Kopie van SIG2009b - core.ac.uk · Handvaardigheid (manual dexterity) Snelheid van armbewegingen...

Post on 29-Oct-2018

214 views 0 download

Transcript of Kopie van SIG2009b - core.ac.uk · Handvaardigheid (manual dexterity) Snelheid van armbewegingen...

COÖRDINATIE

1. BEGRIPSOMSCHRIJVING

�DEFINITIE

= harmonisch + economisch samenwerken

van spieren, zenuwen en zintuigen

stabiele bewegingsacties (willekeurige motoriek)

snelle situatie-aangepaste reacties (reflex-motoriek)

�OPTIMALE SAMENWERKING

- juiste krachtmaat

bewegingsomvang + snelheid van bewegen

- juiste spierkeuze

bewegingsuitvoering + bewegingsrichting

- vlotte wissel spierspanning ontspanning

motorische aanpassingen

GEEN HARMONIE

coördinatiezwakte

coördinatie-stoornis

a) Coördinatiezwakte

= inadequate dosering van:

dynamische impulsen

tijdelijke impulsen

ruimtelijke impulsen

Onaangepaste en oneconomische

spieracties en -reacties

a) Coördinatiezwakte

� Bewegingsverloop :

- te zwak / sterk = hypo-hyperdynamisch

- te langzaam / snel = brady-tachykinetisch

- te spaarzaam / uitschietend = hypo-hyperkinetisch

b) Coördinatie-stoornis

= algemene stoornis van de coördinatieve sturingsimpulsen mbt zowel

houdingsinnervatie

bewegingsinnervatie

= stato-kinetische discoördinatie

2. MEETMETHODEN

KÖRPER-KOORDINATIONSTEST FÜR KINDER (KTK)

KIPHARD EN SCHILLING, 1968

2007, versie 2

Structuur:

- individuele test

- meet algemene dynamische coördinatie

- kinderen 5-14,11 jaar

Structuur:

- 4 onderdelen :

achterwaarts evenwicht

hinken op 1 been

zijwaarts heen en weer springen

zo snel mogelijk voortbewegen mbv 2 kistjes

�Psychometrische kwaliteiten� Test-retest: = .97

� 1 factor: algemeen dynamische coördinatie

Diagnostische mogelijkheden :

- normen voor jongens en meisjes

- normen voor 5 tot 14,11 jarigen per item

- MQ, Pc en mot. Leeftijd bereken

- normen op basis van 1228 Duitse kinderen

- 20 min.

- aparte normtabellen voor normale kdn

kdn met hersenbeschadiging

gedragsgestoorde kdn

leergestoorde kdn

MANUELE VAARDIGHEID

Fleishman

�Pols-vinger-snelheid (wrist-finger-speed)

�Vingervaardigheid (finger dexterity)

�Handvaardigheid (manual dexterity)

�Snelheid van armbewegingen (speed of arm movements)

�Trefzekerheid (aiming)

�Nauwkeurigheid van de beheersing (control precision)

�Coördinatie van meerdere ledematen (multilimb coordination)

�Reactie-oriëntatie (response orientation)

�Reactietijd (reaction time)

�Beheersing van snelheid en richting (rate control)

�Arm-hand-vastheid (arm-hand-steadiness)

Baedke

�Factor van de snelle en precieze handbeweging.

�Factor van de zuivere bewegingssnelheid.

�Papier-potlood-factor.

�Factor van de overwegend precisie beweging: aiming.

�Factor krachtdosering die het visuele richtingsschattingsvermogen insluit.

Beery-Buktenica Developmental Test of Visual-Motor Integration (VMI)

�Ontwikkeling

� Kopiëren van figuren correleerde met academisch resultaat op kinderpsychiatrische populatie

� Ontwikkeling gestart in 1961 door Keith & Norman Beery

� Eerste publicatie in 1967 Beery, 1996 werd visuele perceptie en motorische coördinatie toegevoegd, 2004-5 editie

�Structuur van de test

� Papier en potloodtest 27 figuren kopiëren

� Visuele perceptie: geometrische figuren waarnemen en discrimineren 18 figuren in 3 minuten tijd

� Motorische coördinatie punten verbinden om zo geometrische figuren te construeren in 5 min tijd

�Psychometrische kwaliteiten van de test

� Interscorer: VMI .94, Visueel .98, motorisch .95

� Interne consistentie: VMI .96

� Test-retest: VMI .87, Visueel .84, Motorisch .89

� Validiteit: matige correlaties met andere tests, met chronologische leeftijd VMI =.83, visueel= .75, motorisch= .74

�Diagnostische mogelijkheden van de test

� 2614 Amerikaanse kinderen van 2 tot 18.11 jaar

� Normen VMI per maand, visueel en motor per 3 maanden bepaald

� Resultaten niet cultureel bepaald

� Standdaardscores, percentielen en leeftijdsequivalenten

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2)

�De ontwikkeling van de DVTP begon in 1958

� in 1966 Frostig, Lefever & Whittlesey

� tweede versie : Hammill, Pearson & Voress, 1993

Structuur van de test

�Subtest 1 oog-hand coördinatie

�Subtest 2 positie in de ruimte

�Subtest 3 copiëren

�Subtest 4 figuur achtergrond

�Subtest 5 spatiële relaties

�Subtest 6 visuele closure

�Subtest 7 visuo-motorische snelheid

�Subtest 8 vormstantie

Psychometrische kwaliteiten van de test

�Betrouwbaarheid

Interscoorder inhoud Test-retest

Algemene visuele perceptie

.98 .97 .93

Motoriek gereduceerde perceptie

.98 .94 .89

Visuo-motorische integratie

.95 .96 .89

�De correlaties van chronologische leeftijd met testresultaat variëren van .43 tot .65 (P<.01).

�Factoranalyse: 3 factoren

�DTVP-2 met VMI geeft en r=.87 voor de algemene perceptie, r=.67 voor motorisch gereduceerde perceptie en r=.89 met visuo-motorische integratie

� Kinderen van 4 tot en met 10 jaar

� Gegevens van 1972 Amerikaanse kinderen

� Een ruwe uitslag, een leeftijdsequivalent, een percentiel, een subtest standaardscore (M=10, SD=3) en een composite quotiënt (M=100; SD=15).

� Op basis van de som van de subtestsstandaardscores kan een globaal visueeel perceptueel quotiënt berekend worden. Indien dit resultaat kleiner is dan 90 dient extra aandacht gegeven te worden aan het motoriek gereduceerde quotiënt (som van subtest 2,4,6, 8) en aan het visuo-motorisch quotiënt (som subtests 1,3,5,7

Wide Range Assessment of Visual Motor Ability (WRAVMA)

�Ontwikkeling

� Adams en Sheslow (1995)

�De structuur van de test

� 3 subtests:

�Tekenen (kopiëren): => visuomotoriek

�Zoeken naar gelijkenissen: => visuospatialiteit

�Pegboard (90 sec): => fijne motoriek

�Psychometrische kwaliteiten van de test

� Alfa tekenen: . 75, gelijkenissen .81

� Test-retest: tekenen .89, gelijkenissen .83, pegboard .82-.83

� Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid .96 -.97

� Correlatie met chronologische leeftijd .74 -.80

� Correlatie met IQ : tekenen .39-.45; gelijkenissen .47-.55, Pegboard .38-.45

�Diagnostische mogelijkheden van de test

� Leeftijd 3 tot 17,11 jaar

� 2283 Amerikaanse kinderen

� Normen per 6 maanden

� Gestandaardiseerde composite scores (M=100; Sd=15), percentielen en leeftijdsequivalenten

� Afnametijd 14 à 24 min

Test of Visual-Perceptual Skills (TVPS-3)

�Gardner (1982)

�TVPS (UL): voor oudere kinderen

�TVPS-R (1996) en TVPS (UL)-R (1997): revisie

�TVPS-3 (2006) bewerking Martin

�Evaluatie visueel perceptuele sterke en zwakke kanten dmv niet-motorische test

�Visuele perceptie: vaardigheid van hersenen om te begrijpen en interpreteren wat de ogen waarnemen

7 subtests

1. Visuele discriminatie

2. Visueel geheugen

3. Visueel partiële relaties

4. Visuele vormconstantie

5. Visueel sequentieel geheugen

6. Visuele figuur-achtergrond

7. Visueel closure

Voor elk subtest 16 platen in zwart-wit, progressieve moeilijkheidsgraad, 3 opeenvolgende mislukkingen

Betrouwbaarheid:

� Interne consistentie: tot test : .96 (.75 - .87)

�Test-retest: tot test .97 (.34 - .81)

Diagnostische validiteit:

�De mediaanwaarde voor elke subtest stijgt ifv de leeftijd

�Correlatie TVPS-3 en VMI-5: .67

� leergestoorde kinderen behalen op alle subtests gemiddeld lagere prestaties dan normgroep (p=0.000), ADD (p=0.002), kinderen met autisme (p=0.057)

Normen:

�Opgebouwd voor kinderen 4-18,11j

�Gemiddelde geschaalde waarden en percentielen per subtest,

�Totale test: visuele standaardscore (M=100, SD=15), percentielen en gemiddelde leeftijd

� Index scores: processes, sequencing en complex processes

Normgroep:

�2008 Amerikaanse kinderen

�Niet cultureel bepaald

�Taal speelt geen rol

�Afnametijd : 30 min

SCHRIJFMOTORIEK

Test of Handwriting Skills

�Ontwikkeling

� In 1998 ontwikkelde Gardner de Test of Handwriting Skills (THS)

� In 2007 bracht Milone een revisie uit (THS-R).

� Gebaseerd is op Amerika, kan ze ook toegepast worden op verschillende alfabetvormen en verschillende wijzen van schrijfinstructie.

�Structuur van de test

� Subtest 1: het vliegtuig:spontaan van uit het geheugen de letters van het alfabet schrijven in hoofdletters

� Subtest 2: de autobus:spontaan van uit het geheugen de letters van het alfabet schrijven in kleine letters

� Subtest 3: de vlinder: de gedicteerde letters van het alfabet schrijven in hoofdletters

� Subtest 4: de kikker:de gedicteerde letters van het alfabet schrijven in kleine letters

� Subtest 5: de fiets:de gedicteerde cijfers schrijven

� Subtest 6: de boom:geselecteerde hoofdletters kopiëren

� Subtest 7: het paard:geselecteerde kleine letters kopiëren

� Subtest 8: de vrachtwagen: woorden kopiëren� Subtest 9: het boek:zinnen kopiëren� Subtest 10: de leeuw:gedicteerde woordjes

schrijven.�De letters worden op een 4-puntenschaal

beoordeeld gaande van score nul: zwak tot score 3: goed.

�Daarbij kan ook gekeken worden naar het aantal letters in 20 seconden, omkeringen, botsende letters en schrijffouten.

�Psychometrische kwaliteiten van de test

� De betrouwbaarheid

� De alfa-waarde voor het blokschrift varieerde van .70 tot .86, voor de totale test was die .96. Voor het rondschrift varieerde dit van alfa .70 tot .92 en voor het totaal .98.

� Test-retest waarden waren respectieflijk voor het totaal bij het blokschrift .80 en bij het rondschrift .85.

� De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid varieerde van . 72 tot 1.00.

�Voor wat de validiteit: het verband van de leeftijd met het resultaat op de test.

�Kinderen met ADD/ADHD en leergestoorde kinderen presteerden significant lager dan de normgroep dit zowel op de totale test als de bijkomende criteria.

�Factoranalyse toonde aan dat de 10 subtest en het totaal op één factor laden. Het aantal letters per 20 seconde een tweede factor. Omkeringen, botsende letters en schrijffouten tenslotte vormen de derde factor.

�Diagnostische mogelijkheden van de test

� De test heeft normen voor kinderen van 6 tot 18 jaar 11 maanden.

� De gegevens van 1 476 Amerikaanse kinderen

� De afnametijd 10 à 15 minuten

� De ruwe uitslagen op elke subtest omgezet naar geschaalde waarden (M=10; Sd=3) en percentielen.

� Het totaal kan omgezet worden in een standaardscore (M=100; SD=15), een percentiel en stanines.

�Ook werden normentabellen voorzien voor het scoren van het aantal letters in 20 seconden, de omkeringen, botsende letters en de schrijffouten en dit telkens voor het blokschrift en het rondschrift.

�Om een betrouwbare scoring te bekomen wordt in de handleiding een oefendeel bijgevoegd en is tevens een trainingsvideo bij het testmateriaal voorzien

Detailed Assessment of Speed of Handwriting

�Ontwikkeling

� De Detailed Assessment of Speed of Handwriting (DASH) is ontwikkeld door Barnett, Henderson, Scheib en Schulz in 2007.

� De bestaande instrumenten die handsnelheid nagingen hielden meestal slechts één opdracht in.

�Structuur van de test� De DASH bevat 5 aspecten waarvan vier op

de schrijftaak focussen en één de perceptueel-motorische competentie nagaat.

� De eerste opdracht bestaat er in een standaardzin over schrijven op gelijnd papier in uw mooiste handschrift en dit gedurende 2 minuten. Het aantal woorden per minuut

� De tweede opdracht bestaat uit het schrijven van de letters van het alfabet in cursief schrift en met kleine letters en dit gedurende 1 minuut. Het aantal letters in de juiste volgorde

� De derde opdracht is opnieuw de standaardzin overschrijven maar nu zo snel mogelijk en dit gedurende 2 minuten. Het geheel dient wel leesbaar te zijn. Het aantal woorden per minuut

� De vierde opdracht betreft het plaatsen van een kruisje in een cirkel en dit opnieuw gedurende 1 minuut.

� Tot slot bij de vijfde opdracht is het de bedoeling gedurende 10 minuten een stukje te schrijven over ‘mijn leven’ waarbij het aantal woorden per minuut in rekening gebracht wordt.

� De totale afname tijd van de test bedraagt ongeveer 30 minuten.

�Psychometrische kwaliteiten van de test

� De betrouwbaarheid interbeoordelaarsbetrouwbaarheid uitgedrukt in een intra-class correlation variëren van .85 tot .999.

� De test-retest betrouwbaarheid voor de totale test bedraagt rho=.85 en varieert voor de subschalen van .50 tot .91.

� De interne consistentie situeert zich tussen .83 en .89 en voor het totaal op .87.

�Diagnostische mogelijkheden van de test

� De ruwe waarden per subtest kunnen omgezet worden in standaardscores (M=10; Sd=3) . Op basis van subtest 1, 2, 3, en 5 wordt de totale testuitslag voor schrijfsnelheid berekend. Daartoe worden de standaardwaarden gesommeerd en omgezet in een totale standaardscore (M=100; SD=15) en in een percentiel.

�Uit de factoranalyse komt naar voor dat de test slechts één aspect meet, namelijk de schrijfsnelheid.

�Verder werd een significante stijging van de resultaten gevonden in functie van de leeftijd.

�De test discrimineerde duidelijk tussen normaal ontwikkelende kinderen en kinderen met dyslexie in die zin dat deze laatste groep gemiddeld 5 woorden minder schreef per minuut.

�Los daarvan kan ook een standaardscore berekend worden voor het vierde subtest namelijk het plaatsen van de kruisjes, die een indruk geeft over de grafische snelheid.

�voor kinderen van 9 tot 16 jaar en 11 maanden. In totaal werden voor het bekomen van de normen 546 kinderen, 254 jongens en 292 meisjes uit de UK getest