23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5...

134
Laboratoriumwerkzaamheden Laboratoriumhandelingen

Transcript of 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5...

Page 1: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

Laboratoriumwerkzaamheden

Laboratoriumhandelingen

23056_TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 2: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

23056_TB.fm Page 2 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 3: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN 3

LaboratoriumhandelingenTheorie

Yensken Ubels, Sophia van Son, Henriëtte van Grinsven

eerste druk, 2005

23056_TB.fm Page 3 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 4: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

4

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent u desondanks van mening dat we u hebben benadeeld, dan kunt u contact met ons opnemen.

© 2005 Ontwikkelcentrum, Ede, NederlandAlle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum.

Artikelcode: 23056.2

ColofonAuteur(s): Yensken Ubels, Sophia van Son, Henriëtte van GrinsvenRedactie: Studio Maan, Michelle Heinen

Illustraties: LOI; VerbaalOnderwijskundige: Kiki van Etten

23056_TB.fm Page 4 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 5: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ VOORWOORD 5

Voorwoord

Deze uitgave bevat de onderwijseenheid Laboratoriumhandelingen van de deelkwalificatie Laboratoriumwerkzaamheden. Voor de onderwijseenheid is er een uitgave met opdrachten en bronnen en een uitgave met theorie.

Opdrachten

Aan het begin van elke opdracht staat het opdrachtdoel. Daar staat wat je aan het einde van de opdracht moet kunnen. De opdrachten bevorderen de zelfwerkzaamheid. Met de opdrachten kun je je kennis in de praktijk toetsen of bepaalde vaardigheden trainen. Als je alle opdrachten met voldoende resultaat hebt uitgevoerd, beheers je de stof.

Bronnenoverzicht

Om de opdrachten uit te voeren heb je informatie nodig. Hiervoor kun je het bijbehorende theorieboek gebruiken. Maar je kunt ook andere bronnen raadplegen. In het bronnenoverzicht staat waar je allemaal informatie kunt vinden over het werken in een laboratorium. Dit kunnen boeken zijn, maar ook vakbladen, folders, video’s, het internet, et cetera.

Theorie

Het theorieboek bevat de theorie die je het meest nodig hebt en die niet gauw verandert.Om het bestuderen en verwerken van de tekst gemakkelijker te maken kun je aan het einde van elk hoofdstuk verwerkingsvragen maken.

We wensen je veel succes bij het werken met deze uitgave.

Het auteursteam

23056_TB.fm Page 5 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 6: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

6

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Inleiding

Zieke dieren kunnen niet zelf vertellen dat ze ergens pijn hebben. Hoogstens zie je aan uiterlijke symptomen dat hen iets mankeert. Vandaar dat laboratoriumonderzoek vaak door de dierenarts wordt gebruikt als hulpmiddel om een diagnose te stellen. Je begrijpt dat de informatie die het laboratoriumonderzoek geeft, zeer betrouwbaar moet zijn.

In hoofdstuk 1 leer je hoe je veilig in een laboratorium kunt werken. Je komt ook te weten hoe je urineonderzoek, bloedonderzoek en fecesonderzoek moet uitvoeren. Deze onderwerpen staan beschreven in de hoofdstukken 2 tot en met 6. Hoofdstuk 7 behandelt de microbiologie. Regelmatig hebben dieren last van huidparasieten of schimmels. Hoe je deze in het laboratorium kunt onderzoeken, lees je in hoofdstuk 8. Tot slot komt in hoofdstuk 9 het onderzoek van melkmonsters aan bod.

23056_TB.fm Page 6 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 7: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ INHOUD 7

Inhoud

Voorwoord 5

Inleiding 6

1 Het laboratorium 91.1 Doel van het laboratoriumonderzoek 91.2 Hygiëne en veiligheid in het laboratorium 101.3 Glaswerk en andere laboratoriumbenodigdheden 121.4 Reinigen van glaswerk 151.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 171.6 De microscoop 221.7 Afsluiting 25

2 Fysisch en chemisch urineonderzoek 272.1 Het verzamelen van urine 272.2 Fysisch urineonderzoek 282.3 Chemisch urineonderzoek 332.4 Urineonderzoek naar aandoeningen van nieren en urinewegen 362.5 Urineonderzoek naar aanleiding van diabetes mellitus 402.6 Urineonderzoek naar aandoeningen van de lever 412.7 Afsluiting 42

3 Microscopisch en bacteriologisch urineonderzoek 443.1 Microscopisch urineonderzoek: Het urinesediment 443.2 Bacteriologisch urineonderzoek: Het kiemgetal 513.3 Afsluiting 53

4 Hematologisch bloedonderzoek 554.1 De samenstelling van bloed 554.2 De functie van de erytrocyten 554.3 De functie van de leukocyten 614.4 Afsluiting 72

5 Chemisch bloedonderzoek 735.1 De functie van de trombocyten 735.2 Welke chemische bepalingen worden er zoal uitgevoerd en wanneer? 755.3 Afsluiting 80

6 Fecesonderzoek 816.1 Fecesverteringsonderzoek 816.2 Fecesonderzoek op darmparasieten 836.3 Afsluiting 93

23056_TB.fm Page 7 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 8: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

8

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

7 Microbiologie 957.1 Micro-organismen 957.2 Indeling 967.3 Kunstmatige voedingsbodems 997.4 Laboratoriumbenodigdheden 1037.5 Laboratoriumtechnieken 1057.6 Afsluiting 109

8 Onderzoek van huid, haar en nagels 1118.1 Schimmels/dermatofyten 1118.2 Protozoa 1138.3 Huidparasieten of ectoparasieten 1148.4 Allergie 1208.5 Afsluiting 121

9 Het onderzoek van melkmonsters 1229.1 Het onderzoek op kwaliteit 1229.2 Aanwezigheid van groeiremmende stoffen 1259.3 Het onderzoek op mastitis 1269.4 Afsluiting 128

Trefwoordenlijst 131

23056_TB.fm Page 8 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 9: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HET LABORATORIUM 9

1 Het laboratorium

Oriëntatie

Dieren die ziek zijn, kunnen niet zelf vertellen dat ze pijn hebben. Hoogstens kunnen ze door uiterlijke symptomen aangeven dat hen iets mankeert. Vandaar dat juist een dierenarts laboratoriumonderzoek gebruikt als hulpmiddel om een diagnose te stellen. Je begrijpt dat de informatie die het laboratoriumonderzoek geeft, zeer betrouwbaar moet zijn. De opbouw van dit hoofdstuk maakt je vertrouwd met het werken op het laboratorium en met de toegepaste laboratoriumtechnieken.

1.1 Doel van het laboratoriumonderzoek

Behalve dat het laboratoriumonderzoek een belangrijke steun is voor het bevestigen van een veronderstelde diagnose, kan het ook de aanwezigheid van bepaalde, nog onopgemerkte ziekten signaleren.

urineonderzoek Bij het urineonderzoek stel je de aanwezigheid vast van bestanddelen die onder normale omstandigheden niet in de urine voorkomen. Glucose in urine vind je o.a. bij een gestoorde koolhydraatstofwisseling. Het concentratievermogen van de nieren kun je vaststellen door het bepalen van de soortelijke massa en microscopisch onderzoek van de urine kan aanwijzingen geven over een eventuele ontsteking in nieren of urinewegen.

bloedonderzoek Bloedonderzoek kun je uitvoeren om na te gaan of er misschien sprake is van bloedarmoede maar ook kan het een aanwijzing geven over een aanwezige infectie. Het bepalen van de kreatinineconcentratie kan uitsluitsel geven over een gestoorde nierfunctie en het bepalen van de glucoseconcentratie is zinvol bij een vermoeden van suikerziekte. Bij verdenking van ondervoeding kan een totale eiwitbepaling opheldering geven.

Stoornissen in de spijsvertering kun je vaststellen door een verteringsonderzoek en feces onderzoek feces onderzoek op wormeieren kan duidelijkheid verschaffen over een eventuele

worminfectie.

Bij hardnekkige jeuk of huiduitslag kun je door middel van een microscopisch onderzoek van huid of

harenonderzoek van huid of haren de desbetreffende micro-organismen op het spoor komen.

onderzoek vanmelkmonsters

Onderzoek van melkmonsters is ook mogelijk. Het bepalen van het kiemgetal en een aantal andere bacteriologische bepalingen is de methode om de kwaliteit van de melk te controleren en de veroorzaker van een mastitis op te sporen.

23056_TB.fm Page 9 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 10: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

10

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

1.2 Hygiëne en veiligheid in het laboratorium

Je moet je ervan bewust zijn dat al het materiaal dat in het laboratorium onderzocht wordt, besmet kan zijn. Verantwoord hiermee omgaan is een onderdeel van het medisch laboratoriumwerk.Behalve dat besmet materiaal gevaar op kan leveren voor jezelf, kan het onzorgvuldig werken ermee ook gevaar opleveren voor je omgeving.

Hygiëne

Werk met dit potentieel besmette materiaal doordacht en hygiënisch. Hier zijn moeilijk regels voor te geven, wel enige wenken:

Rook en eet niet in de ruimte waar het onderzoek wordt uitgevoerd.Draag een schone witte jas bij laboratoriumonderzoek en hang deze weg in het laboratorium voordat je dit verlaat.In veel gevallen kan het wenselijk zijn plastic handschoenen te dragen, speciaal als stoffen kunnen inwerken op de huid, maar ook bij het werken met bloed en ander patiëntenmateriaal, om de kans op infecties via een wondje aan de handen te voorkomen.Maak het tot een goede gewoonte geregeld je handen te wassen met desinfecterende zeep.Verlaat nooit het laboratorium voordat je je jas hebt uitgetrokken en opgehangen en je handen gewassen zijn. Immers, je loopt van je labwerk weer naar een andere patiënt of collega.Neem de tafels af met een desinfecterend middel.Na voltooid onderzoek al het onderzoekmateriaal zodanig verwijderen dat voor mens en dier besmettingsgevaar is uitgesloten.

Urineresten kan je, gemengd met grote hoeveelheden leidingwater, wegspoelen door de gootsteen. Eventueel met lysol naspoelen.Feces- en bloedresten worden verzameld in containers en daarna vernietigd.

Veiligheid

Je behoort altijd veiligheidsmaatregelen te treffen in een laboratorium. Dit zijn maatregelen die voorgeschreven zijn door de Dienst der Arbeidsinspectie. Deze maatregelen zijn wettelijk vastgelegd in de Arbo-wetgeving. Enkele hiervan zijn:

Een veilige ruimte behoort twee uitgangen te hebben.

23056_TB.fm Page 10 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 11: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HYGIËNE EN VEILIGHEID IN HET LABORATORIUM 11

Er moet een brandblusser aanwezig zijn. Bij gebruik hiervan spuit je nooit in de brandende massa, maar legt een koele laag boven de brandhaard, waardoor het toetreden van lucht verhinderd wordt.Hoofdkranen voor gas en elektriciteit behoren buiten het laboratorium aangebracht te zijn. In geval van brand kan je deze rustig sluiten.Werk je met gasbranders en wil je het gas aanhouden, let er dan op dat het gas met een gele vlam brandt (de blauwe vlam is veelal onzichtbaar). De brander op de spaarvlam instellen. Zorg ervoor dat indien een gasvlam gebruikt wordt, geen brandbare stoffen (aceton, ether, alcohol) in de omgeving gebruikt worden.Let erop dat flessen met vloeistoffen of vaste stoffen voorzien zijn van een etiket waarop vermeld staat wat erin zit. Gebruik geen vloeistoffen uit een fles zonder etiket; dit kan gevaar opleveren voor de gezondheid.

Schenk vloeistoffen steeds zo uit dat de etiketten van de flessen naar boven zijn gericht.Giet nooit iets in de flessen terug, maar giet chemische resten in speciale containers, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen containers voor organische vloeistoffen en containers voor anorganische vloeistoffen.Zet na gebruik de flessen, elk van hun eigen stop voorzien, op hun vaste plaats terug.

Fig. 1.1 Koolzuursneeuwblusser.

Fig. 1.2 De flessen zijn voorzienvan een duidelijk etiket.

23056_TB.fm Page 11 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 12: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

12

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Verlaat nooit het laboratorium voordat alles wat gebruikt is, schoongemaakt en opgeborgen is, de gaskranen dichtgedraaid zijn, alle elektrische apparaten uitgeschakeld zijn en de handen gewassen zijn.

1.3 Glaswerk en andere laboratoriumbenodigdheden

Fig. 1.3

23056_TB.fm Page 12 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 13: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ GLASWERK EN ANDERE LABORATORIUMBENODIGDHEDEN 13

Op afbeelding 1.3 zie je bijna al het glaswerk dat je voor het laboratoriumonderzoek nodig zult hebben.

Reageerbuizen en bekerglazen (voorzover niet van plastic) mogen verhit worden indien ze van hittebestendig glas zijn gemaakt. Je kan ze herkennen aan een licht gebogen bovenrand.

Mortier met stamper

Een mortier met stamper (niet van glas maar van dik porselein) gebruik je om vaste stoffen fijn te wrijven of om een homogeen mengsel te maken van een vaste stof (bv. feces) in een vloeistof. Homogeen betekent in dit verband een gelijkmatige verdeling van de ene stof in de andere.

Horlogeglazen

Horlogeglazen worden gebruikt om stoffen af te wegen of om de mogelijkheid te hebben kleine hoeveelheden vloeistoffen op te zuigen. Je brengt dan een kleine hoeveelheid vloeistof op een horlogeglas en zuigt een deel hiervan op. Wat op het horlogeglas achterblijft nooit teruggooien in de voorraadfles, maar altijd verwijderen via de speciale container.

Spatels

Spatels gebruik je om vaste stoffen uit potten te halen. Ze kunnen van verschillend materiaal gemaakt zijn (metaal, hout, plastic) en kunnen verschillende vormen hebben.

Sedimentbuisje

In een sedimentbuisje centrifugeer je meestal een hoeveelheid urine. De vaste bestanddelen in de urine slaan naar beneden en na afgieten van de vorenstaande vloeistof, kan je dit sediment microscopisch onderzoeken.Op een voorwerpglaasje breng je een druppel sediment en dekt dit af met een dekglaasje.

Maatcilinder

Een maatcilinder wordt gebruikt om een hoeveelheid vloeistof af te meten (bv. voor het verdunnen van een reagens met water). Op de zijkant van de cilinder is een schaalverdeling aangebracht die de inhoud aangeeft in milliliters.

23056_TB.fm Page 13 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 14: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

14

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Wil je het volume van een vloeistof in een maatcilinder aflezen op de schaalverdeling, dan moet je zorgen dat je op ooghoogte kijkt langs de onderkant van de meniscus (= vloeistofspiegel). Het schaaldeel dat samenvalt met de meniscus geeft het volume aan.Voor het urineonderzoek worden de hoeveelheden urine en reagentia (vloeistoffen die nodig zijn voor het onderzoek) - tenzij anders is vermeld - “op het oog” gemeten.Om een indruk te krijgen van een hoeveelheid van 2 ml, 5 ml en 10 ml, meet je deze hoeveelheden nauwkeurig af in een maatcilinder en brengt het daarna over in drie reageerbuizen. Vervolgens breng je “op het oog” ongeveer 2 ml, 5 ml en 10 ml in drie andere reageerbuizen en je meet daarna de hoeveelheid na in een maatcilinder. Na enig oefenen zul je er niet ver meer naast zitten.Het is natuurlijk duidelijk dat als je een volume van 5 ml wil afmeten, je dit niet doet in een maatcilinder die 100 ml kan bevatten, maar in een maatcilinder met een zo klein mogelijk volume. In dit geval 10 ml.

Pasteurse pipetten

Pasteurse pipetten zijn in de vlam uitgetrokken stukken glasbuis, die dienen om kleinere hoeveelheden van een vloeistof vanuit bv. een fles over te brengen in bv. een reageerbuis. Met behulp van het speentje kan je het uitlopen van de vloeistof uit de pipet regelen en zelfs druppels uit de pipet laten komen.

Fig. 1.4 De meniscus.

Fig. 1.5

23056_TB.fm Page 14 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 15: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ REINIGEN VAN GLASWERK 15

Het is zeer aan te bevelen om met water het pipetteren te oefenen. Je moet er goed op letten dat de pipet altijd met de punt naar beneden in verticale stand in de hand gehouden moet worden (zie figuur 1.5). Druppelt er, ondanks het verticaal houden, toch vloeistof uit de pipet, dan zal hoogstwaarschijnlijk het speentje lek zijn en kun je dit beter vervangen door een ander.

Filtreerpapier

Filtreerpapier gebruik je om een troebele vloeistof helder te maken, door deze te ontdoen van vaste stoffen.

1.4 Reinigen van glaswerk

Voor ieder laboratoriumonderzoek is het van zeer groot belang dat het glaswerk volkomen schoon is. Er zijn veel stoffen die de uitslag van een bepaling ongunstig kunnen beïnvloeden.Maak het daarom van het begin af aan tot een gewoonte, nooit een bepaling uit te voeren als het glaswerk niet werkelijk schoon is of je werkzaamheden te beëindigen met vuil glaswerk.

Een laboratoriumonderzoek is pas voltooid als al het ervoor benodigde materiaal op de juiste wijze is gereinigd en op zijn plaats is opgeborgen.

Algemene huishoudelijke reiniging

Spoel het glaswerk enige malen onder de kraan.Glaswerk dat verontreinigd is met kleurstoffen zoals de vloeistoffen van Türk, Giemsa, May-Grünwald, methyleenblauw, kan je niet reinigen met water. Leg het daarom terzijde om het een aparte behandeling te geven. Ook het gemakkelijk breekbare glaswerk moet je afzonderlijk reinigen.Het overige glaswerk onderdompelen in een warm bad met vloeibare zeepoplossing. Om breken tijdens de reiniging te voorkomen, is het aan te bevelen een plastic afwasbak te gebruiken.Nu al het glaswerk afzonderlijk schoonragen met een borstel. (Voor reageerbuizen zijn speciale ragers in de handel.)Vervolgens enige malen naspoelen met schoon leidingwater en speciaal het glaswerk voor kwantitatief onderzoek minstens eenmaal naspoelen met gedestilleerd water.Het aldus gereinigde glaswerk bij voorkeur in een geplastificeerd droogrek in omgekeerde stand laten drogen. Bij kleinere hoeveelheden reageerbuizen kan je deze omgekeerd in het reageerbuisrek plaatsen.

Reiniging van glaswerk dat verontreinigd is met kleurstoffen

De meeste door jou te gebruiken kleurstoffen worden ontkleurd met zoutzure alcohol (95 ml alcohol 96% + 5 ml geconcentreerd zoutzuur). Na het ontkleuren dien je het op de hiervoor beschreven wijze huishoudelijk te reinigen. Zoutzure alcohol verwijderen via de vloeistofafvalcontainer.

23056_TB.fm Page 15 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 16: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

16

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Reiniging van zeer breekbaar glaswerk

Hieronder vallen alle pipetten, bekerglazen, telkamers enz. Deze worden afzonderlijk gereinigd.

telkamer Een telkamer moet je reinigen onder de kraan en vetvrij maken met een watje gedrenkt in alcohol. Naspoelen met wat aquadest (gedestilleerd water) en afdrogen met een schoon doekje.

pipetten Pipetten enige malen doorspoelen met leidingwater en eventueel met gedestilleerd water.De pipetten moeten droog zijn, voordat je ze weer kunt gebruiken. Breng ze daarom in aanraking met een vluchtige vloeistof. Geschikt hiervoor is aceton. Het doorspoelen met water en droogzuigen gebeurt met een zuigpompsysteem dat aan een waterkraan

waterstraalluchtpomp is bevestigd, de waterstraalluchtpomp.

Als de watertoevoer openstaat, dan zal het water in de vernauwing P een zeer grote snelheid hebben door de weerstand die het in P ondervindt. Door de grote snelheid van het water zullen luchtmoleculen uit de omgeving en dus uit A meegesleept worden.Het gevolg is dat bij B ook lucht wordt weggezogen. Houd je opening B in een vloeistof, dan zal de vloeistof opgezogen worden en gemengd met water uit P bij C de waterstraalluchtpomp verlaten.

Fig. 1.6 Waterstraalluchtpomp.

23056_TB.fm Page 16 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 17: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ VEELVOORKOMENDE LABORATORIUMHANDELINGEN 17

Door nu een pipet in de opening B te plaatsen, kan je de pipet schoonmaken door er water door te zuigen. Daarna plaats je de pipetten in een hoog bekerglas met aceton. Na leeglopen zuig je het restant aceton weg door nu lucht door te zuigen aan de waterstraalluchtpomp.Denk erom dat alcohol en aceton zeer brandbare stoffen zijn. Overtuig je ervan dat er in het laboratorium geen open vlam brandt, alvorens je met deze stoffen gaat werken!

Het onderwerp “reinigen” wordt besloten met eenzelfde soort opmerking als waarmee begonnen is.

Je moet je goed bewust zijn van het nut van het reinigen van glaswerk.Door resten van vorige onderzoekingen kan je onbetrouwbare uitkomsten krijgen.Resten van reinigingsmiddelen kunnen ook storend werken op een onderzoek.Dus altijd overvloedig spoelen met water.

1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen

Een vloeistof kan troebel zijn als zij vaste deeltjes bevat die niet oplossen.Voorbeeld: Bij een normale lichaamstemperatuur van ca. 37 °C zijn in de urine veel zouten opgelost. De urine is dan helder. Koelt de urine buiten het lichaam echter af, dan treden die zouten soms uit de oplossing en veroorzaken een troebeling. Een methode om bv. urine helder te maken, is filtreren; een andere methode is centrifugeren. Voor het filtreren gebruik je filtreerpapier (bv. Schleicher en Schüll nr. 515). Voor het centrifugeren een centrifuge.

Filtreren

In de regel gebruik je een rond stuk filtreerpapier, vouwt het tweemaal dubbel en plaatst het in een trechter. Kies een zodanige doorsnede van het ronde filter, dat het na invouwen ca. 1 cm onder de bovenrand van de trechter blijft. Giet daarna de te filtreren vloeistof op het filter en blijf met de vloeistof onder de filterrand. Vaak lopen dan de eerste druppels filtraat niet helder door. Die giet je dan weer in het filter terug.Bij deze methode van filtreren verkrijg je dus een scheiding tussen vloeistof en vaste deeltjes. Het filtraat (dus de vloeistof die door het filter is gelopen) is dan helder, maar blijft dezelfde, oorspronkelijke kleur behouden. De kleurstoffen van de urine zijn gewoon door het filter gegaan.

23056_TB.fm Page 17 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 18: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

18

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Centrifugeren

Centrifuges zijn instrumenten die de bestanddelen van een mengsel scheiden door gebruik te maken van hun verschil in massa. De beweging die het mengsel in een centrifuge maakt, is cirkelvormig. Door deze beweging wordt een met de zwaartekracht vergelijkbare kracht op de deeltjes in het mengsel uitgeoefend. De vaste deeltjes worden hierdoor naar het laagste punt geslingerd, zodat er onder in de punt van een centrifugebuis een zg. sediment ontstaat, een verzameling van alle vaste deeltjes uit het mengsel.

Fig. 1.7 Tekeningen van het

vouwen van filtreerpapieren het plaatsen in een

trechter.

23056_TB.fm Page 18 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 19: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ VEELVOORKOMENDE LABORATORIUMHANDELINGEN 19

Het is van groot belang dat je in een centrifuge zorgt voor evenwicht. Plaats je in een houder van de centrifuge een buis met vloeistof van een bepaald gewicht, dan moet je ervoor zorgen dat de buis hier recht tegenover hetzelfde gewicht heeft. Is een centrifuge ongelijk beladen, dan is hij in onbalans en kan hij gaan wandelen (letterlijk!).Het spreekt vanzelf dat een centrifuge die eenmaal draait, niet meer mag worden geopend; ook mag de centrifuge niet met de hand worden afgeremd!Moderne centrifuges worden zo gemaakt dat tijdens het centrifugeren de deksel is vergrendeld waardoor de veiligheid gewaarborgd is.

Verwarmen

Voor bv. het verwarmen van een vloeistof maak je gebruik van een gasbrander. Deze berust op hetzelfde principe als de waterstraalluchtpomp. Indien je gas in de brander laat stromen en je houdt de luchtregelaar gesloten, dan brandt het gas met een gele roetende vlam. Ga je echter de luchtopening vergroten, dan zal lucht aangezogen worden en wordt de kleur van de vlam blauw. (De temperatuur van deze vlam is hoger dan die van de gele vlam.)Wordt de luchttoevoer te groot voor de hoeveelheid gas, dan zal de gasvlam uitgaan of zich terugtrekken onder in de pijp van de brander. Je spreekt dan van een ingeslagen vlam. De brander kan dan gloeiend heet worden!

Fig. 1.8 Centrifuge (een van de

verschillende soorten diein gebruik zijn).

23056_TB.fm Page 19 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 20: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

20

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Om een goed brandende vlam te verkrijgen, open je de gastoevoer met behulp van de gaskraan of gasstelschroef. Daarna steek je het gas aan en brengen d.m.v. de stelschroef de vlam tot de gewenste hoogte. Ten slotte voeg je lucht toe d.m.v. de luchtinlaat of luchtregelschroef tot de vlam kleurloos tot blauw is.Bij het beëindigen van de werkzaamheden sluit je eerst de luchttoevoer en daarna de gastoevoer.Bij het werken met een gasbrander neem je de nodige voorzorgsmaatregelen om de gevaren tot een minimum te beperken.Loshangend haar wordt opgestoken.Om het te verwarmen buisje of glaasje vast te houden gebruik je een laboratoriumknijper of een pincet.Zie erop toe dat er geen brandbare stoffen in de buurt van de brander staan.Gebruikte lucifers worden nooit rechtstreeks in een prullenbak gegooid!

Pipetteren

Voor het pipetteren van vloeistoffen gebruik je naast een Pasteurse (druppel)pipet regelmatig een automatische pipet. Bij het gebruik van deze pipet is enige uitleg wel op z’n plaats.

Fig. 1.9 Gasbrander.

23056_TB.fm Page 20 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 21: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ VEELVOORKOMENDE LABORATORIUMHANDELINGEN 21

Het instellen van het juiste volumeOm het gewenste volume in te stellen, moet eerst de drukknop P ‘ontgrendeld’ worden.Om het volume te vergroten, wordt knop P rechtsom gedraaid.Om het volume te verkleinen, wordt de knop linksom gedraaid.Geeft de schaalverdeling het gewenste volume weer, dan zet je knop P weer ‘vast’.

Het uitproberen van de pipetDe automatische pipet kent verschillende onderbrekingspunten. Het is aan te bevelen het pipetteren een aantal malen te oefenen zodat deze onderbrekingen goed ‘herkend’ worden. Na deze oefening zal het echte pipetteren vloeiender verlopen hetgeen de betrouwbaarheid van de bepalingen ten goede komt.Kies de juiste pipetpunt en zet hem vast, door aandrukken.De drukknop P en de knop waarmee de pipetpunt verwijderd wordt, zitten dicht bij elkaar. Het is raadzaam ook het verwijderen van de pipetpunt enkele malen uit te proberen om niet bij het pipetteren onverhoopt de verkeerde knop in te drukken.

Het pipetterenDruk knop P in tot de eerste onderbreking.Houd de pipetpunt loodrecht in de vloeistof en laat nu knop P langzaam opkomen tot in de beginstand. De vloeistof loopt nu in de punt.Haal nu de pipet ook loodrecht uit de vloeistof en veeg met een tissue voorzichtig de punt schoon.Nu de pipetpunt tegen de wand van het te vullen buisje of cuvetje houden en knop P indrukken tot de eerste onderbreking.Na ongeveer 1 sec. knop P doordrukken tot de tweede onderbreking.Even aftippen en de pipet uit het buisje of cuvetje nemen.Langzaam knop P terug laten komen in de oorspronkelijke stand.Druk ten slotte op knop E om de pipetpunt te verwijderen.

Fig. 1.10

23056_TB.fm Page 21 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 22: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

22

❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

1.6 De microscoop

Een microscoop dient om voorwerpen zichtbaar te maken, die niet met het blote oog kunnen worden waargenomen. Ze worden door de microscoop vergroot weergegeven. Aan een microscoop kan je een mechanisch en een optisch en belichtingsgedeelte onderscheiden.

Mechanisch gedeelte

Het mechanisch gedeelte bestaat uit de volgende onderdelen.

statief met voet Aan het statief met voet zijn de verschillende onderdelen van de microscoop bevestigd.

tubus De tubus is bij sommige microscopen op en neer te bewegen. De tafel zit dan vast. Bij andere microscopen is de tubus niet beweegbaar. Hier kan je de tafel op en neer bewegen.

revolver De revolver is bevestigd aan de tubus en is draaibaar. Hierin hangen namelijk de voorwerplenzen of objectieven die je door draaien van de revolver in de lichtweg kan brengen.

tafel Zoals al vermeld werd, is de tafel (afhankelijk van het op en neer kunnen bewegen van de tubus) wel of niet verticaal verstelbaar.

kruistafel De kruistafel dient om het te onderzoeken voorwerp onder de microscoop te kunnen verplaatsen. Dit gebeurt d.m.v. knoppen die zich onder de kruistafel bevinden. Een millimeterverdeling met noniusaflezing (hulpschaalaflezing) vereenvoudigt het terugvinden van bepaalde gedeelten van een preparaat.

Fig. 1.11 De microscoop.

23056_TB.fm Page 22 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 23: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE MICROSCOOP 23

grofinstelschroef Met de grofinstelschroef kan de kruistafel op en neer bewogen worden. Bij die microscopen waar de tafel vastzit, beweeg je met de grofinstelschroef de tubus op en neer. De grofinstelschroef dient om een beeld te krijgen van een voorwerp dat je op de kruistafel tussen de klemmen hebt gelegd.

fijninstelschroef Met een fijninstelschroef stel je dit gevonden beeld scherp.

Optisch gedeelte en belichtingsgedeelte

Het optisch en belichtingsgedeelte omvat de volgende onderdelen.– objectieven– oculairen– condensor– diafragma

objectieven Aan de revolver hangen drie, soms vier objectieven met een vergroting van 10, 40 of 45 en 100 X. Het objectief (= voorwerplens) met 100 X vergroting noem je olie-immersielens. Deze lens gebruik je voor gekleurde preparaten. Je brengt hierbij een druppel olie op het preparaat en draait de lens in de olie. De olie heeft tot doel het preparaat duidelijker zichtbaar te maken.De objectieven maken een vergroot beeld van het voorwerp dat je bekijkt.

oculair Het oculair (= ooglens) bevindt zich boven in de tubus en maakt een vergroting (meestal 10 X) van het beeld dat je met het objectief van het voorwerp hebt gemaakt. Moderne zg. binoculaire microscopen hebben een dubbele tubus. Je kijkt hierdoor met beide ogen waardoor langdurig microscopiseren minder vermoeiend is.

condensor De condensor is een samenstel van lenzen dat dient om het voorwerp van onderaf te belichten. Het bevindt zich onder de tafel en kan d.m.v. een knopje op en neer worden bewogen, waardoor de belichtingssterkte van het voorwerp geregeld wordt. Een lagere stand van de condensor vermindert de belichtingssterkte van het voorwerp. In de hoogste stand valt het meeste licht op het voorwerp.

Fig. 1.12 Kruistafel van een

microscoop.

23056_TB.fm Page 23 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 24: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

24 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Bij sommige microscopen kan de lichtsterkte van de lamp geregeld worden d.m.v. een potmeter.

diafragma Een diafragma bevindt zich onder de condensor en dient om de openingshoek van het licht te kunnen regelen. Staat het diafragma geheel open, dan wordt het meeste licht doorgelaten, onder de grootste hoek.

De totale vergroting van een voorwerp bepaal je door de vergroting van het oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief.Bij gebruik van: het oculair 10 X vergroting en het objectief 40 X vergroting is de totale vergroting: 400 X.

Het praktisch werken met de microscoop

Je gebruikt een microscoop o.a. voor:– het beoordelen van een urinesediment– het tellen van leukocyten– het beoordelen van een bloeduitstrijkje– het vaststellen van de vorm van bacteriën bij een methyleenblauwkleuring.

Het instellen van de microscoopLeg het preparaat op de tafel van de microscoop. Leg bij het beoordelen van een gekleurd preparaat een druppel olie op het te beoordelen uiteinde.Regel de juiste belichting van het preparaat, afhankelijk van het preparaat dat je wil gaan bekijken. Voor een urinesediment heb je weinig licht nodig, dus: condensor in de laagste stand en het diafragma ten dele geopend. Of bij andere microscopen: weinig licht op hooggeplaatste condensor laten vallen en diafragma ten dele geopend. Voor een gekleurd preparaat heb je veel licht nodig, dus: condensor in de hoogste stand en diafragma geheel geopend. Of bij andere microscopen: veel licht op hooggeplaatste condensor en diafragma geheel geopend.Draai met behulp van de revolver het objectief 10 X boven het preparaat. Maak door te draaien aan de grofinstelschroef (macroschroef) en door van opzij toe te kijken de afstand tussen lens en preparaat kleiner. In de meeste gevallen bemerk je op een afstand van ongeveer 1 cm van het preparaat dat de lens niet verder te draaien is. Niet forceren!Kijk nu door het oculair en probeer een beeld te zoeken.Nu voorzichtig de benodigde lens (40 X of 100 X) voordraaien. Weer kijken door het oculair en met de fijninstelschroef (microschroef) het beeld scherp stellen. Bij het voordraaien van de 100 X lens komt deze lens in aanraking met de olie. De olie wordt gebruikt om het contrast tussen de cellen in een gekleurd preparaat groter te maken, door het veranderen van de brekingsindex.Tijdens het microscopiseren draai je met de linkerhand voortdurend aan de microschroef (met heel kleine bewegingen) om steeds een scherp ruimtelijk beeld te behouden. Met de rechterhand bedien je de knoppen onder de kruistafel waardoor je het preparaat steeds kan verplaatsen.

Na afloop van het microscopisch onderzoek maak je de lenzen schoon met lenspapier. Immersieolie verwijder je met een watje gedrenkt in alcohol.

23056_TB.fm Page 24 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 25: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 25

VergrotingenAls je enigszins vertrouwd bent geraakt met de praktische uitvoering van het laboratoriumwerk gaat de docent van je verwachten dat je weet hoe de stand van condensor en diafragma moet zijn en welke vergroting je moet gebruiken voor een bepaald onderzoek.

Door met behulp van de condensor en het diafragma wat te ‘spelen’ met de belichting kan je een optimaal beeld verkrijgen.

1.7 Afsluiting

Je hebt in dit hoofdstuk geleerd dat laboratoriumonderzoek kan helpen bij het stellen van een diagnose. Hygiëne en veiligheid is bij dit onderzoek erg belangrijk. Het materiaal dat in een laboratorium kan immers besmet zijn. Bovendien werk je soms met gasbranders.Je weet inmiddels welke materialen er worden gebruikt in een laboratorium en hoe je daarmee om moet gaan. Zo heb je geleerd hoe je moet pipetteren en hoe een microscoop werkt.

Vragen 1.1 a Wat is het doel van het laboratoriumonderzoek?

Vragen 1.2 a Hoe verwijder je urineresten?b Noem enkele veiligheidsmaatregelen die voor een laboratorium gelden.

Vragen 1.3 a Wat versta je onder een homogeen mengsel?b Hoe lees je de inhoud van een maatcilinder af?c Waarom is het zo belangrijk om met schoon glaswerk te werken?

Uit te voeren onderzoek Vergrotingobjectief

Totale vergro-ting

Belichting

Bekijken van een urinesediment 10 x 100 x Weinig licht

Beoordelen van een urinesediment 40 x 400 x Matig licht

Tellen van leukocyten 10 x 100 x Weinig licht

Beoordelen kwaliteit bloeduitstrijkje 100 x 1000 x Veel licht

Wormeieren zoeken 10 x 100 x Weinig licht

Wormeieren beoordelen 40 x 400 x Matig licht

Beoordelen bacteriologisch preparaat 100 x 1000 x Veel licht

Beoordelen van een KOH-preparaat 40 x 400 x Matig licht

23056_TB.fm Page 25 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 26: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

26 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Vragen 1.4 a Wat is filtreren?b Wat is er belangrijk bij gebruik van een centrifuge met betrekking tot de

veiligheid?c Hoe beëindig je het werken met een gasbrander?

Vragen 1.5 a Welke vergroting gebruik je bij het beoordelen van een urinesediment?

23056_TB.fm Page 26 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 27: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FYSISCH EN CHEMISCH URINEONDERZOEK 27

2 Fysisch en chemisch urineonderzoek

Oriëntatie

Urine is de vloeistof die in de nieren wordt gevormd en waarin stoffen uitgescheiden worden die niet meer door het lichaam gebruikt worden. Veelal zijn dit eindproducten van stofwisselingsprocessen en kan urineonderzoek de dierenarts aanwijzingen geven over een stofwisselingsstoornis of over een slechte werking van een bepaald orgaan.Het urineonderzoek kan worden onderverdeeld in fysisch, chemisch, microscopisch en bacteriologisch onderzoek. De eerste twee komen in dit hoofdstuk aan bod.

2.1 Het verzamelen van urine

opvangen Opvangen van urine bij huisdieren voor laboratoriumonderzoek is niet altijd eenvoudig. Meestal moet de eigenaar het zelf doen. Bij de hond is het niet zo moeilijk. Met een steelpannetje of een pollepel kan je - het liefst ’s morgens bij het uitlaten - als de hond een beetje meewerkt, de urine opvangen.Bij katten is het moeilijker. Als de kat gewend is op een bak te urineren, zou je de eigenaar kunnen adviseren heel weinig strooisel in de bak te doen of de bodem te bedekken met kleine reepjes of stukjes aluminiumfolie. Met een injectiespuit kan dan later de urine verzameld worden. Nog moeilijker wordt het bij katten die buiten hun behoefte doen.Het manueel ledigen van de blaas door de dierenarts zou eigenlijk de beste oplossing zijn.Als urine absoluut zonder verontreinigingen en soms zelfs steriel moet worden opgevangen, zal de dierenarts de voorkeur geven aan katheteriseren. Een reu wordt gekatheteriseerd met een buigzame katheter terwijl voor de teef een metalen katheter nodig is. Voor katers gebruik je een zeer dunne meestal polyethyleen katheter. Poezen zijn heel moeilijk of niet te katheteriseren.De assistente geeft de eigenaar van het huisdier een schoon flesje of potje mee voor het urinemonster. Er zijn voor dit doel speciale kunststof wegwerppotjes met deksel in de handel. Als de eigenaar zelf voor een potje zal zorgen, moet erop gewezen worden dat het potje goed moet worden gereinigd en met water moet worden nagespoeld (om eventuele zeepresten te verwijderen). Om het potje zo veel mogelijk ‘kiemvrij’ te maken, zou het nagespoeld kunnen worden met kokend water.

ontvangen Bij het ontvangen van het potje urine ziet de assistente erop toe dat de juiste gegevens van het desbetreffende dier (en van de eigenaar) op het etiket vermeld zijn. Evenals de datum.Als het urineonderzoek niet binnen 30 minuten uitgevoerd kan worden, moet je de

bewaren urine gekoeld (0 tot 4 °C) bewaren. Het onderzoek moet in elk geval binnen 12 uur plaatsvinden.Bij het verzamelen van een 24-uurs urine moet een conserveringsmiddel toegevoegd worden.Raadpleeg hiervoor het laboratorium!

23056_TB.fm Page 27 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 28: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

28 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Als de urine nog langer moet worden bewaard, moet ze worden ingevroren.De urine is dan niet meer te gebruiken voor een sediment aangezien cellen en kristallen tot een amorf geheel geworden zijn.

verzenden Als je urinemonsters moet verzenden, dienen ze goed te worden verpakt. Glazen potjes en potjes van hard plastic blijken kwetsbaar. Ook mogen ze niet lekken. Afplakken met tape en in speciaal daarvoor bestemde verpakking verzenden is dus de beste methode.Het verzenden op zich moet niet te lang duren. Een urinemonster mag niet een weekend in een magazijn worden opgeslagen en moeten wachten op verder transport. Ook met zulke zaken moet de assistent rekening houden.

2.2 Fysisch urineonderzoek

Tot het fysisch urineonderzoek behoort o.a. het bepalen van de kleur, de helderheid, de geur en de soortelijke massa.

Kleur

De normale kleur van urine is licht- tot donkergeel. Toch behoeven variaties op de kleur van de urine niet afwijkend te zijn. De kleur van urine kan van veel factoren afhankelijk zijn, nl. het soort dier (paardenurine is donker) en zijn voedingsgewoonten, de concentratie van de urine (een donkere kleur gaat vaak met een hoge soortelijke massa gepaard en een lichtere kleur met een lage soortelijke massa). Ook het tijdstip waarop de urine is verzameld, heeft invloed op de kleur; ochtendurine is donkerder dan de urine die in de loop van de dag geloosd wordt.Toch kan het belangrijk zijn om de kleur van urine te beoordelen, omdat een mogelijk afwijkende kleur vaak wordt bevestigd door ander laboratoriumonderzoek. Bv. een bloedhoudende urine heeft een rode tot roodbruine kleur en je bevestigt deze afwijkende kleur als pathologisch met het microscopisch aantonen van bloedcellen in het urinesediment. Je spreekt dan van een hematurie. Bij hematurie dus een rode tot roodbruine kleur van de urine en rode bloedlichaampjes of erytrocyten in het urinesediment. Ook kan het voorkomen dat je bij een rode tot roodbruine kleur van de urine geen erytrocyten aantreft in het urinesediment. De erytrocyten zijn dan in de urine kapotgegaan, je noemt dit hemolyse, en de inhoud van de erytrocyten, de rode bloedkleurstof of hemoglobine, is dan vrijgekomen in de urine. Je spreekt dan van een hemoglobinurie. Zo'n hemoglobinurie is met teststrookjes aan te tonen.

Zowel hematurie als hemoglobinurie duiden op de aanwezigheid van bloed in urine. Bij hematurie is dit te bevestigen met het aantonen van erytrocyten in het sediment en bij hemoglobinurie kan je het bevestigen met bepaalde teststroken.Bij een donkergele tot bierbruine urine, waarbij na enig schudden in een reageerbuis een sterk geelgekleurd schuim op het oppervlak komt, bevat de urine veel galkleurstoffen. Zo'n galkleurstof is bv. bilirubine. Je spreekt in dit geval van bilirubinuri en ook dit is met een teststrookje of testtablet aan te tonen.

Het beoordelen van de kleur van urine kan dus belangrijk zijn. Op zich behoeft echter een afwijkende kleur niet pathologisch te zijn. De eventuele pathologie moet altijd bevestigd worden met verder onderzoek.

23056_TB.fm Page 28 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 29: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FYSISCH URINEONDERZOEK 29

Praktische uitvoering:1 Breng wat urine over in een schone reageerbuis.2 Beoordeel de kleur, bij voorkeur met direct invallend licht.3 Noteer de kleur en bevestig een afwijkende kleur als pathologisch met ander

laboratoriumonderzoek.

Helderheid

In de meeste gevallen is normale, vers geloosde urine, vrijwel helder. Een troebele urine hoeft echter niet afwijkend te zijn. Troebelingen kunnen door de meest uiteenlopende oorzaken ontstaan. Of een troebeling werkelijk pathologisch is, moet, net als bij het bepalen van de kleur, weer bevestigd worden door ander laboratoriumonderzoek.

Troebelingen kunnen veroorzaakt worden door:– Erytrocyten (rode bloedlichaampjes): vaak zie je rode vlokjes in de urine, hetgeen

kan wijzen op een bloeding in de urinewegen.– Leukocyten (witte bloedlichaampjes): kunnen een dikke witte troebeling

veroorzaken met vaak, na enige tijd staan, een lichte witte neerslag.– Epitheelcellen: geven een lichte troebeling en na enige tijd staan een grijswitte

neerslag.– Bacteriën: als urine enige tijd staat, zal er meestal in enkele uren een troebeling

ontstaan door bacteriegroei. In vers geloosde urine zal de aanwezigheid van bacteriën vaak gepaard gaan met het aanwezig zijn van allerlei ontstekingsproducten in urine zoals: leukocyten, epitheelcellen of weefselcellen van de begeleidende urinewegen en vaak ook wat erytrocyten.

– Neergeslagen of uitgekristalliseerde zouten: in zure urine zijn dat amorfe uraten; in alkalische urine zijn het amorfe fosfaten. Uraten lossen op in alkalisch milieu en fosfaten lossen op in een zuur milieu.

– Toevallige verontreinigingen: door het vaak moeilijk opvangen van urine kunnen natuurlijk allerlei niet in urine thuishorende verontreinigingen een troebeling veroorzaken.

Praktische uitvoering:1 Breng wat urine over in een schone reageerbuis.2 Beoordeel of deze urine licht troebel, troebel of sterk troebel is.

Geur

Afwijkende geuren die op bepaalde ziekteverschijnselen kunnen wijzen, ruik je bij het opvangen van de urine of bij het openen van het potje waarin de urine is afgeleverd.– Ammoniakgeur in verse urine wijst op urineweginfecties.– Een geur van rotte eieren wijst op ernstige urineweginfecties.– De geur van aceton kan voorkomen bij een ernstige vorm van diabetes mellitus.

Soortelijke massa

Onder de soortelijke massa (afkorting: s.m.) - ook wel de dichtheid genoemd - van een vloeistof, versta je het getal dat aangeeft hoeveel gram de massa van 1 ml van

23056_TB.fm Page 29 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 30: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

30 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

die vloeistof weegt. Dus als de massa van 1 ml urine 1,015 gram weegt, is de s.m. 1,015.De s.m. van water is per definitie 1,000. Dat betekent dat 1 ml (1 cm3) water 1 gram weegt.Aangezien urine water is met daarin opgeloste stoffen als ureum, ammonia, kreatinine, urinezuur, zouten van kalium, natrium, calcium en magnesium en nog meer andere bestanddelen, zal de s.m. van urine altijd meer zijn dan 1,000.Het zal nu ook duidelijk zijn dat sterk geconcentreerde urine (vaak gepaard gaande met een geringe urine-uitscheiding en een donkere kleur) een grotere s.m. heeft dan minder sterk geconcentreerde urine (die vaak gepaard gaat met een ruime urinelozing en een lichte kleur).Het bepalen van de s.m. kan ons (bij benadering) iets vertellen over het concentratievermogen van de nieren. Een hoge s.m. betekent in het algemeen een goede nierfunctie, hoewel dat niet altijd zo is. Ook hier geldt weer dat combinatieonderzoek met andere nierfunctieproeven noodzakelijk is.

In de praktijk meet je de s.m. van de urine met behulp van een urometer, een zakrefractometer en teststrookjes.

Een urometer is een glazen buis die onderin verzwaard is met loodkorreltjes en in de steel een schaalverdeling heeft. De werking berust op zwaartekracht en opwaartse druk.

Een zakrefractometer werkt als volgt. Als licht op een vloeistof valt, treedt er lichtbreking op. Deze lichtbreking is evenredig met de concentratie van de in de vloeistof opgeloste deeltjes (stoffen). Hoe meer deeltjes, des te sterker is de lichtbreking (brekingsindex). Bij de zakrefractometer tref je een schaalverdeling aan die, aan de rechterkant de brekingsindex van de vloeistof aangeeft en aan de linkerkant de soortelijke massa of dichtheid.

Fig. 2.1 Densie- of urometer.

23056_TB.fm Page 30 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 31: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FYSISCH URINEONDERZOEK 31

Teststrookjes werken op de volgende manier. Urine bevat o.a. opgeloste zouten (elektrolyten). De concentratie hiervan bepaalt mede de s.m. van de urine. Met behulp van strips, die meer of minder van kleur veranderen, kan je deze elektrolytenconcentratie en dus de s.m. bepalen.

Bepaling van de soortelijke massa met de urometerJe bepaalt de soortelijke massa met de urometer als volgt.1 Vul een maatcilinder (passend bij de urometer) voor 3/4-gedeelte met water.2 Dompel hierin met een draaiende beweging de urometer en wacht tot deze in

het water blijft drijven. (Door de draaiende beweging voorkom je dat de urometer zich hecht aan de glaswand van de maatcilinder.)

3 Lees op ooghoogte de s.m. van het water af en controleer of de urometer inderdaad 1,000 aangeeft. Stel zo nodig de correctiefactor vast of laat de refractometer afstellen door de docent.

4 Droog de urometer af.5 Spoel de maatcilinder voor met de goed gemengde (en dus homogene) urine.6 Dompel nu de urometer in de urine en lees op dezelfde manier als zojuist de

s.m. van de urine af. Pas zo nodig de correctiefactor toe.7 Spoel de urometer af met water en droog hem en schenk de urine terug in het

oorspronkelijke potje. De urine kan nog voor andere proeven gebruikt worden.

Opmerking:– Homogeniseren is het gelijkmatig verdelen van alle urinebestanddelen.– Voorzichtig schenken (langs de rand) van de urine voorkomt schuimvorming in

de maatcilinder. Schuim verhindert een goede aflezing; het kan eventueel verwijderd worden met een filtreerpapiertje.

Fig. 2.2 De zakrefractometer.

23056_TB.fm Page 31 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 32: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

32 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Bepaling van de soortelijke massa met de zakrefractometer

Fig. 2.4

Je bepaalt de soortelijke massa met de zakrefractometer als volgt.1 Open het afdekplaatje en pipetteer 2-3 druppels water op het prismaplaatje.2 Sluit het afdekplaatje voorzichtig zodat de druppels water een dun laagje op het

prismaplaatje vormen.3 Lees door het oculair bij de grenslijn de s.m. op het linkerschaalgedeelte af.

Controleer of de meter inderdaad 1,000 aangeeft. Stel zo nodig een correctiefactor vast, of laat de refractometer afstellen door de docent.

4 Droog de zakrefractometer.5 Breng 2-3 druppels homogene urine op het prismaplaatje.6 Sluit het afdekplaatje.7 Lees de s.m. af en corrigeer zo nodig.8 Spoel de zakrefractometer af onder de kraan en droog hem met een tissue.

Opmerking:Het voordeel van een zakrefractometer is dat je slechts enkele druppels urine nodig hebt, wat bij kleine dieren natuurlijk van pas komt.

Bepaling van de soortelijke massa met teststripsJe bepaalt de soortelijke massa met teststrips als volgt.1 Dompel de strip kort in goed gemengde urine.2 Tip overtollige urine af.3 Vergelijk op de vastgestelde tijd met de kleurenschaal van het containertje.

Fig. 2.3 Het aflezen van de

urometer (s.m. = 1,023).

23056_TB.fm Page 32 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 33: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ CHEMISCH URINEONDERZOEK 33

2.3 Chemisch urineonderzoek

Het chemisch urineonderzoek omvat het kwalitatief en het kwantitatief bepalen van allerlei chemische stoffen in urine, die mogelijk een indicatie zijn voor bepaalde ziektebeelden.Het kwalitatief onderzoek toont de aanwezigheid aan van deze stoffen: het kwantitatief onderzoek geeft de hoeveelheid van deze stoffen aan.In een dierenartsenpraktijk is vooral het kwalitatief onderzoek van belang. Is een kwantitatieve bepaling noodzakelijk, dan wordt de urine opgestuurd naar een gespecialiseerd laboratorium.

Zuurgraad (Reactie) of pH

pH-schaal Om de zuurgraad of pH van een vloeistof te bepalen, is er de zg. pH-schaal ingevoerd. Deze pH-schaal loopt van 0 - 14.Vloeistoffen met een pH < 7 (lager dan 7) worden zuur genoemd (bv.: azijnzuur, zoutzuur).Vloeistoffen met een pH > 7 (hoger dan 7) noem je alkalisch (bv.: ammoniak, natriumcarbonaatoplossingen). Een vloeistof met een pH die 7 bedraagt, noem je neutraal. Water reageert neutraal.

Om de pH van een vloeistof (in dit geval urine) te bepalen, maak je bij het indicator laboratoriumonderzoek gebruik van een indicator: een kleurstof die bij verandering

van pH van kleur verandert. Een bekende indicator is lakmoes: een kleurstof die in een zuur milieu rood en in een alkalisch milieu blauw kleurt. Het zg. omslagpunt ligt bij de pH: 7. Lakmoes zal dan violet reageren.De bepaling van de pH met strips of universeelpapier berust op het verkleuren van een aantal indicatoren (zogenaamde mengindicatoren) die zodanig zijn gekozen dat ze in een gebied met pH 4 - 8 al bij een kleine pH-verandering een duidelijke kleurverandering vertonen.

Fig. 2.5 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

neutraal basischzuur

sterker basischsterker zuur

Fig. 2.6

23056_TB.fm Page 33 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 34: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

34 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Bepalen van de pH van urine

Vers geloosde urine reageert meestal (zwak)zuur. Na enige tijd staan zal door alkalische omzettingsproducten van bacteriën de urine (zwak)alkalisch gaan reageren. Het verdient dus de voorkeur om de pH te bepalen in verse urine.Plantaardige voeding (gras) geeft een alkalische urine (pH 7,4 - 8,4); vlees en ook eiwitrijke graansoorten geven een zure urine (pH 6 - 7, kan wel dalen tot 4,5).Bij paarden die met haver gevoerd gaan worden, kan de zuurgraad van de urine dalen onder pH 7,0.Voor de dierenarts is het in een aantal gevallen, in verband met een bepaalde therapie (dieet), belangrijk de pH van de urine te weten.Voor de assistent(e) is de pH belangrijk in verband met het verdere urineonderzoek.Bij het bepalen van eiwit in urine is zuur of neutraal reagerende urine noodzakelijk. Vind je een te hoge pH, dan moet de urine eerst aangezuurd worden, wil de eiwitbepaling betrouwbaar zijn.

Praktische uitvoering:1 Doop het indicatorstrookje kort in verse, goed gemengde urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk de ontstane kleur met de bijgeleverde kleurenschaal.

TeststrokenIn urine kunnen, zoals eerder is vermeld, stoffen voorkomen die een aanwijzing kunnen zijn voor een ziekteproces in het lichaam. Het (kwalitatief) aantonen van deze stoffen kan voor de dierenarts de bevestiging zijn van z’n diagnose en is dus een belangrijk hulpmiddel.Tegenwoordig maak je bij dit kwalitatief chemisch onderzoek veelal gebruik van teststroken die de orthodoxe reageerbuisproeven hebben vervangen.

Fig. 2.7 Teststroken.

23056_TB.fm Page 34 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 35: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ CHEMISCH URINEONDERZOEK 35

Bij het werken met teststroken moet je een aantal zaken in acht nemen.– Letten op de vervaldatum van de stroken, na deze datum mogen de stroken niet

meer gebruikt worden.– Strikt de voorgeschreven afleestijd hanteren (met stopwatch).– De stroken zijn gevoelig voor vocht en licht. De meeste verpakkingen bevatten

een droogmiddel dat niet verwijderd mag worden. Buiten dat is het belangrijk dat je na uitnemen van de teststrook uit de flacon direct de dop weer op de flacon doet.

– Het testuiteinde niet aanraken.– De teststrook kort in de urine dompelen. Te lang in de urine dompelen zou tot

gevolg hebben dat de stoffen die op het testuiteinde zitten, in de urine oplossen.– De overtollige urine aftippen aan de rand van de urinebeker.– Bij goed licht de kleur van de teststrook na de voorgeschreven afleestijd

vergelijken met de kleurenstrook op de flacon.– Elke kleurverandering betekent een positieve reactie, wat nog niet hoeft te

betekenen dat de stof die je aan wil tonen ook werkelijk aanwezig is. De mogelijkheid is aanwezig van: een foutpositieve uitslag: de reactie op het testuiteinde is positief, maar de aan te tonen stof is niet aanwezig, of: een foutnegatieve uitslag: de reactie op het testuiteinde is negatief, terwijl de aan te tonen stof wel aanwezig is. Het is zeer belangrijk aan deze mogelijkheden te denken en daarom dus altijd de gebruiksaanwijzing in de bijsluiter te lezen.

– Teststroken niet in de koelkast en niet boven 30 °C bewaren.

Combur 9-testEen vrij compleet chemisch onderzoek kan tegenwoordig zelfs met 1 strookje worden uitgevoerd.Vrijwel iedere dierenartsenpraktijk maakt dan ook gebruik van teststroken met 8 of 9 parameters. De afzonderlijke, enkelvoudige, teststroken worden echter ook nog gebruikt. Hiermee kunnen de eerste symptomen vastgesteld worden van stoornissen in de koolhydraatstofwisseling (glucose), nierziekten (eiwit) of ziekten van de lever (bilirubine).Natuurlijk zijn teststroken met meer parameters duurder dan de afzonderlijke testen, maar soms geldt: ‘tijd is geld’.Om deze multiteststroken nauwkeurig te kunnen aflezen (elke parameter op de juiste tijd), vereist de nodige ervaring; vandaar dat diverse firma’s handige strippenlezers aanbieden.Als voorbeeld wordt de strook behandeld die onder de handelsnaam Combur 9-test®

in de handel is gebracht en waarmee je de volgende kwalitatieve onderzoeken in urine verrichten kan.

Leukocyten Eventueel aanwezig bij urineweginfecties

Nitriet Aanwezig bij bepaalde urineweginfecties

PH Belangrijk bij acidose/alkalose en bij bepaalde urine-weginfecties

Eiwit Aantoonbaar bij nierziekten, koorts, hemolyse, nefro-tisch syndroom, zware inspanning

23056_TB.fm Page 35 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 36: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

36 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

In vorenstaand overzicht zie je dat sommige bepalingen bij dezelfde aandoening van belang zijn. Ze zullen dan ook in deze samenhang behandeld worden.

2.4 Urineonderzoek naar aandoeningen van nieren en urinewegen

In urine kunnen leukocyten, nitriet, eiwit en bloed worden aangetoond.

Het aantonen van leukocyten in urine

Intacte leukocyten worden in het sediment aangetoond. In alkalische urine kunnen de leukocyten kapotgaan. De celinhoud echter kan een reactie aangaan met het reagens op de teststrip zodat de leukocyten alsnog kunnen worden aangetoond.

Het aantonen van nitriet in urine

Veel bacteriën die urineweginfecties kunnen veroorzaken, zijn in staat om bepaalde nitraten (stikstofverbindingen die in urine worden uitgescheiden) om te zetten in andere chemische stikstofverbindingen, de zg. nitrieten.De belangrijkste nitrietvormers zijn de bacteriën met de wetenschappelijke naam Escherichia coli of kortweg colibacteriën, (nitrificerende bacteriën) die onder de microscoop als staafvormige bacteriën te zien zijn. E. Coli is tevens de belangrijkste veroorzaker van urineweginfecties zoals cystitis of blaasontsteking.Vooral oudere honden en katten hebben nogal eens last van een blaasontsteking, maar ook jongere dieren lopen deze bacteriële infectie gemakkelijk op met als voornaamste oorzaak kouvatten. De aanwezigheid van gruis of stenen in de blaas kan de blaaswand irriteren en een cystitis veroorzaken. Bij een cystitis hebben de dieren voortdurend de neiging om te plassen maar produceren dan steeds met veel moeite zeer weinig urine. Het is te zien dat het plassen de dieren pijn veroorzaakt; daarnaast hebben ze vaak lichte koorts en een slechte eetlust.Behalve dat je in een urinesediment allerlei ontstekingsproducten kan aantonen door microscopisch onderzoek, kan vaak, in combinatie hiermee, het aantonen van nitriet een belangrijk diagnostisch hulpmiddel zijn.

Glucose Aantoonbaar bij diabetes mellitus, alimentaire gluco-surie en renale glucosurie

Ketonena Aantoonbaar bij acetonemie (koe), zwaar dieet, hongertoestanden en diabetes mellitus

Urobilinogeen Aantoonbaar bij leverziekten en negatief bij afslui-tingsicterus

Bilirubine Aantoonbaar bij lever- en galafwijkingen

Bloed: erytrocyten/hemoglobine Aantoonbaar bij nierafwijkingen, bloedingen, niertu-moren en hemolytische anemie

23056_TB.fm Page 36 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 37: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ URINEONDERZOEK NAAR AANDOENINGEN VAN NIEREN EN URINEWEGEN 37

Ook nierontstekingen kunnen een positieve nitrietbepaling opleveren.De handelsnaam voor het enkelvoudige teststrookje voor het aantonen van nitriet in urine is o.a. Nitur-test®

Praktische uitvoering:1 Doop het testuiteinde van de strip kort in verse goed gemengde, niet

gecentrifugeerde urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk na de voorgeschreven reactietijd de kleur van het testuiteinde met de

kleur van de bijbehorende kleurenschaal.

Het aantonen van eiwit in urine

Eiwit in urine of proteïnurie komt aspecifiek voor bij nierziekten.Het is noch een bewijs van een nierziekte, noch het bewijs van het ontbreken ervan. Er moet dus bij een positieve reactie altijd nog gedifferentieerd onderzoek volgen.Bij wat oudere dieren is de nierfunctie niet altijd meer optimaal en kan er daarom wat eiwit door de nieren in de urine worden doorgelaten, hetgeen niet pathologisch is te noemen.In het algemeen kan je echter stellen dat er normaal door de nieren geen eiwit in urine mag worden doorgelaten. Eiwitten zijn immers in het lichaam nodig o.a. voor de opbouw van lichaamscellen.Er zijn verschillende teststroken in de handel om eiwit in urine aan te tonen. De meest gebruikte zijn de Albym-test® en de Albustix®.

Praktische uitvoering:1 Doop het testuiteinde van de strip kort in verse, goed gemengde, niet

gecentrifugeerde neutrale of (zwak) zure urine. Wanneer de urine niet neutraal, zuur of zwak zuur is, schenk dan ca. 5 cc urine over in een korte reageerbuis en zuur dit aan met 2 dr. 6%-azijnzuur. Controleer de pH opnieuw!

2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk na de voorgeschreven reactietijd de kleur van het testuiteinde met de

kleur van de bijbehorende kleurenschaal.

Opmerking:Twijfel je tussen 2 kleuren, kies dan de kleur die het minst veranderd is.

Het aantonen van bloed in urine

Met urineonderzoek zijn hematurie en hemoglobinurie vast te stellen.

HematurieEen hematurie, ofwel de uitscheiding van erytrocyten in urine, kan als symptoom bij veel ziekten optreden. Een zorgvuldig onderzoek naar de oorzaak is daarom beslist noodzakelijk.

macrohematurie Je kan onderscheid maken tussen een zg. macrohematurie die met het blote oog microhematurie waarneembaar is als een roodverkleuring van de urine en een zg. microhematurie die

alleen microscopisch waarneembaar is en die geen invloed heeft op de kleur van de urine.

23056_TB.fm Page 37 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 38: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

38 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Hoofdoorzaken van een hematurie zijn ziekten van de nieren. Onze huisdieren hond en kat lijden vrij vaak aan ziekten van de nieren. Vooral de oudere hond of kat krijgt op den duur een slechtere nierfunctie. De nieren zijn dan niet meer geheel in staat deze afvalproducten uit te scheiden in de urine. Bij een dergelijk slijtageproces behoeft er echter nog niet altijd sprake te zijn van een hematurie.Bij een acute nierontsteking echter zal de urine wel vaak bloed (en ook eiwit) bevatten. Vermoedt de dierenarts een acute nierontsteking, dan zal het urineonderzoek nooit ontbreken. Acute nierontstekingen kunnen worden veroorzaakt door bacteriën en virussen. Maar ook infectieziekten als leptospirose en besmettelijke leverontsteking (ziekte van Rubarth) kunnen als secundair verschijnsel de nieren aantasten.Verder kunnen de nieren worden beschadigd door allerlei vergiften zoals thallium (rattengif), kwik (vroeger gebruik van kwikzalf bij bestrijding van ongedierte was berucht), lysol, carbol.Ten slotte zie je nogal eens een microhematurie bij niersteenkolieken. Vaak zie je dan verse erytrocyten in het urinesediment in combinatie met kristallen.

Fig. 2.8

23056_TB.fm Page 38 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 39: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ URINEONDERZOEK NAAR AANDOENINGEN VAN NIEREN EN URINEWEGEN 39

HemoglobinurieIn tegenstelling tot de hematurie, waarbij intacte erytrocyten uitgescheiden worden, bevat de urine bij hemoglobinurie (rode bloedkleurstof uit de erytrocyten in urine) alleen kapotte erytrocyten die niet meer microscopisch waarneembaar zijn. De vrije hemoglobine komt in de urine wanneer er een erytrocytenafbraak intravasculair (in de bloedstroom zelf), intrarenaal (in de nieren of afvoerende urinewegen) of in de urine zelf heeft plaatsgevonden.

Conclusie:Hematurie is vast te stellen d.m.v. microscopisch onderzoek van het urinesediment en d.m.v. een teststrip. Hemoglobinurie is alleen te bepalen door middel van een teststrip.Strips die hiervoor in aanmerking komen, zijn bv. Sangurtest® en Hemastix®.

Praktische uitvoering:1 Doop het testuiteinde van de strip kort in goed gemengde, niet gecentrifugeerde

urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk na de aangegeven reactietijd de kleur van het testuiteinde met die van

de bijgeleverde kleurenschaal.

Opmerking:– Een egaal groene verkleuring kan betekenen dat er of vrij hemoglobine aanwezig

is of dat er veel erytrocyten aanwezig zijn.– Teststroken met meer parameters zijn vaak gevoeliger voor de vrije hemoglobine

dan voor de intact gebleven erytrocyten.

Fig. 2.9

23056_TB.fm Page 39 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 40: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

40 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

2.5 Urineonderzoek naar aanleiding van diabetes mellitus

Bij urineonderzoek naar aanleiding van diabetes mellitus kunnen glucose en ketonen in de urine worden aangetoond.

Het aantonen van glucose in urine

Glucose in urine of glucosurie kan worden aangetoond bij dieren die lijden aan de stofwisselingsziekte diabetes mellitus. Bij dit ziektebeeld wordt geen of te weinig insuline geproduceerd door de eilandjes van Langerhans in de pancreas of alvleesklier. Hierdoor stijgt de glucoseconcentratie in het bloed van deze dieren soms zelfs zo hoog

drempelwaarde dat de zg. drempelwaarde van de nieren voor glucose overschreden wordt waardoor de nieren glucose door gaan laten en er dus glucose in de urine verschijnt.Niet altijd echter behoeft dit ziektebeeld de oorzaak te zijn van glucosurie. Glucose in urine kan ook worden aangetoond als in te korte tijd grote hoeveelheden glucose zijn genuttigd. Je spreekt dan van alimentaire glucosurie.Ten slotte ken je ook nog de zg. renale glucosurie; deze glucosurie komt voor bij nierafwijkingen. In dit geval is de zieke nier niet in staat om bloedglucose terug te resorberen. Dit kan nog weleens voorkomen bij wat oudere dieren met minder goed functionerende nieren.Er zijn verschillende teststroken in de handel om glucose in urine aan te tonen. Je kent o.a. de Clinistix® en de Glukotest®. Ook zijn er enkele teststrips waarmee je het onderzoek bij benadering kwantitatief kan uitvoeren. Je noemt dit semi-kwantitatief urineonderzoek.Voorbeelden voor semi-kwantitatieve glucosebepalingen in urine zijn de Diastix® en de Diaburtest®.

Praktische uitvoering:1 Doop het testuiteinde van de strip kort in verse, goed gemengde, niet

gecentrifugeerde urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk na de voorgeschreven reactietijd de kleur van het testuiteinde met de

kleur van de bijbehorende kleurenschaal.

Het aantonen van ketonen in urine

Behalve een gestoorde koolhydraatstofwisseling zal bij diabetes mellitus ook dikwijls de vetstofwisseling verstoord zijn en kunnen de ketostoffen aceton en diaceetzuur (acetylazijnzuur) in de urine worden aangetroffen. Je spreekt in dit geval van ketonurie.Om wat meer zekerheid te verkrijgen omtrent diabetes mellitus is het raadzaam om na het aantonen van glucose in urine ook een onderzoek te doen op ketolichamen. Is deze test eveneens positief, dan wijst de glucosurie duidelijk in de richting van diabetes. De dierenarts zal hierna ook nog het glucosegehalte in bloed (laten) bepalen. Is deze ‘bloedsuikerwaarde’ eveneens verhoogd dan staat de diagnose vast.

Praktische uitvoering met Acetest®-tabletten:1 Leg een Acetest®-tablet op een schoon stukje papier.

23056_TB.fm Page 40 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 41: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ URINEONDERZOEK NAAR AANDOENINGEN VAN DE LEVER 41

2 Breng een druppel urine op de tablet.3 Vergelijk de kleur van de tablet na de voorgeschreven reactietijd met de

bijgeleverde kleurenschaal.

Praktische uitvoering met teststrookjes als Ketostix® of Keturtest®:1 Doop het testuiteinde van de strip kort in verse, goed gemengde, niet

gecentrifugeerde urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk na de voorgeschreven reactietijd de kleur van het testuiteinde met de

kleur van de bijbehorende kleurenschaal.

2.6 Urineonderzoek naar aandoeningen van de lever

Om aandoeningen van de lever op te sporen, kan je de urine van het desbetreffende dier onderzoeken op de galkleurstoffen: bilirubine, urobilinogeen en urobiline.

Het aantonen van urobilinogeen

Galkleurstoffen zijn afbraakproducten van de rode bloedkleurstof hemoglobine, die vrijkomt als de erytrocyten die niet meer bruikbaar zijn (erytrocyten hebben een levensduur van ca. 120 dagen) en in de milt worden afgebroken. De vrijgekomen hemoglobine wordt dan omgezet in bilirubine dat door de lever met de gal in de darmen wordt uitgescheiden. In de afvoerwegen van de galblaas naar de dunne darm en ook in de dunne darm zelf wordt dan de bilirubine omgezet in urobilinogeen en stercobilinogeen; galkleurstoffen die mede de kleur van de feces bepalen en voor het grootste gedeelte uitgescheiden worden met de feces. De overige hoeveelheid urobilinogeen wordt door de darmwand teruggeresorbeerd en komt weer in de bloedbaan.Via de nieren zal er daarom normaal altijd een kleine hoeveelheid urobilinogeen in de urine uitgescheiden worden. Dit proces noem je entero-hepatische kringloop.Bij verhoogde afbraak van erytrocyten zal ook de hoeveelheid urobiline in de urine toenemen. Zo’n verhoogde afbraak kan diverse oorzaken hebben (o.a. vergiftiging, leverafwijking) en leidt natuurlijk onherroepelijk tot bloedarmoede of anemie.Door galstenen of tumoren kunnen de galgangen totaal worden afgesloten (afsluitingsicterus). De bilirubine kan nu de darm niet bereiken en er zal geen omzetting in urobilinogeen plaatsvinden. In dit geval tref je in de urine geen urobilinogeen aan.

Door de zuurstof uit de lucht wordt urobilinogeen in ongeveer 15 minuten omgezet in urobiline. Deze stof is niet met strips aan te tonen.Je moet dus urobilinogeen altijd binnen 15 minuten na afname bepalen!Voor deze bepaling komt naast een ‘combitest’ de Urobilistix® in aanmerking.

Praktische uitvoering:1 Doop de strip kort in de verse, goed gemengde urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk het testuiteinde van de strip met de kleurenschaal op de container.

23056_TB.fm Page 41 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 42: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

42 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het aantonen van bilirubine

Bij een totale afsluiting door galstenen of een tumor (afsluitingsicterus) wordt de bilirubine concentratie in het bloed zo hoog dat de nieren de bilirubine zullen gaan uitscheiden.Je vindt dus: urobilinogeen - negatief; bilirubine - positief!Bij een leverafwijking waarbij geen afsluiting optreedt, kan er zowel urobilinogeen als bilirubine in de urine aangetroffen worden.Ook dit is weer een voorbeeld waaruit blijkt dat laboratoriumonderzoek een zeer goed diagnostisch hulpmiddel kan zijn.

Praktische uitvoering met de Ictotest®-tablet:De Ictotest® is een gevoelige en betrouwbare methode voor het aantonen van bilirubine in urine met tabletjes. Hierbij behoren ook speciale testmatjes (kleine vierkante stukjes speciaal papier).1 Pipetteer het vereiste aantal druppels urine in het midden van het speciale

testmatje.2 Leg (met een pincet) een Ictotest®-tablet in het midden van het bevochtigde

gedeelte.3 Pipetteer eerst 1 druppel water op de tablet en na 5 sec. een tweede druppel

zodat het water van de tablet op het matje loopt.4 Beoordeel na de aangegeven reactietijd de verkleuring van het matje rondom

de tablet.

Positief: het matje rondom de tablet wordt blauwachtig paars binnen 30 seconden.Negatief: het matje rondom de tablet is na 30 seconden onveranderd of rozerood.

Praktische uitvoering met de Bilurtest® of Bilugentest®:Bilirubine kan ook m.b.v. teststrookjes in urine worden aangetoond. Bilurtest® is zo’n teststrook.1 Doop het testuiteinde van de strip kort in verse goed gemengde urine.2 Tip de overtollige urine af.3 Vergelijk na de aangegeven reactietijd de kleur van het testuiteinde met de

bijbehorende kleurenschaal.

2.7 Afsluiting

Urineonderzoek kan uitsluitsel geven over stofwisselingsstoornissen of een slechte werking van bepaalde organen. Dit onderzoek wordt dan ook veel uitgevoerd. Allereerst heb je geleerd hoe je urine kunt verzamelen. Vervolgens kun je fysisch of chemisch onderzoek uitvoeren. Je hebt in dit hoofdstuk gelezen hoe je deze verschillende onderzoeken uitvoert.

Vragen 2.1 a Uit welke onderdelen kan het urineonderzoek bestaan?

Vragen 2.2 a Wat is de kleur van normale, versgeloosde urine?b Welke (zes) factoren kunnen een troebeling in urine veroorzaken?c Wat is de definitie van de soortelijke massa?

23056_TB.fm Page 42 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 43: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 43

Vragen 2.3 a Wat is het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief urineonderzoek?b Wat is een pH-indicator?c Welke pH zal de urine van een paard in de wei hebben?d Waarom is het belangrijk de pH van urine te weten?

Vragen 2.4 a Welke onderzoeken zal een dierenarts aanvragen bij verdenking op diabetes?b Welke eindproducten ontstaan bij de afbraak van erytrocyten?

23056_TB.fm Page 43 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 44: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

44 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

3 Microscopisch en bacteriologisch urineonderzoek

Oriëntatie

Voor microscopisch urineonderzoek heb je een urinesediment nodig. In paragraaf 3.1 leer je hoe je een dergelijk urinesediment kunt maken. Ook zie je een aantal afbeeldingen van de verschillende vaste bestanddelen die je met de microscoop kunt waarnemen. Naast een microscopisch onderzoek kun je ook een bacteriologisch urineonderzoek uitvoeren. Dit doe je met een dipslidetest. Hoe deze test werkt, lees je in paragraaf 3.2.

3.1 Microscopisch urineonderzoek: Het urinesediment

Een urinesediment is het neerslag dat je verkrijgt door een buis urine te centrifugeren in een daarvoor bestemde centrifuge. Alle vaste bestanddelen uit de urine zijn door het centrifugeren in dit sediment verzameld en na het afschenken van de heldere vorenstaande vloeistof kan je een druppel van dit sediment op een voorwerpglaasje aanbrengen, met een dekglaasje bedekken en vervolgens onder de microscoop bekijken en beoordelen.

Tot die vaste bestanddelen kunnen o.a. behoren:– cellen zoals: erytrocyten, leukocyten, epitheelcellen, gistcellen en zelfs

tumorcellen– cilinders– micro-organismen– kristallen– toevallige verontreinigingen.

In samenhang hiermee worden ook wel de begrippen ‘georganiseerd’ en ‘ongeorganiseerd’ urinesediment gehanteerd.Een ‘georganiseerd’ urinesediment kan bevatten: leukocyten, erytrocyten, cilinders, epitheelcellen, bacteriën, gisten etc.Een ‘ongeorganiseerd’ urinesediment bevat alleen kristallen en/of amorfe stoffen (amorf = geen vorm).

Georganiseerd urinesediment

Georganiseerd urinesediment kan uit verschillende bestanddelen bestaan. Deze worden hierna uitgebreid behandeld.

23056_TB.fm Page 44 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 45: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ MICROSCOPISCH URINEONDERZOEK: HET URINESEDIMENT 45

LeukocytenSterk gegranuleerde, vrij ronde cellen, doorsnee ongeveer 11 µm (1 micrometer = 0,001 mm).Ook bij 400 X vergroting is niet duidelijk een kern te zien, hoewel leukocyten wel een kern bezitten.

Fig. 3.1

23056_TB.fm Page 45 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 46: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

46 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Sporadisch een leukocyt in een urinesediment behoeft niet afwijkend te zijn. Echter, veel leukocyten, vooral in combinatie met bacteriën, duiden meestal op een urineweginfectie. Bekend is de blaasontsteking of cystitis die nogal eens bij onze huisdieren geconstateerd wordt. De oorzaak is meestal kouvatten.Bij oudere dieren kan het voorkomen dat - als door een of andere oorzaak de blaas niet goed geleegd kan worden - er steeds wat ‘oude’ urine in de blaas achterblijft. Er ontstaat dan op den duur een chronische cystitis.Aanwezigheid van gruis of stenen in de blaas geeft irritatie van de blaaswand en veroorzaakt daardoor ook vaak een cystitis. Het plassen doet de dieren duidelijk pijn. Ze gaan ieder ogenblik zitten of lichten de poot, ook in huis. Alleen al omdat de dieren niet meer zindelijk zijn, zal de eigenaar spoedig de dierenarts bezoeken en deze zal in zo’n geval zeker een urinesediment (laten) maken.Veel leukocyten en bacteriën in het sediment zeggen dan voldoende voor een diagnose.Kenmerkend voor een cystitis is dat je de leukocyten vaak in hoopjes ziet liggen en daarom moet ook het voorkomen van hoopjes leukocyten zeker vermeld worden.Verder bepaal je het gemiddelde aantal leukocyten per gezichtsveld door in zeker vijf verschillende gezichtsvelden het aantal leukocyten te tellen.

ErytrocytenZoals je al weet, spreek je van een microhematurie als erytrocyten in een urinesediment worden aangetoond. Natuurlijk zal een enkele erytrocyt in het urinesediment nog geen afwijking zijn. Bij gezonde dieren is het heel normaal sporadisch een erytrocyt in het sediment aan te treffen. Veel erytrocyten echter wijzen op een bloeding in nieren en/of urinewegen.Ook bij de beoordeling van de erytrocyten geef je een gemiddeld aantal ery’s per gezichtsveld op. Bij een microscopische vergroting van 400 X zie je erytrocyten als kleine, vrij ronde cellen zonder een celkern. Bij scherp instellen van de microscoop zie je bij het op en neer draaien met de microschroef een min of meer “oplichtende” celwand. Ze zijn aanzienlijk kleiner dan de witte bloedlichaampjes (de leukocyten) en ook kleiner dan epitheelcellen. Ze kunnen wel met andere bestanddelen in het sediment verwisseld worden, vooral met gistcellen.

DoornappelvormIn sterk geconcentreerde urine hebben ze vaak de zg. doornappelvorm. Deze vorm ontstaat door verschrompeling; de erytrocyten zijn dan iets kleiner dan normaal met een gekartelde celwand.Een sporadische erytrocyt in het sediment behoeft niet afwijkend te zijn, maar moet wel bij de uitslag worden omschreven als “sporadisch een erytrocyt”. Als je echter bijvoorbeeld in een willekeurig gezichtsveld 2 erytrocyten ziet, in het volgende gezichtsveld 3 erytrocyten, in het daaropvolgende weer 2, dan geef je als uitslag door: “erytrocyten 2-3 per gezichtsveld”. Zijn er zoveel erytrocyten dat ze niet meer te tellen zijn, dan is de uitslag: “zeer veel erytrocyten”.Ten slotte kan het nog voorkomen dat je de erytrocyten in hoopjes bij elkaar ziet. Dit moet dan ook vermeld worden, dus bv.: “enkele (of veel) hoopjes erytrocyten per gezichtsveld”.Hoopjes erytrocyten kunnen klinisch een aparte betekenis hebben evenals erytrocytencilinders.

23056_TB.fm Page 46 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 47: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ MICROSCOPISCH URINEONDERZOEK: HET URINESEDIMENT 47

EpitheelcellenEpitheel- of weefselcellen zijn meestal cellen van de begeleidende urinewegen. Zij kunnen verschillende vormen hebben, afhankelijk van de plaats van herkomst. De belangrijkste epitheelcellen zijn plaveiselepitheel en blaasepitheel.

plaveiselepitheel Plaveiselepitheel zijn grote, platte en meestal veelhoekige cellen met een duidelijk te onderscheiden en in verhouding kleine kern. Veel van dit plaveiselepitheel in een urinesediment kan wijzen op beschadiging van weefsel, bijvoorbeeld door bacteriën bij een infectie, of bij nierstenen of gruis.

blaasepitheel Blaasepitheel heeft een geheel andere vorm dan plaveiselepitheel. Deze cellen zijn min of meer rond en hebben ook een duidelijk ronde kern. Eigenlijk lijken ze een beetje op leukocyten en worden door een minder ervaren onderzoeker ook wel voor zodanig aangezien. Toch zijn ze beduidend groter dan leukocyten en liggen vaak nog in kleine groepjes aan elkaar gerangschikt.Ze kunnen wijzen op beschadiging van het blaasweefsel, bv. bij een cystitis. In dit geval vind je ze dan ook meestal in combinatie met de bekende ontstekingsproducten als leukocyten en bacteriën.

GistcellenGistcellen kan je aantreffen in oude urine en in urine van dieren met diabetes. Op zich zijn gistcellen niet pathologisch; ze komen ook bij gezonde dieren overal op het lichaam voor (o.a. op huid en slijmvliezen). Ze moeten wel altijd vermeld worden.Gistcellen worden soms aangezien voor erytrocyten of omgekeerd. Er zijn echter wel verschillen:1 Ery’s zijn rond en gistcellen zijn gewoonlijk ovaal.2 Gistcellen zijn echt kleiner dan erytrocyten.3 Gistcellen vertonen dikwijls ‘knopvorming’: kleine knopjes op de cellen waaruit

een nieuwe gistcel gevormd wordt. Dit verschijnsel zie je niet bij ery’s.4 Gistcellen liggen vaak als een snoertje gerangschikt.5 Gistcellen zijn dikwijls verschillend van grootte terwijl ery’s alle dezelfde grootte

hebben.

Al met al verschillen genoeg. Alleen het opmerken hiervan vereist enige ervaring. Als je echt twijfelt, kan een druppeltje 6%-azijnzuur oplossing bieden. Erytrocyten lossen op in zuur milieu en de gistcellen zijn in dit geval onoplosbaar en blijven dus zichtbaar.

TumorcellenDe dierenartsassistent(e) hoeft geen tumorcellen te kunnen onderscheiden van gezonde cellen. Als je niet-herkenbare cellen aantreft in het sediment, laat dan de dierenarts dit beeld zien. Tenslotte kent deze de prognose van de patiënt en bij verdenking op tumorcellen zal hij, indien hij dit nodig acht, verder naar goeddunken handelen.

CilindersCilinders zijn eiwitafgietsels van de niertubuli en wijzen op eiwituitscheiding van de nierglomeruli (niertrechtertjes). De nieren werken in dit geval niet naar behoren want eiwit komt normaal niet in urine voor.Je hoeft dus niet verwonderd te zijn als de eiwitreactie van deze urine (albustix®) ook positief is. Als je een positieve eiwitreactie aantreft in een urine is het daarom belangrijk om in het sediment te zoeken naar cilinders.

23056_TB.fm Page 47 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 48: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

48 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

De pH van de urine zal zuur zijn, want eiwitten slaan alleen neer in zuur milieu. Dit geldt natuurlijk alleen bij verse urine.De s.m. zal hoog zijn, want ook cilinders hebben “gewicht”.Ook hier zie je weer het verband tussen de diverse bepalingen in urine.De meest voorkomende cilinders zijn:– Hyalinecilinders: heldere cilinders met evenwijdige zijkanten en stompe

uiteinden.– Korrelcilinders: deze zijn gevuld met korrels.– Leukocytencilinders en erytrocytencilinders: cilinders die binnen hun

eiwitstructuur leuko’s of ery’s vasthouden.

Cilinders worden, evenals erytrocyten en leukocyten, opgegeven per gezichtsveld. Een voorbeeld: veel leukocyten, 10-12 erytrocyten per gezichtsveld, 2-3 cilinders per gezichtsveld, gecombineerd met een positief eiwit en een afwijkende s.m. zijn allemaal - maar vooral in combinatie - aanwijzingen voor verdenking op een nierafwijking.

BacteriënOp zich behoeft de aanwezigheid van bacteriën in urine niet pathologisch te zijn. Immers, urine in het verzamelflesje is een uitstekende voedingsbodem voor bacteriën.Meestal zijn bacteriën in het sediment beweeglijk en na enige oefening heel gemakkelijk waar te nemen. Uiteraard worden ze niet per gezichtsveld opgegeven maar volsta je met de vermelding ‘veel bacteriën’ of ‘weinig bacteriën’.Ook hier is weer de ‘combinatie met’ belangrijk. Bacteriën samen met ontstekingsproducten als leukocyten en wat erytrocyten en epitheel zijn interessant i.v.m. een eventuele urineweginfectie.

Het ongeorganiseerd urinesediment

Naast georganiseerd urinesediment is er ook ongeorganiseerd urinesediment.

23056_TB.fm Page 48 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 49: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ MICROSCOPISCH URINEONDERZOEK: HET URINESEDIMENT 49

Fig. 3.2

KristallenKristallen in een urinesediment zijn op zich een normaal verschijnsel in afgekoelde urine. Afhankelijk van o.a. de voeding, de zuurgraad van de urine en de hoeveelheid urine (concentratie) kan er kristalvorming optreden bij afkoeling van lichaamstemperatuur naar bijvoorbeeld kamertemperatuur. Veel zouten kunnen in de afvoerende urinewegen (nier, blaas enz.) neerslaan als gruis (nier- of blaasgruis) of samengroeien tot grotere structuren (nier- of blaasstenen). Bij honden en katten worden voornamelijk blaasgruis en stenen gevonden.Dit gruis kan lichte bloedingen geven in de urinewegen waarbij je dan kristallen in het sediment kan aantreffen in groepjes en vaak in combinatie met erytrocyten.Calciumoxalaatkristallen: De meest voorkomende vorm is de karakteristieke ‘briefcouvertvorm’. Soms hebben ze een afwijkende vorm, bv. de vorm van een ‘halter’.Tripelfosfaatkristallen of struviet: Typerend voor deze kristallen is de zg. ‘doodskistvorm’. Opvallend bij deze kristallen is dat ze zeer ongelijk van grootte zijn.Tripelfosfaatkristallen komen dikwijls voor bij hond en kat, maar hebben alleen betekenis als ze in grote hoeveelheden aanwezig zijn. Ze zijn alleen aanwezig in alkalisch reagerende urine.Urinezuurkristallen: Deze kristallen tref je alleen aan in zuur reagerende urine. Ze zijn vaak geel tot bruinrood van kleur en kunnen in diverse vormen voorkomen: tonvormig, rozetvormig ruitvormig en ook vaak in grote, onregelmatige stukken. Urinezuurkristallen kunnen een aanwijzing zijn voor het ziektebeeld jicht, dat ook bij huisdieren (vooral de wat oudere) kan voorkomen.

23056_TB.fm Page 49 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 50: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

50 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Amorfe zoutenAmorfe zouten zijn vormloos, dus niet uitgekristalliseerd. Je ziet ze in het urinesediment als witgeel- tot bruinroodgekleurd ‘gruis’.In zure urine zijn het vormloze kristallen van urinezuur en dus amorfe uraten (baksteenrood). In alkalische urine zijn het veelal amorfe fosfaten (witgeel).Amorfe zouten hebben geen klinische betekenis, ze zijn wel hinderlijk bij het beoordelen van het sediment omdat ze in het preparaat andere, wel belangrijke, bestanddelen bedekken. In zure urine kan je ze oplossen door het sediment boven een klein vlammetje te verwarmen. In alkalische urine zijn ze oplosbaar door het sediment aan te zuren met een druppeltje 6%-azijnzuur.

SlijmdradenSoms zie je in het sediment wat slijmdraden liggen, die echter klinisch geen enkele betekenis hebben. Heel gemakkelijk worden ze aangezien voor cilinders. Cilinders hebben echter stompe uiteinden, terwijl slijmdraden puntig uitlopen.

Toevallige verontreinigingenBehalve de hiervoor beschreven bestanddelen van een urinesediment, kan er natuurlijk ook nog van alles als verontreiniging worden aangetroffen. Toevallige verontreinigingen kunnen bijvoorbeeld stuifmeel(pollen), talkpoeder en glassplinters zijn.Dit kan beperkt worden door de urine op te vangen in een schoon flesje of potje.

Het beoordelen van een urinesediment is belangrijk diagnostisch werk in de dierenartspraktijk, dat veel ervaring vereist. In de praktijklessen zal er dus ook veel aandacht aan besteed worden.

Het maken van een urinesediment

De praktische uitvoering van het maken van een urinesediment verloopt als volgt.1 Centrifugeer een centrifugebuis (puntbuis) met urine gedurende drie minuten

bij 1.500-2.500 toeren per minuut. Je centrifugeert relatief kort en langzaam om de eventueel aanwezige, uiterst breekbare cilinders niet stuk te draaien.

2 Giet hierna in een enkele beweging de vorenstaande urine af en veeg de overtollige urine van de buitenkant van de buis.

3 Schud het sediment onder in de punt van de buis heel zorgvuldig los: niet heen en weer ratsen over een rekje of tikken tegen het tafelblad!

4 Na het opschudden laat je het sediment in de buis naar voren lopen tegen de punt van een dekglaasje. Ten gevolge hiervan hecht zich weinig sediment aan het dekglaasje.

5 Het dekglaasje plaats je nu onder een hoek van ongeveer 45° op het voorwerpglaasje en laat het daarna los, zodat het op het voorwerpglaasje komt te liggen. Het sediment zal zich zeer gelijkmatig, maar vooral in een dunne laag onder het dekglaasje verspreiden. Als het preparaat te dun is, zullen er luchtbelletjes ontstaan. Dit moet je voorkomen.

23056_TB.fm Page 50 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 51: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ BACTERIOLOGISCH URINEONDERZOEK: HET KIEMGETAL 51

Het beoordelen van een urinesediment

Leg het preparaat onder een microscoop die van tevoren is ingesteld op weinig belichting. Bekijk het met een vergroting van 100 X: (10 X 10) en beoordeel het preparaat daarna met een vergroting van 400 X: (10 X 40).Zoals al is vermeld, geef je voor leukocyten en erytrocyten het gemiddelde aantal cellen in 5 gezichtsvelden door. Bij meer dan gemiddeld 30 cellen per gezichtsveld mag je ‘veel’ vermelden. Voor de overige bestanddelen vermeld je: ‘weinig’, ‘matig’ of ‘veel’.

De gezichtsvelden kies je volgens bijgaande tekening, nadat je eerst het gehele preparaat hebt bekeken, om een totaalbeeld te krijgen.Is het sediment erg troebel door amorfe zouten, dan is het beoordelen vaak zeer moeilijk, daar dan eventueel aanwezige leukocyten of erytrocyten niet meer te zien zijn. Je moet dan zure urine even onder de warme kraan houden en basische urine licht aanzuren met 6%-azijnzuur.Hierna opnieuw een sediment afdraaien en beoordelen. Soms kan je ook een duidelijker beeld krijgen door een kleurmethode toe te passen (bv. Sedicolor). Hierbij worden de cellen gekleurd en de kristallen niet.

3.2 Bacteriologisch urineonderzoek: Het kiemgetal

Om inzicht in de aard en de ernst van een urineweginfectie te verkrijgen, kan de dierenarts (na bv. een positieve nitriettest en/of veel bacteriën in het sediment)

kiemgetal besluiten een dipslidetest te doen om hiermee het kiemgetal te bepalen: het aantal bacteriën per ml urine.Voor deze bepaling moet de urine ‘echt schoon’ zijn, niet verontreinigd door bacteriën van buitenaf. (De urine zal bij voorkeur d.m.v. een blaaspunctie of katheterisatie afgenomen worden, bij katten door het manueel ledigen van de blaas.)

Fig. 3.3

Fig. 3.4

23056_TB.fm Page 51 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 52: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

52 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

dipslidetest Voor een dipslidetest gebruik je een dipslide. Dit is een indoopvoedingsbodem; een kunststof plaatje ter grootte van een voorwerpglaasje, dat aan beide zijden bedekt is met een dun laagje voedingsbodem.De ene zijde van de dipslide, de zg. CLED-kant (cystine-Lactose-Electrlyt Deficient) doet zowel gramnegatieve als grampositieve bacteriën groeien.De andere zijde, de zg. Mac Conckey-kant, bevat een remstof die de groei van grampositieve bacteriën remt en dus alleen gramnegatieve bacteriën laat groeien.Dompel je deze dipslide in de te onderzoeken urine (bij kleine hoeveelheden kan je de slide met urine overgieten) en plaats je hem daarna - in het bijbehorende kokertje, voorzien van alle relevante gegevens - 18 tot 24 uur in een broedstoof bij 37 °C, dan zullen de bacteriën zich gaan vermenigvuldigen. Uit een enkele bacterie ontstaat ten slotte een hoopje bacteriën dat je een kolonie noemt en dat in tegenstelling tot de oorspronkelijke ene bacterie, wel met het blote oog waarneembaar is.

Het is nu mogelijk om het aantal kolonies op de begroeide dipslide te vergelijken met de afbeelding op de bijsluiter en hiermee is dan het kiemgetal bepaald.Als er groei te zien is op de dipslide: kiemgetal groter dan 10,5, is de bacteriurie bevestigd. De dierenarts kan dan alsnog besluiten de houder met de begroeide dipslide naar een bacteriologisch laboratorium te sturen voor een meer gedefinieerd onderzoek.

Fig. 3.5

23056_TB.fm Page 52 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 53: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 53

Doet hij dat niet, dan moet de dipslide of ter plekke onschadelijk gemaakt worden (door de slide te inactiveren door er gedurende 6 uur een desinfectiemiddel op te laten inwerken), of hij moet gedeponeerd worden in een speciale box om door de milieudienst vernietigd te worden.

De praktische uitvoering van de dipslidetest verloopt als volgt.1 Dompel de dipslide in de verse urine of schenk de urine uit over de dipslide.2 Laat de voedingsbodem even uitlekken en verwijder de overtollige urine door

de dipslide rechtstandig op een stukje schoon filtreerpapier af te tippen.3 Plaats de dipslide terug in de bijbehorende houder en voorzie het etiketje van

naam, datum en andere gegevens.4 Plaats het geheel nu gedurende 16-24 uur in een broedstoof bij een temperatuur

van 37 °C.5 Beoordeel na deze periode de dipslide door de bacteriegroei te vergelijken met

de bijgeleverde vergelijkingsschaal en bepaal zo het kiemgetal.

3.3 Afsluiting

In dit hoofdstuk heb je gelezen wat het nut is van microscopisch en bacteriologisch onderzoek van urine. Ook weet je nu hoe je deze onderzoeken moet uitvoeren en hoe je de verschillende uitslagen kunt beoordelen.

Vragen 3.1 a Welke bestanddelen maken deel uit van het organisch sediment?

Fig. 3.6 De dipslidetest. Hetindopen, groeien en

aflezen van de dipslide.

23056_TB.fm Page 53 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 54: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

54 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

b Noem vijf verschillen tussen erytrocyten en gistcellen.c In welke vorm kunnen calciumoxalaatkristallen voorkomen?d Waarom wordt een sediment niet op een hogere snelheid gecentrifugeerd?e Met welke objectieflens bekijk je een sediment?f Welke objectieflens gebruik je bij de beoordeling van het sediment?g In welk termen geef je het aantal bacteriën in het sediment aan?

Vragen 3.2 a Wat versta je onder het ‘kiemgetal’?b Waarom groeien er op de Mac Conckey-kant van een dipslide geen

grampositieve bacteriën?

23056_TB.fm Page 54 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 55: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HEMATOLOGISCH BLOEDONDERZOEK 55

4 Hematologisch bloedonderzoek

Oriëntatie

Misschien ben je zelf wel eens in het ziekenhuis geweest voor bloedonderzoek. Door bloedonderzoek kunnen namelijk veel verschillende ziekten worden opgespoord. Ook in de dierenartsenpraktijk wordt vaak bloed afgenomen bij een dier, om dit in een laboratorium te laten onderzoeken. In dit hoofdstuk leer je een aantal manieren om bloed te onderzoeken.

4.1 De samenstelling van bloed

Bloed bestaat voor het grootste deel (normaal ca. 56%) uit vloeistof, bloedplasma genoemd. Het bloedplasma bestaat uit water met daarin opgeloste eiwitten (o.a. fibrinogeen), zouten (o.a. natriumchloride, calciumchloride), voedingsstoffen, afbraakproducten en hormonen. Naast plasma bestaat bloed uit cellen met elk hun functie en eigenschappen:– erytrocyten of rode bloedcellen. Deze cellen bevatten de rode bloedkleurstof

(hemoglobine), die zorgt voor het transport van de zuurstof en kooldioxide.– leukocyten of witte bloedcellen. Deze cellen spelen een rol bij de afweer tegen

infecties.– trombocyten of bloedplaatjes. Deze cellen spelen een rol bij het stelpen van

kleine bloedingen.

Voor het bloedonderzoek zal je in de meeste gevallen veneus bloed gebruiken. De dierenarts zal hierbij dikwijls gebruikmaken van het zg. vacutainersysteem, waarbij het bloed rechtstreeks opgevangen wordt in een buisje waarin, indien nodig, al een voor de gevraagde bepaling passend medium (reagens) aanwezig is.Voor het eventueel verzenden van het bloed naar een laboratorium moet het buisje (of de buisjes), voorzien van de juiste gegevens van het desbetreffende dier en z’n eigenaar, goed afgesloten en schokvrij verpakt, vergezeld van het juiste aanvraagformulier, op een snelle manier verzonden worden.

4.2 De functie van de erytrocyten

Erytrocyten zijn de rode bloedcellen waarin zich de rode bloedkleurstof bevindt die hemoglobine wordt genoemd. Deze hemoglobine is een grote eiwitverbinding die ijzer bevat. Voor de aanmaak van hemoglobine is ijzer dan ook onmisbaar.De erytrocyten van hond, kat en andere zoogdieren zijn rond. Bij de vogels zijn het ovale schijfjes met een enigszins verdikt randje. Al naar gelang de diersoort zijn de erytrocyten van dieren in het algemeen iets kleiner dan van de mensen.Erytrocyten worden aangemaakt in het beenmerg uit grote stamcellen. De jonge bloedcellen zijn, voordat ze in de bloedbaan verschijnen, nog enigszins kogelvormig en bezitten een duidelijke kern. Deze kern verdwijnt en in de bloedbaan tref je de

23056_TB.fm Page 55 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 56: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

56 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

erytrocyten dan ook aan zonder kern; behalve bij vissen: vissen hebben ery’s met een kern.Bij verhoogde aanmaak verschijnen er soms wat jonge kernhoudende voorlopers van ery’s in het perifere bloed. Deze cellen noem je reticulocyten.Erytrocyten hebben een levensduur van ongeveer 120 dagen en worden dan afgebroken in de lever en de milt. Hierbij komt dan hemoglobine vrij dat door de lever omgezet wordt in bilirubine.Het ‘kapotgaan’ van de erytrocyten waarbij de hemoglobine vrijkomt, wordt hemolyse genoemd.

Bij gezonde dieren is er altijd een zeker evenwicht tussen aanmaak en afbraak van de erytrocyten. Wordt dit evenwicht echter verstoord, dan zal het dier zich ziek voelen en zich ziek gedragen. De oorzaak van zo’n storing is door bloedonderzoek op te

anemie sporen. In de meeste gevallen wordt dan bloedarmoede of anemie geconstateerd.Het bloedonderzoek bestaat in dit geval uit het bepalen van het Hb (hemoglobinegehalte) en het bepalen van de Ht (de hematocrietwaarde).Vroeger telde men in een telkamer het aantal erytrocyten per mm3 of per liter bloed, maar daarvoor is tegenwoordig de hematocrietwaarde gebruikelijk.

Er kan een aantal soorten anemie gediagnosticeerd worden:– Anemie t.g.v. inwendig of uitwendig bloedverlies bijvoorbeeld bij verwondingen

of inwendige bloedingen.– Hemolytische anemie t.g.v. verhoogde afbraak van erytrocyten. Deze vorm van

anemie gaat meestal gepaard met geelzucht of icterus. Bijkomende verschijnselen zijn: gele slijmvliezen; de witte oogrok is geel, terwijl het ook duidelijk te zien is in de slijmvliezen van de mond. Er wordt door de verhoogde bloedafbraak te veel hemoglobine omgezet in bilirubine. De milt is gezwollen. Je toont ook bilirubine aan in de urine. Het aantal erytrocyten is sterk verlaagd.

– Infectieuze anemie van de kat: deze vorm van anemie bij katten wordt veroorzaakt door kleine parasieten en bepaalde bacteriën die zich vasthechten aan de erytrocyten. Het lichaam van de kat reageert hierop door het afstoten van deze erytrocyten als “soort-vreemd” en het gevolg van deze immunologische reactie is een anemie. Als het beenmerg gezond is, dus de aanmaak van erytrocyten normaal is, is het dier met medicijnen te genezen.

– Anemie t.g.v. verminderde aanmaak van rode bloedcellen: allerlei chronische ziekten kunnen hiervan de oorzaak zijn, zoals: uremie, baarmoederontsteking, kanker, vergiftigingen. Een dergelijke anemie is meestal een secundair verschijnsel van een bepaald ziektebeeld en niet een op zichzelf staande afwijking. Een ongunstig secundair verschijnsel daarom, dus, vooral ook bekend bij de virusziekte leucose bij katten.

– Anemie door voedingsfouten: in het algemeen door ijzer- en/of vitaminetekort in de voeding.

– Anemie door opnamestoornissen: bijvoorbeeld een stoornis in de opname, of het transport van ijzer in het lichaam.

Het hemoglobinegehalte

Het hemoglobinegehalte (Hb) van het bloed kan je uitdrukken in grammen per 100 ml bloed. Je noemt dit gramprocenten (g%).

23056_TB.fm Page 56 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 57: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE ERYTROCYTEN 57

eenheden Sinds de internationale invoering van nieuwe eenheden: S.I.-stelsel (systeme internationale), in januari 1971, wordt het hemoglobinegehalte in ons land meestal aangegeven in millimolen per liter bloed (mmol/l), waarbij je een uitkomst in g% moet vermenigvuldigen met de factor 0,621 om de uitkomst in mmol/l te verkrijgen.Een voorbeeld: 14,4 g% komt overeen met 14,4 x 0,621 = 8,9424 mmol/l. Afgerond wordt dit 8,9 mmol/l.

Een te lage waarde kan o.a. veroorzaakt worden door onvoldoende aanmaak van erytrocyten in het beenmerg, door ijzergebrek of door overmatig bloedverlies.Een te hoge waarde kan voorkomen bij uitdroging of door onvoldoende zuurstofopname door bv. chronische longziekten.De dierenarts zal dus in voorkomende gevallen het Hb-gehalte, het hematocriet of beide willen weten.

methode volgens Spencer Met een Spencer-hemometer kun je het Hb-gehalte van bloed bepalen. De methodevolgens Spencer is een colorimetrische methode, d.w.z. een methode waarbij je kleuren vergelijkt.

Referentiewaarden

G/100 ml Mmol/l

Hond 14 - 18 8,8 - 11,7

Kat 8 - 13 5,0 - 8,1

Paard 12 - 14 7,5 - 8,7

Koe 10 - 12 6,2 - 7,5

Varken 10 - 14 6,2 - 8,7

Fig. 4.1 Spencer-hemometer.

23056_TB.fm Page 57 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 58: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

58 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het principe van de methode eis als volgt. Een druppel capillair bloed (bv. uit het oor) wordt op de glazen kamer (in de kamerclip) gebracht. Het bloed wordt gehemolyseerd met bijgevoegd hemolysestaafje. Op dit hemolysestaafje zit een stof (saponine) die in staat is hemoglobine uit de rode bloedcellen vrij te maken. Je noemt dit hemolyseren.

De kamerclip wordt nu in de Hb-meter gebracht, en de lichtknop wordt ingedrukt. De sterkte van het licht dat door het gehemolyseerde bloed wordt doorgelaten, wordt vergeleken met de sterkte van licht dat door een standaardkleur wordt doorgelaten

Fig. 4.2

Fig. 4.3

Fig. 4.4

standaardkleur,verplaatsbaarlangs eenschaalverdeling

waarnemen waarnemen

kamerclip

lichtbron lichtbron

23056_TB.fm Page 58 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 59: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE ERYTROCYTEN 59

en is een maat voor de aanwezige hoeveelheid hemoglobine. Door nu de standaardkleur te variëren d.m.v. de knop aan de zijkant van het apparaat, is na herhaald schuiven de lichtsterkte van het gehemolyseerde bloed gelijk aan die van de standaardkleur en kan het Hb-gehalte (in g%) afgelezen worden op de schaalverdeling.

De praktische uitvoering verloopt als volgt.1 Breng de glazen kamer met dekglas in de kamerclip zodanig, dat de glazen kamer

voor de helft uitsteekt.2 Breng een druppel bloed op het uitstekende gedeelte van de kamer en meng dit

met behulp van een hemolysestaafje (saponinestokje).3 Schuif de kamer voorzichtig onder het dekglas zodat beide zich nu in de kamerclip

bevinden.4 Plaats de kamerclip in de hemometer en kijk nu door het oculair. 5 De lichtknop (onder in de meter) wordt met de linkerduim ingedrukt en met de

rechterhand wordt de instelknop langs de schaalverdeling geschoven, net zolang tot de kleuren dezelfde sterkte hebben gekregen.

6 Lees het Hb-gehalte af op de bovenste schaalverdeling in grammen per 100 ml (g/100 ml).

7 Om tot de juiste waarde in mmol Hb/l te komen, vermenigvuldig je de gevonden waarde met de vermenigvuldigingsfactor 0,621.

De hematocrietwaarde

De hematocrietwaarde (Ht) is de waarde die de verhouding aangeeft tussen het volume van de erytrocyten in het bloed en het totale bloedvolume.Anders gezegd: het erytrocytenvolume uitgedrukt in liters per liter bloed.

Met de Ht bepaal je het erytrocytenvolume van het bloed. Bloed bestaat normaal voor ongeveer 44 volumeprocenten uit bloedcellen (leukocyten en trombocyten maken hier ook deel van uit, maar dat is een te verwaarlozen percentage) en voor de overige 56 volumeprocenten uit bloedplasma, een lichtgeelgekleurde vloeistof.Bij het bepalen van de hematocrietwaarde maak je gebruik van een speciale hematocrietcentrifuge, een speciaal afleesapparaat en gehepariniseerde capillairen om het bloed op te vangen.Door de gehepariniseerde capillairen in een hangende druppel bloed te houden (bv. uit het oor van het dier) of uit een buisje (vers) EDTA-bloed, zuigt deze zichzelf vol. Als de capillair voor 2/3-deel gevuld is, wordt hij aan een kant dichtgemaakt en in de hematocrietcentrifuge gecentrifugeerd gedurende 5 minuten met een snelheid van 12.000 toeren per minuut.Na het centrifugeren kan je de Ht aflezen in het bijbehorende afleesapparaat.

23056_TB.fm Page 59 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 60: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

60 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

De praktische uitvoering van de bepaling verloop als volgt.1 Twee glascapillairen worden voor tweederde met bloed gevuld. Om het bloed

in de capillairen onstolbaar te maken, zijn deze capillairen gehepariniseerd (er bevindt zich het antistollingsmiddel heparine in).

2 De buisjes worden aan de niet-gevulde kant dichtgemaakt met stopverf.3 De capillairen worden met de dichtgemaakte kant vlak tegen de buitenrand van

de hematocrietcentrifuge gelegd.4 Na het sluiten van de centrifuge met de metalen schijf en het deksel worden de

capillairen gedurende 5 minuten gecentrifugeerd.5 Ten slotte wordt het erytrocytenvolume afgelezen op de

microhematocrietreader: je legt de capillairen zodanig in het apparaat, dat de onderzijde van de erytrocytenlaag samenvalt met de basislijn (de lijn die op de nul van de schaalverdeling uitkomt). Vervolgens verschuif je de capillairverhouder totdat de meniscus van het plasma samenvalt met de bovenste lijn (de lijn die op honderd van de schaalverdeling uitkomt).

6 Nu wordt met behulp van de witte knop aan de linkerkant van het apparaat geschoven tot de middellijn samenvalt met de scheiding tussen erytrocyten en alles wat erboven staat (een roodgrijs laagje op de erytrocyten).

Fig. 4.5

Fig. 4.6

23056_TB.fm Page 60 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 61: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE LEUKOCYTEN 61

7 Op de schaalverdeling aan de rechterkant van het apparaat lees je dan de hematocrietwaarde af, opgegeven als procenten van het bloedvolume. (In het apparaat in de afbeelding is de hematocrietwaarde 41%.)

Opmerking:– Een Ht van 41% komt overeen met 0,41 l/l. (Dus 1 liter bloed bevat in dit geval

410 ml erytrocyten en 590 ml plasma.)– Bij het aflezen van de hematocriet op het afleesapparaat moet je bedacht zijn

buffycoat op een eventueel aanwezige buffycoat. Een buffycoat is een grijsachtig laagje op de erytrocyten en bestaat voornamelijk uit leukocyten. De buffycoat wordt dan ook veroorzaakt door een verhoogd aantal leukocyten.

– (Bij aanwezigheid van een buffycoat is het dus aan te bevelen de leukocyten te tellen en een bloeduitstrijkje te maken.)

Ook de kleur van de vorenstaande plasmakolom is van belang:– Een sterk gele kleur (icterisch plasma) wijst op bilirubine.– Een wit en troebel aanzien (lipemisch plasma) wijst op de aanwezigheid van

vetten.– Rozerood plasma (hemolytisch plasma) wijst op hemolyse van de erytrocyten.– Helder, waterachtig plasma (anemisch plasma) komt voor bij een

ijzergebreksanemie.

4.3 De functie van de leukocyten

De witte bloedcellen of leukocyten zijn kleurloze cellen die groter zijn dan de erytrocyten. Ze bezitten een kern die onregelmatig begrensd is en hebben een levensduur van enkele uren tot acht dagen. De meeste leukocyten worden gevormd in het beenmerg en worden afgebroken in de milt.De leukocyten spelen een belangrijke rol bij het bestrijden van infecties. Ze zijn hiertoe uitgerust met het vermogen om door de bloedvatwand heen te kruipen om zich zo naar de bedreigde plaats in het lichaam (de plaats van de infectie) te kunnen begeven. Ze kunnen zich nl. uitrekken en dun maken; de zg. amoeboïde beweging.Op de bewuste plaats aangekomen omsluiten ze de “aanvallende” bacterie en schakelen haar uit. Fagocytose noem je dit opnemen van zo’n klein deeltje en het daarna onschadelijk maken.Samen met het weefselvocht en de gedode bacterie vormen de nu eveneens gedode leukocyten de zg. pus of etter als een zichtbare reactie op de ontsteking.

Het aantal leukocyten dat ‘in rust’ in de bloedbaan aanwezig is, is te gering om de infectie te bestrijden. Bij een acute infectie vindt er daarom een verhoogde aanmaak van leukocyten plaats: voornamelijk in het beenmerg en in de lymfklieren.Zo’n verhoogd aantal leukocyten noem je een leukocytose.Het tellen van de leukocyten is dus een belangrijk laboratoriumonderzoek. Een verhoogd aantal leukocyten per mm3 bloed (of per liter) kan dus een infectie bevestigen.Een te laag aantal leukocyten noem je leukopenie. Een leukopenie wordt aangetroffen bij vergiftigingen waardoor de aanmaak van leukocyten juist wordt afgeremd. Vergiftiging kan het gevolg zijn van een teveel van bepaalde medicijnen.

23056_TB.fm Page 61 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 62: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

62 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het tellen van de leukocyten

Voor het tellen van de leukocyten wordt het bloed verdund met de vloeistof van Türk, een vloeistof die de leukocyten kleurt en de andere cellen, met name de erytrocyten, kapotmaakt.De leukocyten kunnen nu in een zg. telkamer, onder de microscoop geteld worden en met behulp van een vermenigvuldigingsfactor bereken je vervolgens het aantal per mm bloed of per liter. Voor het verdunnen van de leukocyten maak je gebruik van automatische pipetten.

De in Nederland meest gebruikte telkamers zijn die van Bürker, Türk, Neubauer en Fuchs Rosenthal. De telruimtes hebben een microscopisch kleine net indeling van 3 X 3 mm.

Fig. 4.7 Netindelingen van

telkamers.

Neubauer Fuchs Rosenthal

Bürker Türk

23056_TB.fm Page 62 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 63: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE LEUKOCYTEN 63

De indeling van de telkamer van Bürker is hier sterk vergroot weergegeven.De telkamer bestaat uit een plat rechthoekig stuk glas met twee telruimten (A), die door “gootjes” omgeven zijn (B). Naast de zijdelingse gootjes zijn twee verhogingen (D) aanwezig en hierop rust een dekglaasje (C). Het dekglaasje wordt met twee metalen klemmen (E) aangedrukt.Voor het juist gebruiken van de telkamer moet de afstand tussen dekglas C en telruimten A precies 1/10 mm bedragen. Dit is juist het geval als je met de klemmen E het dekglas C zodanig aandrukt, dat er gekleurde ringen (newtonse ringen (F)) over de lengterichting van de verhogingen ontstaan.Deze newtonse ringen kan je het beste waarnemen als je de telkamer met beide handen vasthoudt en hem in het licht enigszins kantelt en steeds aan alle kanten goed bekijkt.De telruimten A staan niet met elkaar in verbinding, zodat je bv. de bovenste telruimte zou kunnen gebruiken voor het tellen van leukocyten van het ene bloedmonster en de onderste voor een ander bloedmonster.

Fig. 4.8 Telnet van de telkamer

volgens Bürkner.

L L L L L L

rij a

rij b

rij c

rij A rij B rij C

23056_TB.fm Page 63 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 64: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

64 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

vullen Het vullen van de telkamer gebeurt door de punt van de pipet tegen de rand van het dekglas te houden. De vloeistof wordt dan automatisch onder het dekglas gezogen. Je moet er echter goed op letten dat de vloeistof niet in de “gootjes” loopt.

Fig. 4.9 Telkamer volgens

Bürkner.

Fig. 4.10 Hier zie je hoe een

telkamer van Bürknergevuld wordt.

Fig. 4.11

23056_TB.fm Page 64 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 65: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE LEUKOCYTEN 65

tellen Voor het tellen van leukocyten tel je alle vakjes L in de twee rijen en nog 1 vakje L in een derde rij. In totaal zijn dit 25 vakjes of hokken (controleer op de tekening).Bij het tellen van de cellen in een hok hanteer je de volgende regel:– Je telt in elk geval alle cellen die vrij liggen in het hok. Van de cellen die op of

aan de lijnen van het hok liggen, worden er sommige wel en sommigen niet meegeteld. Twee lijnen worden wel geteld en twee andere lijnen worden niet geteld. Welke lijnen dat zijn, wordt vooraf gekozen. Het kunnen dus de linkerlijn en de onderste lijn zijn of juist de rechterlijn en de bovenste.

– Aan de rand van de telkamer kan de verdeling niet optimaal zijn, daarom tel je bij voorkeur rijen die niet aan de rand liggen.

– Om zo nauwkeurig mogelijk te werken, tel je 2 X 25 hokken en je neemt dan het gemiddelde aantal leukocyten. Het spreekt vanzelf dat de uitkomsten van die twee tellingen geen grote verschillen mogen vertonen.

De berekening van het aantal leukocyten

De inhoud van leukocytenvakjes bepaal je als volgt. Een enkel leukocytenvakje heeft een lengte van 1/5 mm en een breedte van 1/5 mm. Je weet al dat bij het zien van de newtonse ringen de hoogte 1/10 mm is. De inhoud van een leukocytenvakje is dus 1/5 X 1/5 X 1/10 = 1/250 mm3.Je telt echter niet de leukocyten in een enkel vakje, maar in 25 vakjes, dus je telt de leukocyten in een totaalvolume van 25 X 1/250 mm3 = 25/250 mm3 = 1/10 mm3.Je wilt echter het aantal leukocyten van 1 mm3 weten, dus moet je het getelde aantal in 1/10 mm3 met de factor 10 vermenigvuldigen.Bovendien heb je met de vloeistof van Türk het bloed 10 X verdund, dus moet nogmaals de uitslag met 10 vermenigvuldigd worden.De uiteindelijke vermenigvuldigingsfactor bedraagt dus 100 X.

Een voorbeeld:Stel, je hebt in 25 vakjes 62 leukocyten geteld, dan is dus het werkelijke aantal leukocyten: 62 X 10 X 10 per mm3 = 6.200 per mm3.En een uitslag van 6.200 per mm3 is gelijk aan 6,2 X 109 per liter.

De praktische uitvoering verloopt als volgt.1 Pipetteer in een kleine plastic cuvet 450 µl vloeistof van Türk en 50 µl EDTA-

bloed. Het bloed is nu 10 X verdund.2 Meng het geheel zorgvuldig en laat de verdunning 5 minuten staan.3 Meng het geheel nu 5-7 minuten in een schudapparaat of met de hand.4 Maak intussen de telkamer van Bürker gereed: controleer of hij goed schoon is

en of de ringen van Newton te zien zijn.5 Vul nu de telkamer met behulp van een pasteurse pipet met een homogene

druppel van het verdunde bloed. Let op dat er geen luchtbel in de telkamer ‘sluipt’ en dat de telkamer niet overstroomt en vloeistof in de gootjes komt.

6 De leukocyten in de telkamer moeten nu een 1-3 minuten bezinken voordat je ze kan gaan tellen.

7 Stel de microscoop in op de juiste vergroting (10 X 10) en zorg voor de goede belichting.

8 Tel nu de leukocyten in ten minste 25 grote hokken verspreid over de telkamer, bijvoorbeeld 25 hokken in het linkergedeelte van de telkamer en 25 hokken in

23056_TB.fm Page 65 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 66: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

66 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

het rechtergedeelte van de telkamer. Noteer deze uitkomsten, let op dat ze niet te veel van elkaar verschillen, en neem dan de gemiddelde uitslag.

9 Bereken met behulp van de vermenigvuldigingsfactor het juiste aantal leukocyten.

Het maken van een bloeduitstrijkje

Als de Hb bepaald is en de Ht en ook de leukocyten zijn geteld, zal de dierenarts in veel gevallen ook nog geïnteresseerd zijn in het maken en het beoordelen van het gekleurde bloeduitstrijkje. Na uitstrijken van een druppel bloed op een voorwerpglaasje kan je na een bepaalde kleuringsmethode microscopisch verschillende soorten bloedcellen onderscheiden.De leukocyten zijn dan bv. te onderscheiden in diverse normaal voorkomende soorten. En de onderlinge verhoudingen, uitgedrukt in percentages, kunnen zinvolle informatie verschaffen over een bepaald ziektebeeld. Ook afwijkende soorten kunnen een diagnose van de dierenarts bevestigen of onderstrepen.Naast het beoordelen van gekleurde leukocyten is er bij microscopisch onderzoek van het preparaat ook informatie te verkrijgen omtrent de rode bloedcellen. O.a. of ze normaal van vorm en grootte zijn, maar ook of ze al of niet voldoende gevuld zijn met hemoglobine en of er geen afwijkende soorten voorkomen. Bv. jonge erytrocyten met een kern (reticulocyten), die normaal in het beenmerg thuishoren.

Fig. 4.13

De praktische uitvoering verloopt als volgt.1 Breng een kleine druppel bloed in het midden, dicht bij een korte zijde op een

schoon, droog en vetvrij voorwerpglaasje. De glaasjes kunnen het best in alcohol 96% bewaard worden om ze vetvrij te houden.

2 Neem het voorwerpglaasje zodanig in de linkerhand tussen duim en middelvinger, dat de bloeddruppel rechts op het glas komt te liggen.

Fig. 4.12 ReferentiewaardenDiersoort Aantal leukocyten per liter bloedHond 5,9 – 13,8 x 109

Kat 10,0 – 15,0 x 109

Paard 7,0 – 10,0 x 109

Koe 5,0 – 10,0 x 109

Kalf 5,0 – 12,0 x 109

Varken 10,0 – 18,0 x 109

45°

1 2 3

23056_TB.fm Page 66 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 67: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE LEUKOCYTEN 67

3 Breng daarna met de andere hand een geslepen voorwerpglaasje onder een hoek van 45° op het midden van het eerste voorwerpglas met de bloeddruppel, schuif dit naar de bloeddruppel toe en wacht totdat het bloed zich in de hoek tussen de voorwerpglaasjes heeft uitgebreid.

4 Schuif daarna het geslepen voorwerpglas in de rechterhand over het onderste voorwerpglas naar links (in de richting van de pijl), waardoor de druppel bloed als een dunne film wordt uitgestreken. De film mag niet te dik en niet te dun zijn, maar ongeveer zodanig, dat je nog juist de letters van dit hoofdstuk erdoorheen kan zien. De dikte van de bloedfilm kan je regelen door de hoek groter of kleiner dan 45° te laten zijn.

5 Laat het preparaat daarna aan de lucht drogen, waarna het gekleurd kan worden.

Het kleuren van een bloeduitstrijkje volgens May Grünwald-Giemsa

Bij deze kleuring maak je gebruik van het feit dat de diverse eiwitten en andere bestanddelen van de bloedcellen een verschil in affiniteit vertonen voor basische, zure en neutrale kleurstoffen.Alles wat affiniteit heeft tot basische kleurstoffen, kleurt zich blauw en heet basofiel; alles wat zich met de zure kleurstofdeeltjes oranjerood kleurt, noem je eosinofiel en alles wat zich met de neutrale kleurstoffen violet kleurt, heet neutrofiel.

Een goed resultaat verkrijg je door:– een goed uitgestreken preparaat– goede verdunning van de kleurstoffen– de juiste tijden in acht nemen (gebruik een wekker) (te kort kleuren geeft bleke

preparaten, te lang kleuren geeft te donkere preparaten)– een buffer met de juiste pH houdt de pH constant, in dit geval 6,8-7,0– (bij een te hoge pH zal de kleuring te blauw uitvallen en bij een te lage pH wordt

de kleuring te rood).

De praktische uitvoering verloopt als volgt.1 Leg het aan de lucht gedroogde preparaat op twee dunne staafjes boven het

kleurbakje en bedek het preparaat met gefiltreerde kleurstof van May-Grünwald.2 Laat deze kleurstof 3 minuten inwerken.3 Breng daarna zoveel druppels bufferoplossing op het preparaat dat de vloeistof

op het voorwerpglaasje geheel bol staat.4 Meng dit door heel zacht te blazen en laat het 1 minuut inwerken.5 Maak verdunde Giemsa aan: 10 ml buffer + 10 druppels Giemsa en meng. Giet

de May Grünwald van het preparaat en spoel het preparaat voor met de helft van de Giemsa-verdunning.

6 Gebruik het restant van de verdunde Giemsa om het preparaat hiermee te bedekken en laat dit 10-15 minuten inwerken.

7 Spoel hierna het preparaat voorzichtig af met water en laat het drogen aan de lucht of tussen filtreerpapier. Niet eerst afschenken en dan afspoelen, want dan kan er kleurstofneerslag op het preparaat ontstaan.

23056_TB.fm Page 67 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 68: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

68 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het beoordelen van het preparaat

Als het bloeduitstrijkje gekleurd is, zal eerst microscopisch beoordeeld moeten worden of het geschikt is om gedifferentieerd te worden. Bij het beoordelen van de kwaliteit van het preparaat ga je in dat deel van het preparaat kijken waar de erytrocyten los van elkaar liggen en niet als geldrollen over elkaar heen.Te dikke preparaten zijn ongeschikt om te ‘diffen’.Preparaten die grote hiaten tussen de ery’s vertonen zijn niet te gebruiken, de leukocyten zijn dikwijls kapot en niet goed te beoordelen.In een goed preparaat zie je dus de intacte erytrocyten en leukocyten in een egale cellaag waarbij van de leukocyten de cel en de kern en de eventuele insluitsels te zien zijn.Zo’n mooi gedeelte van het preparaat wordt nu ‘zigzagsgewijs’ bekeken (zie figuur 4.14).Je beoordeelt het preparaat microscopisch met een vergroting van 10 X 100, dus met een totale vergroting van 1.000 X. Hierbij gebruik je de zg. olie-immersielens, d.w.z. je moet vooraf op het preparaat een druppeltje immersie-olie aanbrengen en de immersielens hierin draaien. Scherp instellen met de grof- en fijninstelschroef van de microscoop.

Fig. 4.14

23056_TB.fm Page 68 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 69: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE LEUKOCYTEN 69

Differentiëren van de cellen

Fig. 4.15

Zoals al is gesteld, kan je in een gekleurd bloeduitstrijkje verschillende soorten leukocyten onderscheiden (differentiëren), vandaar ook de term ‘difje’.

23056_TB.fm Page 69 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 70: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

70 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

granulocyten Granulocyten: leukocyten met korrels (Latijnse woord is “granulae”) in hun cytoplasma. Juist op grond van deze korrels worden deze cellen weer onderverdeeld in:– Eosinofiele granulocyten; cellen met een paarse kern (die soms uit twee

segmenten bestaat, zg. brilkern en ook regelmatig uit drie segmenten) maar altijd een oranjebruine korreling in het cytoplasma vertoont: de eosinofiele korreling.

– Basofiele granulocyten; ook deze cellen hebben een paarse kern die echter vaak moeilijk te vinden is omdat de blauwe (basofiele) korrels van het cytoplasma over de kern heen liggen.

– Neutrofiele granulocyten. Deze cellen hebben vanwege een verschil in leeftijd een verschillende kern.

De jongste cel, de staafkernige granulocyt heeft een staafvormige (worstvormige) kern.Insnoeringen maken tenslotte een segmentkernige granulocyt van deze cel. Bij de ‘staaf’ zijn deze insnoeringen echter nooit dieper dan 1/3 van het breedste gedeelte. Het cytoplasma is lichtrood en vertoont een fijne zwakroze korreling.De oudere cel, de segmentkernige granulocyt heeft dus een kern die uit segmenten bestaat (insnoeringen) en ook paarsgekleurd is. Ook deze cel heeft lichtrood cytoplasma en een fijne korreling.

lymfocyten Lymfocyten: Deze cellen kunnen in grootte variëren maar meestal zijn ze niet zo groot als de andere witte bloedcellen. Ze hebben een paarse, excentrisch gelegen kern die bijna de hele cel in beslag neemt. Het kleine beetje cytoplasma dat nog te zien is, is blauw.

monocyten Monocyten: Deze echt grote cellen hebben een grote, veelvormige (pluriforme) kern en grijsachtig cytoplasma.

Het hemogramBij het beoordelen van een bloeduitstrijkje moet je beschikken over een mogelijkheid om al deze verschillende leukocyten overzichtelijk te kunnen noteren. Hiervoor gebruik je een hemogram, dat er als volgt kan uitzien.

Fig. 4.16 Het hemogram.

In zo’n hemogram noteer je per kolom 10 leukocyten d.m.v. ‘turven’. Op deze wijze beoordeel je 100 leukocyten. In een elfde kolom kunnen dan de percentages worden weergegeven. Onderaan noteer je bovendien de afwijkingen van de diverse soorten bloedcellen.

10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 % Totaal

Eos. tot 4 %

Baso. tot 2 %

Staafk. II

I

tot 5 %

Segmentk. IIII II IIII ca. 60 %

Lymfo. II III ca. 25 %

Mono. tot 6 %

Bijzonderheden:

23056_TB.fm Page 70 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 71: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ DE FUNCTIE VAN DE LEUKOCYTEN 71

Afwijkingen in het witte bloedbeeld:– Leukocytose: het aantal leukocyten in het bloed is hoger dan voor het

desbetreffende dier of diersoort normaal geacht wordt.– Leukopenie: het aantal leukocyten is lager dan voor het desbetreffende dier of

diersoort normaal geacht wordt.– Eosinofilie: verhoogd aantal eosinofiele cellen in het bloed (vind je bij

overgevoeligheidsreacties, allergieën en bij worminfecties).– Eosinopenie: te weinig eosinofiele cellen. Dit kan normaal zijn.– Linksverschuiving: toename van het aantal neutrofiele staafkernige granulocyten

of voorlopers hiervan. (Dit verschijnsel wijst op een acute infectie.)– Rechtsverschuiving: een toename van het aantal segmentkernige granulocyten

waarbij geen linksverschuiving gevonden wordt maar hypersegmentatie.– Lymfocytose: te veel lymfocyten in het bloed (vind je in het algemeen bij

virusinfecties). Er worden dikwijls jonge cellen aangetroffen die enigszins afwijken in vorm en grootte van de normale lymfo’s. Deze cellen worden ook wel atypische lymfocyten genoemd.

– (Bij een lymfocytose vind je altijd een verlaagd percentage segmenten; dit hangt samen met de relatieve verhoudingen.)

– Lymfopenie: te weinig lymfocyten in het bloed.– Monocytose: verhoging van het aantal monocyten in het perifere bloed komt

zeer zelden voor.

Afwijkingen in het rode bloedbeeld:– Anisocytose: ongelijke grootte van de erytrocyten. Je ziet dus kleine en grote

erytrocyten die je microcyten en macrocyten noemt.– Poikilocytose: erytrocyten hebben allerlei vormen: peervormig, banaanvormig

etc.– Hypochromasie: erytrocyten zijn te vaag van kleur.– Hyperchromasie: veel erytrocyten hebben een te rode kleur.– Polychromasie: veel erytrocyten zijn van lichtblauw tot vrijwel donkerblauw van

kleur.– Lichaampje van Howell Jolly: donkerrood-violetgekleurd insluitsel in een

erytrocyt.

De bloedplaatjes of trombocyten zie je in het ‘difje’ als kleine blauwpaarse ‘vlekjes’ tussen de erytrocyten liggen.

Fig. 4.17 Trombocyten.

23056_TB.fm Page 71 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 72: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

72 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Ze zijn meestal verschillend van grootte en vorm en het vereist nogal wat ervaring om in een difje afwijkingen te kunnen constateren.Ze passen dus niet zozeer in dit hematologisch bloedonderzoek, maar door hun functie meer bij het chemisch bloedonderzoek.

4.4 Afsluiting

Je hebt in dit hoofdstuk allereerst geleerd wat de samenstelling van bloed is. Je weet ook de functie van de verschillende cellen in het bloed. Voor het bepalen van het hemoglobinegehalte en de hematocrietwaarde heb je de methoden geleerd. Ook kun je na het lezen van dit hoofdstuk een bloeduitstrijkje maken, kleuren en beoordelen.

Vragen 4.1 a Wat is de functie van de erytrocyten?

Vragen 4.2 a Wat is hemolyse?b Wat zou je kunnen gaan bepalen als je bij het aflezen van een hematocriet een

buffycoat aantreft?

Vragen 4.3 a Wat is de functie van de leukocyten?b Wat is fagocytose?c Welke cellen tel je mee, per hok, bij het tellen van leukocyten?d Hoe groot is de inhoud van een leukocytenhok in de telkamer van Bürker?e Welke cellen worden er in een hemogram vermeld?f Wat is anisocytose?

23056_TB.fm Page 72 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 73: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ CHEMISCH BLOEDONDERZOEK 73

5 Chemisch bloedonderzoek

Oriëntatie

De samenstelling van het bloed wisselt voortdurend aangezien de weefsels, al naar gelang de omstandigheden, bepaalde stoffen afgeven aan het bloed en andere stoffen hieruit opnemen.Het lichaam van de dieren (ook dat van de mens) zal te allen tijde trachten die samenstelling zo constant mogelijk te houden; binnen de, wat je noemt, normaalwaarden of referentiewaarden. Bij gezonde dieren slaagt het lichaam daar wel in en bij zieke dieren in mindere mate of in het geheel niet en kunnen er dus afwijkingen in die schommelingen geconstateerd worden.Deze afwijkingen van de normaalwaarden kunnen door chemisch bloedonderzoek worden vastgesteld ter bevestiging van de diagnose.Voor dit chemisch bloedonderzoek zal je voornamelijk gebruikmaken van veneus bloed.Soms, na stolling, in de vorm van serum; soms, na gebruik van een ontstollingsmiddel, in de vorm van plasma.Bij het stollingsproces spelen de trombocyten een belangrijke rol.

5.1 De functie van de trombocyten

Als bloed met iets anders dan met een gezonde bloedvatwand in aanraking komt, bloedstolling wordt de bloedstolling op gang gebracht. De trombocyten hechten zich aan de

beschadigde wand van het bloedvat en het contact met een vreemd oppervlak is voor sommige plasmaeiwitten een reden om een beetje te veranderen. Deze verandering brengt weer veranderingen teweeg bij andere eiwitten en uiteindelijk wordt het eiwit fibrinogeen omgezet in fibrine.Bij deze veranderingen spelen Ca2+-ionen uit calciumzouten in het bloed een grote rol.

Fig. 5.1 Stollingsschema.

Vindt dit stollingsproces plaats buiten het lichaam (bijvoorbeeld wanneer je door middel van venapunctie bloed opvangt in een buisje), dan vormen na enige tijd staan de fibrinevezels een netwerk, waarin een deel van de bloedcellen is opgesloten. Na centrifugeren houd je een bloedvloeistof over waarin geen fibrinogeen aanwezig is.

Protrombinase

Protrombine Trombine

Fibrinogeen Fibrine ( instabiel)dunne draden

Fibrinestabiliserende factor Ca2+ - ionen

Fibrine (stabiel)dikke vezels

Ca2+ - ionen

23056_TB.fm Page 73 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 74: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

74 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

serum Deze bloedvloeistof noem je serum.

Heb je echter voor bloedonderzoek bloed nodig dat niet gestold is, dan zal je naar mogelijkheden moeten zoeken die de omzetting van fibrinogeen in fibrine voorkomen.Stoffen die de stolling verhinderen noem je antistollingsmiddelen of anticoagulantia. Deze stoffen gaan in de meeste gevallen een reactie aan met de calciumzouten in het bloed, waardoor het stollingsproces wordt geblokkeerd. Er ontstaat geen fibrine en dus ook geen stolsel.Ga je dit onstolbaar gemaakte bloed (volbloed) centrifugeren, dan zal de vorenstaande

plasma vloeistof nog steeds fibrinogeen bevatten. Deze bloedvloeistof noem je plasma.

Samenvattend zie je dus:– Bloed afnemen, laten staan en centrifugeren geeft een stolsel + serum (bevat

geen fibrinogeen).– Bloed afnemen, opvangen in buisje met anticoagulans en centrifugeren geeft

bloedcellen + plasma (bevat wel fibrinogeen).

anticoagulantia Enkele bekende anticoagulantia zijn:– natriumcitraat– natriumoxalaat– natriumfluoride– natrium- of kaliumzout van EDTA (ethyleen - diamine - tetra - azijnzuur) resp.

sodium-EDTA en potassium-EDTA genoemd. De meest gebruikte van deze twee is K-EDTA (voor complexonbloed)

– heparine, dit reageert niet met de calciumzouten, maar maakt trombine onwerkzaam, waardoor eveneens bloedstolling wordt voorkomen.

Afhankelijk van het gevraagde onderzoek kan je gebruikmaken van volbloed, plasma of serum. Het gebruik van een antistollingsmiddel hangt niet alleen af van wat er bepaald moet worden, maar ook van de methode die je hiervoor gebruikt.– Moet er bloedonderzoek verricht worden van de bloedcellen dan wordt het

onstolbaar gemaakte bloed (volbloed) niet gecentrifugeerd. Je gebruikt hiervoor meestal EDTA-bloed. Het buisje bloed moet voor gebruik zorgvuldig gemengd worden om de cellen te suspenderen; niet geschud! (Dat zou de cellen kunnen beschadigen of kapotmaken.)

– Bij het bepalen van de hematocriet worden gehepariniseerde capillairen gebruikt en bij het inzetten van een BSE is natriumcitraat het anticoagulans.

Ook bij het chemisch bloedonderzoek gebruik je verschillende anticoagulantia.– Bij het bepalen van elektrolyten kan je geen gebruikmaken van: NaF, NaCitraat,

NaOxalaat en EDTA als antistollingsmiddel.– En in NaF-bloed en heparinebloed kan je geen enzymbepalingen uitvoeren.

Tegenwoordig zijn er voor de diverse bepalingen kant-en-klare buisjes in de handel die al voorzien zijn van het juiste antistollingsmiddel in een passende hoeveelheid.

23056_TB.fm Page 74 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 75: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ WELKE CHEMISCHE BEPALINGEN WORDEN ER ZOAL UITGEVOERD EN WANNEER? 75

5.2 Welke chemische bepalingen worden er zoal uitgevoerd en wanneer?

ureum Ureum en kreatinine zijn afbraakproducten en worden door de nieren uitgescheiden. Ve

kreatinine rhoogde waarden in bloed passen bij nieraandoeningen; bij oudere dieren dikwijls een gevolg van ‘nierslijtage’. Ook bij uitdroging vind je verhoging van de ureum en kreatinine in het bloed.Bij inwendige bloedingen is alleen ureum verhoogd, door eiwitafbraak.

ALB Albumine (ALB) is een eiwit dat door de lever aangemaakt wordt. Te lage waarden vind je bij leveraandoeningen of bij nieraandoeningen waarbij de nieren dus de eiwitmoleculen doorlaten.Ook bij honger/onvoldoende voeding is het albumine verlaagd. Door ondervoeding kan dan vochtophoping ontstaan, die zich met name uit als een ‘oedeembuik’.Bij uitdroging kan het albuminegehalte verhoogd zijn.

ALT Een toename van het enzym alanine aminotransferase (ALT) in het bloed wijst op beschadiging van de lever of galstuwing.

alkaline fosfatase Alkaline fosfatase is een enzym dat in de wand van de galblaas en de galafvoerwegen bilirubine geproduceerd wordt en bilirubine is een afbraakproduct van hemoglobine dat in de

lever gevormd wordt en via de gal wordt uitgescheiden.Vermoedt de dierenarts leverproblemen, dan zal hij dus de vorenstaande bepalingen willen laten uitvoeren om zo meer zekerheid omtrent z’n ‘verdenking’ te verkrijgen.

bloedglucosegehalte Wordt bij een dier diabetes verwacht, dan zal je het bloedglucosegehalte willen weten.elektrolyten Ten slotte is een evenwichtige concentratie van de elektrolyten: natrium (Na),

kalium (K), chloride (Cl), calcium (Ca) en magnesium (Mg) van groot belang voor de gezondheid van dieren. Verstoring van dit evenwicht door bv. braken, diarree of uitdroging kan niet alleen voor ziekte zorgen maar zelfs levensgevaarlijk zijn.

Werden deze chemische bepalingen enkele jaren geleden nog vaak uitbesteedt aan gespecialiseerde laboratoria; tegenwoordig bezitten veel dierenklinieken zelf de apparatuur om ‘in huis’ de nodige bepalingen te kunnen uitvoeren.Vorenstaande bepalingen vormen slechts een klein deel van wat mogelijk is bij een klinisch-chemisch laboratorium.

Het Reflovet®-systeem

Een van de systemen die bij dierenklinieken in gebruik zijn, is het Reflovet-systeem, waarbij de uitvoering plaatsvindt zonder vloeibare reagentia (‘droge chemie’) d.m.v. teststroken.Bij deze methode zijn de reagentia op stroken papier gebracht en gedroogd.

23056_TB.fm Page 75 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 76: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

76 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het principe werkt als volgt. Zodra de druppel bloedvloeistof (slecht 32 µl) op de strook aangebracht is, zet deze een proces in gang:– Bij gebruik van bloed worden de erytrocyten vastgehouden en het plasma kan

diffunderen in een plasmareservoir.– Storende stoffen (zoals ascorbinezuur) worden door een ander laagje

onwerkzaam gemaakt.– Na het opbrengen schuif je de strook in de Revlovet waardoor de testzone in

het plasmareservoir ‘geduwd’ wordt en het plasma dus met de reagentia in contact komt. De reactie vindt plaats en veroorzaakt een kleurverandering die ‘gezien’ wordt door het optisch systeem van de Reflovet, door reflectie van opvallend licht te meten bij bepaalde golflengten.

Binnen drie minuten verschijnt de uitslag.Aan de onderkant van de teststrook bevindt zich een magneetstrip die de gecodeerde gegevens bevat die de Reflovet nodig heeft voor de analyse, zoals: de gevraagde bepaling, de inwerktijd, de te gebruiken golflengte, de berekeningsmethode en omrekeningsfactor.

De praktische werkwijze met de Reflovet is als volgt.1 Neem de juiste strip voor de bepaling pas uit de flacon als de Reflovet het sein

‘gereed’ heeft gegeven en sluit hierna de flacon onmiddellijk.2 Verwijder hierna de beschermlaag van de strip zonder dat deze doorbuigt.3 De Reflovet-pipet is een automatische pipet; probeer deze eerst uit. 4 Er is maar weinig bloed (plasma of serum) nodig: pipetteer dit zonder luchtbellen!5 Deponeer de druppel midden op het testvlakje en raak daarbij het vlakje niet

aan met de pipetpunt.6 Open nu binnen 15 sec. het schuifje van de Reflovet en plaats de strip met de

magneetband naar beneden op de strippengeleider.7 Schuif de strip naar binnen tot er een klik gehoord wordt en sluit het schuifje.

Fig. 5.2 Reflovet.

23056_TB.fm Page 76 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 77: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ WELKE CHEMISCHE BEPALINGEN WORDEN ER ZOAL UITGEVOERD EN WANNEER? 77

8 Als bewijs dat de Reflovet z’n opdracht goed heeft begrepen, verschijnt de naam van de gevraagde test op het display.

9 De tijd tot het zichtbaar worden van de uitslag wordt aangegeven in seconden.

Het bepalen van de progesteronspiegel met de Ovucheck Premate

De Ovucheck Premate is een semi-kwantitatieve methode om progesteron te bepalen in plasma of serum waarbij de hoeveelheid progesteron wordt aangegeven door een kleurverandering. Als je op deze wijze het progesterongehalte van een teef bepaald hebt, kan je naar aanleiding van het resultaat bepalen of de tijd ‘rijp’ is voor een dekking. Ook kan je aan de uitslag aflezen of, in geval van een zwangerschap, de tijd voor de baring is aangebroken of nog op zich laat wachten. Ten slotte kan je eventuele oorzaken van onvruchtbaarheid opsporen of bv. een zg. ‘stille loopsheid’ constateren; een loopsheid waarbij nagenoeg geen bloeding optreedt maar wel de ovulatie plaatsvindt.Je gebruikt hierbij veneus bloed dat je na stolling centrifugeert om er serum van te maken. Ook kan je heparinebloed gebruiken en het, na centrifugeren gevormde plasma gebruiken.

Het principe van de test is als volgt. Bij deze test maak je gebruik van twee verschillende antilichamen die elk met een ander deel van eenzelfde antigeen (doel-antigeen) reageren. Het eerste antilichaam (Al 1), gebonden aan een vaste ‘drager’, wordt geïncubeerd met een standaard of met het plasmamonster waarvan de antigeenconcentratie moet worden bepaald (in dit geval het progesteron).Na incubatie is het antigeen gebonden aan de drager waarop ook het Al 1 aanwezig is. Na wassen van deze drager wordt het tweede antilichaam, gemerkt met een zg. ‘enzymlabel’ (Al 2 enzym), in overmaat toegevoegd. Dit tweede antilichaam bindt op zijn beurt het nu aan de drager gebonden antigeen.Na opnieuw wassen wordt de enzymactiviteit van het, nu ook aan de drager gebonden enzym, bepaald d.m.v. een enzymatische kleurreactie waarbij de kleursterkte evenredig is met de concentratie van het antigeen.

Fig. 5.3 Ovucheck Premate.

23056_TB.fm Page 77 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 78: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

78 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Aangezien gelijk met het onbekende bloedmonster twee standaardoplossingen zijn verwerkt, kan door vergelijking met de kleurverandering van deze standaardoplossingen de concentratie van het antigeen (in dit geval het progesterongehalte) vastgesteld worden.

Bereid de test als volgt voor.– Alle ingrediënten worden bewaard bij een temperatuur tussen 2 °C en 8 °C. Bij

gebruik moeten alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn; dat neemt ongeveer 45 minuten in beslag.

– Het kleursubstraat (flacon D) moet gebruiksklaar gemaakt worden door het tablet dat zich onder de schroefdop bevindt op te lossen. Verwijder hiertoe de schroefdop van het flesje en haal hieruit het polyethyleendopje dat weggegooid kan worden. Met de punt van de schroefdop kan nu het tabletje in de flacon geduwd worden door de dop flink aan te draaien.

– Meng nu de inhoud van het flaconnetje D 15 minuten tot de tablet geheel opgelost is.

– Schrijf de datum op het etiketje; het substraat is vanaf nu 3 maanden te gebruiken. Let wel op de vervaldatum van het hele setje! Zodra een van de reagentia verlopen is, kan de kit niet langer gebruikt worden.

De praktische uitvoering is als volgt.1 Neem het benodigde aantal kuvetjes uit de verpakking (1 voor standaard A, 1

voor standaard B en 1 of 2 voor het onbekende plasmamonster) en verwijder de dekseltjes. Schenk de inhoud van de kuvetjes uit boven de gootsteen en droog ze door ze te kloppen op filtreerpapier. (De kuvetjes zijn nu gecoated met het antilichaam Al 1.)

2 Breng met steeds nieuwe pipetjes, verticaal, 1 druppel van de beide standaardoplossingen en 1 druppel van het plasmamonster in de diverse kuvetjes. (Het antigeen gaat zich nu binden aan het antilichaam.)

3 Nu worden 4 druppels conjugaat uit flesje C in ieder kuvetje gedruppeld (het tweede antilichaam met het enzymlabel) waarna minimaal 15 minuten incubatietijd volgt (maximaal, bij lagere temperatuur, 30 minuten).

4 Schenk de inhoud van de kuvetjes weer uit boven de gootsteen. Spoel ze onder de kraan met koud water en droog ze door ze te kloppen op filtreerpapier.

5 Houd flacon D verticaal en breng in elk kuvetje 4 druppels. Dek alles af en laat 15 minuten incuberen.

6 Schud de kuvetjes zachtjes om de inhoud te mengen en vergelijk de kleur van het kuvetje met het bloedmonster met de kleur van de kuvetjes met de standaardoplossingen.

Opmerking:– De vloeistof in de geleverde kuvetjes en in de flesjes A en B bevat een

conserveermiddel. Na het wassen in de gootsteen moet deze zorgvuldig en met veel water worden nagespoeld.

– Als bij het leegschenken en kloppen op het filtreerpapier dit conserveermiddel op de huid of in de ogen gekomen is, moet deze onmiddellijk onder de kraan worden afgespoeld!

23056_TB.fm Page 78 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 79: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ WELKE CHEMISCHE BEPALINGEN WORDEN ER ZOAL UITGEVOERD EN WANNEER? 79

De Snap®test voor FeLV en FIV

Leukemie (FeLV: Feline Leucaemic virus) en kattenaids (FIV: FelineImmunodefeciency-virus) zijn zeer besmettelijke virusinfecties onder katten met een vaak dodelijke afloop. Vooral ‘buitenkatten’ die vechten of katten die veel met andere katten in contact komen, lopen gevaar besmet te worden. Oplettende kattenbezitters zullen symptomen als: abcessen, beetwonden, tandvleesproblemen of gewichtsverlies opmerken en de dierenarts raadplegen.Aangezien beide ziekten veelal dezelfde symptomen vertonen, is het voor een dierenarts moeilijk de juiste diagnose te stellen. Met de Snaptest Combo Plus® kunnen nu beide infecties gelijktijdig opgespoord worden.

Het principe van de test is als volgt. Bij FIV is de kat geïnfecteerd met het FIV-virus (een antigeen) en zal antilichamen produceren tegen bepaalde eiwitonderdelen van dit virus: p24 en gp40. Met een Snaptest kunnen deze beide antilichamen aangetoond worden. De Snap Combo Plus toont daarnaast ook het antigeen FeLV (p27) aan.

Het conjugaatmengsel (flacon 1) bevat enzymgelabelde antilichamen tegen p27 FeLV en enzymgelabelde FIV-antigenen. Als dit mengsel met het proefmonster wordt gemengd, binden de gelabelde antilichamen zich met het p27 FeLV-antigeen (indien aanwezig) en de gelabelde FIV-antigenen worden gebonden aan de eventueel aanwezige FIV-antilichamen.Dit mengsel wordt in het Snaptoestel gebracht en ‘stroomt’ over de matrix met daarop de 4 vlekken: 1 positieve controlevlek, 1 negatieve controlevlek, 1 FeLV-vlek en 1 FIV-vlek.De FeLV-vlek bevat, aan de matrix gebonden, FeLV p27 antilichamen die het aanwezige p27-antigeenantistofcomplex van het conjugaatmengsel vangen. De FIV-vlek ‘vangt’ het FIV-antigeenantilichaamcomplex uit het conjugaatmengsel.Daarna wordt de ‘Snapper’ in werking gesteld waarbij de spoeloplossing die in het apparaat aanwezig is en de reagentia van het substraat vrijkomen waardoor dan de vlekken gekleurd gaan worden (enzymkleuring).

De test wordt als volgt uitgevoerd.1 Pipetteer (verticaal) uit flesje 1: 4 druppels conjugaat in het bijbehorende kuvetje.

Fig. 5.4 Snaptest.

23056_TB.fm Page 79 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 80: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

80 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

2 Voeg hieraan toe met het bijbehorende pipetje: 3 druppels (= 0,15 ml) volbloed, serum of plasma.

3 Sluit het kuvetje goed en meng het door het 3-5 X te keren.4 Plaats de ‘Snapper’ horizontaal op een rustig plekje en laat hem daar staan

gedurende het verloop van de proef.5 Schenk de inhoud van het kuvetje in de daarvoor bestemde holte.6 Wacht tot het monster in de werkingscirkel is gearriveerd (30-60 sec.) en daar

een verkleuring optreedt. (Er kan nog wat vloeistof in het ‘putje’ achterblijven).7 Zodra de kleur in de cirkel verschijnt, de activator stevig indrukken tot hij niet

meer boven het toestel uitsteekt. (Sommige monsters stromen niet binnen 60 sec. naar de cirkel waardoor deze dus niet verkleurt. In dat geval moet de activator ingedrukt worden als het monster door het resultaatvenster is gelopen.)

8 Na 10 minuten kan het resultaat afgelezen worden.

Opmerking :– De positieve controlevlek kan zich eerder gaan kleuren, maar de resultaten zijn

pas volledig na 10 minuten.– Bij een positief resultaat dienen de positieve controlevlek en de beide andere

vlekken donkerder van kleur te zijn dan de negatieve vlek. Is deze negatieve vlek donkerder of gelijk aan de kleur van de andere vlekken, dan is het resultaat van de proef ongeldig!

De hiervoor besproken Snaptest is slechts een van de toepassingen van deze methode. Andere toepassingen zijn bv. de VOAL-IGG-Snaptest die de weerstand controleert van pasgeboren veulens en de PARVO-Snaptest die het parvovirus bij honden aantoont.

5.3 Afsluiting

Afwijkingen van de normaalwaarden kunnen door chemisch bloedonderzoek worden vastgesteld ter bevestiging van de diagnose. Hoe dit chemisch bloedonderzoek in zijn werk gaat, heb je in dit hoofdstuk geleerd. Je weet welke chemische bepalingen er zoal worden uitgevoerd en hoe dit moet.

Vragen 5.1 a Wat is de functie van de trombocyten?b Bevat plasma wel of geen fibrinogeen?c Wat is het verschil in werking tussen heparine en natriumcitraat?d Welk antistollingsmiddel gebruik je bij de hematocrietbepaling?

Vragen 5.2 a Welke chemische bepaling zal een dierenarts uitvoeren bij oudere katten?b Wat versta je onder ‘droge chemie’?c Hoe worden erytrocyten van plasma gescheiden door de Reflovet?d Noem twee aanwijzingen die de Ovucheck Premate kan opleveren?e Wat is er zo bijzonder aan de Snap Combo Plus?f Wat doe je als de negatieve vlek bij de Snaptest net zo donker kleurt als de

andere vlekken?

23056_TB.fm Page 80 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 81: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FECESONDERZOEK 81

6 Fecesonderzoek

Oriëntatie

Aan de ontlasting van een dier is heel wat te zien. Sommige afwijkingen kun je met het blote oog zien, voor andere heb je een microscoop nodig. Een bekend onderzoek van feces is het onderzoek naar darmparasieten. In dit hoofdstuk leer je hoe de verschillende wormen eruit zien, zodat je ze kunt herkennen.

6.1 Fecesverteringsonderzoek

Als ontlasting zoveel water bevat dat de normale vorm en vastheid verloren zijn gegaan spreek je van diarree. Het voedsel passeert de darmen zo snel dat het onttrekken van vocht tijdens de darmpassage niet mogelijk is. De oorzaak kan vrij onschuldig zijn: verandering van voeding of sterke opwinding kunnen voor kat en hond al diarree ten gevolge hebben. De ontlasting houdt hier wel z’n normale kleur en de diarree zal na een paar dagen voorbij zijn.Een tekort aan spijsverteringsenzymen echter kan de oorzaak zijn van een aanhoudende diarree. Spijsverteringsenzymen worden o.a. door de lever en de alvleesklier geproduceerd om koolhydraten, vetten en eiwitten te splitsen zodat deze via de darmwand kunnen worden opgenomen in het bloed.Als deze enzymen onvoldoende worden aangemaakt, zullen er geheel of gedeeltelijk onverteerde voedselbestanddelen in de darmen achterblijven en vocht vasthouden. Daarnaast kan door gisting van koolhydraten winderigheid veroorzaakt worden en de rotting van eiwitten geeft een stinkende ontlasting. De aanwezigheid van vetten geeft de ontlasting een ‘vettig’ aanzien.Deze symptomen zijn voor een dierenbezitter reden genoeg om spoedig met z’n dier naar de dierenarts te gaan die naar aanleiding van deze gegevens kan besluiten een verteringsonderzoek te verrichten.

Het onderzoek op vetten

Onverteerd vet is in de ontlasting aanwezig in de vorm van vetbolletjes die als oranjerode bolletjes te zien zijn als je de feces kleurt met Sudan III. Bij aanwezigheid van veel vetten kan je ook vetzuren aantreffen. Deze zijn ingekapseld. Door het preparaat te verwarmen komen de vetzuren vrij en na afkoelen kristalliseren ze uit in de vorm van naaldvormige kristallen (vetzure naalden).

De praktische uitvoering van het onderzoek is als volgt.1 Homogeniseer de feces met een spateltje.2 Meng op een objectglaasje een speldenkop feces met een druppel Sudan III.3 Bedek het preparaat met een dekglaasje.4 Verwarm het zacht boven de spaarbrander tot er belletjes ontstaan.5 Laat het preparaat afkoelen.6 Beoordeel het preparaat microscopisch met een vergroting van 400 X.

23056_TB.fm Page 81 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 82: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

82 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Het onderzoek op zetmeel

Aanwezig zetmeel is aantoonbaar door de feces met 4%-lugol te behandelen. Het preparaat wordt verwarmd om de celmembraan stuk te maken zodat de zetmeelcel zich kan kleuren.Onverteerd zetmeel kleurt lila/paars. Halfverteerd zetmeel kleurt bruin/rood.

De praktische uitvoering van het onderzoek is als volgt.1 Homogeniseer de feces met een spateltje.2 Meng op een objectglaasje een speldenknop feces met een druppel lugol.3 Bedek het preparaat met een dekglaasje.4 Verwarm het zacht boven de spaarbrander (niet laten koken).5 Laat het preparaat afkoelen.6 Beoordeel het preparaat microscopisch met een vergroting van 400 X.

Het aantonen van spiervezels

Spiervezels kun je aantonen in een preparaat met fysiologisch zout. Ze vertonen een karakteristieke dwarsstreping en zijn meestal geel van kleur.

Fig. 6.1 Vetzure naalden.

Fig. 6.2 Geheel en gedeeltelijk

verteerd zetmeel.

23056_TB.fm Page 82 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 83: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FECESONDERZOEK OP DARMPARASIETEN 83

De praktische uitvoering verloopt als volgt.1 Homogeniseer de feces met een spateltje.2 Meng op een objectglaasje een speldenknop feces met een druppel fysiologisch

zout.3 Bedek het preparaat met een dekglaasje.4 Beoordeel het preparaat microscopisch met een vergroting van 400 X.

6.2 Fecesonderzoek op darmparasieten

Zelfs de grootst mogelijke hygiëne kan onze huisdieren (zoals kat en hond) niet beschermen tegen een worminfectie. Langs allerlei wegen kunnen ze met deze parasieten besmet worden: door de omgang met soortgenoten, door vlooien en luizen, via de aarde, het water dat ze her en der drinken of door het eten van besmet vlees, vleesafval of vis. Jonge hondjes worden vaak al tijdens de dracht door de moederhond besmet.De wormen vestigen zich in het lichaam op diverse plaatsen: in de longen, de lever, het hart, de darmen of elders en kunnen zich daar o.a. ingekapseld als cysten maandenlang in leven houden. Door middel van eieren en larven houden ze de soort in stand. Dit alles ten koste van de gastheer die hierdoor ernstig ziek kan worden, met klachten als steeds terugkerende diarree en een slechte algemene conditie.Via de ontlasting verlaten de parasieten hun gastheer. Soms als volledige wormen, soms in gedeelten. Soms als larven en vaak via eieren.Een onderzoek van de ontlasting is dan ook de aangewezen weg om de aanwezigheid van bepaalde darmparasieten vast te stellen. Je doet dan een onderzoek naar wormeieren.Vaak kan de dierenarts sneller vaststellen dat een dier besmet is met wormen, omdat ze met het blote oog zijn waar te nemen. Te denken valt aan delen van lintwormen die in de haren van hond of kat hangen, of aan pups die spoelwormen uitbraken.

Wormsoorten

In ons land komen een tien tot twintigtal verschillende wormsoorten voor. De belangrijkste wormen die bij honden en katten worden aangetroffen, zijn in twee groepen in te delen, nl.: de rondwormen of nematoden en de lintwormen of cestoden.

Fig. 6.3 Dwarsgestreept

spierweefsel.

23056_TB.fm Page 83 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 84: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

84 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Tot de ronde wormen behoren verschillende soorten: spoelwormen, zweepwormen en haakwormen; ook onder de lintwormen kan je aan aantal soorten onderscheiden.In het volgende schema wordt een overzicht gegeven van de meest voorkomende soorten.

Rondwormen

spoelwormen De bekendste wormen bij hond en kat zijn de spoelwormen. Het zijn wit tot roodgele, rolronde wormen die in het midden dikker zijn dan aan het uiteinde. Ze kunnen 5-18 cm lang worden en leven vrij in de dunne darm, waar ze zich voeden met darminhoud.Soms migreren spoelwormen naar de maag van de gastheren. Dat veroorzaakt braakneigingen, waardoor de wormen tot in de slokdarm of de keel terechtkomen en dan vaak uitgebraakt worden.

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Afmeting in cm Eindgastheer

Spoelworm Toxacara canis 5 - 18 Hond

Toxacara cati 5 - 10 Kat

Toxacaris leonina 6 - 18 Hond/kat

Zweepworm Trichuris vulpis 4 - 7 Hond

Haakworm Ancylostoma caninum 1 - 2 Hond

Ancylostoma tubaeforme 1 - 1,5 Kat

Wetenschappelijke naam Afmeting in cm Tussengastheer Eindgastheer

Taenia pisoformis 10 - 50 Haas/konijn Hond

Taenia hydatigena 70 - 500 Schaap/rund/varken Hond/kat/mens

Echynococcus granulosus 0,2 - 0,9 Zoogdieren Hond/kat

Diplydium caninum 5 - 50 Vlo/luis Hond/kat

Fig. 6.4 Spoelworm.

23056_TB.fm Page 84 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 85: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FECESONDERZOEK OP DARMPARASIETEN 85

Elk dier heeft zijn eigen soort spoelwormen.De hondenspoelworm of Toxocara canis is de belangrijkste en tevens gevaarlijkste spoelworm. De levenswijze van de Toxocara canis is erg ingewikkeld en verschilt naar gelang het gaat om jonge honden en drachtige teven.

De cyclus van Toxocara canis bij jonge honden (hond jonger dan zes maanden) is als volgt:– Wormei wordt opgenomen in de mond.– Larve komt vrij in de darm.– Larve doorboort de darmwand en trekt naar de lever.– Van de lever wordt de larve met het bloed meegevoerd naar de longen.– Vandaar komt de larve in de luchtpijp; wordt opgehoest tot in de mond en wordt

weer ingeslikt.– De larve komt opnieuw in de darm waar ze kan uitgroeien tot een volwassen

worm.

De cyclus van Toxocara canis bij oudere en volwassen honden is als volgt:– Tot in de longen als bij de jonge hond.– Via de longaders migreren ze naar de linker helft van het hart. Met de grote

bloedsomloop worden ze over allerlei organen verspreid zoals spieren, nieren, hersenen, lever en longen waar ze worden ingekapseld als cysten en maandenlang in leven kunnen blijven (zg. somatische larven).

Toxocara canis bij het moederdier:– Vrijwel elke teef heeft een hoeveelheid somatische larven, dus ingekapseld in

diverse weefsels. Meestal geen volwassen wormen in de darm.– Tijdens de bronstperiode of bij loopsheid keert een deel van deze somatische

larven terug naar de darm en wordt daar volwassen.– Een ander gedeelte van de somatische larven komt tijdens de 42ste dag van de

dracht vrij en migreert naar de darm of naar de baarmoeder en infecteert daar de nog ongeboren pups. Bij de geboorte hebben deze pups dan vaak volwassen wormen in de darmen.

Niet zelden veroorzaken spoelwormen grote schade bij jonge honden. Een zware besmetting kan de dood veroorzaken omdat een massa spoelwormen de darmen verstopt waardoor de darmen kunnen gaan scheuren. Bij verstopping van het galkanaal kan ook geelzucht ontstaan. Rondtrekkende larven kwetsen de lever en de longen en wanneer ze in de hersenen komen, kunnen allerlei zenuwstoornissen ontstaan.Het is zaak de drachtige teef en poes zowel in het begin van de drachtigheid als voor de dekking een wormkuur te geven. Met 3 tot 4 weken moeten de pups en kittens al ontwormd worden.Ook de mens kan besmet raken met larven van de Toxocara canis en van de Toxocara cati.

23056_TB.fm Page 85 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 86: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

86 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Zweepwormen Zweepwormen of Trichuri danken hun naam aan hun typische vorm als van een zweep. Het voorste deel van de worm is draadvormig terwijl het achterste deel kort en dik is. Het voorste dunne gedeelte ligt ingebed in het slijmvlies van de dikke darm of de blindedarm, terwijl het achterste gedeelte vrij hangt in de darmholte. In een enkele gastheer kunnen honderden van deze 4 tot 7 cm lange wormen voorkomen.Zweepwormeieren hebben een typische ‘citroenvorm’.

De ontwikkeling van de Trichuris vulpis verloopt als volgt:– Volwassen vrouwelijke wormen leggen hun eitjes in de darm.– Met de uitwerpselen komen deze eitjes in de buitenwereld in een onrijpe vorm.

Pas na 3 tot 4 weken zijn de eitjes buiten het lichaam rijp en besmettelijk. Besmetting van hond of kat vindt plaats door oplikken van de eitjes.

– In het maagdarmkanaal komen de larven uit de eitjes. Na enige vervellingen is de nieuwe worm na 60 tot 90 dagen volwassen.

Vooral bij jonge honden kan de zweepworm erg veel schade veroorzaken. Ze krijgen hiervan vaak een bloederige diarree. Ook treden bij langdurige infecties vermagering en bloedarmoede op. De wormeieren hebben buiten het lichaam een zeer grote weerstand, vandaar dat in niet-hygiënische kennels de besmetting van de dieren een ware plaag kan zijn.

haakwormen Haakwormen of mijnwormen zijn zeer kleine wormen die met het blote oog zeer moeilijk waarneembaar zijn. Ze leven in de dunne darm van de gastheer.Rond de mondopening hebben deze wormpjes snijdende haakjes waarmee ze kleine insnijdingen en wondjes maken in het slijmvlies van de dunne darm. Hiermee zuigen ze bloed op van hun gastheer.

Ontwikkeling van de haakworm:– Uit de wormeieren komt een larve vrij die zeer besmettelijk kan zijn.

Fig. 6.5 Zweepworm.

Fig. 6.6 Haakworm.

23056_TB.fm Page 86 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 87: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FECESONDERZOEK OP DARMPARASIETEN 87

– Hond en kat besmetten zich door het inslikken van deze larve, zodat deze in het maagdarmkanaal terechtkomt en verder uitgroeit tot een volwassen, eierleggende worm.

– Ook kunnen de besmettelijke larven rechtstreeks door de huid of door de onderzijde van de poten van een hond of een kat binnendringen. In dit geval komen ze met de bloedstroom in alle lichaamsdelen van de gastheer terecht maar vooral in de longen.

– Vanuit de longen worden ze opgehoest en vervolgens ingeslikt en zo komen ze in het maagdarmkanaal.

Het ligt voor de hand dat haakwormen zeer schadelijk kunnen zijn voor hun gastheren. Ze zuigen bloed op, ongeveer 0,12 ml per dag per worm. Een hond of een kat met bv. 100 haakwormen zal dus 12 ml bloed per dag verliezen en logischerwijs is een ernstige bloedarmoede hiervan het gevolg.Verder bloederige diarree. Vanwege het vaak voorkomen van deze infectie in kennels spreek je ook wel van ‘kennelanemie’.

LintwormenIn tegenstelling tot de ronde wormen hebben de lintwormen voor hun ontwikkeling van ei tot larve een tussengastheer nodig.

Taenia Voor de Taenia en Echinococcus granulosus kunnen verschillende zoogdieren als Echinococcus granulosus tussengastheer fungeren.

Fig. 6.7 Lintworm.

De Taenia-lintwormen hebben een duidelijk afgescheiden kop met haken en zuignappen, waarmee ze zich aan de darmwand vastzuigen. De eigenlijke worm bestaat uit een keten van segmenten of proglottiden, die achter de kop steeds verder aangroeien. De rijpe schakels achteraan vallen af en worden met de uitwerpselen naar buiten gedreven. Iedere rijpe schakel is een soort kapsel dat volgepropt zit met duizenden wormeieren.Het wormeitje uit de rijpe lintwormsegmenten bevat een embryo en voor zijn verdere ontwikkeling moet het wormei opgenomen worden door een tussengastheer, waar

23056_TB.fm Page 87 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 88: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

88 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

het uitgroeit tot het besmettelijk stadium: de blaasworm of cysticercus. Dit is een helder doorschijnend blaasje dat gevuld is met een vloeistof. Een hond of een kat besmet zich met Taeniae door het opeten van vlees of afval van organen, vooral van de lever en de ingewanden van koeien, schapen, varkens en paarden, waarin deze blaasjes voorkomen. In het maagdarmkanaal van de eindgastheer (hond, kat) ontwikkelen de blaaswormpjes zich dan tot volwassen lintwormen. Gezien de strenge vleeskeuring komt de Taenia-besmetting tegenwoordig veel minder voor dan vroeger.

Diplydium caninum Er is ook een honden- en kattenlintworm: de Diplydium caninum. Ook deze kleine lintwormpjes hebben voor hun ontwikkeling een tussengastheer nodig en in dit geval is dat voornamelijk de honden- en kattenvlo. Ook hier bevat het rijpe wormeitje een embryo en de vlooienlarve in naden van vloeren neemt dit op. In de zich ontwikkelende vlo groeit een klein blaaswormpje. Hond en kat besmetten zich later door het vangen en inslikken van een vlo en in het maagdarmkanaal van de eindgastheer groeit het blaaswormpje uit tot de volwassen lintworm.Het is duidelijk dat je vlooien bij hond en kat niet alleen moet bestrijden omdat ze het dier veel hinder bezorgen, zoals jeuk, allergie, maar ook om lintworminfecties te voorkomen.Bij zware besmetting met lintwormen worden honden en katten mager, hebben last van een slechte vertering en van diarree.

De belangrijkste soorten wormen bij hond en kat zijn nu de revue gepasseerd. Lang niet allemaal zijn ze uitvoerig beschreven. Dat is ook niet nodig; de meest voorkomende zijn behandeld. Omschrijvingen gelden zowel voor honden als katten, hoewel ieder van de beide diersoorten zijn eigen darmparasieten heeft.Deze min of meer uitvoerige beschrijvingen waren noodzakelijk om de darmparasieten bij onze huisvrienden zo goed mogelijk te kunnen diagnosticeren d.m.v. laboratoriumonderzoek.Hierna volgt nog een beschrijving van de gangbaarste laboratoriumtechnieken om met name wormeieren microscopisch te kunnen beoordelen.

Laboratoriumdiagnostiek

Voor het stellen van een diagnose van een parasitose is kwalitatief onderzoek op wormen en wormeieren meestal voldoende. Soms moet kwalitatief onderzoek nog aangevuld worden met kwantitatief onderzoek, dus het vaststellen van het aantal wormeieren per bepaalde hoeveelheid onderzoekmateriaal. In dit hoofdstuk wordt echter alleen het kwalitatief, eenvoudigste onderzoek behandeld.

FecesmonstersVoor het nemen van fecesmonsters is het belangrijk dat je zo hygiënisch mogelijk werkt, dit om jezelf, maar ook anderen te beschermen tegen infecties.In elk geval moet je over een aantal attributen beschikken, zoals: plastic handschoenen, houten spatels, verzamelpotjes, bij voorkeur van plastic met schroefdop.

Verder moet je een aantal algemene regels i.v.m. het opvangen van feces goed in acht nemen:– Als een onderzoek van feces niet meteen na afname wordt uitgevoerd, kan je

het beste het fecesmonster, goed afgesloten, in het potje in de koelkast bewaren.

23056_TB.fm Page 88 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 89: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FECESONDERZOEK OP DARMPARASIETEN 89

Dit o.a. om te voorkomen dat de eventueel aanwezige wormeieren zich verder gaan ontwikkelen tot het embryonale stadium (larvale stadium).

– Als de feces verstuurd moet worden naar een laboratorium, doe dit dan onmiddellijk na de monsterafname.

– Voorzie ieder faecesmonster van de nodige gegevens op het etiket van het potje. Belangrijke gegevens kunnen zijn: diersoort, eigenaar van het dier, datum en het uur van afname.

– Geef duidelijk aan welk onderzoek gewenst is.

Bij de afname van fecesmonsters maak je onderscheid tussen individuele monsterafname en mengmonsters.

individuelemonsterafname

Individuele monsterafname gebeurt meestal rectaal en wordt veelal door de dierenarts zelf verricht. Hiervoor gebruikt hij meestal een plastic handschoen. Zodra voldoende feces ingezameld is, wordt de handschoen binnenstebuiten gekeerd, zorgvuldig dichtgeknoopt en voorzien van de nodige gegevens naar het laboratorium gebracht. Een dergelijk rectaal verzamelen van feces gebeurt meestal alleen bij grotere dieren. Rectale monsterafname bij kleine huisdieren gebeurt vaak met de thermometer of met een staafje.Als je de eigenaar van een huisdier zelf feces van zijn dier wilt laten verzamelen, is het belangrijk dat de eigenaar duidelijke aanwijzingen hiervoor krijgt. De eigenaar doet dit verzamelen dan niet op bovenstaande wijze, maar vangt feces op via een bodem die vooraf grondig schoongemaakt is. Opvangen op een stuk schoon plastic voldoet uitstekend.

mengmonsters Met mengmonsters probeer je een idee te krijgen over de infectiegraad van een groep dieren, bv. in een stal, een kennel. Je neemt dan een of meer monsters uit de totale hoeveelheid in 24 uur geproduceerde feces van een stal.

Macroscopisch en microscopisch onderzoekVoor het kwalitatieve onderzoek dat in dit hoofdstuk behandeld wordt, wordt verder onderscheid gemaakt tussen macroscopisch en microscopisch onderzoek.

macroscopisch onderzoek Macroscopisch onderzoek van feces kan snel een oriënterende diagnose opleveren. Dit kan bv. mogelijk zijn als je volwassen wormen, segmenten van lintwormen e.d. met het blote oog kan waarnemen. Proglottiden van lintwormen worden in de feces vrij gemakkelijk herkend als ze nog bewegen. Ze kunnen nog gedeeltelijk aaneengeregen zijn.Deze proglottiden, maar ook kleinere wormsoorten, kunnen verder nog geïsoleerd worden door zeven. Hiertoe wordt de feces uitgespoeld met leidingwater op een zeef (mazengrootte 0,3 mm of kleiner).

microscopisch onderzoek Bij microscopisch onderzoek onderscheid je drie methoden:– directe methode– flottatiemethode– kleefbandmethode

23056_TB.fm Page 89 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 90: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

90 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Bij de directe methode gebruik je voorwerp- en dekglaasje. De praktische uitvoering verloopt als volgt.1 Breng midden op een voorwerpglaasje een druppel leidingwater aan.2 Hierin een ‘speldenknop’ feces aanbrengen en zodanig uitspreiden, dat je een

betrekkelijk homogeen en goed doorschijnend geheel verkrijgt. Grove delen opzij schuiven.

3 Het geheel afdekken met een dekglaasje.4 Met een vergroting van 10 X 10 het gehele preparaat systematisch onderzoeken.

Met deze uiterst eenvoudige methode is het mogelijk zowel wormeieren als zeer kleine wormen of larven aan te tonen, maar je moet daar wel de nodige ervaring in hebben. Plantencellen, luchtbellen etc. kunnen zeer storend werken. Bovendien beoordeel je maar een zeer beperkte hoeveelheid feces. Een negatief resultaat is dus zeker niet altijd betrouwbaar.

Wil je wat meer kans hebben om wormeieren in een preparaat aan te treffen, dan pas je de zg. flottatiemethode toe, waarbij de eieren uit een fecesmonster geconcentreerd worden op een enkele plaats. Dit bereik je door wat feces te mengen met een verzadigde keukenzoutoplossing (d.i. zoveel keukenzout in water oplossen, tot een verzadiging is bereikt en het niet meer oplost, maar naar de bodem zakt).De in de feces aanwezige wormeieren zijn in deze oplossing nu zo licht van gewicht, dat ze naar het oppervlak van de vloeistof stijgen. Als je nu op het oppervlak van de vloeistof een dekglaasje laat drijven, zullen de wormeieren aan de onderkant van dit glaasje vastkleven. Na enige tijd haal je het dekglaasje voorzichtig met een pincet weg, om het vervolgens op een voorwerpglaasje aan te brengen. Je hebt dan een geconcentreerd wormeierenpreparaat.

De praktische uitvoering van de flottatiemethode is als volgt.1 Een plastic zakje met feces wordt door kneden goed gemengd.2 Vervolgens een maatcilinder van ca. 150 ml vullen met een verzadigde

keukenzoutoplossing.3 Ongeveer 6 gram feces uit het zakje nemen en de inhoud van de maatcilinder

uitgieten over de feces in bv. een plastic bekertje. De feces met bv. een stokje goed vermengen met de verzadigde keukenzoutoplossing.

4 Vervolgens de fecessuspensie door een zeefje of door een trechter met wat verbandgaas teruggieten in de maatcilinder.

5 Op het oppervlak van de suspensie een dekglaasje aanbrengen zodat het blijft drijven.

6 Na een flottatie (stijgen van de eieren) van 20-30 minuten het dekglaasje met een pincet van het oppervlak afnemen en op een voorwerpglaasje leggen.

7 Beoordeel het concentratiepreparaat vervolgens microscopisch bij een vergroting van 100 X op wormeieren. (Ook oöcysten, bv. bij coccidiose van konijnen, kunnen zo met grotere trefkans worden aangetoond.)

De derde methode bij microscopisch onderzoek van feces is de kleefbandmethode.Met een doorschijnende kleefband, die tegen de anus wordt gedrukt, worden de wormeieren opgenomen, die dan rechtstreeks onder de microscoop onderzocht kunnen worden. Bij de hond pas je de kleefbandmethode wel toe als je de eieren van Trichuris vulpis (zweepwormen) wilt opsporen, die veelal rond de anus kleven. Ook kan je zo wel segmenten van lintwormen opsporen.

23056_TB.fm Page 90 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 91: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ FECESONDERZOEK OP DARMPARASIETEN 91

De praktische uitvoering is als volgt.1 Om zo weinig mogelijk verontreinigingen in het preparaat te verkrijgen, kan je

het best de dag voor de monsterafname de zone rond de anus goed reinigen.2 Plak de kleefband op de anusplooien en druk deze goed aan.3 Hierna de kleefband op een voorwerpglaasje plakken en microscopisch

onderzoeken.

Met de hiervoor beschreven methoden voor kwalitatief onderzoek kan je snel en betrekkelijk eenvoudig laboratoriumonderzoek verrichten.

Differentiatie van de wormeieren

Bij worminfecties bestaat het laboratoriumonderzoek voornamelijk uit het microscopisch beoordelen van fecespreparaten van het besmette dier. Je maakt een uitstrijkje van wat mest en onderzoekt dit preparaat op het voorkomen van wormeieren. Iedere wormsoort heeft zijn eigen typerende eistructuur, waarmee dan een diagnose bevestigd wordt.

Wormei van Toxocara canis (spoelworm bij hond) en Toxocara cati (spoelworm bij kat):– ongeveer bolvormig, soms wat langwerpig– een dikke, vrij ruwe schaal– donkerbruine tot zwarte, korrelige inhoud, die meestal volledig de eischaal vult– te onderscheiden van het ei van Toxocaris leonina, dat een gladde kleurloze

schaal heeft en een geelbruine inhoud– het wormei van Toxocara canis is wat groter dan van Toxocara cati.

Fig. 6.8 Toxocara canis en

Toxocara cati.

23056_TB.fm Page 91 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 92: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

92 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Wormei van Toxocaris leonina (spoelworm bij zowel hond als kat):– bolvormig tot licht ovaal– een gladde en kleurloze schaal– geelbruine korrelige inhoud, die het ei slechts gedeeltelijk vult– goed te onderscheiden van de andere spoelwormeieren, die een ruwe schaal

hebben en een bruine tot zwarte inhoud.

Wormei van Trichuris vulpis (zweepworm bij de hond):– citroenvormig met twee duidelijk uitstekende en doorschijnende poolproppen– een dikke schaal met een glad oppervlak– bruine, gekorrelde inhoud.

Fig. 6.9 Toxocaris leonina.

Fig. 6.10 Trichuris vulpis.

Fig. 6.11 Ancylostoma caninum en

Ancylostomatubaeforme.

23056_TB.fm Page 92 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 93: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 93

Wormei van Ancylostoma caninum (haakworm bij de hond) en Ancylostomatubaeforme (haakworm bij de kat):– een dunne, gladde schaal– een enigszins ovoïde vorm, d.w.z. stompe polen en bolle zijwanden, de inhoud

is gevuld met 2 tot 8 blastomeren (de eerste delingscellen van een bevruchte eicel).

Wormei van Taenia pisiformis, Taenia hydatigena en Echinococcus granulosus(lintwormen bij honden en katten, die gewervelde dieren (taeniasoorten) of zoogdieren (echinococcus) als tussengastheer hebben):– bolvormig– een dikke gladde schaal die radiaal gestreept is (als de spaken van een wiel)– bevat een zeshakig embryo

Wormei van Diplydium caninum (lintwormen bij hond en kat, die de vlo of de luis als tussengastheer hebben:– bolvormige eitjes, die als pakketjes in een eikapsel liggen– donkerbruin tot geelachtig– bevatten een zeshakig embryo.

6.3 Afsluiting

In ontlasting kunnen vetten, zetmeel en spiervezels zitten. De aanwezigheid hiervan zegt iets over de gezondheid van een dier. In dit hoofdstuk heb je geleerd hoe je de

Fig. 6.12 Taenia pisiformis, Taenia

hydatigena enEchinococcus granulosus.

Fig. 6.13 Dyplidium caninum.

23056_TB.fm Page 93 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 94: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

94 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

feces op deze bestanddelen kunt onderzoeken. Daarnaast heb je een aantal plaatjes gezien en kenmerken gelezen van veelvoorkomende wormen.

Vragen 6.1 a Waarom verwarm je het Sudan III-preparaat?b Waarom verwarm je het LugoI-preparaat?

Vragen 6.2 a Noem drie soorten rondwormen die dikwijls bij katten en honden voorkomen.b Hoe lang kunnen spoelwormen zijn?c Wat is een ‘somatische larve’?d Waaraan dankt de zweepworm zijn naam?e Waarom zijn haakwormen zo schadelijk voor hun gastheer?f Noem drie methoden om wormen aan te tonen.g Hoe kan je het ei van de Toxocara canis onderscheiden van het ei van de

Toxascaris leonina?h Hoe kan je het ei van een Echinococcus onderscheiden van het ei van een

Diplydium?

23056_TB.fm Page 94 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 95: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ MICROBIOLOGIE 95

7 Microbiologie

Oriëntatie

De naam zegt het al: microbiologie gaat over hele kleine organismen. Je kunt micro-organismen dan ook niet met het blote oog zien. Daar heb je een microscoop voor nodig. In een laboratorium kun je bacteriën kweken op voedingsbodems om ze goed te kunnen bestuderen en om uit te zoeken hoe onschadelijk te maken zijn. Hoe dit in zijn werk gaat, leer je in dit hoofdstuk.

7.1 Micro-organismen

Micro-organismen zijn, zoals de naam al aangeeft, uiterst kleine organismen die met het blote oog niet waarneembaar zijn.Door de uitvinding van de microscoop door Anthonie van Leeuwenhoek (1632-1723) werd het mogelijk om de grootste micro-organismen zichtbaar te maken.De lenzen van de eerste microscopen vergrootten ‘slechts’ 300 X, juist voldoende om bacteriën te kunnen onderscheiden. Pas in de 19de eeuw kwam men tot een verfijning van de microscoop waardoor de mogelijkheden voor beroemde onderzoekers als Pasteur (1822-1895), Koch (1843-1910) en veel anderen aanzienlijk toenamen. Zij hebben dan ook de grondslag gelegd voor onze hedendaagse kennis van de microbiologie.In de 20ste eeuw is naast de gewone (samengestelde) microscoop de elektronenmicroscoop ontwikkeld waarmee je een voorwerp tot 50.000 maal kan vergroten terwijl de gewone microscoop niet verder gaat dan een vergroting van 1.000 maal.

Welke grootte hebben nu deze micro-organismen en hoe geef je hun grootte aan?Je spreekt hier van maten als: 1 micron = een duizendste millimeter en 1 millimicron = een duizendste micron.Zo heeft een bepaalde bacterie, de streptokok, een grootte van ca. 1 micron. Het uiterst kleine poliovirus meet 15 tot 30 millimicron en is zichtbaar te maken via de elektronenmicroscoop.

In de veterinaire geneeskunde interesseren we ons natuurlijk vooral voor de ziekteverwekkende of pathogene micro-organismen.Alvorens je je daarin gaat verdiepen, is het noodzakelijk te weten dat een globale indeling de micro-organismen indeelt in een aantal die behoren tot het plantenrijk zoals: de bacteriën en de schimmels. Andere micro-organismen behoren tot het dierenrijk, zoals de eencellige diertjes of protozoën. Virussen zijn moeilijk onder te brengen in het planten- of dierenrijk; zij vormen een aparte groep.

23056_TB.fm Page 95 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 96: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

96 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

7.2 Indeling

Je kunt micro-organismen indelen in een groep die tot het plantenrijk behoort, een groep die tot het dierenrijk behoort en een groep die noch tot het dierenrijk, noch tot het plantenrijk behoort.

Micro-organismen die tot het plantenrijk behoren

Micro-organismen die tot het plantenrijk behoren zijn bacteriën en schimmels.

BacteriënBacteriën zijn naar vorm in te delen.

kokken Kokken: ronde bolvormige bacteriën die zich na deling op verschillende manieren rangschikken op grond waarvan je ze onderverdeelt in:– diplokokken: die paarsgewijs gerangschikt zijn– streptokokken: die in kettinkjes gerangschikt zijn– stafylokokken: die in zg. druiventrosjes gerangschikt zijn.

Enkele voorbeelden van kokken zijn:– gonokokken: veroorzaken de geslachtziekte gonorroe– meningokokken: veroorzaken nekkramp– pneumokokken: veroorzaken longontsteking– de pyogene streptokok die talrijke ontstekingen kan veroorzaken– de viridans streptokokken die als commensaal leven op slijmvliezen en huid.

(Commensalen zijn bacteriën die als gast leven op een gastheer zonder deze te schaden. Ze worden pathogeen bij verminderde weerstand van de gastheer.)

– de enterokokken zijn streptokokken die als commensaal in de ingewanden leven en bij verminderde weerstand een darmontsteking (enteritis) kunnen veroorzaken

– de staphylococcus aureus: een stafylokok die normaal als commensaal op de huid, de slijmvliezen of in de keel wordt aangetroffen maar die bij verminderde weerstand de veroorzaker is van veel soorten huidinfecties. Tegenwoordig is de bacterie vooral berucht om het feit dat hij resistent (ongevoelig) is geworden voor veel antibiotica. (MRSA= Meticilline Resistant Staphylococcus Aureus.)

staven Staven: Staafvormige bacteriën, ook wel bacillen genoemd. Soms kort en dik, soms lang en dun met meestal afgeronde of wat opgezwollen uiteinden.

Enkele voorbeelden zijn:– colibacil: een commensale darmbewoner die nuttig is bij de vertering van

voedselresten maar die tegelijkertijd de veroorzaker kan zijn van darminfecties en urineweginfecties

– tuberkelbacil: de veroorzaker van tuberculose– tetanusbacil: kan nekkramp veroorzaken en ‘klem’ in de kaken.

vibrionen Vibrionen of spirillen: spiraalvormige of kommavormige bacterie.spirillen Een voorbeeld is de cholerabacterie die cholera veroorzaakt.

23056_TB.fm Page 96 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 97: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ INDELING 97

spirocheten Spirocheten: een dunne bacterie die opgewonden is als een kurkentrekker en ook zulke kurkentrekkerachtige bewegingen maakt.Een voorbeeld van een spirocheet is de verwekker van de ziekte van Weil.

Bacteriën kun je, naast naar vorm, ook naar zuurstofbehoefte onderverdelen:– aërobe bacteriën, die zuurstof nodig hebben om zich te kunnen

vermenigvuldigen.– anaërobe bacteriën, die zich niet kunnen vermenigvuldigen bij de aanwezigheid

van zuurstof. Voor hen is zuurstof dus giftig.

De meeste pathogene bacteriën zijn aëroob; een uitzondering hierop is o.a. de Tetanusbacil, die dus anaëroob is.

Bacteriën vermenigvuldigen zich door binaire deling, d.w.z. uit een enkele bacterie ontstaan er twee. En dit gebeurt dan door dwarsdeling. Sommige bacteriën vormen sporen. Sporen zijn restoverblijfselen van bacteriën die gedood zijn. Onder gunstige omstandigheden kunnen deze sporen weer tot ontwikkeling komen en ontstaat weer een nieuwe bacterie. Een bekend voorbeeld hiervan is de miltvuurbacil. Als deze bacil gedood is, kunnen toch jaren daarna uit de sporen weer nieuwe miltvuurbacillen ontstaan.

Als een dier geneest van een bacteriële of virale infectie, heeft het vaak tegen zo’n infectieus ziektebeeld een zekere weerstand opgebouwd. Je zegt dan dat dit dier

immuun immuun is geworden voor dit ziektebeeld.Als zo’n ziekte overwonnen wordt, heeft de patiënt antistoffen gevormd tegen een bepaalde soort bacteriën of virussen. Deze antistoffen circuleren dan voor een groot gedeelte in het bloed. In dit verband noem je de ziektekiemen nu de antigenen.Je kan dus zeggen dat een dier ziek kan worden door het binnendringen van antigenen (bacteriën met hun toxinen of virussen) en dat het bij gunstig doorstaan van zo’n infectie antistoffen heeft gevormd, d.w.z. immuniteit heeft opgebouwd.Het begrip immuniteit kan je weer onderverdelen in twee soorten immuniteit, nl. actieve immuniteit en passieve immuniteit.Je spreekt van actieve immuniteit als het dier zelf de antistoffen tegen een antigeen heeft opgebouwd d.m.v. het doorstaan van de infectieziekte. Van passieve immuniteitspreek je als een ziek dier bepaalde antistoffen toegediend krijgt en zodoende immuun wordt voor een bepaalde infectie.Het is mogelijk om een dier te vaccineren tegen een infectieziekte d.m.v. een vaccin. Je geeft dan het gezonde dier het antigeen in verzwakte of gedode vorm.Ter illustratie hiervan een voorbeeld.Hondenziekte of ziekte van Carré wordt veroorzaakt door een virus. Tegen hondenziekte kunnen honden ingeënt of gevaccineerd worden met een levend virus dat bij het kweken zodanig verzwakt is, dat het de dieren niet meer ziek kan maken, maar nog zeer goed in staat is om in het lichaam van een gezond dier antistoffen op te wekken.Het spreekt voor zich dat een dier bij vaccinatie gezond moet zijn en in een goede conditie.

23056_TB.fm Page 97 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 98: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

98 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

SchimmelsDe mycologie is de kennis van de schimmels en schimmelinfecties. Schimmelinfecties zijn in de veterinaire praktijk niet zeldzaam, met name die schimmelinfecties die gepaard gaan met aantasting van de huid en de slijmvliezen.Schimmels zijn micro-organismen die zich voeden met organische stoffen die onttrokken worden aan levende of dode organismen. De meeste soorten ontwikkelen zich snel bij hoge luchtvochtigheid en bij temperaturen tussen 20 en 30 °C.De grondstructuur van een schimmel is meestal een ‘zwamvlok’ (mycelium), die opgebouwd is uit fijne kleurloze draden (hyfen). De voortplanting van schimmels is veelvormig. De cellen die bij sommige soorten zorgen voor ongeslachtelijke voortplanting, worden “sporen” genoemd.Laboratoriumonderzoek richt zich hoofdzakelijk op microscopisch onderzoek van pathologisch materiaal en van schimmelculturen van een voedingsbodem.Bij hond en kat veroorzaken schimmels voornamelijk huidaandoeningen zoals haaruitval, korsten of schubben en vaak ringvormige kale plekken, die meestal gepaard gaan met een hevige jeuk. Sommige schimmels echter zijn zeer nuttig voor mens en dier. Denk maar aan het antibioticum penicilline.

Micro-organismen die tot het dierenrijk behoren

Protozoa zijn micro-organismen die tot het dierenrijk behoren. Het zijn eencellige diertjes die, hoewel ze vele malen groter zijn dan bacteriën, ook tot de micro-organismen gerekend worden. Bij kleine huisdieren zijn de belangrijkste protozoa:– de trichomonas (verwekkers van “het geel” bij duiven)– de coccidiën (verwekkers van coccidiose bij o.a. konijnen en vogels) en– de toxoplasma gondii (veroorzaakt het ziektebeeld toxoplasmose bij veel

diersoorten en ook bij de mens).

Fig. 7.1 Een schimmelcultuur.

23056_TB.fm Page 98 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 99: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ KUNSTMATIGE VOEDINGSBODEMS 99

Micro-organismen die noch tot het planten-, noch tot het dierenrijk behoren

Tot slot zijn virussen micro-organismen die noch tot het plantenrijk, noch tot het dierenrijk behoren. Virussen kunnen zich alleen vermeerderen ten koste van levende cellen. Als ze in een laboratorium gekweekt moeten worden, is het onmogelijk om een virus te laten groeien op de voedingsbodems zoals je die voor bacteriën hebt leren kennen. Deze voedingsbodems bestaan immers uit dode stoffen. Wel kan je in-vitro levende cellen kweken in een daarvoor geschikt medium en vervolgens op deze levende cellen een bepaald virus kweken.In de praktijk worden virussen vaak gekweekt op bebroede kippeneieren. Door de schaal van de eieren wordt een klein gaatje geboord, zodanig dat een klein stukje van het vruchtvlies vrijkomt. Hierop wordt dan het virus geënt en het gaatje in de schaal wordt dan afgedicht met wat paraffine. De eieren gaan dan nog enige dagen in de broedmachine, zodat het virus zich op de levende cellen van het vruchtvlies kan vermenigvuldigen. Hierna worden de vliezen verzameld en beschikt men dus over een grote hoeveelheid van een bepaald virus. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld het hondenziektevaccin bereid.

7.3 Kunstmatige voedingsbodems

De pathogene bacteriën die leven en zich vermenigvuldigen ten koste van dieren, voelen zich kennelijk thuis op weefsels en in lichaamsvloeistoffen van dieren.Wil je echter in een laboratorium deze pathogene bacteriën in vitro (buiten het lichaam) laten groeien, dan is dit mogelijk op kunstmatige voedingsbodems. Deze voedingsbodems bevatten allerlei stoffen die gunstig zijn voor bepaalde bacteriën om tot ontwikkeling te komen. Uiteraard moet dan ook weer groei plaatsvinden onder condities van een gunstige temperatuur, zuurgraad en wel of geen zuurstof.Kweken van bacteriën in een laboratorium kan noodzakelijk zijn om ze goed te kunnen bestuderen en om uit te zoeken hoe je ze voor het dier onschadelijk kan maken. Je hebt dan de mogelijkheid om ze microscopisch te beoordelen en ze op basis van typerende eigenschappen als vorm, groeiwijze te identificeren. Uiteraard met het doel

Fig. 7.2 Trichomonas.

23056_TB.fm Page 99 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 100: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

100 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

het ziektebeeld van een patiënt te kunnen diagnosticeren. Ook is er vaak een tweede doel, nl. het vaststellen van een therapie.Op een kunstmatige voedingsbodem heeft men een goede gelegenheid om na te gaan of na toevoeging van bepaalde medicamenten (meestal antibiotica zoals penicilline) de bacteriën hierop nog willen groeien (resistentietest). Worden ze door toevoeging van antibiotica geremd in hun groei, dan betekent dat dat je zo’n antibioticum ook aan het zieke dier kunt geven om het te genezen.

Er zijn verschillende soorten kunstmatige voedingsbodems. Je maakt gebruik van vloeibare

voedingsbodemsvloeibare en vaste voedingsbodems. De vloeibare voedingsbodems zijn uitsluitend

vaste voedingsbodems geschikt voor het vermeerderen van bacteriën; de vaste voedingsbodems lenen zich bovendien voor het isoleren en het in zuivere cultuur brengen van stammen van bacteriën.Een voorbeeld van een vloeibare voedingsbodem is vleesbouillon. Als bouillon bij een hoge temperatuur wordt verhit, wordt deze steriel en kan dan vervolgens in steriele kweekbuizen worden gegoten. Deze buizen worden afgesloten met een steriele wattenprop (zie figuur 7.3).Een voorbeeld van een vaste voedingsbodem is agarose. Dit is een poederachtige stof, die vermengd met water bij een bepaalde temperatuur vloeibaar is, maar bij afkoeling tot ca. 50 °C een vaste, gelatineachtige vorm aanneemt. In de vloeibare fase worden aan deze voedingsbodem groeibevorderende stoffen toegevoegd. Is dit bijvoorbeeld bouillon, dan spreek je van bouillonagar.

Deze voedingsbodems kunnen in hun vloeibare fase bij hogere temperatuur worden gegoten in kweekbuizen, die schuin worden neergelegd om de vloeibare agarose te laten stollen. Je verkrijgt dan de zg. “schuine buizen” met een groot oppervlak om hierop bacteriën te laten groeien.

Fig. 7.3 Buis met vloeibare

voedingsbodem,afgesloten met een

wattenprop.

23056_TB.fm Page 100 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 101: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ KUNSTMATIGE VOEDINGSBODEMS 101

Ook kan je de agarose gieten in zg. petrischalen. Dit zijn ronde schaaltjes van glas of kunststof, die afgesloten kunnen worden met een deksel.

Fig. 7.4 Deze buis wordt een

‘schuine buis’ genoemd,omdat de buis een vaste

voedingsbodem inschuine stand heeft voor

een zo groot mogelijkentoppervlak.

Fig. 7.5 ‘Schuine buis’: beënt.

23056_TB.fm Page 101 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 102: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

102 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Fig. 7.6 Petrischaal met vaste voedingsbodem.

Voor de diagnostiek of voor het conserveren van bacteriën gebruik je in een bacteriologisch laboratorium de volgende vaste/vloeibare voedingsbodems:– Algemene voedingsbodems– Verrijkte voedingsbodems– Speciale voedingsbodems– Selectieve voedingsbodems– Determinerende voedingsbodems

algemenevoedingsbodems

De algemene voedingsbodems zijn geschikt voor het kweken van vrijwel alle pathogene bacteriën, maar je kan er niet diagnostisch mee werken. Zij worden gebruikt om bacteriën zo lang mogelijk in een goede conditie te houden, om ze later te kunnen overenten op diagnostische voedingsbodems. Bijvoorbeeld een keeluitstrijk kan je eerst enten op een algemene voedingsbodem. Deze wordt dan verzonden naar het bacteriologisch laboratorium en hier gaat men er verder mee werken.Voorbeelden zijn vleesbouillon (vloeibaar) en bouillonagar (vast).

verrijkte voedingsbodems De verrijkte voedingsbodems zijn door toevoeging van groeibevorderende stoffen geschikt gemaakt voor veeleisende bacteriën. Een bekend voorbeeld hiervan is bloedagar (dus agarose waaraan bloed is toegevoegd).

speciale voedingsbodems Speciale voedingsbodems zijn door een bijzondere samenstelling geschikt gemaakt voor een enkele speciale groep van bacteriën. Bijvoorbeeld alle grampositieve bacteriën groeien er goed op en de gramnegatieve bacteriën niet. Je noemt bacteriën grampositief als ze bij de kleuring volgens Gram violet kleuren, terwijl de gramnegatieve bacteriën (roze)rood kleuren.Verderop in dit hoofdstuk wordt de gramkleuring nog beschreven.Met deze speciale voedingsbodems kan je dus al enigszins diagnostisch werken. Bijvoorbeeld: vrijwel alle urineweginfecties worden veroorzaakt door gramnegatieve bacteriën.

selectievevoedingsbodems

Zoals de naam al aangeeft, kan je door enten op selectieve voedingsbodems uiterst selectief te werk gaan. Als je bijvoorbeeld de spirocheten, die de ziekte van Weil veroorzaken, wil kweken, is daar een selectieve voedingsbodem voor. Alle andere bacteriën groeien hierop niet. Je verkrijgt zo een zg. “reinkweek“.

23056_TB.fm Page 102 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 103: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ LABORATORIUMBENODIGDHEDEN 103

determinerendevoedingsbodems

Met determinerende voedingsbodems kan je tot slot een bepaalde eigenschap van bacteriën onderzoeken, bijvoorbeeld de vorming van zuur uit suikers of een bepaalde kleuromslag door specifieke chemische reacties.

7.4 Laboratoriumbenodigdheden

Om de veroorzaker van een infectie op te sporen kan je een bacteriologisch onderzoek verrichten. Voor zo’n onderzoek zijn speciale attributen en technieken gebruikelijk.Op figuur 7.7 zie je een aantal van deze onmisbare voorwerpen.

gasbrander Een gasbrander: Het is voortdurend nodig om besmet materiaal uit te gloeien in een vlam om bacteriën en andere micro-organismen te kunnen doden en dus onschadelijk te maken.

entnaald Een entnaald of öse. Dat is een lus van platina draad waarmee je kleine hoeveelheden öse onderzoekmateriaal voor bacteriologisch onderzoek kan overbrengen op bijvoorbeeld

een voorwerpglaasje of een voedingsbodem. Het voordeel van zo’n platina lus is, dat platina gemakkelijk uitgegloeid kan worden in een vlam; het materiaal gloeit snel en is ook weer snel afgekoeld. Voordat je een “lusje” besmet onderzoekmateriaal overbrengt op bijvoorbeeld een glaasje, wordt zo’n öse eerst in een vlam uitgegloeid

Fig. 7.7

23056_TB.fm Page 103 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 104: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

104 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

en laat je hem afkoelen (zonder dat de nu steriele öse iets aanraakt). Na het overbrengen van het (besmette) materiaal wordt de öse nogmaals uitgegloeid.

voorwerpglaasjes Schone en vetvrije voorwerpglaasjes: Schone voorwerpglaasjes worden bewaard in alcohol 96% of in spiritus, waardoor ze vetvrij worden. Het beste kan je wat alcohol of spiritus in een glazen pot met deksel (alcohol verdampt snel) doen en daarin de glaasjes oppakken met bijvoorbeeld een pincet en goed drogen met een schoon doekje. Zo’n doekje ligt opgevouwen op de deksel van het potje, dus altijd bij de hand.Let hierbij goed op de brander! Plaats de brander ver weg van de pot met alcohol of spiritus, om brand te voorkomen.

pincet Een pincet en een schaar: Handig en nodig bij dit soort werk. Zorg dat dit soort schaar eenvoudige instrumenten altijd voorhanden is. Ze zijn eveneens uit te gloeien.

microscoop Een microscoop: deze wordt hier niet uitgebreid besproken.

broedstoof Een broedstoof: Een kastje, meestal voorzien van een dubbele deur: eerst een glazen deur (je kan dan naar resultaten van kweken kijken zonder dat je de kweektemperatuur van 37 °C laat dalen door het openen van de deur) en dan een afsluitdeur. In zo’n broedstoof plaats je de beënte voedingsbodems om de bacteriën te laten groeien, meestal 12 of 24 uur. Een broedstoof is uiteraard voorzien van een elektrisch verwarmingselement, een thermostaat (waardoor de temperatuur constant op 37 °C blijft) en een (aan de buitenkant af te lezen) thermometer ter controle van de temperatuur.

vloeibaar desinfectans Een vloeibaar desinfectans: Ten eerste om bijvoorbeeld een tafel die besmet is geraakt te kunnen desinfecteren. Verder moet er altijd een glazen cilinder, gevuld met een (verdund) desinfectans klaarstaan om daarin vooral besmet glaswerk als pipetten e.d. te kunnen plaatsen.

pedaalemmer Een pedaalemmer met daarin een plastic afvalzak of een speciale afvalcontainer. Besmet materiaal kan daar veilig in om later verbrand te kunnen worden.

wasbak Een wasbak, desinfecterende zeep en wegwerphanddoekjes zijn onmisbare attributen bij bacteriologisch werk.

Fig. 7.8 Broedstoof.

23056_TB.fm Page 104 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 105: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ LABORATORIUMTECHNIEKEN 105

voedingsbodems Voedingsbodems.

kleurstoffen Kleurstoffen en een kleurbakje voor het kleuren van preparatenkleurbakje Materiaal van een infectie, bv. pus, wondvocht, urine, feces, wordt in een steriel buisje

of potje (afgesloten) opgevangen. Moet infectieus materiaal naar een laboratorium verzonden worden dan moet dat zeer zorgvuldig gebeuren.Ook op het aanvraagformulier moet je van alles vermelden, zoals: de aard van het materiaal, de datum van afname en eventueel (bij urine) de wijze waarop het afgenomen is.Verder de diersoort, de leeftijd van het dier en de naam en het adres van de eigenaar. Ook de naam van de aanvragend dierenarts is van belang en ten slotte de ziekteverschijnselen en de eventuele behandeling tot dan toe.Als je vermoedt dat het materiaal pathogeen is, moet dat natuurlijk ook vermeld worden; het laboratoriumpersoneel kan dan tijdig (d.w.z. voor het uitpakken van het monster) de juiste maatregelen treffen.Het zal duidelijk zijn dat ook (en juist) dit materiaal zo spoedig mogelijk na afname goed verpakt verzonden moet worden.

7.5 Laboratoriumtechnieken

In deze paragraaf leer je hoe je een voedingsbodem moet enten en een preparaat kan fixeren.

Het enten van een voedingsbodem

Vaak gebruik je een steriel wattenstokje om bv. pus of ander onderzoekmateriaal te verzamelen. Zo’n steriel wattenstokje zit bevestigd aan de stop van een steriele buis en kan daar na het opvangen van het materiaal weer in terug. Je kan dan m.b.v. zo’n wattenstokje rechtstreeks enten op een voedingsbodem.

23056_TB.fm Page 105 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 106: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

106 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Heel weinig van dergelijk materiaal wordt nu gebruikt voor enting op een voedingsbodem. Je hebt bijvoorbeeld maar een enkel öse-“lusje” urine nodig om een hele voedingsbodem te enten.Het enten op een vaste voedingsbodem gebeurt door een “lusje” materiaal uit te strijken over een zo groot mogelijk oppervlak en in een vloeibare voedingsbodem door eenvoudig een “lusje” materiaal in de vloeibare voedingsbodem te dompelen.

Fig. 7.9 Steriele buis met

wattenstokje.

Fig. 7.10 Enten van een petrischaal

met vastevoedingsbodem.

23056_TB.fm Page 106 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 107: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ LABORATORIUMTECHNIEKEN 107

Denk vooral na enting aan het uitgloeien van de öse en het flamberen van het buisje, potje, flesje etc. alvorens deze worden afgesloten.

flamberen Sta nog even stil bij het zg. flamberen (door de top van een vlam halen) van o.a. de hals van een steriel flesje. Bij de öse heb je al gezien dat je deze voor en na iedere handeling door de top van een vlam moet halen.Als je, voor welke behandeling dan ook, de wattenprop van een buis moet halen (of het deksel of de stop van een potje of flesje), moet je je realiseren dat niet-steriele lucht in de buis kan komen en zo het entmateriaal kan verontreinigen. Het is daarom de gewoonte dat bij het openen van een buis altijd de bovenrand door de top van een vlam wordt gehaald, zowel bij het openen als bij het weer sluiten.Je neemt de stop of de wattenprop tussen de pink en de palm van de rechterhand waardoor je met de linkerhand in de gelegenheid is het buisje of flesje door de vlam te halen. Zodra dit klaar is, draai je met de linkerhand de stop of de prop weer op z’n plaats.

kweken Het kweken van bacteriën bij 37 °C in een broedstoof en het maken van een preparaat.De beënte voedingsbodems worden geplaatst in een broedstoof bij 37 °C. Na 12 tot 24 uur (soms eerder) ontstaan nu op een vaste voedingsbodem zg. kolonies van bacteriën, waarbij iedere kolonie is ontstaan uit een enkele bacterie. Iedere bacteriesoort heeft zijn eigen typische kolonievorm: sommige kolonies zijn rond, glad en slijmerig, andere zijn juist weer minder rond, ruw en droog. Ook verschillende kleuren kunnen worden aangetroffen.Wil je naast elkaar liggende kolonies verkrijgen, dan is het zaak om niet te “dik” te enten.

Fig. 7.11 Uitgloeien van een öse.

23056_TB.fm Page 107 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 108: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

108 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Als je een kolonie microscopisch wilt onderzoeken, pik je de kolonie met een öse van de voedingsbodem af, strijk je deze met dezelfde öse uit over een gedeelte van een voorwerpglaasje om vervolgens dit microscopisch onderzoekmateriaal te fixeren (vasthechten aan het glaasje).

Het fixeren van het preparaat

Dit bereik je door het glaasje met een pincet langzaam 3 keer door de vlam te halen (flamberen).De eiwitten waaruit de bacterie bestaat, worden tijdens het fixeren gedenatureerd waardoor de bacterie haar pathogene eigenschappen verliest (zij is dood) en de kleurstoffen beter opneemt.Bovendien zit het materiaal nu goed vastgehecht aan het glaasje en dat is nodig omdat het anders tijdens de kleuring weggespoeld zou kunnen worden.

Enkelvoudige kleuringBij het kleuren van bacteriën gebruik je soms een enkele kleurstof, bv. de kleuring met methyleenblauw. Je spreekt hier van een enkelvoudige kleuring. Bij deze kleuring zie je dat bepaalde celdelen meer of minder intensief gekleurd zijn (licht of donker).

Samengestelde kleuringGebruik je meer kleurstoffen, dan spreek je van een samengestelde kleuring. Een voorbeeld hiervan is de kleuring volgens Gram.Bij deze kleuring wordt een preparaat gekleurd met een bepaalde kleurstof waarna je een oplosmiddel voor deze kleurstof op het preparaat laat inwerken. Sommige delen van de cel worden nu ontkleurd; andere delen, die de kleurstof beter vasthouden, worden niet ontkleurd. Vervolgens wordt het preparaat met een andere kleurstof nagekleurd.

De praktische uitvoering van methyleenblauwkleuring verloopt als volgt:1 Leg het preparaat op een kleurrekje en bedek het geheel met 1%-

methyleenblauw.2 Laat gedurende 3 minuten inwerken.

Fig. 7.12 Kleurbak met preparaat

bedekt metmethyleenblauw en een

al gekleurd preparaat.

23056_TB.fm Page 108 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 109: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 109

3 Neem het preparaat op met een pincet en spoel het voorzichtig af met water (uit de spuitfles).

4 Laat het drogen aan de lucht, door het schuin te plaatsen op een tissue.

De gramkleuring voer je als volgt uit:1 Leg het preparaat op een kleurrekje en bedek het met een gefiltreerde

kristalvioletoplossing.2 Laat 1 minuut inwerken.3 Schenk de kristalviolet af.4 Bedek het preparaat met een lugoloplossing.5 Laat 1 minuut inwerken.6 Schenk de lugol af en spoel het preparaat in een bekerglas met 96%-alcohol tot

er geen kleurstof meer wordt afgegeven.7 Spoel het preparaat nu voorzichtig af met water (uit de spuitfles).8 Bedek het preparaat ten slotte met een fuchsine-oplossing.9 Laat 1 minuut inwerken.10 Spoel weer voorzichtig af met water (uit de spuitfles).11 Laat het preparaat aan de lucht drogen, door het schuin te plaatsen op een tissue.

Na de kleuring kan je de preparaten onder de microscoop beoordelen met de olie-immersielens en een druppeltje immersieolie.De methyleenblauwkleuring toont ons de verschillende vormen: streptokokken, stafylokokken, staafjes etc.Bij de gramkleuring noem je de bacteriën die door alcohol ontkleurd zijn en door de fuchsine (roze)rood gekleurd zijn: gramnegatief. De bacteriën die de oorspronkelijke violette kleur van het kristalviolet-lugolmengsel behouden hebben (en dus de ontkleurende werking van de alcohol hebben weerstaan), noem je grampositief.Enkele voorbeelden zijn hierna aangegeven.

7.6 Afsluiting

In dit hoofdstuk is allereerst de indeling van micro-organismen aan de orde gekomen: sommige behoren tot het plantenrijk, andere tot het dierenrijk. Virussen behoren noch tot het dieren-, noch tot het plantenrijk. Hoe je bacteriën voor onderzoek kunt kweken en welke voedingsbodems je daarvoor gebruikt, heb je in dit hoofdstuk kunnen lezen.

Vragen 7.1 a Hoe groot of hoe klein is 1 micron?b Welke micro-organismen reken je tot het plantenrijk?

Grampositieve bacteriën (violet) Gramnegatieve bacteriën (roze-rood)

Stafylokokken (o.a. huidinfecties)

Pneumokokken (o.a. longontsteking) Gonokokken (o.a. gonorrhoe)

Streptokokken (o.a. urineweginfecties) Meningokokken (o.a. nekkramp)

Tuberkelbacil (tuberculose) E. Coli (urineweginfecties)

23056_TB.fm Page 109 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 110: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

110 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Vragen 7.2 a Wat betekent aëroob?b Wat is het verschil in spoorvorming tussen bacteriën en schimmels?c Wat zijn antigenen?d Wat is het verschil tussen actieve en passieve immunisatie?e Wat is vaccineren?

Vragen 7.3 a Wat is agarose?

Vragen 7.4 a Wat bereik je met fixeren?b Welke kleur nemen gramnegatieve bacteriën aan bij de gramkleuring?

23056_TB.fm Page 110 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 111: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ ONDERZOEK VAN HUID, HAAR EN NAGELS 111

8 Onderzoek van huid, haar en nagels

Oriëntatie

Huidproblemen bij dieren kunnen verschillende oorzaken hebben, de gevolgen zijn meestal hardnekkige huiduitslag en jeuk. Belangrijke veroorzakers zijn bv. schimmels, protozoa en huidparasieten. Ook kunnen de problemen het gevolg zijn van een bacteriële infectie of een voedsel- of vlooienallergie.

8.1 Schimmels/dermatofyten

De schimmels die bij hond en kat maar ook bij paarden en knaagdieren infecties dermatofyten kunnen veroorzaken, behoren vnl. tot de zg. dermatofyten. Deze dermatofyten

gebruiken keratine, de hoornstof van huid, haren, nagels en klauwen voor hun groei. De ontstekingen die ze veroorzaken (dermatofytosen) ontstaan dan ook op die plaatsen.De schimmel is niet altijd pathogeen maar als z’n gastheer om welke reden dan ook een verlaagde huidweerstand heeft, neemt hij z’n kans waar en dringt haarfollikels en epidermis binnen. Als er een ontsteking ontstaat raken, de uitgegroeide haren verzwakt en breken af. In de opperhuid zijn de uiterlijke verschijnselen afhankelijk van de hevigheid van de infectie. Soms zijn er in het geheel geen verschijnselen waarneembaar en is er aan het geïnfecteerde dier niets te merken. Soms blijkt de ontsteking veel ernstiger en ziet het besmette dier er zelfs ‘beschimmeld’ uit.

Vaak blijkt ook de ontsteking schadelijk voor de parasiet zelf waardoor hij ‘uitwijkt’ ringworm naar de gezonde huid. Hierdoor ontstaat dan het bekende beeld ‘ringworm’.

Binnen de ring is de huid weer genezen. Met wormen heeft deze schimmelaandoening niets te maken.Vooral Siamese en Perzische katten hebben nogal eens te lijden van deze huidaandoening die bovendien een hardnekkige jeuk tot gevolg heeft.De belangrijkste veroorzaker (90%) van deze dermatofytosen is de Microsporum canis die bovendien uiterst besmettelijk is, ook voor de mens.

Afnemen en verzenden van een monster

Dermatofyten groeien in de haren of op de huid en onder de nagels en klauwen en verplaatsen zich naar gezonde delen van de huid.Een monster moet dus haar bevatten die aan de rand van ziek en gezond huidweefsel groeien. Ze moeten worden uitgetrokken en niet worden afgeknipt. Als er korstjes gevormd zijn, kunnen ook korstdeeltjes worden afgenomen en onderzocht.Als er weinig of niets te zien is, kan materiaal worden verzameld door de verdachte plek met een nieuwe, steriele, zachte tandenborstel gedurende 1 minuut te borstelen.Aangetaste nagels en klauwen moet ook vaak diep weggeknipt of weggesneden worden, zo dicht mogelijk grenzend aan het gezonde weefsel.

23056_TB.fm Page 111 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 112: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

112 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Is voor het materiaal een speciaal laboratoriumonderzoek vereist, dan vooral geen plastic zakje gebruiken (statisch), maar het monster in een papieren enveloppe opvangen en bewaren.

Vochtige monsters zoals etter en oorsmeer, worden zo steriel mogelijk verzameld in steriele buizen. Deze monsters moeten snel worden onderzocht.Omdat de schimmel en (aanwezige) bacteriën zich in een vochtig milieu en bij kamertemperatuur goed kunnen ontwikkelen, is het noodzakelijk de monsters bij 4 °C(in de koelkast) te bewaren. Invriezen is in dit geval niet toegestaan!

Het aanvraagformulier moet de juiste gegevens van het dier vermelden, zoals: naam en aard van het dier, geslacht en leeftijd, datum en plaats van de monsterafname en ook de aard van het letsel. Daarnaast de gegevens van de eigenaar en van de al ingestelde behandeling. En uiteraard een correcte omschrijving van het aangevraagde onderzoek.Het aanvraagformulier moet, gescheiden van het monster, in een verpakking naar het laboratorium worden gebracht of verzonden.

Onderzoek door fluorescentie

lamp van Wood De speciale lamp van Wood is een belangrijk hulpmiddel om de schimmelinfectie Microsporie bij honden en katten te diagnosticeren. Geïnfecteerde plaatsen op de huid en in de haren fluoresceren groen onder ultraviolet licht.Bij paarden wordt de ringworm door stammen van Microsporum equinem veroorzaakt. Die fluoresceren niet in ultraviolet licht. Hierbij is de lamp van Wood dus geen optie en ben je op laboratoriumonderzoek aangewezen.

Microscopisch onderzoek

Voor het microscopisch onderzoek worden een aantal haren op een voorwerpglaasje gebracht onder toevoeging van enkele druppels 10-20% KOH. Na verwarming, waardoor de haren weker worden en de schimmels ‘opklaren’ (ophelderen), kan je het preparaat microscopisch beoordelen. Bij geïnfecteerd haar zie je a.h.w. een soort korrelige manchet om de haar.

De praktische uitvoering verloopt als volgt:1 Breng met een pincet een aantal haren op een voorwerpglaasje en voeg enkele

druppels 10-20% KOH toe.2 Verwarm dit een paar seconden boven de spaarvlam.3 Dek het geheel af met een dekglaasje.4 Bekijk het preparaat met een vergroting van 10 X 10 om plekken te zoeken die

verdacht lijken.

Fig. 8.1 Lamp van Wood.

23056_TB.fm Page 112 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 113: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ PROTOZOA 113

5 Beoordeel dan het preparaat met een vergroting van 10 X 40.

Opmerking:– Bij nagels zal het opklaren van het preparaat langer duren. Leg het preparaat

daarom in een petrischaal afgedekt met het deksel, waardoor het niet kan uitdrogen en wacht zeker 1/2 uur met het beoordelen. Langer wachten kan geen kwaad: beoordeel gerust na 2 uur.

– Het kleuren van het preparaat met methyleenblauw geeft wat meer contrast en levert dus een duidelijker beeld op.

– Behalve een korrelige manchet kan je ook schimmeldraden (myceliumdraden) in het preparaat herkennen.

Het kweken van de schimmel

Om de veroorzaker van de infectie op te sporen, moet er, net als bij de bacteriën, een kweek worden ingezet.In dit geval worden er speciale voedingsbodems voor schimmels gebruikt; de incubatietemperatuur kan zowel 25 °C als 30 °C zijn en ook de incubatietijd kan langer zijn: bij katten- en hondenmateriaal incubeer je 2 weken, bij paarden wordt er zelfs 3 weken bebroed. Bij materiaal van dieren die al behandeld worden, is de groei nog trager en wordt een nog langere incubatietijd aangehouden.

8.2 Protozoa

Zoals je al gezien hebt, zijn protozoa eencellige diertjes die met het blote oog niet waarneembaar zijn en daarom ook tot de micro-organismen worden gerekend.De belangrijkste protozoa bij kleine huisdieren ga je nu nader bestuderen.

Trichomonas

Fig. 8.2 Trichomonas gallinae,

veroorzaker van ‘het geel’bij duiven.

23056_TB.fm Page 113 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 114: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

114 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

De Trichomonas is bekend als verwekker van “het geel” bij duiven. Het is een microscopisch klein diertje dat een peervormig lichaam heeft en zich schokkend kan voortbewegen door middel van zweepdraden (4 vrije en 1 met het lichaam verbonden). Het diertje leeft in de krop van duiven en veel jonge duiven sterven aan deze infectie. In de keel van de dieren zie je dan gele vlekken.

Coccidiën

Heel berucht bij konijnhouders en ook wel bij verzorgers van vogels is het ziektebeeld coccidiose, veroorzaakt door coccidiën, eencellige diertjes met een zeer ingewikkelde voortplantingscyclus.Hun eieren heten oöcysten. Deze oöcysten kan je microscopisch aantreffen in de ontlasting en het zijn deze eieren die weer andere dieren kunnen besmetten.Coccidiën dringen de darmwand binnen en beschadigen daar de darmcellen. De ziekteverschijnselen zijn diarree, vermagering en weinig of geen eetlust. Met een microscopische vergroting van 40 X 10 of met de olie immersielens 100 X 10 kan je de oöcysten waarnemen als je wat feces uitstrijkt op een voorwerpglaasje.

8.3 Huidparasieten of ectoparasieten

Sommige huidparasieten zoals vlooien, luizen en teken zijn normaal met het blote oog waar te nemen. Je spreekt dan van “macroscopisch zichtbaar”.Andere huidparasieten, de mijten, kan je alleen bij sterke vergroting waarnemen, deze zijn “microscopisch zichtbaar”.

Macroscopische parasieten

Macroscopische parasieten zijn de vlo, de luis en de teek.

Fig. 8.3 Oöcyste, zoals die in een

fecesuitstrijkje onder demicroscoop te zien is.

23056_TB.fm Page 114 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 115: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HUIDPARASIETEN OF ECTOPARASIETEN 115

De vloDe vlo is de bekendste van alle huidparasieten. Het is een klein bruin-zwart insect dat je tussen de haren ziet wegflitsen, wanneer je die opzij houdt. Een vlo op het hondenlichaam springt zelden. Bij voorkeur houdt dit diertje zich op boven de staartwortel, dus op het achterste gedeelte van de rug en in de lies- en okselstreek. Vaak is hier de huid wat rood en soms iets ontstoken door het krabben.Bij de kat veroorzaken vlooien nogal eens een korstig eczeem, dat zich meestal tot de rug en rondom de hals beperkt. Soms is ook de binnenkant van de achterpoten aangedaan. Jonge dieren, zowel honden als katten, lopen bij een vlooieninvasie niet zelden een bloedarmoede op. Kortom, vlooienbestrijding is om veel redenen zinvol.

De eieren van de vlo zijn ovaal en porseleinkleurig wit en vallen op de grond. Afhankelijk van de temperatuur en vochtigheidsgraad komen na 4 tot 12 dagen de larven uit de eieren, die vervolgens van organisch materiaal (stof) kunnen leven. Deze larven vervellen tweemaal tot pop en na 7 dagen tot zelfs een jaar, afhankelijk van gunstige of minder gunstige omstandigheden, komt de jonge vlo tevoorschijn.Een goedkope, aanvullende methode van vlooienbestrijding is het dikwijls hanteren van de stofzuiger.

Twee nevenverschijnselen bij een vlooieninfectie verdienen nog ruimschoots aandacht.– Allereerst de vlooienallergie. Een groot aantal honden en katten is allergisch voor

een vlooienbeet; ze zijn dan overgevoelig voor het speeksel van de vlo, dat bij een beet in de huid dringt. Je ziet dan jeukende bultjes op de rug, liezen en oksels, die bovendien vaak door bacteriën geïnfecteerd raken (secundaire infectie). Er ontstaat dan een nat eczeem, dat veelal met antibiotica behandeld moet worden.

– Verder is de vlo berucht als tussengastheer van een bepaalde lintworm (diplydium caninum).

De luisBij de hond en wat minder bij de kat komen twee soorten luis voor:– de luis die bloed zuigt (Linognathus setosus), een blauwgrijs insect met een spitse

kop waarmee het zich in de huid boort en zich met bloed voedt.

Fig. 8.4

23056_TB.fm Page 115 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 116: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

116 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

– de luis die leeft van huidschilfers (Trichodectes canis) is een bruin insect met een brede, stompe kop, die loopt door het haar.

Luizen tref je het meest aan bij jonge honden, die onder onhygiënische omstandigheden worden gehouden. Bij katten tref je ze minder aan.Voor het blote oog zijn deze huidparasieten net zichtbaar achter de oren, op de buik- en op de lieshuid.De eieren van luizen noem je neten. Na ongeveer 6 dagen ontwikkelen zich uit de neten weer nieuwe luizen. Bestrijding is mogelijk met insecticiden terwijl de neten met een speciale kam uitgekamd kunnen worden.

De teekJe kent twee soorten teken: Ixodes ricinus (vooral in Nederland) en Rhipicephalus(vooral in het buitenland).

De teek laat zich bij voorkeur op de hond, maar ook wel op de kat vallen als deze door dicht, laag struikgewas in bossen of duinen loopt. Ze nestelen zich dan bij voorkeur op de plaatsen waar de huid niet al te dik is, bijvoorbeeld rondom de kop. Met poten die van weerhaken zijn voorzien, zet de teek zich vast en begint bloed te zuigen.Je ziet dan een klein, grijsachtig tot bruin bolletje. Als je de teek niet vakkundig verwijdert blijven kop en pootjes in de huid achter en kunnen dan een ontsteking veroorzaken. Je de teek met een rechte beweging met behulp van een pincet, of speciaal lepeltje of tangetje verwijderen.

De buitenlandse teek (Rhipicephalus) is echter veel gevaarlijker dan zijn Nederlandse soortgenoot. Vooral de Dordognestreek in Frankrijk is hierom berucht. Hier kan de hond door deze teek worden besmet met de zogenaamde pyroplasmose, een

Fig. 8.5 Bloedzuigende luis

(Linogathus setosus) enhuidluis (Trichodectes

canis).

Fig. 8.6 Teek (Ixodes ricinus).

23056_TB.fm Page 116 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 117: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HUIDPARASIETEN OF ECTOPARASIETEN 117

aandoening die wordt veroorzaakt door een bloedparasiet die bloedafbraak tot gevolg heeft. De urine van het dier is hierdoor bruinachtig van kleur (hemoglobinurie).Gelukkig bestaat er tegen deze infectie tegenwoordig een goed geneesmiddel.

Microscopische huidparasieten

Mijten zijn microscopische huidparasieten. Er zijn verschillende soorten.

De schurftmijt bij de hond (Sarcoptes scabiei canis)Dit kleine diertje veroorzaakt schurft bij de hond. Het wijfje boort gangen in de huid en laat haar eieren hierin achter. Tegenwoordig komt scabiës of schurft niet meer zoveel voor; je ziet het alleen nog bij honden die onder onhygiënische omstandigheden moeten leven. Het is een besmettelijke kwaal, die zich openbaart met rode pukkeltjes, huidschilfers, haaruitval en jeuk. Wordt het dier niet tijdig behandeld, dan ontstaat een chronische infectie met verdikte huid en plooivorming.

De voorkeursplaatsen zijn: kop, elleboog, hak en buik.Verspreiding vindt plaats door rechtstreeks contact. De aandoening is ook besmettelijk voor de mens en uit zich bij de mens met jeukende, rode bultjes.De behandeling van de besmette hond is tegenwoordig eenvoudig, althans in een vroegtijdig stadium. De aangetaste plekken worden ingesmeerd met een speciale zalf.Via een huidafkrabsel (zie verderop in het hoofdstuk) kan je microscopisch zowel de eieren als de schurftmijt zelf aantonen en zo de diagnose met zekerheid stellen.

De schurftmijt bij de kat (Notoedres cati)Deze mijt is wat kleiner en eenvoudiger gebouwd dan de schurftmijt bij de hond. De verschijnselen beginnen meestal aan de kop en bij verwaarlozing zullen ook de hals en de rug worden aangetast. De huid wordt daar dik, geribbeld en grijs, bedekt met schilfers en vanzelfsprekend is er haaruitval. Behandeling is ook hier mogelijk met zalf. Doeltreffende diagnose vindt plaats via een huidafkrabsel.

Schurftmijten bij andere dierenKonijn Konijn: berucht is de oorschurftmijt (Psoroptes). In de oren vormen zich kleine roze

knobbeltjes, later ontstaan blaasjes gevuld met vocht en ten slotte vormen zich korsten

Fig. 8.7 Schurftmijt van de hond(Sarcoptes scabiei canis).

Fig. 8.8 De schurftmijt bij de kat

(Notoedres cati).

23056_TB.fm Page 117 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 118: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

118 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

in de oren. Met een wattenstokje kan je eenvoudig wat besmet materiaal uit het oor halen, hiervan een preparaat maken en microscopisch beoordelen op Psoroptes, een langpotige mijt. Oorschurft bij hond en kat wordt door een andere mijt veroorzaakt (zie verder in dit hoofdstuk).

Rund Rund: de Sarcoptesmijt geeft schurftverschijnselen beginnend rond de ogen en op de halsvlakte; bij verwaarlozing volgt uitbreiding over het gehele lichaam. Diagnose d.m.v. huidafkrabsel. Verder kan ook de Psoroptesmijt schurft veroorzaken bij het rund. Dan worden vooral de staartwortel en de rug aangetast. Diagnose d.m.v. een huidafkrabsel. De Sacorptesmijt is kortpotig, de Psoroptesmijt langpotig.

Paard Paard: de Chorioptesmijt veroorzaakt bij het paard beenschurft. Het dier stampt en schuurt met de benen en je ziet korsten en haaruitval. De Chorioptesmijt is ook langpotig en diagnose is weer mogelijk met een huidafkrabsel.

De roofmijt (Cheyletiella yasguri)De langpotige roofmijt tref je vooral aan bij kortharige honden en langharige katten op de rug. De dieren hebben last van jeuk, maar verder zie je in het algemeen weinig symptomen. De vacht is wat dof met een stoffig aspect. Bij ernstige besmetting zie je haaruitval. De dieren hebben er weinig last van, de eigenaren daarentegen vaak wel; zij kunnen er een vrij lastige jeukende uitslag van krijgen, die na behandeling echter weer snel verdwijnt.Voor de diagnose moet je soms wel verscheidene huidafkrabsels onderzoeken om de mijt te vinden.

De haarzakjesmijt (Demodex canis)Deze mijt, langwerpig en enigszins wormvormig, is gelokaliseerd in de haarfollikels van de hond en geeft bij volwassen dieren weinig of geen symptomen. Vooral kortharige rassen kunnen ermee besmet zijn. Jonge dieren worden al geïnfecteerd door het moederdier en in de leeftijd tussen drie maanden en een jaar zie je wel symptomen. Op de kop zie je dan kale plekjes, die later grijsachtig van kleur worden. Vandaar verspreidt deze “jeugdschurft“ of demodicose zich over het gehele lichaam. De plekken zijn in dit stadium dikwijls roodgekleurd, doordat de huid geïnfecteerd raakt met bacteriën (secundaire infectie).Kale plekjes op de kop van jonge honden mogen nooit worden afgedaan met: “Het zal wel een krabplekje zijn”. Met een eenvoudig huidafkrabseltje, waarmee de haarzakjesmijt is aan te tonen, kan veel jeugdig leed voorkomen worden. Demodicose is niet besmettelijk voor mensen.

Fig. 8.9 De roofmijt (Cheyletiella

yasguri).

23056_TB.fm Page 118 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 119: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HUIDPARASIETEN OF ECTOPARASIETEN 119

De oormijt (Otodectes cynotis)Veroorzaakt oorschurft bij hond en kat. Deze mijt leeft in de uitwendige gehoorgang en veroorzaakt een heftige jeuk. Het oorsmeer stinkt, is donkerbruin en vettig. De dieren schudden met de kop en krabben voortdurend achter de oren. De dierenarts kan met de othoscoop de infectie waarnemen, doch het is ook mogelijk een preparaat te maken van het oorsmeer en dit microscopisch te beoordelen. Genezing is mogelijk met dunne oorzalf, maar de kwaal kan soms hardnekkig zijn.

Microparasieten kunnen worden aangetoond met huidafkrabsels. Dit kan met microscopisch onderzoek of met de concentratiemethoden.

microscopisch onderzoek Om mijten met microscopisch onderzoek uit haarafkrabsels te kunnen verzamelen dien je je te realiseren dat deze overwegend in de diepere lagen van de huid gevonden worden.Je moet dan ook op verschillende plaatsen aan de rand van het ontstekingsproces wat huid afkrabben.Meestal is wat korstmateriaal aanwezig. Dit is de reden om wat KOH 10% toe te voegen en het preparaat pas na enige uren te beoordelen.

Praktische uitvoering:1 Schrap met een scherpe lepel of een niet te scherp mesje over de huid tot deze

net niet gaat bloeden en verzamel zo wat afkrabsel op een voorwerpglaasje.2 Helder dit materiaal op door het met 10%-KOH boven een vlammetje te

verwarmen of door het twee tot drie uur te laten inwerken (korst en haar worden hierdoor week gemaakt en de mijten lichten op).

Fig. 8.10 De haarzakjesmijt(Demodex canis).

Fig. 8.11 De oormijt (Otodectes

cynotis).

23056_TB.fm Page 119 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 120: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

120 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

3 Bij een vergroting van 10 X 10 kan je de desbetreffende mijten en hun eventuele eieren opsporen.

Is er veel materiaal en zijn de mijten moeilijk aantoonbaar dan kan je de concentratiemethode concentratiemethode toepassen. Daarvoor vul je het materiaal aan met 10 ml KOH

10% en centrifugeert het. Het sediment zal dan de mijten bevatten.

Praktische uitvoering:1 Materiaal van huidafkrabsel verzamelen in een centrifugebuis en hieraan

ongeveer 10 ml kaliumhydroxide 10% toevoegen.2 Centrifugeren bij ca. 3.000 toeren/min. gedurende 3 minuten.3 De vorenstaande vloeistof voorzichtig afgieten en van het sediment een

preparaat maken en afdekken met een dekglaasje.4 Microscopisch beoordelen bij een vergroting van 10 X 10 of met 10 X 40.

8.4 Allergie

Een allergie is een buitengewoon sterke reactie van het afweermechanisme op stoffen van buitenaf. Bij een eerste contact met zo’n lichaamsvreemde stof (allergeen) reageert het lichaam met het vormen van afweerstoffen. Bij een volgend contact kunnen er stoffen geproduceerd worden die aanleiding kunnen zijn voor een ontstekingsreactie van de huid of van de slijmvliezen en die jeuk kunnen veroorzaken.Een veelvoorkomende vorm van allergie bij honden is atopie, overgevoeligheid voor stoffen die worden ingeademd. (Enigszins te vergelijken met hooikoorts bij de mens.)Andere voorkomende vormen van allergie zijn: vlooienallergie (na een vlooienbeet), voedselallergie (overgevoeligheid voor bepaalde bestanddelen van het voer) en contactallergie (overgevoeligheid voor bv. een bepaalde soort vloerbedekking of schoonmaakmiddelen).Omdat de verschijnselen die bij de diverse allergieën voorkomen veel op elkaar lijken, is het belangrijk dat er onderzocht wordt wat de ware oorzaak van de allergie is om deze op de juiste wijze te kunnen behandelen. Hiervoor heeft men tegenwoordig speciale allergietesten ontwikkeld.

allergietest De allergietest bevat een aantal allergenen (waarvan bekend is dat ze allergie veroorzaken) en 2 controleoplossingen: een negatieve controle (die geen reactie geeft) en een positieve controle die een maximale uitslag geeft).Voordat de test uitgevoerd gaat worden, mag de desbetreffende patiënt (bv. hond) een aantal weken geen medicijnen toegediend krijgen.De huidtest wordt gedaan op de huid van de borst nadat deze zorgvuldig is geschoren.Van de allergenen en de beide controleoplossingen wordt 0,05 ml op verschillende (gemerkte) plaatsen in de huid ingespoten.Na 15 tot 20 minuten worden alle injectieplaatsen beoordeeld op zwelling van de huid, immers, daar waar de hond is ingespoten met een stof waarvoor hij allergisch is, zal een reactie ontstaan die met een zwelling gepaard gaat. De maat van de zwelling wordt vergeleken met de maat van de zwellingen van de controleoplossingen.Op deze manier is nu bepaald voor welke stoffen het dier allergisch is.Mocht dit onderzoek niet voldoende zijn, dan kan de dierenarts besluiten het onderzoek uit te breiden met een aantal andere allergenen.

23056_TB.fm Page 120 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 121: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 121

8.5 Afsluiting

Met onderzoek van huid, haar en nagels, kunnen verschillende veroorzakers van problemen worden opgespoord. Je hebt in dit hoofdstuk geleerd hoe je een monster moet afnemen en verzenden. Ook weet je hoe je deze monsters kunt onderzoeken. Tot slot weet je hoe je veelvoorkomende huidparasieten zoals de vlo en de luis kunt herkennen.

Vragen 8.1 a Wat zijn dermatofyten?b Wat wordt bedoeld met ringworm?c Waarom kan microsporie bij een paard niet opgespoord worden met de lamp

van Wood?d Waarom gebruik je bij het onderzoek van huid en haar KOH 10-20%?

Vragen 8.2 a Waar zijn honden en katten allergisch voor als je spreekt over vlooienallergie?b Wat is het verband tussen de vlo en de lintworm diplydium caninum?c Wat is het verschil in uiterlijk tussen de huidluis en de bloedzuigende luis?d Welke mijt veroorzaakt oorschurft bij het konijn?e Welke mijt veroorzaakt schurft bij de hond en welke veroorzaakt schurft bij de

kat?

Vragen 8.3 a Wat is een allergie?

23056_TB.fm Page 121 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 122: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

122 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

9 Het onderzoek van melkmonsters

Oriëntatie

Koemelk is in het algemeen een uitstekend voedingsmiddel voor de mens. De veehouder levert dit product aan de zuivelfabriek en na veel bewerkingen komt het als volle, halfvolle of magere melk en al of niet bereid tot een veelheid aan zuivelproducten, bij de consument op tafel. Zowel de veehouder als de fabrikant zal er alles aan doen om de kwaliteit van de melk als grondstof op een verantwoord en goed peil te brengen en te houden. En dan nog is het product in gekoelde staat maar beperkt houdbaar. Melk waarin veel bacteriën voorkomen, bijvoorbeeld door slechte hygiënische omstandigheden op de boerderij of onvoldoende koeling bij opslag, is niet van goede kwaliteit.

Duidelijk is dat bij een uierontsteking (mastitis) de kwaliteitsnorm kan worden overschreden.Verder zijn bestanddelen als vuil, mestdeeltjes, antibiotica en resten van reinigings- of desinfecteermiddelen vanzelfsprekend schadelijk. Er is binnen de Europese Unie en zeker ook binnen onze landsgrenzen echter een goed werkend systeem van kwaliteitscontrole, van producent tot consument.

9.1 Het onderzoek op kwaliteit

De door de veehouder aan de fabriek geleverde melk is onderhevig aan een aantal controles voordat deze uiteindelijk als melk of in de vorm van een ander zuivelproduct bij de consument op tafel staat.Een eerste controle zal door de boer, die immers z’n melk dikwijls ook aan particulieren verkoopt, op de boerderij verricht worden. Er zijn tegenwoordig speciale testen verkrijgbaar voor dit doel.De melkrijder die de melk bij de boer ophaalt, zal monsters nemen uit de melktank die op kwaliteit, eiwit en vetgehalte gecontroleerd worden. Vervolgens worden de

Melk Controlestations controles gedaan door de Melk Controlestations (MCS) en ten slotte door de Keuringsdienst van waren.

Om de kwaliteit van de melk te bepalen wordt deze onderzocht op een aantal factoren waarvan de belangrijkste in dit hoofdstuk behandeld worden:– bepaling van het kiemgetal– bepaling van het celgetal– aanwezigheid van thermoresistente en boterzuurbacteriën– aanwezigheid van groeiremmende stoffen (antibiotica).

De toekomstige eisen gaan echter veel verder dan de vorengenoemde, meetbare waarden. Het gehele productieproces in de zuivelindustrie - vanaf de koe tot in de winkel - zal aan de nodige kwaliteitseisen moeten voldoen. Hiertoe is een

Keten Kwaliteit Melk kwaliteitswaarborgsysteem ontwikkeld met de naam Keten Kwaliteit Melk (KKM).

23056_TB.fm Page 122 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 123: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HET ONDERZOEK OP KWALITEIT 123

Fig. 9.2

Bepaling van het kiemgetal

De melk wordt diepgekoeld bewaard in een melkkoeltank. Dat wil nog niet zeggen dat de melk steriel is; de in de melk aanwezige bacteriën krijgen alleen in diepgekoelde toestand gedurende een bepaalde tijd geen of heel weinig kans om zich te vermenigvuldigen en zo de melk te bederven.

Fig. 9.1

23056_TB.fm Page 123 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 124: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

124 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

Om inzicht te verkrijgen in het aantal bacteriën in de melk bepaal je het kiemgetal,dat is het aantal bacteriën per ml melk.Hiertoe beënt je een agaroseplaat (voedingsbodem waaraan agarose is toegevoegd), met 0,001 ml melk die met een steriele pipet wordt gepipetteerd en daarna egaal verspreid wordt met een speciale spatel (drigalskispatel) of een omgebogen glazen roerstaafje. De petrischaal wordt nu gedurende 3 dagen in een broedstoof van 37 °Cgeplaatst. De bacteriën zullen zich bij deze temperatuur gaan vermenigvuldigen en elke bacterie groeit uit tot een kolonie die met het blote oog te zien is. Na 3 dagen kunnen deze kolonies geteld worden. Om nu het kiemgetal te bepalen moet het getelde aantal kolonies met 1.000 vermenigvuldigd worden.Heb je bv. 0.001 ml melk geënt op een agaroseplaat en tel je na 3 dagen op deze plaat 32 kolonies, dan bedraagt het kiemgetal: 32 X 1.000 = 32.000.

Bij het kwaliteitsonderzoek ken je voor wat betreft het kiemgetal drie gradaties.

Bij een te hoog kiemgetal zal een korting op de melkprijs het gevolg zijn.

Bepaling van het celgetal

Bij een uierontsteking (mastitis) zal het aantal cellen in de melk (het zg. celgetal)toenemen, vooral de witte bloedcellen (leukocyten) maar ook de weefselcellen.Bij een koe met een gezonde uier varieert het celgetal tussen 50.000 en 100.000 per ml melk. Tijdens een uierontsteking gaat dit celgetal omhoog tot boven 1.000.000 cellen per ml. Komt het celgetal van de melk die aan de zuivelfabriek aangeboden wordt boven de 400.000 dan wordt er een korting in rekening gebracht op de uit te betalen prijs (hoe meer cellen des te hoger is de korting).Het tellen van de cellen gebeurt tegenwoordig met een elektronische teller, de zg. Coulter Counter. Zo kunnen in korte tijd een groot aantal tellingen verricht worden.

Aanwezigheid van thermoresistente en boterzuurbacteriën

Het kiemgetal geeft echter geen informatie over de soort bacteriën, hiervoor is weer meer gespecialiseerd onderzoek nodig.

thermoresistentebacteriën

Zo is er besmetting met bijvoorbeeld de thermoresistente bacteriën, hittebestendige bacteriën die pasteurisatie (20 sec. bij 72 °C) van consumptiemelk kunnen overleven. Een bekend voorbeeld van een thermoresistente bacterie is de mastitisstreptokok. Je kan deze bacterie laten groeien op een speciale voedingsbodem en daarna op de hiervoor beschreven werkwijze het kiemgetal bepalen.Het kiemgetal van thermoresistente bacteriën mag niet hoger zijn dan 50.000.De belangrijkste besmettingsbron voor thermoresistente bacteriën is (onvoldoende gereinigde) melkwinningsapparatuur.Goede reiniging en desinfectie kan deze besmetting voorkomen.

Gradatie I Goed Kiemgetal tot 100.000

Gradatie II Matig Kiemgetal tussen 101.000 en 250.000

Gradatie III Onvoldoende Kiemgetal hoger dan 250.000

23056_TB.fm Page 124 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 125: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AANWEZIGHEID VAN GROEIREMMENDE STOFFEN 125

boterzuurbacteriën Berucht zijn ook boterzuurbacteriën in de melk. Dit zijn sporevormende bacteriën, die zeer hardnekkig kunnen zijn. Sporen van deze bacterie kunnen onder slechte groeiomstandigheden goed overleven en onder gunstiger omstandigheden weer een levende bacterie worden.Boterzuurbacteriën vormen een groot gevaar voor de kaasbereiding; door gasvorming ontstaan grote gaten in de kaas, krijgt deze een sterk afwijkende geur en smaak en is dan ongeschikt voor consumptie.Behalve een sporevormer is het ook nog een anaërobe bacterie, vandaar dat je deze bacterie kweekt op anaërobe voedingsbodems, buizen met een vloeibare voedingsbodem die luchtdicht afgesloten kunnen worden.Uit het telresultaat wordt weer het kiemgetal bepaald.Besmetting van de melk met boterzuurbacteriën komt voornamelijk voor op bedrijven waar men werkt met kuilvoer en men resten kuilvoer in de stal laat liggen.

9.2 Aanwezigheid van groeiremmende stoffen

Antibiotica zijn stoffen, afgescheiden door micro-organismen, die het vermogen bezitten om bepaalde bacteriën in hun groei te remmen. Het bekendste voorbeeld is penicilline. Maar ook de antibiotica streptomycine, aureomycine en neomycine worden veelvuldig gebruikt in de diergeneeskunde.Bij de bestrijding van mastitis wordt gebruikgemaakt van antibioticapreparaten die bepaalde stammen penicilline bevatten omdat met name de streptokokken hiervoor gevoelig zijn. Stafylokokken zijn echter resistent tegen penicilline, maar juist weer gevoelig voor o.a. neomycine, cloxacilline en nafcilline.Als een koe met een van deze middelen wordt behandeld, wordt het antibioticum meestal ter plaatse ingebracht, bijvoorbeeld in het tepelkanaal. Er komt zo ook antibioticum in de melk, die daardoor echter ongeschikt wordt voor consumptie. Ook kan van deze melk geen yoghurt bereid worden omdat yoghurtbacteriën zeer gevoelig zijn voor penicilline en andere antibiotica.

Eenheden en hoeveelheid

De hoeveelheid penicilline wordt aangegeven in Internationale Eenheden (IE), die meestal met de Engelse term International Units (IU) wordt aangeduid. Als de melk 1 IU penicilline bevat, betekent dat dat er 0,6 miljoenste gram penicilline per ml melk aanwezig is.De preparaten waarmee een koe behandeld wordt, bevatten ongeveer 200.000-300.000 IU. Er komt dus een vrij hoge concentratie in melkkanalen.Om te voorkomen dat eventueel in de melk aanwezige antibiotica schade aanrichten tijdens het bereidingsproces van de diverse zuivelproducten heeft men het kwaliteitsonderzoek uitgebreid met een onderzoek naar de aanwezigheid van antibiotica. Worden ze aangetoond, dan wordt er een flinke korting gegeven op de desbetreffende melklevering.

Calidolactusproef

Een veelgebruikte methode om de aanwezigheid van antibiotica in de melk aan te tonen, is de zg. calidolactusproef. Bij deze proef wordt een reincultuur van de bacterie Bacillus calidolactus geënt over het gehele oppervlak van een petrischaal waarin zich

23056_TB.fm Page 125 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 126: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

126 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

een speciale voedingsbodem bevindt. Vervolgens deponeer je met een pincet kleine schijfjes filtreerpapier, gedrenkt in de te onderzoeken melk, verspreid over de beënte plaat. Daarna wordt de petrischaal gedurende tweeënhalf uur in een broedstoof van 55 °C geplaatst.Als er een groeiremmende stof in de melk aanwezig was, zal er rondom het schijfje filtreerpapier een heldere zone op de voedingsbodem te zien zijn. Op de rest van de plaat zie je wel een duidelijke bacteriegroei. Zelfs bij zeer kleine hoeveelheden (0,0025 IU penicilline per ml melk) ontstaat een heldere zone, de zg. remmingszone.

9.3 Het onderzoek op mastitis

Wanneer een geval van mastitis is geconstateerd, zullen er melkmonsters worden afgenomen om na te gaan welke bacterie voor de ontsteking verantwoordelijk is. Als je dan weet welke bacterie de veroorzaker is, kan je door middel van een antibioticumgevoeligheidstest bepalen met welk antibioticum het desbetreffende micro-organisme te bestrijden is.Ook wordt er in dit geval een kiemtelling uitgevoerd.

Om het bacteriologisch onderzoek zo betrouwbaar mogelijk uit te voeren is een goed melkmonster afgenomen melkmonster een eerste vereiste. Het ligt voor de hand dat de dierenarts

dat op zich neemt en niet de veehouder zelf.Omdat zowel op de tepelhuid als in het slotgat en het tepelkanaal en op de melkmachine talloze bacteriën voorkomen en ook de handen van degene die het monster afneemt wel schoon, maar niet steriel zijn, zal je zeer voorzichtig te werk moeten gaan om het onderzoek niet te laten mislukken. De spenen moeten worden gereinigd, soms als de uier erg vuil is, moet de gehele uier worden gereinigd en gedesinfecteerd en daarna droog worden nagewreven. De eerste stralen melk worden ‘weggemolken’. Vervolgens wordt de melk opgevangen in een steriele buis die, om het invallen van stofdeeltjes in de buis te voorkomen, zo horizontaal mogelijk gehouden wordt.De buis wordt voor driekwart gevuld en afgesloten met een steriele dop die tijdens het vullen vastgehouden wordt tussen de pink en de palm van de rechterhand.Nooit de dop op de grond of ergens in de buurt neerleggen.Zo wordt van elk kwartier van de uier een monster genomen. Deze 4 monsters worden nauwkeurig geregistreerd en van de benodigde, goed ingevulde aanvraagformulieren voorzien waarna ze, gekoeld, naar het laboratorium gebracht worden waar ze ook gekoeld bewaard worden. Als ze gedurende langere tijd opgeslagen moeten worden, moeten ze worden ingevroren.In verband met de koeling ligt het voor de hand de melkmonsters niet per post te verzenden.

Het opsporen van de mastitisverwekker

veroorzakers De belangrijkste veroorzakers van mastitis zijn:– Stafylococcus aureus– diverse streptokokkensoorten– E. coli.

23056_TB.fm Page 126 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 127: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ HET ONDERZOEK OP MASTITIS 127

enten Aangezien deze bacteriën allemaal verschillende eigenschappen hebben ga je ze entenop een aantal (3) selectieve voedingsbodems om ze na bebroeding juist op deze eigenschappen te kunnen beoordelen.De meest gebruikte voedingsbodems bij dit onderzoek zijn: 1 Een bloedagar: Bij de stafylococcus aureus zal rondom de kolonies duidelijk

hemolyse optreden, je ziet dan een heldere zone. Bij de streptokokken is er soms hemolyse zichtbaar, soms gedeeltelijke hemolyse; je ziet dan een groene zone rondom de kolonie, geen heldere zone.

2 Een Edwards-agar, een selectieve voedingsbodem voor diverse streptokokken. De verschillende streptokokken vertonen op deze plaat karakteristieke omzettingen.

3 Een Mac Conkey-agar, een selectieve voedingsbodem voor de E. coli. De E. coli vormt hierop rode tot paarse kolonies met een roze glans rondom.

Elk monster (van de 4 kwartieren) wordt op deze wijze behandeld. Totaal dus 12 platen per koe.De platen worden 2 dagen in een broedstoof bij 37 °C bebroed en daarna worden ze beoordeeld. Verdachte kolonies worden dan overgeënt zodat je ze ten slotte ‘rein’ geïsoleerd hebt. Hoeveel kolonies er op deze manier rein gekweekt worden, hangt natuurlijk af van wat er op de platen aangetroffen is.Ook deze platen worden weer 2 dagen bebroed bij 37 °C en daarna beoordeeld.

gramkleuring De gramkleuring: Gram + zijn onder andere: stafylokokken en streptokokken.Gram - zijn onder andere: colibacteriën.

Om ten slotte de stafylokokken en de streptokokken van elkaar te onderscheiden katalasetest voer je de zg. katalasetest uit.

Katalase is een enzym dat een bacterie in staat stelt waterstofperoxide om te zetten in water en zuurstof en waarbij de zuurstof in de vorm van gasbelletjes zal ontwijken.Stafylokokken bezitten dit enzym wel, streptokokken niet.

De praktische uitvoering is als volgt. Bij deze test breng je op een voorwerpglaasje 1 druppel waterstofperoxide en daarna suspendeer je hierin wat bacteriemateriaal.Als er gasvorming optreedt, is er sprake van omzetting en heb je te maken met de stafylokok.Is er geen gasontwikkeling dan is de reactie negatief en heb je te maken met streptokokken.Een platina öse kan bij deze proef een vals positieve reactie veroorzaken omdat door het krassen van platina over glas zuurstof ontwijkt uit de waterstofperoxide (ontleding).

Bepaling antibioticumgevoeligheid

Als na dit omvangrijk bacterieel onderzoek de mastitisverwekker is opgespoord, wordt de gevoeligheid voor antibiotica bepaald. De bacterie wordt vanuit de reinkweek overgeënt op een andere agaroseplaat waarna er op de plaat met een steriele pincet kleine schijfjes gedeponeerd worden die gedrenkt zijn in diverse antibiotica.Na 2 dagen incuberen bij 37 °C kan aan de hand van heldere zones rondom de schijfjes (remmingszones) afgelezen worden voor welk antibioticum de bacterie gevoelig is.

23056_TB.fm Page 127 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 128: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

128 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

De praktische uitvoering verloopt als volgt:1 Maak een suspensie van een aantal los van elkaar liggende kolonies in 3 ml

fysiologisch zout en meng deze zeer zorgvuldig.2 Pipetteer met een steriele pipet 0,1 ml van deze suspensie in het midden van de

agarose en strijk dit uit met een (drigalski)spatel.3 Breng nu met een steriele pincet de antbioticaschijfjes op de plaat aan. Noteer

goed waar elk schijfje ligt en leg ze niet te dicht bij elkaar.4 Bebroed de plaat in een broedstoof bij 37 °C gedurende 2 dagen en beoordeel

daarna het resultaat.

Beoordeling: Hoe groter de diameter van de heldere ring rondom het schijfje is, des te gevoeliger is de bacterie voor het antibioticum dat op dat schijfje aanwezig is.Is er geen heldere zone rondom een schijfje, dan is de bacterie ongevoelig voor dat speciale antibioticum.

9.4 Afsluiting

De kwaliteit van melk wordt streng gecontroleerd. Dit gebeurt onder andere in het laboratorium. Je bepaalt daarbij het kiemgetal en het celgetal. Ook onderzoek je op de aanwezigheid van thermoresistente en boterzuurbacteriën en op groeiremmende stoffen. Hoe je dit doet, heb je in dit hoofdstuk kunnen lezen.

Vragen 9.1 a Welk orgaan voert de meeste melkkwaliteitscontrole uit?b Welke factoren bepalen o.a. de kwaliteit van de melk?c Wat houdt ‘KKM’ in?d Geef de definitie van het begrip kiemgetal bij het melkonderzoek.e Wat is een thermoresistente bacterie?f Hoe meet je het celgetal?

Vragen 9.2 a Door welk bacteriën wordt mastitis meestal veroorzaakt?

Fig. 9.3 Dit is een voorbeeld van

een resistentietest.

23056_TB.fm Page 128 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 129: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ AFSLUITING 129

Vragen 9.3 a Met welke eenheid duid je de hoeveelheid antibioticum aan?b Wat is ‘katalase’?c Wat versta je onder het begrip ‘remmingszone’?

23056_TB.fm Page 129 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 130: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

130 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

23056_TB.fm Page 130 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 131: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ TREFWOORDENLIJST 131

Trefwoordenlijst

A

actieve immuniteit 97

alanine aminotransferase 75

ALB 75

albumine 75

algemene voedingsbodems 102

alkaline fosfatase 75

allergietest 120

ALT 75

ancylostoma caninum 93

ancylostoma tubaeforme 93

anemie 56

anisocytose 71

anticoagulantia 74

antigenen 97

B

bacteriën 48

basofiele granulocyten 70

bilirubine 75

blaasepitheel 47

bloedagar 127

bloedglucosegehalte 75

bloedonderzoek 9

boterzuurbacteriën 125

broedstoof 104

buffycoat 61

C

calciumoxalaatkristallen 49

calidolactusproef 125

celgetal 124

centrifugeren 18

cheyletiella yasguri 118

chorioptesmijt 118

cilinders 47

coccidiën 98, 114

concentratiemethode 120

condensor 23

Coulter Counter 124

D

demodex canis 118

demodicose 118

dermatofyten 111

determinerende voedingsbodems 103

diafragma 24

diplydium caninum 88, 93

dipslidetest 52

directe methode 90

doornappelvorm 46

E

Echinococcus granulosus 87, 93

Edwards-agar 127

elektrolyten 75

enterokokken 96

entnaald 103

eosinofiele granulocyten 70

eosinofilie 71

eosinopenie 71

epitheelcellen 47

erytrocyten 46

F

feces onderzoek 9

Feline Immunodefeciency-virus 79

Feline Leucaemic virus 79

FeLV 79

fijninstelschroef 23

filtreren 17

FIV 79

flamberen 107

flottatiemethode 90

G

gasbrander 103

gistcellen 47

gonokokken 96

granulocyten 70

grofinstelschroef 23

23056_TB.fm Page 131 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 132: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

132 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

H

haakwormen 86

hyperchromasie 71

I

IE 125

immuun 97

indicator 33

individuele monsterafname 89

International Units 125

Internationale Eenheden 125

IU 125

Ixodes ricinus 116

J

jeugdschurft 118

K

katalasetest 127

Keten Kwaliteit Melk 122

kiemgetal 51, 124

KKM 122

kleefbandmethode 90

kokken 96

kreatinine 75

kristallen 49

kruistafel 22

kweken 107

L

lamp van Wood 112

leukocyten 45

leukocytose 71

leukopenie 71

lichaampje van Howell Jolly 71

linksverschuiving 71

Linognathus setosus 115

lymfocyten 70

lymfocytose 71

lymfopenie 71

M

Mac Conkey-agar 127

macrohematurie 37

MCS 122

Melk Controlestations 122

melkmonster 126

mengmonsters 89

meningokokken 96

methode volgens Spencer 57

microhematurie 37

mijnwormen 86

monocyten 70

monocytose 71

N

neutrofiele granulocyten 70

Notoedres cati 117

O

objectieven 23

oculair 23

onderzoek van huid of haren 9

onderzoek van melkmonsters 9

oöcysten 114

öse 103

Otodectes cynotis 119

P

passieve immuniteit 97

pH-schaal 33

pipetteren 20

plasma 74

plaveiselepitheel 47

pneumokokken 96

poikilocytose 71

polychromasie 71

psoroptes 117

Psoroptesmijt 118

pyogene streptokok 96

R

rechtsverschuiving 71

reinkweek 102

revolver 22

Rhipicephalus 116

ringworm 111

S

Sarcoptes scabiei canis 117

Sarcoptesmijt 118

selectieve voedingsbodems 102

serum 74

speciale voedingsbodems 102

spirillen 96

spirocheten 97

spoelwormen 84

staphylococcus aureus 96

statief met voet 22

staven 96

23056_TB.fm Page 132 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM

Page 133: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

❑ TREFWOORDENLIJST 133

struviet 49

T

taenia 87

taenia hydatigena 93

Taenia pisiformis 93

telkamer 62

Thermoresistente bacteriën 124

Toxocara canis 85, 91

Toxocara cati 91

Toxocaris leonina 92

Toxoplasma gondii 98

Trichodectes canis 116

Trichomonas 98, 114

Trichuri 86

Trichuris vulpis 92

tripelfosfaatkristallen 49

tubus 22

tumorcellen 47

U

ureum 75

urineonderzoek 9

urinezuurkristallen 49

V

vaste voedingsbodems 100

verrijkte voedingsbodems 102

vibrionen 96

viridans streptokokken 96

vloeibare voedingsbodems 100

voorwerpglaasjes 104

W

waterstraalluchtpomp 16

Z

zweepwormen 86

23056_TB.fm Page 133 Wednesday, March 9, 2005 2:20 PM

Page 134: 23056 TB.fm Page 1 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM ...€¦ · 1.4 Reinigen van glaswerk 15 1.5 Veelvoorkomende laboratoriumhandelingen 17 1.6 De microscoop 22 1.7 Afsluiting 25

134 ❑ LABORATORIUMHANDELINGEN

23056_TB.fm Page 134 Wednesday, March 9, 2005 11:28 AM