Hydrology (CT2310) - TU Delft OCW · Geohydrologie, hoofdstuk 7 CT 2310 Mark Bakker Water Resources...

Post on 07-Jul-2020

2 views 0 download

Transcript of Hydrology (CT2310) - TU Delft OCW · Geohydrologie, hoofdstuk 7 CT 2310 Mark Bakker Water Resources...

Hydrology (CT2310)

dr. M. Bakker

Lezing ‘Geohydrologie: tijdsafhankelijke stromen’

Geohydrologie, hoofdstuk 7 CT 2310

Mark BakkerWater Resources Section Civil Engineering, TU Delftmark.bakker@tudelft.nl

Room 4.92.1

Henry Darcy

Fountains of Dijon

Berging: Als de grondwaterstand ∆∆∆∆h meter zakt, welk volume ∆∆∆∆V komt er dan vrij uit een unconfined aquifer?

∆h

∆V = Sy ∆h

Sy is de freatische bergings-coefficient en is kleiner dande porositeit

Berging: Als de grondwater stand ∆∆∆∆h meter zakt, welk volume ∆∆∆∆V komt er dan vrij in een confined aquifer (spanningswater)?

∆V = SsD ∆h

D

SpeciefiekebergingscoefficientSs is berging per meterdikte

Bergingscoefficient:S = Ss D

∆h

Afleiding stromingsvergelijking voortijdsafhankelijke stroming

(volg het bord hieronder)

Berging: ∆V = S∆h

Met: S = Sy (freatisch) enS = SsD (spanningswater)

Volume balans over tijdsperiode ∆tin - uit = toename berging

Oplossing van Edelman

Complimentaire error functie:

Hoe ziet erfc er uit? � Wolframalpha

S = 0.002

WatWatWatWat zijnzijnzijnzijn dezedezedezedeze tijdentijdentijdentijden????

S = 0.002

WatWatWatWat is de is de is de is de kDkDkDkD????

Op welke afstand is de stijghoogteverhoging 1 cmna 1 dag?

Gegeven: kD = 100 m, S = 0.04.

Op welke afstand is de stijghoogteverhoging 1 cmna 1 dag?

Gegeven: kD = 100 m, S = 0.04

Wolframalpha geeft: u = 1.82

Dus x = 182 m

4kDtx u

S=

S = 0.002

WatWatWatWat is x ?is x ?is x ?is x ?

Met convolutie (superpositie in de tijd) kan heteffect van een variabel rivierpeil berekend worden

100 m10 m

Wat kost duizend liter drinkwater?

€ 0.1

5

€ 1.5

0

€ 15

.00

€ 15

0.00

32%

0%6%

61%

1. € 0.15

2. € 1.503. € 15.00

4. € 150.00

Hoeveel plactic waterflesjes worden erperdag weggegooid in de wereld? (data 2003, MSNBC)

40.

400.

4 miljo

en

40 m

iljoen

0%

53%47%

0%

1. 40.000

2. 400.0003. 4 miljoen

4. 40 miljoen

Stroming in de onverzadigde zone

Neerslag bereikt de verzadigde zone via de onverzadigde zone

verzadigde zone

onverzadigde zone

Capilaire opstijging:

Hoe kleiner de diameter, hoe hoger het water stijgt

naald

Capilaire opstijging is een functie van de oppervlakte

spanning en de dichtheid

σσ

h

θ

D

gDh

ρθσ cos4=

De druk in het water in het buisje is negatief

(atmosferische druk is nul)

D

p = 0

p negatiefp = 0

Verzadigingsgraad wordt aangegeven met S

S=V water

V porien

Bodemvochtgehalte wordt aangegeven met θ

Varieert van:

0 (volledig droog) 1 (alle porien gevuld)

Varieert van:

0 (volledig droog) n (porositeit, als alle porien gevuld)

En dus:

grond

water

V

V=θ

Sn=θ

Overal in het water boven de grondwaterspiegelis de druk negatief.

Porien nog vollediggevuld met water:S = 1

θ = nMaar: druk al negatief!

veld capaciteitvan het zand

capilairefringe

water dat blijft hangenin het zand tegen de zwaartekracht in

planten kunnen wateronttrekken tot ongeveer p/(ρg) = -16 m

Stijghoogte is plaatshoogte plus drukhoogte, maarin de onverzadigde zone is drukhoogte negatief

ψρ

+=+= zg

pzh

ψ is drukhoogte

Tensiometer

Meten van negatieve druk(lager dan atmosferisch)

Tensiometer

Poreus porselein

Bodemvochtgehalte na een pulse van infiltratie

Als het bodemvochtgehalte (en dus de verzadigings-graad) afnemen, neemt ook de doorlatendheid af

( )θKK =

Stroming wordt nog steeds beschreven met Darcy

( )z

hq K

zθ ∂= −

∂En dus stroomt water van hoge naar lage stijghoogte

Stijghoogte is nog steeds z

g

ph +=

ρ

Vragen:a. Vindt er percolatie of capillaire opstijging plaats?

b. Hoe laag moet de druk in punt 2 zijn om capillaire opstijging te latenplaatsvinden?

Voorbeeld

grondwaterspiegelz = 10 m

z = 12 m

z = 15 m

2

3

1

Gegeven: Drukhoogten in de punten 2, en 3 zijn respectievelijk: -1 m en -3 m.

Hoe laag moet de druk in punt 2 zijn omcapillaire opstijging te laten plaatsvinden?

p/(rg

) < 0

m

p/(rg

) < –

1 m

p/(rg

) < –2

m

p/(rg

) < –3

m

0%

15%

80%

5%

1. p/(ρg) < 0 m

2. p/(ρg) < –1 m3. p/(ρg) < –2 m

4. p/(rg) < –3 m

p=0 z = 10 m

z = 12 m

z = 15 m

2

3

1

Doorlatendheid neemt af met de drukhoogte.In de onverzadigde zone, is de K van fijnkorreligmateriaal vaak groter dan de K van grofkorreligmateriaal

ψe = -0.15 m

ψe = -0.25 m

Ksat, coarser sand

Ksat, finer sand

ψe is de

'airentry'

drukhoogte;

de negatieve

druk die nodig

is om lucht in

de grond te

laten

Hysterese: Tijdens drainage volgt het vochtgehalte

een andere curve dan tijdens vernatting

Drainage

Vernatting

aquifer transmissiviteit kD

x

klei weerstand c

*h0h

L

Vragen:a) Wat is het debiet naar het meer als c = 0b) Wat is het debiet naar het meer als c > 0

Stroomt het grondwater naar links of naar rechts?

Rec

hts

Lin

ks

11%

89%1. Rechts

2. Links