forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het...

14
Kwaliteitsforum voor de oncologische zorg 2

Transcript of forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het...

Page 1: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

UitgaveIntegraal Kankercentrum Noord-NederlandWaterloolaan 1-139725 BE Groningen

Tel. (050) 521 59 00Fax (050 521 59 99E-mail [email protected]/ikn

RedactieMw. dr. R. Otter, directeur IKNH. Hummel, manager Kwaliteitszorg IKNMw. drs. M. Gort, onderzoeker IKNMw. drs. M. Bekkema-Jager, projectmedewerkerZorgpaden IKNMw. G.A. Hoekstra, PR & Communicatie IKN

InterviewsR. Hut

FotografieR. HutT. BouchierArchief IKN

VormgevingMw. G.A. Hoekstra

DrukGrafische Industrie De Marne, Leens

Jaargang 2, nummer 2, september 2007

Kwaliteitsforumvoor de oncologischezorg

2

00-Omslag buiten 2proef2 10-09-2007 16:28 Pagina 1

Page 2: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

UitgaveIntegraal Kankercentrum Noord-NederlandWaterloolaan 1-139725 BE Groningen

Tel. (050) 521 59 00Fax (050 521 59 99E-mail [email protected]/ikn

RedactieMw. dr. R. Otter, directeur IKNH. Hummel, manager Kwaliteitszorg IKNMw. drs. M. Gort, onderzoeker IKNMw. drs. M. Bekkema-Jager, projectmedewerkerZorgpaden IKNMw. G.A. Hoekstra, PR & Communicatie IKN

InterviewsR. Hut

FotografieR. HutT. BouchierArchief IKN

VormgevingMw. G.A. Hoekstra

DrukGrafische Industrie De Marne, Leens

Jaargang 2, nummer 2, september 2007

Kwaliteitsforumvoor de oncologischezorg

2

00-Omslag buiten 2proef2 10-09-2007 16:28 Pagina 1

Page 3: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

Voorwoord In dit nummer wordt onder meer aandacht besteed aan het optimaliseren van de zorg vanpatiënten met borstkanker in Noord-Nederland. Aanleiding is het in 2005 gepubliceerdeartikel in Medisch Contact over concentratie van de oncologische zorg in 20 centra inNederland, dat voor veel ophef en discussies heeft gezorgd. Hierin werd gesteld datoptimale zorg slechts mogelijk is indien concentratie van de zorg heeft plaatsgevonden.Voor Noord-Nederland zou dit betekenen dat de oncologische zorg geconcentreerd wordtop vier locaties. Het IKN-netwerk heeft met betrekking tot dit onderwerp eengenuanceerdere mening, gebaseerd op de cijfers van de regionale (noordelijke)kankerregistratie (www.krcijfersikn.nl). Het aantal borstkankerpatiënten neemt per jaar toe:werd in 1995 bij zo’n 1250 patiënten de diagnose borstkanker gesteld, in 2005 waren dit alzo’n 1700 patiënten en in 2020 zullen dat er 2400 zijn (zie figuur 1). Inmiddels is ookbekend dat 1 op de 4 à 5 vrouwen die voor het eerst op de mammapolikliniek wordengezien, borstkanker heeft. In 2005 werden 7600 nieuwe patiënten onderzocht; in 2020zullen het er bijna 11.000 zijn. Rekening houdend met complexere diagnostiek entherapieën, zal er meer tijd per patiënt moeten worden uitgetrokken en mogelijk zal depatiënt nog iets vaker terug moeten komen omdat zij langer blijft leven, met meercomorbiditeit. Dit zal consequenties hebben op velerlei gebied: (nieuwbouw van) extraruimtes in de vier uitverkoren ziekenhuizen, de zorg om de wachttijden binnen de perkente houden en meer kilometers (files) en reistijd omdat men verder moet reizen naar degespecialiseerde centra. En dan gaat het hier nog niet eens over alle andere patiënten voorwie concentratie van zorg ook zou moeten gelden.

Het netwerk van professionals heeft al jaren geleden besloten dat het gaat om de kwaliteitvan de zorg en wil deze transparant maken. Op basis van de uitkomsten zal de ‘bestpractice’ als leidraad gelden. In plaats van meer gebruik te maken van het (nog niet)beschikbare asfalt, is er in de IKN-regio gekozen voor de inzet van glasvezelverbindingen,die het mogelijk maken multidisciplinair de casussen met de nodige professionals tebespreken. Dit gebeurt al in Friesland en wordt in het komende jaar verder uitgerold inNoord-Nederland.

Een voorname taak van het IKN is die ondersteuning te bieden die wordt gevraagd door deprofessionals om de geleverde zorg te optimaliseren, door integraal gebruik te maken vanalle facetten: registratie, richtlijnen, indicatoren, werkgroepomgeving, spiegelinformatie,kennis delen en overdragen (teleconferentie is daarvoor een van de vele middelen),zorgpad-implementatie enzovoort.

De IKN-werkgroep Mammatumoren heeft, additioneel op de NABON-indicatoren, indica-toren toegevoegd op het gebied van het totale proces, de overige therapiemodaliteiten enfollow-up. Deze worden nauwlettend vastgelegd, geaudit en gebenchmarkt vanaf 2008.De onderlinge gemaakte afspraak is dat de normen dé uitgangspunten vormen waar aanvoldaan moet worden. Op basis van de geboden en gemeten kwaliteit zal wordenbijgestuurd en niet op basis van a priori concentreren. Het systematisch implementeren vanhet multidisciplinaire zorgpad in het ziekenhuis en adherent netwerk is één van de essentiëlehulpmiddelen om de kwaliteit van de zorg onder controle te houden. In deze uitgave vindt udaarover meer.

Renée Otter, directeur IKN

In dit nummer Diagnostisch traject mammacarcinoom in Antonius Ziekenhuis 2‘Wij streven naar een Virtueel Oncologisch Centrum’ 4Mammazorg steeds beter 6Implementatie in de IKN-regio: richtlijn ‘Niet-kleincellig longcarcinoom’ 8Elektronische Zelfevaluatiegids Oncologische zorg herzien 10Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12

1

Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie enprevalentie voor borstkankerpatiënten in de

IKN-regio

19931988

20031998

20132008

20282023

2018

1400

1200

1000

800

600

400

200

0

Inci

denc

e/pr

eval

ence

(es

r/10

0.00

0)

Year

Page 4: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

De keuze om als eerste het diagnostisch tra-ject mammacarcinoom onder de loep tenemen en niet bijvoorbeeld het behandel-traject van patiënten met mammacarci-noom is weloverwogen gemaakt. ‘Eenpatiënt met een verdenking op kanker zitbehoorlijk in de zenuwen. Dus is het zaakom die patiënt zo snel mogelijk duidelijk-heid te geven en een eventuele behande-ling’, vertelt dr. Fons Poos (aandachtsge-bied vaat- en mammachirurgie). ‘Patiëntendie mogelijk kanker hebben, verzuchtenvaak dat het wachten het ergste is, dan lijkthet dat de dagen jaren duren’, vult kwali-teitsfunctionaris Anneke de Jong aan.

ProjectgroepSamen met nog een aantal andere direct-betrokken collega’s uit verschillende discipli-nes van het Antonius Ziekenhuis en tweedeskundigen van het IKN hebben Fons Poosen Anneke de Jong zitting in de project-groep die het diagnostisch traject heeftbeschreven. Ook de twee in het Antoniuswerkzame verpleegkundig consulentenmammacare, Jantien van der Sluis en Carinde Wolff, hebben zitting in de projectgroep.

Aanleiding‘De aanleiding om dit kwaliteitsproject op testarten, was de behoefte om te onderzoe-ken waar we stonden met de mammazorg.In de loop der jaren waren er al wat veran-deringen in gang gezet, maar deze warenniet in een zorgtraject beschreven en wer-den niet geëvalueerd’, legt Carin de Wolffuit. ‘Het doel van dit multidisciplinaire projectwas dan ook het verkrijgen van heldere

werkafspraken ten aanzien van logistiek,voorlichting en begeleiding tijdens het dia-gnostisch traject van een patiënt met ver-denking op mammacarcinoom. Daarbij isuitgegaan van de richtlijnen van hetNationaal Borstkanker Overleg Nederland(NABON).’ Jantien van der Sluis: ‘Daarnaastvonden we het ook belangrijk om digitaal tegaan registreren, zodat je inzichtelijk maaktof je op de goede weg bent en blijft.

’Met ondersteuning van het IKN werd infebruari 2006 begonnen met het gedetail-leerd beschrijven van het multidisciplinairediagnostisch traject mammacarcinoom.Insteek tijdens de diverse bijeenkomstenvan de projectgroep was om door bij elkaarin de keuken te kijken de werkwijze van allebetrokken zorgdisciplines, waaronder deradiologie, poli chirurgie, chirurgen en ver-pleegkundig consulenten, op elkaar af testemmen. Uiteraard werd ook de eerstelijnszorg niet vergeten, het zijn immers veelal dehuisartsen die een eerste diagnose van ver-denking op kanker stellen. Het bij elkaar inde keuken kijken was zeer verhelderend ener heerste een open sfeer.

UitwerkingIn november 2006 was het diagnostisch tra-ject volledig beschreven. ‘Daarna hebbenwe een presentatie gegeven aan de mede-werkers van het ziekenhuis en sindsdienwordt er gewerkt volgens de afgesprokenwijze’, vertelt Anneke de Jong. De officiëleimplementatie van het nieuwe zorgtrajectmoet weliswaar nog plaatsvinden (ditgebeurt in het najaar), de eerste tastbareresultaten zijn al geboekt. ‘Het is vooriedereen veel zichtbaarder hoe er gewerktwordt. Het ziekenhuis heeft er een nieuw,tweede röntgenapparaat bij gekregen, er isnieuw foldermateriaal voor de patiënten ende huisartsen zijn goed geïnformeerd overde te volgen werkwijze’, somt chirurg FonsPoos op.

Om iedere patiënt met mammacarcinoom de meest optimale behandeling,voorlichting en begeleiding te bieden, is het Antonius Ziekenhuis in Sneek bezigalle benodigde stappen te beschrijven in een gedetailleerd zorgtraject. Deel één,het diagnostisch traject mammacarcinoom, is inmiddels gereed en werpt zijnvruchten af.

2

Diagnostisch traject mammacarcinoom in Antonius Ziekenhuis

Jantien van der Sluis en Anneke de Jong

‘Het is zaak om de patiënt

zo snel mogelijk duidelijkheid

te geven’

Page 5: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

De uitvoerbaarheid en het naleven van dewerkafspraken wordt nauwlettend in degaten gehouden door de projectgroep.Carin de Wolff: ‘Elke drie maanden is er eenevaluatie om te zien waar we staan en of ereventueel zaken veranderd moeten worden.Daarbij wordt met name ook gekeken ofwe voldoen aan de NABON-criteria.’Jantien van der Sluis: ‘Wanneer blijkt dat jeniet voldoet aan bepaalde criteria is het vanbelang om te kijken waar dat aan ligt. Somskun je daar als ziekenhuis ook niets aandoen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dateen patiënt pas vijf weken na de diagnosegeholpen wordt omdat zij er voor kiest omeerst vier weken op vakantie te gaan.’

Samenwerking A7-ziekenhuizenIn het kader van de samenwerking oponcologisch gebied tussen de Friese zieken-huizen blijft het kwaliteitsproject nietbeperkt tot alleen het ziekenhuis in Sneek.Het is de bedoeling dat er eenzelfde dia-gnostisch traject mammacarcinoom wordtopgesteld voor Nij Smellinghe in Drachtenen De Tjongerschans in Heerenveen (samenmet het Antonius worden deze drie ook welde A7-ziekenhuizen genoemd, verwijzend

naar de gelijknamige autosnelweg die dedrie plaatsen verbindt). Vervolgens zal ookde behandeling van mammacarcinoom ende nazorg op vergelijkbare wijze in eengedetailleerd zorgtraject worden vastge-legd. Dit zal gezamenlijk gebeuren voor dedrie A7-ziekenhuizen.

De betrokkenheid van het IKN bij het pro-ject om het zorgtraject op te zetten is doorde betrokkenen in Sneek ervaren als positiefen stimulerend. ‘Je merkt dat het IKN veelervaring heeft met projecten en goed thuisis in de getallen en onderzoeken’, merktFons Poos op. Carin de Wolff: ‘Prettig isook dat het IKN echt procesbegeleidendbezig is. Ze geven slechts de richting aan enlaten ons de vrijheid om het op onze eigenmanier te doen. Bovendien is het voor hetproces goed dat er door iemand van buitenkritisch naar bepaalde zaken wordt geke-ken.’

RegistrerenNaast het opstellen van het zorgtrajectlevert het Antonius nog meer inspanningenom de borstkankerzorg op een nog hogerniveau te brengen. Zo doet het ziekenhuis

mee aan het landelijke project ‘Mammazorgsteeds beter’ van de Verenigde IntegraleKankercentra (VIKC). ‘Doel van het projectis om allerlei diagnostische waarden te regi-streren. Door deze met andere ziekenhuizente vergelijken kun je weer van elkaar leren.Registreren doe je immers om te kunnenverbeteren’, zegt Jantien van der Sluis.

Tastbare resultatenHet in kaart brengen van het diagnostischtraject heeft de nodige tijd gekost, maarwat Fons Poos betreft is het dat zekerwaard geweest. ‘Specialisten, verpleeg-kundig consulenten en andere betrokkenen,iedereen heeft het doorgaans razend druk.Toch hebben we allemaal tijd kunnen inrui-men voor dit project. Door het projectmatigaan te pakken en op gezette tijden samenen op efficiënte wijze te overleggen. Datkost tijd, maar daarvoor krijg je dan ook ietstastbaars terug. De patiënt heeft duidelijkbaat bij deze aanpak en daar gaat het uit-eindelijk om. Eigenlijk zijn we er best eenbeetje trots op dat we dit voor elkaar heb-ben gekregen.’

Interview en foto’s: René Hut

3

Carin de Wolff en Fons Poos

Page 6: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

4

Als eerste ziekenhuis in Nederland werd Nij Smellinghe in 2003door het NIAZ geaccrediteerd voor het oncologische zorgproces.Vanwaar die primeur?Van Kamp: ‘Dat heeft alles te maken met onze goede contactenmet het IKN. Als eerste in Nederland begon het IKN met het visite-ren van de oncologische zorg. Ze hebben ons toen gevraagd of zehier als eerste een visitatie konden houden. Waarom bij ons? Datheeft te maken met het feit dat Nij Smellinghe een middelgroot zie-kenhuis is met korte lijnen, waardoor alles goed overzichtelijk is.Maar ook onze vooruitstrevendheid heeft zeker een rol gespeeld.Wij staan open voor nieuwe dingen, zeker wanneer dat een bijdra-ge levert aan de kwaliteit van de zorg.’

Welke stappen zijn er gezet om uiteindelijk in aanmerking tekomen voor die accreditatie?Van Kamp: ‘Het begon twaalf jaar geleden met een eerste visitatievan het IKN. Daarbij werd specifiek de medische techniek onder deloep genomen. Bij een tweede visitatie werd gekeken naar de bege-leiding van de patiënt. De derde visitatie van het IKN, in 2003, werduitgevoerd in samenwerking met het NIAZ. Toen lag de focus op deinterne organisatie. Naar aanleiding van het visitatierapport van hetNIAZ is door de oncologiecommissie een actieplan geformuleerd,waarna uiteindelijk de accreditatie voor de oncologische zorg is ver-kregen.’

Uiteraard hebben jullie na het verkrijgen van deze accreditatie nietstilgezeten. Wat is er sindsdien allemaal gebeurd?Teerling: ‘Het mooie van een visitatietraject is dat je heel kritisch

kijkt naar je eigen functioneren. Je weet wat de ideale situatie is enzet daar vervolgens de situatie in je eigen ziekenhuis tegenover.Dan blijkt dat er nog de nodige zaken verbeterd moeten en kunnenworden. Om dat te bereiken hebben we een aantal verbeterpuntenopgesteld, waaraan vervolgens ook uitwerking is gegeven.’

Welke tastbare verbeteringen zijn er al gerealiseerd op het gebiedvan de oncologische zorg?Teerling: ‘Diverse zaken, zo is de informatievoorziening richting depatiënt verbeterd en, erg belangrijk, de toegangstijden zijn verkort.Wanneer je een knobbeltje in je borst hebt, wil je maar één ding endat is zo snel mogelijk weten waar je aan toe bent. Een verbeter-punt is ook dat er tegenwoordig veel vaker gecheckt wordt ofzaken lopen zoals het moet. Daarbij maken we gebruik van debekende PDCA-cyclus (plan, do, check, act) om te zien of eenbepaalde maatregel ook daadwerkelijk het beoogde resultaat heeftgehad.’

Om ook intern kwaliteitsonderzoek te kunnen doen maken julliegebruik van een elektronische oncologische zelfevaluatiegids vanhet IKN. Hoe gaat dat in zijn werk?Teerling: ‘Er zijn in totaal veertien verschillende disciplines van zorg-professionals betrokken bij de oncologie, diverse specialisten, maarook verpleegkundigen en de radiologie. Al die betrokken partijenvullen op digitale wijze een aantal meetbare gegevens in.Vervolgens wordt per discipline teruggekoppeld wat de resultatenzijn en wordt een nieuw verbeterplan oncologische zorg opgesteld.Hoe lopen de zaken, wat moet er verbeterd worden? De cijfers

‘Wij streven naar een Virtueel Oncologisch Centrum’

De oncologische zorg neemt al jaren een prominente rol inbinnen Nij Smellinghe in Drachten. Als eerste ziekenhuisontving het een accreditatie voor de oncologische zorg, ennog steeds worden nieuwe initiatieven ontwikkeld om deaanpak en behandeling van kanker verder te optimaliseren.De redactie van het Kwaliteitsforum ging langs in NijSmellinghe en sprak met dr. Harmen van Kamp(internist/hematoloog/oncoloog en voorzitter van de onco-logiecommissie) en Geert Teerling (coördinator kwaliteits-zorg).

Dr. Harmen van Kamp (Nij Smellinghe, Drachten)

Page 7: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

5

kunnen jaarlijks met elkaar vergeleken worden zodat ook meteenzichtbaar is of er sprake is van verbeteringen.’

Wat is precies de rol van de coördinator kwaliteitszorg binnen deoncologische zorg?Teerling: ‘Ik zeg wel eens dat ik de mooiste baan heb van het zie-kenhuis. Je mag je overal en nergens mee bemoeien. Wat betreft deverbetering van de oncologische zorg is mijn rol vooral die van aan-jager. Ik help mee om bepaalde processen transparanter en inzich-telijker te maken. Maak collega’s bewust van wat ze doen en waar-om ze het zo moeten doen. Het is immers in ieders belang dat jetevreden patiënten hebt. Patiënten worden steeds mondiger engaan – terecht – kijken waar ze de beste zorg kunnen vinden. Dusmoeten wij onze uiterste best doen om ze die zorg, zo dicht moge-lijk bij huis, te bieden.’

Hoe is de samenwerking met het IKN?Teerling: ‘Wij maken graag gebruik van de expertise van het IKN,ikzelf heb ook regelmatig telefonisch overleg met een van hun des-kundigen. Ze hebben ook een belangrijke bijdrage geleverd bij hetin kaart brengen van de zorglogistieke processen. Dankzij het IKNheb ik ook contacten met andere ziekenhuizen. Het gebeurt regel-matig dat ziekenhuizen aankloppen met de vraag hoe wij bepaaldezaken op oncologisch gebied geregeld hebben. Zo leer je vanelkaar. Zelf verwijs ik ook regelmatig collega’s, ook van andere zie-kenhuizen, door naar het IKN wanneer ze bepaalde vragen hebben.Niet alleen binnen het werkgebied van het IKN, in Noord-Nederland, ook uit de rest van Nederland en zelfs uit België wordter bij ons geïnformeerd naar de wijze waarop wij de zelfevaluatie-gids hebben ingevuld. Dat leidt dan weer tot het uitwisselen vaninformatie of het brengen van een bezoek aan ons ziekenhuis.’

Bij de drie tot nu toe gehouden visitaties stonden achtereenvol-gens de medische techniek, de begeleiding en de interne organisa-tie centraal. Waar ligt op dit moment de focus? Van Kamp: ‘We zijn nu nadrukkelijk bezig met de externe organisa-tie. We zoeken bijvoorbeeld samenwerking met andere ziekenhui-zen in Friesland. Een tastbaar resultaat is dat de chirurgen van dezogenaamde A7-ziekenhuizen (Drachten, Sneek en Heerenveen)gefuseerd zijn tot één maatschap. Mooi voorbeeld van de samen-werking tussen de ziekenhuizen is ook de teleconferentie. Hieraannemen de A7-ziekenhuizen en het ziekenhuis in Dokkum deel. Viaeen teleconferentie* bespreken de specialisten ieder vanuit huneigen ziekenhuis onderwerpen zoals borstkanker of maag-, lever-en darmziekten. Op die manier kan op efficiënte wijze de nodigekennis gedeeld worden. Bepaalde complexe operaties, die te weinigin één van de afzonderlijke ziekenhuizen voorkomen om voldoendeexpertise op te bouwen, worden ook gezamenlijk gedaan. Dan reistde specialist van het ene naar het andere ziekenhuis om een bepaal-de ingreep te doen. Andere goede voorbeelden van de intensievesamenwerking is de nauwe band die we onderhouden met het RIF,het Radiotherapeutisch Instituut Friesland. Patiënten die radiothera-pie moeten ondergaan, worden daar vaak naartoe verwezen. Ookis twee jaar geleden de Stichting Medische Oncologie Frieslandopgericht, waarin alle medisch oncologen, die werkzaam zijn inFriesland, zitten.’

Waar houdt de Stichting Medische Oncologie Friesland zich zoalmee bezig? Van Kamp: ‘Er wordt gestreefd naar uniformiteit in beleid.Bijvoorbeeld dat in elk ziekenhuis op dezelfde wijze chemotherapiewordt gegeven. Het moet voor de patiënt niet uitmaken in welkziekenhuis hij zijn chemokuur ondergaat, omdat het overal opdezelfde wijze gebeurt.’

Gaat deze samenwerking nog leiden tot het samengaan van zie-kenhuizen?Van Kamp: ‘Dat is absoluut niet aan de orde. Door de samenwer-king op oncologisch gebied steunen we elkaar juist om de aparteziekenhuizen overeind te helpen. Er wordt wel eens gesuggereerdom de oncologie te centreren in één locatie, maar dat betekent juisteen achteruitgang van de ziekenhuiszorg in de regio. Dan krijg je desituatie dat je wel voor een gebroken been in het ziekenhuis in jebuurt terecht kunt, maar niet meer voor de behandeling van kan-ker. Daar is de patiënt niet bij gebaat. Als ziekenhuis sta je juist sterkdoor een totaalpakket aan te bieden.’

Waar moet de samenwerking wel toe leiden?Van Kamp: ‘Premier Balkenende heeft ten tijde van de kabinetsfor-matie gezegd dat we in Nederland weer terug moeten naar deVOC-mentaliteit. Ik zeg wel eens gekscherend dat wij als Friese zie-kenhuizen de ware VOC-mentaliteit hebben. Wij streven namelijknaar een Virtueel Oncologisch Centrum. Door zo goed mogelijksamen te werken als ziekenhuizen moet er uiteindelijk één oncologi-sche zorgorganisatie ontstaan, alleen die is dan wel verdeeld overmeerdere ziekenhuizen.’

Interview en foto’s: René Hut

* In het volgende nummer van Kwaliteitsforum zal hier nader opworden ingegaan (red.)

Geert Teerling bij de balie van het Patiëntenservicebureau in NijSmellinghe. ‘Patiënten kunnen hier met vragen en klachten terecht,waardoor wij veel informatie en input krijgen over allerlei relevan-te zaken. Ik zeg altijd: Voor ons is elke klacht een gratis advies.’

Page 8: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

6

Het VIKC-project ‘Mammazorg steedsbeter’ is een vervolg op het landelijk door-braakproject Mammacarcinoom. Het doelvan het project was het optimaliseren vande regionale mammazorg door implementa-tie van de zogenaamde best practice in deziekenhuizen, zoals geformuleerd in deNABON-nota. Het IKN bood de ziekenhui-zen aan hen te begeleiden in dit traject vanverbetering van mammazorg. Daarbij werdo.a. gebruik gemaakt van de kennis en in-strumenten die ontwikkeld zijn in de door-braakprojecten. Het hierbij opgestelde Excelregistratiedocument werd gebruikt voor demetingen.

DoelstellingenDe doelstellingen van ‘Mammazorg steedsbeter’ waren:– Toegang mammapoli: maximaal vijf

dagen, diagnostiek vindt plaats in ééndagdeel; uitslag cytologie is binnen ééndagdeel bekend, uitslag histologie (beeld-geleide dikke naaldbiopten) is binnen vijfdagen bekend, waarbij gestreefd wordtnaar drie dagen.

– Preoperatieve multidisciplinaire bespre-kingen: deskundigen zijn van oordeel dateen patiënt preoperatief besproken moetworden in een multidisciplinair team ten-minste bestaand uit een chirurg, radio-loog, patholoog en mammacareverpleeg-kundige. Hierdoor is het mogelijk eenmultidisciplinair behandelplan op te stel-len. Dit bevordert het slagen van de eer-ste operatie in zijn curatieve opzet.Tevens is hierdoor een betere stroomlij-ning van het behandeltraject mogelijk.Gestreefd wordt naar een gedocumen-teerde preoperatieve bespreking vanmeer dan 90 procent van de patiënten.

– Toegangstijd voor de OK: maximaal drieweken na de uitslag van de triple diagnos-

tiek vindt de operatie plaats, waarbijgestreefd wordt de operatie binnen tweeweken uit te voeren, als de patiënt dat wil.

– Vermindering van de operatielast: doorafname van – achteraf gezien – onnodigeborstoperaties. Gestreefd wordt naar eenafname van 10 tot 35 procent van hetaantal operaties aan de borst. Door taak-verdeling binnen de vakgroepen/maat-schappen en werken met dedicated spe-cialisten en door optimaal gebruik van dedikke naaldbiopsie daalt het aantal dia-gnostische operaties. Tevens zal het aan-tal heroperaties dalen, als de initiële the-rapeutisch gerichte operatie vaker radi-caal is door de preoperatieve multidiscipli-naire bespreking.

InzichtDoor het zelf registreren van gegevens uithet diagnostische traject voor patiënten metmammacarcinoom, krijgen ziekenhuizenmeer inzicht in de toegangstijd tot de poli-kliniek, de doorlooptijd van de diagnostieken de wachttijd voor de operatie. Daarnaastkunnen andere gegevens uit de registratiegehaald worden, zoals het aantal patiëntendat in het multidisciplinair overleg (MDO)wordt besproken en het percentage patiën-ten dat preoperatief een gesprek met demammacareverpleegkundige heeft.

TrainingIn april 2006 hebben de participerende zie-kenhuizen een training gekregen van MarritBekkema en Jan Pieter de Meer met betrek-king tot het invullen van het registratie-document. Hierna zijn de ziekenhuizenbegonnen met registreren van zowel debenigne, de onzekere als de maligne mam-mapatiënten. De terugkoppeling van degeregistreerde gegevens gebeurde in eersteinstantie door IKN-ers in de ziekenhuizen

zelf. Voordat een terugkoppeling plaats-vond, werd door Linda de Munck van deafdeling Onderzoek IKN de analyse ge-screend. Naast de ondersteuning bood hetIKN een praktische helpdesk bij problemenen bij het invullen en interpreteren van degegevens. Na de zomer van 2006 volgde deeerste van twee werkconferenties. Op diemanier konden de ziekenhuizen knelpuntenen oplossingen uitwisselen en kon menmaximaal van elkaars inzet en bijdrageprofiteren.

Eerste werkconferentieOp vrijdag 17 november vond in Assen deeerste werkconferentie plaats. Na een schetsvan de geschiedenis van dit verbeterprojecten een toelichting op een voorbeeldsituatieuit Gouda door chirurg dr. Schmitz, kwamende meetresultaten van de ziekenhuizen vande IKN-regio op het gebied van logistiek enenkele kwalitatieve aspecten aan bod. Erwerd gesproken over de toegangstijd tot depolikliniek, de doorlooptijd van de diagnos-tiek, de toegangstijd tot de OK, het aantalherindicaties voor OK, het aantal patiëntendat werd besproken in het multidisciplinairoverleg en het aantal preoperatievegesprekken met de mammacareverpleeg-kundige. Hoofdonderdeel van de werkcon-ferentie betrof de ziekenhuispresentaties,waarin door de teams de eigen knelpuntenwerden toegelicht. Men gunde elkaar eenblik in elkaars ‘verbeterkeuken’ door de oor-zaken en mogelijke oplossingen van de ver-beterpunten te schetsen. Uitgangspunt hier-bij was dat de oplossing van het ene zieken-huis ook als succesfactor voor een ander zie-kenhuis kan dienen. De open sfeer brachtdiverse mogelijkheden naar voren, waaropziekenhuizen kunnen anticiperen. Mw. dr.R. Otter blikte als afsluiting van de confe-rentie in de toekomst en gaf aan waar ver-

Mammazorg steeds beter

V.l.n.r. het IKN ‘Mammazorg steeds beter’-team: Henk Hummel (coördinator), Marrit Bekkema-Jager, Jan Pieter de Meer en Linda de Munck

Eenjarige landelijke project ‘Mammazorg steeds beter’in de IKN-regio.

Page 9: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

7

TC = teleconferencing

anderingen te verwachten zijn op het gebiedvan registratie en prestatie-indicatoren.

Tweede werkconferentie22 juni 2007 werd het project afgesloten-door middel van een tweede werkconferen-tie. Mevrouw A. Burgers van het Bevol-kingsonderzoek Borstkanker Noord-Neder-land (BBNN) ging na een inleiding overscreening van borstkanker tevens in op desamenwerking tussen de ziekenhuizen enBBNN. Hierna werden de meetresultatenvan de ziekenhuizen van de IKN-regiogepresenteerd. Zo konden de ziekenhuizenzien hoe zij ‘scoorden’ ten opzichte van deandere ziekenhuizen in de IKN-regio. Deconferentie werd afgesloten door HenkHummel, die vermeldde dat het IKN dit pro-ject een vervolg geeft door middel van eenweb-based mammaregistratie.

Zichtbare verbeteringenTijdens de laatste werkconferentie werdende resultaten van alle deelnemende zieken-huizen weergegeven. Per ziekenhuis werdeen voor-, tussen- (indien mogelijk) en eennameting getoond (zie figuur hieronder).Volgens de NABON-norm dient 90% vande patiënten een toegangstijd tot OK tehebben van 21 kalenderdagen of minder.Ten tijde van de start van ‘Mammazorgsteeds beter’ voldeden twee ziekenhuizenaan deze norm (A en C). Aan het einde vanhet project voldeden vijf ziekenhuizen aandeze norm (A, B, C, G en I). Ook het multi-disciplinair preoperatief bespreken van depatiënten werd meegenomen in dit project.Volgens de NABON zou 90% van depatiënten met een mammacarcinoom pre-operatief moeten worden besproken in eenMDO. Opvallend was dat het MDO (vaak)

niet voldeed aan de eisen die er aan gesteldworden zoals:– Samenstelling (zie ook tabel hieronder)– Schriftelijke vastlegging van het overeen-

gekomen behandelplan– Vergaderfrequentie: één keer per week– Criteria voor het aanleveren van patiënten.

Aan het einde van het project was er in alleziekenhuizen verbetering zichtbaar metbetrekking tot het MDO. Er moet echternog een aantal verbeteringen worden door-gevoerd om aan de hierboven gestelde eisente voldoen. Vooral positief aan de werkcon-ferenties was het ‘weight watchers effect’:tijdens deze werkconferenties konden deziekenhuizen zien hoe zij scoorden tenopzichte van de andere deelnemende zie-kenhuizen in de IKN-regio. Ook het uitwis-selen van verbeteringen en de gang vanzaken rond de mammapatiënten heeft zie-kenhuizen nieuwe input geleverd om hetproces met betrekking tot de mammapa-tiënten te verbeteren.

AfbouwenHet IKN zal geleidelijk stoppen met hetondersteunen van de registratie, omdat hetproject beëindigd is en er een nieuwe web-based registratie voor in de plaats komt. Totdie tijd kunt u nog met vragen terecht bij dehelpdesk: [email protected]

ProfessionaliserenHet project ‘Mammazorg steeds beter’heeft bijgedragen tot het inzicht dat verdereprofessionalisering van de mammazorgnoodzakelijk is. (Inter)nationale en regionaleontwikkelingen volgen elkaar in een hoogtempo op.

Eind 2006 is het IKN bureau in samenwer-king met ICIT solutions in Franeker gestartmet het ontwikkelen van een webbasedregistratiesysteem voor, in eerste instantie,mammatumoren. Naast registratie is hetdoel van het instrument een bijdrage televeren aan diverse verbeterstrategieën enondersteuning te bieden aan het primairepatiëntenproces, bijvoorbeeld het genererenvan het MDO-formulier. Het te ontwikke-len systeem zal multidisiplinair van aard zijn.Als onderdeel van de implementatie van hetsysteem, zal het IKN een registratieoplei-ding opzetten en er komt een helpdeskvoor ondersteuning aan de gebruikers.Feedback-gegevens worden halfjaarlijksverstrekt aan de deelnemende ziekenhuizenen bieden de mogelijkheid tot benchmar-ken. Eén keer per jaar wordt door het IKNeen bijeenkomst georganiseerd waarbijdeelnemende ziekenhuizen kennis, ervaringen resultaten kunnen uitwisselen.Uiteindelijk zal het systeem een bouwsteenworden van de tumorspecifieke mamma-audit/visitatie.

DeelnemersBinnen de IKN regio hebben negen zieken-huizen deelgenomen aan de registratie:– Delfzicht ziekenhuis, Delfzijl– Medisch Centrum Leeuwarden– Nij Smellinghe, Drachten– Refaja ziekenhuis, Stadskanaal– Scheper ziekenhuis, Emmen– Antonius ziekenhuis, Sneek– Talma Sionsberg, Dokkum– De Tjongerschans, Heerenveen– Wilhelmina ziekenhuis, Assen

Jan Pieter de Meer, IKN

Samenstelling MDO A B C D E F G H I

Chirurg X X X X X X X X XMCV X X X X X X X X XRadioloog X ? X X X X X X XPatholoog - ? - - - - - X XRadiotherapeut X ? - TC - TC TC X -Internist - oncoloog - ? - X X X X X XOverig - ? - - - - - X X

Page 10: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

8

Het is bekend dat het uitbrengen van eenrichtlijn niet automatisch leidt tot imple-mentatie hiervan en veel patiënten krijgendaardoor niet de gewenste zorg. Introductievan een nieuwe richtlijn is een belangrijkeinnovatie en kan voor meerdere behande-laars een min of meer ingrijpende gedrags-verandering met zich meebrengen. Een sys-tematische implementatie is noodzakelijkvoor een succesvol gebruik van de richtlijn.Om de richtlijn te implementeren zijn tentijde van het uitkomen de volgende activi-teiten uitgevoerd:– Uitgave in boekvorm van de richtlijn en

verspreiding onder alle betrokkenmedisch specialisten in Nederland

– Publicatie van een artikel over de richtlijnin het Nederlands Tijdschrift voorGeneeskunde

– Uitgave van kaarten met samenvattin-gen voor een snelle raadpleging van derichtlijn

– Publicatie van de richtlijn op Oncoline(www.oncoline.nl).

Op basis van het binnen de VIKC geformu-leerde beleid ‘Richtlijn evaluatie door inte-grale kankercentra’, is gekozen om deimplementatie van de richtlijn te meten inzowel de IKN- als de IKO-regio. Hier wordtalleen de meting in de IKN-regio besproken.

De leden van de landelijke werkgroepImplementatie van de multidisciplinairewerkgroep niet-kleincellig longcarcinoom,(NSCLC), met als voorzitter prof. dr. H.J.M.Groen (UMCG), hebben de richtlijn vertaaldnaar indicatoren. Met behulp van deRAND-methodiek zijn alle 80 aanbevelin-gen, die in de richtlijn worden genoemd,teruggebracht tot een set van indicatoren.Deze set diende vervolgens als uitgangs-punt voor het documentatieproject metbetrekking tot de richtlijnimplementatie.Het documentatieproject dient hierbij als‘thermometer’ om weer te geven in hoever-re de huidige werkwijze overeenkomt metdat wat beschreven staat in de richtlijn.Tevens wordt bestudeerd of de indicatorenmeetbaar en valide zijn en wat eventueel dehindernissen zijn om volgens de richtlijn tewerken.

In dit artikel zullen alleen de methode en degeregistreerde aanbevelingen aan bodkomen (zie tabel 1).

Alle patiënten met een niet-kleincellig long-carcinoom, geregistreerd in de IKN-regio inde eerste incidentiedatum in de periode1 mei 2005 tot en met 1 november 2005,zijn meegenomen voor het documentatie-project.

Er is voor deze periode gekozen omdat erop deze manier parallel aan de kankerregis-tratie kon worden geregistreerd. Het regis-treren van de patiënten voor dit project ver-liep tegelijk met het definitief maken van devoorlopige Kankerregistratie. Meer recentedossiers zijn moeilijker op te vragen omdatpatiënten vaak nog in het behandeltrajectzitten en de benodigde gegevens nog nietcompleet zijn.

Een groot deel van de benodigde patiënte-ninformatie voor het meten van de indica-toren kon uit de Kankerregistratie wordengehaald. Echter voor de benodigde infor-matie, die niet uit de Kankerregistratie konworden gehaald, is een extra registratiefor-mulier opgesteld, dat ook werd ingevulddoor de medewerkers van de kankerregis-tratie.

Alle ziekenhuizen binnen de IKN regio heb-ben geparticipeerd in het documentatiepro-ject. In totaal zijn er 521 patiënten geregis-treerd met een niet-kleincellig longcarci-noom en een incidentiedatum in de periode1 mei 2005 tot en met 1 november 2005. Voor de indicatoren werden vervolgens 152patiënten geëxcludeerd om verschillenderedenen, zoals:

Implementatie in de IKN-regio:richtlijn ‘Niet-kleincellig longcarcinoom’

In 2005 is de richtlijn ‘Niet-kleincellig longcarci-noom: stadiëring en behandeling’ uitgebracht doorde Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) enhet Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg(CBO) met financiële ondersteuning van de Ordevan Medische Specialisten (OMS).

Pier Eppinga, voorzitterwerkgroep LongtumorenIKN

Page 11: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

9

– Metastasen buiten de thorax– Metastase in de long in plaats van pri-

mair longcarcinoom– Patiënt overleden gedurende diagnos-

tisch traject– Patiënt weigerde verdere diagnostie-

ken/of behandeling

Hierdoor bleven er 369 patiënten over voorhet berekenen van de indicatoren. Hiervanwas 77% van het mannelijk geslacht en23% van het vrouwelijk geslacht met eengemiddelde leeftijd van 68,3 jaar (verdelingper ziekenhuis: zie tabel 2).

In tabel 1 staan in de tweede kolom de aan-bevelingen weergegeven. In de derdekolom ziet u het percentage patiënten dataan de aanbeveling heeft voldaan (voortko-mend uit het documentatieproject).De berekeningen kunt u vinden in de volle-dige tabel die geplaatst is op iKCnet(www.iKCnet.nl/IKN/index.php?id=2412&nav_id=12)

De resultaten van het documentatieprojectzijn besproken in de IKN-werkgroepLongtumoren. Dit heeft geleid tot een dis-cussie over het eigen handelen, de plaatsvan de richtlijn en mogelijke verklaringenvan bepaalde uitkomsten. Deze uitkomstenzullen als input dienen voor verder onder-zoek en zullen tevens teruggekoppeld wor-den aan de landelijke werkgroep.

Het IKN bedankt de leden van de werk-groep Longtumoren en in het bijzondervoorzitter Pier Eppinga voor hun participatiein het documentatieproject en hun bijdrageaan dit artikel.

Voor meer informatie met betrekking tot ditproject kunt u contact opnemen met

Jan Pieter de MeerE-mail [email protected] (050) 521 59 00

Tabel 1

nr. Aanbeveling resultaat

1 Een patiënt met NSCLC, die na conventioneel disseminatieonderzoek in aanmerking komt voor in opzet curatieve chirurgie, dient voorafgaand aan mediastinoscopie een FDG-PET-scan te ondergaan. (1.71) 85%

2a Bij een patiënt met NSCLC, bij wie geen metastasen buiten de thorax zijn gevonden en bij wie op CT- en/of FDG-PET-scan aanwijzingen voor lymfkliermetastasen bestaan2, dient een cervicale mediastinoscopie te worden verricht. (Mediastinoscopie volgens de richtlijn terecht toegepast) (1.8) 78%

2b Bij patiënten met een negatieve mediastinale FDG-PET dient de mediastinoscopie, alsnog achterwege te worden gelaten indien wordt voldaan aan vier criteria3. (Mediastinoscopie volgens de richtlijn terecht achterwege gelaten) (1.8) 65%

3 Bij een cervicale mediastinoscopie dienen adequate biopten te worden genomen van ten minste 4 van de 6 bereikbare lymfklierstations, namelijk van 2 ipsilateraal, 1 contralateraal en klierstation 7. (1.8) 53%

4 Bij een patiënt met een NSCLC in klinisch stadium III dient skeletscintigrafie (tenzij PET verricht en negatief was) en CT of MRI van de hersenen te worden uitgevoerd om onterechte combinatiebehandeling te vermijden. (1.10) 35%

5 Patiënten met een lokaal uitgebreid NSCLC worden behandeld met combinatietherapie met een curatieve intentie. Een uitzondering hierop vormen de patiënten met een WHO-performance status van 2 of slechter (of een Karnofsky score van 60 of lager) met pleuritis carcinomatosa, met te uitgebreide tumor afwijkingen of met contralaterale supraclaviculaire lymfeklieren. (5.2) 67%

6a 80% van de patiënten dient het diagnostische traject (met mediastinoscopie) binnen vijf weken te doorlopen. (8.1a) 42%

6b 80% van de patiënten dient het diagnostische traject (zonder mediastinoscopie) binnen drieweken te doorlopen. (8.1a) 60%

6c 80% van de patiënten dient het diagnostische traject binnen drie weken te doorlopen. Indien een mediastinoscopie dient te geschieden, is binnen vijf weken acceptabel. (8.1a) 59%

7a 80% van de patiënten dient binnen twee weken na afloop van het diagnostische traject (inclusief mediastinoscopie), indien geïndiceerd, te worden geopereerd of met (de voorbereiding van) de radiotherapie en/of met de chemotherapie en/of met de chemotherapie te beginnen. (8.1b) 17%

7b 80% van de patiënten dient binnen twee weken na afloop van het diagnostische traject (zonder mediastinoscopie), indien geïndiceerd, te worden geopereerd of met (de voorbereiding van) de radiotherapie en/of met de chemotherapie en/of met de chemotherapie te beginnen. (8.1b) 11%

7c 80% van de patiënten dient binnen twee weken na afloop van het diagnostische traject, indien geïndiceerd, te worden geopereerd of met (de voorbereiding van) de radiotherapie en/of met de chemotherapie en/of met de chemotherapie te beginnen. (8.1b) 12%

8 Alle nieuwe patiënten met NSCLC dienen te worden besproken tijdens de multidisciplinaire (long) oncologie. (8.2) 27%

1 : Nummer van de aanbeveling in de richtlijn.2 : Aanwijzingen voor lymfkliermetastasen zijn:

1. Op de CT-scan bij ten minste 1 lymfeklier met een korte-as-diameter groter dan 1 cm.2. Op de FDG-PET-scan focaal verhoogde activiteit in de hilus of mediastinum.

3 : Mediastinoscopie kan echter alsnog achterwege worden gelaten indien voldaan wordt aan alleonderstaande criteria:1. De primaire tumor neemt duidelijk FDG op.2. Er zijn geen aanwijzingen voor hilaire metastasen op PET.3. De tumor ligt niet tegen het mediastinum aan.4. Op de CT-scan zijn de zichtbare klieren kleiner dan 1 cm langs de korte as gemeten.

Tabel 2: Verdeling over de verschillende zieken-huizen

Instelling aantal %

Isala klinieken, Sophia, Zwolle 4 1,1Isala klinieken, Weezenlanden,Zwolle 52 14,1

Wilhelmina ziekenhuis, Assen 22 6,0Antonius ziekenhuis, Sneek 20 5,4Bethesda ziekenhuis, Hoogeveen 18 4,9De Tjongerschans, Heerenveen 15 4,1Talma Sionsberg, Dokkum 6 1,6Refaja ziekenhuis, Stadskanaal 13 3,5Delfzicht ziekenhuis, Delfzijl 16 4,3Nij Smellinghe, Drachten 31 8,4Diaconessenhuis, Meppel 10 2,7St. Lucas ziekenhuis, Winschoten 16 4,3Scheper ziekenhuis, Emmen 21 5,7Saxenburgh groep, Coevorden/Hardenberg 2 0,6

Medisch Centrum Leeuwarden 33 8,9Martini ziekenhuis, Groningen 53 14,4Un.Med. Centrum Groningen 37 10,0

Totaal 369 100,0

Page 12: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

10

Instrument voor zelfevaluatieDe elektronische zelfevaluatiegidsoncologische zorg is een instrument voorziekenhuizen om zelf de organisatie vanhun oncologische zorg te evalueren. Deprofessionals die in het ziekenhuisbetrokken zijn bij de oncologische zorgvullen via internet een voor hun disciplineop maat gemaakte vragenlijst in. Daarnaastbestaat de mogelijkheid een gids met allevragen plenair in te vullen. Ziekenhuisbreedheeft men vervolgens inzicht in hoeverre deorganisatie van de eigen oncologische zorgvoldoet aan de oncologische kwaliteitseisenén in hoeverre ingezet beleid wordt gevolgdin het ziekenhuis. Om de vragenlijst viainternet in te vullen heeft men eeninlogcode nodig.Deze wordt door debeheerder in het ziekenhuis aangemaakt.

Inhoud van de elektronischezelfevaluatiegids oncologische zorgAan de basis van de inhoud van dezeelektronische zelfevaluatiegids staat hetKwaliteitskader organisatie oncologischezorg (Vereniging van IntegraleKankercentra, 1997). Het Kwaliteitskader iseen richtlijn voor de organisatie van deoncologische zorg: wat moet geregeld zijnom het proces van oncologische zorg endienstverlening goed te laten verlopen. De gids bestaat uit vragen gebaseerd op dekwaliteitseisen van dit ‘Kwaliteitskader

Organisatie Oncologische Zorg’ en op deziekenhuisnormen van het NederlandsInstituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen(NIAZ).

Nieuwe vormgeving en aangepaste tekstenIn het najaar 2006 is de gids op basis vande opgedane ervaringen tijdens visitatatiesgebruiksvriendelijker gemaakt.

Elektronische Zelfevaluatiegids

De Elektronische Zelfevaluatiegids Organisatie Oncologische Zorg is sinds2004 als webapplicatie beschikbaar. In het najaar 2006 is de gids op basisvan de opgedane ervaringen gebruiksvriendelijker gemaakt. Graag willen wiju informeren over het doel en de inhoud van de elektronische gids en de aan-passingen die hebben plaatsgevonden.

Figuur 1

Figuur 2

Page 13: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

11

1. De vormgeving is overzichtelijker enmakkelijker gemaakt. Elke vraag in de gids is opgesplitst volgensde plan-do-check-act-cyclus: 1. Heeft u het betreffende onderdeel

geregeld? 2. Heeft u geëvalueerd of de betreffende

afspraken werken in de praktijk? 3. Heeft u actie ondernomen naar

aanleiding van de evaluatie?

Deze drie ‘subvragen’ staan vanaf nu opéén scherm, waardoor de samenhangtussen deze vragen duidelijker wordt, devragen sneller zijn te beantwoorden en hetgeheel aan vragen niet meer zooverweldigend veel lijkt. Per vraag kanmen via tabbladen verschillende schermenaanklikken en gaat men snel naar deachterliggende kadertekst en demogelijkheid om documenten of verbeter-plannen toe te voegen. (Zie figuur 1.)

2. De norm/kaderteksten zijn leesbaardergemaaktDe kaderteksten zijn herschreven, waarmogelijk ingekort en duidelijkergeformuleerd. De strekking van de normenen de vragen zijn gelijk gebleven:ingevulde gidsen kunnen over de jarenheen nog steeds met elkaar vergelekenworden.

3. De vragen zijn kritischer verdeeld overde verschillende disciplinesVoorheen moesten alle medischedisciplines 57 vragen beantwoorden. Doorkritischer te kijken naar de relatie tussenhun vakgebied en het betreffendeonderwerp is dit teruggebracht naar 20 totmaximaal 41 vragen.

4. De managementoverzichten zijnaangepastVanaf januari 2007 kunnen de IKC’s metbehulp van een managementtool, alsonderdeel van de elektronische gids,spreadsheets, spiderwebbs en grafiekenuitdraaien (zie figuur 2 en 3).Dit geeft het ziekenhuis in één oogopslaginzicht in waar de ‘best practices’ liggen enop welk terrein de mogelijkheden voorverbeteracties liggen.

Voor meer informatie over deelektronische gids kunt u contact opnemenmet

Henk Hummelmanager Kwaliteitszorg IKN([email protected])

Oncologische zorgherzien

Figuur 3

De belangrijkste veranderingen op een rij

‘Kankerzorg

Steeds Beter’

In het kader vantransparantie gaat het IKN

als kennis- enkwaliteitsinstituut meer

openheid geven over haardiensten, activiteiten en

producten opwww.iKCnet.nl

In het volgende nummer vanKwaliteitsforum staat de ICT in de

oncologische zorg centraal.

Page 14: forum › uploaded › bibliotheek › document › 00... · Aankondiging workshop: ‘Het logistiek organiseren van zorgprocessen’ 12 1 Figuur 1. Scenario t.a.v. incidentie en

Vooraankondiging

Workshop

‘Het logistiek

organiseren van

zorgprocessen’

Binnen de zorgsector bestaat momenteel een sterke behoefte omde bedrijfskundige kennis met betrekking tot de inrichting, planningen organisatie van zorgprocessen te vergroten.De zorgsector wordt in toenemende mate geconfronteerd met deeis om meer efficiënt en effectief te werken. Tegelijkertijd lijkt decomplexiteit van zorgprocessen alleen maar groter te worden. Meerop maat toegesneden zorg, de toenemende technologische com-plexiteit binnen de zorgsector, en een nauwe verwevenheid tussenverschillende medische disciplines zijn enkele voorbeelden van ont-wikkelingen die er toe bijdragen dat de problematiek rond de inrich-ting, planning en organisatie van zorgprocessen in de praktijk vaakals uiterst weerbarstig wordt ervaren.

In het verlengde van een grootschalig project op het gebied vanzorgpaden wordt op 13 december door het IKN in samenwerkingmet de Faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningeneen workshop georganiseerd. Centraal thema van de workshop ishoe vanuit een integrale bedrijfskundige visie, vraagstukken op hetgebied van de inrichting, planning en de organisatie van zorgpro-cessen in hun onderlinge samenhang benaderd en aangepakt kun-nen worden.

De workshop heeft een inleidend karakter en staat in beginsel openvoor alle professionals die beroepsmatig met bovenstaande vraag-stukken binnen de zorgsector te maken hebben. Afhankelijk van debehoefte van de deelnemers zullen er naar aanleiding van deworkshop in 2008 één of meerdere verdiepende themabijeenkom-sten of scholingen georganiseerd worden. Om de mogelijkheid totinteractie te garanderen, kunnen maximaal 20 personen aan deworkshop deelnemen.

Nadere informatie over de workshop kunt u opvragen bij:Henk Hummelmanager Kwaliteitszorg IKNTel. (050) 521 59 00e-mail [email protected]

dr. Jan de VriesProgramma Directeur BSc Business AdministrationFaculteit BedrijfskundeRijksuniversiteit Groningen