip 1! Rijdt u minder dan 500 privé-kilometers met uw auto
van de zaak? Houd dan een sluitende kilometer-
registratie bij. Als deze kilometerregistratie volledig
en sluitend is, betaalt u geen bijtelling.
Tip 2! Heeft u een bestelauto waarmee niet privé wordt
gereden? Onderteken dan de ‘verklaring uitsluitend
zakelijk gebruik’ en overhandig deze aan uw
adviseur. Met zo’n verklaring is het bijhouden van een
kilometerregistratie niet langer nodig.
Tip 3! Let er op dat u de grens van 500 kilometer niet nét
op het einde van het jaar overschrijdt. Overschrijdt u
op 29 december de 500 kilometer, dan is de bijtelling
voor het hele jaar van toepassing.
abab.nl abab.nl 6 3
naar keuze. De kosten bedragen minimaal € 15.000. Het
subsidiepercentage bedraagt vijftig procent, met een
maximum van € 10.000. Het project mag maximaal zes
maanden duren.
InnovatieprojectenProjecten gericht op het demonstreren van een
prototype van een nieuw proces of product en/of daaraan
gekoppelde dienst. Het samenwerkingsverband bestaat
uit minimaal één mkb-bedrijf, gevestigd in Zeeland,
Nederlands Limburg of Noord-Brabant en één mkb-bedrijf
uit Vlaanderen. De kosten bedragen minimaal € 50.000.
Het subsidiepercentage bedraagt 45 procent met een
maximum van € 135.000 en het project mag maximaal
achttien maanden duren.
In beide gevallen worden de subsidieaanvragen
beoordeeld op onder andere grensoverschrijdende
meerwaarde, mate van innovatie en competenties van de
uitvoerders.
Aanvragen subsidieHet subsidiebudget bedraagt € 7,25 miljoen, € 6,75 miljoen
is beschikbaar gesteld voor de innovatieprojecten. De
overige € 0.5 miljoen is beschikbaar voor de haalbaarheids-
studies. De tweede tenderronde is open van 1 oktober tot
en met 31 december 2016.
Na deze periode volgen er nog twee tenderrondes binnen
het CrossRoads2 programma, namelijk:
■ 1 januari 2017 tot en met 31 maart 2017
■ 1 april 2017 tot en met 30 juni 2017
U kunt weer een aanvraag (laten) indienen binnen de WBSO-regeling (Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk) voor 2017. Wilt u uw financiële lasten van research and development (R&D) projecten verlagen en voert u de R&D werkzaamheden zelf als onderneming uit? Dan is de WBSO- regeling interessant voor u.
WBSO 2017: Maakt u al gebruik van deze interessante regeling?
Deze fiscale stimuleringsregeling voor speur- en ontwik-
kelingswerk geldt voor iedere ondernemer in Nederland,
ongeacht hoe groot uw bedrijf is en in welke bedrijfstak u
actief bent. De projecten moeten betrekking hebben op
onderzoek naar of ontwikkeling van technisch nieuwe
(onderdelen van) producten, processen of programmatuur.
Uw fiscaal voordeel met WBSOAls loonbelastingplichtige draagt u minder loonbelasting
af terwijl u als zelfstandige een vaste aftrek krijgt voor
S&O-uren. Het WBSO-loonbelastingvoordeel wordt
berekend over het totaal aan S&O-loonkosten plus de
overige kosten en uitgaven (of het forfaitaire bedrag voor
kosten en uitgaven).
Voor loonbelastingplichtigen drukt dit zich uit in een
vermindering van de af te dragen loonbelasting van 32%
(40% voor starters) over de eerste € 350.000 van het totaal
aan kosten en uitgaven in 2016. Over het merendeel
bedraagt de vermindering 16%.
Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties vervangt VAR
Op 1 mei 2016 trad de wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) in werking. Een systeem met modelovereenkomsten vervangt sindsdien de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR).
Tip! Modelovereenkomsten zijn niet verplicht. Wel moet u
afspraken met zzp’ers schriftelijk goed vastleggen.
Dit kan in een modelovereenkomst of in een eigen
overeenkomst.
Voortaan kan de Belastingdienst zowel de opdrachtnemer
als de opdrachtgever verantwoordelijk houden voor
verschuldigde loonheffingen als de arbeidsrelatie tussen
beide partijen achteraf kwalificeert als een (fictieve)
dienstbetrekking. Zolang de opdrachten worden uitge-
voerd conform de door de Belastingdienst goedgekeurde
modelovereenkomst, heeft u zekerheid dat er geen
naheffing van loonheffingen plaats zal vinden.
Blijkt achteraf dat u dit niet deed, dan heeft u niet langer
deze zekerheid.
Voor de periode tussen 1 mei 2016 tot minimaal 1 januari
2018 geldt een overgangsrecht. In deze periode kunnen
opdracht-gevers en zzp’ers hun werkwijze waar nodig aan-
passen. In deze periode geldt een inspanningsverplichting.
De Belastingdienst houdt in deze periode toezicht, maar
handhaaft nog niet. U bent overigens niet verplicht om te
werken met modelovereenkomsten. Partijen mogen ook
een eigen overeenkomst toepassen. Zorg er bij gebruik van
modelovereenkomsten voor dat u niet handelt in strijd met
de ‘geel gemarkeerde’ passages uit de modelovereen
komsten.
De aftrek die voor zelfstandig ondernemers geldt vanaf
2017, maakt de overheid pas december definitief bekend.
In 2016 kon het voordeel voor zelfstandig ondernemers
oplopen tot wel € 18.729. Wij verwachten dat starters in
2017 soortgelijke voordelen kunnen behalen. U krijgt een
vaste aftrek van € 12.484 en voor startende zelf standigen
is er nog een extra aftrek van € 6.245, als u als zelfstandige
ondernemer minstens 500 S&O-uren maakt.
Aanvragen subsidieHet aanvraagregime voor de WBSO is flexibel zodat
doorlopend aanvragen kunnen worden ingediend. In totaal
kan maximaal 3 keer per kalenderjaar WBSO worden
aangevraagd voor een periode van 3 tot 12 maanden.
Meer weten?Heeft u vragen over deze regeling of de mogelijkheden
voor uw organisatie? Neem dan contact op met één van de
adviseurs van Subsidiefocus via telefoonnummer
073-6465475 of stuur een e-mail naar
Giften
Giften aan het algemeen nut beogende instellingen en aan steunstichtingen SBBI zijn aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De giften moeten wel meer bedragen dan 1% van het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner samen. De drempel bedraagt minimaal € 60. De totale aftrek kan niet hoger zijn dan 10% van het gezamenlijke verzamelinkomen.
Als u gedurende een reeks van jaren grotere giften doet
aan dezelfde instelling, is het voordeliger om dit te doen
in de vorm van een periodieke uitkering. De aftrekdrempel
geldt namelijk niet voor dergelijke giften als de looptijd
ten minste vijf jaar bedraagt en er een schenkingsakte is
opgemaakt.
Voor giften aan culturele instellingen geldt een
vermenigvuldigingsfactor, waardoor de aftrekpost groter
uitvalt. De vermenig-vuldigingsfactor is 1,25 voor
particulieren en 1,50 voor bedrijven die onder de
vennootschapsbelasting vallen.
Tip! Vanwege de aftrekdrempel kan het raadzaam zijn uw
geplande giften voor twee jaar te bundelen en in één
jaar te doen.
Let op!
Periodieke giften zijn ook aftrekbaar zonder
drempel als ze gedaan worden aan verenigingen
die 25 of meer leden hebben en die niet
vennootschapsbelastingplichtig zijn.
abab.nl abab.nl 2 7
Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden. Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van financiële beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.
Er zijn meer subsidiemogelijkheden dan u denkt! Subsidiefocus adviseert u graag over de geschikte regeling voor uw project.
SBIR: subsidie voor innovaties in het mkbEen mooi voorbeeld hiervan is het Small Business
Innovation Research Programma (SBIR). Dit programma
ontstond met de Verenigde Staten als voorbeeld. Daar
besteden overheidsinstellingen jaarlijks een vast
percentage van hun onderzoeks- en ontwikkelingsbudget
bij het innovatieve midden- en kleinbedrijf (mkb).
SBIR is een competitie, waarbij de ondernemingen met de
beste offertes een opdracht krijgen voor een haalbaarheids-
onderzoek. De ondernemingen met de meest kansrijke
haalbaarheidsonderzoeken krijgen opdracht hun product
verder te ontwikkelen.
Een SBIR-traject bestaat uit 3 fasen:
■ fase 1, haalbaarheidsonderzoek;
■ fase 2, toegepast onderzoek en ontwikkeling;
■ fase 3, marktrijp maken.
Op het moment dat een tender is uitgeschreven, mag de
ondernemer een offerte indienen. Die bevat een oplossing
voor het maatschappelijke probleem dat de tender
omschrijft. De beste haalbaarheidsonderzoeken mogen het
haalbaarheidsonderzoek uitvoeren, zoals omschreven in de
offerte voor het overeengekomen offertebedrag.
Naast de wat meer bekende regelingen maakt Subsidiefocus ook regelmatig gebruik van de minder bekende subsidieregelingen voor haar relaties.
Na de uitvoering van de haalbaarheidsonderzoeken
worden de beste projecten uitgenodigd om het
onderzoeks- en ontwikkelproject uit te voeren. Alle
haalbare ideeën uit fase 1 gaan hiervoor met elkaar de
competitie aan. De beste projecten voeren vervolgens het
onderzoeks- en ontwikkelproject uit voor het overeen-
gekomen offertebedrag. Het is dus niet mogelijk om pas
in fase 2 in te stromen als er niet is meegedaan aan fase 1.
Voor fase 3 is er geen financiering beschikbaar.
De SBIR-oproepen verschillen flink van elkaar, maar
hebben allemaal een maatschappelijk karakter. Zo heeft
Subsidiefocus onder andere subsidieaanvragen ingediend
voor SBIR-oproepen voor reductie in de stal van
ammoniakemissie en integraal duurzame stal- en houderij-
systemen.
Let op de gebruikelijkloonregeling
Voor een directeur-grootaandeelhouder (dga), in dienst bij zijn eigen bv, geldt de zogenaamde gebruikelijkloonregeling. Die houdt in dat een dga voor zijn werkzaamheden een gebruikelijk salaris moet ontvangen. Zorg ervoor dat u voldoet aan de regeling en voorkom een correctie en boete.
De Wet op de Loonbelasting 1964 stelt het gebruikelijk
loon bij een volledig dienstverband op minimaal € 44.000
(2016). Daarnaast mag het loon van de dga nietlager zijn
dan dat van de meest verdienende werknemer. Alleen
wanneer de continuïteit van de onderneming in gevaar
komt, mag de dga werken voor een lager gebruikelijk loon.
Stem dit af met de Belastingdienst om problemen te voor-
komen.
gevolgen hebben voor de hoogte van uw gebruikelijk loon.
Sommige dga’s verrichten slechts zeer beperkte
werkzaamheden voor hun (beleggings)bv. Bedraagt het
loon daardoor minder dan € 5.000, mag in het geheel
worden afgezien van loon.
Verruiming per 1 januari 2017 voor innovatieve start-upsPer 1 januari 2017 verruimt de overheid de gebruikelijk-
loonregeling voor innovatieve start-ups. Voor dga’s van
bedrijven die speur- en ontwikkelingswerk verrichten en
die voor de toepassing van de S&O-afdrachtvermindering
als starter worden aangemerkt, staat het gebruikelijk loon
gedurende de eerste drie jaar vast op het wettelijk
minimumloon (2016: circa € 20.000). Deze regeling geldt in
principe tot 1 januari 2022.
Tip! Zorg ervoor dat u voldoet aan de gebruikelijkloonregeling.
Bij een controle beoordeelt de Belastingdienst uw loon.
Voldoet u niet aan de regeling? Dan kan de Belasting
dienst correcties met boete opleggen.
Tip! Verricht u (nagenoeg) geen werkzaamheden meer voor
uw bv, maar ontvangt u nog wel een klein salaris? De
regels voor het fictief loon gelden niet bij een gebruikelijk
salaris dat niet hoger is dan € 5.000.
Tip! Dividend uitkeren kan voordeliger zijn dan het ontvangen
van salaris. Vraag aan uw adviseur wat in uw geval
voordeliger is.
RegelsAls hoofdregel stelt u uw loon ten minste op het hoogste
van de volgende bedragen:
■ 75% van het loon uit de meest vergelijkbare
dienstbetrekking;
■ Het hoogste loon van de overige medewerkers;
■ Minimaal € 44.000.
De regeling kent een doelmatigheidsmarge van 25%.
Dit betekent dat uw loon 25% lager mag zijn dan zakelijk
gebruikelijk zou zijn in het economisch verkeer.
Hoogte van het loonBij de vaststelling van de hoogte van het gebruikelijk loon
is ook het hoogste loon van uw ‘gewone’ medewerkers van
belang. Met ingang van 2015 is de groep medewerkers,
waarvan men het loon in aanmerking moet nemen,
uitgebreid met medewerkers van verbonden vennoot-
schappen. Bent u bijvoorbeeld partner (belastingadviseurs,
accountants, medici, advocaten of architecten) binnen een
samenwerkingsverband? Dan kan deze uitbreiding
Subsidie voor samenwerking tussen mkb-ondernemers in Zuid-Nederland & Vlaanderen
Bent u een innovatieve mkb-ondernemer, gevestigd in de regio Zuid-Nederland en werkt u samen met een partner uit Vlaanderen? De subsidieregeling CrossRoads2 is dan wellicht dé regeling voor uw innovatieve activiteiten.
CrossRoads2 is onderdeel van het Interreg V programma
Vlaanderen – Nederland, gefinancierd uit het Europees
Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor grens-
overschrijdende samenwerking.
CrossRoads2 stimuleert duurzame grensoverschrijdende
samenwerkingen tussen mkb‘ers die kansrijke innovatieve
projecten op het gebied van product, proces of de
ontwikkeling van aanverwante diensten uitvoeren. De
focus ligt op crossovers tussen de volgende sectoren:
high-tech systemen, chemie & materialen, agrofood,
life sciences & health, cleantech, biobased economy en
logistiek en maintenance.
Haalbaarheidsstudies innovatieprojectProject gericht op het aantonen van technische en/of
commerciële haalbaarheid van een innovatieproject.
Het project wordt uitgevoerd door een externe partij
S A M E N S T E L L E N VA N J A A R R E K E N I N G E N - A U D I T E N A S S U R A N C E ( I N T E R N AT I O N A L E ) F I S C A L E A D V I S E R I N G - J U R I D I S C H E
A D V I S E R I N G - S A L A R I S A D M I N I S T R AT I E - PAY R O L L A D V I E SH R S E R V I C E S - B E D R I J F S KU N D I G E A D V I S E R I N G - C O R P O R AT E
F I N A N C E - I N KO M E N S- E N E S TAT E P L A N N I N GP E N S I O E N A D V I S E R I N G - R U I MT E L I J K E O R D E N I N G E N M I L I E U
M E D I AT I O N - S U B S I D I E-A D V I S E R I N G - A D M I N I S T R AT I E V E D I E N S T V E R L E N I N G - AUTOMATISERINGSADVIES
VASTGOEDADVISERING
ABAB infoDecember 2016
• WBSO2017:Maaktualgebruikvandezeinteressanteregeling?
• Bijtellingautovandezaak
• Belastingheffingoververmogeninbox3