16739478-ZA0803-1

60
chinua achebe adriaan van dis sulaiman addonia linda polman miinyeshu kifle tedla adama kai fernando alvim prudence hentie van der merwe mbewu farid esack PIETER HUGO LIEVE JORIS JAARGANG 12 | NR. 3 | m 6,95

Transcript of 16739478-ZA0803-1

Page 1: 16739478-ZA0803-1

chinua achebe adriaan van dis

sulaiman addonia linda polman miinyeshu kif le tedla adama kai fernando alvim pru dence hentie van der merwe mbewu farid esack

PIETER HUGO LIEVE JORIS

JAARGANG 12 | NR. 3 | m 6,95

Page 2: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/20082

zam africa magazinekunst, cultuur, politiek, fotografie, journalistiek in en uit Afrikajaargang 12 / nummer 2m 6,95zomer 2008 ZAM Africa Magazine is een uitgave van Stichting ZAM-net en verschijnt vier keer per jaarISSN: 1876-1127abonnementenEen abonnement op ZAM kost m 25,– per

jaar bij machtiging (m 35,– voor het buitenland) Het abonnement geldt tot wederopzeggingabonneeservice(voor vragen en adreswijzigingen) Postbus 364, 3500 AJ Utrecht, 030-2306901, [email protected] Grafisch ontwerp Patrick Hoogenberg, Mieke van Weele Curve BNO Redactie Bart Luirink (hoofdredacteur), Nicole Segers (art director)

aan dit nummer werkten mee:BeeldPieter Hugo, Beatrice Soulé, ANP, Mats Ogren, Chaz Maviyane-Davies, KIT, Charley Leborgne, REPORTERS, Steve Pyke, Thembeka Laduma, Tom van der Leij, Jacques Sarasin, Tych Merijn, TV5MONDE, Pahé, Geert Snoeijer, Hentie van der Merwe, Reuters, Suzy Bernstein, Lieve Joris, Menno WittebroodTekst door Gerbert van der Aa, Kim van Arendonk, Ingeborg van Beekum, Pauline

Bax, Jos van Beurden, Adriaan van Dis, Ruth Franklin, Evelien Groenink, Richard Hengeveld, Lieve Joris, Bram Posthumus, Farid Esack, Prudence Mbewu, John Pilger, Linda Polman, Vamba Sherif, Sylvia Smith, Anton Stolwijk, Fred de Vries. DrukwerkThieme MediaCenter, Nijmegen. adresPostbus 167111001 RE AmsterdamTussen de Bogen 66

colofon

ZAM

Het nieuwe Zuid-Afrika volgens theatermaker Mpumelelo Paul Grootboom, danser/choreograaf Gregory Maqoma, schrijver en regisseur Ashraf Johaardien, beeldend kunstenaar Carina Claas-sen en schrijver Prince Massingham. Het gesprek wordt geleid door publicist Stephan Sanders en afgewisseld met literaire bij-dragen door schrijvers/dichters Christine Otten, Ruben van Gogh en antoine de kom. De voertaal is Engels en Afrikaans. De toegangsprijs bedraagt m 5. Aanvang 15.00 uur. Reserveren: 020 – 626 68 66 of via het Amsterdamse Uitburo: www.aub.nl

De bijeenkomst is onderdeel van Amsterdam Wereldboekenstad in het kader van het tweejaarlijkse Afrovibes Festival i.s.m. ZAM Africa Magazine.

Na een bloeiperiode – precies 50 jaar geleden verscheen Chinua Achebe’s Things Fall Apart – verzonk de Nigeriaanse literatuur in een diepe winterslaap. Inmiddels is in Nigeria en andere Afrikaanse landen een nieuwe generatie schrijvers naar voren gekomen.

Hierover spreekt dr. Daniela Merolla, docent Afrikaanse literatuur aan de Universiteit van Leiden op donderdag 20 november in Spui 25, Amsterdam. Aanvang 20.00 uur. Reserveren: [email protected] of via www.spui25.nl

De bijeenkomst wordt georganiseerd door ZAM Africa Magazine i.s.m. Athenaeum Boekhandel, Spui 25/UvA en de Leesclub van NRC Handelsblad.

Zondag 5 oktober, Theater Frascati, Amsterdam

KLIPTOWN STORIESDe verhalen van Zuid-Afrika

Donderdag 20 november Spui 25, Amsterdam

aFTER THE BIG SLEEPChinua Achebe, Things Fall Apart en de opkomst van de nieuwe Afrikaanse literatuur

Abonneer u op de ZAM nieuwsbrief. stuur een e MAil AAn: [email protected] en verMeld ‘nieuwsbrief.’

Page 3: 16739478-ZA0803-1

zam AfricA MAgAZine 03/2008 3

Inhoud

editorialManhood enlarged!Even weg en achterop de boda boda. Uw hoofd-redacteur is niets te dol. Overal in Kampala staan jongens, en een enkel meisje, klaar om je op een brommer naar je bestemming te rijden. Ooit trok-ken ze naar de grens, de border, en daaraan heeft dit openbaar vervoer in Uganda zijn verklankte naam te danken. Wij moeten vanmorgen naar de Col. Muammar Gadaffi National Mosk op één van de heuvelen die deze stad vormen. En we betalen iets meer zodat ze iets langzamer rijden. Dat heeft ook het voordeel dat je de posters kunt lezen. Gain weight quickly, Don’t die of disease, Gain bums, Manhood enlarged, Womanhood tightened – en allemaal vermelden ze hetzelfde mobiele tele-foonnummer. Geen tijd om iets uit te proberen. We houden de bestuurder stevig vast, een bijko-mende attractie. Ging het internet hier maar net zo snel! Na aankomst een euro afgerekend, de norse haji een interview afgenomen, de schoenen uitgetrok-ken en oostwaarts een immense ruimte binnenge-wandeld. Dan wordt de stilte doorbroken door het schoonste gegalm dat we ooit hoorden. De jonge voorzanger houdt de handen aan zijn oren. Bij het vertrek overhandigt hij ons plechtig zijn visite-kaartje. De kolonel kan trots zijn op zijn discipelen. Bart Luirink, hoofdredacteurJohannesBurg

1013 JB Amsterdam 020-5318497 advertentiereserveringen en opvragen [email protected] zam africa magazine wordt mede mogelijk gemaakt dankzij steun vanStichting Democratie en Media, Hivos, Hivos/NCDO Cultuurfonds, Allen & Overy, Africaserver.nl, Paul van der Poel Administratie, De Giftkikker.

Coverfoto: PIETER HUGO / COURTESY MICHAEL STEVENSON GALLERYNollywood series, Dike Ngube and Gold Gabriel. Enugu, Nigeria, 2008

20

36

10 Patriarch Portret van Chinua Achebe

20 Toeareg Smokkelaars, vrijheidsstrijders,

slavendrijvers

26 Olieverf Angolese kunstenaars boren

markt aan

27 STEMMEN y Houdt Africa in the picture,

Vamba Sherif y Wie beschermt ons tegen de

hulpverleners, Linda Polman y Een smeekbede van de koning

van Benin, Jos van Beurden y Obama zal Afrikabeleid VS niet

veranderen, Bram Posthumus y Zuid-Afrika en Israël, Farid Esack

36 Trappings De uniformen van

Hentie van der Merwe

50 Dehoogvlaktes Lieve Joris’ laatste reis door Congo

56 AdriaanvanDis Senegal sur Seine

Enverder5 De Kaart van Afrika 16 Aanbiedingen 18 Woorden: Sulaiman Addonia24 Geluiden: Minyeshu Kifle Tedla35 Column Prudence Mbewu44 Beelden: Fotoshoot in Freetown

Page 4: 16739478-ZA0803-1

Zet u uw spaargeld ijskoud weg?Of spaart u liever met idealen en een toprente van 4,75%*?Sommige mensen kan het niet schelen waar hun spaarrente vandaan komt. Dat is jammer, want die rente kan verdiend zijn met milieuverontreiniging, wapens, dierenleed of kinderarbeid. Bij de duurzame ASN Bank zal u dat niet overkomen. Daar treft u een ideaal spaarklimaat. U krijgt een eerlijk verdiende en tóch hoge rente. Ga daarom ASN Ideaalsparen. U spaart maandelijks via automatische incasso een vast bedrag tussen € 50,- en € 500,-. En u kunt nu eenmalig tot € 10.000,- extra inleggen*. Over uw snel groeiende spaargeld ontvangt u vanaf de eerste dag een verantwoorde toprente van 4,75%*. Prettig is ook dat u op elk gewenst moment kosteloos uw spaargeld kunt opnemen. Meer weten? Kijk op www.asnbank.nl of bel gratis 0800 - 0380.

*Rente per 1 september 2008. Wijzigingen voorbehouden. Extra inleg is mogelijk tot 1 januari 2009.

Rendement voor u + rendement voor de wereld = dubbel rendement

De ASN Bank is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van de Nederlandsche Bank N.V. Op tegoeden van klanten bij de ASN Bank is het depositogarantiestelsel van toepassing.

AdvIdeaal_ZAM[220x280].indd 1 04-09-2008 15:11:46

(advertentie)

Page 5: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 5

Blaxploitation?

De kaart van afrikaonder redactie van anton stolwijk

FOTO

: PIE

TER

HU

GO

/ CO

URT

ESY

MIC

HAE

L STE

VEN

SON

GAL

LERY

Nollywood series, Tarry King Ibuzo. Enugu, Nigeria, 2008

Het werk van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Pieter Hugo zorgt geregeld voor ophef. In zijn nieuwste serie staan Nigeriaanse filmster-ren centraal. De foto’s deden heel wat stof opwaaien toen ze dit jaar in verschillende-Zuid-Afrikaanse galerieën te zien waren. Ze zouden een achterlijk beeld van Afrika geven. In Nollywood, inmiddels de op twee na grootste filmindustrie ter wereld, worden naast gebruikelijke soapthema’s als overspel, misdaad en verslaving ook het in Nigeria soms nog beleden bijgeloof en de hang naar traditie bespeeld. Is de verbeelding hiervan een uitdrukking van blaxploitation? Of maakt de Nigeriaanse filmindustrie zich zelf schuldig aan de vertoning van stereotypen? Of tonen de foto’s een alledaagse werkelijkheid die elke dag Nigeriaanse huiskamers binnentreedt? Pieter Hugo verdedigde zich tegen de kritiek met het argument dat hij de filmsterren vol-ledig vrij had gelaten in de wijze van poseren. Andere fotoseries van Hugo zijn deze maan-den te zien tijdens Breda Photo en in het Amsterdamse FOAM. Kijk op www.bredaphoto.nl en www.foam.nl

Page 6: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/20086

Mensen• Bij de uitreiking van de Prins Claus-prijs 2008 vielen verschillende Afrikanen in de prijzen. De Senegalese beeldhouwer Ousmane sOw (foto) en de Nigeriaanse fotograaf James irOha uchechukwu ontvangen ieder een laureaat van m 25.000. De hoofdprijs van m 100.000 gaat naar de Indiase schrijver Indira Goswami. Het thema van de Prins Claus-prijs was dit jaar het menselijk lichaam. De uitrei-king van de prijs is op 3 december in het Muziek gebouw aan ’t IJ in Amsterdam.• De Zambiaanse president Levy mwa-nawasa is op 18 augustus overleden aan de gevolgen van een beroerte. Hij was (vooral in het Westen) geliefd door zijn strijd tegen de corruptie in zijn land en zijn kritiek op de Zimbabwaanse president Mugabe. Ook wist hij veel bui-tenlandse investeringen binnen te halen. Mwanawasa werd 59 jaar.

• De Zuid-Afrikaanse rechter navanet-hem PiLLay is voorgedragen als nieuwe VN-commissaris voor de Mensenrechten in Genève. Dat maakte VN-Secretaris-Generaal Ban Ki-moon bekend. Pillay werd in 1967 de eerste vrouwelijke advocaat van Natal. Nadat ze jarenlang optrad als verdedigster van verschillende anti-apartheidsactivisten, werd ze in 1995 benoemd als rechter. Ze verwierf onder andere bekendheid met haar optreden in het Rwanda-tribunaal.• De Amsterdamse zangeres emPress BLack OmOLO staat voor een Afrikaanse doorbraak. Onlangs rondde de 18-jarige reggaemuzikante een succesvolle toernee door het westen van Kenia af. In oktober komt Omolo’s nieuwste CD uit, daarna volgt een grote toernee door de rest van het land. Lokale media spreken van een ‘teenage reggae sensation’, en kunnen niet wachten tot het zover is.

FOTO

: BéA

TRIC

E SO

ULé

De kaart van afrika

Page 7: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 7

de zimbabwaanse ontwerper chaz maviyane-davies staat bekend als “the guerilla of graphic design” en ontwerpt al tientallen jaren sterk politiek en sociaal bewogen pos-ters. door het veranderende poli-tieke klimaat in zimbabwe zag hij zich enige jaren geleden gedwon-gen naar amerika te vluchten. daar doceert hij tegenwoordig aan het Massachusetts College of Art in Bos-ton. Hij levert nog steeds commen-taar op misstanden in zimbabwe en de rest van de wereld. maviya-nes werk wordt in de hele wereld geëxposeerd.

Posterguerilla

even buiten de hoofdstad gaborone is onlangs het eerste operagebouw van Botswana geopend. een omgebouwde garage doet overdag dienst als restaurant maar verandert ’s avonds in een theater waar maximaal 60 toeschouwers op live operauitvoeringen worden getrakteerd. met een cast van lokale, vaak onge-schoolde talenten staan de komende jaren verschillende, vooral italiaanse opera’s op het programma.de initiatiefnemer van het project is de schots-zimbabwaanse schrijver alexander mccall smith, bekend van de misdaadboe-ken rond het No. 1 Ladies’ Detective Agency, die zich afspelen in Botswana. tijdens één van zijn bezoeken aan Botswana raakte mccall smith onder de indruk van de grote hoeveelheid klassiek zangtalent in het

land. Pogingen om de grootste talenten naar het conservatorium van kaapstad te sturen strandden door de gebrekkige vooropleiding van veel zangers. ook was er weinig ervaring met het formeel uit-voeren van muziek, gezien het geringe aantal theaters in Botswana. Hier is nu verandering in gekomen. Het nieuwe operagebouw, The No. 1 Ladies’ Opera House, is nu een paar maanden geopend en is een doorslaand succes. naast operauitvoeringen worden er ook klassieke concerten gegeven. Het operage-bouw is inmiddels een attractie van for-maat geworden in het verder als niet erg opwindend bekend staande gaborone.

Nr. 1 Ladies Opera House

ILLU

STRA

TIE:

CH

AZ M

AVIY

ANE-

DAV

IES

soundbite

na jaren van onduidelijkheid heeft de europese commissie onlangs eindelijk besloten dat vruchten van de baobab-boom legaal naar europa mogen worden geëxporteerd. ontwikkelingsorganisaties maakten zich al lang sterk voor legalisatie. volgens een rap-port van het Britse natural resources institute kan de handel in baobab-vruchtvlees miljoenen afrikanen aan een inkomen helpen. Baobabs groeien overal, en de vruchten zijn gemakkelijk te plukken. Het vruchtvlees is volgens experts ook nog eens erg gezond. als alles volgens plan verloopt liggen de eerste baobab-produkten binnen een paar maanden in de nederlandse winkels.

Baobab mag Fort Europa in

FOTO

: AFP

/GEO

RGES

GO

BET

FOTO

: MAT

S Ö

GRE

N

Page 8: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/20088

De kaart van afrika

FOTO

’S: N

ANA

KOFI

ACq

UAH

/KIT

Het ghanese stadje elmina heeft een flinke opknapbeurt gekregen. in het kader van 300 jaar diplomatieke betrekkingen tussen europa en ghana stak de europese com-missie ongeveer twee miljoen euro in deze voormalige doorvoerhaven van de neder-landse slavenhandel. Het voornaamste doel was om het toerisme aan te wakkeren.

om dit te bereiken zijn tientallen panden in hun oude luister hersteld. naast twee historische forten staan er ook nog veel zeventiende- en achttiende-eeuwse koop-manshuizen in elmina.Het kit bracht een boek uit over de werk-zaamheden: Elmina, building on the past to create a better future.

Het voormalige huis van de Nederlandse goudhandelaar Albert Vialla, gebouwd in de achttiende eeuw, voor en na de restauratie.

Opgeknapt

qw

Page 9: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 9

Benin is de geboorteplaats van voodoo. in het stadje abomey worden we aangespro-ken door marc, een gladde jonge man met een beduimelde reisgids in de hand. goed, zeggen we, we huren je in als gids op voor-waarde dat je ons naar een medicijnman brengt. een echte. geen probleem, zegt marc. ‘willen jullie iemand die gespeciali-seerd is in amuletten of iemand die drankjes maakt waarmee je anderen kunt beheksen?’ nee, zeggen wij, we willen naar een liefdesdokter. marc komt ons de vol-gende ochtend ophalen. met zijn drieën op de motor hobbelen we over zandpaden in de bush. we stoppen bij een compound en lopen door de poort naar een huisje met een strooien dak waaraan dichtgeknoopte zwart plastic zakjes bungelen. de liefdesdokter is een zachtaardige man in het pyjama-achtige pak dat alle Beninese mannen dra-gen. Het zijne heeft een lipstickprint. Hij wil beginnen, maar bedenkt zich en overlegt met marc. Het is beter, zeggen ze, als we eerst de fetishes gaan begroeten.we volgen hen naar een binnenhofje met drie stoelen en een vloer van aangestampte aarde waarop mierenvleugels glinsteren. zijn we met open ogen in een toeristenval gelopen? ineens klinkt de heldere zangstem van een kind. een halfnaakte jongen stapt door een opening in de muur, gevolgd door tien andere mensen die zo voorovergebogen lopen dat we hun gezicht niet kunnen zien.

Hun ontblote bovenlijf is ingesmeerd met olie en ze houden hun blik op de grond gericht terwijl ze een welkomstlied zingen en voor ons op de knieën vallen. ‘dit zijn de fetishes’, is het overbodige commentaar van marc. de rest van zijn uitleg gaat verloren want we zijn te ontzet om nog te luisteren. een stevige man in een adidas-trainingspak verschijnt en neemt ons op met een neer-buigende glimlach. ‘willen jullie nu een dans zien,’ vraagt hij. verschrikt kijken we elkaar aan. ‘nee, dank u, we komen voor de liefdesdokter.’ ‘maar u moet de dans zien,’ zegt de man. ‘dat is

afrikaanse cultuur.’ ik por marc in zijn zij en fluister hem het aanbod beleefd af te slaan. de man blijft aandringen. na enkele minu-ten gekibbel wint marc het pleit. al zingend stommelen de fetishes weer door het gat in de muur, en we mogen terug naar de hut van de liefdesdokter. die trekt het boven-stuk van zijn pyjamapak uit en haalt kralen en schelpensnoeren tevoorschijn. Het toe-komstig geluk dat hij me voorspelt, houd ik voor mezelf. ik kan wel vertellen dat ik voor-lopig niet zal trouwen. (Pauline Bax)

Liefdesdoktervoetnoot

FOTO

: GEO

RGE

OSO

DI/

REPO

RTER

S/AS

SOCI

ATED

PRE

SS

in kaapstad gaat tussen 12 september en 12 oktober een speciaal radiostation de lucht in waarop muzikanten uit alle delen van afrika een kans krijgen zich te laten horen. onder andere de illustere Bibi tanga (foto) uit de centraal-afri-kaanse republiek zal acte de présence geven. Het radiostation maakt deel uit van het Pan African Space Station, een muziekfestival dat begin oktober plaats-vindt in de zuid-afrikaanse stad. de organisatoren, waaronder ntone edjabe (geinterviewd in het voorjaarsnummer van zam), willen door zo hard mogelijk de publieke ruimte in te tetteren een tegengeluid geven na de xenofobische rel-len die eerder dit jaar plaatsvonden in enkele grote steden in zuid-afrika. Bij deze rellen vonden tientallen buiten landers de dood en werden duizenden uit hun huizen verdreven. meer informatie over het Pan African Space Station is te vinden op www.liquidfridge.co.za

Pan African Space Station

FOTO

: CAR

LY LE

BORG

NE

Page 10: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200810

Ze grijnzen en krijsen, ‘muizen of ratten op een paleisetage, uitgewrongen zakken varkensvet’.

Uit afkeer van deze blanke beschrijving van zwarten schreef Chinua Achebe vijftig jaar

geleden Things fall apart. Niemand geloofde toen dat een roman geschreven door een

Afrikaan ooit zou verkopen. TeKST: rUTH franKLin, VerTaLing: ricHarD HengeVeLD

foto

: ©PY

KE

CHINUA ACHEBEPATRIARCH

Page 11: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 11

Achebe thuis in Annandale-on-Hudson

Page 12: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200812

De igbo in nigeria vertellen een mythe waarin de mensen op een goed moment besluiten een boodschapper te sturen naar de oppergod chuku met de vraag of de doden mogen terugkeren naar

het leven. een hond wordt verkozen tot boodschapper. maar de hond

doet er te lang over, en een pad, die alles heeft afgeluisterd, bereikt chuku

als eerste. De pad wil de mens straffen en draait daarom het verzoek om: hij zegt

tegen chuku dat de mensen na hun dood niet meer op aarde willen terugkomen. De god zegt dat hij aan hun wens tegemoet zal komen en wil, als de hond met het echte bericht aankomt, zijn besluit niet meer veranderen. zo kunnen de mensen sindsdien wel opnieuw worden geboren, maar alleen in een andere vorm. De nigeriaanse romanschrijver chinua achebe haalt deze mythe, die in heel afrika in honder-den versies voorkomt, uitvoerig aan in een van zijn essays. De boodschapper is ook wel eens een kameleon, een hagedis of nog een ander dier, schrijft achebe; soms verandert het bericht niet door boze opzet maar per ongeluk. maar de structuur is altijd hetzelfde: mensen vragen om onsterfelijkheid, de god is bereid die te ver-lenen, maar iets loopt mis en het geschenk gaat voor altijd verloren. achebe: ‘alsof de voorva-deren die de taal hebben gemaakt, en die wis-ten uit welke dierlijke staat het gebruik daar-van hen had verlost, ons willen vertellen: blijf met je handen af van datgene waarvoor taal is bedoeld! Want als je met taal gaat knoeien, als deze wordt losgemaakt van de waarheid (…), dan moet je niet verbaasd staan als nieuwe verschrikkingen het mensdom overvallen.’De mythe bevat nog een les – een die essentieel is geweest voor de carrière van achebe, die wel de ‘patriarch van de afrikaanse roman’ wordt genoemd: er schuilt een gevaar in het ver-trouwen op een ander die voor jou het woord doet; je kunt er alleen op vertrouwen dat je boodschap correct overkomt als je met je eigen stem spreekt. met zijn meesterwerk Things fall apart, een van de eerste fictiewerken waarin het dorpsleven in afrika wordt gepresenteerd vanuit afrikaans perspectief, maakte achebe een begin met het literair heroveren van de geschiedenis van zijn land op generaties koloniale schrijvers. Het in vijftig talen ver-taalde werk verscheen vijftig jaar geleden,

en er zijn meer dan tien miljoen exemplaren van verkocht.gedurende zijn hele schrijversleven, dat vijf romans, verhalen- en poëziebundels en talloze essays en lezingen omvat, heeft achebe conse-quent het recht van afrikanen bepleit om hun eigen verhaal te vertellen op hun eigen manier, en gevochten tegen de voorstelling van zaken door europese schrijvers. maar hij was niet gekant tegen elke europese invloed; hij koos ervoor niet in zijn eigen igbo-taal te schrijven, maar in het engels, een taal die, zoals hij eens zei, ‘ons is opgedrongen door de geschiede-nis’. in een land met meer dan één voornaam-ste taal en meer dan ruim vijfhonderd talen minder belangrijke, was het een praktische en politieke noodzaak één taal tot lingua franca te maken. Voor achebe was het ook een artistieke noodzaak, een manier om uitdrukking te geven aan zijn voortdurende thema: de botsing der beschavingen.

Achebe werd in 1930 geboren als albert chinualumogu achebe in igboland in het zuid-oosten van nigeria. zijn eerste voornaam, een ‘eerbetoon aan het Victoriaanse engeland’, liet hij vallen toen hij op de universiteit zat. ezenwa-Ohaeto, auteur van de eerste uitvoe-rige biografie van achebe, schrijft dat de jonge chinua opgroeide op een ‘kruispunt van cul-turen’: zijn ouders waren bekeerde christenen, maar andere familieleden praktiseerden het traditionele igbo-geloof en aanbaden een hele verzameling goden, waarbij ieder mens wordt geleid door zijn eigen persoonlijke geest, zijn ‘chi’. achebe werd geboeid door de ‘heidense’ godsdienst van zijn buren. ‘afstand scheidt niet, maar brengt samen, zoals de noodzake-lijke stap achteruit die de kunstkenner zet om een doek op de juiste manier in zijn geheel te bekijken’, stelde hij later vast.

Thuis sprak de familie igbo, of ibo, maar achebe begon rond zijn achtste op school engels te leren en werd spoedig toegelaten tot een door kolonisten gedreven kostschool. aangezien de studenten uit verschillende regio’s kwamen, moesten zij ‘hun diverse moedertalen opzij zet-ten en communiceren in de taal van hun kolo-nisators’, schrijft achebe. Hier kwam hij voor het eerst in aanraking met koloniale klassie-ken als Prester John, John Buchans roman over een Britse avonturier in zuid-afrika, met de

Page 13: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 13

beroemde passage: ‘ziedaar het verschil tussen blank en zwart: de gave van verantwoordelijk-heid.’ in zijn essay ‘african Literature as resto-ration of celebration’ schreef achebe: ‘ik zag mijzelf aanvankelijk niet als afrikaan. (…) De blanke was goed en verstandig en intelligent en moedig. De wilden die zich tegen hem ver-zetten, waren boosaardig en dom, of hoogstens sluw. ik had de pest aan ze.’ Op het University college in ibadan liep achebe aan tegen de roman mister Johnson van de engels-ierse schrijver Joyce cary, die enige tijd in nigeria had doorgebracht als koloniaal amb-tenaar. Het boek werd door Time geprezen als ‘de beste roman ooit over afrika geschreven’. maar achebe was inmiddels ouder en ver-eenzelvigde zich niet meer met de imperialis-ten. met ontzetting nam hij kennis van cary’s beschrijving van zijn geboorteland en de inwo-ners daarvan. in cary’s schildering ‘[leefden de] jaloerse wilden (…) als muizen of ratten op een paleisetage’; dansers ‘grijnzen, krijsen, werpen dreigende blikken, of lijken een volkomen ver-ward gezicht op te zetten, idioot, niet mense-lijk, als uitgewrongen zakken varkensvet.’ met name in het beeld van zwarten als ‘niet mense-lijk’, een gebruikelijke stijlfiguur in de koloniale literatuur, bespeurde achebe een gevaar. ‘Het drong langzamerhand tot me door dat hoewel fictie zonder twijfel gefingeerd is, deze ook waar of onwaar kan zijn, niet met de waarheid of de onwaarheid van een nieuwsbericht, maar wat onbevooroordeeldheid, intentie, inte-griteit betreft’, schreef hij later. Dit geloof in de morele macht van fictie ging een wezenlijk deel uitmaken van zijn visie op de afrikaanse literatuur.

‘Okonkwo was vermaard in al de negen dor-pen en zelfs daarbuiten.’ Vanaf de eerste zin in Een wereld valt uiteen – achebes eerste roman – bevinden we ons op onbekend terrein. Wie is die Okonkwo die iedereen kent? Waar zijn deze negen dorpen? achebe begon aan het boek hal-verwege de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen hij naar Lagos verhuisde om bij radio nigeria te gaan werken. in 1958, toen hij het manuscript voorlegde aan uitgeverij William Heinemann, wist niemand daar wat hij ermee aan moest. alan Hill, directeur van het bedrijf, herinnert zich de aanvankelijke reactie: ‘zou er iemand bestaan die een roman koopt geschre-ven door een afrikaan? We hadden geen enkel

voorbeeld.’ Dat was niet helemaal waar: de nigeriaanse schrijvers amos Tutuola en cyprian ekwensi hadden in de tien jaar daarvoor al romans uitgebracht. maar de roman was als afrikaanse vorm nog zeer jong en Een wereld valt uiteen vertegenwoordigde een nieuwe aanpak, met een fantastische schildering van de botsing van oude en nieuwe levenswijzen. Het verhaal is gesitueerd in een fictieve groep igbo-dorpen, ‘Umuofia’, ergens rond het begin van de twintigste eeuw. Het boek begint met een episodische, bijna droomachtige kroniek van het dorpsleven aan de hand van de familie van Okonkwo. De jongen ikemefuna is net van buiten Umuofia bij hen komen wonen en ont-wikkelt zich spoedig tot een broer voor Okonk-wo’s zoon nwoye (ikemefuna’s vader heeft een vrouw uit Umuofia vermoord, en de dorpsge-noten hebben ingestemd met een maagd en een jongeman als schadeloosstelling). in de loop van de volgende drie jaar volgt het verhaal de familie van Okonkwo door oogstseizoenen, religieuze festivals en huiselijke twisten. De taal is rijk aan metaforen, ontleend aan de ervaringswereld van de dorpsbewoners: ike-mefuna ‘groeide snel, als een yamrank in de regentijd, en was vol levenssap.’ Ook de dialo-gen zijn aforistisch en zitten vol toespelingen. ‘Bij de ibo staat de kunst van het converseren hoog aangeschreven, en spreekwoorden zijn de palmolie waarmee woorden gegeten worden’, licht de verteller toe (de lezer heeft weet dan al gezien dat palmolie wordt gebruikt om meer smaak te geven aan de yam, het voornaamste voedsel van de dorpsbewoners). De pastorale setting ten spijt is er niets idyllisch aan deze schildering van het dorpsleven. Valt de yamoogst slecht uit, dan lijden de dorps-bewoners honger. Van zuigelingen wordt niet verwacht dat zij de volwassenheid halen – pas na zijn zesde jaar wordt van een kind gezegd dat ‘het besloten heeft te blijven’. er bestaan

wrede gewoontes: pasgeboren tweelingen worden vanuit de gedachte dat er demonen in hen huizen in de bush ‘gegooid’. De igbo wor-den niet gepresenteerd als museumstukken – hun gedrag mag niet altijd vertrouwd zijn, hun emoties zijn dat wel. in een centrale scène leidt een groep mensen, onder wie Okonkwo, ikeme-funa het dorp uit nadat het plaatselijke orakel heeft bepaald dat hij moet worden gedood. De jongen denkt dat hij eindelijk naar huis gaat, en hij maakt zich ongerust of zijn moeder er wel zal zijn om hem te verwelkomen. Om rustig te blijven neemt hij zijn toevlucht tot een spel uit zijn kinderjaren:

Hij zong [een liedje] in stilte, en liep op de maat van het lied. als het liedje eindigde op zijn rech-tervoet, dan leefde zijn moeder nog. als het op zijn linkervoet eindigde was ze dood. nee, niet dood maar ziek. Het eindigde rechts. ze leefde en was gezond. Hij zong het liedje opnieuw, en het eindigde links. maar de tweede keer gold niet. De eerste stem gaat naar chukwu, of gods huis. Dat was een lievelingsgezegde van kinderen.

TrAdiTie bindT mensen TezAmen, maar drijft hen ook uit elkaar. Toen nwoye erachter kwam dat zijn vader ikemefuna had gedood, ‘leek iets in hem te breken, als het knappen van een strakgespannen boog’. als de eerste zen-delingen aankomen, sluiten degenen die het meest onder de dorpscultuur hebben geleden zich als eersten bij de kerk aan. Tot Okonkwo’s verbijstering is nwoye een van hen. De zen-delingen weten weliswaar niets van de plaat-selijke gebruiken, maar ze zijn niet allemaal slecht: één in het bijzonder behandelt de dorps-bewoners met eerbied. maar andere tonen wei-nig belangstelling voor hun manier van leven. ‘Begrijpt de witte man onze gebruiken ten aan-zien van grond?’, vraagt Okonkwo, in verwar-

‘�Engels,�een�taal�die,�zoals�hij�eens�zei,�ons�is�opgedrongen�door�de�geschiedenis’

Page 14: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200814

ring geraakt, aan een vriend. ‘Hoe kan dat als hij niet eens onze taal spreekt?’, antwoordt de ander. in het slothoofdstuk van het boek neemt de stem van de kolonisator de zaak over; de stilte die deze omringt, spreekt voor zich.

wesTerse recensenTen loofden achebes gedetailleerde schildering van het leven van de igbo, maar ze zeiden weinig over de lite-raire kwaliteiten van het boek. The New York Times schreef verschillende keren de naam van Okonkwo fout en jammerde over het ver-dwijnen van de ‘primitieve samenleving’. The Listener schreef lovend over achebes ‘heldere en stevige stijl, vrij van het dandyisme waar negerauteurs nogal eens een handje van heb-ben.’ andere recensenten waren openlijk vijan-dig. ‘Wil de romanschrijver achebe soms terug naar de stompzinnige tijden van zijn grootva-der, in plaats van de moderne baan te houden die hij heeft bij de radio in Lagos?’, schreef de Britse journalist Honor Tracy. in een bespreking van achebes derde roman, Pijl van God (arrow of god, 1964), die thematisch een drieluik vormt met Een wereld valt uiteen en Weerzien met vreemden (no Longer at ease, 1960), klei-neerde een andere criticus de taal van het boek als ‘folkloretaaltje’. Dat was een uiting van grotesk wanbegrip. in zijn essay ‘The african Writer and the english Language’ uit 1965 legt achebe uit dat hij nooit de wens heeft gekoesterd engels te schrijven als een native speaker van die taal. een afrikaanse schrijver zou juist ‘moeten streven naar het tot stand brengen van een engels dat én universeel is én zijn unieke ervaring kan overdragen’. Om dit te demonstreren citeert hij verschillende regels uit Pijl van God. ezeulu, de belangrijkste priester van het dorp, wil graag meer weten van de activiteiten van de nieuwe zendelingen in het dorp:

Ik wil dat een van mijn zonen zich bij die men-sen aansluit en daar mijn oog is. Als ze niets te bieden hebben moet je terugkomen. Maar als ze wel wat te bieden hebben, moet je mijn aandeel mee naar huis nemen. De wereld is als een mas-kerspel, een dans. Als je dat goed wilt zien blijf je niet op één plaats staan. Mijn geest zegt me dat zij die vandaag geen vriendschap sluiten met de blanke, morgen “als we dat geweten hadden!” zullen zeggen.

achebe herschrijft vervolgens deze passage, onder handhaving van de inhoud maar ont-daan van de stijl:

Ik stuur jou als mijn afgezant onder deze men-sen – voor de zekerheid, voor het geval de nieuwe godsdienst tot bloei komt. Wie niet wil achter-blijven moet wel met zijn tijd meegaan. Ik heb zo het idee dat degenen die geen modus vivendi met de blanke bereiken, achteraf spijt zullen krij-gen van hun gebrek aan een vooruitziende blik.

Door het inzetten van uiterst gangbare zins-wendingen uit het engels op een ongebruike-lijke manier in te zetten, drukt achebe uit hoe weinig eigen deze taal is voor zijn persona-ges. De door ezeulu gebruikte uitdrukkingen – ‘mijn oog zijn’, ‘mijn aandeel mee naar huis nemen’ – komen niet exact terug in achebes ‘vertaling’. en wat een kloof tussen ‘mijn geest zegt me’ en ‘ik heb zo het idee’! in hetzelfde essay schrijft achebe dat om het volle gewicht van de afrikaanse ervaring te kunnen dragen, ‘een nieuw engels nodig is, dat nog volledig in contact staat met zijn voorouderlijk huis maar dat is aangepast om het geschikt te maken voor zijn nieuwe afrikaanse omgeving.’ Of zoals hij later stelde: ‘Laat niemand zichzelf voor de gek houden door het feit dat het misschien engels is wat we schrijven, want we zijn van plan daar ongekende dingen mee te doen.’

Achebes ideeën over het engels ondervon-den nog geen brede bijval. Op een conferentie over afrikaanse literatuur in 1962 in Oeganda, bijgewoond door opkomende figuren als de nigeriaanse dichter en toneelschrijver Wole Soyinka en de Keniaanse romanschrijver James ngugi, probeerden de aanwezige schrijvers vergeefs vast te stellen wat ‘afrikaanse litera-tuur’ is; ze konden niet beslissen of de definitie

nu moest worden opgehangen aan de nati-onaliteit van de schrijver of aan de inhoud. na afloop publiceerde de criticus Obi Wali een artikel waarin hij beweerde dat de afri-kaanse literatuur was ‘doodgelopen’, en alleen weer op gang kon komen als ‘deze schrijvers en hun vroedvrouwen in het Westen het feit accepteren dat de ware afrikaanse literatuur moet worden geschreven in afrikaanse talen’. ngugi was het daar uiteindelijk mee eens: hij schreef vier romans in het engels, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw nam hij zijn gikuyu-naam aan, ngugi wa Thiong’o, en beloofde plechtig alleen nog in het gikuyu te schrijven, zijn moedertaal, omdat hij het engels zag als ‘geestelijke onderwerping’.Op de conferentie las achebe het manuscript van ngugi’s eerste roman, Weep Not, Child. Hij beval deze aan bij uitgeverij Heinemann, die hem snel daarna vroeg als redacteur voor haar serie ‘african Writers’. achebe zou deze positie, onbezoldigd, tien jaar lang bekleden. Onder de schrijvers van wie onder zijn leiding werken het licht zagen bevinden zich flora nwapa, John munonye en ayi Kwei armah – die zich alle drie zouden ontpoppen als belangrijke exponenten van de opkomende afrikaanse literatuur. alan Hill van Heinemann heeft later gezegd dat de reeks kon voortbestaan dankzij de ‘fantastische verkoop’ van achebes boeken. maar de aantrek-kingskracht van het engels draaide niet louter om het geld. een grote roman, heeft achebe later aangevoerd, ‘verandert de toestand in de wereld’. igbo, gikuyu of fante konden geen aanspraak maken op invloed wereldwijd; het engels kon dat wel.

na het bereiken van de onafhankelijkheid in 1960 brak voor nigeria een turbulente periode aan. Politieke turbulentie was in nigeria aller-minst hypothetisch. na het bereiken van de

‘�Spreekwoorden�zijn�de�palmolie�waarmee�woorden�worden�gegeten’

Page 15: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 15

onafhankelijkheid in 1960 stapte het land een langdurige periode binnen van maatschappe-lijke beroering. in 1967, na twee staatsgrepen die tot een golf van genocide tegen de igbo leidden, riep igboland de onafhankelijkheid uit als republiek van Biafra. achebe zelf werd doel-wit van het geweld: zijn roman Een zoon van zijn volk (a man of the People, 1966), een poli-tieke satire, had de staatsgreep zo nauwkeurig voorspeld dat sommigen dachten dat de schrij-ver deel uitmaakte van de samenzwering. Hij zette zich volledig in voor de Biafraanse zaak. een tijd lang schreef hij geen fictie meer, maar omhelsde hij de poëzie – ‘kort, intens, beter passend bij mijn gemoedstoestand’. achebe reisde naar Londen om bredere bekendheid te geven aan de oorlog en in 1969 hielp hij bij het opstellen van een officiële verklaring met als titel ‘Principles of the Biafran revolution’.maar de jonge natie kwijnde weg; wegen en havens werden door het door engeland gesteunde nigeriaanse leger geblokkeerd. Tegen de tijd dat Biafra zich in 1970 definitief moest overgeven, stond het geschatte doden-tal onder de igbo op tussen de één en drie mil-joen. Op het hoogtepunt van de hongersnood berichtte conor cruise O’Brien in The New York Review of Books dat er dagelijks vijf- tot zes-duizend mensen – ‘vooral kinderen’ – stierven. De slachtoffers waren te herkennen aan de onmiskenbare tekenen van eiwittekort, plaat-selijk aangeduid als kwashiorkor: opgezwol-len buiken, een bleke huid en roodachtig haar. achebes gedicht ‘a mother in a refugee camp’ beschrijft de pogingen van een vrouw om voor haar kind te zorgen:

Ze pakte uit hun bundeltje bezittingenEen gebroken kam en kamdeHet op zijn schedel achtergebleven roestkleurige haar. Waarna ze – neuriënd in haar ogen – er omzich-tig een scheiding in begon te maken.In hun eerdere leven was dit misschien een dagelijks werkje, van geen belang Voor zijn ontbijt en school; nu deed ze het Alsof ze bloemen neerzette op een grafje.

heT inTense verdrieT van Biafra deed de nigeriaanse samenleving op haar grondvesten schudden en leidde tot decennia van politieke onrust. achebe nam de gelegenheid te baat om tijdelijk afstand te houden: begin jaren

zeventig doceerde hij enige tijd in de Verenigde Staten. in deze jaren, naarmate duidelijk werd hoeveel gewelddadigheid er in potentie ook na de onafhankelijkheid aanwezig was, vatte hij het plan op om de koloniale erfenis met nog grotere kracht aan te pakken. in essays en lezin-gen voer hij uit tegen wat hij ‘kolonialistische kritiek’ noemde – de bewuste of onbewuste ontmenselijking van afrikaanse karakters, het beeld van de afrikaanse schrijver als ‘europe-aan die onaf is, die met geduldige begeleiding ooit volwassen zal worden’, de veronderstel-ling dat economische onderontwikkeling gelijk opgaat met gebrek aan intellectuele verfijning (‘toon mij de infrastructuur van een volk, zegt u, en ik zal u zeggen hoe hun kunst is’). Het maakte hem razend als hij zag hoe wijdver-breid een dergelijke houding nog was. een stu-dent die hoorde dat achebe afrikaanse litera-tuur doceerde, liet zich tussen neus en lippen ontvallen dat hij ‘er nooit bij had stilgestaan dat afrika zoiets had’. achebe verhaalt deze anekdote in het essay ‘an image of africa: racism in conrad’s Heart of Darkness’ uit 1977. Hij onderzoekt daarin con-rads beschrijvingen van ‘wilden’, en laat zien dat de roman niet de imperialistische construc-ties ondermijnt, maar er juist het slachtoffer van is. marlow, de verteller van het verhaal, beschrijft de afrikanen als ‘niet onmenselijk’, en vervolgt: ‘Weet u, dat was nog het ergste – dat vermoeden dat ze niet onmenselijk zijn.’ en toch hebben de zwarten in de roman geen naam en geen gezicht, bestaat hun taal uit nauwelijks meer dan gegrom en wordt ervan uitgegaan dat het kannibalen zijn. De enige verklaring hiervoor, concludeert achebe, is ‘klinkklaar racisme’. Velen hebben hiertegen ingebracht dat achebe de vertelling van conrad wel erg eenvoudig weergeeft: Hart der duister-nis is een verhaal binnen een verhaal, verteld door de hoogst onbetrouwbare stem van mar-low, en de roman is op zijn minst dubbelzinnig als het om het imperialisme gaat. De schrijver caryl Phillips stelt de vraag of ‘het niet bela-chelijk is van conrad te eisen dat hij een beeld schept van een afrikaanse menselijkheid dat volkomen uit de pas loopt met zowel de tijd waarin hij leefde [conrads boek verscheen in 1902, red.] als met de bredere tendens van zijn roman?’ maar zelfs als er een rechtvaardiging is aan te voeren voor de methoden van conrad, school de betekenis van achebes essay erin dat

zo’n rechtvaardiging nu noodzakelijk werd: hij maakte het onmogelijk de bedenkelijke kant van conrads kijk op de zaken te negeren. in tegenstelling tot het europese modernisme, dat in de greep is van het l’art pour l’art (een begrip dat hij ooit, op kenmerkend botte wijze, ‘weer zo’n reukloos gemaakte hondendrol’ heeft genoemd), heeft achebe altijd een soci-aal en politiek gemotiveerde literatuur voorge-staan. De literatuur was medeplichtig aan het kolonialisme, zegt hij; laten we haar dan óók inzetten om de geesten van het kolonialisme uit te drijven. ‘Literatuur is voor ons geen luxe. Het is een kwestie van leven en dood, want we zijn bezig een nieuwe mens te vormen’, verklaarde hij in 1980 in een gesprek. zijn jongste roman, Termietenheuvels in de savanne (anthills of the Savannah, 1987), is duidelijk uit dit hout gesne-den. Het boek volgt een groep vrienden die deel uitmaken van het bewind van het West-afri-kaanse land Kangan, waarvoor onmiskenbaar nigeria model heeft gestaan. Sam, die in een staatsgreep aan de macht is gekomen, stuurt de natie rap in de richting van een dictatuur. als chris, de minister van Voorlichting, weigert Sams kant te kiezen tegen ikem, de hoofdredac-teur van de door de regering gecontroleerde krant, keert zich de woede van de regering met volle kracht tegen de twee. Het boek haalt het artistiek gezien niet bij Een land valt uiteen of Pijl van God, maar het houdt zich bezig met het wezen van de corruptie en het idealisme in de afrikaanse politiek.

Achebe hAmerT erop dat de afrikaanse roman naar vorm en inhoud een inheemse creatie dient te zijn. Dit standpunt heeft hem ertoe gebracht andere schrijvers te bekritise-ren die hij te weinig politiek betrokken acht, in het bijzonder ayi Kwei armah, wiens roman De tijd is nog niet rijp (The Beautyful Ones are not Yet Born, 1968) een ijzingwekkende aanblik beschrijving geeft van postkoloniaal ghana. De roman begint met het beeld van een man in een bus, slapend met zijn ogen open. Straten en gebouwen zitten onder het huis-vuil, slijm en uitwerpselen. Onder de smerige oppervlakte zijn de structuren rot tot op het bot. armahs roman kreeg enthousiaste kritie-ken als levendige weergave van de teleurstel-ling over de nieuwe politiek van dit land onder Kwame nkrumah. maar achebe vindt armahs ‘afstandelijke houding’ nauwelijks beter dan

Page 16: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200816

AfrovibesTussen 26 september en 6 oktober vindt afrovibes-festival plaats. Tegen inlevering van deze bon krijgt u m2,50 korting op één van de voorstellingen (met uitzondering van de Kliptown Stories, 5 oktober in frascati). maximaal twee kaartjes met korting per bon, niet geldig in combinatie met andere acties.

die van Joyce cary, en maakt vooral bezwaar tegen armahs existentialisme, dat hij een ‘buitenlandse metafoor’ noemt voor ghana’s kwaal. erger nog, armah heeft gezegd: ‘ik ben geen afrikaanse schrijver, ik ben schrijver’. Dat noemt achebe zoveel als ‘het toegeven van je nederlaag’.

is heT een te grote utopie, het idee dat de afrikaanse roman gewoon zou kunnen bestaan als roman, ontheven van zijn maatschappelijke en opvoedkundige opdracht? achebe heeft heftige kritiek geuit op de degenen die zoe-ken naar ‘het universele’ in de afrikaanse fic-tie; westerse fictie wordt volgens hem nooit langs zo’n meetlat gelegd. maar als achebe zo hamert op het vastpinnen van schrijvers op hun etnische banden, verengt hij de zaak tot op zekere hoogte. Wie zegt dat een literair werk nationale grenzen overstijgt, doet niets af aan de morele of politieke waarde ervan.

in 1990 rAAkTe Achebe verlAmd na een ernstig auto-ongeval. artsen raadden hem aan naar de Verenigde Staten te komen voor behan-deling, en sindsdien doceert hij daar aan de Bard University. Die hele periode heeft hij maar één boek gepubliceerd, Home and Exile, een korte verzameling essays, hoewel hij aan een nieuwe roman schijnt te werken. maar achebe mag dan grotendeels zijn gestopt met wer-ken, een nieuwe generatie schrijvers heeft zijn oproep voor een nieuwe afrikaanse literatuur overgenomen en de meesten van daarvan heb-ben zijn voorbeeld gevolgd: ze hebben volledig gekozen voor het engels, ondanks de koloniale connotaties daarvan, maar daarnaast streven ze een afrikaanse literaire eigenheid na buiten het koloniale kader. en de prestaties van afri-kaanse schrijvers worden meer en meer erkend: Een halve gele zon (Half of a Yellow Sun) van chimamanda ngozi adichie, een ondraaglijke, buitengewone roman over de Biafra-oorlog, won vorig jaar de Britse Orange Prize. De ‘toestand in de wereld’, vijftig jaar na Een wereld valt uiteen, is minder sterk veranderd dan wenselijk is. maar op de kracht van ache-bes erfenis valt niets af te dingen. adichie heeft wel eens de herinnering opgehaald aan het moment waarop ze diens werk ontdekte, rond haar tiende. Tot die tijd, zei ze, ‘dacht ik dat mensen als ik nooit in een boek konden voor-komen’.

Ruth FRanklin (1974, VS) iS SEnior Editor bij The New Republic. rEcEntE ArtiKElEn VAn HAAr HAnd VErScHEnEn in The New YoRk Times book Review En GRaNTa.

Aanbiedingen van ZAM

10% korting van ZaM africa MagaZine

Chimamanda Ngozi AdichieEen halve gele zoniSBn 9789045015750. een prachtige nigeriaanse roman over morele ver-antwoordelijkheid, over het einde van de kolonisatie, over klasse en afkomst - en over de wijze waarop liefde alles kan compliceren. Bij Black Label krijgt u 10% korting op deze titel. Bezoek www.blacklabel.be of bestel direct op [email protected] onder vermelding van de zam-actie. normale prijs: m24,90zam-prijs: m22,50

E 2,50 korting van ZaM africa MagaZine

Richard de Nooy Zes beetwonden en een tetanusprikiSBn 9789038890715Het nieuwe boek van richard de nooy speelt zich af in het nederland en zuid-afrika van de jaren ’80. De hoofdpersoon probeert de bizarre en wrange levens van twee broers uit Johannesburg te reconstrueren. zam geeft vijf boeken weg. e-mail uw naam en adres vóór 1 december naar [email protected] en win een exemplaar.

Win ÉÉn van De viJf Boeken

Page 17: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 17

Esther BakkerDe bomen vliegen je om de oren iSBn 9789025418236. met het hele gezin naar Swaziland ver-huizen om ontwikkelingswerk te doen is niet eenvoudig. Het nieuwe boek van esther Bakker komt op 1 oktober uit. Tegen inle-vering van deze bon ontvangt u tot 31 december 2008 m2,– kor-ting bij de erkende boekhandel.actienummer: 901-56113normale prijs: m17,95zam -prijs: m15,95

Aanbiedingen van ZAM

E 2,– korting van ZaM africa MagaZine

Lieve Joris, De hoogvlaktesDe reis over de hoogvlaktes van congo is als een laatste hindernis die Lieve Joris moet nemen. Hier komen herinneringen aan haar jeugd in België met grote kracht naar boven. iSBn 9789045701837. Uitgeverij augustus.zam verloot 20 exemplaren. Stuur uw naam, adres en telefoonnum-mer per e mail vóór 1 december naar [email protected]

Chinua AchebeThings Fall ApartiSBn 9780435909888Het klassieke boek van de nigeriaanse schrijver achebe kwam dit jaar precies vijftig jaar geleden uit. Bij Black Label krijgt u 10% korting op deze titel. Bezoek www.blacklabel.be of bestel direct op [email protected] onder vermelding van de zam-actie.normale prijs: m13,50zam-prijs: m12,00

MinyeshuDire DawaVanaf 25 september is minyeshu op toernee door nederland. De veelgeprezen zangeres vierde grote successen in ethiopië en wist na haar vlucht naar europa een tweede glanzende carrière op te bouwen. zie www.minyeshu.nl voor meer informatie en concert-data. e-mail v oor 1 december uw naam en adres naar actie@zam-magazine en maak kans op haar nieuwste cD Dire Dawa.

10% korting van ZaM africa MagaZine

Chris HinzeAfrica Impressions Visual Concert chris Hinze maakt een multi -mediale tournee met afri-kaanse muzikanten door neder-land ter gelegenheid van zijn nieuwe cD africa impressions. Wilt u dit spektakel bijwonen? Dat kan via zam. e-mail uw naam en adres vóór 1 november naar [email protected] en maak kans op twee vrij-kaartjes voor het concert in de

amsterdamse kerk De Duif van 15 november. tWee keer tWee gratiS

concertkaartJeS

Win ÉÉn van De tWee cD’S

Win ÉÉn van De 20 Boeken

Page 18: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200818

Zwarte sluiers, paarse schoenen

WoordenOnder redactie van ingebOrg van beekum

bonganibongani has a sign saying‘Ugly with no money’i give him two rand ‘that’s a good sign. it’s true.’‘no. i’m not ugly. i just wrote that to make money.’ he stands on the corner of empire and melville every day. ‘why don’t you get a job?’ ‘i’ve got a job. i earn R200 a day here.’i’m flabbergasted, that’s more than i earnwriting these stupid stories. ugly with no money indeedaryan kaganOf

poëzie | Als schrijver, dichter, kunstenaar of filmmaker doet Aryan Kaganof hoe dan ook stof opwaaien. Kaganof ont-vluchtte zijn diensttijd in Zuid-Afrika en kreeg in 1984 politiek asiel in Nederland, waar hij in

1992 een Gouden Kalf won. Bundels van zijn hand: Drive Through Funeral (2003), The Free-dom Fighter (2004), Jou Ma Se Poems (2005) en The Ballad Of Sugar Moon and Coffin Deadly (2007). Meer van zijn hersenspinsels zijn te vinden op zijn veelzijdige - soms bizarre - website www.kaganof.com

Binnenkort verschijnt in tien landen The consequences of love van de Eritrese schrij-ver Sulaiman addonia. Deze liefdesroman over liefde gaat vooral over de kwetsbaar-heid van buitenstaanders in een religieuze dictatuur, waar alles dat goed en mooi en anders is kapot moet worden gemaakt.

Jeddah is een stad in Saoedi-arabië waar de huizen hoog reiken, de wegen glad zijn en luxe auto’s door de straten rijden. de jonge naser arriveert er met zijn broertje kort nadat zij de oorlog in het arme eritrea ont-vlucht zijn. Spoedig leert hij de schaduwkan-ten van de stad kennen. addonia beschrijft deze leerschool treffend. deprimerend en levensecht is zijn verslag van een samen-leving die zucht onder de gordel van een intolerante islam en zich zonder meer schikt in de strikte scheiding tussen mannen en vrouwen.Pure, oprechte, rechtstreekse gevoelens bestaan niet in Jeddah. zelfs de beste vrien-den worden gewantrouwd. Ook de islam dient slechts als voorwendsel, een manier om macht te verkrijgen en te behouden over anderen, zodat zelfs het beeld van Jeddah’s meest heilige man, de blinde imam, uitein-delijk moet worden bijgesteld: “His influence is immense. He has Allah’s ears as well as the government’s”.

tegenover de alledaagse corruptie van politieke en religieuze instituties staat de liefde, even onbedorven als onwaarschijnlijk. Op een dag krijgt naser een briefje voor zijn voeten geworpen van een vrouw in het zwart, waarna nog meer liefdesbetuigingen volgen. Ontmoetingen zijn onmogelijk maar zij weet een fundamentele beperking (de sluier, de onzichtbaarheid van alle vrouwen) te ondermijnen door op paarse schoenen over straat te gaan. daardoor is ze ook in de anonieme massa van zwarte abaya’s (sluiers) voor hem herkenbaar.nasser en ‘fiore’ (niet haar echte naam) bedenken meer van dit soort slimme trucs en weten lange tijd hun omgeving te mis-leiden. Ondanks de strenge kaders van de maatschappij en de illegaliteit van hun samenzijn, lukt het ze een serieuze, seksuele relatie te beginnen. maar hun poging om op eigen voorwaarden lief te hebben, is tot mislukken gedoemd. “All we had was Fiore’s room, with her father just yards away, the religious policemen patrolling Al-Nuzla street, and the blind imam preaching about the evil sins. The small kingdom we created (…) was as weak as if it were a castle built of sand.” de krachten die namens allah spreken, bundelen zich mee-dogenloos tegen de geliefden.

FOTO

: 6ar

goo2a

.net

fOtO

: th

embe

ka L

adu

ma

Page 19: 16739478-ZA0803-1

zam aFrica magazine 03/2008 19

eSSAYS | Een verzameling toeganke-lijke en scherpzinnige essays over het huidige Afrika en de relatie van het con-tinent met de rest van de wereld. Over het dagelijks leven van de verschillende mensen die de 53 landen van Afrika bewonen. Peter Vakunta, Cry my beloved Africa - essays on the postcolonial aura in Africa (Langaa, ISBN 9789956558735) Q 24,- Online bestellen: www.africabookcentre.com

VerHALen | Prijswinnend verhaal over een opbloeiende tienerliefde tussen twee meisjes die hun omgeving voor altijd zal beïnvloeden. Jambula Tree luidt een verzameling in van achttien verhalen door de beste schrijvers van het continent. Voor het eerst inclusief de vijf genomineerde verhalen die strij-den voor de volgende prijsuitreiking.Monica Arac de Nyeko, Jambula tree and other stories- the Caine Prize for African Writing, 8th annual col-lection (New Internationalist, ISBN 9781904456735), Q 13,99. Online bestellen: www.bol.com

inTerVieWS | “The interview lasted exactly 11 min 49 sec, and that included the time it took me to find a chair. Then, after a question about Mannenberg, he snapped: ‘I think this is not going any-where’.” Ondanks de 11 min 49 sec weet Fred de Vries een intrigerend portret te schetsen van jazzmusicus Abdullah Ibrahim. De start van een reeks grap-pige, scherpe interviews die de in Zuid-Afrika wonende Nederlander de Vries hield met bekende en minder bekende eigenzinnige muzikanten en artiesten. The Fred de Vries interviews – from Abdullah to Zille (Wits University Press, ISBN 9871868144693) Q 34,55. Online bestellen: www.vanstockum.nl

roMAn | Miano’ s indrukwekkende debuutroman over een verwoestende burgeroorlog. Wanneer Ayané na haar studie in Frankrijk terugkeert naar haar geboorteland, treft ze een nagenoeg verlaten dorp aan. De oorlog lijkt aan het dorp voorbij te gaan, totdat een groep gewapende mannen binnenvalt. Léonora Miano, Zwarte nacht. (Artemis & Co, ISBN 9789047200642) Q 17,95

leesladder

FonLon-nicHoLS AWArd Voor ike |De Nigeriaanse schrijver Chukwuemeka Ike heeft in april de 2008 Fonlon-Nichols Award ontvangen, uitgereikt door de African Literature Association. Ike schreef ondermeer Toads for Supper (1965), The Naked Gods (1970) en The Search (1991). Eerdere prijswinnaars zijn Niyi Osundare, Ken Saro-Wiwa en Nobelprijswinnaar Wole Soyinka.

8th Annual

Collection

The Caine Prize for

African Writing

jambula treeand other stories

Sulaiman addonia betoont zich een betrok-ken schrijver die veel van zijn onderwerp afweet, maar teveel kennis en inzicht kan de romanschrijver ook in de weg gaan zitten. Juist deze overvolle bagage maakt dat naser en fiore geen onvergetelijke literaire perso-nages worden. de bedoelingen van de schrij-ver liggen zo nadrukkelijk in hun woorden en daden besloten en de plot wordt door zijn ijver zodanig voortgestuwd, dat ongemerkt zelfs een zekere argwaan boven komt drij-ven. bestaat het Saoedi-arabië zoals het hier beschreven wordt inderdaad? Of is het hooguit een aspect van een groter en complexer geheel? uiteindelijk is het aan de lezer zelf om deze vragen te beantwoorden. Wat hoe dan ook overblijft is een boek dat uitdaagt en tot nadenken stemt, bijvoorbeeld in de manier waarop juist de buitenstaander (als vrouw of afrikaanse immigrant) een stem krijgt. de marginalen worden mensen om gede-gen rekening mee te houden, mannen en vrouwen die zelf denken en voelen, soms tegendraads handelen, en niet te temmen zijn. inderdaad, het type zelfredzame immi-grant dat in europa momenteel niet bijster populair is.en dat pleit dan weer voor addonia. boeken die zo overtuigend de heersende opinie een spiegel voorzetten zijn er nooit genoeg.

Page 20: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200820

Page 21: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 21

smokkelaars vrijheidsstrijders slavendrijversSinds februari 2007 vechten de Toeareg-rebellen in Niger tegen

de regering. Inzet is onder meer uranium. Maar ook de lucratieve smokkelhandel met Algerije is een bron van onrust. Want van

smokkel van sigaretten, benzine en mensen leven veel Toeareg.TeKST: gerBerT Van Der aa, fOTO’S: TOm Van Der LeiJ

Page 22: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200822

wee Toyota pick-ups, met in de achterbak zwaarbewapende soldaten, rijden door het zand. een groepje ezels sjokt onver-

stoord verder. Langs de kant van de weg staan vier passagiersbussen, die wachten tot het mili-taire konvooi vertrekt. Ten noorden van aderbis-sinat, een dorp in het midden van niger, begint het oorlogsgebied. Toeareg-rebellen vechten er sinds februari vorig jaar tegen het regerings-

leger. ‘De situatie is nog lang niet gekal-meerd’, zegt Hamidou arzika, sergeant in het nigerijnse leger. ‘Waakzaamheid blijft geboden.’ik ontmoet arzika – camouflagepak, don-

kere zonnebril en tulband – op straat in aderbissinat. Hij staat tegen een van de bussen geleund. even verderop hebben vleesverkopers stalletjes ingericht. Boven een houtskoolvuur roosteren ze schapen-vlees, dat ze in kleine stukjes snijden en op bruin papier serveren. Voordat het konvooi vertrekt kunnen de reizigers nog snel even hun maag vullen. Twee militairen op een brommer stuiven voorbij. ‘Het leger is bezig met een groot offensief tegen de rebellen’, zegt arzika. ‘Uiteindelijk zullen we ze verslaan.’ De oorlog heeft het leven in noord-niger ontwricht. De rebellen verlaten op gezette tijden hun bases in de woestijn om hit and run aanvallen uit te voeren op overheidsdoelen. ‘De rebellen beweren dat ze burgerdoelen ontzien’, zegt arzika. ‘maar dat is een leugen.’ Kon-vooien van en naar agadez, de grootste stad in het noorden, worden geregeld beschoten. De mnJ (mouvement des nigériens pour la Justice), een guerril-lagroep gedomineerd door Toeareg, vecht sinds februari vorig jaar tegen de regering van niger. De rebellen vinden dat de overheid te weinig geld besteedt aan de ontwikkeling van het noorden. De Toea-reg, een woestijnvolk van zo’n anderhalf miljoen mensen bij wie niet de vrouwen maar de mannen zich sluieren, zijn behalve in niger ook in buurland mali in opstand. maar daar zijn de gevechten minder fel. eind juli kondigden de strijdende partijen zelfs een bestand aan. in algerije, Libië en Burkina faso, andere landen waar de Toeareg van oudsher wonen, is het rustig gebleven. Journalisten krijgen van de nigerijnse regering geen toestemming het oorlogsgebied te bezoeken. Daarom reis ik als toerist. Op mijn vraag aan de mnJ, die ik per e-mail verstuur, of ze een contactper-soon in agadez voor me hebben, krijg ik een negatief antwoord. ‘De situatie is erg gespannen’, aldus de mnJ-woordvoerder. ‘mensen wor-den zomaar gearresteerd en maandenlang opgesloten. Het is beter om de vragen per e-mail af te wikkelen.’ De mnJ overdrijft niet. Tientallen nigerijnen zitten zonder proces

gevangen. een lokale journalist, die werkt voor het franse radio-station rfi, is opgesloten omdat hij via de telefoon met een van de rebellenleiders had gesproken. Twee franse journalisten, die net als ik stiekem naar agadez reisden, zaten een maand in de gevangenis. Journalisten worden op afstand gehouden, zodat de wandaden van het regeringsleger niet aan het licht komen.Bij razzia’s in het aïr-gebergte, de streek ten noordoosten van agadez waar de rebellen hun hoofdkwartier hebben, zouden diverse onschul-dige burgers zijn omgekomen. ‘een aantal dorpen is platgebrand’, beweert de mnJ-woordvoerder. ‘militairen stelen het vee van de lokale bevolking en vergiftigen waterputten.’ De vrees bestaat dat het geweld verder zal escaleren. Sommige waarnemers maken een vergelijking met de Soedanese regio Darfur. Het totale aantal slacht-offers bedraagt inmiddels enkele honderden.

De reis van aDerbissinat naar agadez verloopt zonder veel pro-blemen. in twee uur tijd legt het konvooi de 150 kilometer af. agadez is een oude karavaanstad, tot zo’n honderd jaar geleden een belangrijk knooppunt in de trans-Saharahandel. in het centrum staan eeuwen-oude lemen huizen, met ronde vormen. flats zijn er niet, de meeste gebouwen zijn maar een verdieping hoog. Het dagelijks leven gaat rustig zijn gang. auto’s en brommers rijden over de geasfalteerde straten. af en toe passeert een Toeareg op een kameel.Door de gevechten in het aïr-gebergte zijn enkele duizenden Toeareg gevlucht naar agadez. Wie de bergen weer in wil, loopt kans gearres-teerd te worden. ‘ik kan niet op bezoek bij mijn familie’, zegt Hanan, een gescheiden Toeareg-vrouw van wie een aantal broers en zussen in het aïr-gebergte woont. ‘Vroeger zocht ik ze regelmatig op, maar nu is dat te gevaarlijk.’ Hoe het met haar familie is weet Hanan niet. af en toe sijpelt er nieuws binnen, maar veel is dat niet. ‘Het enige dat ik weet is dat onlangs een oom door het leger is vermoord.’Hanan, een mooie vrouw van eind dertig, woont met haar moeder en zus in een buitenwijk van agadez. een aantal familieleden bivakkeert in een tent op het erf, Hanan zelf heeft twee kleine lemen vertrek-ken. een groot houten bed neemt bijna de hele woonkamer in beslag. Op het nachtkastje ligt een voedselpakket van Unicef. ‘eigenlijk is dat bedoeld voor de vluchtelingen uit de bergen’, lacht ze. Op mijn vraag of ze sympathie heeft voor de rebellen hoeft Hanan niet lang na te denken. ‘iedereen in agadez heeft sympathie voor de rebellen’, beweert ze. ‘ze strijden immers voor een rechtvaardige zaak.’ Hanan benadrukt dat de regering van president mamadou Tandja een cor-rupte bende is, die alleen maar aan zichzelf denkt. ‘De recente moord-partijen door het regeringsleger hebben mij alleen maar vastberade-ner gemaakt. Het is goed dat er moedige Toeareg zijn die de regering bestrijden.’

Zonder met Zijn ogen te knipperen betoogt mohamed dat de toeareg intelligenter Zijn dan negers

Page 23: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 23

een van De belangrijkste strijdpunten is de controle over de uraniummijnen in het noorden van niger. Doordat er wereldwijd steeds meer kerncentrales worden gebouwd, is de prijs van uranium de afgelopen vijf jaar vertienvoudigd. De overheid van niger, dat de derde exporteur ter wereld is, heeft daardoor aanmerkelijk meer te besteden dan een paar jaar terug. maar wat er met het geld gebeurt is onduidelijk. Overal in het land klagen mensen dat alleen president Tandja en zijn vrienden profiteren.De regering van niger weigert te onderhandelen met de rebellen. ‘Het zijn bandieten die alleen maar aan zichzelf denken’, zegt inspec-teur Lawali op het politiebureau in agadez. Het officiële regerings-standpunt luidt dat de Toeareg in opstand zijn gekomen omdat de overheid de lucratieve smokkelhandel met algerije steeds intensiever bestrijdt. Veel Toeareg zien daardoor een belangrijke inkomstenbron verdwijnen. Volgens Lawali, bij wie ik me als buitenlandse bezoeker moet laten registeren, heeft het geen zin om met bandieten en cri-minelen te onderhandelen. ‘ik heb er geen enkel vertrouwen in dat ze hun afspraken nakomen.’Toeareg zijn inderdaad vermaarde smokkelaars. met hun Toyota pick-ups glippen ze al jarenlang illegaal de grens over tussen niger en algerije, het onherbergzame gebied kennen ze als geen ander. Ben-zine, in algerije ongeveer tien keer zo goedkoop als in niger, brengen ze naar het zuiden. Sigaretten reizen in omgekeerde richting. Ook de mensensmokkel is een interessante inkomstenbron. zwarte afri-kanen die in Libië of marokko illegaal op een bootje naar Spanje of italië willen stappen, beginnen hun reis vaak in agadez. Tot een paar jaar terug konden de smokkelaars ongestoord hun gang gaan, maar sinds kort is dat veranderd. ‘er is een grens bereikt’, zegt Lawali. De amerikanen helpen bij de aanpak van de smokkel, omdat de inkom-sten gebruikt zouden worden om aan al Qaida gelieerde groepen in algerije te financieren. in 2003 nam de regering Bush daarom het initiatief voor het Trans Sahara counter Terrorism initiative (TScTi), een militair samenwerkingsprogramma waarvoor 100 miljoen dollar per jaar beschikbaar is. ‘We hebben van de amerikanen onder meer nieuwe auto’s en communicatieapparatuur gekregen’, zegt Lawali. ‘Ook krijgen we gevechtstraining.’

Per bus van agaDez naar de hoofdstad niamey. De tocht van ruim 1000 kilometer zal ongeveer vijftien uur duren. Het eerste deel van het traject gaat wederom in militair konvooi. Tijd om te pauzeren is er nauwelijks. Telkens als de bus onderweg stopt om mensen in of uit te laten stappen, drukt de chauffeur ongeduldig op de claxon.in de hoofdstad is weinig sympathie voor de rebellen. een van de klachten die ik hoor is dat de Toeareg racistisch zijn. Doordat ze oor-spronkelijk uit noord-afrika komen en verwant zijn aan de Berbers, hebben ze gemiddeld genomen een lichtere huid dan andere bevol-kingsgroepen in niger. Veel Toeareg zijn daar trots op. ‘Blank is beter dan zwart’, zegt buschauffeur Lamine mohamed, een Toeareg die op het busstation in niamey een sigaret staat te roken. elke week rijdt hij op en neer tussen niamey en agadez. zonder met zijn ogen te knippe-ren betoogt mohamed dat de Toeareg intelligenter zijn dan negers.eeuwenlang waren de Toeareg betrokken bij de trans-Saharahandel in zwarte slaven, die ze als vee dwars door de woestijn naar het noorden dreven. Ook hielden ze slaven voor eigen gebruik. Toeareg uit arme

lagen van de bevolking trouwden soms met slavinnen, waardoor hun nageslacht donkerder werd. Desondanks is huidskleur nog steeds een issue. ‘Blanke Toeareg hebben het meeste aanzien’, zegt mohamed. Hij wijst op zijn huid, die zelfs voor Toeareg begrippen relatief blank is. ‘Lichter kan bijna niet.’ Veel Toeareg kunnen moeilijk verkroppen dat de regering van niger gedomineerd wordt door zwarten. De bevolkingsgroepen waaronder zij eeuwenlang op slaven joegen, heersen nu over hen. ‘regerings-functionarissen misbruiken hun positie om de Toeareg terug te pak-ken’, aldus mohamed. Vlak na het begin van de oorlog riep een leider van een grote lokale ngo dat de regering van niger de Toeareg in 48 uur kan uitroeien. Het grootste deel van de bevolking vindt uitroeien te ver gaan, maar het harde regeringsoptreden tegen de rebellen geniet brede steun.Door hun mysterieuze uitstraling hebben de Toeareg altijd grote aantrekkingskracht uitgeoefend op westerse toeristen. maar door de oorlog is het toerisme ingestort. De rechtstreekse chartervluchten tussen Parijs en agadez zijn sinds vorig jaar gestopt. De meeste hotels zijn gesloten. Opvallend veel Toeareg die in het toerisme werkten, spelen nu een leidende rol in de rebellie. mnJ-leider aghali alambo is een voormalig directeur van een grote reisorganisatie. rhissa Boula, leider van een afsplitsing van de mnJ, was in de jaren tachtig een van de drijvende krachten achter Temet Voyages. Veel nigerijnen begrijpen de klachten van de Toeareg niet. ‘als geen ander volk in niger hebben ze de afgelopen jaren geprofiteerd van het toerisme’, zegt Bachir Djara, brommermecanicien in niamey. Jaarlijks leverde dat de regio agadez honderdduizenden euro’s op. Talloze toe-risten begonnen in het aïr-gebergte op eigen initiatief een ontwikke-lingsproject. ‘Door de oorlog van de Toeareg-rebellen is dat allemaal weg’, zegt Djara. De gewone burgers zijn de dupe, dat lijkt de rebellen niet te interesseren.’ Djara, een grote man met brede schouders, is olie aan het verversen. ik ontmoet hem op het trottoir bij de cristal nacht-club, waar hij zijn werkplaats heeft. Onder de brommer, van chinese makelij, staat een plastic bak om de oude olie op te vangen. Terwijl de olie uitdruppelt, benadrukt Djara dat het niet de eerste keer is dat de Toeareg in opstand zijn gekomen. Van 1989 tot 1995 waren ze ook al in oorlog met de regering. ‘De Toeareg zijn niet snel tevreden’, zegt Djara. ‘als andere bevolkingsgroepen in niger ook zo snel naar de wapens zouden grijpen, was dit land ten dode opgeschreven.’Dat het Toeareg-toerisme is ingestort, creëert volgens Djara kansen voor andere delen van het land, die niet geteisterd worden door oor-logsgeweld. ‘Het zuiden van niger is ook heel mooi, maar dat sloegen toeristen tot voor kort meestal over.’ Djara opent een blik nieuwe olie, om in de brommer te gieten. als hij klaar is, komt hij nog even terug op het Toeareg-toerisme. ‘ik heb nooit begrepen waarom jullie wes-terlingen zonodig dat arrogante volk willen bezoeken. Het is beter om de Toeareg te negeren. ze verdienen niet beter.’

Gerbert van der aa (1968, NederlaNd) is jourNalist.Hij studeerde gescHiedeNis vaN afrika eN de islam iN leideN eN amsterdam. vaN Hem verscHeNeN: NigeriaaNse toestaNdeN (2005) eN dwars door soedaN (2007), beide bij uitgeverij Nieuw amsterdam. Zie ook www.vaNderaa.wordpress.com

Page 24: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200824

be e l de n

Fotoshoot in Freetown

een lokale krant. Ze nam twaalf kleermakers in dienst. Haar ontwerpen worden gekenmerkt door een fusie van groen, oranje, geel en roze en door de robuuste vormen. Maar meer nog ‘overschaduwt de schoonheid het donkere ver-leden’, zegt Kai. ‘Het westen biedt meer kan-sen, maar hier drukt mijn werk een zwaardere stempel op de samenleving.’ Kai’s dessins kos-ten tussen de dertig en honderd dollar. Ze vin-den inmiddels ook hun weg naar buitenlandse markten, met name in de Verenigde Staten.

Onlangs keerde Adama Kai (25) terug naar Sierra Leone. Ze is niet de enige. Nadat het land in het begin van de jaren negentig door een burgeroorlog werd getroffen verliet een derde tot de helft van de inwoners het land. Inmid-dels zijn er vijftigduizend van naar schatting een miljoen uitgewekenen teruggekeerd. Na opleidingen te hebben gevolgd in New York en Parijs stichtte Kai Aschobi Designs en opende een atelier in hartje Freetown tussen een kleine drukkerij en de redactieburelen van

Page 25: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 25

Fotoshoot in Freetown

filmKirKou en de HeKsCineast Michel Ocelot (1943, Parijs) werd in één klap beroemd toen zijn film Kirikou et la sorcière (Kirikou en de heks) in 1998 uitkwam. De ani-matiefilm is gebaseerd op het West-Afrikaanse verhaal van Kirikou, een kind met bovennatuurlijke krachten die het opneemt tegen een heks. De simpele stijl van de animaties is een verademing in vergelijking met het Amerikaanse animatiegeweld. Daar-bij completeert de muziek van Yous-sou N’Dour de film tot een prachtig Afrikaans sprookje. Te bestellen op dvd vanaf m 11,99

documentaire dienstbodes en feministen op idfA De ontroerende ‘monoloog van de dommen’ – La monologue de muet-tes – van de Senegalese fimmakers Khady Sylla en Charlie van Damme is te zien tijdens het jaarlijkse inter-nationale documentairefestival IDFA in Amsterdam (20 tot 30 novem-ber). Het verhaal van Ami legt de ongemakkelijke relatie bloot tussen de vijftigduizend sérères, de dienst-meisjes van het platteland, en hun madammen, de vrijgevochten vrou-wen van de hoofdstad. Ook op IDFA: Milking the Rhino, een documentaire over de al even problematische rela-tie tussen mens en dier in de wildlife parken van Kenia en Namibië.

beeldende kunstmesHAc GAbAEen nieuwe tentoonstelling van Benin’s wonderkind Meshac Gaba (1961) is tot 4 oktober te zien in Galerie Lumen Travo, Lijnbaans-gracht 314 in Amsterdam.

foto

’s: r

eute

rs/K

atri

na

man

son

Page 26: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200826

Olieverf‘Wij zijn in een fase waarin de mensen iets willen zien dat in ons land is gemaakt en ons verleden weerspiegelt – maar dat ook vooruitkijkt naar onze toekomst.’ Angolese kunstenaars hebben door de olierijkdom een omvangrijke binnenlandse markt aangeboord. TeKST: SYLVia SmiTH VerTaLing: ricHarD HengeVeLD

‘W ij zijn in een fase waarin de men-sen iets willen zien dat in ons land is gemaakt en ons verleden weer-

spiegelt – maar dat ook vooruitkijkt naar onze toekomst.’ angolese kunstenaars hebben door de olierijkdom een omvangrijke binnenlandse markt aangeboord. De samensteller van de eerste angolese triën-nale, fernando alvim, wijst opgewonden op een schaalmodel van wat hij noemt ‘de dood van de witte doos’. zijn opzet voor een ten-toonstellingsruimte ziet er zo anders uit, dat je op het eerste gezicht niet helemaal snapt hoe zo’n bouwwerk een galerie moet vormen. Dan realiseer ik me dat ik, hier in alvims studio in het centrum van Luanda, oog in oog sta met het ultramoderne gezicht van de hedendaagse afrikaanse kunst. Het zegt veel over de invloed van angola’s snel groeiende economie op het beginnende kunstbedrijf.De hoogconjunctuur van de olie heeft angola reusachtig rijk gemaakt. na bijna dertig jaar oorlog groeit ook de wens om de culturele iden-titeit van het land opnieuw vast te stellen. niet door simpelweg de scherven van het verleden op te pakken, maar vanuit een stevige overtui-ging dat angolezen vandaag het lot van hun land in eigen hand hebben. De ramen van alvims studio bieden een weids uitzicht over de stad. er wordt hier enorm veel gebouwd, en in een tempo dat de heersers van sommige golfstaten de ogen zal uitsteken. De hoge vlucht die de bouw neemt blijft niet beperkt tot kantoortorens. nog vorige week voltooide alvim zijn maquette voor het nieuwe

openbare museum voor eigentijdse kunst. ‘Het is ongelooflijk hoe belangrijk kunst en cultuur voor de angolezen zijn’, zegt hij. ‘Wij zijn nu in een fase waarin de mensen iets willen zien dat in ons land is gemaakt en ons verleden weer-spiegelt – maar dat ook vooruitkijkt naar onze toekomst.’Terug naar het schaalmodel. De rechte hoek is in de ban gedaan, buitenmuren ontbreken. De blik van de bezoekers zal telkens verspringen van het ene verticale paneel naar het andere. er is geen volgorde en geen hiërarchie. Volgens alvim weerspiegelt deze opzet de afrikaanse natuurlijke, flamboyante stijl van bewegen. ‘Het verschil met de westerse manier van bewe-gen is even groot als dat tussen een gestileerde westerse wals en het wilde, opzwepende geïm-proviseerde dansen hier.’ Ook eerbiedige stilte is geen kenmerk van deze nieuwe afrikaanse galerie. De afrikaanse kunstenaars zal worden gevraagd hun werk en de betekenis ervan uit te leggen.alvim was in 2007 mede-inrichter van het afri-kaanse paviljoen op de Biënnale van Venetië, met werk dat allemaal afkomstig was uit één collectie in Luanda. De eigenaar, de congolese zakenman Sindika Dokolo, bezit de grootste col-lectie eigentijdse afrikaanse kunst van het hele continent. Hij wil dat die in afrika blijft, en is van plan zijn verzameling onder te brengen in Luanda in een speciaal ontworpen galerie. Hij ziet dat als het begin van een renaissance van de afrikaanse kunst. ‘Wij willen niet aan het Westen vragen de voorwerpen terug te geven die ze van ons hebben gestolen en die zich nu in

volkenkundige musea bevinden’, zegt Dokolo. ‘Wij willen de geesten van de mensen openen voor het moderne afrika.’ik ga op bezoek bij enkele kunstenaars van wie werk werd getoond in Venetië. De houten mas-kers die op straat worden verkocht, allemaal dezelfde massaproducten, liggen mijlenver af van de kunstwerken in het vervallen koloniale gebouw waarin veel van de nieuwste angolese kunstenaars hun atelier hebben. Van de sensati-onele, oogverblindende kleuren van nello, schil-der van kronkelende, abstracte kartellijnen, tot Paolo Kapela’s collages van modern stadsafval geplaatst naast koloniale katholieke beelden: wat een verbijsterende diversiteit. Dankzij de hoogconjunctuur van de olie heeft angola zelf een overvloed aan kopers, voor wie de kunst de duivels van het verleden weet uit te drijven. er is zoveel talent, dat je je afvraagt waarom internationale kunstverzamelaars er nog geen jacht op maken. Kiluanj, een 30-jarige fotograaf die een reeks portretten maakt van de wrakken op de kust bij Luanda van chinese containerschepen die ooit industrieproducten vervoerden in ruil voor angolese olie, legt het belang uit van de stijgende olieprijzen. ‘We hoe-ven niet naar het buitenland te kijken om naam te maken. We hebben onze eigen esthetica en er zijn genoeg angolese bedrijven die ons werk kopen. We willen best aan het buitenland ver-kopen, maar onze primaire markt ligt hier in angola.’

Sylvia Smith is een freelance journalist uit londen. Ze reist veelvuldig door afrika en het Midden-oosten en werkt voor verschillende Media. Ze is gespecialiseerd in kunst en cultuur.

africa magazine 03/200826

foto

: cla

ud

e vi

ttig

lio

/ tv

5Mo

nd

e

fernando alvim

Page 27: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 27

Stemmen

De eerste keer dat ik kennis maakte met het festival africa in the Picture was acht jaar geleden. Het was liefde op het

eerste gezicht. Of anders gezegd een weerzien van twee geliefden. eindelijk kon ik via de tal-loze films die op het festival getoond werden mijn honger naar afrikaanse film en cultuur grotendeels verzadigen. De honger had met de jaren manische proporties aangenomen: hoe meer ik probeerde hier te aarden en mij de taal eigen te maken, hoe sterker en overweldigen-der mijn honger naar mijn wortels werd. iedere migrant kent dit gevoel: de poging om een balans te vinden tussen twee werelden, de ene dichterbij, sterk aanwezig en vaak dominant, de ander ver weg maar niettemin van zo’n grote invloed op de migrant, dat het zijn leven blijft bepalen. al in mijn beginjaren in neder-land had ik een middel nodig om mijn afrika dichterbij te brengen, zonder het gevoel te heb-

ben dat ik daardoor van nederland vervreemd zou raken. ik zocht troost in afrikaanse romans, maar velen van deze boeken waren voor mij al bekend, ze waren als mijn achtertuin waarin ik iedere plant, bloem of elk onkruid kende. ze vormden geen uitdaging meer. De andere mogelijkheid was om afrikaanse films te gaan zoeken. in films kon ik afrika beleven op een sterkere en meer bijzondere manier dan in boeken: ik kon de beelden zien, de mensen, de verhalen, de muziek – alle kunstvormen in één medium verstopt. maar het aanbod in nederland was gering, het was bijna onmogelijk om films als Yaaba, Tilali en vele anderen in videothe-ken te vinden. er waren wel films gemaakt door Westerlingen over afrika. films die geen recht deden aan afrika maar slechts het beeld bevestigde dat het Westen van afrika had: een exotisch continent dat voornamelijk als decor

diende – en haar bewoners als figuranten. mijn zoektocht werd bijna een teleurstelling totdat ik over het festival africa in the Picture hoorde. Het was alsof een droom verwezenlijkt werd. ik kon eindelijk afrika ruiken en voelen in de vorm van de personages die op het grote scherm verschenen. De beelden waren rauw en hard, maar ook teder en altijd realistisch – dit was het afrika dat ik kende. Sindsdien ga ik ieder jaar naar het festival, en ben ik niet alleen een vaste bezoeker geworden, maar ook een recensent van sommigen van de films. ik ben daardoor betrokken geraakt bij het festival, een lid geworden van de familie die zich ieder jaar weer met spanning op de familiereünie verheugt.

Behalve om deze persoonlijke redenen vind ik dat het festival ook een manier is waarop afrikaanse filmmakers in aanraking kunnen

De Amsterdamse Raad voor de Kunst heeft wethouder Gehrels geadviseerd om het jaarlijkse Africa in the Picture filmfestival niet langer te steunen. Die dreiging duidt op onverschilligheid, vindt Vamba Sherif.

het oPinieKAteRn VAn ZAMGabon volgens Pahé 28Wie beschermt ons tegen de hulpverlener?, Linda Polman 29Een smeekbede van de koning van Benin, Jos van Beurden 30Obama zal afrikabeleid VS niet veranderen, Bram Posthumus 32zuid-afrika en Israël, Farid Esack 34

Houdt Africa in the picture!

Page 28: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200828

komen met het Westerse publiek. De drang naar erkenning is sterk bij deze filmmakers. Sommigen hebben in het Westen gestudeerd en zijn voor het maken van hun films afhan-kelijk van het geld uit Westen – geld dat vaak moeilijk verkrijgbaar is. ze willen naam maken, prijzen winnen en ervaren het publiek dat jaar-lijks naar amsterdam en andere steden komt om hun films te zien als waardevol en enthou-siast. Het festival trekt niet alleen afrikanen in de diaspora – en ik bedoel hiermee niet alleen afrikanen in het Westen, maar ook Surinamers, antillianen en alle zwarten uit het caraibische gebied – evenals blanken, aziaten en ande-ren. Het festival is een ontmoetingsplek van mensen met verschillende achtergronden, een gelegenheid bij uitstek voor iedereen die zich bij de wereld betrokken voelt. Vaak ontbreekt er in het leven van velen wat het festival jaar-lijks biedt: de intense vreugde bij het zien of

Stemmen

De STiLLe OOrLOg Tegen afriKa ‘Dat mugabe een ramp en een tiran is, lijdt geen twijfel, maar toch schuilt er meer onder de overdreven enthousiaste veroordeling van deze tiran door de ‘internationale gemeen-schap’, vooral in europa.’ Wat? Lees John Pilger’s gepeperde essay over de stille oor-log tegen afrika op www.zam-magazine.nl/ pilger

extra voor lezers

‘Doe nog eens een voorspelling?’‘Morgen ga ik me scheren.’

beleven van aspecten van een andere cultuur. Het is ook een manier om vrienden opnieuw te ontmoeten, of om nieuwe vrienden te maken, maar bovenal slaat het festival een brug tussen twee werelden. Het idee dat zoiets zou ophou-den te bestaan klinkt niet alleen schokkend in de oren, maar bevestigt nogmaals de gedachte dat alles wat afrikaans is weinig of geen aan-dacht verdient. Hier is cultuur, hier is feest, hier is een festival waarop afrikanen trots kunnen zijn, hier is een evenement dat al het grootste in zijn soort in heel europa is en nu dreigt dat op te houden te bestaan. De dreiging duidt op onverschilligheid aan onze kant; en als we niks doen, als we de steun niet geven die het festival nodig heeft dan zij we geen goede voorbeel-den voor een samenleving waarin dromen ver-wezenlijkt kunnen worden, een samenleving waarin we hoop kunnen hebben. Het festival verdient zo’n lot niet, we moeten laten zien dat

afrika telt en dat deze kunstvorm een manier is om de wereld bij elkaar te brengen. meer vraagt het festival niet.

Vamba Sherif (Liberia, 1973) is schrijver. hij groeiDe op in het MiDDen-oosten en woont sinDs 1993 in neDerLanD. hij DebuteerDe Met Het land van de vaders. Daarna verscheen van zijn hanD Het koninkrijk van sebaH.

in gabon struikeL je over De getuigeniskerken en hun vooruitzienDe priesters!

Page 29: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 29

Stemmen

uit te lokken worden vluchtelingenstromen veroorzaakt en door voedselhulpkranen open en dicht te draaien worden gebieden etnisch schoongeveegd. Humanitairen dragen dwars door alles heen de zuiverheid van hun humanitaire beginselen, van neutraliteit, onafhankelijkheid en onpar-tijdigheid, als een schild voor zich uit. De huma-nitaire plicht om te helpen prevaleert, hoe schaamteloos die ook door warlords, generaals, rebellenhoofdmannen, splintergroepaanvoer-ders, vrijheidsstrijders en transnationale ter-roristenleiders wordt misbruikt. Voor de conse-

quenties aanvaarden de hulporganisaties geen verantwoordelijkheid. ‘De politiek’ moet maar een oplossing zoeken, zeggen ze.maar als ‘de politiek’ dat niet doet, zoals bijna nooit, waar leggen de humanitaire hulpor-ganisaties dan hun grenzen? moeten ze altijd doorgaan met hulpverlenen, of soms vertrek-ken? Twee van ‘s werelds eerste internationale humanitaire hulpverleners, florence nightin-gale en Henri Dunant, waren het al grondig met elkaar oneens over de juiste keuze. nightingale was ervan overtuigd dat hulp het doel voorbij-schiet als oorlogvoerende partijen er hun voor-deel mee doen. Voor Henri Dunant was helpen een heilige plicht. Hedendaagse humanitairen hebben nog steeds geen antwoord geformu-

A ls alle NGO’s, van lokale soepkeukens tot internationale noodhulporganisa-ties, samen een land zouden zijn, zou-

den ze de vijfde economie ter wereld vormen. De geoliede humanitaire mammoetoperaties van het icrc in de Hoorn van afrika en die van de UnHcr voorbij de Sahara, de eenmanshulp-missie op een ploffende bromfiets in rwanda, de snelle frontinterventies van Oxfam in het ruige gebergte van afghanistan en die van médecins sans frontières in ethiopië – een stoet van humanitaire hulporganisaties trekt, ogenschijnlijk eensgezind, van de ene huma-nitaire crisis naar de volgende. Duizend ngO’s per flinke ramp is tegenwoordig het gemiddelde. maar we kijken ook niet meer op van het dubbele, zoals in afgha-nistan. Voor humanitaire noodhulp - zeg maar: eHBO bij oorlogen en rampen – stellen donorregeringen jaarlijks ten-minste zes miljard dollar ter beschik-king – extra’s, zoals voor de tsunami en voor humanitare hulp door militairen in frontlijnstaten van de War on Terror, niet meegerekend. Via collectes in kerken en bedrijven en allerhande spontane, hartverwar-mende lokale initiatieven komen daar jaarlijks nog honderden miljoenen dollars bovenop. rond humanitaire hulp is een ware industrie ontstaan van ngO’s die met elkaar concurreren om een zo groot mogelijk deel van de omzet. Voor strijdende partijen in de crisisgebieden waar de karavanen op afkoersen zijn het geld en de hulpgoederen óók business. Hulp is een vast ingrediënt van oorlogsstrategieën gewor-den. Krijgsheren zorgen dat de vijand er zo weinig mogelijk en zijzelf zoveel mogelijk van krijgen. in sommige oorlogen vormt de handel in hulpgoederen de belangrijkste economie en houdt hulpvoedsel legers op de been. Om hulp

Wie beschermt ons tegen hulpverleners?

leerd, maar de tijd dringt. De hulpbudgetten stijgen nog steeds, het aantal hulporganisa-ties blijft maar groeien en strijdende partijen begrijpen steeds beter hoe ze hulp voor eigen oorlogsdoelen kunnen gebruiken. Op kritiek is de reactie van hulpverleners al te vaak: ‘Oh! moeten we dan maar helemaal niks meer doen?’ Die mogelijkheid om niks te doen moet er wel degelijk zijn, als dat beter is, maar ‘helemaal niks meer doen’ is mijn pleidooi niet. mijn pleidooi is dat we het systeem niet vrijwa-ren van kritiek, want er gaat te veel fout.De oplossing bestaat misschien niet. een oplos-sing zal ook van geval tot geval verschillen. Darfur is afghanistan niet en de rebellen van het rUf in Sierra Leone zijn de genocideple-gers in de vluchtelingenkampen in goma niet. Het boek is bedoeld om pijnlijke vragen niet langer uit de weg te gaan en de discussie op gang te brengen: wanneer houdt neutraliteit op ethisch te zijn? Voor ‘ons’ is dat een vraag

van bijna filosofische aard, maar voor de ontvangers van onze hulp is het er een van leven en dood. zoals voormalig Vn-noodhulpcoördinator Jan egeland eens zei: ‘Het ene mensenrecht dat de armen en kwetsbaren op z’n allerminst zouden moeten hebben, is bescherming tegen onverantwoordelijke hulpverleners.’

Linda PoLman (1960, neDerLanD) is pubLicist en gespeciaLiseerD in afrika en het caraibisch gebieD. ze woonDe enige jaren in freetown, sierra Leone. van haar hanD verschenen eerDer

de varende stad (1993), bot pippeL (1995) en ‘k Zag twee beren (2002). in oktober verschijnt de krisiskaravaan bij uitgeverij baLans. op 9 oktober houDt poLMan De 22ste gLobaLiseringsLezing. Meer inforMatie: www.feLix.Meritis.nL en www.LinDapoLMan.nL

hulp is een vast ingrediënt van oorlogsstrategieën geworden. in haar boek De Krisiskaravaan, dat binnennkort verschijnt, knaagt publiciste Linda Polman aan de wortels van een heel heilig huis. Ze legt uit waarom.

Rond humanitaire hulp is een ware industrie ontstaan

Page 30: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200830

Stemmen

de ongeveer drieduizend bronzen en ivoren voorwerpen die met geweld werden meegeno-men uit het paleis van mijn overgrootvader’.

Teruggave van roofkunst is hot. Kunstschat-ten, die in de Tweede Wereldoorlog uit Joodse collecties verdwenen, keren terug naar hun oorspronkelijke eigenaars. De italiaanse justitie dwingt toonaangevende amerikaanse musea tientallen gesmokkelde objecten af te staan; in rome werd daar onlangs een tentoonstel-ling mee gevuld. griekenland krijgt steun voor zijn eis aan het British museum om teruggave van de Parthenon marmers, begin negentiende eeuw door Lord elgin meegenomen. in die eeuw raakten veel afrikaanse volkeren grote aantallen kunstschatten kwijt. Solda-ten, handelaren, missionarissen, zendelingen en wetenschapper hielpen Westerse musea en verzamelaars zo aan omvangrijke collecties. Vanaf de komst van napoleons tropen raakte egypte tienduizenden kunstschatten kwijt: ze staan nu in Westerse musea. in 1868 namen Britse soldaten tijdens een plundering van het hof van de keizer van ethiopie kronen, kruizen en religieuze manuscripten mee. Het groot-ste deel kwam terecht in het British museum, Windsor castle en enkele Britse bibliotheken. in 1874 eigende het Britse leger zich ook tal-loze gouden voorwerpen toe van de koning van ashante in ghana, een gebied dat toen werd ingelijfd. Wie ooit door de catacomben van het Koninklijk museum voor midden-afrika in het Belgische Tervuren heeft gezworven, raakt nooit meer de beelden kwijt van de lange rijen etnografische voorwerpen die koning Leopold en zijn ambtenaren in de koloniale periode uit congo meenamen.

maar hoe staat het met de teruggave van kunstschatten aan afrikaanse landen? Om

DOOr JOS Van BeUrDen

De stoere bronzen mannen- en vrouwen-koppen, slangen, luipaarden, vissen en muurreliefs met soldaten, en de kun-

stig bewerkte olifantstanden, sommige meer dan manshoog, en de fijn gesneden ivoren lepels en potten – ze veroorzaakten rond 1900 in europa een sensatie. Britse soldaten hadden ze in 1897 buit gemaakt tijdens een strafexpe-ditie tegen het koninkrijk Benin in zuid-nigeria vanwege de dood van een bezoekende Britse delegatie en hun lokale dragers. ze troffen de Oba van Benin, de koning, noch iemand anders in de stad aan, maar vonden in het paleis en de tuinen wel honderden wonderlijke voorwer-pen. Daarmee konden de kosten van de straf-expeditie worden gedekt. al snel ontstond een jacht op de hoogstaande hofkunst uit Benin. in nederland verwierf het rijksmuseum voor Vol-kenkunde in Leiden tientallen Benin-bronzen. De Oostenrijker felix von Luscham kocht vijf-honderd voorwerpen voor het Ethnologisches Museum in Berlijn. Het vormt nog steeds de kern van de collectie.

Slechts een deel van de oorlogsbuit is nu op de tentoonstelling Benin – Kings and Rituals. Court Arts from Nigeria te zien. De tentoonstelling in chicago, die eerder in Wenen, Parijs en Berlijn was, toont ook een eind zeventiende-eeuwse gravure van Benin van de amsterdammer Olfert Dapper: de stad doorstaat met gemak een ver-gelijking met europese steden uit die periode. De tentoongestelde objecten komen uit col-lecties van europese, noord-amerikaanse en nigeriaanse musea. een zin in het voorwoord van de catalogus van Omo n’Oba erediauwa, de huidige ceremoniele vorst van Benin, valt op. Het is een ‘smeekbede’ om teruggave van enkele van deze voorwerpen, ‘die behoren tot

Een smeekbede van de koning van Benin

te beginnen moet er onderscheid worden gemaakt tussen recent gesmokkelde of gesto-len kunst en in een ver verleden toegeëigende buit. in het eerste geval is teruggave een serieuze mogelijkheid. Verliezende landen beroepen zich op een Unesco-conventie van 1970 en talloze Vn-resoluties en verklarin-gen. zo hebben enkele afrikaanse landen kunst teruggekregen. nederland gaf al eens koningszetels en koninklijk serviesgoed terug aan ghana. Oud-president Jacques chirac van frankrijk, verwoed verzamelaar van africana en bereid om met een ‘bepaald’ soort handela-ren zaken te doen, moest twee maal het hoofd buigen. in 1996 toen hij een beeldje uit mali ‘cadeau’ kreeg: het bleek gestolen te zijn en moest terug. en in 2002, toen een medewerker twee nok-beelden in Brussel had gekocht voor het nieuw op te zetten volkenkundige museum Quai Branly (dat in 2004 openging). De meeste nok-beelden zijn tussen 500 vc en 500 nc gemaakt, en de nigeriaanse regering verbiedt al decennia de uitvoer ervan. De ambassade van nigeria in Parijs pikte de aankoop niet, en uiteindelijk werden nigeria en frankrijk het erover eens dat de beide nok-beelden weer eigendom van nigeria werden en dat frankrijk ze 25 jaar mocht lenen.

Teruggave van kunstschatten die in de koloni-ale periode zijn verdwenen is moeilijker. Juri-disch is er weinig af te dwingen. De koloniale machten waren in die tijd de baas in afrika, oorlogsbuit was een onbetwist verschijnsel, en als er al sprake is van misdaden, dan zijn die verjaard. Bovendien werd er veel gewoon gehandeld, ontdekte historicus Joost Willink, die de manier onderzocht waarop Westerse vol-kenkundige musea aan hun etnografische col-lecties kwamen. ‘een groot misverstand is dat de herkomst van de in de negentiende eeuw verzamelde objecten in nevelen is gehuld. Ter-wijl er juist wel duidelijkheid is. Het meeste is gewoon aangekocht en was onderdeel van ruilhandel.’ natuurlijk probeerden de Westerse opkopers er zo min mogelijk voor te betalen

Westerse musea spreken zich uit tegen roof van kunst en cultureel erfgoed uit Afrika. Maar teruggave van objecten uit de eigen collectie is onbespreekbaar.

Page 31: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 31

en de afrikaanse verkopers er zoveel mogelijk voor te krijgen, en ze boden ook namaak aan. Hij noemt het voorbeeld van een afrikaanse timmerman die, zoals hij in een oud docu-ment ontdekte, ‘in dienst eener factorij, niet meer aan de vele navragen van eenen weten-schappelijken reiziger kunnende voldoen, in de gauwte zelf een fabriekje van feetiesen en andere rariteiten op te zetten. nauwelijks was de avond gevallen, of hij zette zich in zijn hutje aan het snijden.’ maar ook Willink geeft toe dat aan veel afri-kaanse kunst in Westerse musea een luchtje hangt. zo staan er in het Tropenmuseum in amsterdam twee chokwe-beelden die de nederlandse handelsagent Hanken in 1875 had weggenomen uit een hut in een na een bombardement verlaten dorp even ten zui-den van de rivier congo. Was dat ethisch ver-antwoord? Tegenwoordig zou dat niet meer kunnen.’ Wat Willink betreft ‘wordt het tijd dat Westerse landen proactief worden. niet wachten tot een afrikaanse museumdirecteur met een verzoek tot teruggave komt, maar zelf bij hen aankloppen en over herverdelen van aantoonbaar door roof vergaarde objecten praten.’ Het Tropenmuseum zou de chokwe-beelden met een ander oog moeten kunnen bekijken, net zoals het rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden zijn van roofkunst afkomstige Benin-bronzen.

Kwame Opoku, een in Europa woonach-tige Ghanese schrijver, is uitgesproken voorstanden van teruggave. Vooral op internet hamert hij erop dat het vooral afrikaanse roof-kunst is die europa heeft en die moet terug. ‘Het is verbazingwekkend hoe eurocentrisch en zelfzuchtig veel argumenten van de verde-digers van plunder en diefstal van het cultureel erfgoed van andere volkeren zijn.’ een van zijn pijlen richt hij op een verklaring van eind 2002 waarin achttien grote Westerse musea, waar-onder het rijksmuseum in amsterdam, zich weliswaar tegen kunstroof uitspreken, maar ook de discussie over hoe ze in een ver verle-den kunstschatten hebben verworven willen

Stemmen

afsluiten. zij zien zichzelf als universele musea en hoeders van erfgoed. Omdat ze die objecten al zo lang in huis hebben, maken die deel uit van hun eigen nationale erfgoed. Bovendien is iedere bezoeker welkom. Opoku ziet dit als een witwasoperatie, waarbij honderdduizen-den illegaal verworven objecten ineens legaal bezit worden van de betrokken musea. en bovendien: ‘afrikanen worden uitgesloten van museumbezoek, omdat ze geen visa krijgen en geen geld voor de reis hebben. Daarnaast staan veel objecten in depots omdat ze niet op zaal passen.’ De musea waar nu de Benin-bronzen en -ivoren worden getoond, behoren tot deze groep van achttien, en het antwoord op de smeekbede van de Beninese vorst werd al bij de opening in Wenen gegeven: nee, er gaat niets terug. Voor Opoku onverteerbaar.george abungu, oud-directeur van de natio-nale musea van Kenia, stoort zich ook aan de verklaring. ‘Op grond waarvan zijn die achttien “universele musea”? Het Keniaanse nationale museum heeft de grootste collectie homoni-den ter wereld. is dat dan niet universeel?’ Vol-

gens abungu zijn de achttien musea bang dat hun depots leeg raken als teruggave algemeen geaccepteerd wordt. ‘een volstrekt onnodige angst. in de meeste teruggave-verzoeken gaat het niet om hele collecties maar om objecten.’ Hij is het met Kwame Opoku eens over het luchtje aan veel afrikaanse voorwerpen in Westerse musea, maar vindt niet dat er heel veel terug moet. in icOm news, blad van de museumwereld, schrijft hij dat hij ‘persoonlijk niet in teruggave gelooft, behalve dan waar het om menselijke resten gaat of om objecten die van grote emotionele en spirituele waarde zijn

voor bepaalde groepen’. Hij wil vooral een dia-loog tussen musea in het zuiden en in het noor-den, en tussen musea en gemeenschappen die lijden onder het verlies van hun erfgoed.

als directeur Steven engelsman van het Leidse rijksmuseum voor Volkenkunde wordt gecon-fronteerd met de smeekbede van de Oba van Benin verschilt zijn antwoord niet van dat van de achttien musea: ‘geen sprake van. De Benin-stukken die wij in huis hebben zijn rijks-collectie, dat is geen grabbelton, daar geef je geen cadeautjes uit weg.’ Hij distantieert zich wel van de verklaring van de achttien musea: ‘ik ben er niet trots op dat de hele wereld hier naar kunstschatten mag komen kijken terwijl de meeste afrikanen hier nooit komen. Het is tenslotte wel hun kunst.’ maar hij heeft slechte ervaringen met teruggave. ‘Ons museum heeft in de jaren zeventig een groot aantal objecten, die deel uitmaakten van de Lombokschatten, teruggegeven aan indonesië. Daarna hebben we een kwart eeuw geen contact gehad met het betrokken museum. De eigendomsover-

dracht was een finale boedelscheiding. Hetzelfde maakte we in de jaren tach-tig mee met een grote teruggave aan een museum in het caribische gebied.’ Voortbordurend op abungu’s dialoogge-dachte bepleit hij langdurig bruiklenen. ‘Dat doen we al dertien jaar. Langdurige bruiklenen dwingen ons in nederland en musea in het zuiden echt samen te wer-ken.’ Het rijksmuseum voor Volkenkunde doet dat met musea in mali, Singapore,

Japan, de filippijnen, indonesië en aruba. De tentoonstelling Indonesia: de ontdekking van het verleden, die in 2005 en 2006 in indonesië en nederland te zien geweest, is het meest zichtbare voorbeeld van het door engelsman bepleite ‘sharing collections’.

Het klinkt voortvarend en dynamisch, maar het blijft toch wringen. Kan niemand voldoen aan het verzoek van de Oba van Benin en enkele mooie Benin-bronzen en -ivoren uit Westerse depots bij elkaar halen en die teruggeven, natuurlijk op voorwaarde dat zij goed worden

Langdurige bruiklenen dwingen ons om echt samen te werken

Page 32: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200832

Stemmen

Obama zal Afrikabeleid van VS niet veranderen

Zes jaar geleden mocht ik kennis maken met de amerikaanse blik op afrika. ik onderzocht de relatie, toen en nu, tussen

de VS en de enige kolonie die vanuit dat land ooit op afrikaanse bodem werd gevestigd: Liberia. zelfs de vlaggen lijken op elkaar. Twee voormalige amerikaanse onderministers voor afrikaanse zaken (chester crocker en Herman cohen) legden me toen uit dat er precies één manier was om afrika interessant te maken voor hun baas, of dat nu de presidenten carter of reagan waren, of hun opvolger. De Sovjet Unie moest er iets uitvreten. Tijdens de Koude Oorlog stuurde reagan een half miljard dol-lar per jaar naar de gewelddadige sergeant Samuel Doe, die de macht had in Liberia. Buur-land guinee had tenslotte decennia lang in de invloedssfeer van de Sovjet Unie gelegen: de russen hadden hun grootste ambassade in afrika in conakry; de amerikanen de hunne in monrovia. een stukje van de Koude Oorlogs-grens liep door het West-afrikaanse tropisch regenwoud.

Tot in Berlijn de muur naar beneden kwam. cohen vertelde me dat hij even langs kwam in monrovia om aan de Liberiaanse leider uit te leggen dat de amerikaanse geldmachine spoedig zou worden uitgezet. Woest was Doe. Werd hij zo beloond voor zijn devotie aan de amerikanen? cohen gaf hem gelijk: ‘We lieten Liberia vallen als een baksteen.’ De inval van charles Taylor, nu woonachtig in Schevenin-gen, vond precies zes weken na de val van de muur plaats: de eerste grote internationale crisis na de Koude Oorlog. amerika haalde zijn schouders op. Het idee om van afrika (tijdelijk) een belang-rijk beleidspunt te maken in het kader van de Koude Oorlog was ooit bedacht door richard

nixon. Hij pleitte eind jaren 50 voor het oprich-ten van een Bureau voor afrikaanse zaken. zijn baas, de legendarische president eisenhower, vond het goed. Dat Bureau is er dus gekomen, een onderafdeling binnen het gigantische State Department. Daaromheen is een beschei-den afrika-bureaucratie ontstaan van mensen die bijvoorbeeld beginnen in het vrijwilligers-leger van het Peace corps (een paar jaar afrika kan geen kwaad), vervolgens via diplomatieke posten opklimmen naar invloedrijke posities binnen die afrika-bureaucratie en dan door-stromen naar bijvoorbeeld een leerstoel op de universiteit (crocker) of een lucratieve carrière in het consultancywezen (cohen). Let wel: het hele afrikabeleid stond zo’n 30 jaar lang in het teken van competitie met de Sovjet Unie. Het enige andere probleem dat af en toe op de radar in Washington verscheen was de strijd tegen de apartheid. Die zaak werd naar voren gebracht door afrikaans-amerikaanse activisten en hun vrienden. Was de strijd tegen de apartheid geen spiegel van hun gevecht tegen discriminerende wetgeving in hun eigen land? absoluut.

maar na de Koude Oorlog viel afrika tien jaar lang bijna volledig buiten beeld. Het kwam weer terug door twee afschuwelijke klappen: een in nairobi en een andere in Dar-es-Salaam. midden in nairobi is een bescheiden parkje, dat de plek markeert waar de amerikaanse ambassade werd opgeblazen door terroristen van Osama bin Laden, die jarenlang onge-moeid in Soedan had kunnen wonen. De meer dan 200 doden waren bijna allemaal Keniaan en pas later kwamen de berichten naar buiten dat de Keniaanse inlichtingendienst de ame-rikanen had gewaarschuwd dat er zoiets aan zat te komen. niemand nam het serieus en

houston is één van die zeldzame Amerikaanse steden met een directe lijnvlucht naar Afrika. Bestemming: Luanda. in de buitenlandpolitiek van de VS draait het om belangen. ook onder obama, meent Bram Posthumus.

beheerd? afrikaanse landen laten vaker hun tanden zien. ze onderkennen het belang van hun eigen erfgoed. cultureel erfgoed kan hel-pen om een nationale identiteit te ontwikkelen. Het is ook een potentiele bron van inkomsten. Soms lukt het om iets terug te krijgen. Volgens de Association for the Return of the Maqdala Ethiopian Treasuren (afromet) zijn tien objec-ten teruggegeven, maar zijn er nog 468 van de in 1868 buitgemaakte voorwerpen in het Verenigd Koninkrijk. zahi Hawass, Secretaris-generaal van de egyptische Opperraad van antiquiteiten, vraagt voortdurend om terug-gave van de Steen van rosetta (nu in het Bri-tish museum), de buste van nefertiti (nu in het altes museum in Berlijn) en andere belangrijke voorwerpen die ooit uit zijn land zijn meegeno-men. Hij heeft nog nauwelijks succes gehad. De roep om teruggave vanuit afrikaanse landen van ten minste een deel van de koloniale buite wordt sterker. maar zelfs progressieve musea in het noorden houden de boot af.

JoS Van beurden (1946, neDerLanD) is onDerzoeks-journaList op het gebieD van kunsthanDeL. Daarnaast pubLiceerDe hij taL van boeken waaronDer recenteLijk ethiopie, kracht en kwetsbaarheiD Dat Door nrc-hanDeLsbLaD aLs ‘MonuMentaaL’ werD gekwaLificeerD, en boMen tot in De heMeL, hoe MicrokreDiet kansarMe Mensen tot onDerneMers Maakt.

Page 33: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 33

Stemmen

het Bureau voor afrikaanse zaken had veel te weinig gewicht om het alarm te kunnen slaan. Voor de clintons en Bush senior is afrika nooit meer geweest dan een serie leuke fotosafaris. Onder Bush junior staat de oorlog tegen het terrorisme, van mauretanië in het Westen tot Djibouti in het Oosten, ste-vig op de amerikaanse agenda. er zijn legeroefeningen in de Sahara; er is geld voor afrikaanse legers, mits hun poli-tieke bazen beloven geen enkele ameri-kaan ooit uit te leveren aan het interna-tionale Strafhof (international criminal court, icc) in Den Haag. Van Senegal tot ethiopië en van angola tot mozambique lopen er dwars over het continent Bilaterale immu-niteits Overeenkomsten met de VS, die het icc effectief ondergraven. Daar zijn in de afgelopen jaren twee dingen bijgekomen. allereerst is West-afrika bezig in majeur olieleverancier te worden; de VS wil-len minder afhankelijk zijn van de golf, dat gebied met veel olie en onbetrouwbare ara-bische leiders, aan wie ze een pesthekel heb-ben. nigeria en angola lopen voorop. Tussen de angolese elites en die van de amerikaanse oliestaat Texas (het thuisland van Bush) zijn de banden allerhartelijkst. Houston is één van de zeldzame amerikaanse steden met een directe lijnvlucht naar afrika. Bestemming: Luanda. Passagiers: overheidsmensen en oliegasten. Ook nigeria is een graag gezien gast. maar er ligt meer olie onder West-afrika en Washinton werkt hard aan goede banden met alle poten-tiële leveranciers: Sao Tomé, ghana wellicht, congo-Brazzaville. De tweede nieuwe dimensie wordt gevormd door die andere klant voor Westafrikaanse olie: china. De amerikanen hebben, nog minder dan de fransen of de engelsen, enig idee wat ze tegenover de chinese golf in afrika moeten doen. Het hele Westen heeft zich in een gat gegraven door na het einde van de Koude Oor-log plotseling good governance te ontdekken, terwijl de chinezen, heel pragmatisch, aan de Soedanezen of de angolezen of de Kongolezen of wie dan ook vragen hoeveel geld ze op welke bankrekening willen hebben en waar die weg,

die brug, of dat stadion gebouwd moet wor-den. Die slag gaat het Westen, amerika incluis, hoe dan ook verliezen. Dat heeft zeker ook te maken met de dubbelhartige opstelling van

de VS (maar eigenlijk het hele Westen) in de handel: wel pleiten voor vrijhandel maar tege-lijkertijd 12 miljoen afrikanen kapot concurre-ren met katoensubsidies aan een paar duizend amerikaanse katoenboeren? Onverteerbaar, zoveel bleek al toen de laatste onderhande-lingsronde bij de WTO opnieuw mislukte.

Het probleem is dat de amerikaanse (maar eigenlijk de hele Westerse) blik op afrika fundamenteel verkeerd zit: geen pragma-tisme en handel, maar hulp en liefdadigheid. Voorbeeld? Save Darfur, die waanzinnig suc-cesvolle campagne van christenfundamen-talisten, liberalen, anti-slavernij activisten en allerlei ander loslopend wild. Waarom geen irak-campagne, vraagt de Ugandese professor mahmoud mamdani zich verbijsterd af. zijn antwoord: Darfur geeft de campagnedeelne-mers zo’n lekker wollig warm gevoel van bin-nen dat ze met een “goede zaak” bezig zijn. irak is lastig: vieze gemene buitenlandse poli-tiek waarin amerikanen ook nog eens de “bad guys” zijn. Darfur is een feel good campagne. De feiten zijn van veel minder belang. geen wonder dat kandidaat Barack Obama er voluit mee instemt.

amerika’s blik op afrika zal met een president Obama of mccain niet veranderen, zelfs Oba-ma’s Keniaanse familie doet er weinig toe. Bei-den zullen de lijn-Bush voortzetten: je houdt de harde eigen beleidspunten voor jezelf (olie, nationale veiligheid en china dus) en verder

stuur je heel veel miljarden naar liefdadig-heid, vooral de bestrijding van aiDS. en waar het kan: werk uitbesteden aan “softe” interna-tionale instellingen waar de VS veel invloed op

kunnen uitoefenen. economisch beleid? Het imf, gevestigd te Washington. Ont-wikkeling? De Wereldbank, gevestigd te Washington? Vredesoperaties? De Ver-enigde naties, gevestigd te new York. Het enige extra accent dat kandidaat Obama toevoegt is in dit rijtje het icc meeneemt. Hij staat vierkant achter het proces tegen charles Taylor. maar of hij ooit die immuniteitsovereenkomsten

zal openbreken is zeer de vraag. Verwacht dus weinig nieuws vanaf de overkant van de atlan-tische Oceaan.

braM posthuMus (1959, neDerLanD) is journaList en pubLiceert onDer Meer in tHe economist, internationale samenwerking en Zam africa magaZine. ook is hij MeDewerker van De wereldomroep.

Darfur is een feel good campagne

Page 34: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200834

farid eSack

We waren met drieëntwintig zuid-afrikanen: rechters, academici, politici, advocaten, kerkelijk leiders

en hoofdredacteuren. allenhadden we op een of andere manier een rol gespeeld in onzebe-vrijdingsstrijd. We stonden bekend als de zuid-afrikaansemensenrechtendelegatie en we waren op bezoek in israël en in dePalestijnse Bezette gebieden. en er bestonden zeer diverse opvattingen-ook bij ons zelf- over wat we hier eigenlijk aan het doen waren. fact finding? Luisteren? Solida-riteit? Vredestichten? evenwichtigheid zoeken? identificatie met slachtoffers? Welke slachtoffers?

ik heb meestal niet veel geduld met het zoeken van evenwicht insituaties die ik beschouw als duidelijk onrechtvaar-dig. ik had dan ookgeaarzeld om mee te gaan. maar nu ben ik blij dat ik toch gegaan ben.

Ja, ik heb veel geluisterd. naar israëlische pro-gressieve activisten, wier ledematen geregeld gebroken worden door het israëlische leger; naar de settlers in Hebron; naar Palestijnen die, moedig, steeds nieuwe wegen vinden in het verzet tegen de bezetting van hun land; en naar de onverdraaglijk vervelende klach-tenstromen van sommige partijbonzen van el fatah. ik kwam terug met het vaste besluit om altijd te blijven luisteren naar de verhalen van anderen; zowel om beter te begrijpen als om, onder alle dikke lagen van geweld, de trauma’s te onderscheiden. maar ‘luisteren’ glijdt helaas vaak af in een dialoogspelletje, waarin de harde kwesties van recht en onrecht, bezetting en bevrijding, worden vermeden.

De ervaring ontzette de meeste delegatiele-den, onder wie ook overtuigde zionisten. een enkeling was al eerder in israël geweest, maar

ColumnZuid-Afrika en Israël

had nog nooit de Palestijnse kant van de zaak gezien. Onze zuid-afrikaanse achtergrond maakte dat sommigen van ons zich afvroegen of dit echt iets anders was dan onze apartheids-misère. Uiteindelijk waren de meesten het er zelfs over eens dat dit systeem ‘efficiënter, vast-houdender en wreder was dan apartheid ooit was geweest’.

ikzelf vond de conclusie dat zionisme gelijk stond aan apartheid te simplistisch. ik heb sinds onze reis de geschiedenisboeken weer opengeslagen en besef steeds meer dat zelfs de apartheidservaring een complexe was. Tegelij-kertijd weet ik nog maar al te goed hoe, tijdens mijn buitenlandse reizen voor het anc en het UDf destijds, de blanken die ‘begrip’ hadden voor de apartheid, ons bestookten met dat-zelfde argument. ‘De zuid-afrikaanse situatie is veel complexer dan jullie beweren’, heette

het toen. in de handen van de macht wordt het complexiteitsargument tot een wapen om de zwakkeren en hen die hen steunen mee neer te sabelen.

nooit had ik het voorrecht om Jeruzalem te zien door de ogen van een vrome Jood. maar ik voelde me naar de Westelijke muur toe getrokken en ik stond daar, lange tijd, aan de buitenkant van de binnenplaats, in ontzag, en letterlijk trillend, bij het aanzien van de aanwe-zige dienaren van god en hun voelbare passie voor eenheid met het Transcendente. Het is ook weer zo’n gedachte die je het liefst weg wilt stoppen, en natuurlijk protesteren moslims dat de islam ‘universeel’ en ‘tolerant’ is, maar ik weet ook maar al te goed dat deze stad de plaats is geweest van verschillende vormen van ‘ethnic cleansing’. Tussen 1948 en 1967 werden de Joden door de Jordaniërs verdreven uit de Joodse wijk, terwijl de israëli’s hetzelfde deden met de arabieren van West-Jeruzalem.

ik koos er ook voor om de vrouwen aan de uiterst rechtse rand van de muur te observeren, met hun tallit -de gebedssjaal- om, hardop bid-dend en lezend uit de Thora, maar nog steeds afgescheiden door de mechizta, die de vrou-wen de centrale plaats, bij de mannen, ont-zegt. ik vroeg me af of deze vrouwen zelf een verband zagen tussen hun strijd voor ruimte in een wereld waar ‘mannelijkheid’ identiek is aan het bezit van en de macht over het cen-trum, en de strijd van de uit hun wereld ont-zette Palestijnen: beide zijn immers gegrond op bezitloosheid en verdrijving van ‘niet-wij’ groepen. ik huilde bij het Yad Vashem Holo-caust monument, denkend aan de hate speech die ik zo vaak hoor van mede-moslims: ‘Joden! Joden! Kijk uit voor Joden!’; aan de ahistorische moddergooierij in de richting van ‘Joden’ tij-dens mijn achtjarige theologiestudies in Paki-stan; aan het gebrek van de architecten van dit

monument om zelfs maar een kaarsjeneer te zetten voor de door nazi’s ver-moorde zigeuners en homo’s; aan de bekwaamheid waarmee de man - ja, de man - erin slaagt de mensheid te laten lijden; en aan de tragedie van de Palestijnse mensen, zo adequaat door edward Saïd beschreven als de ‘slacht-offers van de slachtoffers’. zij zijn ver-dreven en bezitloos gemaakt omdat onzegbare misdaden begaan werden door sommige blanken tegen andere blanken….

Bij het verlaten van het opzettelijk nauwe, bun-kerachtige Yad Vashem, valt je blik over het Beloofde Land en de boodschap kon niet duide-lijker: ‘Wij, de Joden, hebben wat achter ons ligt overleefd, en onze toekomst hangt af van wat nu voor ons ligt: de Staat israël.’

en weer huil ik, om de waanzin die maakt dat we onze veiligheid bouwen op de onveiligheid van anderen; onze vrijheid op de ontkenning van vrijheid voor de ander.

VerTaLing: eVeLien grOeninK.

Farid Esack (1959, Zuid-AfrikA) is moslimtheoloog en genderdeskundige. hij is verbonden AAn de Harvard divinity scHool (vs) en de treatment action campaign (ZA). in 1997 schreef hij het bAAnbrekende en nog steeds Actuele boek Qur’an, liberation and pluralism. an islamic perspective on interreligious solidarity against oppression (uitgeverij element books). momenteel doet hij onderZoek nAAr de progressieve islAm.

Zuid-Afrika is geen wonderland

foto

: gee

rt s

no

eije

r

Page 35: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 35

columnmannen gebruiken geld om mee op te scheppen. ze zwaaien in restaurants met hun credit cards alsof

het niets is: balsem voor hun fragiele ego’s. Wij vrou-

wen maken ons zorgen om onze kinderen. Wij hebben spaargeld.

en zodra je dat hebt, begint het probleem. Dacht je dat ze in zuid-

afrika alleen banken beroven? Ver-geet het maar, moeders met spaar-

geld zijn net zo goed doelwit.De meesten van ons zijn alleen-

staand, dus zodra zich een aanbidder aandient, hoop je op – eindelijk – de

ware liefde. natuurlijk zijn het juist de oplichters die zoetgevooisde praatjes hebben. ‘ik word duizelig van je heerlijke parfum’, zeg-gen ze, en: ‘Wat heb je toch een lieve stem.’ Vorig jaar begon ik mijn zoektocht naar een eigen huis. ik reageerde op advertenties van makelaars in de krant. Vooralsnog vond ik niet wat ik zocht. maar op een dag belde een zo’n makelaar mij ineens op. Hij zei dat hij het per-fecte huis voor me had, en in wat voor inko-mensgroep zat ik ook weer? ik vertelde hem dat ik wat spaargeld had voor een aanbetaling. We maakten een afspraak. Hij zei dat ik mijn bank-afschriften mee moest nemen. in de dagen erna belde hij elke dag wel twee keer om me aan onze afspraak te herinneren. Hij vertelde echter steeds maar niet waar dat huis dan wel was, of hoeveel kamers het had. Hij belde ook steeds vanaf andere telefoon-nummers, en zelfs een keer vanuit een post-kantoor. ik vroeg vrienden om advies. Die zei-den allemaal dat ik beter bij deze man uit de weg kon blijven. nadat hij voor niets op me had zitten wachten belde hij nog een keer, maar nu om me uit te schelden.

De volgende man die belde was een Venda. Hij zei dat hij een huis in de buurt van mijn voor-keur voor me had, met drie kamers. Precies wat ik zocht. Hij zei verder dat hij zich aangetrokken voelde door mijn stem. ik moet toegeven dat ik ook niet helemaal van beton ben. Hij klonk aardig.maar in het restaurant bleek meteen dat ook hij – Vincent heette hij – helemaal geen huis had. nee, hij vond dat ‘we’ een bus moesten kopen van mijn spaargeld. Dan zouden we samen rijk worden in de transport business. ik grapte meteen dat hij als Venda toch niet dacht dat hij een Xhosa vrouw voor de gek kon houden. Hij lachte, maar hij deed zijn mond meteen weer dicht, net als een blanke.Vroeger rekende je erop dat een man je beschermde. aanbidders maakten je volgens de regels het hof: ze kwamen met een mand pompoenen, of maïs, of een pakje vlees. Om je te overtuigen dat ze heus goede kostwinners waren. natuurlijk ging het ze om de seks, maar het was tenminste beleefd. Tegenwoordig wil-len ze én met je naar bed, én je geld stelen. mis-schien komt het door het apartheidstrauma, dat de mannen alleen maar aan zichzelf denken, en aan rijk worden; dat menselijke waardigheid en respect er niet meer aan te pas komen. ik hoop maar dat onze zonen die waarden weer zullen aanleren. ik kon nu niet anders doen dan opstaan en zeggen: ‘een prettige avond verder, meneer.’

Prudence Mbewu is onderwijzeres in Centurion, Zuid-Afrika

Prudence mbewuCriminele aanbidders

Tegenwoordig willen ze én met

je naar bed, én je geld stelen

Page 36: 16739478-ZA0803-1

36

Hentie van der Merwe

W hat’s in a uniform? Wie naar de fotoserie Trappings van Hentie van der Merwe (Namibië, 1972) kijkt,

wrijft zich al snel in de ogen. Deze levensgrote bewogen beelden tonen uniformen uit vier verschillende oorlogen, de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, die van de Boeren tegen de Engelsen aan het begin van de vorige eeuw en die van blank Zuid-Afrika tegen de onafhanke-lijkheidsstrijders in Angola in de jaren tachtig. De uniformen hangen in het South African National Museum of Military History in Johan-nesburg. Deze rituele oorlogsdracht vertegen-woordigt volgens van der Merwe een lofzang op het geweld, de doden en de psychologische

verwondingen waartoe oorlog onvermijde-lijk leidt. De opgespelde decoraties ontnemen het zicht op de geleden, en de in het militaire maatpak gesnoerde, pijn. Van der Merwe ver-vaagt deze beelden. Daardoor worden tegelij-kertijd zowel hun bestemming – het slagveld – als de verheerlijking daarvan ondermijnd. De fotograaf grijpt in de geschiedenis in, door ‘de ornamenten van blanke superioriteit’- ook tij-dens de wereldoorlogen werden de Afrikaanse peletons door blanken aangevoerd - in het heden te plaatsen. Zo verdraait hij de betekenis ervan. De schimmige contouren verraden nu kwetsbaarheid. Van der Merwe groeide op in Zuidwest Afrika, het tegenwoordige Namibië.

Hij werkt er nog regelmatig in de hoofdstad Windhoek maar woont in Johannesburg. Hij had in de afgelopen jaren tentoonstellingen in onder meer Antwerpen en Keulen. Ook nam hij deel aan verschillende groepstentoonstel-lingen, zoals Snap Judgments, de overzichts-tentoonstelling van hedendaagse Afrikaanse fotografie (zie ZAM, jaargang 12, nummer 2). In 2002 won hij de Artissimo/BIG Torino Prize met zijn visuele dialoog United Colours, waarin kleurrijke militaire decoraties ‘in gesprek gaan’ met ‘global brands’, zoals United Colors of Benetton. Van der Merwe’s Trappings is te zien tijdens Breda Photo van 25 september tot 31 oktober 2008.

Page 37: 16739478-ZA0803-1

37

Transvaal Horse Artillery (Colonial), Officer (1903 – 1913)

Cape Mounted Rifles (Dukes), Bandsman (1913-1926)

r

r

r

Page 38: 16739478-ZA0803-1

38

WWI, Lieutenant e

Page 39: 16739478-ZA0803-1

39

Cape Mounted Rifles (Dukes), Bandsman (1913 – 1926)

r

Page 40: 16739478-ZA0803-1

40

Transvaal Scottisch (8th Infantery)

Sergeant (1945 – 1951)

e

Page 41: 16739478-ZA0803-1

41

State President’s Guard (Formed 1967 – Deactiva-ted 1990), Riflemen

r

Page 42: 16739478-ZA0803-1

42

WWII Service Jacket e

Page 43: 16739478-ZA0803-1

43

Parade Uniform (1967 – 1990)

r

Page 44: 16739478-ZA0803-1

zam africamagazine 03/200844

in memoriam: Wendo Kolosoy“Marie Louise” werd opgenomen in 1948, in Leopoldville, zoals Kinshasa toen nog heette. Een gitaar speelt een paar akkoorden en een stevige stem begint aan een lied over een pro-blematische relatie. Wendo, die het op de plaat zette, werd er in één enorme klap een beroemd-heid mee. Het lied kreeg magische kracht en zou de doden opwekken tot leven! Wendo werd enige tijd opgesloten door de bezorgde katholieke autoriteiten van Belgisch Congo.Tot het begin van de jaren 60 was Wendo heer en meester over muziek in zijn land.Daarna kwam Mobutu aan de macht in het inmiddels onafhankelijke Congo. Wendo trok zich terug en werd pas onlangs herontdekt. De grootvader van de Congolese rumba, de man die veertig jaar eerder overal volle zalen trok, bleek straatarm in een achterbuurt van Kinshasa te wonen. Er kwam een come-back CD, optredens en een film: On the Rumba River, die in september te zien was tijdens het Africa In The Picture fes-tival. Maar zijn gezondheid begon de robuuste oude heer parten te spelen. Op 28 juli overleed hij, 82 jaar oud. En nu ligt hij in de grond van zijn geliefde Congo. Na een staatsbegrafenis.

ge lui de nOnder redactie van Bram POsthumus

Klein wonder minyeshu Kifle tedla

Je weet niet wat je mist als je nog nooit een optreden hebt meegemaakt van zangeres, danseres en songmaakster minyeshu Kifle Tedla. Spannend, avontuurlijk maar vooral zo enorm aanstekelijk. Er gebeurt een klein wonder op toneel. Het grote wonder is dat het haar lukt om voor de tweede keer in haar leven een carrière in de kunst vanaf de grond op te bouwen.

de tweede keer. Want minyeshu was allang vertrouwd met de wereld van het grote internationale spektakel, als lid en choreografe van het nationaal theater van ethiopië. ze werd geboren in de elegante stad dire dawa, vanuit de hoofdstad addis abeba zo’n 500 kilometer langs de spoorlijn naar het oosten. minyeshu’s familie maakte de reis in omgekeerde richting; eenmaal aangekomen in de hoofdstad raakte ze in de ban van muziek en dans.

ze werd ontdekt door het nationaal the-ater en vierde triomfen in eigen land, in Oost europa, tot en met de verenigde

staten. met politiek had het allemaal niets te maken; in haar hoofd blijven de werel-den van kust en die van politiek ver bij elkaar vandaan. sterker nog: er is alleen kunst; politiek leidt maar af. ze werkte door aan nieuwe voorstellingen, ook nadat het nationale theater andere meesters kreeg na de omverwerping van het stali-nistische regime van generaal mengistu haile mariam, in 1991. ze ontwierp een grote muziek- en dansvoorstelling, en een tweede... die nooit werd opgevoerd. het nieuwe regime bleek zo mogelijk nog erger geobsedeerd door verborgen politieke boodschappen in kunstuitingen dan zijn voorganger.

een verklaring voor het verbod op haar tweede spektakel heeft minyeshu nooit gekregen. het was in ieder geval reden om in 1995 in België te blijven. met niks. de opbouw van haar nieuwe statuur als artieste is dan ook niet gemakkelijk geweest. het zwaartepunt verschoof van dansen naar zingen. er kwam een kort-

FOTO

: JAC

QU

ES S

ARAS

IN

Page 45: 16739478-ZA0803-1

zam AFRICA mAgAzINE 03/2008 45

recensies

Klein wonder minyeshu Kifle tedla

stondig muziekproject, africa unite. een eerste cd, Meba. en sinds de lente van dit jaar een tweede, getiteld... Dire Dawa. een cd met eigen werk dat zich laat inspireren door muziek uit eigen land, de buren en ach, eigenlijk overal vandaan. Ondertus-sen bouwt ze gestaag door aan haar live reputatie. een onstuimig optreden met het nederlands Blazers ensemble tijdens het nieuwjaarsconcert 2007, een korte tournee naar aanleiding van het prachtboek Het draagbare paradijs, een serie gesprekken met haarzelf en acht collega’s/lotgenotes. en veel optredens met haar eigen band.

Opnieuw wordt de wereld haar toneel – maar nu vanuit nederland. ga haar zien. hier zijn de concertdata voor zover bekend. en loop ze zelf na op www.minyeshu.nl

25 september, venlo: de maaspoort1 oktober, den Bosch: theater aan de Pararde31 oktober, ede17 november, rotterdamse schouwburg21 november, apeldoorn: Orpheus

3MA, 3MA (Contre-Jour) Afrikaanse muziek is meer dan trommels: snaren! De oud heeft er meestal elf. Breng ze bij elkaar en je wikkelt heel Afrika in muziek, van Marokko tot en met Madagascar, via Mali: drie landen die met MA beginnen, vandaar de titel. Rajery komt uit Mada-gascar, net als de valiha, met zijn droge korte staccatoklank. De oud, bespeeld door de Marrokaanse meester Driss El Maloumi, brengt een lyrische klank in en Ballaké Sissoko’s kora brengt diepte en ritme in de klank. Ze spelen solo en dat is al mooi, en niet te vergeten virtuoos. Maar gedrieën komen er allerlei span-nende laagjes in de muziek, die je goed

kunt horen omdat ze elkaar de ruimte gunnen. De CD opent crescendo en opge-wekt en loopt via dromerige ballades en die solo stukken ruim drie kwartier door zonder een moment te vervelen.

BAllA et ses BAllAdins, the sil-lyphone yeArs (Sterns Africa). Het Britse label Stern’s is bezig met een prach-tige serie dubbel CD’s waarop de nietsver-moedende luisteraar wordt meegevoerd naar de gouden tijd van de grote dans-orkesten uit Guinee, van 1960 tot 1984. Drie zijn er al uit: eentje met werk van het vermaarde Bembeya Jazz, een orkest dat nog altijd optreedt; eentje met de minder bekende Kélétigui et ses Tambourins en eentje met een mooie doorsnee van orkes-ten uit het hele land. En nu dus dit juweel van Balla et ses Balladines. Ze begonnen in 1960 als Jardin de Guinée. Onder leiding van trompettist Balla Onivogui maakten ze fraai gearrangeerde bewerkingen van traditionele muziek en natuurlijk ook eigen werk. Lange fraaie melodieën, gesoig-neerde zang, magnifieke gitaarsolo’s en blazers, veel blazers. Hun allerlaatste LP voor het staatslabel Sillyphone maakte de titel volledig waar: Objectif Perfection. Deze uitgave geeft je de geschiedenis van de groep, die uitmondde in dat laat-ste staaltje perfectionisme. Net als bij de andere dubbelaars van Sterns zit er een heerlijk boekwerkje met een verhaal over de groep en hoezen bij. Een feestje!

sékou keitA QuArtet, the siliMBo pAssAge (World Adventures). Een jaar of drie geleden kwam de eer-ste CD uit van het Sékou Keita Kwartet en het moet voor de sorteerders in de platenwinkels lastig zijn geweest te verzinnen in welke bak je die nou moest neerzetten. Wereldmuziek? Afrika? Jazz? Het is alle drie en nog wat. Keita komt uit de Casamance in het zuiden van Senegal, woont inmiddels in Engeland en maakt muziek op een kora waarvan hij de snaren anders heeft afgestemd. Die eerste CD beviel goed en nu is er dan een tweede waarin hij nog iets avontuurlijker te werk gaat. Bovendien heeft het kwar-tet aanvulling gekregen van een punt-gave zangeres Binta Suso, Keita’s zus. Op het repertoire staan traditionele stukken die lichtjes en aangenaam ontsporen. Of eigen composities waarin alle andere elementen van het kwartet (in de bijzon-dere samenstelling van kora, elektrische bas, viool en percussie) subtiel samen-smelten. Een nieuw en nog onbestemd genre waar het kwartet mee speelt en het kan dat alle subtiliteiten iets teveel op elkaar gaan lijken. Maar probeer hem in ieder geval een keer uit.

FOTO

: TyC

hO

mER

IJN

Page 46: 16739478-ZA0803-1

ze

P a u lGrootboomNa Zuid-Afrika veroveren de stukken van

Mpumelelo Paul Grootboom nu de Europese podia. Dankzij een zelfbenoemde ‘Goddelijke status’ herneemt hij de regie over de gewelddadige gebeurtenissen in zijn leven en zijn land. Zo worden zijn littekens theater. ‘Maar ik ben heel sentimenteel’ TeksT: Fred de Vries, FoTo: suzy BernsTein

TheaTer als caTharsis

aFrica magazine 03/200846

INTERVIEW

Page 47: 16739478-ZA0803-1

ZAM aFrica magazine 03/2008 47

ze ze

Page 48: 16739478-ZA0803-1

ZAM aFrica magazine 03/200848

Het had allemaal dramatisch af kunnen lopen, als hij op zijn veertiende niet zo ont-

zettend op zijn lazer had gekregen van zijn oma. dat gebeurde nadat de politie hem had aange-houden toen hij met een mes op weg was om een

leeftijdsgenootje mores te leren. ‘een moord-wapen. zo’n rambo-mes’, grinnikt de inmid-dels 33-jarige zuid-afrikaanse theatermaker mpumelelo Paul grootboom, ouder en wijzer, maar nog altijd grungy gekleed in een versle-ten leren jack en een legerbroek. Het hele verhaal volgt. grootboom wilde wraak nemen op een jongen die tijdens een voet-balwedstrijd in soweto bloed aan zijn shirt had gesmeerd. Het incident escaleerde, en hij besloot om in de stad een steekwapen te kopen om de vete te beslechten. ‘ik werd veel gepest, en vond het welletjes.’ Hij en zijn maten liepen door zijn straat (beide jongens woonden in dezelfde buurt) waar het beslissende gevecht zou plaatsvinden, toen de politie hem aan-hield. oma kwam uit het huis gesneld en gaf haar kleinzoon er zo enorm van langs dat de agenten maar afzagen van arrestatie. ‘zij was het die me opvoedde’, zegt grootboom. ‘mijn vader heb ik nooit gekend.’ grootboom vertelt het voorval op een terrasje in Johannesburg’s newtown, vlak bij het mar-ket Theatre, waar onder meer zijn controversi-ele post-apartheidstukken Township Stories en Cards te zien waren. Volle zalen trokken ze, die tijdens de voorstelling gedeeltelijk leegliepen omdat het publiek het realisme van de seks en het geweld niet aankon. dit was nieuw zwart theater, een breuk met het moralisme van wel-eer. ‘onze geschiedenis werd altijd verpakt in the-ater dat over de strijd tegen apartheid ging’, zegt grootboom. ‘maar de andere verhalen hebben we nog niet verteld. ik was pas in Bel-gië en daar ging de discussie over de toekomst van theater, post-dramatisch ofzo. ik zei dat wij daar nog lang niet aan toe zijn. eerst moeten

we onze eigen verhalen vertellen, zonder non-sens. Vandaar misschien dat mijn werk zo gro-tesk en realistisch is.’Voordat we het over grootboom als de ‘town-ship Tarantino’ (een label dat hij haat) gaan hebben eerst nog een ander beslissend moment. na zijn middelbare school werd Paul geacht netjes aan de universiteit van Witwa-tersrand te gaan studeren. Want onderwijs was belangrijk, dat hadden zijn oma (hoofd-onderwijzeres) en tante (onderwijspsychologe) hem wel ingeprent. maar na drie maanden hield grootboom die universiteit met al zijn machtsspelletjes voor gezien, en verruilde de colleges voor bezoe-ken aan een vervallen bioscoop in downtown Joburg, waar hij wegzonk in de wereld van cinema. zo leerde hij scorcese, Fellini en Berg-man waarderen en veranderde het gevange-nisdrama American Me zijn ideeën over film als ontspanning. ‘er zaten hele realistische ver-krachtingsscenes in. mensen liepen weg uit de zaal. ze konden het niet aan, ze werden woe-dend. ik vond dat een tof effect en wilde meer van zulk materiaal zien.’Filmfanaat grootboom volgde zijn hart en deed een cursus acteren bij een obscuur instituut in Johannesburg. Weggegooid geld. Hij was geen acteur. scripts schrijven ging hem beter af. Hij schreef iets over polygamie en stuurde het naar alle filmproducenten die hij in de gouden gids vond. eén reactie kreeg hij, van regisseur John rogers, die zich tot zijn mentor en vertrouwens-man zou ontpoppen. Vergeet de filmwereld en verken het theater, luidde rogers’ advies. min-der kostbaar en meer kansen.grootboom, inmiddels door een woedende oma het huis uitgeknikkerd, trok in bij rogers, die hem vertelde over de Britse acteurswereld, over Londens Royal Academy of Dramatic Art en mensen als John gielgud. Tevens introduceerde hij hem bij de lokale topdramaturgen Barney simon en aubrey sekhabi. gaandeweg raakte grootboom in de ban van theater. ‘Theater eist de ziel van iedereen die erbij betrokken is. Het is minder oppervlakkig dan film. Je graaft dieper. om het heel clichématig te zeggen: je verliest jezelf erin. meer nog dan film is het fantasie. Je hebt controle over onaangename dingen die je overkomen.’als hij mij ziet fronsen, verduidelijkt hij: ‘kijk, ik schrijf veel vanuit persoonlijke ervaring. gebeurtenissen die me vernederen, pijn doen

Page 49: 16739478-ZA0803-1

ZAM aFrica magazine 03/2008 49

‘ auTokaping meT moord? o, gisTeren nog gezien.’

of beschamen verwerk ik in mijn theater. dan geef ik mezelf goddelijke status en dan kan ik het gebeuren manipuleren en naar mijn hand zetten. dat doet me goed.’ Hij wijst op zijn wang. ‘Pas ben ik in elkaar geslagen. Hier, je kunt het litteken nog zien. dat was erg vernederend. maar ik ga erover schrijven.’ grootboom en theater waren voor elkaar gemaakt. zijn carrière nam een vlucht. met zijn transgressieve producties Cards en Township Stories won hij prijzen en toerde hij door enge-land en België. Cards ging over seks, had ont-regelende naaktscenes en leidde tot fel debat. ‘reacties zijn belangrijk. Ja, mensen verlieten de zaal tijdens Cards, hahaha. Vooral blanken.’Cards bewees weer eens hoe gespleten zuid-afrika is en hoe weinig de verschillende cultu-ren van elkaar weten en begrijpen. Blank was geschokt door grootbooms fel realistische werk, zwart haalde de schouders op en grinnikte. ‘Jonge zwarten raken minder makkelijk van streek. ze herkennen te veel. daarom lachen ze – zelfs om de vreselijkste dingen. autokaping met moord? o, gisteren nog gezien.’ Township Stories, dat samen met grootboom’s interpretatie van arthur schnitzlers Reigen-deze maanden in nederland te zien is, gaat over een seriemoordenaar die de sociale struc-turen in een zwarte township ontwricht. Het stuk baarde opzien vanwege de heftige scènes, waarbij de acteurs elkaar werkelijk fysiek pijn deden. grootboom zorgde voor een vervreem-dend effect door het brute geweld te combine-ren met mierzoete liedjes, of het te verpakken in vertraagde, dansachtige bewegingen. Film blijft zijn belangrijkste inspiratiebron, in dit geval Reservoir Dogs en A Clockwork Orange. Hij knikt en voegt daar het Franse Irreversible aan toe. ‘dat gaat over een man wiens vrouw wordt verkracht. er zat een scène in waar ik jaloers op was. Hij duurt bijna tien minuten, een enkele shot. Het is de verkrachting van die vrouw in een metro. als hij begint denk je: ach, het zijn maar acteurs. maar het gaat maar door. en dan zeg je tegen jezelf: nou is het wel genoeg. en uiteindelijk krijgt het een heel andere dimensie, en wil je zelfs bloed kotsen

terwijl je kijkt. Pas dan is het voor mij een wer-kelijk effectieve scène. al je kritiek is dan allang vervlogen. daarom zitten er van die lange stuk-ken in mijn producties. Het lachen, ook van een zwart publiek, verstomt vanzelf als je de ellende maar lang genoeg laat duren.’

Hij schreef Township Stories in 2003, samen met Presley chweneyagae, die later beroemd zou worden als hoofdrolspeler in de met een oscar bekroonde film Tsotsi. ze rekruteerden jonge, onervaren acteurs die hun sporen alleen nog maar hadden verdiend in community theatre, moralistisch, uitleggerig toneel dat in de town-ships goed gedijt. nu moesten die kids ineens heel anders denken en werken. grootboom kneedde ze, schold ze uit, prees ze, om ze naar het door hem gewenste niveau te tillen. ‘ik pro-beer ze te helpen. natuurlijk vielen sommigen af.’af en toe liep het zelfs uit de hand. dan gingen de tieners te zeer op in hun rol, zoals de jongen die de seriemoordenaar speelde in Township Stories. ‘enkele acteurs klaagden dat hij ze bijna echt wurgde. en soms stortte hij fysiek in. dat maakte diepe indruk op mij. ik dacht: daar gaat het om! Hier kan community theatre niet aan tippen. inmiddels roep ik ze tot de orde als het werkelijk uit de hand dreigt te lopen.’grootboom wil grenzen verkennen. Voor hem is theater de catharsis. allemaal goed voor-stelbaar. maar hoe leg je de fascinatie voor een seriemoordenaar uit? ‘ik wilde al heel lang iets over seriemoordenaars maken’, zegt hij. ‘ik las erover en kon me identificeren met som-mige van hun problemen. ik dacht altijd: als ik niet schreef dan zou ik er ook een kunnen zijn. maar ik wist niet hoe ik er structuur aan moest geven.’Tot hij op een dag Presley met een groep jonge acteurs een scène zag oefenen waarin een vader een zoon aftuigt. ‘Toen wist ik dat ik met die achtergrond een seriemoordenaar neer zou kunnen zetten. een seriemoordenaar die alle

onderdelen van de township beïnvloedt. Het werd iets heel persoonlijks.’ik kijk hem aan. Hij is vriendelijk, goedlachs en erg spraakzaam. goed, er zijn wat littekens die zijn gezicht onstieren. maar wederom die vraag: seriemoordenaar? ‘Het gaat om de inci-denten en de beweegredenen achter die moor-den. en om wat het betekent als je geweld niet langer als iets slechts ziet’, zegt hij.en weer komen we terug op die meppende, hyperdominante oma. ‘mijn seriemoordenaar heeft ook een relatie met een oudere vrouw, hetgeen een verwoestende impact heeft in het verhaal. ik had dat ook. als kind kreeg ik thuis vaak een pak slaag. dan ga je jezelf als slacht-offer zien en jezelf wijsmaken dat je mishan-deld bent. dergelijk materiaal gebruik ik om de geweldscyclus te beschrijven, die me altijd gefascineerd heeft.’Hij neemt een slok van zijn inmiddels koud geworden koffie en lacht verlegen. ergens onder het oppervlak van dat Tarantino-achtige geweld schuilt een hunkering naar liefde en tederheid. ‘ik ben heel sentimenteel’, erkent hij. ‘mijn werk kent zoveel kleine momenten van tederheid. dat leerde ik van John rogers. We keken samen naar Reservoir Dogs. ik ging helemaal op in die gewelddadige scenes, ter-wijl John alleen oog had voor de relatie tussen die politieman die sterft en Harvey keitel. Hij wees me op het belang van die verhouding, en hoe die wordt opgebouwd. daar gaat het om: er zijn altijd menselijke relaties. zelfs op de vreselijkste ogenblikken zijn er momenten van verlossing.’

Fred de Vries (1959, NederlaNd ) is jourNalist eN schrijver. hij wooNt iN johaNNesburg.

GrootbooM’s bewerkiNg vaN reigeN is begiN oktober te zieN tijdeNs het afrovibes festival iN amsterdam eN deN haag. Meer inforMatie: www.afrovibes.Nl.

Page 50: 16739478-ZA0803-1

50

Hoogvlaktes  Lieve Joris

Page 51: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 51

Hoogvlaktes  Lieve Joris

Foto

’s: L

ieve

Jori

s

Page 52: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200852

w

r

Aan het begin van de reis ontmoet de schrijfster een oude man. ‘Hij ontving ons in een hut met grote raamopeningen die uitzagen op

glooiende weiden . “Hoeveel kinderen heeft U?”, wilde hij weten.’

Gids David op het voetbalveld in Mikalati (vorige pagina’s).

Page 53: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 53

Lieve Joris (België, 1953) is schrijfster. De hoogvlaktes, dat in oktober uitkomt, is haar tiende boek. eerder verschenen onder meer Terug naar congo (1987), Dans van de luipaard (2001) en Het uur van de rebellen (2006). Deze titels werden ook in het frans, engels en Duits vertaald

I k was vergeten hoe zijn naam in mijn notitieblokje terecht was gekomen, maar iemand had me gezegd dat ik, als ik mikalati aandeed, bij madigidigi kon logeren, die leraar was op de lagere school. We kwamen zomaar bij hem aanzetten die zaterdag-middag, moe, vies als geitjes, een beetje op onze hoede ook na

de slechte ontvangst in mikenge de avond tevoren.maar madigidigi was één en al blije verrassing. Hij keek naar me alsof een prijsdier zijn erf was op gewandeld en klopte David dankbaar op de schouders omdat hij mij had meegebracht.madigidigi was groot, en zwaarder dan de Banyamulenge die ik tot dan toe had ontmoet. Hij sleepte met zijn linkerbeen. als kind had hij polio gehad, zou hij me later vertellen, waardoor hij minder beweeglijk was dan anderen. Had zijn handicap hem, net als muragwa in minembwe, anders gemaakt? Was dat de reden waarom hij niet achterdochtig was? De Banyamulenge duldden geen handicaps, wist ik. Tot voor kort draai-den ze albino’s bij hun geboorte de nek om: ze zouden ongeluk brengen.Drie hutten en een schuur ñ dat was madigidigi’s wereld. De dragers zet-ten onze bagage in de hoek van een van de hutten, stopten de dollarbil-jetten in hun zak en verdwenen.ik plofte neer op een stoel en keek naar de muren, die beschilderd waren met vrolijke witte, bruine en olijfgroene patronen.madigidigi’s vrouw maakte water warm en zette de emmer voor me neer in de schuur. een afvoerputje was er niet en dus waste ik me, jonglerend op mijn slippers in de aangestampte aarde, die steeds glibberiger werd. mijn schone kleren lagen op één steen, mijn handdoek op de andere.in de hut ernaast kaatsten de hoge, opgewonden stem van madigidigi en de sonore bariton van David heen en weer, afgewisseld door gedempte vrouwenstemmen op het erf daarachter.gekakel van kippen, het gehuil van een baby ñ ik voelde me weer thuis. na het eten kwam madigidigi’s broer op bezoek, die eerder in Bijombo had gewoond, onze volgende bestemming. Het was de langste tocht van ons traject en de broers vroegen zich bezorgd af of ik dat wel zou redden.

gelukkig was het morgen zondag, zodat we konden uitrusten. Bij het licht van een olielamp zaten we die avond bij elkaar. De broers vertelden me dat hun vader zakenman in Uvira was geweest. Tijdens de oorlog was hij met een deel van de familie naar amerika verhuisd. amerika! Hoe ver was dat niet verwijderd van dit dorpje waar post en telefoon niet beston-den, waar je drie dagen moest reizen voor je op een asfaltweg stuitte.ze hadden geen idee in welk deel van de Verenigde Staten hun vader terecht was gekomen. in het woord amerika lag zoveel magie besloten dat details overbodig waren. Kon ik hun geen beurs bezorgen, vroegen ze, zodat ook zij konden vertrekken?Langzamerhand vielen mijn ogen dicht. Was het pas vanochtend dat de kinderen van mikenge me door de raamopening beloerd hadden terwijl ik in bed lag? De eetbarak met de spinnenwebben op de heuvel, de hel-dere stemmen van de commerçanten, de kreet van verbazing die door de menigte trok bij onze aankomst in mikalati ñ het was alsof we al dagen onderweg waren.‘Waar slapen we?’ Bij het binnenkomen had ik een gangetje opgemerkt dat vermoedelijk naar een ruimte met een bed leidde. zelfs in de inde-ling van hun huizen waren de Banyamulenge discreet.madigidigi was opgestaan. ‘er is maar één slaapkamer,’ zei hij, ‘hopelijk is dat geen probleem.’ ik wilde protesteren, maar dacht aan de ongemak-kelijke nacht die ik David in mikenge had bezorgd en slikte mijn bezwa-ren in. ‘Jullie reizen samen,’ zei madigidigi, ‘dan is het ook goed samen te slapen.’De gang was zo smal dat ik er zijdelings door moest schuiven. zodra ik in het kamertje stond, kreeg ik ademnood. een jaar of twee eerder was het begonnen, in een tent voor de kust van mozambique: plotseling had de gesloten ruimte me benauwd. ik speurde met mijn koplamp de muur af en wrikte aan het luikje. ‘ik vrees dat dit open moet, anders stik ik,’ zei ik tegen David.‘Ben je claustrofoob?’ Het klonk even ongewoon als ‘amerika’ eerder die avond had geklonken. ik lachte. ‘Waar heb je dat woord geleerd?’ David trok de deken op de matras recht. ‘O, tijdens mijn verpleegopleiding. Sommige mensen zijn agorafoob, andere hebben precies het tegen-overgestelde.’ Door de raamopening scheen maanlicht naar binnen, in het gras rond de hut sjirpten krekels ñ het was ineens heel wat minder beklemmend in de kamer.

Op de hoogvlaktes, een onherbergzame streek in het oosten van Congo, zwaait de kolonel de scepter. Hier regeren militarisme, de Bijbel en bijgeloof. Met gids David onderneemt Lieve Joris haar laatste tocht door dit land. Zo komt er een einde aan de reis die haar bijna twintig jaar eerder naar het westen van Congo voerde, in de voetsporen van haar heeroom, de missionaris.

Hoogvlaktes Lieve Joris

Page 54: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/200854

w

Later op de reis tekent zich op een heuvel een omheining van bamboe stokken af. ‘Kinderen stonden naar ons te kijken; het werden er steeds meer.’

Page 55: 16739478-ZA0803-1

africa magazine 03/2008 55

‘Wij zijn de enigen in de hoogvlaktes die met een open raam slapen,’ zei David toen we in bed lagen ñ hij onder een vieze deken tegen de muur, ik in mijn slaapzaak aan de buitenkant.‘Waarom eigenlijk? Wat kan er gebeuren?’ De opening was zo klein, daar kon een dief onmogelijk doorheen kruipen.‘Je vijanden zouden iets naar binnen kunnen gooien, toch?Of anders zou een boze geest misschienÖ’‘geloof jij in boze geesten?’‘nee.’ in profetie’n geloofde hij wel, en in wonderbaarlijke genezingen. ‘in de kerk van de kolonel zag ik een keer een gehandicapte jongen die god aanriep. aan het einde van de dienstÖ’ Davids stem stierf weg.ik draaide me op mijn zij, luisterde naar de krekels en dacht aan boze geesten die door raamopeningen naar binnen glippen.Daarover zou David me overdag nooit hebben verteld.madigidigi had misschien wel gelijk, dat het goed was in één bed te slapen als je samen op reis was.De volgende ochtend vroeg luisterden we in bed naar het afrikaanse nieuws op de franse radiozender rfi. in het dal waren vijfhonderd mili-tairen van het rwandese regeringsleger gesignaleerd; ze hadden de vn-vredesmissie monuc gehinderd in haar werk. David lag op zijn rug, één en al oor.‘Straks geven de rwandezen natuurlijk weer een communiqué uit waarin ze alles ontkennen,’ bromde hij.‘Wie weet ñ misschien zijn het wel geen rwandezen.’ er woonden veel Hutu en Tutsi in het oosten van congo ñ het was soms moeilijk hen van rwandese infiltranten te onderscheiden.‘PfffÖ’ David blies tussen zijn tanden. ‘natuurlijk zijn het rwandezen! ze zitten overal. De kolonel zou commandant in Bukavu moeten worden, hij kent het verschil tussen rwandezen en congolezen. als hij beneden was, zou geen rwandees nog naar congo durven te komen, want hij háát ze.’zijn toon was verbeten. We hadden nog nooit over de kolonel gepraat en ook nu was ik op mijn hoede ñ ik wilde mijn reis niet in gevaar bren-gen. ik deed of ik verder luisterde naar het nieuws, maar mijn gedachten dwaalden af naar wat David net had gezegd. De geruchten die ik in min-embwe had gehoord, klopten dus: de kolonel en zijn mannen wilden hun macht uitbreiden naar het dal.Vijf jaar eerder had de kolonel in Uvira een aanvaring gehad met de rwandezen, omdat hij het niet eens was met hun inmenging in con-

golese zaken. Hij was de hoogvlaktes in gevlucht, maar de rwandezen waren hem achternagekomen, tezamen met loyale Banyamulenge uit het dal. De kolonel had zich met zijn mannen verscholen in het bos. Daar begonnen ze te bidden en stichtten ze een kerk die ze Jangwani, in De Woestijn, noemden, naar de barre omstandigheden waarin het woord gods tot hen was gekomen. al hadden de rwandezen vliegtuigen en modern wapentuig, ze waren er niet in geslaagd hen uit te roken.Sindsdien voelden de kolonel en zijn mannen zich onoverwinnelijk en begonnen ze ervan te dromen af te dalen om hun belagers in het dal mores te leren. Het gerucht ging dat ze zelfs de grens wilden oversteken om het rwandese regime ten val te brengen. een oude profetes fluisterde de kolonel goede raad in, de Bijbel deed de rest. Volgens curé Jorojoro had de administrateur van minembwe het verhaal van de gebroeders Jakob en esau in de kapel niet zomaar voorgelezen. Jakob had de zegening van esau gestolen, net zoals de Banyamulenge in het dal de zegening van de kolonel hadden gestolen. Op een dag zou de kolonel hun dit betaald zetten.Het radionieuws was afgelopen en madigidigi’s stem zoemde al een tijdje om de hut heen. nu hoorde ik hem ongeduldig aan onze deur mor-relen: ‘Opstaan, slaapkoppen!’

Die zondagmiddag lagen we met madigidigi en zijn broer in het gras naar een voetbalwedstrijd te kijken, omringd door een steeds wisse-lende groep vrienden die allemaal wilden weten hoe de broers aan een blanke kennis kwamen. madigidigi stelde me voor alsof ik een trofee was die hij had gewonnen.zijn vrolijkheid was zo aanstekelijk dat zelfs de serieuze David soms moest lachen.De volgende ochtend stond ik uitgerust op, klaar voor de lange tocht naar Bijombo. Dorpjes zouden we niet tegenkomen, tenzij we van onze route afweken. Bovendien zouden we langs de eerste gevaarlijke plek komen waarvoor Jorojoro me had gewaarschuwd: een helling zo steil en onbe-groeid dat ik, als ik achteroverviel, in het niets zou tuimelen.‘De dragers zijn er al,’ zei madigidigi. Bij de deur stonden een opgescho-ten jongeman, een oude vrouw en een meisje van een jaar of tien. De vrouw droeg geen schoeisel en haar voetzolen waren vol kloven en bar-sten; de mannenschoenen van het meisje waren enkele maten te groot. zij hadden allebei een mand op de rug. moesten zij onze bagage dragen op de tocht naar Bijombo?

Hoogvlaktes Lieve Joris

Page 56: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/200856

arijs is de grootste afrikaanse stad buiten afrika. Spotna-

men als Senegal sur Seine en Sahara sur Seine verwijzen daar

naar. als je een taxi neemt klinkt vaak de wonderlijkste afrikaanse

muziek uit de speakers. Tapes van thuis. Of zenders uit de banlieue die ik op mijn radio nooit kan vinden. Laatst trof ik een chauffeur die de voorzitter was van de Kameroense schrij-versvereniging. zijn lezers woonden in Parijs, zei hij, niet in afrika en dat gold ook voor zijn vakgenoten uit côte d’ivoir of Senegal. Ouwe zak die ik ben, kon ik het niet nalaten over mijn avonturen in foumban te vertellen, waar ik in 1974 een kleinzoon van de sultan ontmoette die in de negentiende eeuw, vóór de komst van de blanken, een eigen schrift had ontwik-keld. foumban, laat mijn chauffeur daar nou net geboren zijn! eenmaal mijn bestemming bereikt, moesten we een parkeerplaats zoeken om nog even over Kameroen door te mijmeren – bij een tikkende meter, dat wel.Herinneringen aan een afrika dat allang niet meer bestaat, misschien lijk ik daarin wel op al die andere in Parijs gestrande reizigers die een land van herkomst in hun hoofd lieten stol-len. migranten zoeken nu eenmaal houvast en anders hun kindskinderen wel, voor wie de cul-tuur en het geloof van de voorvaderen tenmin-ste nog enige trots bieden. en wie een wereld-ser vlucht zoekt, troost zich in de rue mahy (18de arrondissement), waar het Senegal van de jaren tachtig van de vorige eeuw, ondanks afbraak en nieuwbouw, stevig standhoudt. niksende mannen die smoezen over geheime worstelwedstrijden en slovende vrouwen met een emmer groenten op hun hoofd en in elke hand een tros levende kippen. Je kunt er de geur van halfrotte vis uit mbour opsnuiven en

de rook van Senegalese smokkelsigaretten. Volg je de smokkelaars dan kom je vanzelf bij de goedkope hotelletjes rond het gare de l’est waar zich handelaars verzamelen die door-rookte beeldjes uit hun dorp in een koffer hebben gestopt om er in Parijs fortuin mee te maken. ze lopen er dagelijks de galeries mee af. ik word daar wel eens aangesproken: Ça vous interesse, l’art Africaine? De eerste keer zei ik in mijn onnozelheid Oui en liet me door drie kerels meetronen naar een hotel dat achter de gevel uit louter hokken en gangen bestond. en daar, voorbij de hoogste trap, in de uiterste hoek, waar hele en halve families potjes zaten te koken, werden de koffers vanonder de bed-den getrokken en mocht ik de schatten bewon-deren. De plakkertjes van het lokale museum zaten er nog aan.maar ik wil geen afrikaanse kunst meer in mijn huis. als ik naar geroofde schoonheid ver-lang, hoef ik ’s morgens maar uit mijn raam te kijken, naar de zwarte schoonmaaksters die afgepeigerd richting metro klossen – getekend door jaren nachtelijk werk. en toch kleuren hun bonte hoofddoeken de grauwe morgen. Soms loop ik achter ze aan en dan stappen we uit bij Chateau d’Eau, waar tientallen jonge kerels wachten om klanten voor de kapsalons te paaien. ik kom graag in die buurt. Vooral op vrijdag als de ramen van de salons zijn besla-gen van krultang en schaterlach en de haar-vlokken over de stoepen zweven. Duiven vlie-gen er af en aan om dekens voor hun nesten op te pikken. en ook ik zoek een zachte plek en vlei me tussen al die opgemaakte en gecoiffeerde vrouwen die bijkomen op de terrassen. en dan laat ik mijn oren groeien en luister naar verha-len waar ik niks van versta. Het Parijs binnen de périphérique herbergt meer afrika dan het zelf wil weten. in het room-

Senegal sur Seine van Dis

a D r i a a n

Page 57: 16739478-ZA0803-1

zam africa magazine 03/2008 57

Dat geldt voor alle zwarten: ze verschieten van kleur als ze stijgen

witte 6de arrondissement waarin ik gewoon-lijk beweeg, vertel ik wel eens over mijn wande-lavonturen. C’est pas Paris ça, hoor ik dan. Vijf minuten met de metro, maar in mentaliteit vijf lichtjaren verwijderd. ‘Hoeveel afrikanen wonen er eigenlijk in Parijs?’, vroeg een buurtgenote mij onlangs. ze verbaasde zich over de vele malinezen die bij de ambassade verderop in onze straat naar binnen liepen. geen idee, maar ook ik wou het weten. na uren internetten en bellen sprok-kelde ik een mager rijtje elkaar tegensprekende getallen bijeen. Schattingen lopen uiteen van 3 tot 5 miljoen zwarten, op een bevolking van iets meer dan 61 miljoen. ‘Voor de wet zijn we alle-maal gelijk’, benadrukte een ambtenaar van de afdeling demografie op het stadhuis van Parijs. Hij keek niet op 2 miljoen zwarten meer of min-der. Het klonk nobel. De fransen mogen dan officieel kleurenblind zijn, in de praktijk wor-den mensen met een donkere huid aantoon-baar achtergesteld: ruim 40% van de jongeren uit problematische buitenwijken waar vooral fransen van arabische of afrikaanse afkomst wonen, is werkloos. in de voornamelijk door blanken bewoonde wijken binnen de périphé-rique van Parijs schommelt dat getal rond de 10%. Het zwarte onderzoeksbureau cran, speci-aal in het leven geroepen om minderheden sta-tistisch zichtbaar te maken, meldt nog dat 45%

van de zwarten in de onderste werklaag blijft steken, landelijk is dat gemiddeld 34%.

Demografie wordt in Parijs met een glazen bol bedreven. alleen over volksvertegenwoordigers zijn de getallen helder. Van de in het continen-tale frankrijk (la france metropolitaine) ver-kozen parlementariërs is slechts 1 van de 555 zwart, van de 304 senatoren niet één. Het aan-tal zwarte burgemeesters is op één hand te tel-len (van de 36.000); niet één vertegenwoordigt de arme buitenwijken van Parijs. Dat is de prijs van het districtstelsel. Troost: extreemrechts is ook niet vertegenwoordigd in het parlement. Hoop: er zitten voor het eerst in de geschiede-nis drie gekleurde vrouwen in de regering.een paar maanden na hun benoeming vroeg ik de dames op mijn geliefde kappersterras of ze de vrouwen in het kabinet een beetje volgden. ik hield een foto op uit een rondslin-gerend glimblad: de zwarte muzen van Sar-kozy in haute couture. rama Yade, ‘die van de mensenrechten’, vonden ze passable – kenden ze nog van de kapper, trouwens. Had ook het leukste haar. maar ze kwam al tijden niet meer naar chateau d’eau. ‘De weg naar omhoog hè’, verzuchtte een vrouw met een strak geknoopt kapsel. ‘Dat geldt voor alle zwarten: ze verschie-ten van kleur als ze stijgen. maar al drinken we bleekwater, voor de blanken blijven we zwart.’

Om haar mening kracht bij te zetten rapte ze En marge. een boos lied van Youssoupha. En France j’ vis comme un étranger mais cette vie c’est la mienne. (in frankrijk leef ik als een vreemde-ling, maar het is míjn leven.) Volgens de dames was Youssoupha ‘de beste franse rapper van de eeuw’. in de Kongo geboren, afgestudeerd aan de Sorbonne, en toch veroordeeld tot ploegen-diensten in fastfoodrestaurants. Uiteindelijk nam hij wraak met zijn muziek. ‘Hij geeft ons onze kleur terug’, zei een vrouw met ontkrulde haren. maar ook zonder haar uitleg had ik de boodschap al begrepen: in Parijs worden de zwarten steeds zwarter.

Page 58: 16739478-ZA0803-1

(advertentie)

Page 59: 16739478-ZA0803-1
Page 60: 16739478-ZA0803-1

26 sep - 6 okt 2008 Amsterdam en Den Haag

www.afrovibes.nl

Theater, dans, film, beeldende kunst + Township Café Podium van erotiek, macht

en geweld en verleidelijke lichaamstaal uit Zuid-Afrika

Grote namen in de 7e editie van Afrovibes

Mpumelelo Paul Grootboom met nieuw stuk Foreplay

(Reigen)

Township Café in Frascati in Amsterdam in authentieke

Zuid-Afrikaanse sfeer

uit Zuid-Afrika

Zinnenprikkelend

Advertentie in ZAM DEF.indd 1 25-08-2008 00:05:28

(advertentie)