A generalized methodology for microkinetic modeling of...
Transcript of A generalized methodology for microkinetic modeling of...
-
Britt Eeckhaudt
isomerization of light alkanesof hydrocarbon-related reactions: application toA generalized methodology for microkinetic modeling
Academiejaar 2008-2009Faculteit IngenieurswetenschappenVoorzitter: prof. dr. ir. Guy MarinVakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Master in de ingenieurswetenschappen: chemische technologieMasterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van
Begeleider: Gisela Lozano BlancoPromotoren: prof. dr. ir. Joris Thybaut, prof. dr. ir. Guy Marin
-
Britt Eeckhaudt
isomerization of light alkanesof hydrocarbon-related reactions: application toA generalized methodology for microkinetic modeling
Academiejaar 2008-2009Faculteit IngenieurswetenschappenVoorzitter: prof. dr. ir. Guy MarinVakgroep Chemische proceskunde en technische chemie
Master in de ingenieurswetenschappen: chemische technologieMasterproef ingediend tot het behalen van de academische graad van
Begeleider: Gisela Lozano BlancoPromotoren: prof. dr. ir. Joris Thybaut, prof. dr. ir. Guy Marin
-
When you look at yourself from a universal standpoint, something inside always reminds or informs you
that there are bigger and better things to worry about
(Albert Einstein, The World as I See It. (1879 - 1955))
-
a
Dankwoord
Als je aan het begin staat van de opleiding burgerlijk ingenieur lijkt de weg die je moet
afleggen oneindig lang. Nu, bijna vijf jaar later, merk je dat de tijd echt vliegt. Aan het einde
van de rit kan ik terugkijken op vijf fantastische jaren. Niet alleen heb ik ontzettend veel
bijgeleerd, ook heb ik op mijn weg veel interessante mensen ontmoet. Aan het einde van mijn
masterproef neem ik even een moment om hen te bedanken.
Vooreerst wil ik prof. dr. ir. Guy. B. Marin bedanken voor de opportuniteit die we krijgen om
deel te mogen nemen aan het onderzoek binnen de vakgroep ‘Chemische Proceskunde en
Technische Chemie’. Verder bedank ik hem ook voor het ter beschikking stellen van het
materiaal nodig voor de masterproef.
Ook naar mijn promotor prof. Joris Thybaut gaat een woord van dank voor de grote hulp bij
de verwezenlijking van deze thesis. Zelfs in zeer drukke tijden wist je altijd een moment voor
ons vrij te maken en geen enkele vraag was je teveel.
Verder wil ik Andy en Marcel bedanken voor de technische ondersteuning bij de Berty. Dank
u om altijd zeer snel tijd vrij te maken en voor de vele reanimatiepogingen van de opstelling.
A special thank you goes out to my coach Gisela. Without your help I would have not been
able to realize this master project. The experience you had with the computer code was a
blessing to me. I wish you all the best with Andrew and hope you have a nice time in
America.
Een groot woordje van dank gaat ook uit naar ‘coach’ Bart. Alhoewel hij niet mijn officiële
begeleider is, zou de verwezenlijking van deze masterproef niet mogelijk geweest zijn zonder
zijn hulp. Dank u Bart, om altijd te springen als ik vast zat met mijn code, voor de hulp
zonder dat ik er echt om moest vragen, voor de interesse in de vorderingen van mijn
masterproef. Veel succes verder met je doctoraat!
Michaël, Kenneth en Aäron, een speciaal woordje van dank gaat ook uit naar jullie. Zelf op
dagen dat het minder vlot ging, zorgden jullie steeds voor de opgewekte noot. Zonder jullie
zouden de dagen veel langer geduurd hebben. De ontspannende en sportieve middagen waren
ideaal om mijn hoofd te legen en met frisse moed te starten na de middag. Kenneth en Aäron,
-
b
ik wens jullie veel succes met je doctoraat, en houd de sfeer er in hé! Michaël veel succes in
je loopbaan bij de overheid. Ik hoop dat je al je dromen kan verwezenlijken.
Christof, we hebben elkaar leren kennen tijdens onze studies. Op een mysterieuze manier
waren we ineens de beste vrienden. Dank je voor alle gesprekken de afgelopen jaren en voor
de steun die je voor me was. Ik heb aan de voorbije vijf jaar niet enkel kennis, maar ook
vrienden voor het leven over gehouden.
Tenslotte wil ik ook een speciaal dankjewel richten naar mijn familie. Ik ben niet steeds de
gemakkelijkste dochter geweest, maar ik wil jullie oprecht danken voor de kans die jullie me
hebben gegeven om mijn droom te verwezenlijken. Jullie zijn mijn steun en toeverlaat. Mijn
zussen, Shari en Tess, jullie ook bedankt. Onrechtstreeks hebben jullie ook bijgedragen aan
dit resultaat. Jullie hebben me mee gemaakt tot wie ik geworden ben. Jullie hebben ook mee
gezorgd dat ik me de voorbije 5 jaar niet teveel zorgen hoefde te maken, behalve over mijn
studies.
Een laatste zeer welgemeend dankjewel is voor Koen. Jou wil ik bedanken voor het geduld
dat je met me hebt gehad het afgelopen jaar. Ook voor het begrip en de steun die ik van jou
heb gehad kan ik je niet genoeg bedanken.
Britt
-
Krijgslaan 281 S5, B -9000 Gent (Belgium)
tel. +32 (0)9 264 45 16 • fax +32 (0)9 264 49 99 • GSM +32 (0)475 83 91 11 • e-mail: Petra.Vereecken@UGent
http://www.lct.ugent.be/start/pages/1/en
3
Laboratorium voor Chemische Technologie
Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie
Ondergetekende, Eeckhaudt Britt,
afgestudeerd aan de UGent in het academiejaar 2008-2009 en auteur van de scriptie met als
titel: A generalized methodology for single-event microkinetic modeling of hydrocarbon-
related reactions: application to isomerization of light alkanes
verklaart hierbij: 1. dat hij/zij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband
met de consultatie van zijn/haar scriptie:
� de scriptie mag steeds ter beschikking gesteld worden van elke aanvrager
� de scriptie mag enkel ter beschikking gesteld worden met uitdrukkelijke, schriftelijke goedkeuring van de auteur
� de scriptie mag ter beschikking gesteld worden van een aanvrager na een wachttijd van…………jaar
� de scriptie mag nooit ter beschikking gesteld worden van een aanvrager 2. dat elke gebruiker te allen tijde gehouden is aan een correcte en volledige
bronverwijzing
Gent,
FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN
Vakgroep Chemische Proceskunde & Technische Chemie Laboratorium voor Chemische Technologie
Directeur: Prof. Dr. Ir. Guy B. Marin
-
B. Eeckhaudt is associated with the Chemical Engineering Department, Ghent University (UGent), Gent, Belgium. E-mail: [email protected] .
A generalized methodology for microkinetic modeling of hydrocarbon-related reactions: application to isomerization of light alkanes
Britt Eeckhaudt
Supervisor: dr. ir. Gisela Lozano Blanco
Promoters: Prof. dr. ir. Guy B. Marin, Prof. dr. ir. Joris W. Thybaut
Abstract: A fundamental kinetic model for the hydroisomerization of n-pentane on a bifunctional catalyst has been refined. Hydrogenolysis, and formation and reaction of primary carbenium ions considering ideal and non-ideal hydrocracking, i.e., de(hydrogenation) reactions quasi- and non-quasi equilibrated, have been included into the classical reaction network. The single-event concept is used to describe the reaction kinetics. Experimental data obtained on a Pt/H-BEA 0,6 wt% catalyst is used for the regression and estimation of the kinetic parameters. Since experimental data under non-ideal hydrocracking conditions were present in the data set, the non-quasi-equilibration of the (de)hydrogenation reactions were implemented in the computer code.
Keywords: n-pentane hydroisomerization, bifunctional catalyst, kinetic model, single-event, non-ideal hydrocracking
I. INTRODUCTION
Gasoline as produced today contains aromatic components such as toluene or benzene to increase the octane number to a satisfying level [1]. Aromatics are well-known carcinogenic agents [2]. In many countries the maximum allowed amount of aromatics present in gasoline is being tightened [2]. Branched paraffinic compounds are an alternative to aromatics for their high octane number [3]. In particular in the present work, the hydroisomerization of light alkanes is studied. Hydroisomerization is a bifunctional process requiring metal as well as acid sites. The metallic sites provide the hydrogenation-dehydrogenation function, while the acid sites provide the protonation-deprotonation, cracking and isomerization reactions [4]. Saturated hydrocarbons are dehydrogenated on the metal sites. Subsequently, the unsaturated species migrate to the acid sites where they are protonated yielding carbenium ions. Such carbenium ions undergo further isomerization and cracking reactions. The product carbenium ions desorb as alkenes that are hydrogenated into the observable saturated species. Prior to these chemical steps, physisorption occurs in the micropores of the catalyst[5].
II. FUNDAMENTAL KINETIC MODELING OF N-PENTANE HYDROISOMERIZATION
A. Experimental data
Experimental data was provided by the University of Munich. The experiments were performed on a Pt/H-BEA 0.6 wt%
catalyst. Zeolite BEA 25 (Si/Al=12.5) from Süd-Chemie AG was loaded with Pt by ion-exchange with an aqueous Pt(NH3)4(OH)2 solution A solution containing the appropriate amount of Pt(NH3)4(OH)2 and an amount of NH4OH corresponding to the theoretical concentration of protons (competitive adsorption) in the sample was added dropwise to the slurry at 40°C in order to exchange the cations of the zeolite to obtain the metal loaded H+-form of the zeolite. After the ion exchange the solid was centrifuged, washed and freeze dried. The samples were calcined in air at 350°C for 16 h (heating rate 0.5°C/min) and finally reduced at 300°C in H2 for 4 h. Analysis of the data set pointed out that some experiments are performed under non-ideal hydrocracking conditions. The latter are used for the regression of the kinetic parameters in case of ideal hydrocracking. The non-ideal hydrocracking experiments caused the implementation of non-ideal hydrocracking in the regression computer code. The latter experiments will be used for regression in this extended code.
B. Procedure
Using a computerized algorithm the reaction network comprising every elementary step of hydroisomerization of n-pentane was generated. The reactor is modeled based on a pseudo-homogenous one-dimensional reactor model:
A
A
A R
FWd
dX =)( 0,
(1)
W being the catalyst mass, XA the conversion of component A, FA,0 the inlet flow of component A and RA the net rate of formation of component A. Concentration and temperature gradients are neglected in the reactor, so only mass balances for the alkanes have to be considered.
C. Parameter estimation
Parameter estimation is performed by a combination of a Rosenbrock algorithm and a Levenberg-Marquardt algorithm. The Rosenbrock method is applied first to find an appropriate direction leading to a possible optimum. The Levenberg-Marquardt method is used afterwards to further optimize the parameters [5]. The objective function during the estimation is the weighted sum of the square differences (SSQ) between the experimental and the model calculated responses (R).
-
∑∑= =
→−=expn
k
nresp
j
b
kikii MinRRw1 1
2,, )(SSQ⌣
(2)
This is performed by adjusting the model parameter vector b, in such a way that it approaches the real parameter vector β [5].
D. Reaction networks
The classical reaction network consists of 6 reaction families: (de)hydrogenation reactions, (de)protonation reactions, alkyl shift, hydride shift, PCP-branching and β-scission. The (de)hydrogenation reactions and (de)protonation reactions are assumed as quasi-equilibrated. In the classical reaction network only secondary and tertiary carbenium ions are considered. When n-pentane is used as feed component, no β-scission reactions considering only secondary and tertiary carbenium ions can occur. According to the experimental data, cracking does occur. Therefore, the reaction network has to be extended. Initially the classical reaction network is extended considering the formation of primary carbenium ions. This approach assumes that carbenium ions can act as reactant and product. Primary carbenium ions have been considered in this work in an ideal and in a non-ideal hydrocracking model as explained in the next section. Another approach is to consider metal-catalyzed cracking reactions, i.e. hydrogenolysis, instead of acid-catalyzed reactions. In this type of reactions methane and ethane is separated from the alkane. In this case it has been assumed that only n-pentane and iso-pentane can undergo hydrogenolysis reactions. Both modifications are performed separately.
III. RESULTS AND DISCUSSION
A. Ideal hydrocracking: Hydrogenolysis and presence of primary carbenium ions
The molar outlet flows of the responses are calculated based on the estimated model parameters and subsequently compared with the experimental outlet flows. The model including hydrogenolysis describes better the experimental data than the model considering primary carbenium ions. The fit for propane, ethane, iso-pentane and n-butane is reasonably good. For both models the fit for methane and iso-butane failed however. This is due to the experimental molar outlet flows of these responses, which are for most of the experiments equal to zero. The conversion as a function of pressure and space-time is slightly underestimated for both models which causes the overestimation of the selectivity.
B. Non-ideal hydrocracking
The balance between the number and the activity or strength of the metal and the acid sites plays a key role in the product selectivities observed in hydrocracking. Compared to acid catalysts used in catalytic cracking, the presence of a metal phase on hydrocracking catalysts enhances isomer formation The term ideal hydrocracking is introduced because of the high isomer yield obtained using hydrocracking catalysts with a high (de)hydrogenation activity.
Non-ideal hydrocracking implies the non-quasi-equilibrium of the (de)hydrogenation reactions. Initially only one rate coefficient is considered for all (de)hydrogenation reactions. For the ideal case, the computer code calculates the concentration of the olefins and the carbenium ions from the equilibrium coefficient. Now the quasi-equilibrium of (de)hydrogenation reactions is no longer valid and hence, the concentration of the olefins appears as variables in the set of equations. On top of the 6 differential equations from the classical reaction network, 10 additional equations have to be solved. Due to the pseudo-steady-state approximation applied for the olefins, these 10 equations are non linear algebraic equations. The equations are solved simultaneously using the DASPK subroutine. DASPK uses variable-step size backward differentiation formulas (BDF) applying either direct linear system methods or a preconditioned Krylov iterative method. In the present work, the direct method was applied and therefore a dense matrix solver is chosen. In order to solve these equations by DASPK, consistent initial values for the solution vector have to be given. Initial values for the paraffin concentrations are known, but those for the olefins are not known a priori. Since the algebraic equations for the olefins are nonlinear, reasonable initial guesses must be provided as input to the solver in order to reach convergence. Therefore the subroutine DNSQE is applied first to calculate initial olefins concentrations. The solution of the solver DNSQE is used as input in the DASPK subroutine. As a result, preliminary parameter estimation results have been obtained. Parities are still to be refined but the code is now available for a further work.
IV. CONCLUSION
A fundamental kinetic model applied to the classical reaction network for hydroisomerization of n-pentane is unable to describe the formation of lighter molecules. The model and reaction network has been modified by including on the one hand hydrogenolysis on the metal sites and on the other hand formation of primary carbenium ions on the acid sites under ideal hydrocracking conditions and also under non-ideal hydrocracking conditions. The best fit between experimental and model calculated values at this moment is obtained for the reaction network including hydrogenolysis, although a further study must be performed for non-ideal hydrocracking conditions.
V. REFERENCES
[1] Courty, P. and J.F. Gruson, Refining clean fuels for the future. Oil & Gas Science and Technology-Revue De L Institut Francais Du Petrole, 2001. 56(5): p. 515-524.
[2] http:// eur-lex.europa.eu/ [3] http://chemed.chem.purdue.edu/ [4] Feng, W., E. Vynckier, and G.F. Froment, Single-Event
Kinetics of Catalytic Cracking. Industrial & Engineering Chemistry Research, 1993. 32(12): p. 2997-3005.
[5] Thybaut, J.W., Production of low-aromatic fuels: kinetics and industrial application of hydrocracking, PhD thesis, 2005,Ghent University
[6] Govaerts, S., Ondersteuning van de ontwikkeling en optimalisering van katalysatoren met behulp van fundamenteel kinetisch modellen, Master Project, 2007,Ghent University
-
d
Table of contents
DANKWOORD A
VERKLARING IN VERBAND MET DE TOEGANKELIJKHEID
VAN DE SCRIPTIE C
TABLE OF CONTENTS D
LIST OF FIGURES J
LIST OF TABLES N
NOTATION P
ROMAN SYMBOLS P
GREEK SYMBOLS R
SUPERSCRIPTS R
SUBSCRIPTS R
NEDERLANDSE SAMENVATTING I
GESCHIEDENIS VAN DE RAFFINADERIJ : BELANG VAN HYDROCONVERSIEPROCESSEN I
HYDROKRAKEN EN HYDROISOMERISATIE II
MICROKINETISCH MODELLEREN III
DOEL VAN DIT WERK III
HYDROISOMERISATIE VAN N -PENTAAN : TOEPASSING VAN SINGLE-EVENT CONCEPT IV
REACTIEMECHANISME IV
REACTIENETWERK IV
-
e
REACTORMODEL V
SINGLE-EVENT MICROKINETISCH MODELLEREN V
SNELHEIDSVERGELIJKINGEN VI
MODELLERING VII
EXPERIMENTEEL PROGRAMMA VII
HYDROISOMERISATIE VAN N-PENTAAN OP PT/H-BEA 0,6 WT% KATALYSATOR VII
HYDROISOMERISATIE VAN N-HEXAAN OP MC-301 KATALYSATOR VIII
HYDROISOMERISATIE VAN N -PENTAAN : HET KLASSIEKE REACTIENETWERK UITGEBREID
MET PRIMAIRE CARBENIUM IONEN X
IDEAAL VS NIET-IDEAAL GEDRAG X
REACTIENETWERK X
SNELHEIDSVERGELIJKINGEN XI
MODELPARAMETERS XI
RESULTATEN XI
HYDROISOMERISATIE VAN N -PENTAAN : HET KLASSIEKE REACTIENETWERK UITGEBREID
MET HYDROGENOLYSE XII
REACTIENETWERK XII
SNELHEIDSVERGELIJKINGEN XIII
MODELPARAMETERS XIII
RESULTATEN XIV
HYDROISOMERISATIE ONDER NIET -IDEALE HYDROKRAKINGSCONDITIES XV
REACTIEMECHANISME XV
INVLOED VAN DE WERKINGSVOORWAARDEN OP IDEALITEIT VAN HYDROKRAKEN XVI
TOEPASSING VAN SINGLE-EVENT MICROKINETISCH MODELLEREN OP DE (DE)HYDROGENATIEREACTIES
XVI
IMPLEMENTATIE IN HET COMPUTERPROGRAMMA XVII
BELANG VAN IMPLEMENTATIE XVII
CHAPTER 1 INTRODUCTION 1
1.1 GENERAL BACKGROUND 1
1.2 THE ROLE OF HYDROCRACKING 5
1.3 HYDROISOMERIZATION 6
1.4 M ICROKINETIC MODELING 7
1.5 SCOPE OF THE MASTER PROJECT 8
1.6 REFERENCES 10
-
f
CHAPTER 2 HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE:
SINGLE-EVENT APPROACH 11
2.1 REACTION MECHANISM 11
2.1.1 DESCRIPTION 11
2.1.2 ISOMERIZATION REACTIONS 13
2.1.3 HYDROCRACKING REACTIONS 14
2.2 REACTION NETWORK 15
2.2.1 REACTION NETWORK GENERATION ALGORITHM 15
2.2.2 REACTOR MODEL 18
2.2.3 SINGLE-EVENT MICROKINETIC MODELING 19
2.2.4 RATE EQUATIONS 22
2.2.5 REGRESSION 26
2.3 REFERENCES 30
CHAPTER 3 EXPERIMENTAL PROGRAM 32
3.1 20-FOLD PARALLEL PLUG FLOW REACTOR 32
3.1.1 EXPERIMENTAL SET UP 32
3.1.2 CATALYST 33
3.1.3 EXPERIMENTAL RESULTS 35
3.2 VAPOUR PHASE CONTINUOUS STIRRED TANK REACTOR 41
3.2.1 EXPERIMENTAL SET UP 41
3.2.2 CATALYST 45
3.2.3 EXPERIMENTAL RESULTS 46
3.3 REFERENCES 50
CHAPTER 4 IDEAL HYDROCRACKING OF N-PENTANE:
REACTION NETWORK INCLUDING PRIMARY CARBENIUM
IONS 51
4.1 IDEAL VERSUS NON-IDEAL BEHAVIOR 51
4.2 REACTION NETWORK 54
4.3 NET FORMATION RATES 57
4.4 MODEL PARAMETERS 58
4.5 RESULTS 60
-
g
4.5.1 ESTIMATED PARAMETERS AND DISCUSSION 60
4.5.2 STATISTICAL ANALYSIS 65
4.5.3 INFLUENCE OF PRESSURE ON CONVERSION AND SELECTIVITY 66
4.5.4 INFLUENCE OF THE SPACE-TIME ON THE CONVERSION AND SELECTIVITY 68
4.6 CONCLUSION 69
4.7 REFERENCES 70
CHAPTER 5 IDEAL HYDROCRACKING OF N-PENTANE:
REACTION NETWORK INCLUDING HYDROGENOLYSIS71
5.1 REACTION NETWORK 71
5.2 K INETIC MODEL FOR HYDROGENOLYSIS 74
5.2.1 SELECTED MODEL FOR HYDROGENOLYSIS (ES5B) 74
5.3 NET FORMATION RATES 75
5.4 MODEL PARAMETERS 77
5.5 RESULTS 78
5.5.1 ESTIMATED PARAMETERS AND DISCUSSION 78
5.5.2 STATISTICAL ANALYSIS 81
5.6 INFLUENCE OF PRESSURE ON CONVERSION AND SELECTIVITY 85
5.7 INFLUENCE OF SPACE-TIME ON CONVERSION AND SELECTIVITY 86
5.8 HYDROGENOLYSIS VS PRIMARY CARBENIUM IONS 86
5.9 CONCLUSION 87
5.10 REFERENCES 89
CHAPTER 6 HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE IN
NON-IDEAL HYDROCRACKING CONDITIONS 90
6.1 REACTION MECHANISM FOR NON -IDEAL HYDROCRACKING 91
6.2 INFLUENCE OF THE OPERATING CONDITIONS ON IDEALITY IN
HYDROCRACKING 93
6.3 APPLICATION OF SINGLE -EVENT MICROKINETIC MODELING ON THE
(DE)HYDROGENATION REACTIONS 95
6.4 IMPLEMENTATION IN THE COMPUTER CODE . 96
6.5 PRELIMINARY RESULTS 98
6.6 CONCLUSIONS 100
-
h
6.7 REFERENCES 102
CHAPTER 7 CONCLUSIONS 104
APPENDIX A : EXPERIMENTAL RESULTS FOR THE
HYDROISOMERIZATION EXPERIMENTS ON THE 20-FOLD
PARALLEL PLUG FLOW REACTOR 106
A.1 INITIAL CONDITIONS ON THE PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST 106
A.2 EXPERIMENTAL MOLAR INLET AND OUTLET FLOWS OF THE COMPONENTS
FOR A PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST 112
APPENDIX B: EXPERIMENTAL RESULTS FOR THE
HYDROISOMERIZATION OF N-HEXANE ON MC-301 119
B.1 INITIAL CONDITIONS 119
B.2 EXPERIMENTAL MOLAR INLET AND OUTLET FLOWS OF THE COMPONENTS
FOR A /H-BEA 0.6 WT% CATALYST 121
APPENDIX C: IDEAL HYDROCRACKING OF N-PENTANE:
PRIMARY CARBENIUM IONS CONSIDERED 123
C.1 INITIAL CONDITIONS OF THE EXPERIMENTS USED FOR THE PARAMETER
ESTIMATION FOR THE CLASSICAL REACTION NETWORK EXTENDED WITH
PRIMARY CARBENIUM IONS 123
C.2 EXPERIMENTAL MOLAR INLET AND OUTLET FLOWS FOR THE
EXPERIMENTS USED FOR THE PARAMETER ESTIMATION 125
C.3 CORRELATION COEFFICIENT MATRIX 126
APPENDIX D: IDEAL HYDROCRACKING OF N-PENTANE:
HYDROGENOLYSIS CONSIDERED 127
-
i
D.1 INITIAL CONDITIONS OF THE EXPERIMENTS USED FOR THE PARAMETER
ESTIMATION FOR THE CLASSICAL REACTION NETWORK EXTENDED WITH
HYDROGENOLYSIS 127
D.2 EXPERIMENTAL MOLAR INLET AND OUTLET FLOWS FOR THE
EXPERIMENTS USED FOR THE PARAMETER ESTIMATION 129
D.3 CORRELATION COEFFICIENT MATRIX 130
APPENDIX E: OVERZICHTSTABEL VAN ONTWIKKELDE
PROGRAMMATUUR EN UITGEVOERDE
PARAMETERSCHATTINGEN 131
-
j
List of Figures
FIGURE 1-1: WORLD OIL SUPPLY EVOLUTION [3] .................................................................................... 2
FIGURE 1-2: WORLD OIL DEMAND EVOLUTION [4].................................................................................. 3
FIGURE 1-3: EXAMPLE OF AN INTEGRATED PETROLEUM REFINERY ........................................................ 3
FIGURE 1-4: SHELL HYSOMER PROCESS; A) PROCESS HEATER; B) ISOMERIZATION REACTOR; C)
REACTOR PRODUCT SEPARATOR; D) STABILIZER COLUMN; E) RECYCLE GAS COMPRESSOR [11] .......... 7
FIGURE 2-1: REACTION MECHANISM FOR HYDROISOMERIZATION ON A BIFUNCTIONAL CATALYST [2] 12
FIGURE 2-2: HYDROISOMERIZATION REACTION SCHEME [4] ................................................................ 12
FIGURE 2-3: UPPER FIGURE: HYDRIDE SHIFT; LOWER FIGURE: ALKYLSHIFT (METHYLSHIFT) [5] ......... 13
FIGURE 2-4: MECHANISM FOR PCP BRANCHING OF 2-HEXYL CATION [5] ............................................ 14
FIGURE 2-5: Β-SCISSION REACTION OF 2-PENTYL KATION .................................................................... 15
FIGURE 2-6: WORK-FLOW OF THE REACTION NETWORK GENERATION ALGORITHM ............................. 16
FIGURE 2-7: NUMBERING OF ISO-PENTANE [7] ...................................................................................... 17
FIGURE 2-8: BOOLEAN MATRIX REPRESENTATION OF ISO-PENTANE [7] ............................................... 17
FIGURE 2-9: THERMODYNAMIC CYCLE FOR ALKENE PROTONATION AND ISOMERIZATION WITH A
REFERENCE OLEFIN ................................................................................................................................ 21
FIGURE 2-10: EXPERIMENTAL MOLAR FLOW FOR METHANE ( ), ETHANE ( ), PROPANE ( ), N-
BUTANE ( ), ISO-BUTANE ( ), ISO-PENTANE ( )AS A FUNCTION OF TEMPERATURE FOR PT/H-BEA
0.6 WT% (VMB26: P=4 BAR; MOLAR H/C RATIO= 47.4; W/F0=9.3 103 GCAT S MOL
-1) .......................... 25
FIGURE 2-11: EXPERIMENTAL MOLAR FLOW FOR ISO-PENTANE ( ) AND N-PENTANE( ) AS A
FUNCTION OF TEMPERATURE FOR PT/H-BEA 0.6 WT% AT THE EXIT OF THE REACTOR. (VMB26: P=4
BAR; MOLAR H/C RATIO= 47.4; W/F0=9.3 103 GCAT S MOL
-1)................................................................. 25
FIGURE 3-1: SCHEMATIC REPRESENTATION OF THE 20-FOLD PARALLEL PLUG FLOW REACTOR [1] ..... 33
FIGURE 3-2: SELECTIVITY OF THE ISO-PRODUCTS WITH RESPECT TO THE CONVERSION OF N-PENTANE
(LEFT) AND N-HEXANE (RIGHT) ON DIFFERENT TYPES OF CATALYSTS. ................................................. 35
FIGURE 3-3: EXPERIMENTAL N-PENTANE CONVERSION AND ISO-PENTANE SELECTIVITY ON PT/H-BEA
0.6 WT% (P=4 BAR;H2/HC=38.6;W/F0=25.9 10³ GCAT S MOL-1). ............................................................. 37
FIGURE 3-4: EXPERIMENTAL N-PENTANE CONVERSION AND ISO-PENTANE SELECTIVITY ON PT/H-BEA
0.6 WT% ................................................................................................................................................. 37
-
k
FIGURE 3-5: CONVERSION OF N-PENTANE AS A FUNCTION OF THE TOTAL PRESSURE FOR THE
HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE ON PT/H-BEA 0.6 WT% ZEOLITE. LEFT: EXP 25&26 VMB02,
EXP 5&6 VMB04. RIGHT: EXP 9&10 VMB04, EXP 11&12 VMB03 AND EXP 17 & 18 VMB03 ........... 38
FIGURE 3-6: ISOMERIZATION ACTIVITY OF PT/H-BEA (104 KJ/MOL) (X), PT/BEA S350 (110 KJ/MOL)
(◊), PT/BEA S450 (109 KJ/MOL) (□) AND PT/BEA S550 (102 KJ/MOL) (∆) [2]. .................................... 40
FIGURE 3-7: SCHEMATICAL REPRESENTATION OF THE BERTY SET UP................................................... 42
FIGURE 3-8: SYMBOLS USED IN THE SCHEMATIC REPRESENTATION OF THE BERTY REACTOR SHOWN IN
FIGURE 3-7. ............................................................................................................................................ 43
FIGURE 3-9: EXPERIMENTAL N-HEXANE CONVERSION ON MC-301 AT P=5 BAR;H2/HC=50;W/F0= 261
103 GCAT S MOL-1. ..................................................................................................................................... 47
FIGURE 3-10: CONCENTRATION OF THE FEED COMPONENT CA AND CONVERSION OF THE FEED
COMPONENT XA FOR A PLUG FLOW REACTOR (A) AND A CSTR REACTOR (B) FOR IRREVERSIBLE FIRST
ORDER KINETICS[6]................................................................................................................................ 48
FIGURE 3-11: EXPERIMENTAL SELECTIVITY FOR 2-METHYL-PENTANE (RIGHT) AND 3-METHYL-
PENTANE (LEFT) AS A FUNCTION OF TEMPERATURE ON MC-301 AT P=5 BAR;H2/HC=50;W/F0= 261 103
GCAT S MOL-1. ........................................................................................................................................... 48
FIGURE 3-12: EXPERIMENTAL CONVERSION OF N-HEXANE AS A FUNCTION OF TOTAL PRESSURE ON
MC-301 AT T=323°C, H2/HC=50;W/F0= 261 103 GCAT S MOL
-1. ............................................................ 49
FIGURE 3-13: EXPERIMENTAL N-HEXANE CONVERSION AS FUNCTION OF SPACE-TIME AT P=6BAR,
T=312 °C, H2/HC=75 ............................................................................................................................ 49
FIGURE 3-14: EXPERIMENTAL SELECTIVITY TO 2-METHYL-PENTANE (RIGHT) AND 3-METHYL-PENTANE
(LEFT) AS FUNCTION OF SPACE-TIME AT P=6BAR, T=312 °C, H2/HC=75 .............................................. 50
FIGURE 4-1: REACTION PATHWAYS FOR NON-IDEAL HYDROCRACKING ON BIFUNCTIONAL ZEOLITES [3]
............................................................................................................................................................... 52
FIGURE 4-2: INITIAL ACTIVITY (A0) OF PT/HY CATALYSTS AS A FUNCTION OF THE RATIO OF PLATINUM
SITES/ACID SITES [4]. ............................................................................................................................. 53
FIGURE 4-3: CONVERSION OF N-PENTANE AS A FUNCTION OF THE TOTAL PRESSURE FOR THE
HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE ON PT/H-BEA 0.6 WT% ZEOLITE. ........................................... 54
FIGURE 4-4: REACTION NETWORK STARTING FROM N-PENTANE (PART 1 OF THE COMPLETE REACTION
NETWORK) ............................................................................................................................................. 56
FIGURE 4-5: REACTION NETWORK STARTING FROM N-BUTANE (PART 2 OF THE COMPLETE REACTION
NETWORK) ............................................................................................................................................. 56
FIGURE 4-6: SCHEME OF THE ACTIVATION ENERGY FOR THE REACTION FROM A PRIMARY TO A
SECONDARY CARBENIUM ION ................................................................................................................ 60
FIGURE 4-7: ISOMERIZATION REACTION OF 2-METHYL-HEXANE CARBENIUM ION (LEFT) AND
BRANCHING REACTION OF 3-METHYL-HEXANE CARBENIUM ION (RIGHT) [6] ....................................... 61
-
l
FIGURE 4-8: PARITY DIAGRAMS FOR THE MOLAR EXIT FLOWS OF THE HYDROISOMERIZATION
PRODUCTS OF N-PENTANE ON A PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST. (A) ETHANE, (B) PROPANE, (C) ISO-
PENTANE, (D) N-BUTANE, (E) METHANE AND (F) ISO-BUTANE. ............................................................. 64
FIGURE 4-9: EXPERIMENTAL (▲) AND MODEL CALCULATED VALUES (■) FOR THE CONVERSION OF N-
PENTANE AS A FUNCTION OF PRESSURE FOR HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE. THE EXPERIMENTS
USED FOR THIS GRAPHIC IS REFERRED TO APPENDIX C. ........................................................................ 67
FIGURE 4-10: EXPERIMENTAL (■) AND MODEL CALCULATED VALUES (▲) FOR THE SELECTIVITY TO
ISO-PENTANE AS A FUNCTION OF PRESSURE FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE. FOR THE
EXPERIMENTS USED FOR THIS GRAPHIC IS REFERRED TO APPENDIX C. ................................................. 67
FIGURE 4-11: EXPERIMENTAL (■) AND MODEL CALCULATED (▲) RESULTS FOR THE CONVERSION OF
N-PENTANE (LEFT) AND THE SELECTIVITY TO ISO-PENTANE (RIGHT) AS A FUNCTION OF SPACE-TIME AT
A TEMPERATURE OF 280 °C. FOR THE EXPERIMENTS USED IN THIS GRAPHIC IS REFERRED TO APPENDIX
C. ........................................................................................................................................................... 68
FIGURE 5-1: HYDROGENOLYSIS ON METAL SITES ASSUMING THAT CONSECUTIVE CRACKING REACTION
CANNOT OCCUR [2]. ............................................................................................................................... 72
FIGURE 5-2: REACTION NETWORK FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE, EXTENDED WITH
HYDROGENOLYSIS ON THE METAL SITES (DEM= DEMETHYLATION; DEET=DEETHYLATION) [2] .......... 73
FIGURE 5-3: REACTION MECHANISM FOR HYDROGENOLYSIS OF N-BUTANE ON A CATALYST
CONTAINING RH [10] ............................................................................................................................. 79
FIGURE 5-4: EQUILIBRIUM BETWEEN THE METALLACYCLOBUTANE COMPLEX AND THE METAL-ALKENE
CARBENIUM COMPLEX.[10] ................................................................................................................... 80
FIGURE 5-5: PARITY DIAGRAMS FOR THE MOLAR EXIT FLOWS OF (A) N-BUTANE, (B) METHANE, (C)
ETHANE, (D) PROPANE, (E) ISO-PENTANE AND (F) ISO-BUTANE IN THE HYDROISOMERIZATION OF N-
PENTANE ON A PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST.. .................................................................................. 81
FIGURE 5-6: N*V MATRIX OF THE EXPERIMENTAL ERRORS [11] ........................................................... 82
FIGURE 5-7: EXPERIMENTAL (▲) AND MODEL CALCULATED VALUES (■) FOR THE CONVERSION OF N-
PENTANE (LEFT) AND FOR THE SELECTIVITY TO ISO-PENTANE (RIGHT) AS A FUNCTION OF PRESSURE
FOR HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE AT A TEMPERATURE OF 280 °C. EXPERIMENTAL DATA
GIVEN IN APPENDIX D ............................................................................................................................ 85
FIGURE 5-8: EXPERIMENTAL (■) AND MODEL CALCULATED (▲) RESULTS FOR THE CONVERSION OF N-
PENTANE (LEFT) AND THE SELECTIVITY TO ISO-PENTANE (RIGHT) AS A FUNCTION OF SPACE-TIME AT A
TEMPERATURE OF 280 °C. EXPERIMENTAL DATA GIVEN IN APPENDIX D ............................................. 86
FIGURE 6-1: SIMULATED ISOMERIZATION CONVERSION OF N-ALKANE ON PT/USY AS A FUNCTION OF
THE TOTAL CONVERSION OF N-ALKANE UNDER IDEAL AND NON-IDEAL HYDROCRACKING CONDITIONS:
AT 520 K (DIAMONDS), 540 K (CIRCLES), 560 K (TRIANGLES), AND 580 K (SQUARES) AND AT 0.1 MPA
(OPEN SYMBOLS), 0.35 MPA (LIGHT SHADED SYMBOLS), 1 MPA (DARK SHADED SYMBOLS), AND 10
MPA (CLOSED SYMBOLS) [2]. ................................................................................................................ 94
-
m
FIGURE 6-2: PARITY DIAGRAMS FOR THE MOLAR EXIT FLOWS OF THE HYDROISOMERIZATION
PRODUCTS OF N-PENTANE ON A PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST FOR NON-IDEAL HYDROCRACKING. (A)
ETHANE, (B) PROPANE, (C) ISO-PENTANE, (D) N-BUTANE, (E) METHANE AND (F) ISO-BUTANE (VMB 26).
............................................................................................................................................................... 99
-
n
List of Tables
TABLE 1-1: PETROLEUM FRACTIONS [4] ................................................................................................. 2
TABLE 1-2: HYDROCARBON OCTANE NUMBERS [5] ................................................................................ 4
TABLE 2-1: PRE-EXPONENTIAL FACTOR AND PHYSISORPTION ENTHALPY FOR N-PENTANE ON SEVERAL
CATALYSTS.[12] .................................................................................................................................... 22
TABLE 2-2: TOTAL AMOUNT OF BRØNSTED ACID SITES FOR DIFFERENT TYPES OF CATALYSTS. .......... 23
TABLE 3-1: CHARACTERISTICS OF PT/H-BEA 0.6 WT%, PT/H-BEA S350 0.6 WT% AND PT/H-BEA
S450 0.6 WT% [2] .................................................................................................................................. 34
TABLE 3-2: INLET CONDITIONS FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE OVER PT/H-BEA 0.6
WT% ...................................................................................................................................................... 36
TABLE 3-3: INLET CONDITIONS FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE OVER PT/H-BEA S350
0.6 WT% ................................................................................................................................................. 38
TABLE 3-4: INLET CONDITIONS FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-PENTANE OVER PT/H-BEA S450
0.6 WT% ................................................................................................................................................. 39
TABLE 3-5: SPECIFICATIONS OF MC-301 [3] ......................................................................................... 46
TABLE 3-6: INLET CONDITIONS FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-HEXANE OVER MC-301 .......... 46
TABLE 4-1: ACID-CATALYZED REACTIONS OCCURING WHEN CONSIDERING PRIMARY CARBENIUM IONS
............................................................................................................................................................... 55
TABLE 4-2: OVERVIEW OF THE MODEL PARAMETERS TO BE ESTIMATED FOR THE CLASSICAL NETWORK
INCLUDING PRIMARY CARBENIUM IONS. .............................................................................................. 58
TABLE 4-3: CALCULATED VALUES FOR THE PRE-EXPONENTIAL FACTORS OF THE ACID CATALYZED
REACTIONS USING STATISTICAL THERMODYNAMICS.. .......................................................................... 61
TABLE 4-4: ESTIMATED VALUES FOR THE MODEL PARAMETERS IN CASE THAT PRIMARY CARBENIUM
IONS ARE CONSIDERED .......................................................................................................................... 62
TABLE 4-5: ACTIVATION ENERGIES FOR Β-SCISSION REACTIONS FOR DIFFERENT TYPES OF ................ 63
TABLE 4-6: CALCULATED T-VALUES FOR THE MODEL PARAMETERS IN THE CASE THAT PRIMARY
CARBENIUM IONS ARE CONSIDERED ...................................................................................................... 65
TABLE 5-1: OVERVIEW OF THE PARAMETERS THAT HAVE TO BE ESTIMATED IN THE CASE THAT THE
CLASSICAL REACTION NETWORK IS EXTENDED WITH HYDROGENOLYSIS ............................................. 77
TABLE 5-2: ESTIMATED VALUES FOR THE MODEL PARAMETERS IN CASE THAT HYDROGENOLYSIS IS
CONSIDERED .......................................................................................................................................... 78
-
o
TABLE 5-3: T-VALUES FOR THE ESTIMATION OF THE MODEL PARAMETERS WHERE THE CLASSICAL
REACTION NETWORK IS EXTENDED WITH HYDROGENOLYSIS................................................................ 82
TABLE 5-4: SUMMARY OF THE NUMBER OF REACTIONS PRESENT IN THE DIFFERENT REACTION
NETWORKS. ............................................................................................................................................ 87
TABLE 5-5: NUMBER OF MODEL PARAMETERS AND RESIDUAL SUM OF SQUARES FOR THE DIFFERENT
CASES CONSIDERED IN THIS PROJECT. ................................................................................................... 87
TABLE 6-1: ESTIMATED VALUES FOR THE MODEL PARAMETERS IN CASE THAT PRIMARY CARBENIUM
IONS ARE CONSIDERED UNDER NON-IDEAL HYDROCRACKING CONDITIONS. ........................................ 98
TABLE A–1: INLET CONDITIONS FOR THE HYDROISOMERIZATION EXPERIMENTS OF N-PENTANE ON A
PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST………………………………………………………………………106
TABLE A–2: EXPERIMENTAL INLET AND OUTLET CONDITIONS FOR HYDROISOMERIZATION OF N-
PENTANE ON A PT/H-BEA 0.6 WT% CATALYST …………………………… ………………………..112
TABLE B–1: INITIAL CONDITIONS FOR THE HYDROISOMERIZATION OF N-HEXANE ON A PT/USY
ZEOLITE (MC-301) …………………………… ..………………………….………………………..119
TABLE B–2: EXPERIMENTAL INLET AND OUTLET CONDITIONS FOR HYDROISOMERIZATION OF N-
HEXANE ON MC-301…………………………… ………………………….………………………..121
TABLE C–1: INITIAL CONDITIONS OF THE EXPERIMENTS USED FOR THE REGRESSION OF THE KINETIC
PARAMETERS OF THE MODEL CONSIDERING THE REACTIONS NETWORK INCLUDING PRIMARY
CARBENIUM IONS …………………………… ....………………………….………………………..123
TABLE C–2: EXPERIMENTAL MOLAR INLET AND OUTLET FLOWS FOR THE EXPERIMENTS USED FOR THE
REGRESSION OF THE KINETIC PARAMETERS IN THE MODEL CONSIDERING THE REACTION NETWORK
INCLUDING PRIMARY CARBENIUM IONS ………………………………….………………….……….125
TABLE C–3: BINARY CORRELATION COEFFICIENT MATRIX FOR THE MODEL PARAMETERS OF THE
CLASSICAL REACTION NETWORK EXTENDED WITH PRIMARY CARBENIUM IONS …….……………....126
TABLE D–1: INITIAL CONDITIONS OF THE EXPERIMENTS USED FOR THE REGRESSION OF THE MODEL
PARAMETERS OF THE REACTION NETWORK EXTENDED WITH HYDROGENOLYSIS.………...……..…..127
TABLE D–2: MOLAR INLET AND OUTLET FLOWS OF THE EXPERIMENTS USED FOR THE REGRESSION OF
THE MODEL PARAMETERS FOR THE CLASSICAL REACTION NETWORK EXTENDED WITH
HYDROGENOLYSIS…………………….………………………………….……………………..…..129
TABLE D–3: BINARY CORRELATION COEFFICIENT MATRIX OF THE MODEL PARAMETERS OF THE
CLASSICAL REACTION NETWORK INCLUDING HYDROGENOLYSIS …………………...…………..…..130
-
Notation
Roman Symbols
A pre-exponential factor
A’ single-event pre-exponential factor
AL pre-exponential factor for the Langmuir coefficient
AS Alkyl shift
b model parameter
bj estimated value for parameter j
C concentration
C5 alkanes consisting of 5 carbenium ions
Ct total concentration of Brønsted acid sites
Ea activation energy
FA Molar flow of alkane A [mol/s]
FC tabulated F-value for statistical tests
Fi,j Exit flow of component j during experiment i
Fj,ik experimental value of response j during experiment I under conditions k
∆H enthalpy difference [J/mol]
∆Hfys enthalpy difference for physisorption of an alkane on the catalyst surface [J/mol]
∆Hpr protonation enthalpy [J/mol]
h Planck’s constant
J jacobian matrix
k rate coefficient
K equilibrium constant
k’ single-event rate coefficient
KL Langmuir equilibrium coefficient
kB Boltzmann constant
lo Row/column of the Boolean matrix to indicate an olefin
-
Notation Roman Symbols
q
lc Row/column of the Boolean matrix to indicate a carbenium ion
mi,j Element on row I, column j of the Boolean matrix
n-x number of hydrogen atoms removed during adsorption of an alkane on the catalyst
surface
na number of acid sites
ne number of single-events
ni,k type of carbenium ion k
nkr number of replica experiments
nPt number of metal sites
ns number of identical transformations
nobs number of observations
npar number of parameters
nresp number of responses
Oy Olefin consisting of y carbon atoms
Oi,j Olefin j corresponding to alkane i
p primary carbenium ion
P Representation of an alkane
pi partial pressure of component i
PCP Protonated cyclopropane
r reaction rate
r number of different inlet conditions
R universal gas constant
RPA Net rate of formation of alkane A
Rx+ Carbenium ion consisting of x carbon atoms
s secondary carbenium ion
∆S Entropy difference [J/mol K]
t tertiary carbenium ion
tc tabulates t-value
T Temperature [K]
V Variance/covariance matrix
Vm Molar volume
Vp Pore volume
wi weighting factor
-
Notation Greek symbols
r
Wcat Catalyst weight [kg]
X conversion
yi,j experimental value for response i during experiment j
Greek symbols
1-α probability level
β β-scission
βj real value for parameter j
ρi,j binary correlation coefficient between parameters i and j
σ symmetry number
Superscripts
* composite dehydrogenation, isomerization or cracking rate coefficient
_ mean value
^ intrinsic
^ estimated
0 inlet
0 Standard state
A adsorbed on an acid site
M adsorbed on a metal site
Subscripts
≠ activated complex
0 initial
chem chemisorbed
deh dehydrogenation
dehyd dehydrogenation
dem demethylation
deet deethylation
f-P formation of alkane P
-
Notation Subscripts
s
fys physisorption
H+ free acid sites
H2 hydrogen
i alkane i
iso isomerization
O olefin
P paraffin
pr protonation
r reactant
R+ carbenium ions
ref reference
Rot rotation
Sat saturation
Tot total
Trans translation
Vib vibration
-
Nederlandse samenvatting
Geschiedenis van de raffinaderij: belang van
hydroconversieprocessen
Het gebruik van petroleum gaat reeds meer dan 5000 jaar terug. De eerste methoden voor de
destillatie van petroleum werden ongeveer 2000 jaar geleden ontwikkeld door Arabische
wetenschappers. De hedendaagse raffinage startte in 1859 met de ontdekking van petroleum
in Pennsylvania. Na de tweede Wereldoorlog steeg het belang van de landen in het Midden-
Oosten sterk door de ontdekking van nieuwe oliereserves. De stimulans voor de ontwikkeling
van de petroleumraffinaderijen ontstond door de groeiende vraag naar lichtbronnen,
brandstoffen voor de fabrieken, benzine voor de auto-industrie, vliegtuigindustrie, en zo meer.
Ruwe aardolie is een mengsel van componenten met een verschillend kookpunt. Dit mengsel
kan worden gescheiden in verschillende fracties, vaak met een overlappend kookpunt. De
verhoudingen van deze fractie aanwezig in de ruwe stroom hangt af van de oorsprong van de
aardolie. Raffinage kan opgesplitst worden in twee grote delen. Vooreerst wordt de ruwe
aardolie gescheiden door destillatie in de verschillende koolwaterstoffracties. De gevraagde
producten van de raffinage is sterk veranderd door de jaren heen. De vraag naar
middendestillaten is gegroeid, terwijl de vraag naar zware componenten sterk is afgenomen.
Daardoor bestaat het tweede deel van de raffinaderij uit omzettingsprocessen. Zware
componenten worden omgezet in lichtere componenten met een hogere toegevoegde waarde.
De benzine rechtstreeks afkomstig uit de raffinage voldoet niet aan de nodige specificaties
vereist voor het verbranden in een benzinemotor. Deze benzine zal schokgolven veroorzaken
in de motor door onregelmatige verbranding, waardoor de motor zal kloppen. Het octaangetal
is een indicatie voor de bekwaamheid van de benzine om te branden in de motor zonder
kloppen. Om het octaangetal te verhogen wordt de benzine bewerkt.
Het verband tussen het octaangetal en de structuren aanwezig in de benzine wordt gegeven
door bepaalde regels. Zo hebben vertakte alkanen een hoger octaangetal dan lineaire en zorgt
de aanwezigheid van aromatische structuren voor een verhoging van het octaangetal.
-
Nederlandse samenvatting Geschiedenis van de raffinaderij: belang van hydroconversieprocessen
II
Door de jaren heen zijn verschillende manieren toegepast om het octaangetal te verhogen. De
laatste jaren werd vooral gebruik gemaakt van toevoeging van aromatische structuren.
Nadelen van deze techniek zijn verhoogde NOx-, koolwaterstof- en CO-emissies. Sinds 2005
is de wetgeving omtrent de maximaal toelaatbare concentratie van aromaten in benzine
strenger geworden tot 2,5 vol% voor benzeen en 35 vol% voor andere aromatische structuren.
Een alternatieve manier om het octaangetal te verhogen ligt in het vertakken van lineaire
ketens, wat gebeurt door hydroisomerisatie.
Hydrokraken en hydroisomerisatie
Het hydrokraakproces werd voor het eerst toegepast in 1927 voor de omzetting van lignine in
benzeen. Door hoge operationele kosten bleven de toepassingen van hydrokraken echter
beperkt. De ontwikkeling van katalytische reforming, dat waterstof produceert als bijproduct,
leidde tot nieuwe interesse in het hydrokrakingsprocédé. Deze interesse werd versterkt door
de ontdekking van zeolieten en de toenemende vraag naar middendestillaten.
Bij hydrokraken zijn grote variaties in voeding mogelijk. In tegenstelling tot katalytisch
kraken leidt hydrokraken tot een grotere fractie aan middendestillaten met een goede
kwaliteit. Tevens ligt in de verminderde cokesvorming door de grote partieeldruk van
waterstof een bijkomend voordeel van .
De bifunctionele katalysator, gebruikt bij hydrokraken, bestaat uit een zure functie,
verantwoordelijk voor de isomerisatie- en krakingsreacties, en een metallische functie, die een
hydrogenerende functie heeft. Als zure functie wordt de voorkeur gegeven aan een zeoliet.
Deze bevatten een specifieke poriestructuur en poriedimensies. Ze hebben een hogere
activiteit bij lagere procescondities dan amorfe structuren, maar vertonen ook een lagere
selectiviteit naar middendestillaten. Het gebruik van zeolieten heeft als bijkomend voordeel
dat zijreacties zoals corrosie kunnen vermeden worden door vormselectiviteit.
Ook voor hydroisomerisatie zijn bifunctionele katalysatoren het meest effectief. De lineaire
alkanen diffunderen van de gasfase in de poriën van het zeoliet en adsorberen op de
metallische centra. Daar worden ze gedehydrogeneerd met vorming van alkenen die
diffunderen naar de zure centra. Hier worden ze geprotoneerd tot carbenium ion die dan
verder isomerisatie en krakingsreacties ondergaan. Na deprotonatie op de zure centra en
hydrogenatie op de metallische centra zal het product desorberen.
-
Nederlandse samenvatting Geschiedenis van de raffinaderij: belang van hydroconversieprocessen
III
Microkinetisch modelleren
In de industrie drukt men snelheidsvergelijkingen doorgaans uit met behulp van eenvoudige
machtswetten. De constanten in deze vergelijkingen worden bepaald door regressie met
experimentele data. Deze werkwijze zorgt ervoor dat de wetten slechts gelden in het smalle
interval van werkingscondities waarbij de regressie uitgevoerd is.
In dit werk zal gebruik gemaakt worden van single-event microkinetisch modelleren, waarbij
elke elementaire reactiestap apart beschouwd wordt in het model. Hiertoe wordt eerst een
reactienetwerk opgesteld. De kinetische parameters in dit model worden opnieuw bepaald
door regressie. Deze methode geeft aanleiding tot een kinetisch model dat geldt over een
breed bereik in werkingscondities.
Doel van dit werk
Onderzoek naar een fundamenteel kinetisch model voor hydroisomerisatie van n-pentaan is
reeds gestart aan het LCT. Het doel van dit werk is de verfijning van het kinetisch model door
middel van het beschouwen van hydrogenolyse, primaire carbenium ionen en niet-ideaal
hydrokraken.
Een experimentele data set is verkregen aan de universiteit van München. Daar werden
experimenten uitgevoerd op een Pt/H-BEA katalysator met 0,6 wt% platina. Tevens zijn
testen volbracht als de katalysator behandeld was met zwavel, bij verschillende temperaturen.
Bij gebruik van deze ingezwavelde katalysatoren werd een selectiviteitsverhoging tot 100%
vastgesteld.
Analyse van de data set wijst uit dat sommige experimenten verkregen werden onder niet
ideale hydrokrakingsvoorwaarden. Naast onderzoek op experimenten onder ideale
omstandigheden zal de bestaande computercode voor hydrokraken van lichte alkanen met
behulp van single-event kinetisch modelleren ook uitgebreid worden met niet ideaal
hydrokraken.
In de experimenten gebruikt voor de regressie van hydroisomerisatie onder ideale
hydrokrakingsvoorwaarden, zijn vele uitlaatstromen voor methaan en ethaan gelijk aan nul.
Dit geeft problemen bij de regressie van het model waarbij deze responsen in beschouwing
genomen worden. Er zou een eigen data set ontwikkeld moeten worden op de Berty reactor
opstelling van de universiteit Gent. Hiertoe worden de eerste stappen gezet voor de
hydroisomerisatie van n-hexaan.
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie van n-pentaan: toepassing van single-event concept
IV
In een later stadium, als het fundamenteel kinetisch model voor n-pentaan ontwikkeld is, zal
getracht worden de selectiviteitsverhoging bij inzwavelen van de katalysator te verklaren.
Hydroisomerisatie van n-pentaan: toepassing van single-
event concept
Reactiemechanisme
De alkanen geadsorbeerd op de metallische centra worden gedehydrogeneerd tot olefienen.
Deze worden op hun beurt geprotoneerd op de zure centra met vorming van primaire
carbenium ionen. Vervolgens vinden op de zure centra isomerisatie- of krakingsreacties
plaats.
De productdistributie wordt enerzijds bepaald door de relatieve verhouding tussen metallische
en zure functie en anderzijds door de relatieve stabiliteit van de carbenium ionen. De
stabiliteit stijgt met het aantal substituten. Elke substituut werkt stabiliserend, door hun
elektronendonerend effect.
Twee types isomerisatiereacties kunnen optreden: met (PCP-vertakking) of zonder een
verandering van de vertakkingsgraad (alkyl shift, hydride shift). PCP-branching verloopt via
een geprotoneerd cyclopropaan. Dit is een cyclisch alkylcarbenium ion dat bestaat uit een
vijfwaardig gecoördineerd koolstofatoom. De selectiviteit naar de isomeren kan dalen op twee
manieren: hydrogenolyse of krakingsreacties. Hydrogenolyse is een niet-selectieve
krakingsreactie op de metallische centra waarbij methaan of ethaan afgesplitst wordt.
Als krakingsreactie op de zure centra treed β-scissie op. Deze reactie verloopt door het kraken
van de C-C binding in β-positie ten opzichte van het positief geladen koolstofatoom.
Verschillende β-scissie reacties kunnen optreden: (t;t), (s;t), (t;s), (s;s). Primaire carbenium
ionen worden buiten beschouwing gelaten vermits deze energetisch ongunstig zijn.
Aangezien carbenium ionen optreden als intermediairen kunnen ook oligomerisatie en
hydride transfer optreden in competitie met isomerisatie- en krakingsreacties. Echter voor dit
werk worden deze reactiefamilies niet in aanmerking genomen.
Reactienetwerk
Zoals eerder vermeld steunt single-event kinetisch modelleren op de reactiesnelheid van elke
elementaire stap afzonderlijk. De eerste stap is daarbij het opstellen van een reactienetwerk
bestaande uit alle elementaire reacties die op het oppervlak van de katalysator kunnen
optreden. Aangezien de omvang van dit netwerk snel stijgt met het aantal koolstofatomen,
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie van n-pentaan: toepassing van single-event concept
V
wordt het reactienetwerk opgesteld met behulp van een computergestuurd algoritme. Hierin
wordt elke molecule voorgesteld door een Booleanse matrix. Reacties die optreden in het
netwerk worden gerepresenteerd door matrixbewerkingen.
Het klassieke reactienetwerk voor hydroisomerisatie van lichte alkanen bestaat uit 6
reactiefamilies: (de)hydrogenatie, (de)protonatie, hydride shift, alkyl shift, PCP-vertakking en
β-scissie. Zoals reeds besproken worden oligomerisatie en hydride transfer buiten
beschouwing gelaten.
Reactormodel
De reactor wordt beschreven door een eendimensionaal pseudohomogeen model. Dit betekent
dat concentratie- en temperatuursgradiënten in de katalysator verwaarloosd worden.
De modelvergelijkingen voor de reactor volgen uit massabalansen voor de componenten over
de reactor. In het geval van een propstroomreactor leiden dergelijke balansen tot een stelsel
differentiaalvergelijkingen, terwijl voor een volkomen vermengde reactor een stelsel
algebraïsche vergelijkingen verkregen wordt. In beide vergelijkingen is een uitdrukking voor
de reactiesnelheden vereist. Deze wordt afgeleid met de temperatuur, de totaaldruk en de
samenstelling van de voedingsstroom als onafhankelijke variabelen.
Single-event microkinetisch modelleren
Wanneer elke elementaire reactiestap, aanwezig in het reactienetwerk, zou worden
opgenomen zonder verdere aannames, zou dit leiden tot een ontelbaar aantal kinetische
parameters die moeten geschat worden.
Daartoe gaat single-event microkinetisch modelleren ervan uit dat elke snelheidscoëfficiënt
kan geschreven worden als het product van het aantal single-events (ne) en een single-event
snelheidscoëfficiënt (k~
), die enkel afhankelijk is van de reactiefamilie en het type carbenium
ionen betrokken bij de reactie.
De pre-exponentiële factor van deze single-event snelheidscoëfficiënt kan berekend worden
met behulp van statistische thermodynamica. De activeringsenergie is dan nog de enige
parameter die geschat moet worden.
Een tweede manier om het aantal snelheidscoëfficiënten te reduceren betreft de
(de)protonatiereacties waarvoor quasi-evenwicht is verondersteld. Het single-event concept
wordt hiervoor toegepast op de evenwichtscoëfficiënt voor (de)protonatie. Een referentie-
alkeen wordt gebruikt voor de berekening van de single-event evenwichtscoëfficiënt voor
(de)protonatie.
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie van n-pentaan: toepassing van single-event concept
VI
Snelheidsvergelijkingen
De concentratie van het geadsorbeerde alkaan in de microporiën van het zeoliet wordt
beschreven met behulp van een Langmuir isotherm. De Langmuir coëfficiënt voor fysisorptie
wordt berekend met behulp van een Arrhenius verband.
Het gefysisorbeerde alkaan wordt vervolgens gedehydrogeneerd op de metallische sites.
Aangezien onder ideale hydrokrakingscondities de (de)hydrogeneringsreacties in quasi-
evenwicht verondersteld worden, zal dit evenwicht gebruikt worden om de concentratie aan
olefienen te bepalen uitgaande van de concentratie aan gefysisorbeerde alkanen. De
evenwichtscoëfficiënt wordt berekend met behulp van thermodynamica. De nodige
thermodynamische gegevens worden bepaald aan de hand van de Benson
groepscontributiemethode.
De (de)protoneringsreacties worden eveneens in quasi-evenwicht verondersteld. Dezelfde
benadering als voor de olefienen wordt hier toegepast. De concentratie aan carbenium ionen
wordt bepaald uitgaande van de concentratie van het corresponderende olefien. Bij deze
berekening wordt verder vereenvoudigd verondersteld gesteld dat het aantal vrije actieve zure
centra op het oppervlak gelijk is aan het totaal aantal actieve zure centra.
De isomerisatie- en krakingsreacties zijn snelheidsbepalend verondersteld. Bovendien wordt
aangenomen dat de kinetiek beschreven kan worden door een eerste-orde afhankelijkheid in
de concentratie van de carbenium ionen. Door alle bovenstaande vergelijkingen te
combineren kan men de reactiesnelheid schrijven als functie van de concentratie van alkanen
in de gasfase.
De netto-vormingssnelheid van de alkanen bestaat verder uit twee bijdragen. De eerste
bijdrage is de som van de snelheden van de elementaire stappen waarbij carbenium ion i,
corresponderend bij alkaan j, gevormd wordt verminderd met de som van de snelheden van de
elementaire stappen waarbij carbenium ion i wegreageert. De tweede bijdrage bestaat uit de
rechtstreekse vorming van olefien k, corresponderend bij alkane j, door β-scissie.
In het klassieke reactienetwerk voor hydroisomerisatie van lichte alkanen worden enkel
secundaire en tertiaire carbenium ionen verondersteld. Wanneer n-pentaan gebruikt wordt als
voeding betekent dit dat β-scissie niet kan optreden. Uit de experimentele productdistributie
blijkt dat lichtere componenten (C1-C4) gevormd worden. Dit impliceert dat het klassieke
reactienetwerk zal moeten uitgebreid worden. Dit kan enerzijds met de beschouwing van
primaire carbenium ionen, en anderzijds door het beschouwen van hydrogenolyse.
-
Nederlandse samenvatting Experimenteel programma
VII
Modellering
Parameterschattingen worden uitgevoerd via minimalisatie van de kwadratensom van de
residuelen tussen de experimentele en de modelberekende responsen. De minimalisatie
gebeurt door de waarden van de modelparameters aan te passen. Deze waarden worden
verondersteld de echte parameterwaarden te benaderen in het optimum. Bij de minimalisatie
van de residuele kwadratensom worden de responsen gewogen om responsen met hoge en
lage numerieke waarden eenzelfde relatief belang toe te kennen. Parameterschattingen worden
uitgevoerd aan de hand van een combinatie van een Rosenbrock- en een Marquardtalgoritme.
De methode van Rosenbrock heeft neigt minder naar divergentie wanneer de
parameterwaarden nog ver van het optimum verwijderd zijn, terwijl de methode van
Marquardt superieur is in het bepalen van het ‘exacte’ optimum. Derhalve wordt bij
parameterschattingen initieel een Rosenbrockroutine gebruikt en nadien overgeschakeld op
het Marquardtalgoritme via de ‘gewone kleinste kwadraten’-optie in het vrij beschikbare
pakket ODRPACK.
Ook een statistische analyse wordt via het programma verkregen. De gebruikte statistische
toetsen omvatten de zogenaamde F-toets voor de significantie van de regressie en de t-toets
voor de individuele betrouwbaarheid van de parameters. Bij deze toetsen worden steeds 95%
betrouwbaarheidsintervallen gebruikt. Daarnaast worden ook de binaire
correlatiecoëfficiënten tussen de modelparameters berekend. Een absolute waarde van deze
coëfficiënt die 1 benadert, wijst op een uitgesproken lineair of invers lineair verband en is
ongewenst.
Experimenteel programma
Hydroisomerisatie van n-pentaan op Pt/H-BEA 0,6 wt% katalysator
De kinetische experimenten aan de universiteit van München zijn uitgevoerd op een 20-fold
parallel propstroomreactor. Deze opstelling laat instelwaarden toe voor druk tussen 1 en 50
bar, voor debieten tussen 5 en 100 ml/min en een temperatuur tot 450 °C.
De katalysator is bereid uitgaande van een BEA 25 zeoliet (Si/Al= 12,5). Een oplossing van
Pt(NH3)4(OH)2 en NH4OH werd vervolgens druppelsgewijze toegevoegd aan de slurry om de
kationen van het zeoliet uit te wisselen en zo de metallische centra in het zeoliet te verkrijgen.
-
Nederlandse samenvatting Experimenteel programma
VIII
Hetzelfde type katalysator onderging een inzwavelingsprocedure bij 350 en 450°C. Deze
katalysatoren worden aangeduid met respectievelijk Pt/H-BEA S350 0,6 wt% en Pt/H-BEA
S450 0,6 wt%.
Het aantal Pt-atomen aan het oppervlak van de katalysator is bepaald door chemisorptie van
waterstof. De bepaling van het porievolume vond plaats door middel van fysisorptie van
stikstof, met behulp van de t-methode.
Een grafische representatie van de resultaten toont aan dat de selectiviteit voor isopentaan
daalt als de concentratie aan metallische fase in het zeoliet stijgt. Bovendien daalt de
selectiviteit als functie van de conversie. Hoe hoger de conversie, hoe lager de concentratie
aan n-pentaan en hoe groter de kans dat isopentaan zal gekraakt worden.
De conversie zal stijgen als functie van de temperatuur en ruimtetijd, terwijl de selectiviteit
zal dalen. De stijgende conversie als functie van de temperatuur kan verklaard worden door
het Arrheniusverband geldig voor de snelheidscoëfficiënt. De invloed van de ruimtetijd heeft
als logische verklaring dat wanneer de componenten langer in de reactor verblijven, de kans
dat ze reageren groter zal worden. De dalende selectiviteit is een gevolg van de stijgende
conversie.
De conversie als functie van de druk zal bij experimenten uitgevoerd onder lage druk stijgen,
terwijl ze daalt bij experimenten uitgevoerd onder hoge druk. Dit wijst op niet-ideale
hydrokrakingsvoorwaarden bij lage druk.
Hydroisomerisatie van n-hexaan op MC-301 katalysator
De experimenten voor hydroisomerisatie van n-hexaan werden aan de universiteit van Gent
uitgevoerd in een volkomen vermengde gasfasereactor van het Berty-type. Deze opstelling
omvat een voedings-, reactie-, uitlaat- en analysesectie. De vloeibare reagentia worden
gevoed met behulp van een HPLC-pomp. In de voedingssectie van de opstelling bevindt zich
een verdamper om de onder omgevingsomstandigheden vloeibare reagentia te verdampen. De
reactiesectie bevat een volkomen vermengde reactor, wat wordt verwezenlijkt door een
magnetisch aangedreven roerder. Een magnetische aandrijving voorkomt problemen met de
afdichtingen ter hoogte van de lagers van de roerder. De temperatuurregeling van de reactor
wordt uitgevoerd met behulp van een PID-regelaar en een thermokoppel dat zich ter hoogte
van het katalysatorbed in de reactor bevindt. Afzonderlijke thermokoppels zijn steeds
aanwezig om ook een onafhankelijke meting van de reactortemperatuur te kunnen uitvoeren.
De uitlaat- en analysesectie bestaat uit een zeswegkraan waarmee “on-line” een monster kan
genomen worden om te analyseren op een gaschromatograaf uitgerust met een
-
Nederlandse samenvatting Experimenteel programma
IX
vlamionisatiedetector (FID). Het gebruik van een interne standaard - in dit geval methaan -
laat toe de atomaire koolstof- en waterstofbalans alsook de totale massabalans over de reactor
te controleren.
De katalysator, MC-301, is een pure USY zeoliet, zonder aanwezigheid van een binder. Deze
katalysator is aanwezig in poedervorm, maar vooraleer hij gebruikt kan worden in de reactor
moet deze omgezet worden in pellets. Het katalysatorbed van de reactor bestaat uit een
gelaagde structuur van katalysatorkorrels afgewisseld met korrels van een inert materiaal van
dezelfde grootte. Bovenaan en onderaan het katalysatorbed bevindt zich een laag inert
materiaal met een grotere diameter.
Analyse van de experimentele resultaten toont aan dat de conversie van n-hexaan stijgt met de
temperatuur. De conversie van n-hexaan ligt veel lager dan de conversie van n-pentaan op een
Pt/H-BEA 0,6 wt% katalysator. De verklaring hiervoor is tweeledig. Enerzijds kan verwacht
worden dat de conversie lager ligt bij n-hexaan, aangezien deze molecule zwaarder is dan n-
pentaan. De hoofdreden echter ligt in het type reactor waarin de experimenten uitgevoerd zijn.
Hydroisomerisatie van n-hexaan is uitgevoerd in een volkomen vermengde reactor, terwijl de
omzetting van n-pentaan gebeurde in een propstroomreactor. Algemeen bekomt men voor
reacties met dezelfde kinetiek een hogere conversie in een propstroomreactor dan in een
volkomen vermengde reactor.
De stijgende conversie als functie van temperatuur impliceert een daling van de selectiviteit
naar 2-methyl-pentaan en 3-methyl-pentaan. De selectiviteit naar 2-methylpentaan ligt
significant hoger dan 3-methylpentaan. Dit kan verklaard worden door het aantal
mogelijkheden waarop de moleculen gevormd kunnen worden. Voor 2-methylpentaan is dit
op twee manieren, terwijl dit voor 3-methyl-pentaan slechts op één manier kan.
De conversie van n-hexaan stijgt als functie van de totaaldruk. Dit wijst erop dat de
experimenten verkregen zijn onder niet-ideale hydrokrakingsvoorwaarden. Opdat
experimenten gebruikt zouden kunnen worden voor de regressie van de modelparameters
onder ideale omstandigheden, zouden experimenten moeten uitgevoerd worden onder hogere
druk. Onder ideale omstandigheden zal de conversie dalen als functie van de totaaldruk.
De conversie van n-hexaan als functie van de ruimtetijd zal stijgen. Dit kan zoals voorheen
verklaard worden doordat de moleculen langer in de reactor zullen verblijven. Als gevolg van
de stijgende conversie zal de selectiviteit dalen. In dit geval wordt dit niet uitgesproken
waargenomen. De oorzaak hiervan ligt in de lage waarden voor de conversie.
-
Nederlandse samenvattingHydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke reactienetwerk uitgebreid met primaire carbenium ionen
X
Hydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke
reactienetwerk uitgebreid met primaire carbenium ionen
Ideaal vs niet-ideaal gedrag
Hydrokraken is een combinatie van metaal- en zuurgekatalyseerde reacties. De verhouding
van het aantal zure centra tot het aantal metallische centra bepaalt in belangrijke mate de
productselectiviteiten die experimenteel worden waargenomen. In vergelijking met de zure
katalyse in katalytisch kraken geeft de aanwezigheid van een metallische fase bij hydrokraken
aanleiding tot een hogere opbrengst aan isomeren. Hoe hoger de activiteit voor
dehydrogenatie, hoe hoger de opbrengst voor isomeren.
Doorgaans worden krakingsreacties beschouwd als secundaire reacties die volgen op
isomerisatiereacties. Hoe hoger de activiteit voor dehydrogenatie, hoe meer waarschijnlijk het
is dat de ongesatureerde producten zullen gehydrogeneerd worden, in plaats van verder te
reageren tot krakingsproducten.
Wanneer primaire carbenium ionen beschouwd worden is het daarenboven mogelijk dat
krakingsreacties van het lineaire alkaan optreden. Echter wanneer de (de)hydrogenatiereacties
in quasi-evenwicht verondersteld worden, is de vorming van gekraakte producten via deze
weg minimaal. Als quasi-evenwicht kan beschouwd worden voor de (de)hydrogenatiereacties,
spreekt men van ideaal hydrokraken.
Ideaal hydrokraken hangt niet enkel af van het type katalysator, maar eveneens van de
werkingsvoorwaarden. In dit opzicht zullen lage drukken, hoge temperaturen, hoge molaire
waterstof tot koolwaterstofverhoudingen en lange koolstofketens leiden tot niet-ideaal
hydrokraken.
Reactienetwerk
In dit deel wordt het klassieke reactienetwerk, bestaande uit 6 reactiefamilies, uitgebreid met
de beschouwing van primaire carbenium ionen. Dit betekent dat we enkel krakingsreacties
beschouwen op de zure centra.
De veronderstellingen gemaakt voor het klassieke netwerk blijven gelden. Dit houdt in dat
voor (de)hydrogenatie en (de)protonatie quasi-evenwicht verondersteld wordt. Verder worden
oligomerisatie en hydride transfer niet in rekening gebracht. Als bijkomende veronderstelling
geldt nu dat primaire carbenium ionen kunnen optreden als product en als reactant.
-
Nederlandse samenvattingHydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke reactienetwerk uitgebreid met primaire carbenium ionen
XI
Deze veronderstellingen leiden tot een reactienetwerk bestaande uit 7 alkanen, 10 alkenen en
15 carbenium ionen die optreden als product of reactant in 10 (de)hydrogenaties, 18
(de)protonaties, 8 alkyl shift reacties, 12 pcp-vertakkingen en 12 β-scissie reacties.
Snelheidsvergelijkingen
De isomerisatie- en krakingsreacties worden nog steeds als snelheidsbepalend verondersteld.
Verder wordt opnieuw gebruik gemaakt van het evenwicht van de (de)hydrogenatie en de
(de)protonatie reactie voor de bepaling van de concentraties aan olefienen en carbenium
ionen. De netto-vormingsnelheid van de alkanen heeft dezelfde uitdrukking als in het
klassieke geval. Het enige verschil bevindt zich in het type van carbenium ionen betrokken bij
de reacties.
Modelparameters
De pre-exponentiële factoren van de single-event snelheidscoëfficiënten worden berekend met
behulp van statistische thermodynamica. De enige factor die geschat wordt voor elke
snelheidscoëfficiënt is de activeringsenergie.
Er zijn elf modelparameters die moeten geschat worden. Hiervan zijn drie
protoneringsenthalpieën voor de vorming van de carbenium ionen. Verder is er één
activeringsenergie voor alkylshift (Ea,AS(p;s)), drie voor PCP-vertakking (Ea,PCP(p;p),
Ea,PCP(p;s), Ea,PCP(s;s)) en vier voor β-scissies (Ea,β (p;p), Ea, β (p;s), Ea, β (s;s), Ea, β (s;p)). De
activeringsenergie voor secundaire naar primaire PCP-vertakking Ea,PCP(s;p) wordt berekend
met behulp van Ea,PCP(p;s) en het verschil tussen de protoneringsenthalpieën voor secundaire
en primaire carbenium ionen.
Resultaten
Het verschil tussen de protoneringsenthalpie voor de vorming van een tertiair en een
secundair carbenium ion bedraagt 42,7 kJ/mol en komt overeen met waarden gevonden in de
literatuur. Het verschil tussen de protoneringsenthalpie voor de vorming van een secundair en
een primair carbenium ion bedraagt 54,7 k/mol en is te klein in vergelijking met waarden
gevonden in de literatuur. Hierin worden waarden rond 100 kJ/mol voorgesteld.
De waarde voor de activeringsenergie voor secundaire naar secundaire PCP-vertakking die in
de literatuur wordt voorgesteld, bedraagt 108,7 kJ/mol. De waarde geschat voor dit
reactienetwerk bedraagt slechts 53,4 kJ/mol.
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke reactienetwerk uitgebreid met hydrogenolyse
XII
De activeringsenergie voor β-scissie is lager naarmate een meer stabiel carbenium ion
gevormd wordt. De geschatte waarden voor de vorming van een primair carbenium ion
voldoen enkel aan deze vaststelling indien vertrokken wordt van een tertiair carbenium ion,
niet wanneer vertrokken is van een secundair. Ingeval uitgegaan wordt van een minder stabiel
ion voor β-scissie zal de activeringsenergie eveneens lager zijn.
De pariteitdiagrammen voor de molaire uitlaatstromen voor n-butaan, ethaan en propaan zijn
aanvaardbaar. Deze voor isopentaan is iets minder goed, maar de plots voor methaan en
isobutaan zijn onaanvaardbaar. Het is moeilijk de responsen van methaan en isobutaan
degelijk te beschrijven aangezien de molaire uitlaatstroom van deze responsen voor de meeste
experimenten gelijk zijn aan nul.
Uit de statistische analyse volgt dat zowel de regressie als de schatting van de individuele
parameters significant is. De berekende F- en t-waarden zijn steeds groter dan de
getabelleerde waarde. Uit de matrix met de binaire correlatiecoëfficiënten volgt dat de
activeringsenergie voor PCP-vertakking van een secundair carbenium ion met vorming van
een secundair carbenium ion negatief gecorreleerd is met de protoneringsenthalpie voor een
secundair carbenium ion. Dit kan verklaard worden aan de hand van het reactiemechanisme.
Zowel bij het beschrijven van de invloed van de ruimtetijd als van de druk wordt de conversie
licht onderschat. Dit heeft als gevolg dat de selectiviteit overschat wordt. Desondanks wordt
de trend in de curve wordt steeds goed beschreven.
Hydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke
reactienetwerk uitgebreid met hydrogenolyse
Reactienetwerk
In dit deel van het project wordt het klassieke reactienetwerk bestaande uit de 6
reactiefamilies uitgebreid met krakingsreacties op de metallische centra (hydrogenolyse).
Aangezien primaire carbenium ionen buiten beschouwing worden gelaten, zal voor
hydroisomerisatie van n-pentaan geen β-scissie kunnen optreden.
Bij hydrogenolyse zal ofwel methaan, ofwel ethaan afgesplitst worden. Naargelang het deel
dat afgesplitst wordt, refereren we naar demethylering, respectievelijk deëthylering.
De veronderstellingen gemaakt voor het klassieke reactienetwerk blijven gelden.
Oligomerisatie en hydride transfer worden niet in aanmerking genomen. Quasi-evenwicht is
nog steeds verondersteld voor de (de)hydrogenatie en (de)protonatiereacties.
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke reactienetwerk uitgebreid met hydrogenolyse
XIII
Een bijkomende veronderstelling is dat hydrogenolyse enkel in rekening gebracht wordt voor
n-pentaan en isopentaan. Deze veronderstelling is gerechtvaardigd doordat de concentratie
van de C5-alkanen het grootst zal zijn, alsook doordat C5-alkanen de grootste affiniteit zullen
vertonen om te reageren met de metallische centra. De veronderstelling is voornamelijk
ingevoerd om het aantal modelparameters te beperken. Voor elke reactie van een kleiner
alkaan dan C5 die beschouwd wordt, moeten twee extra parameters geschat worden, namelijk
een pre-exponentiële factor en een adsorptie-enthalpie.
Dit reactienetwerk bestaat uit 7 alkanen, 10 alkenen en 7 carbenium ionen die optreden als
product of reactant in 10 (de)hydrogenaties, 11 (de)protonaties, 2 pcp-vertakkingen, 3
demethyleringen en 2 deëthyleringen.
Door de jaren heen is reeds veel onderzoek verricht naar hydrogenolyse. Het model dat de
beste resultaten gaf in het eerder werk, dat verondersteld dat een geadsorbeerd waterstofatoom
betrokken is bij de krakingsreactie; wordt gebruikt voor de beschrijving van hydrogenolyse in
dit werk.
Snelheidsvergelijkingen
In tegenstelling tot het vorige geval waarbij het klassieke reactienetwerk uitgebreid wordt met
primaire carbenium, veranderen de vergelijkingen van het klassieke reactienetwerk wel
wanneer hydrogenolyse in rekening gebracht wordt. De methode waarmee de vergelijkingen
afgeleid worden, blijft echter wel dezelfde.
Het verschil tussen het klassieke reactienetwerk en dit netwerk ligt in de berekening van de
netto-vormingssnelheid van de alkanen. Naast de bijdrage van de reacties waarbij het
carbenium ion, corresponderend bij het beschouwde alkaan, gevormd wordt of verdwijnt, en
de bijdrage van de rechtstreekse vorming van olefienen door β-scissie, moeten hier ook de
hydrogenolysereacties in rekening gebracht worden. Rechtstreekse vorming van olefienen
door β-scissie geldt enkel voor het algemene geval. Bij hydroisomerisatie van n-pentaan kan
β-scissie immers niet optreden.
Modelparameters
In totaal zijn er 14 modelparameters die geschat moeten worden. Voor de zuurgekatalyseerde
reacties wordt opnieuw het single-event principe toegepast, waarbij enkel de
activeringsenergie overblijft als parameter die geschat moet worden. Voor de
metaalgekatalyseerde hydrogenolysereacties echter wordt het single-event principe ook
toegepast, maar wordt de pre-exponentiële factor eveneens geschat. Literatuurstudie zou
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie van n-pentaan: het klassieke reactienetwerk uitgebreid met hydrogenolyse
XIV
moeten gebeuren alvorens de pre-exponentiële factor bepaald kan worden door middel van
statistische thermodynamica.
Er zijn twee protoneringsenthalpieën te schatten, namelijk voor de vorming van secundaire en
tertiaire carbenium ionen. Enkel PCP-vertakking van secundaire naar secundaire carbenium
ionen treedt op als zuurgekatalyseerde reactie, wat aanleiding geeft tot één activeringsenergie.
Zowel voor de dissociatieve adsorptie van waterstof als voor de adsorptie van het alkaan moet
een pre-exponentiële factor als een adsorptie-enthalpie geschat worden.
Voor de hydrogenolysereacties, demethylering en deëthylering, moet telkens een pre-
exponentiële factor als een activeringsenergie bepaald worden. Twee verschillende
snelheidscoëfficiënten worden gebruikt daar de experimentele productdistributie aantoont dat
het molaire uitlaatdebiet van ethaan significant hoger is dan dit van methaan.
Als laatste modelparameter wordt tevens het aantal waterstofatomen geschat die verwijderd
worden van het alkaan tijdens chemisorptie op een metallisch centrum.
Resultaten
Het geschatte verschil in protoneringsenthalpie voor de vorming van een secundair en een
tertiair carbenium ion bedraagt 44 kJ/mol. Deze waarde komt overeen met waarden
gepostuleerd in literatuur.
De waarde voor PCP-vertakking van een secundair naar een secundair carbenium ion is
geschat op 92,7 kJ/mol welke iets lager ligt dan waarden gevonden in literatuur.
De enthalpieverandering bij adsorptie van een alkaan op een metallisch centrum is positief.
Dit endotherme karakter wordt eveneens teruggevonden in literatuurgegevens voor lichte
alkanen zoals butaan en propaan. Het endotherme karakter is te wijten aan het optreden van
hydrogenatie tijdens de adsorptie.
De activeringsenergieën voor demethylering en deëthylering zijn overeenkomstig met
waarden uit de literatuur. De activeringsenergie voor demethylering is hoger dan deze voor
deëthylering, welke kan verklaard worden door het reactiemechanisme.
Pariteitdiagrammen voor ethaan, propaan, isopentaan en n-butaan zijn aanvaardbaar. Deze
voor methaan en isobutaan zijn het - zoals in het vorige geval - niet. Dit is opnieuw te wijten
aan de experimentele uitlaatdebieten voor methaan en isobutaan die doorgaans gelijk zijn aan
nul.
Uit de F-test in de statistische analyse blijkt dat de regressie op zich significant is, maar de t-
test wijst uit dat 9 van de 14 modelparameters niet significant geschat worden. Er zijn redenen
om aan te nemen dat de geschatte waarden voor de modelparameters toch significant zouden
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie onder niet-ideale hydrokrakingscondities
XV
zijn, maar dat er problemen zijn met de manier waarop de t-waarde berekend wordt. De t-
waarde wordt berekend uitgaande van de variantie/covariantiematrix. Deze is op zijn beurt
afhankelijk van het verschil tussen de modelberekende en de experimentele waarden.
Wanneer de experimentele uitlaatdebieten voor bepaalde responsen gelijk zijn aan nul
resulteert dit in grote afwijkingen tussen modelberekende en experimentele waarden. Om een
betrouwbare statistische analyse te kunnen doen, zou een nieuwe regressie moeten uitgevoerd
worden waarbij de responsen van methaan en isobutaan niet in beschouwing worden
genomen.
Uit de matrix met binaire correlatiecoëfficiënten blijkt opnieuw dat de protonatie-enthalpie
voor de vorming van secundaire carbenium ionen negatief gecorreleerd is met de
activeringsenergie voor PCP vertakking van een secundair carbenium ion met vorming van
een secundair carbenium ion. Dit kan op dezelfde manier verklaard worden als in het geval
waarbij primaire carbenium ionen beschouwd worden.
Verder blijkt ook een negatieve correlatie tussen de adsorptie-enthalpie en beide
activeringsenergieën voor de hydrogenolysereacties. De activeringsenergieën zijn onderling
positief gecorreleerd. Deze afhankelijkheden kunnen verklaard worden op basis van het
reactiemechanisme.
Zowel als functie van de ruimtetijd als van de druk wordt de conversie licht overschat.
Daardoor wordt de selectiviteit naar isopentaan onderschat.
Hydroisomerisatie onder niet-ideale
hydrokrakingscondities
De testen uitgevoerd aan de universiteit van München bevatten enkele experimenten
verkregen onder niet-ideale hydrokrakingsvoorwaarden. Deze laatste vertonen een afwijkend
gedrag. Om deze resultaten nauwkeurig te kunnen beschrijven, moet dit afwijkend gedrag
beschreven worden in de computercode waarmee de regressie gebeurt.
Reactiemechanisme
Single-event benadering is tot dusver hoofdzakelijk toegepast voor zuurgekatalyseerde
reacties. Het klassieke reactienetwerk wordt opnieuw uitgebreid met de beschouwing van
primaire carbenium ionen.
De veronderstellingen gemaakt bij het klassieke reactienetwerk blijven gelden, behalve het
quasi-evenwicht van de (de)hydrogenatiereacties. Aangezien dit evenwicht gebruikt werd
-
Nederlandse samenvatting Hydroisomerisatie onder niet-ideale hydrokrakingscondities
XVI
voor de bepaling van de concentratie aan olefienen, zullen deze concentraties optreden als
variabelen. Dit leidt tot een set van 17 vergelijkingen, in plaats van 7, die opgelost moeten
worden. De residuele n-pentaan stroom wordt bepaald uit de koolstofbalans, wat leidt tot 16
vergelijkingen die opgelost worden.
Voor de olefienen wordt pseudo-stationaire toestand verondersteld, wat ertoe leidt dat de tien
vergelijkingen voor de olefienen niet-lineaire algebraïsche vergelijkingen zullen zijn.
Invloed van de werkingsvoorwaarden op idealiteit van hydrokraken
Zoals eerder vermeld wordt de idealiteit van het hydrokraken niet uitsluitend bepaald door het
type katalysator, maar ook door de werkingsvoorwaarden. Katalysatoren die aanleiding geven
tot ideaal hydrokraken onder een bepaalde set van voorwaarden, kunnen aanleiding geven tot
niet-ideaal hydrokraken onder een andere set.
Een hoge temperatuur en lage druk leiden tot niet-ideaal hydrokraken. Onder deze
omstandigheden zal bij stijgende druk evenzeer de conversie stijgen.
Hoge molaire waterstof tot koolwaterstofverhoudingen leiden eveneens tot niet-ideaal
hydrokraken. De verklaring voor dit effect ligt in de grote invloed van de ratio op de
partieeldruk van de koolwaterstoffen en de kleine invloed van de ratio op de partieeldruk van
waterstof.
Toepassing van Single-event microkinetisch modelleren op de
(de)hydrogenatiereacties
Omdat het evenwicht van de (de)hydrogenatiereacties niet meer geldt, moeten al deze reacties
afzonderlijk in rekening gebracht worden. Ondanks veelvuldig onderzoek is het
reactiemechanisme voor (de)hydrogenatiereacties nog niet bekend. Daardoor wordt single-
event toegepast op de globale reactie, in plaats van op het gehele reactiemechanisme. De
single-event snelheidscoëfficiënt voor dehydrogenatie behoort tot de snelheidsbepalende stap.
Verondersteld is dat de oppervlaktereactie de snelheidsbepalende stap is.
Verstraete stelt in zijn werk voor om een snelheidscoëfficiënt in te voeren af