9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een...

44
ECON nect FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI DRIEMAANDELIJKS P706331 AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MASSPOST 6DE JAARGANG • MAART-APRIL-MEI 2019 Research@FEB Interview Tom Verbeke: Living Labs Students@FEB Eko-Travel: Around the world with our students News@FEB In memoriam: prof. dr. Maurice Verhelst Alumni@FEB Nieuwjaarsactiviteiten regionale kernen Decaan Wilfried Lemahieu

Transcript of 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een...

Page 1: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

ECONnectFACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN & EKONOMIKA ALUMNI • DRIEMAANDELIJKS

P706331 • AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN MASSPOST • 6DE JAARGANG • MAART-APRIL-MEI 2019

Research@FEB

Interview Tom Verbeke: Living Labs

Students@FEB

Eko-Travel: Around the world with our students

News@FEB

In memoriam: prof. dr. Maurice Verhelst

Alumni@FEB

Nieuwjaarsactiviteiten regionale kernen

Decaan Wilfried Lemahieu

Page 2: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Inhoud

Alumni@FEB p 24

• Bart De Wever: We moeten geloven in de kracht van de wetenschap en de technologie p 24

• Jos Clijsters, voorzitter Belfius: de bank stelt het wel p 26

• Philip Heylen: ISVAG is een superefficiënte verwerker van huishoudelijk afval p 28

• House of HR: een groeibedrijf dat jobs zoekt op maat van haar klanten p 29

• Paul Vanneste (Top Motors Wevelgem) p 30

• Leuvens burgemeester Mohamed Ridouani zet in op samenwerking en sociale cohesie p 32

• Wouter Desmet (EY): Innovatie moet nu snel en IN de business gebeuren p 35

• Fotoreportage nieuwjaarsactiviteit regionale kern Brussel p 37

• Boekonomika: reis naar duurzaam ondernemen p 38

• Column Andreas Tirez p 40

News@FEB p 18

Research@FEB p 20

• In memoriam: Prof. Maurice Verhelst p 18 • Access-To-Medecines Research Team: prof. Nico Van Daele in action p 19

• Prof. Tom Verbeke stelt zijn onderzoek rond Living Labs voor p 20

• Awards p 23

Students@FEB p 4

• Bachelorstudenten aan het woord p 4• Eko Travel p 6• Rekruteringsevents: Studie-informatiedagen p 8• Major in de kijker: Entrepreneurship p 9

• Internationale Ervaringen@FEB p 11• Academics For Technology p 14• Eko in History p 16

Page 3: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

ECONnect

3

Beste huidige entoekomstige student,Beste alumnus,

Ustaat er misschien niet bij stil terwijl u dit ECONnect-exemplaar inhanden hebt, maar dit boekje is eigenlijk het resultaat van een samen -

werking tussen verschillende partijen; een samenwerking die we als faculteitenorm belangrijk vinden en die we héél erg appreciëren. ECONnect is immerseen gemeenschappelijk initiatief van de Faculteit Economie en Bedrijfs -wetenschappen, haar studentenkringen en haar alumnikring EkonomikaAlumni. Tegelijk is het echter maar het topje van de ijsberg. De samen -werking gaat véél verder dan enkel een tijdschrift.

We zien onze studenten immers niet als louter ‘passanten’: we willen hen graagondersteunen in het hele traject dat start bij de studiekeuze en loopt over onthaal -dagen, bachelor- en masterstudies tot de uitstroom naar de arbeidsmarkt envér daar voorbij, zeker nu levenslang leren een steeds belangrijker plaats inneemtin zowat elke carrière. De faculteit wil haar studenten daarbij niet enkel weten -schappelijk vormen en academische kennis bijbrengen. We willen hen ook echtklaarstomen om, lokaal en internationaal, sleutelposities in te nemen in het bedrijfs - leven, in de non-profit sector, in overheden of waarom niet: de academische wereld.

De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen eenessentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enormaanbod aan optionele activiteiten, ingericht en ondersteund door onze studenten -kringen Ekonomika en Absoc, om de nodige competenties nog verder aan te scherpen: denken we maar aan bedrijfsprojecten, stages, internationaleuitwis selingen, case competities, skills workshops, sollicitatietraining, … Het volledige overzicht is te vinden op www.careercorner.be, overigens ook een co-productie tussen FEB en haar studentenkringen.

De faculteit mag zich daarbij heel gelukkig prijzen om te kunnen samenwerkenmet een aantal zeer toegewijde en vaardige partnerverenigingen, ‘gerund’ doorhaar huidige en vroegere studenten. Op dezelfde wijze vormt Ekonomika Alumniimmers een onmisbare schakel in deze keten: onze alumni zijn niet enkel deeerste ambassadeurs van onze faculteit, ze vormen ook onze eerste partnersen toetssteen voor onderwijsvernieuwingen, onderzoekssamenwerking enonderzoeksvalorisatie.

De alumni zijn onze geprivilegieerde bondgenoten voor heel wat van dehierboven vermelde bedrijfsprojecten en stages en meer dan ooit willen we inde toekomst met hen samenwerken op gebied van levenslang leren. In die zin is de strikte scheiding tussen ‘student’ en ‘alumnus’ ook achterhaald:we zijn reeds lang voordat we afstuderen bezig met hoe we onze loopbaanwillen inrichten, en het student-zijn houdt niet op wanneer we ons diplomaontvangen. We blijven studeren gedurende onze hele carrière. Bent u dushuidig, toekomstig of oud-student: ik wens u heel veel studieplezier toe!

Wilfried LemahieuDecaan

Page 4: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Students@FEB

4

Students@FEB

LARA BERGERS,STUDENTETOEGEPASTEECONOMISCHEWETENSCHAPPEN

Lara Bergers, studente Toegepaste Economische Wetenschappen,kijkt met plezier terug op haar eerste semester. Lara koos voorTEW omwille van de variëteit van de opleiding en de mogelijk -heden dat het diploma biedt op de arbeidsmarkt.

Gezien de andere studie-aanpak in vergelijking met het secundaironderwijs bemerkt Lara dat een hogere studie toch niet altijd zovanzelfsprekend blijkt.

Lara: “De hoeveelheid vrijheid die je opeens krijgt maakt het moeilijkom je te realiseren dat je aan de universiteit bent ingeschrevenen dat de blok en examens al sneller voor de deur staan danverwacht. Naar de les gaan is opeens niet meer verplicht, vaakis er ook geen permanente evaluatie meer waardoor, wanneerje ervoor kiest om niet naar de les te gaan, je het jezelf moeilijkermaakt tijdens de blok. Uit eigen ervaring raad ik daarom alletoekomstige studenten aan om toch zo veel mogelijk lessen bijte wonen, ook al ben je van mening dat dit niet altijd even

relevant is. Voor sommigen wordt de leerstof in de les tragerbehandeld dan wanneer men het zou leren door middel vanzelfstudie, maar men komt wel te weten waar de professorennadruk op leggen en wat ze belangrijk vinden. De examen -periode aan de universiteit is namelijk een lange periode diebijna niet te vergelijken valt met die van in het secundaironderwijs, en je wilt deze niet moeilijker maken dan het al is.”

Lara heeft doorheen haar eerste semester al snel ondervondendat de grootste uitdaging voor haar eruit bestaat het evenwichtte zoeken tussen vrije tijd en studeren. Waar dit evenwicht inhet secundair al makkelijk te vinden was door de veelheid aantaken en toetsen ligt dit in het hoger onderwijs volledig bijzichzelf. Lara: “In Leuven is er een brede waaier aan activiteitenvoor studenten, waardoor men in het belang van de studies,genoodzaakt is te kiezen.” Zelf weet ze heel goed hoe moeilijkhet is om aan de verleiding te weerstaan om niet aan alleactiviteiten deel te nemen. Zo is Lara fasevertegenwoordigervan eerste bachelor TEW en is ze actief in zowel het revue- alseerstebachteam van Ekonomika waardoor haar agenda al snelvolgepland is en er vaak maar weinig tijd overblijft om de lessenvolledig bij te houden. Lara: “Van mijn engagement heb ikabsoluut geen spijt, ik ben namelijk van mening dat je niet enkelervaring opdoet uit je studie, maar ook uit je studentenleven.Niet enkel de studies zelf, maar heel het gebeuren errond, de verantwoordelijkheid, het time-management en dergelijke,dat is waar je ervaring uit opdoet.” Nu, een semester dattegenvalt is niet noodzakelijk een teken dat de richting niet voorjou is weggelegd, vaak is het een teken dat de student er nogniet helemaal in is geslaagd om de nieuwe aanpak van onder wijsonder de knie te krijgen.

BACHELOR -STUDENTENaan hetwoord

Het tweede semester is gestart, de eerste

maanden als student zijn achter de rug. Tijd om

enkele bachelorstudenten aan het woord te

laten voor een korte evaluatie. Waarom hebben

ze voor de opleiding gekozen? Beantwoordt ze

aan de verwachtingen? Lara, Oliver, Lonneke

en Agnus namen de tijd om hun opleiding door

te lichten.

William Marynissen

Page 5: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

5

OLIVIER VAN POPPEL, STUDENT HANDELS -INGENIEUR

Olivier Van Poppel, student Handelsingenieur, is dit academie jaaraan zijn studentenleven in Leuven begonnen. Hij had voordien alenkele openlesdagen gevolgd, die hem vooral een beeld gavenvan de behandelde materie tijdens de lessen, maar over hoe jemoest studeren aan de universiteit en of daar begeleiding voorwas had Olivier op dat moment nog niet meegekregen. Zijnouders hadden hem doen geloven dat je aan de universiteit erhelemaal alleen voor staat, maar dat bleek uiteraard niet tekloppen. Olivier kon op hulp rekenen van Ekonomika met ‘Ekowiki’en de FEB met monitoraat- en zelfstandige sessies. Olivier: “De uitgebreide bijstand en begeleiding die wordt aan gebodenaan eerstejaars studenten is voor velen een welgekomen hulp.”

En dat was ook te zien aan Olivier zijn mooie resultaten. Hij merktewel dat de vrijheid die je nu krijgt enorm verschilt met die van inhet secundair onderwijs omdat je nu niet meer bij het handjewordt vast gehouden. Olivier: “Het is dan ook belangrijk omplichts bewust met je tijd om te gaan en regelmatig wat tijd tespenderen aan je studies.”

Daarnaast was ook het kotleven hem volledig onbekend, Olivierwas er namelijk van overtuigd dat hij in een bouwvallig krot gingterechtkomen en ging overleven op fastfood. Al snel bleek hetbouwvallig krot eerder een mooi kot, gelegen in het centrumvan Leuven en op wandelafstand van de aula’s en stond fastfoodniet elke dag op het menu.

Olivier: “Ik maakte al snel kennis met het uitgaansleven inLeuven, wat me zeker goed beviel, vooral door het enormeaanbod aan festiviteiten en ook niet onbelangrijk, de lageprijzen. Ik nam zelf vaak deel in activiteiten georganiseerd doorEkonomika, waardoor ik haast de tijd niet vond om me tevervelen. Veel van mijn nieuwe vrienden leerde ik kennen doordeze activiteiten en ik raad dit daarom aan alle toekomstigestudenten aan die graag nieuwe mensen willen leren kennen.”

Kort samengevat is voor Olivier het leven in Leuven veel beterdan verwacht en kijkt hij erg uit naar een volgend geweldigsemester en de rest van zijn loopbaan aan de FEB als HIR-student.

LONNEKE & AGNUS,HANDELS -WETENSCHAPPEN

Lonneke is 20 jaar en studeert handelswetenschappen aan deKU Leuven op campus Brussel. In haar ogen is Handelsweten -schappen een richting waar er meer focus ligt op de praktischekant, die beter bij haar aansluit. Bovendien genieten de studentenvan campus Brussel een persoonlijke aanpak naar haar mening.Lonneke: “Hoorcolleges en oefenzittingen worden georganiseerdin kleinere groepen wat het voor mij aangenamer en gemakkelijkermaakt om de focus niet te verliezen. Bovendien verlaagt hetuiteraard de drempel om bemerkingen en vragen te stellen aande docent. Ieder jaar is er bijvoorbeeld een manage ment project datop poten moet gezet worden door de student en dat was eenvan mijn favoriete vakken omdat het zich ertoe leent om theoriedaadwerkelijk in praktijk om te zetten.”

Ook Agnus Bruyndonckx rondde zijn eerste semester Handels -wetenschappen af, maar dan aan de KU Leuven op campusAntwerpen. Een positief semester voor hem. Hij deelt de meningvan Lonneke dat Handelswetenschappen een zeer praktijk -gerichte opleiding is met een divers curriculum en een persoonlijkeaanpak. Agnus: “Toch is het qua werklast zeker niet te onder -schatten. De discrepantie in werkhoeveelheid tussen secundaireen hogere studies kwam dan ook in eerste instantie hard aan.Ik onderschatte dan ook de tijd die ik nodig had voor hetverwerken van alle vakken. De grote hoeveelheden aan werkvormen dan ook voor vele eerstejaarsstudenten de grootsteuitdaging.”

Het studentenleven had hij zich ook totaal anders voorgesteld.Agnus: “In het secundair hoor je vaak cowboyverhalen vanheelder dagen uitgaan, feesten en plezier maken en zich op hetlaatste moment nog door alle examens heen loodsen. Voor mijwas het toch elke dag een ander stramien, 3 uur pendelen, enkeleuren les en dan terug naar huis. Natuurlijk werd er wel gefeest,en Antwerpen is dan ook een stad waar er ’s avonds altijd wel iets te doen is, al dan niet georganiseerd door studenten. Toch bleken de heldentaferelen die men hoort in studenten -verhalen van tegenwoordig minder prominent dan eerst gedacht.”

Page 6: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Students@FEB

6

EKO-Travel: Around The World with our students

Het is al een jarenlange traditie: Ekonomika organiseert heel wat reizen voor eenheel divers publiek, het liefst naar bijzondere oorden waar de studenten samenvan een spetterende vakantie kunnen genieten. Wat stond er dit jaar op hetprogramma? Een uitdagende Eurotrip in de zomer, een magische citytrip naar hetverre Moskou, en een knaller van een skireis naar de Italiaanse bergen! Onder degemeenschappelijke noemer EkoTravel, blikken we even terug naar de geweldigetijden die op deze drie trips werden beleefd!

CULTUUR IN DE ZOMER

De zomer van 2018 werd afgetrapt met een reis die het letterlijkállemaal had: zon, zee, cultuur, prachtige steden … én eenspectaculair festival. Eurotrip 2018 nam een groep van 35studenten mee doorheen Europa in combinatie met hetspetterende festival Balaton. De vakantiegangers zetten dezomervakantie eerst stevig in met het intussen wereldberoemdedancefestival aan het Hongaarse Balatonmeer, waar ze vijfdagen genoten van de artiesten, het plezier op de camping, en de heerlijke tijd aan het meer onder de stralende zuiderse zon.Daarna stonden de steden Zamardi, Pula, Ljubljana en Venetië

één voor één op het programma. Voor elke stad werd een paardagen uitgetrokken, om de sfeer op te snuiven en de cultuur teontdekken. Al hadden de studenten wel een dagje rust tussenhet festivalgedruis en de cultuurtrip kunnen gebruiken, tochhouden ze een geweldige herinnering over aan de sfeer, de mooie steden en de vele nieuwe ontmoetingen.

HET OOSTEN IN DE HERFST

Later op het semester trok de herfst langzaam ons land binnen,maar economisten gingen de uitdaging aan om naar nogkoudere oorden te trekken. Op 31 oktober vlogen 17 studenten,die elkaar amper kenden, naar de magisch winterse hoofdstadMoskou. De aankomst verliep vlekkeloos; een hip hotel, lekker eten voor slechts een paar roebels en een gezelligekennismaking. De eerste dagen hadden heel wat voor ons inpetto: een verkennende rondleiding door de stad met eenongelooflijk enthousiaste gids, ontelbaar vele kerkjes, groteparken, leuke uitzichtpuntjes en het wereldberoemde RedSquare, waar de befaamde St.-Basils kathedraal zich bevindt.Er hing begin november al een heuse kerstsfeer dankzij detalrijke lichtjes (en helaas ook de winterse temperaturen). In dedagen daarop volgden het Kremlin, een aantal indrukwekkendemusea, een heleboel prachtige stadswandelingen, de binnen -kant van een dozijn kerken, de één nog mooier dan de andere …Natuurlijk zijn we studenten, en hoorden het occasionele vodkaproeven (met mate!) en een kennismaking met het nachtlevenvan Moskou er ook bij. Deze speciale stad zal Ekonomika vooraltijd bijblijven!

EN SKIËN IN DE WINTER

Tenslotte vond ook dit jaar de befaamde skireis plaats tijdensde lesvrije week richting Val di Sole. Na hard zwoegen tijdensde examenperiode, was een week wintersporten meer danwelkom voor de ongeveer 800 deelnemende studenten – eenrecordaantal! Helaas werd de doortocht even verstoord door

Undercover in Moskou

Page 7: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

een hevige sneeuwval in Oostenrijk. Er viel de avond voor hetvertrek wel bijna één meter sneeuw waardoor het verkeervolledig werd versperd. Wat een reis van 16 uur bleek te zijn, werdal gauw eentje van 32 uur. Deze lange uren werden gelukkigopgevuld met muziek te draaien en sneeuwballen gevechten teorganiseren tijdens de file. De studenten verzamelden hunmoed om te gaan genieten van de prachtige Italiaanse skipistes,en zo werden voorgaande uren al snel vergeten met een frissepint op de après-ski. Na een week vol zon, sneeuw en bierkonden de studenten met een gerust hart naar huis vertrekken.De skireizen van Ekonomika zullen nog voor lange tijd op dekalender blijven staan! En nu: op naar de lente!

Héloïse GoossensYves Timmermans

Margaux Millecamp

7

Skireis Val di Sole

Tientallen basilieken sieren Moskou Ekonomika in het Kremlin

Page 8: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Students@FEB

8

Elk jaar organiseren de centra voor leerlingenbegeleiding en hetVlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming in de vijf Vlaamseprovincies studie-informatiedagen (SID-ins). Laatstejaars secundaironderwijs maken er kennis met de brede waaier aan studie- enberoepsmogelijkheden na het secundair onderwijs.

De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen kan op dezeSID-in beurzen natuurlijk niet ontbreken en ook dit jaar was onzestek op de KU Leuven stand een succes. Laatstejaars secundairkonden er kennis maken met de FEB-opleidingen en kondenuitgebreid info vragen. Een sfeerimpressie!

REKRUTERINGSEVENTSSID-IN

Kom kennismaken met de opleidingen en de campussen van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,meer info: https://feb.kuleuven.be/toekomstigestudenten/infomomenten/

Page 9: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

99

Major in de Kijker:Entrepreneurship Voor vele afgestudeerden aan onze faculteit is het misschien een droom: het ontwikkelen van een eigen idee, een eigen project, een eigen zaak. Vaak is het tasten in het donker tot je het de lichtknop vindt, maar daar wil de faculteitverandering in brengen. En dat heeft z’n effect! De major Entrepreneurship, een opleiding ontstaan in 2013, wordt steeds populairder.

De major, bestaande uit een totaal van 24 studiepunten aanopleidingsonderdelen, met daarnaast de masterproef, is enerzijdsop te nemen door studenten in de masteropleiding ToegepasteEconomische Wetenschappen. Daarnaast nemen heel watmaster studenten TEW uit andere majoren, vakken uit deze majorop als minor, wat gelijk staat aan hun subspecialisatie. Het aantalstudenten dat de major opneemt is op vijf jaar tijd verdrie -voudigd! Ondanks de stijgende interesse weten velen echterniet precies wat deze master inhoudt. Graag kaderen we dezeopleiding voor potentiële ondernemers in deze editie van Majorin de Kijker.

Prof. Melillo is sinds 2014 hoogleraar Ondernemerschap en is verantwoordelijk voor de organisatie van de majorEntrepreneur ship. Zij geeft binnen deze major ook tweevakken.

WELKE VAKKEN VORMEN DE KERN VAN DEZE MASTER?Prof. Melillo: De cursus “Entrepreneurship en New BusinessDevelopment” vormt de kern van de master Entrepreneurship.In deze cursus leren studenten een businessplan ontwikkelen.Ze moeten zelf ook een volledig plan opstellen. De groepen methet beste plan worden aan het einde van het jaar geselecteerdvoor een pitchingwedstrijd. Hierbij is een jury van investeerdersen ervaren ondernemers aanwezig. Hiernaast krijgen de studentenopleidingsonderdelen zoals Organising for Entrepreneurship,Entrepreneurial Finance en Strategic IP Management voor -geschoteld, om hen met alle aspecten van het organisatorischeondernemen in aanraking te laten komen.

WAAROP LIGT DE ALGEMENE FOCUS BINNEN DEOPLEIDING?Prof. Melillo: Het ultieme doel van de major is om studentendiepgaand inzicht te geven in de aard van ondernemerschap.Dit niet alleen door concepten en modellen aan te leren, maar ook door praktische uitwerkingen, mogelijk gemaakt doorinteractieve lessen.

In de lijn van de opkomende trend in ondernemer schaps -onderwijs introduceerden we de ondernemerschapsmethode.Deze methode is erop gericht studenten ondernemend te lerendenken en handelen. Hierbij staan experimenten, creativiteit ensnelle besluitvorming bij hoge onzekerheid en schaarse middelencentraal. Deze soorten vaardigheden zijn zeer gewild bij groteen innovatieve bedrijven, zoals Amazon.

WAAR RICHTEN VERSCHILLENDE ONDERWERPEN VANMASTER PROEVEN ZICH OP?Prof. Melillo: Een heel rijke verscheidenheid aan onderwerpenis mogelijk. Dit gaat van onderwerpen zoals ondernemers -financiering, sociaal ondernemerschap, ondernemende eco -systemen tot student-ondernemerschap. Enkele meer specifiekevoorbeelden zijn de rol van virtuele valuta bij schaalvergroting,vrouwelijk ondernemerschap en toegang tot financiering …Studenten worden ook aangemoedigd om hun eigen onder -werp voor te stellen. Om hun theoretische claims te testen,kunnen studenten hun eigen gegevens verzamelen door middelvan interviews, enquêtes of kunnen ze vertrouwen op uniekedatasets die beschikbaar zijn op de afdeling.

Studente Heleen Arits (TEW) studeerde vorig jaar af envolgde de Major Entrepreneurship in haar master.

WAAROM HEB JE GEKOZEN VOOR DE MASTERENTREPRENEURSHIP?Heleen: Ik heb altijd gevonden dat de opleiding ToegepasteEconomische Wetenschappen nogal theoretisch was. Ik beneerder een creatieveling en kan mij dan ook moeilijk vinden inandere masters waar in mijn ogen toch wel wat minder ruimteis voor eigen invulling. Ik wou wat meer in contact komen methet dagelijkse leven en zélf actief zijn. Entrepreneurship sloothier het beste bij aan. Ik heb nog even getwijfeld om Marketingop te nemen als master, maar aangezien Entrepreneurship eencompleet nieuw domein was, leek het me interessant om dantoch hiervoor te kiezen.

Page 10: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Students@FEB

WAT ONDERSCHEIDT ENTREPRENEURSHIP VAN DEANDERE MASTERS?Heleen: Naar mijn mening vraagt Entrepreneurship vooral veelinzet tijdens het jaar. Aangezien het een redelijk nieuw studie -gebied is, wordt er nog veel gewerkt met papers. Ook moestenwe vaak casestudies op voorhand lezen en voorbereidingenindienen. Je kon er dus niet altijd aan ontsnappen.

Het jaarvak ‘Entrepreneurship en New Business Development’vraagt ook heel veel energie. Elke twee weken moet een nieuwdeel van je businessplan gepresenteerd worden. Deze presentatieomvat balansen, resultatenrekeningen, schattingen en enquêtes.Dit kan dus wel eens zorgen voor spanningen en wat stress inje groep. De examenperiode is dan weer veel rustiger aangezienhet meeste werk gedaan wordt tijdens het academiejaar.

WAT MAAKT DEZE MASTER VOLGENS JOUAANTREKKELIJK VOOR BEDRIJVEN?Heleen: In plaats van een specialist die goed is in één ding,studeer je af als iemand met ‘Jack of all trades’. Je bent immersin contact gekomen met heel veel verschillende aspecten vanhet bedrijfsleven. Dit heeft als keerzijde dat je voor heelspecifieke vacatures niet zo geschikt bent. Je hebt ook op eenandere manier leren kijken naar het bedrijfsleven. Je hebt oogvoor problemen of opportuniteiten waar nog geen oplossingvoor gevonden is. Als je dit goed beheerst, kan je van veelwaarde zijn voor je bedrijf want je kan met oplossingen ennieuwe ideeën komen die anderen niet zien. Verder kan je je opdie manier ook differentiëren van concurrenten. Voor startupskan jouw kennis ook goed van pas komen, want zij zijn natuurlijknog bezig met dit proces. Maar natuurlijk: je eigen bedrijfoprichten is altijd een erg aantrekkelijke mogelijkheid! Daarnaastwordt de master Entrepreneurship nog niet overal aangeboden,waardoor je een eerder uniek profiel hebt op de arbeidsmarkt.

Margaux MillecampArnout Debucquoy

Page 11: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

11

INDIA EN HONG KONG: STUDERENMET EEN CULTUURSHOCK

Een uitwisseling is altijd een uitdaging: een nieuwe start, een nieuwe omgeving en alles zelf doen; de uitgelezen kans om jezelf te ontdekken en, zoals men zegt,je plan te leren trekken. Onze faculteit biedt de avonturiers onder ons deze kansmet een aantal uitwisselingspartners in onder andere het Verre Oosten, India,Afrika en Latijns Amerika. Graag laten we twee studenten aan het woord over hun ervaringen als student met cultuurshock: Elien Croon en Samuel Van Bael.

Elien Croon is laatstejaars masterstudente Business Engi -neering. Zij trok voor haar uitwisseling vorig semester naarde grote Indische stad Calcutta, om aan het Indian Instituteof Management te studeren. Samuel Van Bael is ook master -student Business Engineering en trok richting Hong Kongin China voor zijn uitwisseling vorig semester. Hij studeerdeeen semester aan de City University of Hong Kong.

WAAROM KOOS JE VOOR JOUW BESTEMMING?Elien: Ik heb altijd de zin gehad om naar een heel andere cultuurte trekken, naast het feit dat ik ook gewoon graag eens ver wegvan huis wou zijn. Het was dus wel met voorbedachte rade datik daarheen trok. Mijn keuzes waren Taiwan en India. Beide zijnze heel verschillend van onze westerse maatschappij, maar ookonderling zijn ze compleet anders. Achteraf ben ik erg blij dat ikvoor Calcutta gekozen heb!

Samuel: Ik had al een uitwisselingservaring achter de rug inAmerika, en ik wou sowieso terug buiten Europa gaan. Zo leerje een volledig andere cultuur kennen, én geeft het je heel wat reismogelijkheden. Hong Kong is niet enkel qua stad on ge looflijk boeiend, maar was ook perfect gelegen om Zuid-Oost-Azië af te reizen.

HAD JE BEPAALDE VOOROORDELEN OVER JEBESTEMMING? WAT DACHT JE OVER HET LAND TEWETEN, EN HOE HEB JE JE DAAROP VOORBEREID?Elien: Ik moet toegeven, ik verwachtte mij aan een vuile en geenerg veilige omgeving. Voor ik vertrok, stuurden mensen mij vaakartikels door over hallucinante gebeurtenissen in India: westersevrouwen die zomaar verdwenen, ontvoeringen en moorden,zelfs gestolen organen van iemand die in het ziekenhuis terechtkwam … Ik wist dat er vaak overdreven wordt, maar het warentoch best beangstigende verhalen. Het stereotype van deblonde vrouw die naar India reist, had ik volledig mee. Ik wasbang dat ik inderdaad overal lastiggevallen of aangestaard zouworden. Ook al gaf het me soms kriebels, ik was echter welgebeten om te ontdekken of dit eigenlijk allemaal wel klopte.Qua voorbereiding wist ik eigenlijk niet goed hoe ik daaraanmoest beginnen. Iets heel simpel wat ik wel gedaan heb: een trouw ring gekocht, om te doen alsof ik getrouwd was! (lacht).

Samuel: Ik wist eigenlijk heel weinig af van Hong Kong, buitenhet koloniaal verleden door Engeland. Ik verwachtte me danook aan een mix van Britse en Chinese cultuur. Ik heb me ookniet echt voorbereid, want ik wou alles laten op mij afkomenzoals het was.

WAT ERVAARDE JE METEEN ALS ‘ANDERS’,TOEN JE OP JE BESTEMMING AANKWAM?HOE ERVAARDE JE HET CULTUUR -VERSCHIL EERST?Elien: Ik kwam helemaal alleen aan in Calcutta, en het was erg laat. Ik dacht meteen: het is hiergigantisch groot, donker, anders … en ik kenhelemaal mijn weg niet. De taxichauffeur sprakgeen Engels, dus ik moest op straat mensenvinden die het wel spraken, om te vertalen. Ookde beheerder van mijn verblijf bleek geen woordEngels te spreken … Dat viel me dus het eerst op:communicatie ging hier een uitdaging worden.

Samuel: De beheersing van het Engels in HongKong was ook veel minder groot dan ik hadverwacht.

Page 12: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Students@FEB

12

Elien: Wat ik daarna in India onmiddellijk merkte, was datiedereen aan wie ik hulp vroeg, me meteen wou helpen, maarzonder daar iets voor terug te vragen. Toen ik in het begin opzoek moest naar vanalles en nog wat op de campus, waren eraltijd mensen te vinden die me met veel plezier wilden helpen.Dat zit er gewoon in bij hen, en dat merkte ik meteen.

Samuel: Inwoners van Hong Kong zijn altijd erg gehaast endaarom zeggen ze zelden dag of glimlachen ze naar je opstraat. Iedereen wandelt terwijl hij/zij op de smartphone kijkt. Je wordt ook heel erg bekeken als je eet of drinkt op straat, en op het openbaar vervoer moet je alles heel proper houden.Die zaken vielen mij wel heel snel op.

WAT WAREN OP ACADEMISCH VLAK DE GROOTSTEVERSCHILLEN?Elien: het is me wel duidelijk geworden dat er veel minderefficiënt gewerkt wordt dan hier bij ons. Vooraf was er erg weinigduidelijk, en ter plekke kon je vaak niet geholpen worden metvragen over je vakken of je studie. Daar wen je wel aan. De lessen zelf hadden een veel persoonlijker en informelercontact tussen student en professor. Al was het dat we vaakeen andere student nodig hadden als tolk, omdat we niks vande professoren verstonden! (lacht)

Samuel: Dat probleem hadden wij soms met de professorenook! In Hong Kong! In City U lag de focus ook veel meer oppermanente evaluatie dan hier. Dat is iets wat denk ik veeluitwisselingsstudenten merken als ze een semester in hetbuitenland gaan studeren. Wat ik wel heel leuk vond, is dat inveel vakken de focus lag op Chinese cultuur en maatschappij.Zo heb ik er heel wat over kunnen bijleren.

Elien: Academisch was het ook wel minder uitdagend … Er raakt maar een heel klein percentage van de Indischestudenten binnen bij de universiteit waar ik studeerde, en daarnawordt er niet heel veel meer van hen verwacht. Ook opvallendis dat veel Indische studenten eerst een aantal jaren werken

voor ze gaan studeren. Daardoor waren de vakken en lessenveel praktischer gericht, met heel veel aandacht voor ervaringenvan studenten. Waar je bij ons vaak in theoretische denkkadersblijft, kom je daar veel meer met de praktische aanpak incontact.

HEBBEN DIE STEREOTYPES ZICH VAAK BEVESTIGD,OF BEN JE EERDER VAAK VERRAST?Elien: Verrast, absoluut. Om terug te komen op die behulp -zaamheid: ik had al gehoord dat Indische mensen enormbehulpzaam willen zijn, maar altijd met een bedoeling: omdat ikeen blonde westerse ben, omdat ze me ergens een winkel inwilden lokken, omdat ze geld van me verwachtten … maar datwas helemaal niet zo. Ze verwachtten helemaal niks van mijterug. Ze wilden gewoon helpen. Het was zelfs zo, dat ik mensenbeledigde wanneer ik ze bedankte voor iets, omdat het voorhen zo normaal is om te helpen. Ook het idee dat ik me op m’nongemak zou voelen of in gevaar zou zijn, klopt zeker niet. Het gebeurde wel eens dat we de trein namen om te reizen, en dan kwamen we in overvolle slaapwagons terecht volslapende mannen, en ik heb me nooit op mijn ongemakgevoeld. Rare dingen gebeuren er natuurlijk wel eens: erstonden soms mensen gewoon te kijken hoe ik sliep, omdatmijn blonde haar zo fascinerend was (lacht). Op straat werd ersoms ook een baby in mijn handen geduwd, omdat de familieeen foto wou maken van mij met hun kind. Natuurlijk wilden weook actief in contact komen met dergelijke ervaringen. We kochten bijvoorbeeld altijd tickets voor de laagste klasse,omdat we dat wilden meemaken.

Page 13: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

13

Samuel: Dit vind ik moeilijk om te zeggen. Een heleboelstereotype clashes met Chinese cultuur zijn in Hong Kong eruitgegaan door de Britse kolonisatie. Voorbeelden: spuwen opstraat, boeren aan tafel, kinderen hun behoefte laten doen opstraat … Hong Kong legt nog steeds gedragsregels tegen deze zaken op, zoals een boete van €500 voor het spuwen opstraat. Zo forceren ze Chinese bezoekers van buiten HongKong om zich aan te passen. Ik merkte snel dat Hong Kong ende rest van China niet de beste vrienden zijn. Dit alles neemtniet weg dat qua eetgewoontes de stereotypes absoluut welkloppen. Iedereen eet altijd rijst of noedels, altijd met stokjes,en het is altijd ongelooflijk lekker! (lacht)

Elien: Helaas kloppen andere stereotypes van India ook. De straten en huizen in bepaalde wijken waren bijvoorbeeld ergvuil, en op sommige plekken was de omgeving compleet vernielden smerig. Het gaat dan wel echt enkel om de omgeving;mensen in Calcutta verzorgen zich allemaal erg goed en dragenveel zorg voor hun uiterlijk. Dat had ik voorheen niet gedacht.

KON JE JE GOED INMENGEN MET DE LOKALESTUDENTEN EN BEVOLKING?Elien: Dat ging erg vlot. Je moet er uiteraard je best voor doen,want als je er niet voor open staat, dan ontmoet je geen locals.Maar ik denk wel dat ik net in de juiste stad in India zat daarvoor.Calcutta is armer dan de meeste andere grote steden, en erkomen ook erg weinig internationale studenten naartoe. Het ligtook niet op toeristische routes. Daardoor leef je echt tussen deIndische mensen en studenten, en is het heel makkelijk om ermee in contact te komen. De mensen daar zijn ook gewoonheel geïnteresseerd en nieuwsgierig, en willen je heel graag lerenkennen. Het communicatieprobleem was er natuurlijk wel, maarook daar viel een mouw aan te passen.

Samuel: Ik zat op een erg internationale universiteit waarmensen vanuit zowat heel Zuid-Oost-Azië kwamen studeren.Daardoor stonden de lokale studenten ook erg open voormensen uit andere landen en culturen. Dat geldt ook voor degehele stad, aangezien die een enorme expat community heeft.

HEB JE TIPS VOOR ANDEREN DIE NAAR JOUWBESTEMMING OP UITWISSELING ZOUDEN GAAN?Elien: Mijn tip? Je kunt je er niet op voorbereiden. (lacht) Het gaat gewoon niet! Alle praktische zaken krijg je natuurlijkwel geregeld, maar op de indrukken en ervaringen die je daarmee maakt, kun je je niet voorbereiden. De omstandighedenzijn soms absurd, en je krijgt natuurlijk ook heel vaak ergconfronterende beelden te zien, en dat is iets waar je pas meekunt omgaan, wanneer je daar bent. Dus ik zou zeggen, maakje niet te veel zorgen. India is een land met extreme contrasten,en je moet het gewoon op je af laten komen.

Samuel: Ik zou nog aanvullen: studeer niet al te veel, en genietvooral van je tijd in het buitenland! Probeer ook zo veel mogelijkte reizen. Tickets naar Azië vanuit Brussel zijn een stuk duurderdan vanuit Hong Kong! (lacht)

Elien: Ga het contact ook zo veel mogelijk aan, met studentenop de campus, maar ook met andere locals. De beste manierom India te ervaren, is als je overal voor open staat, en deuitdagingen aangaat. Het is het meer dan waard!

Arnout Debucquoy

Page 14: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Students@FEB

14

ACADEMICS FOR TECHNOLOGY

Academics for Technology (AFT) is a non-profit organization introducing studentsto entrepreneurship and technology. Through our events and workshops, studentshave the opportunity to continuously develop and challenge themselves and others.AFT sees the future as being technology centered and believes that everyone willbe involved with technology in some way or another throughout his or her profes -sional life. Therefore it strives to:

INNOVATE

Technology goes hand in hand with innovation. AFT providesstudents the opportunity to discover this relationship for them -selves. Introducing them to different innovative technologies andbringing them in contact with the most innovative people inBelgium and beyond!

CHALLENGE

AFT challenges students to be an entrepreneur themselves in awide definition of the word. Creating own ideas and workingthem out with professional help along the path. Participants arechallenged to be more than just a student: to impress and beimpressed!

EXCITE

It’s all about excitement. AFT tries to get people excited abouttechnology and entrepreneurship. Getting students motivatedto learn something more, to do something more, that’s what weaim to do and what excites us!

EVENTS

Throughout the year, focus lies on a selection of high-qualityevents. Some of them have grown to be flagships of AcademicsFor Technology portraying all the values it stands for. A primeexample of this is the Woman in Tech Gala!

The Women in Tech Gala brings the opportunity to listen to the most influential female leaders in the Belgian technology.The world must break down gender barriers in order to build a

Page 15: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

15

balanced workforce of the future. Over the years of organizingthis event, the event has seen considerable growth leading usto believe that our message is heard, bringing us one stepcloser to gender equality in the workplace.

Alongside Academics for Development, AFT organises theCleanTech Challenge. As climate has been in the spotlightsrecently, this event reflects perfectly current topics in the world.This challenge tries to give students the opportunity to give backto society by coming up with green solutions. The Belgiancompetition will determine who will be sent to the finals inLondon, organized by the London Business School, and therethey will compete for the £10.000 prize to fund their idea.

Growing to become the next flagship event and bringingtogether students from all over Belgium is our WhatTheHack.This is Belgium’s most epic student hackathon, gathering 250students from engineering, business and beyond to bring theirideas to life in 24 hours.

Finally, a brand new event, Innov8. This gives the opportunityto find out how organizations use innovation in different sectorsto keep their competitive edge. It is all about inspiring newinventors, entrepreneurs and innovators to start working on thefuture that they envision. Innov8 hosts three simultaneous high-profile debates, each covering innovation in a different industry:finance, healthcare and automotive.

STUDENT STARTUP TRIP

The Student Startup Trip is AFT’s signature activity. Every yearwe have the honor to bring it to life and to inspire entrepreneurialhigh potential students.

After successful editions in San Francisco and New York, this year’s Student Startup Trip is bound to Singapore! With 30 entrepreneurial spirits AFT will uncover the city’s highly-talented start-up scene. Next to discovering the start-uplandscape, the trip includes visits to an accelerator, educationalinstitute and a mature corporation. Thanks to this, everyparticipant will discover the fundamentals of Singapore’ssuccess formula.

WORKSHOPS & MASTERCLASSES

Next to the events, a variety of workshops is organised. A workshop will give students the opportunity to explore trendingtopics in the tech-world. Attending a workshop organized byAcademics for Technology is an experience that will bringstudents more knowledge about technological topics.

Besides our workshops we started this year with master -classes. A masterclass is a series of consecutive workshopsabout one specific topic. This ensures there is enough time tohandle the subjects extensively and to give students hands-onexperience. A masterclass is given in collaboration with acompany. This guarantees the quality of the masterclass andmakes sure you are taught by experts in the topic.

If you want to know more of our organization, make sure to visitour website: www.aftleuven.be

Robin Van GansbekePresident

Women in Tech Gala

WhatTheHack?

Page 16: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

16

Students@FEBStudents@FEB

EKO IN HISTORY

Negenentachtig jaar aan geschiedenis, en op heel wat vlakken heeft onze verenigingzich doorheen deze mooie jaren ongelooflijk ontwikkeld. Studenten vertegen -woordiging werd steeds extensiever, meer en meer faciliteiten en thuishavenswerden voorzien, en misschien nog het meest opvallend: de evenementen werdengroot, groter … én grootst. Negenentachtig jaar geschiedenis … en Ekonomika blijftbekend staan om het tevoorschijn toveren van unieke, spectaculaire, of soms zelfslegendarische evenementen. Voor deze editie van Eko in History, blikken we eventerug op de geschiedenis van een aantal kleppers die Ekonomika doorheen dejaren op de studentenkalender heeft gezet!

EKONOMIKA OP CULTURELE TOER:VAN REVUE TOT SUPERPRESTIGE

Ongetwijfeld is het meest legendarische evenement op cultureelvlak de Revue. Het Ekonomika-theaterstuk zag voor het eersthet licht in het jaar 1934, waarmee het één van de langstbestaande evenementen is die we tot op de dag van vandaagnog steeds op de kalender neerzetten. Het eerste stuk?Godendeemstering, een herwerking van het ‘Lied derMercurianen’ van Th. Verreydt, op scène gezet door een aantalcultuurgezinde studenten.

We kunnen ons alleen maar inbeelden dat doorheen de jarende invulling van het theaterstuk grondig veranderde, maar hetconcept blijft hetzelfde: getalenteerde studenten op het podiumzetten en zowel student als faculteit entertainen met eengeweldig toneelstuk. De Revue kent dan ook een ongelooflijksucces: nog geen jaar later worden er al twee nieuwe stukkenopgevoerd voor de studenten. De titels, “Mercurianen inAbyssinië” en “De Wereldrevue”, kunnen niet anders dan tot deverbeelding spreken. Zelfs in harde oorlogstijden kan men destudenten er niet van weerhouden om Revues op te voerenvoor het tweede Lustrumjaar.

De Revue blijft doorheen de jaren haar toeschouwers uit hunstoelen schudden van het lachen, met thema’s die inspelen opgebeurtenissen aan de faculteit, het naspelen van onze geliefdeprofessoren en uiteraard de actualiteit! In recente jaren werdende studenten getrakteerd op verhalen waarbij professorendeelnamen aan de Interfacultaire Rockrally, een alternatievedecaanverkiezing plaatsvond, of een reddingsactie naarPanama ondernomen werd voor een verdwenen professor!

De Revue is het oudste, maar allesbehalve het enige cultureleinitiatief dat doorheen de jaren verscheen. Initiatieven omgetalenteerde studenten een podium te schenken uitten zichonder andere in “Ekorat”, waaronder culturele dagen werdenopgericht in het thema van kleinkunst, en in verschillendetalentenjachten. Een poëziefestival, dag van de mode en

Saving Private Q

Page 17: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

1717

indrukwekkende projecten als een Ekonomika-musical en laternog Ekofilms, stonden doorheen de latere decennia op destudenten te wachten. In het 70e werkingsjaar ziet de Ekoquizhet licht, een traditie die nu wordt verdergezet onder de naamEkonomika Superprestige, waar intussen elk jaar 400 studentenstrijden voor de titel van slimste economisten. De cultuurgeestleeft, op zijn geheel eigen manier, voor altijd verder bij Ekonomika!

DE BLOEMETJES BUITEN ZETTEN:EKONOMIKA’S LEGENDARISCHEFEESTJES

Dat economisten feest kunnen vieren, is niemand van onsonbekend. Voor wie aan onze faculteit vertoefde in de vroegerejaren van het bestaan van onze vereniging, klinkt het woord“klub” ongetwijfeld als muziek in de oren. De klubavonden staanin teken van het lied en het studentennat, maar vooral eengezellig samenzijn.

De grotere dansavonden, daar waar de alom bekende term“TD” van ‘Thee Dansant’ vandaan komt, begonnen vorm tekrijgen vanaf eind jaren ’50. Niet simpel, zo blijkt, want deuniversiteit laat slechts twee TDs per week toe: één voorVlamingen, één voor Walen … Intussen is er heel wat veranderd,maar de term TD blijft moedig bestaan! Ekonomika verwelkomtdezer dagen honderden studenten op haar feestjes doorheenhet jaar, waar we elk jaar kunnen rekenen op bekende heden -daagse artiesten en stevig feestgedruis tot in de vroege uurtjes!

SMARTLAPPENFESTIVAL EN GALABAL

Echter staan we niet altijd bekend voor traditionele feestjes …In 1974 ziet één van de misschien meest beruchte evenementenin Ekonomika’s geschiedenis het licht: het smartlappenfestival.Een avond in teken van de Vlaamse showbizz groeide al sneluit tot een heus festival. Het hoogtepunt: in het 69e werkingsjaarontvangt het festival maar liefst 6.000 studenten! Grote enminder grote sterren aan de Vlaamse schlager- en showbizz -hemel komen schitteren op ons podium: Eddy Wally, Get Ready,

Opium, Wendy Van Wanten, The Strangers … Zelfs Vader Abrahamzakt op een bepaald moment af naar het Leuvense voor eenspetterend optreden. In het 72e verdwijnt het Smartlappen -festival van de agenda, maar gelukkig stonden een heel aantalandere initiatieven te wachten! In 2004 organiseert Ekonomikaeen andere memorabele TD op een unieke locatie … Océade!

Een duizendtal studenten konden in het grote Brusselsezwemparadijs genieten van de unieke combinatie van subtropischzwemplezier en feestgedruis.

Recentere jaren koesteren misschien het meest van allefeestjes, de herinneringen aan hun Galabal. Dit is echter niettelkens het geval geweest! In haar beginjaren trekt het Galabalamper volk, aangezien het evenement door onze studentenbekeken wordt als te bourgeois … Gelukkig verandert dezetrend in de studentenopinie snel, en het Galabal groeit langzaamuit tot het paradepaardje van het Feestcomité. In de meestrecente jaren kende het Galabal standaard een uitstraling vanexclusiviteit, luxe en extravagantie! Op unieke locaties zoalsHangar 58 in Bokrijk, Stayen in Sint-Truiden en Dok 3 inAntwerpen, steeds met speciaal afgehuurde treinen om de omen bij 2.000 studenten naar het Galabal te brengen, in stijl!

Velen onder ons hebben een overvloed aan nostalgischegevoelens bij de herinneringen aan deze evenementen – en ditis nog maar een greep uit het enorme aanbod dat we doorheende jaren aan de studenten hebben voorgeschoteld. Elk jaar zijneigen ideeën en elke generatie zijn eigen tradities … Het houdtons razend benieuwd naar wat er in de toekomst nog allemaalte wachten staat. Voor elk evenement, ludiek of serieus, dat dealom bekende leuze moge blijven gelden: ut vivat, crescatfloreatque Ekonomika!

Arnout Debucquoy

Galabal Ekonomika 2018

Page 18: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

News@FEB

18

IN MEMORIAM

Prof. dr. Maurice VerhelstOp 11 Januari 2019 overleed emeritus Prof. Maurice Verhelst,oprichter van de onderzoeksgroep Beleidsinformatica ensamen met Prof. Jacques Vandenbulcke jarenlang de drijvendekracht achter onderwijs en onderzoek in bedrijfs informatie -systemen.

Maurice behaalde na zijn licentiaatsdiploma aan de KU Leuveneen master in Industrial Administration aan Yale University envervolgens een doctoraat aan onze faculteit. Hij doceerdedoorheen de tijd verschillende cursussen over diverse thema’s,zoals: Inleiding tot de Beleidsinformatica, AutomatischeInformatieverwerking, Statistiek, Programmeren van Admini -stratieve toepassingen, Economics of Information Systems, enSimulatie. Hij was een begeesterend lesgever en heeftdoorheen zijn loopbaan tienduizenden studenten ingeleid in denieuwe wereld van de informatica.

Hij was oprichter van SAI, het Studiecentrum voor Auto matische Informatieverwerking, sinds jaar endag een van de meest vooraanstaande professionele informatica-genootschappen in ons land, en oprichter van CBL (Contactgroep Beleidsinformatica Leuven), de vereniging van afgestudeerden.Hij was ook departementsvoorzitter van het toenmalige departement TEW en jarenlang coördinatorvan de ‘master of science in information technology’ aan de Saint-Louis University op de Filippijnen.

Tegelijk verrichtte Prof. Verhelst baanbrekend onderzoek op het gebied van modelleren van informatie -systemen en beslissingstabellen. Deze twee onderzoeksstromen zijn nog steeds belangrijke domeinenin de onderzoeksgroep en hebben al aanleiding gegeven tot talrijke doctoraten en projecten. Voor zijnonderzoeksloopbaan ontving Maurice de KUBBIK-prijs van de Universiteit Tilburg, een prijs die jaarlijkswordt toegekend aan een persoon die gedurende lange tijd een uitzonderlijke bijdrage heeft geleverdaan het domein van toepasbaarheid en bedrijfstoepassingen van informatie en informatietechnologie.

Naast zijn verwezenlijkingen in onderzoek en onderwijs, was Prof. Verhelst vooral een aangenaampersoon, sterk gewaardeerd door collega’s en studenten. Dat wordt ook weerspiegeld in de talrijkeblijken van medeleven die ontvangen werden van vroegere studenten, ex-collega’s uit diverseonderzoeksgroepen, voormalige medewerkers en diverse contacten uit het bedrijfsleven. MauriceVerhelst heeft een ongelooflijke bijdrage geleverd aan de faculteit en aan de verspreiding van de kennisvan beleidsinformatica in ons land, en in Vlaanderen in het bijzonder.

Vanwege de onderzoeksgroep Beleidsinformatica

Page 19: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

19

Access-To-MedecinesResearch Team: prof. Nico Vandaele in actionFrom February 27th – March 1st, UNICEF Supply Chain Division organized the 2019edition of the System Design Summit at the regional Unicef country office in Abidjan,Cote d’Ivoire. Prof. Nico Vandaele represented the Access-To-Medicines researchteam upon an invitation to act as a facilitator and expert in the field of immunizationsupply chain design.

Decisions about immunization supply chaindistribution networks, storage, human resources,equipment, planning, monitoring, data etc. arecomplex and interconnected. These kinds ofdecisions require data, analysis, and a clearpicture of the end-to-end supply chain,including the inherent relationships betweenstorage, distribution, inventory, and productcharacteristics. System Design is a process thatcreates the plan, or blueprint, for how the supplychain should run, and how all the componentsof the supply chain system fit together and interact.

This supply chain is part of a broader and evenmore complex immunization system, wherebehavioral, contextual, cultural and social elementsare considered in a human-centered design thinking approach. In this way, feasible and bought-in scenarios for the future can beexplored, assessed, and submitted to the decision makers.

Therefore, in its third year, the System Design Summit used theImmunization Supply Chain (iSC) as an entry point but involvedevenly stakeholders like donors, partners, private sector andacademic institutions from both immunization as well as fromother public health commodities supply chains including partici -pation from essential medicines, nutrition, humanitarian/ emergencyresponses, HIV/TB/Malaria, maternal/newborn/child health, etc.

The Summit provided an opportunity for participants to shareexperiences and lessons from advocating for and implementingsystem design activities. It enabled interaction on progress andchallenges with uptake, analysis and implementation of theseactivities and facilitate better collaboration in defining sustainablestrategies and activities.

In-country stakeholders from 20+ sub Saharan African andSouth Asian countries benefited from a wide-range of systemdesign expertise and new thinking and facilitated country-to-country system design knowledge exchange.

Summit attendees came from a wide range of organizationsincluding governments (Ministries of Finance and Health, leaders

of national supply chain organizations, central medical storesetc.), UN/UNICEF (global, regional and country), NGOs, supplychain analytics firms, private sector, donors, universities, etc.

The countries were able to assess their supply chain maturitylevel and lay out a preliminary implementation plan and timelinefor the transition to the next maturity level. The UNICEF Regionaland Country Office participants (working with governmentcounterparts and partners) had a commitment across bothProgram and Supply teams to develop system design actionplans and prioritize their implementation in 2019 and beyond.Plans for the next summit have been laid out.

For the Access-To-Medicines Research Team, participation toa summit like this is extremely important as it guides into andapplies the research efforts to the directions with the largestneed: the point of care delivery at the last mile, ultimatelyreaching the human being and realizing its intended healthimpact: ‘For every child – Pour chaque enfant’.

Nico Vandaele, Access-To-Medicines Research Center

As part of the Research Center for Operations Managementhttps://feb.kuleuven.be/drc/

Operations%20Management/misc/GSKchair

Page 20: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

We leven in een snel veranderende samenleving waarin ook deuniversiteit en het academisch onderzoek een belangrijke roltoebedeeld krijgen. KU Leuven maar ook de Europese onderzoeks -programma’s leggen steeds meer nadruk op maat schappelijkeimpact en economische valorisatie van het onderzoek. In lijnmet het onderzoeksbeleid van KU Leuven wil de Faculteit Economieen Bedrijfswetenschappen (FEB) dan ook inzetten op valoriserendonderzoek. Het betrekken van maatschap pelijke actoren in hetacademisch onderzoek is hier zeker onderdeel van. We sprakenmet prof. Tom Verbeke die meewerkt aan een onderzoek datgebruik maakt van living labs.

PROF. VERBEKE, WAT HOUDT DAT EIGENLIJK IN, EEN LIVING LAB? Een living lab is, kort gezegd, een manier om een nieuwinnovatief product of dienst of een plan van aanpak, op eenrelatief beperkte schaal uit te testen met potentiële gebruikersvoor het op een grotere schaal wordt uitgerold. Dat laat toe omte zien hoe gebruikers met de innovatie omgaan, ze kunnenfeedback of verbetersuggesties geven. Zo geven ze het finaleontwerp mee vorm. De livings labs in mijn onderzoek gaan overeen beleidsbenadering die de renovatie van woningen bij lagereinkomensgroepen wil stimuleren.

WIE IS DE DOELGROEP?Het gaat om mensen met beperkte financiële middelen die eenwoning hebben gekocht in een grootstedelijke omgeving waarwoningen relatief duur zijn (Gent/Brussel), maar die na hetverwerven ervan niet in staat zijn om een grote energetischerenovatie te doen of een renovatie te bekostigen om die woningterug gezond te maken. Al hun middelen zijn opgegaan in deaankoop van die woning. Willen ze een kwalitatieve woning, danzouden ze moeten huren. Hun beschikbare middelen zijnonvoldoende om een kwalitatieve woning te kopen. Het gaatdus om een groep mensen die indien ze willen kopen maar éénoptie hebben, namelijk een kwalitatief slechte woning. Het zijnwoningen die betaalbaar zijn maar juist omdat ze op bijvoor -beeld energie-efficiëntie zeer laag scoren.

Na de aankoop is het geld op en kunnen deze kopers geenverbouwing meer doen. Typisch in Brussel en meer specifiek inMolenbeek, ons onderzoeksgebied, zijn dit mensen vanallochtone origine die ondertussen voldoende financiëlemiddelen verworven hebben om een woning te kopen. Eigenlijk

heeft dit te maken met opwaartse mobiliteit die een nieuwegroeiende middenklasse in Molenbeek creëert. In Gent gaat het danweer over mensen die wonen in sommige wijken in de stadsrand.

GAAT HET IN DIT LIVING LAB DAN OVER TWEELOCATIES, MOLENBEEK EN GENT?In feite zijn er twee projecten: een grootschalig project in Gent,als een European Urban Initiative gefinancierd door de EuropeseUnie. De stad Gent is hier de promotor. In Molenbeek is het eenproject opgestart door het Kenniscentrum Welzijn Wonen Zorgen het buurthuis Bonnevie en gefinancierd door Innoviris, het instituut voor onderzoek en innovatie van het BrusselsGewest. Beide projecten bouwen verder op een ondertussenafgerond renovatieproject in de Dampoortwijk in Gent, waar erreeds huizen gerenoveerd zijn met die doelgroep. Men beschiktdaar dus reeds over een prototype voor en ervaring metdergelijke renovaties. De structuur hiervan gaan we gebruikenom een 100-tal huizen in Gent en een 10 tot 15-tal huizen inBrussel te renoveren. Het is dus de bedoeling om die structuurin een ander kader te testen en ook daar feedback te krijgenvan die mensen tijdens de renovatie zodanig dat eraanpassingen kunnen gebeuren die toelaten om de projectenop een grotere schaal verder uit te rollen.

WIE IS ER ALLEMAAL BETROKKEN IN DITONDERZOEK?Bij een living lab heb je typisch de gebruikers (in dit geval dehuiseigenaars) maar ook andere stakeholders. In Molenbeek iser het Kenniscentrum WWZ, buurthuis Bonnevie, die de buurtkent en als aanspreekpunt fungeert. Ook de Sint-Lucas-architecten zijn hierbij betrokken, Rotor (een groep vanarchitecten die zeer veel ervaring hebben op het vlak van

Interview Tom Verbeke

20

Research@FEB

Page 21: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

21

hergebruik van bouwmaterialen), Renovassistance, een organisatiedie sowieso al ervaring heeft met financiering van woning -renovaties en the Community Land Trust (CLT).

EN WIE IN GENT?In Gent zijn dat de industriële wetenschappers bouwkunde enHIVA van de KU Leuven, uiteraard de stad en OCMW Gent enSamenlevingsopbouw. Er zitten ook juristen aan tafel en expertsop het vlak van de welzijns- en gezondheidseffecten van slechtewoonkwaliteit via bv. de Equity in Health Care research groupvan de UGent of het departement Gezondheid en Welzijn vande Artesis Hogeschool. Het is dus een vrij breed consortiumomdat je al die expertise nodig hebt wil je de renovaties effectiefook doen. Je hebt altijd juridische expertise nodig maar ookiemand met technische expertise op het vlak van renovatie.Bijvoorbeeld iemand die voor een dak de verschillende optieskan voorstellen: dit is een optie als je de zolder ooit wilgebruiken als kamer, dit is ideaal als je je dak nooit meer wilgebruiken en dit is ideaal als je je dak wil gebruiken als zolder.

HOE IS HET LIVING LAB OPGEZET?Het begint telkens bij de selectie van gebruikers. Voor derenovatieprojecten gebeurt die o.a. via informatiemomenten inde wijken. De buurtbewoners worden uitgenodigd en wie wil enop het eerste gezicht in aanmerking komt krijgt een woonscandoor de architecten volgens een bepaald protocol. Een woonscangaat na welke woningen in aanmerking komen wat betreftdoelgroep en aard van renovatie. Dit duurt twee uur. In Molenbeekzullen er in totaal een 80-tal dergelijke woonscans wordenuitgevoerd, wat dan moet resulteren in een 30-tal woningen diein aanmerking komen. Er volgt dan een meer diepgaandewoonscan waarna er in Molenbeek nog 10 tot 15 te renoverenwoningen overblijven. In Gent waar het project veel groter is,zullen uiteindelijk 100 woningen worden genoveerd.

WAT GEBEURT ER NA DIE WOONSCANS?Op basis van de dieptescans worden de noden in kaartgebracht. Wij hebben een aantal standaardoplossingen metverschillende mogelijkheden op het vlak van energetischerenovatie voor de muur, voor de zolder, voor het raam, voor hetvocht, enz. Naast de technische mogelijkheden weten we vanelk standaardpakket wat het ongeveer kost. De bedoeling isdan om de te renoveren woningen te groeperen en die in ééngroter pakket te stoppen om die dan gebundeld aan eenaannemer aan te bieden die dan voor het totaalpakket eenbepaalde prijs geeft. Dit gebeurt op niveau van een wijk zodatde renovaties in de ruimte en ook zoveel mogelijk in tijd teclusteren zijn. We proberen ook een beperkt aantal opties voorte leggen. We proberen zo de informatiekost voor de huis -eigenaar te drukken.

WORDT ER OOK GEËVALUEERD?Tijdens de renovatie kan het standaardpakket dan geëvalueerdworden op basis van feedback van de gebruikers. Het kan gaanom informatienoden. Bij het renoveren bestaan er zeer veeltypes isolatie: vloer, glas, dak, spouw, enz. Mensen zien vaakdoor het bos de bomen niet meer. De vraag die dan komt is:wat is het meest kostenefficiënt? Wat moet er eerst gebeuren?Sommige zaken blijken dan in zo’n pakket veel belangrijker danwat was opgenomen in het originele opzet. Op die manier kanje met de feedback van je gebruikers het prototype, het renovatie -

concept in dit geval, gaan verbeteren. Op het einde van de ritwordt hier een evaluatie van gemaakt en wordt nagegaan watopgeschaald kan worden naar het niveau van de stad, Brusselen Gent of zelfs naar het Brussels Gewest. Dit wil zeggen datwe nagaan of de aanpak van het project, ons prototype dat wetesten, een permanent karakter zou kunnen krijgen.

HOE WORDEN DE RENOVATIES GEFINANCIERD?In Gent is het een project van European Urban Initiative (EUI),dus gefinancierd door de Europese Unie. In dat project zit ookeen rollend fonds. Voor veel kopers die willen renoveren is hetprobleem met traditionele steunmaatregelen dat zij eerst derenovatie moeten financieren vooraleer ze een beroep kan doenop subsidies, belastingvermindering of een energiebesparing.Uitgerekend die middelen heeft de doelgroep niet of zou er langover doen om voldoende middelen bijeen te kunnen sparen. De vraag is dan: Hoe kunnen we dit versnellen? Hoe kun je hendaarbij helpen? Nieuwe subsidiekanalen hiervoor aanvragenheeft weinig zin. In Gent heeft men beroep gedaan op het EUIvoor het creëren van een rollend fonds. Dit rollend fonds is duszelf geen subsidie maar wel een revolving credit line. De mensenuit het project kunnen beroep doen op een voorfinancieringwaarbij de middelen later wel moeten terugstromen naar hetfonds. De voorgeschoten middelen moeten dus terugkomenzodat het fonds kan blijven rollen. Vraag is dan ook of eenrollend fonds, waarbij een financiële tussenkomst dus wordtterugbetaald voor de doelgroep een middel kan zijn om hen totrenovatie aan te zetten? Wij gaan ervan uit van wel. Ook moetje bepalen hoe snel en aan de hand van welke criteria demiddelen worden terugbetaald. Hier wordt dan weer het belangvan het living lab duidelijk omdat je net op het vlak van diecriteria bijvoorbeeld feedback kan krijgen.

EN HOE GEBEURT HET IN MOLENBEEK?In Molenbeek is het een project van Innoviris en is er geenrollend fonds. Daar waar we in Gent gebruik kunnen maken vanhet fonds voor de voorfinanciering, moeten we in Molenbeekdus ook een structuur bedenken die het renoveren toch toelaatop één of andere manier.

HOE KAN HET GEBREK AAN EEN ROLLEND FONDSOPGELOST WORDEN?Het project staat al iets verder. De eerste scans zijn gedaan vande woningen. We kennen de grootste noden en de mogelijkekostprijs. Ondertussen hebben we overlegd met de CommunityLand Trust en Renovassistance. Renovassistance werkt gewoonlijkmet mensen die geen renovatie doen aan de eigen woning. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die een woning hebben dieis opgedeeld in bv. 3 appartementen. Ze wonen zelf eventueelin 1 appartement. Het geheel is in slechte staat. Renovassistancefinanciert de renovatie van 2 van de 3 appartementen en krijgtin ruil voor die 2 appartementen een recht van opstal afhankelijkvan de omvang van de renovatie voor bijvoorbeeld 27 jaar. De appartementen worden doorgegeven aan een sociaalverhuurkantoor die deze verhuurt en de huur betaalt daardoorde renovatie. Na 27 jaar komt het appartement of het pandvolledig terug bij de eigenaar.

Page 22: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

22

Research@FEB

In een Community Land Trust verkoopt men eigenlijk de gronden blijft men eigenaar van het gebouw. Dat laat renovatie toe,maar heeft natuurlijk ook een effect op de mogelijke meer -waarde bij verkoop die immers niet alleen bepaald wordt doorde kwaliteit van na de renovatie, maar vooral ook door dewaarde van de grond. Dit is niet de structuur die het nood -zakelijk zal worden in Molenbeek maar we denken nu na overenkele structuren. Hier is ook de feedback van de gebruikerbelangrijk. Niet iedereen wil een erfpacht aanvaarden. Je geefthierdoor immers een stuk van de potentiële meerwaarde op. InGent is dit niet nodig. Het fonds moet enkel voldoende rollendzijn. In Molenbeek is het afhankelijk van het feit of mensen totdergelijke structuren bereid zijn. Indien niet, dan kunnen weenkel een standaardpakket voor een grote groep aanbieden eninformatiedoorstroom verzorgen.

WAT IS JOUW FUNCTIE IN DIT LIVING LAB?Ik ben de econoom van dienst. In Gent werd de buurtgeselecteerd op basis van het sociaaleconomische profiel vande inwoners. Daar heb ik aan meegewerkt. Er is ook het rollendfonds waar ik de risico’s van bekijk. Er zullen vermoedelijkimmers mensen zijn die niet terugbetalen. Het risico kan ookzijn dat er te traag wordt terugbetaald waardoor het fondsopdroogt. Ik doe ook een cost-benefit van de energetischerenovatie niet alleen vanuit het standpunt van de eigenaar, maar ook vanuit het standpunt van de stad of gewest. Wil jeklimaatneutraal zijn, dan zal je ook het vlak van renovatie snellerte werk moeten gaan. Ook de verbetering in welzijn van hetleven in een gezondere woning wordt meegenomen. Verderwordt ook bekeken wat gebeurt wanneer de woning vervroegdverkocht wordt en kijk ik ook naar de opschaalbaarheid van deoplossing.

WAT IS VOLGENS JOU DE MEERWAARDE VAN EENLIVING LAB?In regulier academisch onderzoek hebben we een “oplossingop papier” maar nu hebben we ook een gebruiker die reageertop het construct waarvan je initieel denkt dat dat het gaat zijn.Het laat je toe een oplossing toch nog verder te optimaliserenaan de hand van de feedback. Op het einde van de rit kan jedan ook bepalen of het product schaalbaar is.

EN WAT IS DE MEERWAARDE HIERVAN VOOR JE EIGENONDERZOEK?Voor mijn eigen onderzoek is het ook interessant. In termen vandataverzameling geeft het een unieke dataset. Indien je vragenretroactief stelt aan iemand die gerenoveerd heeft, vergeet diepersoon zaken. Bijvoorbeeld op de vraag naar de redenenwaarom iemand voor een bepaald materiaal koos, wordt vaakgerationaliseerd geantwoord: ‘We hebben alles afgewogen en

dat was het beste’… terwijl er op het respectievelijke momentgewoon gegokt werd … De exacte staat van de woning voorde renovatie is men ook vaak vergeten. We hebben hier eennulmeting, nl. de woonscan voor de renovatie. Later vergelijkenwe die met de situatie na de renovatie en nemen ook welzijn engezondheidseffecten mee in rekening. We vergelijken dit allesmet een controlegroep die geen renovatie heeft ondergaanzodat veranderingen in het welzijnsniveau met relatieve zekerheidtoegeschreven kunnen worden aan de renovatie. Met de woon -scans hebben we een vrij goed zicht op de staat van dewoningen die niet zijn gerenoveerd, waarom dat niet het gevalwas en, bij de woningen die wel worden gerenoveerd, op hetbesluitvormingsproces.

Hilde Roos en Veerle Van Rompaey

WAT IS VALORISATIE?

Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen,de Vlaamse Overheid, de Europese Commissie, …meer en meer partijen verwachten van onderzoekersdat zij de resultaten van hun onderzoek op eentoegankelijke manier aan het grote publiek beschikbaarstellen. In de huidige maatschappij leeft de vraag naarde meerwaarde die onderzoek, en de middelen diemen in onderzoek investeert, biedt bij het oplossenvan grote maatschappelijke uitdagingen. Dit nietalleen vanuit een economisch maar ook vanuit eenmaatschappelijk oogpunt. Valorisatie wordt vaakgedefinieerd als het creëren van een meerwaarde(economisch, sociaal, cultureel, ecologisch, …)bovenop de wetenschappelijke waarde van hetonderzoek.

FEB-onderzoekers doen aan verschillende vormenvan valorisatie. Soms gaat het over kennistransfer(louter overbrengen van kennis) door middel van bv. opinieartikels, columns, … maar ook over kennis -uitwisseling waarbij effectief samengewerkt wordtmet bv. bedrijven in gebruikerscommissies. Valorisatiekan echter nog een stap verder gaan waarbij menspreekt over kennisintegratie en de gebruiker actiefbetrokken is in het onderzoek. Voorbeelden daarvanzijn de ‘citizen science’-projecten en de ‘living labs’.FEB wil op valorisatie blijven inzetten en hiermeeaantonen dat onderzoek inspireert én bijdraagt aaneen breed spectrum van maatschappelijke doeleinden.

Prof. Marleen WillekensVicedecaan onderzoek en valorisatie

Page 23: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Awards and appointments

ERC CONSOLIDATOR GRANT FOR JAN DE LOECKER

The European Research Council (ERC) has awarded its Consolidator Grants. We areproud that our Prof. Jan De Loecker was among this year’s recipients for his project “M-Power: The Aggregate Implications of Market Power”.

These prestigious grants are awarded to individual researchers and are worth about2 million euros each. Through these grants, the European Research Council (ERC)funds the very best scientists in Europe to perform novel and groundbreakingresearch, enabling disruptive innovations with high impact for society, on a scale

and with a prestige that was unprecedented. ERC grants are via open competition to projects headed by starting and established researchers, irrespective of their origins, who are working or moving to work in Europe. The sole criterion for selection is scientific excellence. The aim here is to recognize the bestideas, and confer status and visibility on the best brains in Europe, while also attracting talent from abroad.By challenging Europe’s brightest minds, the ERC expects that its grants will help to bring about new andunpredictable scientific and technological discoveries - the kind that can form the basis of new industries,markets, and broader social innovations of the future.

KU LEUVEN - BEST DIGITAL MASTERS ACADEMY SCHOOL 2018-2019

KU Leuven was announced Best Digital Masters AcademySchool 2018-2019 on Wednesday 20th February at the DigitalMasters Academy’s (DMA) Graduation Ceremony. The DMAprogramme, organised by Google, Bloovi Me and BAM,teaches young potentials in higher education about the digital landscape and online marketing.

DMA students who successfully complete the courses receive Google certifications. Those who want toput theory in practice can also team up to manage a campaign for a non-profit and the best of theseDMA cases are entered for a competition. At the ceremony KU Leuven students also received awards for the Responsible Young Drivers campaign as Best KU Leuven DMA team 2018-2019 – wave 1 and for the Sportimonium campaign as most Persistent team DMA 2018-2019 – wave 1.

No less than 15 Belgian institutions of higher education participated in wave 1 of the project during the first semester of 2018-2019, enrolling 2,400 students - including 200 from KU Leuven. The wave 1 courses held at FEB’s Leuven Campus were part of Prof. Bart Larivière’s Digital Marketing course (120 DMA students).

In the second semester KU Leuven also participates in wave 2 and FEB integrates the DMA project inProf. K. Cleeren’s Marketing Mix course (Antwerp) and Prof. Alea Fairchild’s Digital Transformation ofMarketing course (Brussels). The kick-off was held on Thursday 21st February. We wish our students the best of luck and look forward to the next graduation ceremony!

23

Page 24: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

24

ANTWERPEN

Bart De Wever: We moetengeloven in de kracht van dewetenschap en de technologieEkonomika Alumi regio Antwerpen had voor haar nieuwjaarsactiviteit op 23 januari2019 in het Belfius-kantoor in Berchem niemand minder dan Antwerps burgemeesteren tevens N-VA-voorzitter Bart De Wever kunnen strikken voor de gasttoespraak.Ruim 200 economisten zorgden voor een ‘full house’. De Wever hield één grootpleidooi voor het behoud van het geloof in de kracht van de wetenschap en detechnologie. Hij kaderde dit in de klimaatdiscussie die sinds begin dit jaar door de spijbelende scholieren terug hoog op de politieke agenda werd gezet.

THE BIG CRAPPLE

Bart De Wever begon zijn toespraak met een vergeten historischegebeurtenis die haar relevantie voor vandaag evenwel nog nietverloren heeft: The Big Crapple. Rond het midden van de 19eeeuw nam de welvaart enorm toe als gevolg van de industriëlerevolutie. Maar daarmee kwamen ook de eerste ongewensteeffecten. Eén ervan was de snelle groei van de steden en vanhet verkeer. Vooral New York en Londen kenden een snellestadsontwikkeling, maar ook bv. Antwerpen en Brussel. Er waren toen nog geen auto’s. Al dat transport in de stadgebeurde met paarden, vooral met paardentrams om detoevloed aan mensen aan te kunnen. Maar die paardenproduceerden ook massa’s paardenmest en -urine. Dat kwamallemaal in de straten terecht.

Tegen 1880 waren er in New York 150.000 paarden die jaarlijkseen berg van 100.000 ton paardenmest produceerden. Dat waszo’n gigantisch probleem geworden dat apocalyptische doem -beelden niet konden uitblijven. Het mest zou zich meters hoogopstapelen. Men voorspelde dat de paardenmest in Londen in 1930 tot drie meter hoog zou reiken. Dit is ook bekend als‘The Great Horse Manure Crisis of 1894’. Economen braken erhun hoofd over – nu zouden dat klimaatwetenschappers zijn.Maar ze vonden geen oplossing. Er werd in 1898 een grotedriedaagse topconferentie over georganiseerd. Maar die vondook geen oplossing. Echter, aan die conferentie namen onderanderen deel: mensen genaamd Benz, Daimler en Henry Ford.En 10 jaar later was het probleem al een heel stuk minder groot.Paarden werden immers stelselmatig vervangen door eenbetere technologie, namelijk de auto met verbrandingsmotor.

Vanaf 1912 was het aantal auto’s groter dan het aantal paarden.En al in 1917 verdween de laatste paardentram uit het NewYorkse straatbeeld.

“Waarom vertel ik u dat nu?”, zegt De Wever. Wel, elke generatieheeft zo haar Big Crapple. In mijn jeugd was dat de zure regen.Ze hadden mij zelfs zo bang gekregen, die doemdenkers, datik op een dag naar Antwerpen-centrum ben gegaan om debeelden in het portiek van de kathedraal te gaan bekijken,omdat die er binnenkort niet meer zouden staan, weggevretendoor de zure regen. Wie praat er nu nog over de zure regen?En dan kwam het gat in de ozonlaag, en zo voort. Weer een BigCrapple-verhaal. Telkens werd door de wetenschap en nieuwetechnologieën het doembeeld van de ondergang van de planeetverdreven. Maar nu, nù zouden we ‘The Ultimate Big Crapple’beleven: de klimaatverandering! Waardoor de planeet existentieelbedreigd zou zijn. Volgens sommigen is het binnen 12 jaar tenandere al zover. En dus is er weer de afwezigheid van het geloofin de vooruitgang. Ik zou hier schrijver-filosoof Yuval Noah Harariwillen citeren. Hij heeft in 2012 een geweldig boek geschreven,de Homo Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid.Hij zegt ‘De mens is de enige diersoort die kan overleven los vanzijn biologie.’ Wij hebben immers de gave van het abstract denken.”

APOCALYPTISCHE DOEMBEELDEN

De Wever herinnert zijn toehoorders eraan dat wij als mensafstammen van jagers-verzamelaars. Die waren, om te over -leven, gefocust op bedreigingen. Onze voorouders speurdennaar het gevaar, om er zich tegen te kunnen verdedigen. “Dat gevaar zien wij nu ook nog overal. Daardoor krijg je Big

Page 25: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

25

Crapple-angsten van een schijnbaar onoplosbaar probleem.Uitvergroot. Zoals nu met die klimaathysterie. Die negeert hetvooruitgangsdenken. Waarom zou de wetenschap er nu nietopnieuw kunnen in slagen om die klimaatuitdaging met succesaan te gaan?” vraagt de Wever zich af.

En over die klimaatspijbelaars: “Die jongeren worden nu in sommigemedia als ‘redders van de democratie’ opgevoerd. Volgens PaulDe Grauwe zijn zij zelfs het belangrijkste wat er op het WorldEconomic Forum in Davos is gebeurd. ‘Het Klimaat’ heeft ietsvan een religie gekregen, en die heeft een apocalyps nodig, omhaar dogma’s te kunnen opleggen. En vele academici hebbenook veel van hun pluimen verloren. ‘We moeten stoppen meteconomische groei’ schreven een 100-tal academici vorig jaarin een opiniestuk. Hallo? Gaan we het daarmee oplossen? Met welvaartsverlies en sociale afbraak door jobverlies? Met culpabiliseren? Gaan we zo het klimaatprobleem oplossen?”

INPUT-OUTPUT-ANALYSE

De Wever hekelde ook het opbod aan cijfers, dat hij ongepastestoerdoenerij noemt “Min 30% CO2-emissies. Neen min 40%!Of waarom niet min 50%. Wie biedt meer! Min 100%! Dat isallemaal gemakkelijk gezegd en in verdragen geschreven. Maar geen hond die weet hoe we die doelstellingen kunnenrealiseren. Met wind en met zon? Dat gaat ons enorm veel geldkosten aan groene subsidies, en dan nog gaan we stroomtekort hebben. Die groenen maken geen input-output-analyse.Nederland gaat bv. 1.000 miljard euro op 80 jaar uitgeven omde temperatuur op aarde met 0,0003 graad Celsius te doendalen … Veel klimaatfanatici zitten vast in hun geloof, in hunblind geloof, zonder ratio, zonder input-output-analyse, en meteen enorme culpabilisering van zij die dat geloof niet aanhangen.”

De Wever wijst verder op de fraaie resultaten die Vlaanderenkan voorleggen. “Het investeringsklimaat is fel verbeterd.Onlangs nog heeft de haven van Antwerpen een miljarden -investering in de chemie binnengehaald ten nadele vanRotterdam. Ineos had er al een vestiging, dat hielp, want zijweten dat ze hier een goed ondernemingsklimaat aantreffen.Permanent zullen er 500 directe jobs bij komen, en 2.000indirecte. Veel applaus van de groenen krijg je daar niet voor.

Denken zij dat we het alleen met een diensteneconomie kunnenredden? Dat we met e-mails naar mekaar te versturen zondertoegevoegde waarde dezelfde welvaart kunnen verwezenlijkenals met de industrie? Dat men nu toch eens blij is met zo’npositief nieuws zoals die investering van Ineos. Maar heb je daarveel over gelezen in onze ‘kwaliteitspers’?”.

ECOREALISME

“Moeten we dan verbaasd zijn dat er zo’n spontane en massalebeweging als die van de gele hesjes ontstaat? Voor die mensenis het een kwestie van overleven. De energiefactuur is devoorbije 5 jaar met 73% gestegen. Voor de onderkant van demiddenklasse is dit de druppel teveel. En waarom moeten zedie duurdere diesel betalen? Om hun rijkere gebuur zijnzonnepanelen te steunen? Zonnepanelen waar hijzelf geen geldvoor heeft. Of om de dure elektrische auto van de betere klassete subsidiëren. En dan gaat men hem nog eens culpabiliserenop de koop toe, omdat hij nog met een oude dieselautorondrijdt. Terwijl hij zich geen nieuwe kan permitteren. Dat diegele hesjes dan kwaad zijn, is dat dan verwonderlijk?”

Bart De Wever ontkent het klimaatprobleem zeker niet. Maar hijpleit voor ecorealisme. “De energietransitie is nodig. We moetenuit de fossiele brandstoffen. Ook om onze afhankelijkheid vande landen die ze leveren te verminderen. Maar we kunnen datniet ineens. Zoals we ook niet ineens alles met hernieuwbareenergie kunnen doen. We zullen dus voorlopig ook verdermoeten met kernenergie. Die is niet alleen CO2-arm, en dusgoed voor onze bijdrage in de strijd tegen de klimaat opwarming,maar het is ook nodig voor de bevoorradings zekerheid van onzeelektrische stroom.”

“Of willen we worden zoals Duitsland? Daar vervangen ze deklimaatvriendelijke kernenergie door zeer vervuilende steen- enbruinkool. Waardoor de CO2-emissies in Duitsland gestegenzijn. En de consument er de duurste elektriciteitsrekening inEuropa op zijn bord krijgt. Tot daar het succes van Die Energie -wende. Neen, dan moeten wij het anders doen. En de jongstekerncentrales nog 25 jaar langer openhouden. Ik ben niet bereidonze welvaart op te offeren op het altaar van de groene religie.”Zo besloot een alweer scherpzinnige Bart De Wever.

Fa Quix

Page 26: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

JOS CLIJSTERS, VOORZITTER BELFIUS: DE BANK STELT HET WEL

De nieuwjaarsactiviteit van Ekonomika Alumni regioAntwerpen vond op 23 januari 2019 plaats in het Belfius-kantoor in Berchem. De ruim 200 aanwezigen werden inhet auditorium verwelkomd door Jos Clijsters, voorzittervan de Raad van Bestuur van Belfius en tevens oud-praeses van Ekonomika. Hij stelde meteen deaanwezigen gerust: de Bank stelt het wel! Hij wees eropdat alle aanwezigen in feite aandeelhouder zijn, vermitsde bank na de financiële crisis in handen is gekomen vande Belgische Staat.

Jos Clijsters: “Belfius is een bank-verzekeraar. Wij hebben niet minder dan 3,5 miljoen klanten, in alle segmenten en sectoren. Onze klanten kunnen rekenen op een uitgebreidkantorennetwerk, maar we zijn zeker ook erg actief in corporatebankieren en in private banking. Recentelijk zijn wij ook gestartmet ‘wealth’ voor de zeer welgestelden onder ons.

Wat de bedrijven betreft, hebben wij veel klanten onder dekmo’s: wij hebben in die groep ons marktaandeel op vier jaartijd verdubbeld. De kmo-bedrijfsleider weet dat bij ons alles inBelgië beslist wordt, en niet in bv. Parijs of in Amsterdam.”

Een verre voorvader van Belfius was het Gemeentekrediet.Deze financiële instelling stond bekend voor haar financieringvan de publieke sector. Speelt dat nog altijd een belangrijke rolbij Belfius? Jos Clijsters: “Ja zeker. Wij blijven bij uitstek degrootste financierder van de steden en de gemeenten. Wij doen ook financiële analyses van hun situatie en geven henadvies voor hun financieel management. Wat minder gewetenis, is dat wij ook sterk staan in de sociale sector. Zo zijn wij bv. marktleider in de financiering van de ziekenhuizen.”

Jos Clijsters hamert er ook op dat zij niet alleen een bank zijn,maar ook een belangrijke verzekeraar. “Met eigen producten,

Page 27: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

27

maar ook met DVV en Corona Direct. Wij zitten in de top-5verzekeraars van ons land.”

Cijfers over het afgelopen boekjaar 2018 kon Clijsters nog nietgeven, die zijn nog niet definitief en moeten nog wordengoedgekeurd. Maar over 2017 kon hij alvast met veel vreugdemelden dat Belfius een netto winst van niet minder dan 606miljoen euro (dus na belastingen) heeft gemaakt. “De BelgischeStaat die de bank voor 4 miljard euro heeft over genomen, heeftvan die winst 363 miljoen uitgekeerd gekregen.” Die mag dusblij zijn met zo’n rendement. De financiële ruggengraat is ookfel verstevigd, met een eigen vermogen van ca. 10 miljard euro,komende van 3 miljard 7 jaar eerder. “Als systeembank wordenwij rechtstreeks gecontroleerd door de ECB (Europese CentraleBank) en die heeft onze solvabiliteitsratio beoordeeld als zijndebij de besten van Europa.”

Over de mogelijke beursgangkon Jos Clijsters niet veelkwijt, tenzij dat intern de bank‘er volledig klaar voor is’.Maar dat die beslissing nietdoor hem wordt genomen.

Over de toekomst is hij optimistisch. “Wij gaan op ons elanverder. En ik zie ook een grote toekomst in ‘mobile banking’waar we zwaar in hebben geïnvesteerd. Wij hebben nu al 1,2 miljoen actieve gebruikers in mobiel bankieren, en elke dagkomen er heel wat bij. Dat verandert onze bank fundamenteelqua business model en uiteraard ook relationeel met onzeklanten. Maar wij zien dat heel erg zitten”, zo besloot eenstrijdlustige Jos Clijsters.

Fa Quix

Page 28: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

28

ANTWERPEN

Philip Heylen: ISVAG is een super efficiënteverwerker van huishoudelijk afval

Philip Heylen, de voorzitter van afvalverwerkingsintercommunale ISVAG in Wilrijk, kon zijn ontgoocheling niet verbergen toen hij uitgerekend op die 27ste februari2019 vernam dat de omgevingsvergunning voor de nieuwe supermoderne en hoog -techno logische verbrandingsoven maanden vertraging zal oplopen “Omdat wij geenexpliciete vergunning voor de afbraak van de oude – huidige – oven hebben aange -vraagd. Terwijl dat altijd de bedoeling is geweest, uiteraard” zei Heylen. Maar dat konzijn enthousiasme voor dit afvalverwerkingsbedrijf, waar hij nu al 18 jaar voor verant -woordelijk is, niet temperen, zo konden de zowat 100 aanwezige leden van EkonomikaAlumni regio Antwerpen vaststellen.

“Vlaanderen is wereldkampioen in selectief sorteren, hergebruikenen recycleren van afval. Liefst 73 % van alle afval. Dat is eenflink pak meer dan bv. Rotterdam dat maar 27 % haalt, of hetVerenigd Koninkrijk minder dan 25 %. In Vlaanderen wordt nieteens 1 % gestort. Herinner u de Hoge Maaj zo’n 30 à 40 jaargeleden toen hier nog ruim 60 % van het huishoudelijk afvalwerd gestort. In het VK is dat nog altijd 65 %. Bovendien doenwij aan energierecuperatie. Ik spreek dan ook liever over eenmilieuvriendelijke energie-afvalcentrale. Onze slogan is ‘FromWaste to Energy’ ” zo ging Philip Heylen op zijn elan door.

In Vlaanderen worden inderdaad papier&karton, PMD ‘deblauwe zak’, glas, kleding, medisch afval allemaal selectiefopgehaald. De restfractie wordt verbrand zoals bij ISVAG. Daarwordt circa 140.000 ton per jaar verwerkt, het grootste deelhuishoudelijk afval (‘de restfractie’) en ook een deel ‘grofhuisvuil’. 18 ton per uur wordt er verbrand. De verbrandinggebeurt er tegen bijna 1.000 graden Celcius en brandt na eenopstart met gas een heel jaar autonoom, zonder energie -toevoeging. Integendeel, van de vrijgekomen stoom wordtstroom gemaakt. Heylen: “Heel Wilrijk, dus zo’n 25.000gezinnen, inclusief de industrie kunnen wij van stroom voorzien.De nieuwe installatie zal nog performanter en hoogtechno -logischer zijn dan de bestaande. En bovendien een esthetischpareltje zijn. Het is mijn ambitie dat we de beste van de klaswillen zijn.” ISVAG haalt nu uit de 2 lijnen elk 12,5 Megawatt,dus 25 in totaal.

ISVAG realiseert dit alles met 55 personeelsleden. Voor deenergieopwekking wordt samengewerkt met Electrabel. “Wat wijuitsparen is bv. het equivalent van 30.000 ton steenkool, of nogduidelijker: het equivalent van 50.000 wagens, en hun NOx,SO2, CO, fijnstof en andere dingen die zij uitstoten.”

Philip Heylen zei het al, maar tijdens de rondleiding op de sitewerd het snel aanschouwelijk, dat milieuvriendelijkheid hoog opde agenda van ISVAG staat. Niet minder dan vier zuiveringenvan de rookgassen vinden er plaats met finaal een quasi-nulemissie uit de schouw, waaruit nagenoeg alleen een pluim vanwaterdamp komt. De vier reinigingsfasen zijn eerst eenelektrofilter, dan een halfnatte wassing, dan een mouwenfilteren tenslotte de natte wassing van de gassen in de wastorens.Afvalwater wordt naar het nabijgelegen Aquafin-stationgestuurd voor zuivering en hergebruik. Na de verbranding blijfter nog zo’n 10 % van het gewicht over. Ijzer wordt er nog uitgehaald, en elders ook nog andere metalen, zodat er finaal nogoverblijft 1 % aan as overblijft. Ruim de helft daarvan wordthergebruikt voor een onderlaag in de wegenbouw.

Met dank aan voorzitters Eva Boeckx en Hans D’Olieslager enbestuurslid Patrick Luysterman van Ekonomika Alumni regioAntwerpen. En dank aan ISVAG voor de schitterende ontvangst.

Fa Quix

Page 29: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

WEST-VLAANDEREN

House of HR: een groei bedrijf datjobs zoekt op maat van haar klanten

Op woensdag 21 november 2018 was Ekonomika Alumni tegast bij House of HR in Roeselare, het bedrijf waar RikaCoppens (alumnus HIR 1996) CEO is. Zij was dan ook degastvrouw van die avond. House of HR is het moederbedrijfboven Accent Jobs.

Accent is door Conny Vandendriessche, samen met PhilipCracco, opgericht in 1995. Zij zijn toen gestart met 1 interim -kantoor in Roeselare. Langzaam maar zeker zijn ze gegroeid toteen groep van verschillende bedrijven met meer dan 500kantoren in Europa met 45.000 arbeiders die werken voor20.000 klanten. In 2017 bedroeg de groepsomzet meer dan1,5 miljard euro. Bij de uitbouw hanteerden ze het principe“sales before cost”: een kantoor moest eerst rendabel zijn endaarna kon het gesplitst worden in 2. Dat ging blijkbaar vlot.

De baseline van House of HR is Human Resource Fullness. Zij willen echt toegevoegde waarde leveren aan de bedrijven èn kandidaten, en de juiste kandidaat aan de juiste job helpen.De mooiste job ter wereld voor hen is mensen aan een gepastejob helpen. Eén van hun motto’s is dan ook: Hire the will, notthe skill. You can learn the skill. House of HR focust vooral opeen aantal specifieke niches binnen de arbeidsmarkt.

De uitdagingen in de wereld van HR zijn groot: demografie,mobiliteit en diversiteit. Hoe vinden we over 20 jaar nog de juistewerknemer als 50% van de mensen met pensioen zijn? Misschienkan immigratie een deel van de oplossing zijn. Accent heeft in2018 circa 300 vluchtelingen aan een job geholpen. Een jobvinden is de beste stap naar integratie.

DIGITALE TECHNIEKEN

De taal van de klant spreken en ondernemerschap zijn belangrijketroeven voor hun werknemers. Zij streven er ook naar omkoploper te zijn op technologisch vlak. Ze spelen volop in opde nieuwste digitale technieken. Zij hebben hun eigen Tindervoor jobs, een app genaamd SWOP waarmee je kan aangevenwelke jobs je leuk vindt of niet, of m.a.w. waar je voor wiltsolliciteren of niet.

Als je als restauranthouder een extra werknemer zoekt voorvanavond kan je die posten via de app Nowjobs. Alle geïnteres -seerden in de buurt krijgen dan die aanbieding te zien enkunnen solliciteren. Omgekeerd is dit dus de ideale app voorjobstudenten om alle jobs te bekijken in hun buurt. Solliciterenen het ondertekenen van contracten verloopt digitaal via de app.

VROUWELIJK ONDERNEMERSCHAP

Tenslotte kwam Conny Vandendriessche ook aan het woord.Zij is een belangrijk uithangbord voor het vrouwelijk onder -nemer schap. Als dochter van een ondernemer mocht ze defamiliezaak niet overnemen. Dit heeft haar gesterkt om zelfondernemer te worden. De drang om financieel onafhankelijkte zijn en de wil om anders te zijn als de ander, stuwden haarvooruit.

Nadat ze gestopt is als CEO van House of HR heeft Conny metal haar goesting en drive intussen al weer twee nieuwe bedrijvenopgericht. Het eerste is “Stella P” dat bedrijven helpt om hunraad van bestuur te diversifiëren. Slimme bedrijven hebbennamelijk externe bestuurders. “We are Jane” is eeninvesteringsfonds gefund door vrouwen, dat dient om vrouwelijkondernemerschap te ondersteunen. Het fonds mikt op jongegroeibedrijfjes met een vrouwelijke ceo of met een vrouw alseigenares.

Met een gemoedelijke babbel bij een hapje en een drankje werdeen boeiende avond over en met vrouwelijk onder nemerschapafgesloten.

Christophe Popelier

29

Page 30: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

30

WEST-VLAANDEREN

Paul Vanneste (Top Motors Wevelgem):het gaat hard in de autodistributiesector

De regionale kern West-Vlaanderen van Ekonomika Alumni werd voor haar nieuwjaars -activiteit van 25 januari 2019 gastvrij ontvangen in het vernieuwde complex vanTop Motors in Wevelgem. Top Motors verdeelt vier automerken (Audi, VW, Skoda enSeat) op voorlopig vijf locaties in Wevelgem, Kortrijk en Roeselare (3). Operationeeldirecteur Paul Vanneste sprak er de nagenoeg 100 aanwezigen toe. “We staan aande vooravond van weer een belangrijke shift in onze business. Autodealers zoalswij worden mobiliteitsbedrijven die een totaaloplossing op vlak van mobiliteitzullen aanbieden.”

De eerste grote stap vooruit zette Top Motors uit Wevelgem in2008 met de overname van de garage Maes & Zonen uitRoeselare. “Dat was de eerste stap naar een multi-site bedrijf.De sector kwam steeds meer onder druk door de toegenomenconcurrentie en als gevolg daarvan de daling van de winst -marges. Schaalvergroting bleek een efficiënte en effectievestrategie om rendabel te blijven. Wij hebben daar volop opingespeeld.”

Niet veel garages en autodealers hebben in die evolutie kunnenmeespelen en verdwenen of werden opgeslorpt door anderen.“Bij D’ieteren zullen er zo’n 25 dealers overblijven, verdeeld overmarket areas, en wij met Top Motors zijn daarbij. Dankzij dieschaalvergroting konden wij ook de dienstverlening aan deklanten beter organiseren.”

Stilstaan is achteruitgaan. En dat hebben ze bij Top Motorsgoed begrepen. In de loop van 2019 gaat een gloednieuweultramoderne vestiging in Roeselare open die de bestaande driesites aldaar integreert. “De officiële opening is voorzien voorseptember.”

De cijfers van Top Motors ogen indrukwekkend. De 150 mede -werkers zorgen voor een omzet van niet minder dan 130 miljoeneuro. Top Motors verkocht vorig jaar (2018) 3200 nieuwewagens en zo’n 350 tweedehands. De groep heeft ook een ‘carrepair’-site. Vanaf dit jaar verkoopt Top Motors de Audi e-tron(SUV) die volledig elektrisch is en geassembleerd wordt in Vorst.

“We staan nu voor een nieuwe shift in onze business”, aldusPaul Vanneste. “Van autoverkoper met de daaraan verbondendienstverlening evolueren we naar een mobiliteitsbedrijf dietotaaloplossingen aanbiedt aan haar klanten. Dat betekent datwe ook meespelen in ontwikkelingen zoals carsharing, mobiliteits -

pakketten zoals combinaties auto plus fiets of met openbaarvervoer, tot en met de laadinfrastructuur voor e-auto’s en zomeer. Dat stelt nieuwe uitdagingen voor ons.”

De 100% elektrische auto heeft nog maar een marginaalaandeel, minder dan 1% en men spreekt er al jaren van. Gaat diewel echt doorbreken? Paul Vanneste: “Wij zien dat toch als eenfundamentele trend. En het klopt dat het traag gaat. Nu zien wevooral de early adopters, de believers, maar het zou wel eenssneller een brede groep van consumenten kunnen aansprekendan u denkt. Gaan alle wagens de komende vijf à tien jaar doore-auto’s vervangen worden? Dat denk ik niet. Het is belangrijkdat u weet welk type autogebruiker u bent. Een massa mensenwoont in de rand van de stad of nabij. Zij doen vele korteverplaatsingen en hebben op jaarbasis een beperkt aantalkilometers. Zij zullen zeker geïnteresseerd zijn in de elektrischeauto. Maar aan de andere kant heb je de vertegenwoordigerdie 40.000 tot 50.000 km of meer per jaar rijdt of langeafstanden moet doen: die is voorlopig nog beter af met eendieselauto, die vandaag ook veel zuiniger en milieuvriendelijkeris geworden.”

De nieuwjaarsactiviteit bij Top Motors werd afgesloten met eenhartelijk bedankingswoordje door de voorzitter van de West-Vlaamse kern, Christophe Vandencasteele, met aankondigingvan het jaarprogramma, gevolgd door een uiterst verzorgdereceptie.

Fa Quix

(met dank aan de structurele sponsor Tiberghien Advocatenkantoor)

Page 31: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

31

JAARPROGRAMMA 2019 VAN WEST-VLAANDEREN

De regionale kern West-Vlaanderen van EkonomikaAlumni is zeer actief en kent een dynamisch bestuuronder leiding van voorzitter Christophe Vandecasteele.Voor het 1ste semester ziet het programma er alsvolgt uit:• 14 maart 2019: Kulak Cantus;• 4 april 2019: Bedrijfsbezoek Agristo (in eerste

instantie beperkt tot betalende leden);• 13 juni 2019: Bezoek aan Arhus, de bibliotheek

van de toekomst, te Roeselare.Noteer deze data alvast in uw agenda.

Page 32: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

32

Alumni@FEB

VLAAMS-BRABANT

Leuvens burgemeester MohamedRidouani zet in op samenwerkingen sociale cohesie

De nieuwjaarsactiviteit van de regionale kern Vlaams-Brabant van Ekonomika Alumnivond op 24 januari 2019 plaats in de nieuwe kantoren van Cera in de Muntstraatin Leuven. Gastheer was Cera-topman Franky Depickere. Die schetste vooreerstde rol en opdracht van de coöperatieve Cera (zie apart artikel). Vervolgens leiddeco-voorzitter Peter Lamens de gastpreker in, namelijk kersvers burgemeester vanLeuven Mohamed Ridouani die na een decennialange heerschappij van LouisTobback de scepter van hem heeft overgenomen.

Na eerst enkele jaren als consultant voor Deloitte te hebbengewerkt stapte Ridouani in 2006 in de Leuvense politiek. In 2007 werd hij schepen, om dit vervolgens opnieuw te wordenin het nieuwe College vanaf 2012. En om nu zes jaar later zelfburgemeester te worden van de grootste studentenstad vanhet land. “Ik doe dit met veel fierheid en met veel ambitie”, zo stak Mohamed Ridouani van wal. “In dit nieuwe College(Sp.a, Groen en CD&V) zit veel talent, en ook opmerkelijk: meervrouwen dan mannen. En ook drie economisten, als dat maargoed afloopt”, knipoogde de burgemeester. “Het is belangrijkdat we onze beleidsvisie uitvoeren. En de rode draad in diebeleidsvisie is de wil tot samenwerking, en het belang van eengrote samenhang in onze stad.” Zo beklemtoonde hij.

“Ja, Leuven doet het goed. De Leuvense economie groeit aan4% per jaar, en het aantal jobs met 8% per jaar. Ook het aantalinwoners stijgt snel, nl. 1.000 extra inwoners per jaar. We hebbennu 171 nationaliteiten in Leuven, op zo’n 195 die er in de wereldzijn. Samengevat groeien we dubbel zo snel als het gemiddeldevan de andere Vlaamse centrumsteden. En op zich ben iknatuurlijk blij met die groei. Groei schept immers geweldigewelvaartsopportuniteiten. Maar het stelt ons tegelijkertijd voorgrote uitdagingen.”

De druk in Leuven op de mobiliteit, de huizenmarkt, en deinfrastructuur in het algemeen is groot, dat weet en ziet iedereendie in Leuven komt. “Die groei in goede banen leiden, is onzeprioritaire opdracht. Daar hoort bv. investeren in betaalbarehuisvesting bij. En we kijken ook naar de deelgemeenten. Wij willen sterke kernen in elk van de deelgemeenten, niet alleenin Leuven-stad. Een leefbare stad krijgt men door in die kernende gemeenschappen terug op te bouwen: gemeenschappenwaar ruimte is voor jongeren, maar ook voor senioren, onder nemersen andere bevolkingsgroepen.”

“Wie Leuven zegt, zegt ook KU Leuven. Dàt is de grote motorvan de stad. Samen met het UZ staat de KU Leuven voor nietminder dan 20.000 jobs. En het potentieel is groot. Vooral doorde spin-offs. Maar die hebben ook ruimte nodig. Daarom investerenwe in extra bedrijfsruimte, in Leuven Noord, een strip van 2 kmaan de Vaartkom.”

Ridouani: “Samenwerking is cruciaal om van Leuven eensuccesverhaal te maken. Ik ben blij dat ik hier in het hoofdkantoorvan CERA mag zeggen dat we hier samen sociale projectenopzetten. Ook met de steun van de KU Leuven zetten weprojecten op, bv. om van Leuven een duurzame stad te maken,met investeringen voor minder CO2-emissies. En ik mag zeggendat we daar al in geslaagd zijn, want de CO2-impact van destad daalt ondanks onze groei. Maar we moeten nog veelverder gaan.”

Page 33: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

33

Franky Depickere (CEO van Cera): “De coöperatieve ondernemings vorm biedtvele voordelen voor alle stakeholders”

De nieuwjaarsactiviteit van Ekonomika Alumni regio Vlaams-Brabant vond plaats inde gloednieuwe kantoren van de coöperatie Cera. Gastheer was Franky Depickere,CEO van Cera. Hij hield er een warm pleidooi voor de coöperatieve ondernemingsvorm.“Cera is trouwens de grootste coöperatie van het land met een netwerk over heelBelgië.” Daarnaast nam ook kersvers burgemeester van Leuven MohamedRidouani het woord (zie apart artikel).

“De rode draad in ons verhaal als coöperatie is sameninvesteren in welvaart en welzijn. Drie kernwoorden kenmerkenonze actie: samenwerking, solidariteit en respect. Cera is eencoöperatie die op ondernemen gericht is. Je hebt ook coöperatiesmet een meer ideologische achtergrond, maar wij dus niet.”

Wat is een coöperatie? Franky Depickere dist een alomgebruikte definitie uit 1995 op (ICA): “Een coöperatie is eenautonome organisatie van personen die zich vrijwillig verenigenom hun gemeenschappelijke economische, sociale of culturelebehoeften en ambities te behartigen door middel van eenonderneming waarvan ze samen eigenaar zijn en die zedemocratisch controleren.” Stichter Raiffeisen zei het destijds zo:“Doe samen waar je alleen te klein voor bent.”

Franky Depickere: “De coöperatie werkt ook daar waar demarkt faalt of waar zelfs de overheid faalt. We nemen dan hetheft in eigen handen, zoals in verband met eerlijke handel, of eenfaire verdeling van de opbrengsten. Je hebt dan ook vele typesvan coöperaties: werkerscoöperatie, ondernemings coöperatie,consument/burgercoöperatie en multi-stakeholder coöperatie.Cera moet je in het type van de ondernemings coöperatie plaatsen.”

VENNOTEN CENTRAAL

Het is belangrijk om de structuur van Cera te kennen om dewerking en de activiteiten ervan te kunnen begrijpen. “Cera teltzowat 400.000 vennoten. Daarvan zitten 1.000 vennoten in 45 regionale adviesraden.

“Een project waar ik bijzonder fier op ben is Leuven Mindgate,dat een samenwerking is tussen de stad Leuven, overheids -organisaties, kennisinstellingen zoals de universiteit en IMEC,en bedrijven, in totaal 29 partners. Eén van de hoofddoel -stellingen is om internationaal talent naar Leuven te halen.Daartoe hebben we een International House opgericht. Een open blik op de wereld geeft de beste kansen op succes.Wij willen de rijke diversiteit van onze stad nog rijker maken.”

Maar de burgemeester ziet zijn opdracht ruimer dan alleen destad Leuven. “Leuven ligt niet op een eiland, maar is ingebed inde Leuvense regio. Waar de stad zo’n 100.000 inwoners telt,zijn er in de grotere Leuvense regio zo’n 500.000 mensen. Dus ook die intraregionale samenwerking is belangrijk, bv. ophet vlak van mobiliteit.”

Maar hoe ondernemingsgezind Ridouani ook is, zijn socialistischeroots wil hij niet verloochenen. “Wij willen geen stad met tweesnelheden zijn. Iedereen moet mee. In onze drang naar vooruit -gang moeten we ook geregeld achterom kijken, om te zien ofiedereen mee is. Dat doen we op verschillende wijzen. Eén ervanis het buddy-project. 800 studenten coachen jaarlijks circa1.500 leerlingen uit de scholen in het Leuvense. Het gaat vooralom leerlingen uit minder kansrijke gezinnen en/of met leer -

moeilijkheden. De studenten/buddies begeleiden deze leerlingen.Niet alleen met de bedoeling om hun schoolresultaten op tekrikken, maar ook om zeer waardevolle ervaringen uit tewisselen. Dat opent hun blik op de wereld en versterkt hunzelfvertrouwen. Dat buddy-project is al tien jaar een grootsucces. Natuurlijk heeft het onderwijs zelf een grote rol tespelen, de kwaliteit moet goed zijn, en gelijke kansen geven aaniedereen.”

En wat met de diversiteit, die 171 nationaliteiten? Zet dat geendruk op de Leuvense gemeenschap? Ridouani: “Dat moetenwe goed bewaken. We moeten de vrijheid van identiteit koppelenaan iets gemeenschappelijks, iets wat ons allemaal bindt. Het iseen verhaal van rechten en plichten. Ik zal in mijn stad geentoestanden dulden zoals in Molenbeek. We zullen daarover waken.En de discriminatie? Ik wil niet dat men dat als excuus gebruiktvoor het eigen falen. Ik ben het beste bewijs dat het ondanksmijn allochtone afkomst mogelijk is om sociaal vooruit te gaan.In onze samenleving krijgt iedereen veel kansen. Ik heb diegegrepen. Met dank ook aan de vele mensen die mij gesteundhebben. En ook dankzij het goede onderwijs hier in Vlaanderen.”

Fa Quix

Page 34: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

34

180 vennoten zitten in de Nationale Adviesraad, en tot slot is er een Raad van Bestuur van 21 leden waarvan 14 vennoten.En een voorzitter. Die 45 regionale adviesraden hebben eeneigen werking en een eigen budget. Zij behandelen projectenop basis van vooropgestelde criteria en keuren die projectengoed of af en beslissen met welk bedrag ze deze organisatiesondersteunen. Er is een gemiddelde van 2.500 euro per project.Ik denk aan bv. uitrusting van speelpleinen, of investering inmateriaal voor een jeugd beweging, aanleg van een warme tuinvoor een woonzorgcentrum ...”.

Op het nationale niveau gaat het om grotere projecten. Franky Depickere: “Daar zoeken onze eigen coördinatoren zelfprojecten. Zo steunen wij de geestelijke gezondheidszorg enlagen wij mee aan de basis van initiatieven zoals Te Gek!? Ookdaar hebben we eigen criteria voor en de projecten kunnensteun krijgen tussen 50.000 en 1 miljoen euro voor een duurtijdvan 3 tot 5 jaar. Maar de steun van Cera is niet beperkt tot hetfinanciële. Wij doen ook aan coaching van die projecten.Internationaal ligt onze focus op microfinanciering en micro -verzekeringen. Een voorbeeld is BRS waar ook Ekonomika-praeses Wim Moens al jaren een vooraanstaande rol in speelt.Dit jaar organiseert hij bv. voor de zoveelste keer een inleefreisnaar Rwanda waarbij microfinanciering centraal staat.”

Voor Cera is microfinanciering en -verzekering een echte focus.“Wij stellen niet alleen geld ter beschikking, maar doen ook aancoaching, en lenen aan plaatselijke initiatieven die microfinancieringop het terrein organiseren. Onze specialisatie daarin gaat zoverdat wij een management informatiesysteem voor micro financieringop punt hebben gezet en ter beschikking stellen van deinstellingen die microfinanciering aanbieden zodat zij hunleningen en het beheer van hun klantenportefeuille optimaalkunnen organiseren.”

KENNISCENTRUM

Cera steunt ook het onderzoek en studiewerk over coöperatiefondernemen. “Wij stimuleren wetenschappelijk onderzoek enonderwijs zoals met het Kenniscentrum Coöperatief Ondernemensamen met kernpartners KU Leuven en Boerenbond. In hetFranstalige landsgedeelte met de Chaire Cera in Cooperative

and Social Entrepreneurship (Luik). De KU Leuven heeft samenmet Cera een postgraduaat opgericht in het coöperatiefondernemen en management. De Faculteit Economie enBedrijfswetenschappen (FEB) speelt daar een centrale rol in. In dat kenniscentrum treedt Fréderic Dufays op als post -doctoraal coördinator. Er zijn ook 2 voltijdse doctorandigefinancierd door de KU Leuven en 5 voltijdse doctorandi en 1 postdoctoraal (halftijds) voor strategisch basisonderzoek metmiddelen van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek.Ook in het onderwijscurriculum zijn vakken van coöperatiefondernemen opgenomen”, aldus Cera-CEO Depickere.

Tot slot biedt Cera ook dienstverlening aan inzake coöperatiefondernemen. “Het is onze bedoeling om het ecosysteem voorcoöperatief ondernemen in België te versterken. Het is eenondernemingsvorm die uitermate geschikt is om bijvoorbeeldde circulaire economie mee vorm te geven.”

En hoe worden die projecten dan gefinancierd? Franky Depickere:“Cera en haar dochtervennootschap KBC Ancora zijn kern -aandeelhouders van KBC Groep en hebben samen 21,2% (88,6 miljoen aandelen) van het kapitaal in handen. Uit dedividenden die wij opstrijken maken wij een werkings budget enkeren wij ook een dividend van 3% uit aan onze vennoten.”

Hoe word je vennoot en wat krijg je daarvoor in ruil? FrankyDepickere: “Zoals ik al zei hebben wij zo’n 400.000 vennoten.Eén aandeel bij Cera kost 50 euro, met een maximum van5.000 euro per persoon. Je kan dat eenvoudig regelen via KBCmobile of in een KBC-bankkantoor. In ruil ontvangen devennoten een dividend van 3% in 2017, ook voorgesteld voor2018. Maar ook andere voordelen, bv kortingen op allerleiaanbiedingen zoals de jaarlijkse wijnactie, of uitnodigingen voorfestivals, enzovoort. En de vennoten steunen daarmee ookprojecten zoals het genoemde BRS-project van Wim Moens.En vele andere natuurlijk. Online en via een magazine wordende vennoten hierover op de hoogte gehouden”, zo besloot deCera-topman.

Meer weten: www.cera.coop

Fa Quix

Franky Depickere

Page 35: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

35

OOST-VLAANDEREN

Wouter Desmet (EY): Innovatie moet nu snel en IN de business gebeuren

“Wij hebben nog vaak het beeld dat innovatie gebeurt in laboratoria door onderzoekersdie ver van de business zitten om zich te kunnen concentreren op iets nieuws. En daaralle tijd voor kunnen nemen. Maar dat is old school innovation. Het innovatieprocesvan vandaag is zelf ook voorwerp van disruptie geworden. Innovatie gebeurt nu índe business zelf, bij de klanten, of bv bij onze eigen accountants en auditors. Bij EYhebben wij dit ondergebracht in The Factory; het innovatiecentrum binnen EY”, zo stelde Wouter Desmet, Innovation Leader bij EY voor de regio WEM (WesternEurope and Maghreb) op de nieuwjaarsactiviteit van Ekonomika Alumni regio Oost-Vlaanderen in de nieuwe kantoren van EY op ‘the loop’ in Sint-Denijs-Westrem.

Wouter Desmet werd voortreffelijk ingeleid door voorzitsterPatricia De Waele. Dat hij een ‘straffe gast is’ bleek meteen toenhij The Factory bij EY nader uitlegde. “Op een missie met start-ups in Singapore ontdekte ik een ongelofelijke start-up scene.8.000 start-ups, meestal in de tech, proberen daar huntoekomst uit te bouwen. Ik had al een jarenlange ervaring alsondernemer toen EY mijn bedrijf van subsidieconsultancy vierjaar geleden heeft overgenomen. Ik kende dus wat vanondernemen en ook wat van start-ups. De oplossing die we bij EY dan gevonden hebben is dan The Factory geworden. Wat is dat? Wel dat is een nieuwe manier om aan innovatie tedoen. En daarbij combineren we de voordelen van een‘olietanker’ die EY is, met de voordelen van een kleinschalige,snelle ‘speedboot’-aanpak van het innovatieteam. Best of bothworlds in feite. Het innovatieteam is klein en wendbaar maarkan rekenen op de stevige basis van EY: haar klantenbasis, de financiële middelen, de power, …”.

Dat klinkt wat vaag, maar wat is het eigenlijk? Wouter Desmet:“Die Factory, dat zijn multidisciplinaire teams. Daarin zittendesigners, hackers, it-ers, maar ook mensen die wat afwetenvan businessplannen, financiering, hr, … Die zoeken samen metde business waar ze voor werken snel naar oplossingen en

testen die uit bij de klanten. Werkt het, dan wordt het verderontwikkeld, en bv als een start-up uitgerold in de markt. Lukt het niet, dan gaat het team over naar een ander project.Onze basisslogan is ‘Don’t go mainstream, go upstream’. Zoals de zalm, die ons symbool is. The Factory van EY zit tussendrie doelgroepen in: de pure innovators, de start-ups/scale-ups,en de innovators in bedrijven, soms zeer grote corporates.Soms lukt het om twee van die doelgroepen bij elkaar tebrengen in het innovatieproces.”

Als zij niet in de wat ouderwetse labo’s zitten te onderzoeken,waar en hoe werken die nieuwe innovatieteams dan wel?Wouter Desmet: “We hebben vastgesteld dat je een inspirerendeen stimulerende workspace voor die innovatieteams moetcreëren. Wij (EY) hebben dat gedaan met Wavespace centers.We hebben over de hele wereld in grote steden zo’n Wavespaceopgericht, die samen ons EY Wavespace Network vormen (22 vandaag). In België is de Wavespace gevestigd in Antwerpen,het grootste van het netwerk. Daar werkt een innovatieteam vanzo’n 18 mensen, voor twee derde jonger dan 30 jaar, maar metook enkele senior medewerkers met veel ervaring in eenbepaald domein. Antwerpen spitst zich toe op ‘open innovation’,dat is haar specialiteit. Andere steden zoals Madrid hebben eenandere specialiteit.”

Wouter Desmet - EY

Page 36: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

36

Maar hoe moeten we ons dat nu concreet voorstellen? Eigenlijkis het een ruimte onderverdeeld in subruimtes waar het procesvan idee over design en prototype tot showcase wordtdoorlopen. Als door een ‘loop’. “Wij gebruiken tools zoals leanstart-ups en andere om dat innovatieproces vorm te geven. Een voorbeeld? Wij creëren apps, zoals bv. smart templatesvoor onze juristen en auditors. Wat is dat? Wel in die app wordenvoorbeelden van contractclausules ‘templates’ opgeslagen, enmet het eenvoudig aanvinken van bepaalde keuzes in de appkrijg je de clausules die je zeker moet opnemen. Het document,bv. een contract, komt er dan voor 80 tot zelfs 100% volledig uit.Dat spaart veel tijd uit van manueel opzoekwerk in bestaandecontracten naar bepaalde clausules, en je hebt de juiste formulering.Die app werd snel ontwikkeld, uitgetest, en later verfijnd, en uitgebreid met nieuwe functionaliteiten. De kwaliteit van deapp groeit dus in de interactie met de gebruikers. Daarna kanje dat breed uitrollen in de markt. We hebben ook een appontwikkeld ter ondersteuning van onze eigen auditors. Na zesmaanden gebruikt al 95% van de auditors die app die hen veeltijd bespaart.”

Wouter Desmet wijst er nogmaals op dat disruptieve innovatieeen bepaalde business snel kan veranderen. En dat niet alleenin de tech-wereld. Hij herinnert aan het bekende voorbeeld vanKodak dat de digitale camera als eerste heeft uitgevonden maardacht dat daar geen goed business model in zat. “En dat hetoude business model van de filmrolletjes wel overeind zoublijven. Ze lieten de digitale camera 20 jaar in hun lade liggenen toen ze doorhadden dat er wél een business in zat, was hette laat; ze werden gedisrupteerd door andere spelers. Of hetverhaal van de stakende bankbedienden in Brazilië. De klantenkonden daardoor voor verrichtingen niet terecht bij de bank.

Evenwel, de klanten sloegen massaal over op apps die dieverrichtingen óók konden uitvoeren. De vakbonden hebbentoen zelf de stakers opgeroepen om met hun acties te stoppen,teneinde hun eigen job niet in gevaar te brengen. Disruptieveinnovatie kan overal toeslaan. En snel” aldus Innovation LeaderWouter Desmet.

Met dank aan EY voor de zeer gastvrije ontvangst en de gullewalking dinner.

Fa Quix

PROGRAMMA 2019 OOST-VLAANDEREN

Voorzitster Patricia De Waele van de regionale kernOost-Vlaanderen maakte ter gelegenheid van denieuwjaarsreceptie op 6 februari 2019 ook het jaar-programma bekend. Zij dankte daarbij haar bestuurdersvoor hun actieve medewerking. Patricia meldde datde focus opnieuw ligt bij bedrijfsbezoeken net zoalsin 2018 (North Sea Port en Volvo Trucks):• 27 maart 2019: op bezoek bij baggerbedrijf

Jan De Nul in Aalst• Juni (dag nog vast te leggen): bezoek aan Floréac,

Europese speler in de sierteeltsector• Herfst (dag nog niet bekend): samen met Ekonomika

Alumni Antwerpen, bezoek aan de nv Soudal, Europese topproducent van o.a. siliconen. De familialetopman baron Vic Swerts zal er het woord nemen.

Page 37: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

37

BRUSSELOp vrijdag 11 januari waren we met Ekonomika Alumni regio Brussel te gast in De Marktenvoor een nieuwjaarsreceptie met gastspreker Jan Denys (Randstad): een foto-impressie.

Page 38: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

BOEKONOMIKAREIS NAAR DUURZAAM ONDERNEMEN

Toen ik dit boek voor het eerst vast nam en de cover vluchtig bekeek, dacht ik dathet een boek (*) over ‘duurzaam reizen’ ging, met die prachtige foto van een backpackerdie naar de imposante Himalaya zit te turen. Ook de naam van de eerste medeauteurop de cover deed me daaraan denken, nl. Bob Elsen, stichter en nog steeds bezielervan reisorganisator Joker en van de Via Via-reiscafés. En een eminent Ekonomikaalumnus. Dat het over duurzaamheid gaat, is overduidelijk, maar dan wel een reis naarduurzaam ondernemen met de Sustainable Development Goals van de VN als kompas.

Als ervaren reiziger hangt Bob Elsen dit boek vast aan velevoorbeelden uit zijn rijke reiservaring, hetgeen de weg naarduurzaam ondernemen concreet en levendig maakt. Een goedevondst dus. De combinatie met coauteur Nathalie Bekx, trend -

onderzoeker en creatief ondernemer, is zeker een meerwaarde.Als medeoprichtster en CEO van Time4Society vzw (CorporateSocial Responsibility - CSR - voor bedrijven en overheden) enuiteraard met haar hoofdactiviteit in Trendhuis, adviseert zij sinds1995 bedrijven over CSR.

Het boek is in eerste instantie bedoeld voor mensen in debedrijfswereld. Om hen te begeleiden bij hun ondernemings -traject naar een duurzame toekomst voor het bedrijf, maar ookvoor de hele samenleving. Als metafoor voor dit traject kan debeklimming van de Mount Everest zeker in aanmerking komen,aldus de auteurs.

Alhoewel Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)voor alle bedrijven van belang is, zijn het toch vooral de grotebedrijven die er echt mee bezig zijn (p. 28). Maar de auteurswaarschuwen: “CSR geldt niet enkel voor multinationals. Ookvoor kleinere bedrijven wordt CSR een must, want steeds meergrote ondernemingen willen enkel nog zaken doen metleveranciers die duurzaam handelen. Daarnaast stimuleert hetduurzaam inkoopbeleid van de overheid eveneens meer CSRin de bedrijfswereld.” (p. 29)

Maar door te focussen op de Sustainable Development Goals(SDG’s) kiezen de auteurs toch eerder voor de multinationaleondernemingen. Het gaat om 17 doelstel lingen die zelf nogonderverdeeld worden in liefst 169 specifieke doelen. Zoweloverheden, ngo’s, burgers én bedrijven moeten zich engagerenom die 17 SDG’s te bereiken. Het gaat er bv. om tegen 2030geen armoede en geen honger meer te hebben in de wereld,maar ook goede werkgelegenheid en economische groei,innovatie en goede infrastructuur, verantwoord gebruik vanhulpbronnen, klimaatmaatregelen, duurzaam landgebruik, enz.

Alumni@FEB

38

Page 39: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Elsen en Bekx stellen dat die SDG’s als kompas fungeren. Hoe speelt de bedrijfsstrategie in op de gekozen SDG’s? De auteurs brengen een werkbare systematiek in de brede ensoms vage SDG’s. Hoe doen ze dat? Door ze onder te brengenin de zes P’s: People, Planet, Prosperity, Partnership, Peaceand Pleasure. Deze laatste P is misschien wel een verrassing.Maar niet voor iemand die Bob Elsen kent. Want voor Joker is‘iets graag doen’ een basisvoorwaarde voor het welslagen vanelke doelstelling. Maar zelfs met deze vereenvoudiging tot dezes P’s blijft de duurzaamheidsoefening van het boek een flinkedobber. Waardoor het uiteindelijk toch iets wordt dat deaandacht zal trekken van grote bedrijven die internationaalopereren eerder dan kmo’s met een lokale actieradius. Voordeze laatsten lijkt de voorgestelde oefening mij te zwaar te zijn.

Omdat de auteurs blijkbaar beseffen dat het allemaal nogaltheoretisch klinkt, hebben zij een concreet plan ontwikkeld, dat zij het SDG FITplan® noemen, een stappenplan om teimplementeren, te meten, bij te sturen, … Dat wordt in het boekuitvoerig toegelicht in hoofdstuk 3, in 4 stappen (‘Ontwikkelen’- ‘Integreren’ - ‘Realiseren’ - ‘Meten’). Vanaf dan (p. 42) wordthet boek eigenlijk een werkboek, een ‘roadmap’ met aanduidingvan wie wat gaat doen, of moet doen. Regelmatig wordt hetallemaal concreter gemaakt met voorbeelden uit hetbergbeklimmen.

In het volgende hoofdstuk (vier) worden de zes P’s één na éénuitvoerig besproken, met de punten waar u moet op letten. Er wordt begonnen met People, en dat wordt aardig uitgewerkt.En geïllustreerd met inspirerende voorbeelden uit bedrijven.Korte bedrijfscases zoals van Durabrik “bouwen begint bijmensen”, Glaxosmithkline (GSK) “vaccins voor een beteregezondheid”; of sociale onderneming Levanto “doorgroeien opde arbeidsmarkt”, … inspireren wel.

De tweede P van Planet is natuurlijk een zeer belangrijke metde grote aandacht van vandaag voor de problematiek van deklimaatopwarming en de opkomst van de circulaire economie.Het voorbeeld van Audi is sprekend: de fabriek van Audi in Vorstis gecertifieerd CO2-neutraal. Het boek legt uit waarom.

Als u al overtuigd bent van het belang van duurzaam onder -nemen, dan kan u eigenlijk het eerste hoofdstuk overslaan.Maar het – korte – zesde en laatste hoofdstuk ‘Een visie op detoekomst’ is dan weer zeker een aanrader. ‘’Hamvraag blijftwaarvoor het mensdom zal kiezen. Gaat het solidaire hetoverwicht nemen op het solitaire?”

Fa Quix

(*) Bob Elsen & Nathalie Bekx, Reis naar duurzaam onder nemen,

met de SDG’s als kompas, 160 p, Trendhuis, 24,95 €

Page 40: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

40

Dat er een verzadingspunt en zelfs een terugval is, vind je ookterug in ander, internationaal onderzoek. Een artikel van Jebbet al uit Nature Human Behaviour (‘Happiness, income satiationand turning points’) van begin dit jaar kwam tot eenzelfderesultaat. In het artikel stellen de auteurs dat er een verzadigings -punt optreedt op 95.000 dollar per jaar wat betreft levens -tevredenheid. Wat betreft emotioneel welzijn ligt hetverzadigings punt tussen 60.000 en 75.000 dollar. Nochtans, zo stellen de auteurs, zijn er andere onderzoeken die geenverzadiging of terugval vaststellen. De wetenschap is er dus nogniet volledig uit.

In het artikel uit Nature Human Behaviour worden er een aantalredenen opgesomd waarom vorige studies die concludeerdendat er een verzadigingspunt is belangrijke beperkingen hadden.Zo gebruikte een belangrijke studie categorische variabelenvoor de inkomens. Een andere beperking is de bron van data:gegevens uit bevragingen zijn minder betrouwbaar dan uit defiscale inkomensdatabank.

GEBREK AAN DATA

Ten slotte is er het gebrek aan data, waardoor sommige studiesgeen uitspraak kunnen doen over het feit of er een verzadigings -punt is in de relatie tussen inkomen en geluk. Dat komt omdathet verzadigingspunt erg hoog ligt. Dat geldt ook voor de Belgische

studie. De geciteerde inkomens uit die studie zijn immers netto-inkomens en zijn genormaliseerd, wat wil zeggen dat zerekening houden met het aantal volwassenen en kinderen pergezin. Een genormaliseerd netto maandinkomen van 4.500euro komt dan overeen met een netto inkomen van 9.450 eurovoor een koppel met twee kinderen. Met een dergelijk hooginkomen zit je makkelijk in de top 1%.

Die top 1% doe je niet makkelijk participeren in allerhandeonderzoeken die ook peilen naar het inkomen. In het pers -dossier zat weliswaar de onderstaande grafiek met daarin hetpercentage van de 3770 respondenten per inkomenscategorie,maar de inkomenscategorieën gingen maar tot een maandelijks

COLUMN ANDREAS TIREZ

De wetenschappelijke conclusie datgeluk zou afnemen bij zeer hogeinkomens is slechte wetenschap

Een paar weken geleden publiceerden de UGent en levensverzekeraar NN eennieuw luik van hun Nationaal Geluksonderzoek. De blikvanger was deze keer datmeer geld wel degelijk gelukkiger maakt, maar slechts tot een bepaald niveau.Vanaf een maandinkomen van 4.000 euro wordt de Belg gemiddeld niet gelukkigermeer. Meer nog, vanaf 5.000 euro en meer zou de Belg gemiddeld ongelukkigerworden. De onderstaande grafiek komt uit het persdossier van het onderzoeks -team. Het is wellicht onnodig te zeggen dat de afname van geluk voor de hogeinkomens veruit de meeste media-aandacht trok. Voor professor Lieven Annemans(UGent), betrokken bij het onderzoek, bewijzen de cijfers dat we het economischsysteem moeten herdenken om het geluksniveau op te krikken.

Alumni@FEB

Page 41: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

41

netto-inkomen van 2.500 euro, terwijl de blikvanger van hetonderzoek gaat over wat er gebeurt vanaf 5.000 euro; dat isprecies het dubbele. Op de figuur is overigens reeds een dalingvan het aandeel respondenten te zien met een gerapporteerdinkomen van 2.500 euro of meer.

Ik heb de data dan opgevraagd bij de persverantwoordelijke vanhet onderzoeksteam en zij gaf me de bovenstaande grafiek mee. Uit deze grafiek blijkt dat ook in dit onderzoek het niet goedgelukt is om voldoende respondenten te vinden in de inkomens -categorie waar het om draait, wanneer men een goedgefundeerde uitspraak wil over het al dan niet bestaan van eenverzadigingspunt. Van de 3.770 Belgen die aan het onderzoekdeelnamen, had slechts 0,2% een genormaliseerd inkomen van5.000 euro of meer. Het gaat dus over 6 tot 9 personen op3.770. De opmerkelijke conclusie dat een netto-inkomen van5.000 euro of meer ongelukkiger maakt lijkt dan ook op los zandgebouwd.

BIJKOMENDE INFORMATIE OVER HET ONDERZOEK

Het bovenstaande had ik ook in een opiniestuk geschreven opvraag van De Morgen. De dag erna was er een reactie vanprofessor Annemans die onder meer inging op het zeer beperktaantal respondenten. Hij schreef het volgende: “Bij zo’n analysedragen álle deelnemers bij aan het eindresultaat. Stel u voor datde bevinding, met name dat de levenstevredenheid opnieuw

licht daalt bij de hoogste inkomens, gebaseerd zou zijn opslechts een handvol waarnemingen, zoals Andreas suggereert.Onze analyses steunen op honderden, zelfs duizenden waar -nemingen. Het gevonden verband was bovendien statistischuiterst significant.”

Gezien deze uitspraken me nog nieuwsgieriger maakten naarde gebruikte methode nam ik contact op met professorAnnemans met een aantal vragen. Uit zijn antwoord bleek datde gegevens verzameld zijn door middel van een bevraging,waarbij de respondenten moesten aangeven in welke inkomens -categorie hun gezin zich bevindt (met intervallen van 500 euro).Deze inkomens werden vervolgens genormaliseerd volgensgezinssamenstelling.

De eigenlijke analyse is gebaseerd op een multivariate regressie,corrigerend voor o.a. leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, …waarbij zoals in ander onderzoek de inkomensvariabele ookwordt gekwadrateerd om na te gaan of er inderdaad eenkwadratische relatie is. De kwadratische term in de analyse waszeer significant (p-waarde 0,00003), aldus de professor.

Dat roept bij mij weer een aantal bijkomende vragen op. Geziende professor vaststelt dat er een dalende levenstevredenheid isbij hoge inkomens, concludeer ik dat de coëfficiënt bij dekwadratische term negatief is. Dat dit statistisch zeer significantwas, betekent dat de hypothese dat deze coëfficiënt nul iszonder twijfel kan verworpen worden.

Deze statistische significantie geeft echter geen uitsluitsel overwelke functionele vorm het beste past om het verband tusseninkomen en levenstevredenheid weer te geven (en al helemaalniet voor zeer hoge inkomens; zie infra). De professor kiestimmers op voorhand een bepaalde functionele vorm, namelijkeen kwadratische functie. Maar het verband tussen inkomen enlevenstevredenheid kan iets anders zijn dan kwadratisch,bijvoorbeeld logaritmisch. Indien er een logaritmisch verband is(of log-lineair), dan is er geen daling van de levenstevredenheidbij zeer hoge inkomens, maar blijft die stijgen, hoewel de stijgingvan de levenstevredenheid bij een inkomensstijging afneemt bijhogere inkomens. Zo besluit een onderzoek van Stevenson enWolfers uit 2013 dat er een log-lineaire relatie is tussen inkomenen welzijn (“well-being”).

Overigens is er onder academici weinig discussie dat de stijgingvan de levenstevredenheid bij een inkomensstijging afneemt bijhogere inkomens: de meeropbrengsten van een hoger inkomendalen als het inkomen stijgt. Daarom is het ook te verwachtendat bij een keuze voor een kwadratische functie om de relatietussen levenstevredenheid en inkomen te beschrijven decoëfficiënt bij de kwadratische term significant negatief zal zijn.Dat resultaat is des te meer te verwachten indien er weinigdatapunten zijn voor de zeer hoge inkomens en als defunctionele vorm zodanig is dat de levenstevredenheid pas daaltbij zeer hoge inkomens, zoals ook in het onderzoek vanprofessor Annemans.

Page 42: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

Alumni@FEB

42

FUNCTIONELE VORM VAN WELDEGELIJKBEPALEND

De discussie in de literatuur gaat er dan ook om of de levens -tevredenheid blijft toenemen met het inkomen (waarbij dit kanbeschreven worden met een logaritmische functie), ofwelstagneert, ofwel afneemt (waarbij dit kan beschreven wordenmet een kwadratische functie). De discussie draait dus omwelke functionele vorm er gebruikt moet worden. Om hieroveruitsluitsel te kunnen geven moeten er voldoende datapuntenzijn voor de zeer hoge inkomens, juist omdat een logaritmischeen kwadratische functie gelijkaardig zijn voor lage, midden enhoge inkomens; enkel voor de zeer hoge inkomens, wanneerde levenstevredenheid zou kunnen afnemen, divergeren dekwadratische en de logaritmische functie.

De 6 tot 9 datapunten in de inkomenscategorie van 5.000 euroen hoger zijn dan ook veel te beperkt. Ze zullen nooit destatistische significantie van een negatieve kwadratische termteniet doen. Je zou dezelfde conclusie, namelijk dat de coëfficiëntbij de kwadratische term voor inkomen negatief en zeerstatistisch significant is ook kunnen trekken zonder deze 6 tot9 datapunten. Met andere woorden, net omdat er -relatiefgezien- heel veel datapunten zijn in de lagere inkomens -categorieën, kan er weinig gezegd worden over de waarde vandeze coëfficiënt voor de zeer hoge inkomenscategorieën.

Om dit te illustreren heb ik de figuur uit het onder zoek met derelatie tussen inkomen en levens tevreden heid eens gesimuleerd,maar dan rekening houdende met het aantal datapunten dat erbeschikbaar was voor elk inkomens interval. Het resultaat staatin de onderstaande figuur. Tussen 500 en 1.000 gaat het om777 datapunten, tussen 1.000 en 1.500 gaat het om 754,enzovoort. Tussen 5.000 en 5.500 gaat het om 3 datapunten,tussen 5.500 en 6.000 om 2 datapunten en meer dan 6.000ook 2 datapunten. Ik heb wat ruis op de datapunten gezet.

Wanneer er een regressieanalyse wordt uitgevoerd op dezedatapunten met als verklarende variabelen voor de levens -tevredenheid het inkomen en het inkomen in het kwadraat, danblijkt dat de coëfficiënt van de kwadratische term negatief is endat dit resultaat zeer significant is. De p-waarde is zelfs 0.

Je kan op dezelfde data echter ook een logaritmische relatietesten. De coëfficiënt bij de verklarende variabele is positief enook dit resultaat is zeer significant (met p-waarde = 0).Bovendien blijkt de verklarende kracht van deze functionelevorm zelfs hoger te zijn: de R² voor een logaritmische relatie is0,963 tegenover 0,946 bij de kwadratische vorm (varieert eenbeetje naargelang de ruis). Dit zou opmerkelijk moeten zijn,omdat we in deze simulatie aannemen dat de levens -tevredenheid afneemt bij zeer hoge inkomens. Maar de 3.300datapunten tot 4.000 euro volgen eerder een logaritmischefunctie en overstemmen de 7-8 datapunten van 5.000 euro en hoger.

Ik heb ook eens dezelfde simulatie gedaan, maar voor delaatste 7 datapunten (vanaf 5.000 euro) heb ik een stijginggesimuleerd: in deze wereld blijft de levenstevredenheid stijgen,ook bij grote inkomens. Met een regressieanalyse met dekwadratische vorm bekom ik opnieuw dat de coëfficiënt bij dekwadratische term negatief is, opnieuw met een p-waarde van 0.

Deze simulatie toont onweerlegbaar aan dat de conclusie dieprofessor Annemans trekt niet kan getrokken worden op basisvan zijn gegevens. De simulatie toont immers dat zelfs bij eensterk stijgende levenstevredenheid, ook bij zeer hoge inkomens,de conclusie van de statistische analyse is dat de coëfficiënt bijde kwadratische term negatief is, en dat dit zeer significant is.

Page 43: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

43

En natuurlijk kan je dit ook met een logaritmische vorm trachtente beschrijven. De verklaringskracht van de logaritmische functieis -weinig verrassend- ook nu groter dan bij de kwadratische term.

De conclusie is volgens mij duidelijk: op basis van de gegevensdie professor Annemans en zijn team verzameld hebben kan jeniet zeggen dat de levenstevredenheid daalt bij zeer hogeinkomens. Tenzij ik iets over het hoofd zie, moet dit dan ookrechtgezet worden.

Ik heb bovenstaande analyse via mail aan professor Annemansvoorgelegd.

MEER OBJECTIVITEIT IN PLAATS VAN SUBJECTIVITEIT

Dat neemt niet weg dat de conclusie juist kan zijn dat delevenstevredenheid afneemt vanaf een zeer hoge inkomen.Maar zelfs als die conclusie correct zou zijn, dan nog is dat geenreden om ons economisch systeem te herdenken om hetgelukniveau op te krikken. De reden is eenvoudig: geluk issubjectief. Er zijn mensen te vinden die arm zijn, maar veelgelukkiger dan de rijkeluiszoon die doodongelukkig is omdat hijgeen Porsche kreeg voor zijn achttiende verjaardag. Om hetgeluksniveau dan op te krikken, zou je de arme meer moetenbelasten om de Porsche van de rijke te betalen.

Het is een voorbeeld dat geïnspireerd is op het bekende artikel‘Equality of What?’ van Amartya Sen uit 1979. Sen stelde zichde vraag wat we nu eigenlijk gelijk willen. Hij kwam tot deconclusie dat het niet om geluk (of nut) gaat. Sen stelde datwaar het om draait, is of mensen de mogelijkheid hebben omhet goede leven te leiden. Daarvoor heb je een aantal basis -capaciteiten of -functies nodig. En die zaken kan je min of meerobjectief vaststellen (hoewel ze in de tijd en tussen landenkunnen verschillen). Het gaat om basisbehoeften zoals voeding,wonen en veiligheid, maar ook over kunnen lezen en schrijven,politiek kunnen deelnemen en, in een maatschappij als de onze,toegang tot internet. Voor Sen is het duidelijk dat eenmaatschappij pas rechtvaardig is als deze objectieve nodenvoor elke mens vervuld kunnen worden. Of elke mens er ookdaadwerkelijk gelukkig van wordt, is niet de verantwoordelijkheidvan de maatschappij, maar van het individu zelf.

‘GELUKSECONOOM’?

Tot slot, er is een andere reden waarom we hoge inkomensmeer moeten belasten en lage inkomens minder. Er zijn drieoorzaken waarom mensen rijk zijn en die meestal samen in hetspel zijn: erg rijke mensen werken vaak hard, hebben vaak ookveel talent en hebben ook gewoon geluk. Aan die twee laatstefactoren heeft de rijke zelf geen verdienste, en daarom is hetmoreel aanvaardbaar dat we hogere inkomens meer belasten.Maar ook weer niet teveel, of rijke mensen gaan minder hardwerken, waardoor je minder kan belasten en herverdelen. Er isdus ergens een optimum. Waar dit optimum ligt, is volgens mijeen vraag voor de econoom die zich bezig houdt met de theorievan de optimale belastingstructuur. En al klinkt dat wat mindersexy dan een ‘gelukseconoom’, de ‘belastingseconoom’ is inhet herdenken van ons economisch systeem de relevanteacademicus.

Andreas Tirez

Page 44: 9980 NIEU ECONNECT MA 19...De nodige praktijkskills en voorbereiding op de arbeidsmarkt vormen een essentiële component van onze opleidingen, maar daarnaast is er een enorm aanbod

44

ECONnect

Driemaandelijks magazine

Gezamenlijke uitgave van de Faculteit Economie enBedrijfswetenschappen van KU Leuven en Ekonomika Alumni, de alumnivereniging van de Faculteit en van Ekonomika Studenten.

Contact: [email protected],tel. + 32 16 37 63 75, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen KU Leuven, Naamsestraat 69, 3000 Leuven

Hoofdredacteur: Fa Quix, [email protected]

Voorzitter redactieraad: Righard Bruyns, co-voorzitter Ekonomika Alumni

Kernredactie: Michael Boelaert,Noël Schutters, Freddy Nurski, Fa Quix, Arnout Debucquoy, Wilfried Lemahieu, Valerie Molly,Hettie De Kruijf, Griet Blieck,Veerle Van Rompaey, Hilde Roos

Fotografen: Jan Maryssael, Rob Stevens, Kwong Gueng To

Verantwoordelijke Uitgever:Wilfried Lemahieu, decaan FEBNaamsestraat 69, 3000 Leuven

Druk: Van der Poorten

Heeft u ook interesse om driemaandelijksECONnect toegestuurd te krijgen? Word lid van Ekonomika Alumni of mail naar [email protected]