Post on 12-May-2015
Het nieuwe denken over competenties en de opleiding van begeleiders
Wat we uit de Vlaamse context kunnen leren
Prof. F. Laevers
Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs
K.U. Leuven
Situatieschets
It was not until 1997 that the training course ‘Childcare’ – focusing on the hygienic aspects of care – was reformed and was extended by one year.
“The technical interpretation of professionalism within the secondary training course ‘Childcare’ is one of the causes of this process of deprofessionalization.”
“The reform was not successful in forming ‘reflective professionals’ who would fulfil the new construction of professionalism as described in the literature.”
[Jan Peeters]
AA
Situatieschets
Een paradoxale situatie Hogere kwaliteitseisen
Een opleiding die geen gelijke tred houdt
Vrijmaking van de ‘markt’
Welke opleiding is er nodig? Geen analyse van de opleiding zelf Het nieuwe denken over competenties De invulling van kwaliteit Wat er hiervan gerealiseerd wordt
Het nieuwe denken over competenties
Een paradigmashift Een duidelijke boodschap: ontevredenheid
met wat de school voortbrengt
BB
Competentieontwikkelend onderwijs
Definitie
“De basisgedachte van competentiegericht leren is datkennis of vaardigheden niet in isolatie moeten wordenaangeboden aan leerders. (-)In het begrip competentie zit besloten dat er een relatietot stand wordt gebracht tussen deze drie elementen vanleren: kennis, vaardigheden en praktijk.”
(Janse & Koole; Nedermeijer & Pilot 2000)
Competentieontwikkelend onderwijs
Niet het leren is het punt, maar wel hoe het geleerde te gebruiken
Competentie: een complex geheel
“Hier ligt een terrein dat als parking heringericht moet. Ontwerp een grondplan met markering waarop een maximaal aantal wagens een plaats kunnen vinden.” [een voorbeeld uit het ‘realistisch wiskunde- onderwijs]
Competentieontwikkelend onderwijs
Competentieontwikkelend onderwijs
Niet het leren is het punt, maar wel hoe het geleerde te gebruiken
Competentie: een complex geheel Competenties zijn ‘life skills’ Bloom’s taxonomy ‘revisited’ Het begrip ‘Elders Verworven Competenties’ De multiple intelligenties Het concept impliciet leren en ‘stealth
education’
Competentieontwikkelend onderwijs
‘‘stealth education’ stealth education’ (en bijv. computer games)(en bijv. computer games)
Intuïtieve intelligentie als competentie
Steve Fossett is er als eerste ingeslaagd een non-stop solo
ballonvlucht rond de aarde te maken.
De meteorologische begeleiding werd verzorgd door twee Belgischeweerkundigen van het KMI in Ukkel, Luc Trullemans en David Dehenauw.
Wat is een kwaliteitsvolle kinderopvang?
ZiKo als graadmeter
Zelf-evaluatie Instrument voor de Kinderopvang
Welke ‘kwaliteit’ moet een begeleider kunnen ‘leveren’?
CC
Drie invalshoeken
PROCES OUTPUTDoelenEffect
CONTEXT
AanpakPrincipes
BETROKKENHEIDWELBEVINDEN
Hoe maken de kinderen het?
Welbevinden Betrokkenheid
ZiKo: de schaal voor betrokkenheid
Score 1 Het kind vertoont nagenoeg geen activiteit
Score 3 Er is de hele tijd activiteit,
maar zonder echte concentratie Score 5
Het kind is ononderbroken bezig en
gaat sterk op in de activiteit
Betrokkenheid observeren
Betrokkenheid aan stuur
Scanning procedure
Scanning betrokkenheid
AANPAKVARIABELEN
WelbevindenBetrokkenheid
Bijzondere omstandigheden
Factoren in het kind
sfeer en relatie
begeleidersstijl
ruimte voor initiatief
aanbod organisatie
ZiKo: de aanpakfactoren
Het aanbod Hoe rijk is de omgeving?
De sfeer Heerst er een positief groepsklimaat?
De ruimte voor initiatief Over hoeveel vrijheid beschikken kinderen?
De begeleiderstijl Hoeveel inlevingsvermogen is er in de omgang
met kinderen? De organisatie
Is de organisatie afgestemd op het kind?
Efficiënte organisatie
Organisatie
Hoe kwaliteitsvol is de opvang? DD
Resultaten [1] hoeveel welbevinden?
Gemiddelde
3.61SCORE AANTAL
KINDEREN%
%L M H
Laag 11+2
8256
368
1.020.704.59 6.31
Matig 2+3
3+
40415681535
5.0419.5719.16 43.77
Hoog 44+5
2800506692
34.956.328.64 49.91
Welke norm?
50 % van de kinderen
50 % van de kinderen
Score
3
Score
4
Gemiddelde =
3.5
Resultaten [2] hoeveel betrokkenheid?
Gemiddelde
3.29SCORE AANTAL
KINDEREN%
%L M H
Laag 11+2
2903371016
3.624.21
12.69 20.52
Matig 2+3
3+
46413821343
5.8017.2616.78
39.84
Hoog 44+5
2170379624
27.114.737.80 39.64
Resultaten [3] variatie in welbevinden
Gemiddelde voor welbevinden per voorziening [aantal: 379]
2,0 tot 2,49
2,5 tot 2,99
3,0 tot 3,49
3,5 tot 3,99
4,0 tot 4,49
4,5 en meer
Aantal 1 5 50 203 110 10
% 0.26 1.31 13.2 53.6 29.0 2.6
Laagversus
Hoog14.77 % 85.2 %
Resultaten [4] variatie in betrokkenheid
Gemiddelde voor betrokkenheid per voorziening [totaal: 389]
2,0 tot 2,49
2,5 tot 2,99
3,0 tot 3,49
3,5 tot 3,99
4,0 tot 4,49
4,5 en meer
Aantal 3 42 120 186 35 3
% 0.77 10.8 30.8 47.8 9.00 0.77
Laagversus
Hoog42.4 57.6
Resultaten [5] variatie in aanpak
Per aanpakfaktor een inschatting
-1 0 +1
Resultaten [6] variatie in aanpak
Aanpakfactoren: som van de scores per gescande groep [aantal: 691]
-5 -4 -3 -2 -1 0 +1 +2 +3 +4 +5
Aantal 6 9 42 56 91 111 105 108 86 54 23
%0.86 1.30 6.07 8.10 13.0 16.1 15.2 15.6 12.4 7.81 3.3
16 % 45.9 % 39.2 %
Legende: -5 = een score -1 voor elk van de 5 factoren-4 = vb. : een score -1 voor 4 factoren en een score 0 voor 1 factor+5= een score +1 voor elk van de 5 factoren
Procesgerichte aanpak
‘Laisser-faire’Verzorgende aanpak
Gestructureerde aanpak
Veel initiatief van de kinderenWeinig initiatief van de kinderen
Weinig initiatief van de BG
Veel initiatief van de BG
Verzorgende aanpak
Vaak lage betrokkenheid Open ruimte, weinig rijke omgeving Aanbod wordt gedoseerd, aangebracht
door begeleiding Er wordt ‘opgelet’, weinig stimulerende
tussenkomsten naar de kinderen toe
Begeleiderstijl
Vingerverf
Gestructureerde aanpak
Betrokkenheid is matig Begeleiding stimuleert zeer veel Activiteiten/aanbod wordt door de
begeleiding bepaald met het oog op de ontwikkeling van het kind. Het gaat meestal om geleide activiteit
Kinderen worden vaak afhankelijk van de begeleiding om nog tot spel te komen.
Laisser-faire aanpak
Betrokkenheid is eerder matig Ruimte is vaak leuk, er is heel wat, en
gedifferentieerd materiaal aanwezig Vaak en gemis aan structuur en
overzicht Begeleiding is meestal op de
achtergrond aanwezig en laat de kinderen hun gang gaan
Procesgerichte aanpak
Betrokkenheid van de kinderen is eerder hoog
De ruimte is rijk en gedifferentieerd ingericht. Het materiaal is toegankelijk voor de kinderen
De begeleiding komt geregeld stimulerend tussen, speelt mee, geeft ideeën die het spel verrijken, probeert aan te sluiten bij de interesse van het kind
Begeleiderstijl
Fruit op stick
Waarnemingen
eerderpositief
eerdernegatief
Aanbod 23.47 26.84
Sfeer 20.16 7.24
Initiatief 12.56 14.85
Organisatie 10.13 15.80
Begeleiderstijl
33.67 35.28
100 100
Aanbod
Hoekjes? Ja maar, ik bepaal wel wanneer ze open
zijn, en zeker niet allemaal tegelijk. We hebben het eens geprobeerd
en we merken dat de kinderen nu ‘echt’ spelen.
Ermee werken heeft een invloed op de stijl: er wordt nu meer ‘in’ de hoekjes gezeten, en meegespeeld met de kinderen
Initiatief
Robbe wil dennennaalden ‘plukken’ en kruipt op een steen om er beter bij te kunnen. De BG maant hem aan om voorzichtig te zijn en waarschuwt hem, maar grijpt niet onmiddellijk in. Pas wanneer ze ziet dat het hem echt niet lukt gaat ze een extra handje helpen.
Organisatie
Een verhaaltje lezen doen we met twee: een persoon leest, de andere let op…
Begeleiderstijl
Kinderen houden na het drinken de bekers omhoog BG1:Hebben we dat zo geleerd? Zet de
bekers terug op tafel. BG2: Ha, ik zie dat jullie gedaan hebben
met drinken, geef maar hier, ik zet ze weg.
BG3: Jullie mogen de bekers zelf terug op de kar zetten, kijk zo…
Sfeer
Een mooie dag buiten: ‘Pin’ roepen twee peuters, wijzend naar de boom. De BG komt kijken: Pim de fantasiekabouter? Nee, Spin op de boom, ontdekt nu ook de BG. Ze vertelt over de spin, en al snel staan er meerdere peuters mee te luisteren
Vakmanschap & meesterschap Zelfvertrouwen & positief zelfbeeld Een exploratieve ingesteldheid Het perspectief van kinderen kunnen
innemen m.b.t. gevoelens m.b.t. motieven m.b.t. percepties en cognities
EEWelke competenties in de opleiding?
Stimulerende stijl
Lopen met badjes
Vakmanschap & meesterschap Zelfvertrouwen & positief zelfbeeld Een exploratieve ingesteldheid Het perspectief van kinderen kunnen
innemen m.b.t. gevoelens m.b.t. motieven m.b.t. percepties en cognities
Communicatievaardigheid Zelfsturing en ondernemingszin Kunnen reflecteren
EEWelke competenties in de opleiding?
Plaats voor het pedagogische in het curriculum
Ruimte voor initiatief inbouwen rond haalbare opdrachten m.b.t. het ‘vak’
De werkelijkheid centraal plaatsen in observatie en reflectie
Veel investeren in actieve en expressieve communicatie
Welbevinden en betrokkenheid als richtsnoer
FFHoe de opleiding vormgeven?
Slot
WAAROM?
Maatschappelijk belang
Enorm potentieel Preventie Brain studies
Ontwikkelingsdomeinen Zelfvertrouwen en gave emotionele ontwikkeling Sociale competentie Taal en communicatie Begrijpen van de fysische wereld en technologie Zelfsturing en ondernemingszin
Peuters als partners
De fluitspelers